K a artmateriaal

Transcriptie

1 RUP Nanove gedeeltelijke herziening K a artmateriaal afwijkingen ten opzichte van het RUP register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn oktober 2015 P

2

3

4 RUP Nanove gedeeltelijke herziening B i j l a gen mer -screeni n g onderzoek tot m.e.r. lijst met aan te schrijven adviesinstanties adviezen van de verschillende instanties nota aan dienst MER met behandeling van de verschillende adviezen besluit dienst MER oktober 2015 P

5 RUP Nanove gedeeltelijke herziening 9. E F FECTEN VAN HET RUP O n d erzoek tot m.e.r. De m.e.r.-screening (onderzoek tot m.e.r.) wordt hier integraal geïntegreerd in de toelichtingsnota van het voorliggend RUP. Deze dient dan ook samen gelezen te worden met de andere hoofdstukken van de toelichtingsnota, de bestaande toestand, het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften. Op deze wijze heeft de lezer steeds volledige inzage in het RUP en specifiek in de bestaande toestand als referentiesituatie en de planningscontext waarbinnen het voorliggend RUP kadert Methodiek Een eerste stap in het onderzoek tot m.e.r. is nagaan of het RUP niet van rechtswege plan- MER-plichtig is volgens de regelgeving zoals vastgelegd in het plan-m.e.r.-decreet van 27 april Indien dit niet het geval is kan overgegaan worden op de beschrijving en evaluatie van de te verwachten effecten van het voorgenomen plan en de redelijke alternatieven. Om het onderzoek naar de milieueffecten op een kwalitatieve en eenduidige wijze te kunnen voeren, wordt het plangebied onderverdeeld in verschillende planonderdelen. Deze worden zodanig gekozen dat de ontwikkelingsmogelijkheden geboden door voorliggend RUP binnen eenzelfde planonderdeel sterk gelijkaardig zijn. Voor elk planonderdeel wordt het afwegingskader ingevuld samen met de kwetsbaarheid van de verschillende disciplines 1. Dit afwegingskader doet dienst als toetsing van de relevantie van de verschillende disciplines waarbinnen milieueffecten kunnen optreden. De beoordeling kan variëren tussen zeer relevant, relevant, beperkt relevant en niet relevant. Afhankelijk van deze beoordeling zullen de disciplines meer of minder uitgebreid onderzocht en besproken worden. Bij het onderzoek van de milieueffecten worden er per discipline volgende stappen ondernomen. In een eerste fase wordt de referentiesituatie besproken. Deze geeft een indicatie van de kwetsbaarheid van het plangebied. In een tweede fase worden de milieueffecten en milderende maatregelen besproken. Afhankelijk van het oordeel in het afwegingskader kan het gaan om een zeer beknopte, beknopte of uitgebreide bespreking. Tenslotte wordt een besluit getrokken over het al dan niet aanwezig zijn van aanzienlijke negatieve milieueffecten. 1 De kwetsbaarheid van de verschillende disciplines wordt afgeleid uit de referentiesituatie in het plangebied. De bespreking hiervan gebeurt bij de beoordeling van de milieueffecten. maart 2015 P

6 RUP Nanove gedeeltelijke herziening Toepassingsgebied Het RUP is niet van rechtswege plan-mer-plichtig omwille van volgende redenen: Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b stadsontwikkelingsproject van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Het plangebied heeft een oppervlakte van 9,80 ha en beslaat ongeveer 0,5% van het grondgebied van de gemeente Opwijk (1969,03 ha). Bovendien gaat het beperkte wijzigingen t.o.v. de bestaande toestand. De voornaamste wijziging van het bestaande RUP betreft het verplaatsen van de geplande parkeervoorzieningen in het centrum van Opwijk. Bijgevolg is het RUP dus screeningsgerechtigd. Het RUP is geen plan of programma waarvoor een passende beoordeling vereist is zoals bepaald door het artikel 36ter 3 van het natuurdecreet. Omwille van bovenstaande motivering dient besloten te worden dat het RUP van rechtswege niet plan-mer-plichtig is, maar wel screeningsplichtig. Naargelang het resultaat van het onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieueffecten, wordt er een oordeel geveld over de noodzaak van de opmaak van een plan-mer: indien er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn: geen plan-mer-plicht; indien er wel aanzienlijke milieueffecten kunnen worden aangetoond voor één of meerdere criteria: wel plan-mer-plicht Planonde rdelen en afw egingskader Het RUP beslaat een totale oppervlakte van zo n 9ha79a10ca. De straatnamen in de omgeving van het plangebied zijn terug te vinden op het plan feitelijke en juridische toestand. De planonderdelen (gebaseerd op de bestemmingen binnen voorliggend RUP) in het plangebied zijn: A: wonen en feestzaal +/- 1,40 ha; B: gemeenschapsvoorzieningen (CC en jeugdhuis) +/- 0,35 ha; C: oude pastorij +/- 0,30 ha; D: multifunctioneel plein en wegenis +/- 1,12 ha; E: waterloop en oeverstrook +/- 0,57 ha; F: tuinzones +/- 2,18 ha; G: park +/- 3,87 ha. Onderstaande tabel geeft een synthese van de te verwachten milieueffecten. Ze vormt eveneens de basis om te bepalen of het noodzakelijk is om een discipline aan een uitgebreid, beknopt, zeer beknopt of geen nader onderzoek te onderwerpen. De invulling van deze tabel wordt verklaard in de tekstuele bespreking van de verschillende disciplines. maart 2015 P

7 RUP Nanove gedeeltelijke herziening Bodem Energie- en grondstoffenvoorraden Grond- en oppervlaktewater Geluid en trillingen Lucht Atmosfeer en klimatologische factoren Licht Fauna en flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Mens en ruimte referentiesituatie o oo o/x o oo oo oo o/x o/x o/x beoordeling effect nvt nvt A (-) (-) (-) +/- +/- (-) +/- (+) B +/- +/- +/- +/- +/- +/- +/- (+) C (-) (-) (-) +/- +/- +/- +/- (+) D (-) (-) (-) +/- +/- (-) (-) + E /- +/- +/- (+) + + F +/- +/- +/- +/- +/- (+) (+) + G (+) +/- +/- +/- +/- +/- (+) + relevant? x o x o/x o/x o o o/x o/x x referentiesituatie: kwetsbaarheid van de discipline xx = zeer kwetsbaar x = kwetsbaar o/x = matig kwetsbaar o = niet uitgesproken kwetsbaar oo = niet kwetsbaar beoordeling effect: mate waarin binnen het planonderdeel effecten op een specifieke discipline kunnen verwacht worden nvt = niet van toepassing - - = een aanzienlijk negatief effect - = een negatief effect (-) = een licht negatief effect +/- = geen effect (+) = een licht positief effect + = een positief effect + + = een aanzienlijk positief effect t = een tijdelijk effect relevant?: relevantie van discipline bij beoordeling milieueffecten xx = zeer relevant uitgebreide bespreking aangewezen x = relevant beknopte bespreking aangewezen o/x = beperkt relevant zeer beknopte bespreking aangewezen o = niet relevant bespreking niet aangewezen maart 2015 P

8 RUP Nanove gedeeltelijke herziening Beoordeling milieueffecten Bodem Referentiesituatie Fysische bodemtoestand De bodem in het plangebied is overwegend bebouwd. Het zuidelijk deel van het plangebied bevat een matig natte zandleembodem (zonder profiel - Ldp, met sterke antropogene invloed - Ldp(o), of sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont - Ldc). Er kan gesteld worden dat de fysische bodemtoestand van het plangebied niet uitgesproken kwetsbaar is. De zone kent een sterke antropogene invloed wat wijst op een eerdere verstoring van de bodem en voor het overige kent de bodem een gemiddelde korrelgrootte. Bodemkaart (Geopunt Vlaanderen, 2014) Bodemkwaliteit De bodem kent geen agrarisch gebruik (ALV, 2013, Geopunt Vlaanderen). Bijgevolg kan gesteld worden dat de gevoeligheid van de bodem voor verzuring, verdroging en eutrofiëring beperkt. Binnen de contouren van het voorliggend RUP is er voor een gedeelte een beschrijvend bodemonderzoek in 2012 gebeurd (dossiernummer 10869). Legende Oriënterende bodemonderzoeken Beschrijvende bodemonderzoeken Bodemsaneringsprojecten Eindverklaring Bodemonderzoek en -sanering (OVAM, 2014) Conclusie Globaal kan worden gesteld dat het plangebied niet uitgesproken kwetsbaar is wat betreft de discipline bodem. Een beperkt onderzoek naar de effecten van voorliggend RUP op de maart 2015 P

9 RUP Nanove gedeeltelijke herziening bodem is aangewezen omdat een kleine toename aan bebouwing en verhardingen gerealiseerd kan worden. Milieueffecten Fysische bodemtoestand De fysische bodemtoestand in het plangebied zal overwegend niet worden gewijzigd door bebouwings- en verhardingsmogelijkheden. De bebouwingsmogelijkheden aan de Kloosterstraat Singel Kattestraat Gasthuisstraat (planonderdeel A) blijven ongewijzigde ten opzichte van zowel de feitelijke als de juridische toestand. Aangaande de verhardingsopties wordt de zone voor multifunctioneel plein (planonderdeel D) ingericht ter hoogte van de voetweg nr. 86 en het openbaar park (planonderdeel G). In het geldend RUP Nanove wordt de zone voor multifunctioneel plein aangeduid als zone voor bebouwing en tuinen. Deze planoptie betreft met andere woorden enkel een locatie-alternatief. Verder wordt er de mogelijkheid geboden om op de site van de Oude pastorie (planonderdeel C) maximum 2 woongelegenheden en een horecazaak worden ingericht. Daarnaast wordt ter hoogte van de feestzaal een overdrukzone voorzien met de mogelijkheid tot een zeer beperkte uitbreidings- en ontsluitingsmogelijkheid. Ten opzichte van de bestaande toestand zijn de bebouwbare percelen grotendeels ingevuld. Aan de Kloosterstraat en in de verkavelingen aan de Kattestraat is er nog ruimte voor een paar woongelegenheden. Door het voorliggend RUP kunnen er ook een 7 à 9-tal woningen gebouwd worden aan de Oude-Pastoriedreef. De voorziene woningen aan het park worden binnen het geldend RUP Nanove opgegeven. Het braakliggend perceel kan volgens voorliggend RUP ingevuld worden met minimaal 90 en maximaal 150 parkeerplaatsen. Het plein mag zodanig ingericht worden dat er occasioneel evenementen kunnen georganiseerd worden. Verder kan sport- en spelinfrastructuur worden geïntegreerd op het plein. Deze infrastructuur mag uit harde en half-verharde materialen worden uitgevoerd ter bevordering van het gebruikerscomfort. Bodemkwaliteit Het voorliggend RUP maakt geen activiteiten met een negatieve impact op de bodemkwaliteit mogelijk. De juridische toestand voorziet geen opties voor intensief agrarische activiteiten in het centrum van Opwijk. Een grotere impact op de bodemkwaliteit ten aanzien van de zuurtegraad, de verdroging en eutrofiëring van de bodem wordt dan ook uitgesloten. Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van voorliggend RUP de bodem nauwelijks zal wijzigen. De bestaande toestand geeft voor de zones met ontwikkelingsmogelijkheden een bodemcategorisering met antropogene invloeden in het centrum van Opwijk. De voornaamste opties die worden genomen binnen voorliggend RUP wijken slechts van het bestaande RUP af voor wat betreft de zone voor een multifunctioneel plein ter hoogte van de Asbeek. Een gebied voor woongelegenheden met tuin wordt geruild voor een pleinzone en visa versa (Oude Pastoriedreef). De wijzigingen ten opzichte van de discipline bodem zijn voor de juridische situatie dan ook verwaarloosbaar en voor de feitelijke toestand beperkt. Energie- en grondstoffenvoorraden De uitvoering van het RUP Nanove gedeeltelijke herziening zal geen aanzienlijke wijzigingen veroorzaken in de aanwezige energie- en grondstoffenvoorraden. maart 2015 P

10 RUP Nanove gedeeltelijke herziening Grond- en oppervlaktewater Grond- en oppervlaktewaterhuishouding De Asbeek, een niet-geklasseerde waterloop (VHAG-code 6365), stroomt binnen de contouren van het voorliggend RUP. Verder stroomafwaarts, buiten het plangebied, wordt de Asbeek een geklasseerde waterloop van derde categorie en stroomt in de Vondelbeek (een waterloop van tweede categorie). Legende bevaarbare 1 e categorie 2 e categorie 3 e categorie niet-geklasseerd Waterlopen volgens VHA (Geopunt, 2014) Het plangebied kent een natte drainagezone (cf. bodemkaart, 2014). Het plangebied is deels in het zuidoosten mogelijk overstromingsgevoelig en ter hoogte van de Asbeek tussen de oude pastorij en de feestzaal effectief overstromingsgevoelig en recent overstroomd (sinds 1988). Andere aspecten van de grond- en oppervlaktewaterhuishouding zullen besproken worden onder de watertoets. Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater Het plangebied is niet gelegen in een beschermingszone voor waterwinning (Geopunt Vlaanderen, 2014). Wat betreft de grondwaterkwetsbaarheid is het plangebied zeer kwetsbaar (Ca1). Ca1-gronden hebben een zandige en/of beperkte (dikte minder dan 5m) deklaag. De watervoerende laag bestaat uit zand (DOV, 2014). Volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij bevindt het plangebied zich in centraal gebied. Dit betekent dat er voor de bebouwde omgeving aansluiting is op een operationele waterzuiveringsinstallatie via een rioleringsstelsel (VMM, 2014). Conclusie Uit dit alles kan geconcludeerd worden dat het plangebied matig kwetsbaar is voor wat betreft de discipline grond- en oppervlaktewater. Milieueffecten Grond- en oppervlaktewaterhuishouding De effecten op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding worden hier kort besproken en zullen uitgebreider aan bod komen in de watertoets. Bebouwing en verhardingen hebben een grote invloed op de grond- en oppervlaktewaterhuishouding. Een toename in bebouwing en verharde oppervlakte resulteert immers in een toename in de hoeveelheid afvloeiend hemelwater. Onder de discipline bodem werd reeds gesteld dat de uitvoering van het RUP zal resulteren in een beperkte toename in bebouwing en verharde oppervlakte ten opzichte van de bestaande toestand voornamelijk aan de Oude Pastoriedreef. De nodige maatregelen dienen genomen te worden om het hemelwater op te vangen en vervolgens te hergebruiken, te laten infiltreren in de bodem en/of het afvloeiend hemelwater vertraagd af te voeren. Hiertoe worden bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige maart 2015 P

11 RUP Nanove gedeeltelijke herziening voorschriften (cf. artikel 1.2.). De infrastructuur van het multifunctioneel plein mag worden uitgevoerd in harde en half-verharde materialen. Door de ligging in mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied aan de Asbeek wordt de zone voor waterloop en oeverstroken (planonderdeel E) uitgebreid om op die manier tegemoet te komen aan mogelijke waterproblematiek. Kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater Wat betreft de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moeten enkele aspecten in rekening genomen worden. De zandige en/of dunne deklaag bovenop de watervoerende laag zorgt ervoor dat het grondwater binnen het plangebied zeer kwetsbaar is. De bestemmings- en inrichtingsbepalingen vanuit het voorliggend RUP maken echter geen activiteiten mogelijk die zouden kunnen resulteren in vervuiling van het grond- en oppervlaktewater. De bebouwing binnen het voorliggend RUP vindt aansluiting bij een rioleringsstelsel in centraal gebied. De nieuwe ontwikkelingen in de voorliggende projectzone zullen worden aangesloten op het rioleringsnetwerk. Van afvalwaterlozing is er dan ook geen sprake. Beoordeling Concluderend kan gesteld worden dat de uitvoering van het RUP niet zal resulteren in aanzienlijke negatieve milieueffecten op de discipline grond- en oppervlaktewater. Het grond- en oppervlaktewater in het gebied is niet kwetsbaar en het voorliggend RUP maakt de ontwikkeling van activiteiten met een aanzienlijk negatief effect op het grond- en oppervlaktewater ook niet mogelijk. Geluid en trillingen Een uitgebreide bespreking van de discipline geluid en trillingen voor het RUP Nanove gedeeltelijke herziening is niet aan de orde. De geluidsbelasting binnen het plangebied wordt overwegend veroorzaakt door occasionele evenementen in het park, de scholen in de omgeving en het plaatselijk verkeer. In de onmiddellijke omgeving zijn er geen grote infrastructuurassen met veel verkeersbewegingen die geluid en trillingen genereren. Binnen het plangebied kunnen er in beperkte mate nog bijkomende woongelegenheden gerealiseerd worden. T.o.v. de bestaande toestand is dit echter beperkt en de hiermee verbonden verkeersgeneratie zal dan ook niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg zal er dan ook geen sprake zijn van een sterke stijging in de verkeersbelasting en de eraan verbonden geluiden en trillingen. De in te richten parkeervoorzieningen zijn gesitueerd aan het park Hof ten Hemelrijk en op ruimte afstand van de woongelegenheden, gebufferd door tuinzones. Andere aspecten met betrekking tot mobiliteit zullen besproken worden onder de discipline mens en ruimte. De overige bronnen van geluid, met name evenementen in het park of op het plein en de leerlingen van de scholen in de omgeving, zijn slechts tijdelijk gedurende de evenementen of speeltijden. Concluderend kan gesteld worden dat er een uiterst beperkte toename aan geluid zal geproduceerd worden door verkeersbewegingen. De intensiteit van dit bijkomend geluid en trillingen ten gevolge van de woonontwikkelingen is evenwel niet van die aard dat het zal resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de discipline geluid en trillingen. Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van grote infrastructuurassen. maart 2015 P

12 RUP Nanove gedeeltelijke herziening Lucht Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte. Een uitgebreide bespreking van de discipline lucht is niet aan de orde. De gegevens van de dienst lucht van de Vlaamse Milieumaatschappij met betrekking tot de luchtkwaliteit in Vlaanderen geven een beeld van de luchtkwaliteit in het plangebied 2. Binnen het voorliggend RUP bedraagt het jaargemiddelde voor NO 2 20 µg/m³ en voor PM µg/m³. Beiden blijven ruim onder de Europese norm. Een daggemiddelde van 50 µg/m³ wordt gemiddeld 21 maal per jaar overschreden. De waarden blijven dus ruim onder de Europese normen. Er kan dan ook gesteld worden dat de plangebieden worden gekenmerkt door een relatief goede luchtkwaliteit. Voorliggend RUP maakt bovendien geen activiteiten mogelijk die kunnen resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de luchtkwaliteit in het gebied en de omgeving. De bijkomende verkeersgeneratie is niet van die aard dat ze een negatieve impact zal hebben op de luchtkwaliteit (cf. mens en ruimte en geluid en trillingen). Ten opzichte van de bestaande toestand is de impact voor de discipline lucht beperkt. De verdichtingsmogelijkheden en de nieuwe parkeervoorzieningen genereren effectief verkeer binnen het plangebied, maar de verdichtingsmogelijkheden zijn niet aanzienlijk ruim en de parkeergelegenheden voorzien een oplossing voor de parkeerdruk in de buurt. Door de variabele factoren binnen de discipline lucht (windsnelheid, windrichting, etc.) zijn de effecten binnen het plangebied nihil ten opzichte van het reeds aanwezige verkeer in het centrum van Opwijk. Globaal kan gesteld worden dat voorliggend RUP niet zal resulteren in een negatief effect op de discipline lucht. Atmosfeer en klimatologische factoren Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline lucht Een bespreking van de discipline atmosfeer en klimatologische factoren voor het RUP Nanove gedeeltelijke herziening is niet aan de orde (zie discipline lucht). Licht Binnen deze discipline geldt er een overdracht naar de discipline mens en ruimte en de discipline fauna en flora Een uitgebreide bespreking van deze discipline is niet aan de orde. Het RUP voorziet niet in de inrichting van zones waar de verlichting van die aard zal zijn dat ze een aanzienlijk negatief effect zal genereren op haar omgeving. Fauna en flora Referentiesituatie Er situeren zich geen speciale beschermingszones of delen van het Vlaams Ecologisch Netwerk en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend netwerk in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. 2 De polluenten NO 2 (stikstofdioxide) en PM 10 (fijn stof) zijn hiervoor de belangrijkste indicatoren in Vlaanderen. De huidig geldende Europees vastgelegde jaargrenswaarde bedraagt voor de betrokken polluenten NO 2 en PM µg/m³. Bovendien mag voor PM 10 een daggemiddelde van 50 µg/m³ niet meer dan 35 keer per jaar overschreden worden. maart 2015 P

13 RUP Nanove gedeeltelijke herziening De biologische waarderingskaart stelt, enkel op basis van de interpretatie van de orthofotplans NGI 1995 en , dat de woningen en tuinzones aan de Kloosterstraat Singel Kattestraat Gasthuisstraat biologisch minder waardevol zijn omwille van dicht bebouwd gebied en minder dichte bebouwing met beplanting, tuinen,... Het grootste gedeelte van de parkzone Hof ten Hemelrijk is door een karteerder in 1998 gecategoriseerd als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Ter hoogte van het gepland multifunctioneel plein aan de Asbeek categoriseerde men het gebied als een complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen en aansluitend richting Oude pastoriedreef als een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen. In het oosten zijn biologisch waardevolle zones aangeduid omwille van de struweelopslag van allerlei aard, vaak op gestoorde gronden en omwille van populierenaanplant op vochtige grond met elzen- en/of wilgenondergroei (juni 1998). De biologische waarderingskaart duidt geen faunistisch voorname gebieden aan in het centrum van Opwijk. Biologische waarderingskaart (Geopunt Vlaanderen, 2014) De referentietoestand ( ) is echter gewijzigd sinds de categorisering in Het domein Hof ten Hemelrijk is heringericht en de zone ter hoogte van de voetweg nr. 86 is braakliggend (zie plan feitelijke-juridische toestand). Concluderend kan gesteld worden dat het plangebied matig kwetsbaar is voor wat betreft de discipline fauna en flora. Milieueffecten Vanuit de referentiesituatie komt naar voren dat het plangebied deels biologisch minder waardevol is. De biologisch waardevolle zone in het centrum van Opwijk wordt gewaarborgd door de zone voor openbaar park en de waterloop met oeverstroken. Daarnaast zijn er nog de tuinzones met streekeigen plantensoorten en een minimale groenterreinindex van 0,7. Verder kunnen de multifunctionele pleinen ingericht worden met openbaar groen. Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het voorliggend RUP niet zal resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de discipline fauna en flora. Er is eerder sprake van een licht positief effect door het verzekeren van voldoende flora in het centrum van Opwijk. Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Het RUP is gelegen in het traditioneel landschap Land van Merchtem. Binnen de contour van voorliggend plangebied zijn er twee beschermde monumenten. Ten eerste is er de pastorie en pastorietuin aan Singel 7 en ten tweede de oude pastorie (met bijgebouwen en oorspronkelijk omgrachte tuin) aan Gasthuisstraat 26 (Oude Pastoriedreef) aangeduid. De beschermde erfgoedwaarden zijn eveneens geïnventariseerd als bouwkundig erfgoed (Pastorie ID: 40405, Pastorie met tuin ID: ). Verder is de tuinzone van pastorie aan maart 2015 P

14 RUP Nanove gedeeltelijke herziening de Singel geïnventariseerd als landschappelijk erfgoed (Tuin van de pastorie van de Sint- Pauluskerk ID: 75). Legende Bouwkundig Erfgoed / bouwkundige relicten Landschappelijk Erfgoed / tuinen en parken Beschermd erfgoed / monumenten Onroerend erfgoed (Geopunt Vlaanderen, 2014) De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving ervan werden er een aantal archeologische vondsten gedaan (AGIV, 2014). De locaties 989, 2287 en 2288 grenzen onmiddellijk aan het plangebied en er werden volgende elementen geïnventariseerd: Vier crematiegraven, kuilen en greppels (Late IJzertijd), grondsporen van aardewerk (Late Middeleeuwen), een alleenstaand Ferme Indigène (Late IJzertijd), een alleenstaande woning (16 de E), een kapel (16 de E), en een alleenstaand huis (19 de E). Binnen het plangebied zijn er archeologische sporen van een site met walgracht uit de 16 de E (1456), een site met walgracht, het neerhof, een gracht als verdedigingselement uit de Middeleeuwen (1458) en een alleenstaande hoeve uit de 16 de E (1458), de verdwenen Sint-Pauluskerk I (10065), de Oude Pastoriedreef met vermoedens over het terrein met de eerste kerk van Opwijk (geen vondsten ), het vermoeden van een motte / Borchtopperhof uit de Volle Middeleeuwen (geen vondsten ), en de oude pastorij uit de Late Middeleeuwen (20065). Centrale Archeologische Inventaris (Onroerend erfgoed, 2015) Algemeen kan men stellen dat het plangebied matig kwetsbaar is wat betreft de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Milieueffecten De potentiële ontwikkelingen binnen het plangebied worden geïntegreerd in het omliggend bebouwd weefsel en parklandschap. De stedenbouwkundige voorschriften waken over een kwalitatieve inrichting van de bebouwde en onbebouwde ruimte. De beschermde maart 2015 P

15 RUP Nanove gedeeltelijke herziening monumenten (bebouwing en tuinzone van de pastorie en oude pastorie) worden als aparte zone aangeduid binnen voorliggend plan en garanderen naast vigerende erfgoedbepalingen ook een planologische verankering in het centrum van Opwijk. Verder stellen de voorschriften van het openbaar park dat het karakter van de bestaande aanleg dient bewaard te blijven. De aanwezigheid van de beek dient richtinggevend te zijn voor de inrichting van dit gebied. Bovendien dient een inrichtings- en beheerplan voor het parkgebied opgesteld te worden. Het openbaar parkgebied sluit op vele grenzen aan bij de omliggende tuinzones. Verder wordt ter hoogte van het jeugdhuis het multifunctioneel plein van de aangrenzende tuinzone afgeschermd met laag- of hoogstammige bomen eventueel gecombineerd met struiken. Volgens de juridische bestemming van het geldend RUP zijn er slechts kleinschalige wijzigingen. Het binnengebied dat grenst aan het park Hof ten Hemelrijk wordt gevrijwaard van bebouwing en de mogelijkheden worden verplaatst naar de Oude Pastoriedreef. De nieuwe ruimte aan het park wordt ingericht als multifunctioneel plein met openbaar groen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden. De stedenbouwkundige voorschriften garanderen de mogelijkheid tot archeologische prospectie bij infrastructuurwerken met impact op de bodem gevolgd door eventuele opgravingen. Beoordeling Globaal kan gesteld worden dat het RUP geenszins zal resulteren in een negatieve impact op de discipline landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Mens en ruimte Ruimtegebruik Het voorliggend RUP voorziet in een gedeeltelijke herziening van het geldend RUP Nanove in functie van een herlokalisatie van de optie voor een multifunctioneel plein met parkeervoorzieningen. In dat opzicht wordt de bebouwingsmogelijkheden in het binnengebied aan het openbaar park opgegeven. Daarnaast is er binnen voorliggend RUP veel aandacht voor landschappelijke inkadering waarbij de Asbeek een sturend element is. De waterloop krijgt daarom meer ruimte. Daarnaast wordt de optie behouden om de Oude Pastoriedreef af te werken met eengezinswoningen. De bestaande woning aan de voetweg nr. 86 kan behouden blijven, maar nieuwbouw en herbouw wordt uitgesloten. Aansluitend wordt er aan de bestaande feestzaal aan de Gasthuisstraat in zeer beperkte mate mogelijkheid gegeven tot uitbreiding, inrichting van terrassen in open lucht en een nieuwe toegangsweg. Mobiliteit Door de realisatie van bijkomende wooneenheden kan er een beperkte bijkomende verkeersgeneratie verwacht worden (cf. discipline geluid en trillingen). Hierbij kunnen, ter vervanging van wooneenheden nog aan het wonen verwante voorzieningen worden ingericht waardoor het verwacht aantal gemotoriseerde verkeersbeweging in beperkte mate kan afwijken. Verder kan men op verschillende plaatsen binnen het plangebied voorzien in densere woningbouw (gesloten bebouwing en meergezinswoningen) te versterking van de kern van Opwijk. De belbus (lijn 340) passeert aan de halte Opwijk Rustoord De Oase op ca. 50 m ten westen van het plangebied. maart 2015 P

16 RUP Nanove gedeeltelijke herziening Trage wegen doorkruisen het plangebied en ontsluiten in belangrijke mate het openbaar parkgebied. De inrichting van parkeervoorzieningen wordt mogelijk gemaakt op de multifunctionele pleinen om te beantwoorden aan de parkeerdruk in de omliggende straten. Op het nieuw te realiseren multifunctioneel plein wordt er voorzien in minimaal 90 en maximaal 150 parkeerplaatsen. De parking wordt ingericht als multifunctioneel plein en neemt de parkeerdruk op andere plaatsen in het centrum gedeeltelijk weg (zie voor de resultaten va het parkeeronderzoek). Bovendien zal de parking ervoor zorgen dat het zoekverkeer naar parkeerplaatsen in het centrum van Opwijk sterk kan gereduceerd worden. Door het voorzien in twee ontsluitingen wordt de toegankelijkheid en het gebruik van de parking geoptimaliseerd en wordt tevens de verkeersdruk gespreid (zie ook 7.5 voor de bespreking van de verschillende scenario s). Verder dient de parkeerbehoefte bij nieuwe ontwikkelingen maximaal op eigen terrein opgevangen te worden en in het bijzonder wanneer er nevenactiviteiten gebonden zijn aan de woonfunctie. Hierover zijn bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Veiligheid Er bevinden zich geen seveso-bedrijven binnen een straal van 2 km rond het plangebied. Het voorliggend RUP laat geen seveso-bedrijvigheid toe. Conclusie Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van het RUP niet zal resulteren in een aanzienlijk negatief effect op de discipline mens en ruimte. Er is eerder sprake van een licht positief effect omwille van de versterking van de woonfunctie in de kern van Opwijk en het inrichten van parkeervoorzieningen op een braakliggend terrein om de parkeerdrukte te verminderen Alternatieven Het voorliggend RUP beoogt een herziening van het geldend RUP ter inrichting van een multifunctioneel plein op een nieuw locatie. Als alternatief voor de uitvoering van het RUP zal hier kort aandacht besteed worden aan het nulalternatief. In het nulalternatief zou de bestemming volgens het geldend RUP met de ermee gerelateerde bepalingen en voorschriften behouden blijven. Dit zou betekenen dat het binnengebied aan het park Hof ten Hemelrijk zou kunnen ingevuld worden met woningen en dat de inrichting van een multifunctioneel plein zich dichter zou situeren bij de Asbeek en woongelegenheden met hun respectievelijke tuinzones. De belangrijkste plusen minpunten worden hieronder aangehaald. Pluspunten van het nulalternatief: er kunnen kwalitatieve woningen gerealiseerd worden met zicht op het openbaar park. Minpunten van het nulalternatief: de Asbeek krijgt minder expliciete ruimte; het binnengebied aan het park wordt niet gevrijwaard van bebouwing; de realisatie van de parking op gemeentelijk niveau is veel moeilijker; de feestzaal krijgt geen beperkte uitbreidingsmogelijkheden; maart 2015 P

17 RUP Nanove gedeeltelijke herziening de pastorie aan de Singel wordt planologisch niet opgenomen in bestemming die de bescherming van het waardevol erfgoed garandeert. Naast het nulalternatief kan er eveneens gekeken worden naar locatie- en inrichtings- en/of uitvoeringsalternatieven. Er werd onder 7.5. onderzoek gevoerd naar locatiealternatieven in functie van het voorzien van parkeergelegenheden en de ontsluitingsmogelijkheden. Dit onderzoek werd onder meer gebaseerd op het parkeeronderzoek zoals beschreven onder De mogelijke inrichtings- en uitvoeringsalternatieven zijn beperkt. Deze zijn immers afgestemd op de actuele situatie, het gewenste beleid en de ontwikkelingswensen van de overheid. Abstractie maken van de actuele situatie is niet wenselijk gezien dit zou resulteren in een onwerkbaar RUP. Een bespreking van de inrichtings- en uitvoeringsalternatieven is hier dan ook niet aan de orde Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied van het RUP, de lokale schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten dient te worden geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen door de uitvoering van het RUP Besluit Er dient geconcludeerd te worden dat voor de activiteiten die binnen het kader van het voorliggend RUP kunnen worden gerealiseerd, er van rechtswege geen plan-mer-plicht is. Het resultaat van bovenstaande m.e.r.-screening toont ook aan dat de uitvoering van het voorliggend RUP geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken die de opmaak van een plan-mer noodzakelijk maken. De bestemmingen en gewenste ontwikkelingen in het gebied zijn niet van dergelijke aard dat ze de ontwikkeling van activiteiten met aanzienlijke milieueffecten toelaten. De nieuwe woonontwikkeling worden integraal gepland grenzend aan de bestaande bebouwing of ter verdichting van het centrum. Er wordt in het RUP veel aandacht geschonken aan de juiste inrichting en natuurlijke en landschappelijke elementen. De stedenbouwkundige voorschriften voorzien dat er maatregelen moeten genomen worden om het oppervlaktewater maximaal te hergebruiken, om de infiltratie te bevorderen, en het eventueel vertraagd af te voeren. Ter hoogte van de Asbeek wordt de bestemmingszone vergroot opdat de waterloop ten volle kan ontwikkelen en dat het waterbergend vermogen gegarandeerd blijft. Er worden geen cumulatieve effecten verwacht bij de uitvoering van voorliggend RUP. De impact van verkeersbewegingen ten gevolge van de ontwikkelingsmogelijkheden binnen het voorliggend RUP zullen niet aanzienlijk zijn ten opzichte van de omliggende omgeving. Globaal kan er gesteld worden dat het RUP niet zal resulteren in aanzienlijke negatieve milieueffecten. Uit het onderzoek tot m.e.r. komen een aantal aandachtselementen naar voren die zijn geïntegreerd in het RUP binnen de bepalingen van het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften: De maximale inpasbaarheid in het landschap dient te geschieden; Er dient bijzondere aandacht te gaan naar de inrichting en beheer van het park Hof ten Hemelrijk met de Asbeek als stuurder en drager; maart 2015 P

18 RUP Nanove gedeeltelijke herziening De gepaste ontsluitingen, zowel deze naar de multifunctionele pleinen en de feestzaal als de trage verbindingen door het park en langs de tuinen dienen goed onderhouden te worden opdat de toegankelijkheid en de doorwaadbaarheid verzekerd blijft; Er dienen specifieke bepalingen omtrent het archeologisch erfgoed en de bescherming ervan opgenomen te worden in voorliggend RUP. De mogelijkheid tot archeologische prospectie bij infrastructuurwerken met impact op de bodem gevolgd door eventuele opgravingen dient gegarandeerd te worden. maart 2015 P

19 Lijst adviesinstanties voor SCRPL15040 Provinciebestuur Dienst Ruimtelijke Provincieplein Vlaams-Brabant Ordening 1 ANB Vlaams-Brabant VAC Diestsepoort 6 bus 75 Ruimte Vlaanderen APL VAC Diestsepoort 6 - Vlaams-Brabant bus 91 Onroerend Erfgoed - VAC Diestsepoort 6 Vlaams-Brabant bus 94 Agentschap Wonen- Afdeling Wonen t.a.v. Hilde Vlaanderen Van den Bosch Departement MOW t.a.v. Filip Graaf de Boelaert, secretarisgeneraal Ferrarisgebouw De Lijn Vlaams- Brabant 3010 Leuven 3000 Leuven 3000 Leuven 3000 Leuven Afdelingshoofd Koning Albert II-laan 19 bus Brussel Koning Albert II-laan 20 bus 2 T.a.v. Johan Van Looy Directeur Martelarenplei n Leuven 1210 Brussel Laatst gewijzigd op 13 mei /1

20

21 Aan D+A Consult NV t.a.v. Els van Lier Meiboom Halle Uw kenmerk Ons kenmerk 1 Bijlagen EV-GL-P ANB/RM/ Vragen naar/ Telefoonnummer Datum René Meeuwis april 2015 rene.meeuwis@lne.vlaanderen.be BETREFT: plan MER screening Onderwerp Opwijk RUP Nanove voorontwerp verzoek tot raadpleging i.k.v. plan-milieueffectrapportage Datum van ontvangst 3 april 2015 Aanvrager Naam Adres D+A Consult NV Meiboom 26, 1500 Halle Beschermingsstatus Het gebied ligt niet in Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) noch in een Speciale Beschermingszone in functie van de Europese Habitat- of Vogelrichtlijn (Natura2000). Er is ook geen invloed van dit plan op die gebieden te verwachten. Rechtsgrond Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving: Artikel decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Artikel 3, 3 besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's Bespreking MER screening (discipline Fauna Flora) De biologische waarde wordt op basis van de biologische waarderingskaart als beperkt ingeschat. De specifieke situatie als binnengebied binnen bebouwde omgeving maakt inderdaad dat hier geen groter natuurcomplex met zeldzame soorten moet verwacht worden, maar neemt niet weg dat dit gebied een belangrijke rol kan spelen in het kader van Groen in je buurt. In die zin moet deze beoordeling genuanceerd worden, wat ook gebeurt in de toelichting en de voorschriften van dit RUP. 1 Gelieve dit kenmerk in al uw briefwisseling te vermelden.

22 Net omwille van dit gevarieerde karakter kan dit gebied toch een waarde hebben voor vleermuizen, die in het hele Vlaamse gewest beschermd zijn. In dat kader stelt het Agentschap voor Natuur en Bos voor de verlichting langs de voetwegen door het park en langs de Asbeek s nachts (minimaal periode tussen 23u en 6u) te doven en bij de keuze van verlichtingsarmaturen zorg te dragen voor verlichting die geen strooilicht naar de omgeving geeft. Als (duurder) alternatief kan ook gekozen worden voor vleermuisvriendelijke verlichting. Deze maatregel komt niet alleen vleermuizen ten goede, maar ook een hele reeks andere dieren. Conclusie 2 Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er voldoende werd aangetoond dat er geen aanzienlijke milieueffecten op aanwezige natuurwaarden zullen veroorzaakt worden en gaat akkoord met de inhoud van de screeningsnota. Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt volgende vrijblijvende aanpassingen voor: Doven van verlichting langs voetwegen door het park en langs de Asbeek gedurende een periode van de nacht. Alternatief kan gewerkt worden met vleermuisvriendelijke verlichting. Hoogachtend, Tania Coosemans Provinciaal directeur 2 Het Agentschap voor Natuur en Bos spreekt zich enkel uit over de uitwerking van de discipline fauna en flora en dus niet over de wenselijkheid van het plan/project voor natuur.

23 Kristine Degline - Technicus T (0) ruimtevlaanderen.be Connie Beyens - Deskundige T (0) ruimtevlaanderen.be Joris Thijs joris.thijs@daconsult.be Projectmedewerker Meiboom Halle T F Borchtstraat Mechelen T F

24

25

26

27

28

29

30 N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E A D V I E Z E N I N K A D E R V A N H E T O N D E R Z O E K T O T M I L I E U E F F E C T R A P P O R T A G E V A N H E T R U P N A N O V E (dossiernummer: SCRPL15040) A A N G E S C H R E V E N I N S T A N T I E S V E R Z O E K T O T R A A D P L E G I N G In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: provincie Vlaams-Brabant dienst Ruimtelijke Ordening; agentschap voor Natuur en Bos Vlaams-Brabant; Ruimte Vlaanderen Vlaams-Brabant; Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant; agentschap Wonen Vlaanderen afdeling wonen; departement Mobiliteit en Openbare Werken; De Lijn Vlaams-Brabant. Er werd advies uitgebracht door alle aangeschreven adviesinstanties, uitgezonderd Ruimte Vlaanderen. De adviezen en de lijst met de aan te schrijven instanties zoals aangeleverd door de dienst MER zijn opgenomen als bijlage bij deze nota. A D V I E S V A N D E B E T R O K K E N I N S T A N T I E S In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP Nanove hebben de aangeschreven instanties, volgens de lijst aangeleverd door de dienst MER, het verzoek tot raadpleging doorgenomen en hun advies overgemaakt. Alle adviezen, met uitzondering van het departement MOW, stellen dat: er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden als gevolg van het plan; het onderzoek naar de significante milieueffecten op correcte wijze is gebeurd. Door het agentschap voor Natuur en Bos en De Lijn worden enkele opmerkingen geformuleerd die in rekening dienen genomen te worden bij de verdere opmaak van het RUP. De bemerkingen worden hieronder behandeld. O p m e r k i n g e n a g e n t s c h a p v o o r N a t u u r e n B o s Het agentschap geeft de suggestie mee om de verlichting langs voetwegen door het park en langs de Asbeek gedurende de periode van de nacht te doven. Als alternatief kan er ook worden gewerkt met vleermuisvriendelijke verlichting. Deze suggestie zal worden opgenomen bij de toelichtende bepalingen van artikel 5.2 (inrichting van openbare voetwegen). O p m e r k i n g e n D e L i j n De Lijn merkt op dat door het voorzien van twee ontsluitingen voor de nieuwe parking er een sluiproute over de parking kan worden gecreëerd. In de stedenbouwkundige voorschriften van het multifunctioneel plein is opgenomen dat bij een vergunningsaanvraag het nodige onderzoek naar in- en september 2015 P

31 uitgangen en circulatie op de parking dient gevoegd te worden; de inrichting dient zodanig te zijn dat ze de vooropgestelde circulatie ondersteunt. Doorgaand gemotoriseerd verkeer wordt onmogelijk gemaakt of ontmoedigd. O p m e r k i n g e n d e p a r t e m e n t M o b i l i t e i t e n O p e n b a r e W e r k e n Het departement stelt dat het voorliggend plan gevolgen heeft op de mobiliteit in het centrum. De conclusie dat bijkomende ontwikkelingen in het centrum een beperkte verkeersgeneratie met zich meebrengen, lijkt terecht. Het departement stelt vragen over (1) de behoefteberekening voor het aantal parkeergelegenheden, (2) de locatie van de parking en (3) de toegang tot de parking. Uit het advies van het departement Mobiliteit en Openbare Werken blijkt dat ze de conclusie van de m.e.r.-screening dat de bijkomende ontwikkelingen een beperkte verkeersgeneratie met zich mee zullen brengen onderschrijven. Hiernaast formuleren ze evenwel een aantal vragen die niet expliciet onderwerp uitmaken van het onderzoek naar de milieueffecten. De conclusie dat er geen sprake zal zijn van aanzienlijke milieueffecten blijft dan ook onverminderd van toepassing. Het departement Mobiliteit en Openbare Werken stelt in zijn advies dat het probleem is dat er een parkeeronderzoek is uitgevoerd door de gemeente dat (nog) niet werd teruggekoppeld met de GBC. In dit kader werd dan ook een GBC georganiseerd op 19/08/2015. Hier werd door het departement Mobiliteit en Openbare Werken gesteld dat ze akkoord gaan met de aanleg van een parking op deze locatie, maar dat ze het wenselijk achten dat de gemeente een parkeerbeleidsplan en verkeerscirculatieplan zou opmaken waarin dan ook de realisatie van de toegangen tot de nieuwe parking wordt onderzocht en verwerkt. De gemeente zal deze studies opstarten. Tevens vraagt het departement om een overflow tussen de parking aan Hof ten Hemelrijk en de nieuwe parking toch te overwegen. Zoals reeds geargumenteerd in de toelichtingsnota bij het RUP is dit een moeilijk gegeven (gelegen in parkgebied, aanwezigheid erfgoed, deel park Hof ten Hemelrijk zou dienen heringericht te worden ). De gemeente heeft hieromtrent contact opgenomen met het departement Leefmilieu, Natuur en Energie aangezien het park gesubsidieerd is aangelegd en wijzigingen niet zondermeer mogelijk zijn. Het definitieve besluit hieromtrent doet echter geen afbreuk aan de conclusie dat het RUP geen aanzienlijke milieueffecten zal teweeg brengen. B E S L U I T De opmerkingen van hogervermelde adviesinstanties zullen, zoals hierboven besproken, worden verwerkt in het dossier. Na deze aanpassingen dient gesteld te worden dat het RUP Nanove geen aanzienlijke milieueffecten met zich mee zal brengen en dat het onderzoek naar de significante milieueffecten op correcte wijze is gebeurd. Er kan dan ook op voldoende wijze worden gemotiveerd dat de opmaak van een plan-mer niet vereist is. september 2015 P

32

33

34 RUP Nanove gedeeltelijke herziening B i j l a ge veiligheidsrapportage advies departement Leefmilieu, Natuur en Energie dienst Veiligheidsrapportage oktober 2015 P

35

36

37 RUP Nanove gedeeltelijke herziening B i j l a gen pl e naire vergadering verslag plenaire vergadering adviezen van de verschillende instanties oktober 2015 P

38 VERSLAG PLENAIRE VERGADERING Datum: 13/ Opdrachtgever: Dossier: Locatie: Gemeente Opwijk P24407 Gemeenthuis Opwijk P a r t i j e n e n a a n w e z i g h e d e n A V S Bestuur/instantie Naam / functie Tel / gsm adres x x Provincie Vlaams-Brabant Katrien Coremans 016/ katrien.coremans@vlaamsbrabant.be x Ruimte Vlaanderen Luc De Jonghe 016/ luc.dejonghe@rwo.vlaanderen.be x Gecoro Opwijk Willy Peleman - - x Schepen RO Opwijk Inez De Coninck - - x Gemeente Opwijk Ann Van Damme 052/ ann.vandamme@opwijk.be x Gemeente Opwijk Rony Willems rony.willems@opwijk.be x x x Agentschap Onroerend erfgoed Inge Debacker 016/ inge.debacker@rwo.vlaanderen.be x x Agentschap ondernemen Maria Bellemans 02/ maria.bellemans@agentschapondernemen.be x x Agentschap natuur en bos René Meeuwis 016/ rene.meeuwis@lne.vlaanderen.be Thomas Van den D+A Consult 02/ thomas.vandenboogaerde@daconsult.be Boogaerde A: aanwezig V: verontschuldigd S: schriftelijk advies R e s u l t a t e n v a n d e p l e n a i r e v e r g a d e r i n g A. bespreken van de adviezen van de aanwezige partijen Provincie Vlaams Brabant De provincie geeft aan weinig tot geen opmerkingen te hebben voor het RUP Nanove. Zowel de relatie ten opzichte van het provinciaal structuurplan als tot het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zijn in orde. Verder kan de provincie zich vinden in de genomen planopties. De provincie heeft geen opmerkingen in verband met de voorschiften. Er wordt hieraan toegevoegd dat bijkomend in de voorschriften zou kunnen worden opgenomen dat er een kwalitatieve overgang moet worden gemaakt tussen het in te richten multifunctioneel plein/parking en het park en de aanpalende woningen. Dit hoeft niet grafisch te worden weergegeven op het plan en hoeft niet te strikt worden opgenomen in de voorschriften maar het zou de kwaliteit van het gebied ten goede komen indien de nodige garanties worden geboden voor het ontwikkelen van een groene omgeving. De ontwerper geeft aan dat in de toelichtende beplaningen zal worden beschreven dat er een goede overgang moet worden gemaakt tussen het park en het multifunctioneel plein/parking hierbij zal het principe beschreven in de toelichtingsnota worden meegenomen. Verder zal worden bekeken hoe dit in de voorschriften vrij algemeen kan worden vertaald. De vergadering gaat hiermee akkoord. P24407 RUP Nanove gedeeltelijke herziening 1 4

39 Gecoro De gecoro heeft een aantal opmerkingen in verband met het RUP: In de voorschriften is opgenomen dat de vloerpas van de gelijkvloerse verdieping niet onder het straatpeil mag liggen. De gecoro vraagt of het vloerpeil niet hoger kan worden gelegd in functie van de mogelijk overstromingsproblematiek in het plangebied. De ontwerper geeft aan dat de vloerpas hoger kan liggen dan het straatpeil aangezien dit niet verder wordt gespecifieerd in de voorschriften. Aangezien het niveau van de vloerpas niet onder het straatpeil mag liggen wordt er reeds rekening gehouden met de mogelijk overstromingsproblemen. De vergadering gaat akkoord met deze redenering. De gecoro vraagt om een bijkomende aantakking te maken op de voetweg richting parking over de Asbeek. Zo kunnen de gebruikers van de parking gemakkelijker het de handelszaken bereiken De ontwerper geeft aan dat dit kan de vergadering gaat akkoord met het bijkomend opnemen van een indicatieve aanduiding op het plan. Deze wordt tijdens de vergadering op het plan aangeduid. De gemeente geeft hierbij bjikomend aan dat de voorschriften van het art. 19 niet toelaten om constructies of verhardingen te voorzien. Er zal worden toegevoegd dat dit kan in functie van het voorzien van de noodzakelijk geachte bruggen of oversteken in functie van de toegankelijkheid van de omliggende zones. De gecoro vraagt of het mogelijk is om op het plan ook een bijkomende verbinding of pad te voorzien tussen de parking en het Hof ten Hemelrijk. De ontwerper verduidelijkt dat het opnemen van een bijkomend verbindingstrace op het grafisch plan niet noodzakelijk is. In de huidige inrichting van het park is reeds een aantakking tussen de toekomstige parking en het Hof ten Hemelrijk opgenomen. De voorschriften van het park laten eveneens toe om paden in te richten wat het bijkomende opnemen van een trace op het grafisch plan overbodig maakt. De vergadering stemt hiermee in. De Gecoro merkt op dat op het grafisch plan niet is aangegeven dat de verschillende bestaande goedgekeurde niet vervallen verkavelingen niet zijn opgenomen op het grafisch plan en dat er geen melding wordt gemaakt dat deze komen te vervallen bij de definitieve vaststelling van het RUP De ontwerper geeft aan dat de verschillende niet vervallen goedgekeurde verkavelingen op het grafisch plan zullen worden aangeduid en dat op het plan tevens zal worden genoteerd dat deze verschillende verkavelingen binnen de contouren van het RUP zullen vervallen bij de definitieve vaststelling. De gecoro wenst in bij de art 6, 7, 8, 10 vrije beroepen in de bestemming worden opgenomen in de voorschriften wordt nu enkel gesproken van handel en diensten het niet hierbij niet duidelijk of vrije beroepen zijn toegelaten. De ontwerper geeft aan dit te zullen toevoegen aan de voorschriften. De vergadering gaat hiermee akkoord. De gecoro heeft in de voorschriften een materiële fout gevonden onder art dient verder te worden meegegeven dat de perceelsbreedte van 6 m slaat op gesloten bebouwing. De ontwerper geeft aan dit te zullen verbeteren Ruimte Vlaanderen Ruimte Vlaanderen heeft geen opmerkingen in verband met de insteek van het RUP en de planopties. Er zijn wel een aantal bedenkingen in verband met de voorschriften. Art. 4 Bij het multifunctioneel plein dient minstens toelichtend worden meegegeven dat er een groene overgang zal worden gemaakt naar het park. Dit is meegegeven in de toelichtingsnota maar onvoldoende verwerkt in de voorschriften. Deze opmerking werd reeds in het advies van de provincie besproken. Er zal toelichtend worden opgenomen in de voorschriften dat het plein een groene overgang moet garanderen naar het park. P24407 RUP Nanove gedeeltelijke herziening 2 4

40 Art. 7 Is het bewust zo opgenomen dat bestaande meergezinswoningen niet kunnen worden herbouwd? Dit wordt bevestigd door de gemeente Art Er is een tegenstrijdigheid tussen de verschillende artikels en het voorschrift van art het zou logischer zijn dat verbouwen uit 10.2 wordt geschrapt zodat enkel bij herbouw moet worden voldaan aan de nieuwe bouwdieptes van art. 6. De vergadering stemt hiermee in. Art. 19 Er is een onduidelijke passage opgenomen die bestaande constructies in de zones van waterlopen en oeverstroken in de toekomst onmogelijk maakt in geval van herbouw. De vergadering stemt in om deze passage integraal te schrappen aangezien deze niet van toepassing is voor het RUP. Gemeente Opwijk De gemeente heeft nog een aantal opmerkingen opgenomen in een lijst het gaat om voornamelijk kleine schrijf- en redactionele fouten. De ontwerper verzekerd dat deze zullen worden verbeterd voor de voorlopige vaststelling. Verder zou de gemeente de mogelijkheid willen bieden in de zone van art. 7 om in de toekomst grotere parktijkruimtes of handelszaken / diensten (ca 200m²) te kunnen toelaten op de gelijkvloerse verdieping met hierboven afhankelijk van de oppervlakte van deze praktijk of handels- dienstenzaak verschillende woongelegenheden. Aangezien art. 7 handel en diensten en vrije beroepen in nevenbestemming neemt en er geen meergezinswoningen toegelaten zijn is dit nu praktisch onmogelijk. Dit zou zeker in de zone aan de Oude pastoriedreef een interessante mogelijk moeten gemaakt worden. Toch wil de gemeente in het gebied geen meergezinswoningen toelaten. De ontwerper geeft aan de nevenbestemmingen te schrappen en alles in hoofdbestemming op te nemen op deze manier kan de handelsruimte, kantoorruimte of praktijk meer oppervlakte innemen dan het mogelijk woongedeelte. Dit houdt wel in dat een gebouw potentieel volledig kan worden ingericht als kantoor of praktijk. Indien er boven een parktijk een of meer woongelegenheden worden voorzien dienen deze een apparte ingang te hebben zonder gemene delen in dit geval is er geen sprake van een meergezinswoning. Er zal bij het verstrekken van de vergunning dienen te worden nagegaan dat deze woningen over voldoende kwalitatieve buitenruimte beschikken. De vergadering stemt hiermee in. De gemeente heeft verder nog een opmerking in verband met het grafisch plan. Ter hoogte van de grens van het plangebied aan het kruispunt van de Oude-Pastoriedreef met de Milleniumstraat wordt vandaag een strook tussen de voetweg en de aanpalende bewoner door deze bewoner beheerd. Dit gebied ligt vandaag in parkgebied maar hierdoor zou het onderhoud door de aanpaler in het gedrang kunnen komen. De gemeente vraagt of het mogelijk is om deze strook uit het parkgebied te halen en van andere voorschriften te voorzien. De ontwerper geeft aan dat het parkgebied beter op deze plek wordt behouden omdat de strook gemeentelijke eigendom is. Het gebied kan niet worden opgenomen in tuinzone omdat het dan een te privaat karakter krijgt en potentieel door de aanpalende eigenaar zal worden afgesloten en ingepalmd. Er wordt voorgesteld om over deze strook een arcering te voorzien met aangepaste voorschriften waarbij zal worden gespecifieerd dat grenzend aan de voetweg er minimaal een strook van 2 m schermgroen moet worden voorzien. De overige ruimte aanpalend aan de nabuur kan worden onderhouden door de gemeente of de aanpalende eigenaar als een intensief beheerd gazon of extensief beheerd grasland. Deze zone mag niet worden afgesloten of worden ingepalmd als private tuin. De vergadering stemt hiermee in P24407 RUP Nanove gedeeltelijke herziening 3 4

41 B. Overlopen van de schriftelijke adviezen Agentschap onroerend erfgoed Binnen de begrenzing van het RUP zijn twee beschermde monumenten aanwezig waarvan er slechts een werd aangeduid met een overdruk waardevol erfgoed (art. 12) Beide monumenten moeten worden aangeduid met de overdruk van art. 12. De ontwerper geeft aan dat dit zal worden gedaan. De vergadering stemt hiermee in. De voetwegen moeten in halfverharding worden ingericht. De ontwerper verduidelijk dat niet gespecifieerd is in de voorschriften welk type materiaal er dient te worden gebruikt voor de voetwegen. Door de specifieke ligging van de voetwegen nabij het centrum dient te worden bepaald welke verhardingen al dan niet verantwoord zijn op beplaade locaties. De voorafgaande bepalingen verpichten trouwens om maximaal gebruik te maken van waterdoorlatende materialen. De gemeente geeft aan dat in het park en rond de oude pastorij de paden zullen worden ingericht met waterdoorlatende materialen. De vergadering komt overeen dat in de toelichtende bepalingen zal worden opgenomen dat daar waar het mogelijk is en functioneel verantwoord de verschillende voetwegen in halfverharde materialen zullen worden ingericht. Agentschap natuur en bos Het agentschap heeft geen opmerkingen maar geeft enkele suggesties mee om de voorschriften voor de open ruimtebestemmingen te verbeteren. De vergadering stemt ermee in om deze suggesties te verwerken in de toelichtende bepalingen. Agentschap ondernemen Heeft geen bezwaren noch opmerkingen Overige instanties De Lijn en het agentschap wonen Vlaanderen hebben geen advies opgemaakt voor dit RUP C. Besluit Het RUP wordt aangepast in navolging van de verschillende opmerkingen uit de adviezen en zoals besproken op de plenaire vergadering. Verder zal het dossier worden aangevuld met de nodige documenten van de merscreening. Het dossier zal voor voorlopige vaststelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad van september. De gemeente vraagt om ten laatste voor midden augustus de aangepaste dossiers te versturen. Auteur verslag: D+A Consult Opgemaakt op: 13/05/2015 P24407 RUP Nanove gedeeltelijke herziening 4 4

42

43

44