Hof van Cassatie van België

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hof van Cassatie van België"

Transcriptie

1 24 MAART 2015 P N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P N K B, burgerlijke partij, eiser, met als raadsman mr. Thomas Mitevoy, advocaat bij de balie te Brussel, tegen 1. M V, 2. J V, 3. G G, 4. T J B,

2 24 MAART 2015 P N/2 5. J S, 6. M J M M D, 7. B G S D, 8. D F H G, 9. G C C M, 10. E M E L V, verweerders. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel, kamer van inbeschuldigingstelling, van 26 juni 2014, gewezen op verwijzing ingevolge het arrest van het Hof van 14 januari De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, vier middelen aan. Raadsheer Filip Van Volsem heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Luc Decreus heeft geconcludeerd.

3 24 MAART 2015 P N/3 II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Eerste middel Eerste onderdeel 1. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen 3 en 6 EVRM, de artikelen 417bis, 417ter, 417quater en 417quinquies Strafwetboek en artikel 37 Wet Politieambt: het arrest oordeelt dat het tegenover de eiser aangewende politiegeweld in overeenstemming is met artikel 37 Wet Politieambt, zonder evenwel vast te stellen dat aan de vier voorwaarden daartoe is voldaan; de eiser heeft steeds de noodzakelijkheid van zijn arrestatie betwist en het arrest spreekt zich daarover niet uit; het arrest geeft niet aan dat het geweldgebruik tijdens de arrestatie noodzakelijk was; de eiser had nochtans verklaard dat de arrestatie plots, zonder enige reden, zonder enige verwittiging en gewelddadig was, verklaring die werd bevestigd door getuigen; het arrest geeft niet aan hoe het wettelijk gebruik van het geweld kon leiden tot verwondingen van de eiser over het gehele lichaam, van hoofd tot benen en met een arbeidsongeschiktheid van 25 dagen tot gevolg; de verwijzing naar de verklaring van de verweerder 2 biedt daarvoor geen verantwoording; het arrest heeft dan ook geen analyse gemaakt van de verenigbaarheid van de objectieve verwondingen van de eiser en verklaringen van de verweerders, de medearrestanten en de andere getuigen, waaronder andere politieambtenaren; er bestaan wel degelijk ernstige aanwijzingen van schuld dat de verweerders zich schuldig hebben gemaakt aan een onmenselijke en vernederende behandeling in de zin van artikel 417bis Strafwetboek en dus in de zin van artikel 3 EVRM. 2. Artikel 3 EVRM bepaalt: Niemand mag worden onderworpen aan foltering noch aan onmenselijke of vernederende behandeling of straffen. 3. Het gebruik van niet strikt noodzakelijk geweld door politieambtenaren tegen een persoon die van zijn vrijheid is beroofd of die met politieambtenaren wordt geconfronteerd, tast de menselijke waardigheid aan en houdt in de regel een schending in van artikel 3 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

4 24 MAART 2015 P N/4 4. Diezelfde verdragsbepaling, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, verplicht de Staat om, indien een persoon op geloofwaardige wijze aanvoert dat hij door politieambtenaren op een wijze werd behandeld die een inbreuk uitmaakt op de verdragsbepaling, een officieel onderzoek te voeren dat effectief moet zijn, in die zin dat het moet kunnen leiden tot de identificatie en de bestraffing van de verantwoordelijken. 5. Het staat aan de onderzoeksgerechten om binnen de grenzen van hun bevoegdheid bij de regeling van de rechtspleging na te gaan of het onderzoek volledig werd gevoerd dan wel of het desgevallend niet moet worden aangevuld, en om vervolgens te oordelen of het gerechtelijk onderzoek voldoende bezwaren heeft opgeleverd om personen tegen wie de strafvordering werd ingesteld, te verwijzen naar het vonnisgerecht. Aldus wordt voldaan aan de uit artikel 3 EVRM door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens afgeleide procedureverplichting. 6. Het arrest oordeelt dat: - uit de gedetailleerde verklaringen van de politie-inspecteurs die ter plaatse aanwezig waren, blijkt dat N R niet wilde worden opgepakt, dat hij zich heeft verzet en om hulp riep; - daarop de eiser, zijn broer en de broer van N R zijn tussengekomen; - de politiemensen hebben geprobeerd hen in bedwang te houden; - uit de omstandige verklaring van de verweerder 2 zeer duidelijk blijkt in welke omstandigheden hij geweld heeft moeten gebruiken, onder andere met zijn wapenstok; - nadat de eiser eindelijk kon worden geboeid hij in het dienstvoertuig werd geplaatst; - de betrokken politie-inspecteurs allen verklaren dat zij moeilijkheden hebben ondervonden bij de interceptie van N R en dat de drie andere jongeren tussengekomen zijn om hem te helpen; - de onafhankelijke getuige M L verklaarde dat de mensen duidelijk niet wilden gearresteerd worden en gesticuleerden.

5 24 MAART 2015 P N/5 Met die redenen spreekt het arrest zich wel degelijk uit over de noodzakelijkheid van eisers arrestatie en het voldaan zijn aan de wettelijke voorwaarden van geweldgebruik bij die arrestatie. In zoverre mist het onderdeel feitelijke grondslag. 7. Het arrest oordeelt ook dat: - de verweerder 2, die door de eiser wordt aangeduid als diegene die hem slagen heeft toegebracht, dit niet ontkent maar in zijn omstandige verklaring zeer duidelijk uitlegt in welke omstandigheden hij geweld heeft moeten gebruiken, onder andere met zijn wapenstok; - nadat de eiser eindelijk kon worden geboeid, hij in het dienstvoertuig werd geplaatst, hij zich van zijn handboeien kon ontdoen en probeerde te vluchten; - de verweerder 2 hem heeft tegengehouden door hem achteruit te duwen, maar de eiser onmiddellijk reageerde door de verweerder 2 een vuistslag te geven richting aangezicht; - de verweerder 2 teneinde een tweede vuistslag te ontwijken zijn wapenstok heeft gebruikt richting de linkerschouder van de eiser, maar deze zich naar voor heeft gebukt waardoor hij de slag van de wapenstock op zijn hoofd heeft geïncasseerd; - de verweerder 2 heeft verklaard dat eens de eiser terug in het dienstvoertuig was geplaatst, deze zich heeft blijven verzetten, voetstampen gaf en grote achterwaartse zwaaibewegingen maakte met de beide armen; - de verweerder 2 de eiser dan op zijn buik en aangezicht op de voorste zitbank heeft doen gaan liggen en hem met metalen handboeien heeft geboeid; - de eiser niet ontkent dat hij uit de combi heeft willen vluchten; - de verweerder 5 in zijn verklaring heeft bevestigd dat de eiser een vuistslag gaf aan de verweerder 2; - uit de foto s en de doktersattesten blijkt dat de verwondingen die de eiser heeft opgelopen uit blauwe plekken bestonden, zwellingen en een opening van de hoofdhuid;

6 24 MAART 2015 P N/6 - de beschrijving van de verwondingen die de eiser over het gehele lichaam heeft opgelopen, zoals deze uit de medische attesten van 29 augustus 2009 en 31 augustus 2009 blijken, overeenstemmen met de letsels die hij kon oplopen naar aanleiding van de feiten die zijn gebeurd bij zijn arrestatie zoals ze worden beschreven in de verklaring van de verweerder 2. Met die redenen geeft het arrest aan hoe het wettelijk gebruik van geweld kon aanleiding geven tot de door de eiser opgelopen verwondingen, zoals ze blijken uit de foto s en de medische attesten. In zoverre mist het onderdeel evenzeer feitelijke grondslag. 8. Uit het geheel van de redenen die het arrest bevat met betrekking tot de fase van eisers arrestatie, blijkt dat de appelrechters wel degelijk een analyse maken van de verenigbaarheid van de verwondingen van de eiser en de tijdens het onderzoek afgelegde verklaringen. In zoverre mist het onderdeel eveneens feitelijke grondslag. 9. Voor het overige verplicht het onderdeel tot een onderzoek van feiten, waartoe het Hof niet bevoegd is of komt het op tegen de onaantastbare beoordeling van de feiten door de appelrechters. In zoverre is het onderdeel niet ontvankelijk. Tweede onderdeel 10. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen 3 en 6 EVRM, de artikelen 417bis, 417ter, 417quater en 417quinquies Strafwetboek en artikel 37 Wet Politieambt: het arrest steunt het oordeel met betrekking tot de afwezigheid van slagen of verwondingen of van een vernederende of onmenselijke behandeling tijdens de overbrenging naar het commissariaat en op het commissariaat enkel op de verklaringen van de verweerders en laat de eenduidige verklaringen van de eiser, van de medearrestanten en van de andere getuigen, waaronder neutrale politieambtenaren, buiten beschouwing op grond van niet-relevante redenen; een beslissing tot buitenvervolgingstelling die voornamelijk is gesteund op de verklaringen van de betrokken politieambtenaren houdt een schending in van de procedurele verplichting vervat in artikel 3 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof

7 24 MAART 2015 P N/7 voor de Rechten van de Mens; voor verwondingen overkomen aan personen die zich in hechtenis bevinden, geldt een sterk feitelijk vermoeden; het arrest had de verschillende verklaringen nauwkeurig met elkaar moeten vergelijken; het houdt geen rekening met het voormelde sterk feitelijke vermoeden dat niet alleen geldt met betrekking tot de tijdens de detentie opgelopen verwondingen, maar ook voor wat betreft de evenredigheid tussen het politiegeweld en het gedrag van het slachtoffer. 11. Uit artikel 3 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, volgt dat indien een persoon het slachtoffer werd van geweld terwijl hij werd gearresteerd of tijdens zijn detentie, er een sterk feitelijk vermoeden bestaat dat de autoriteiten daarvoor verantwoordelijk zijn en het de Staat toekomt om daarvoor een overtuigende verklaring te geven. Indien zij daarin niet slaagt, staat een verdragsrechtelijke inbreuk van de Staat vast. 12. Uit deze bepaling volgt evenwel niet dat de nationale rechter die moet oordelen over de aanwezigheid van voldoende bezwaren in hoofde van wegens het gebruik van niet-gerechtvaardigd geweld verdachte politieambtenaren, ertoe gehouden is de verklaringen van slachtoffers als geloofwaardig aan te nemen en de verklaringen van de verdachten als niet geloofwaardig te verwerpen. Dit zou een schending uitmaken van het door artikel 6.2 EVRM gewaarborgde vermoeden van onschuld, waarvan ook politieambtenaren verdacht van niet-gerechtvaardigd geweld genieten. In zoverre het onderdeel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht. 13. Met de redenen die het arrest bevat, geven de appelrechters aan waarom zij de verklaringen van de verweerders, de eiser, de medearrestanten en andere getuigen, waaronder neutrale politieambtenaren, al dan niet geloofwaardig achten. Uit de vermelde redenen blijkt eveneens dat zij de verschillende verklaringen nauwkeurig hebben onderzocht en tegen elkaar afgewogen, niet enkel wat betreft de oorzaak van de door de eiser tijdens de detentie opgelopen verwondingen, maar ook wat betreft de proportionaliteit van het aangewende geweld. In zoverre kan het onderdeel niet worden aangenomen.

8 24 MAART 2015 P N/8 14. Voor het overige verplicht het onderdeel tot een onderzoek van feiten, waartoe het Hof niet bevoegd is of komt het op tegen de onaantastbare beoordeling van de feiten door de appelrechters. In zoverre is het onderdeel niet ontvankelijk. Derde onderdeel 15. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen 3 en 6 EVRM, de artikelen 417bis, 417ter, 417quater en 417quinquies Strafwetboek en artikel 37 Wet Politieambt: het arrest beperkt zich wat betreft de fase van het vervoer naar en het verblijf in het ziekenhuis tot de vaststelling dat er geen element is dat erop wijst dat de verweerders de eiser naar het ziekenhuis hebben gebracht; de omstandigheid dat uit het strafonderzoek niet is gebleken welke politieagent de eiser naar het ziekenhuis heeft gebracht, toont aan dat het onderzoek wat deze fase betreft niet afdoende werd gevoerd; een strafonderzoek dat niet kan leiden tot de bestraffing van de betrokken politieagenten is niet efficiënt en houdt een schending in van de in artikel 3 EVRM vervatte procedurele verplichting. 16. De aan artikel 3 EVRM door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ontleende procedurele verplichting voor de Staat om een officieel onderzoek te voeren dat effectief moet zijn, in die zin dat het moet kunnen leiden tot de identificatie en de bestraffing van de verantwoordelijken, is een middelen- en geen resultaatsverplichting. Slechts die onderzoekshandelingen moeten worden gesteld die redelijkerwijze tot de identificatie en de bestraffing van de verantwoordelijken kunnen leiden. In zoverre het onderdeel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht. 17. Het arrest oordeelt dat het onderzoek volledig is daar alle onderzoekshandelingen dienstig voor de strafrechtelijke waarheidsvinding werden verricht. Daarmee geeft het arrest te kennen dat redelijkerwijze geen onderzoekshandelingen meer konden worden bevolen, die konden leiden tot de identificatie van inspecteurs die de eiser naar het ziekenhuis hebben gebracht.

9 24 MAART 2015 P N/9 In zoverre het onderdeel, dat niet voorhoudt dat de eiser zelf het onderzoeksgerecht heeft gevraagd aanvullend onderzoek te bevelen, aanvoert dat het gerechtelijk onderzoek niet effectief was zoals vereist door artikel 3 EVRM, kan het niet worden aangenomen. Tweede middel 18. Het middel voert schending aan van de artikelen 3 en 14 EVRM: het arrest kan niet volstaan met de bewering dat uit de verklaringen van inspecteur N en van de verweerder 9 niet kan worden afgeleid dat de gebruikte scheldwoorden van racistische aard waren; beiden bevestigen dat er zowel aan de kant van de politie als aan de kant van de gearresteerden scheldwoorden zijn gevallen en dat de situatie onrustig was; aldus negeert het arrest eisers verhaal zonder een overtuigende uitleg te geven en zonder nauwkeurig onderzoek; uit de artikelen 3 en 14 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, volgt dat het racistisch of discriminatoire opzet van verdachten van politiegeweld nauwkeurig moet worden onderzocht; de eiser en andere arrestanten hebben vanaf het begin het racistisch opzet van het geweld aangevoerd en het gebruik van scheldwoorden werd door inspecteur N bevestigd; er bestaat dan ook een feitelijk vermoeden dat geldt indien de politieagenten geen overtuigende uitleg hebben voor de feiten. 19. Artikel 14 EVRM bepaalt: Het genot van de rechten en vrijheden, welke in dit Verdrag zijn vermeld, is verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status. 20. Uit de artikelen 3 en 14 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, volgt dat indien aan politiegeweld een discriminerend motief in de zin van artikel 14 EVRM ten grondslag zou kunnen liggen, op de Staten de verplichting rust om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze mogelijk zijn om dit te onderzoeken. Deze aan de artikelen 3 en 14 EVRM door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ontleende procedurele verplichting voor de Staat is een middelen- en geen resultaatsverplichting. De autoriteiten moeten de maatregelen nemen, die gelet op de concrete omstandigheden, redelijkerwijze

10 24 MAART 2015 P N/10 kunnen bijdragen tot het verzamelen en bewaren van de bewijselementen, het geheel van concrete elementen onderzoeken om de waarheid te achterhalen en op een onafhankelijke, objectieve en grondig gemotiveerde wijze beslissen, zonder die feiten te veronachtzamen die erop kunnen wijzen dat het geweld is ingegeven door een discriminerend motief. 21. Uit de artikelen 3 en 14 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, volgt dat indien een persoon het slachtoffer werd van geweld terwijl hij werd gearresteerd of tijdens zijn detentie en hij voorhoudt dat aan dat geweld een discriminerend motief in de zin van artikel 14 EVRM ten grondslag ligt, er een sterk feitelijk vermoeden bestaat dat de autoriteiten daarvoor verantwoordelijk zijn en het de Staat toekomt om daarvoor een overtuigende verklaring te geven. Indien zij daarin niet slaagt, staat een verdragsrechtelijke inbreuk van de Staat vast. 22. Het staat aan de onderzoeksgerechten om binnen de grenzen van hun bevoegdheid bij de regeling van de rechtspleging na te gaan of het onderzoek volledig werd gevoerd dan wel of het desgevallend niet moet worden aangevuld, en om vervolgens te oordelen of het gerechtelijk onderzoek voldoende bezwaren heeft opgeleverd om personen tegen wie de strafvordering werd ingesteld, te verwijzen naar het vonnisgerecht. Aldus wordt voldaan aan de uit de artikelen 3 en 14 EVRM door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens afgeleide procedurele verplichting. 23. Uit de voormelde bepalingen van het EVRM volgt evenwel niet dat de nationale rechter die moet oordelen over de aanwezigheid van voldoende bezwaren in hoofde van politieambtenaren, verdacht van door een discriminerend motief ingegeven gebruik van geweld, ertoe gehouden is de verklaringen van slachtoffers als geloofwaardig aan te nemen en de verklaringen van de verdachten als nietgeloofwaardig te verwerpen. Dit zou een schending uitmaken van het door artikel 6.2 EVRM gewaarborgde vermoeden van onschuld, waarvan ook politieambtenaren verdacht van geweld ingegeven door een discriminerend motief genieten. In zoverre het onderdeel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht.

11 24 MAART 2015 P N/ Met de redenen die het arrest bevat, geven de appelrechters aan waarom zij van oordeel zijn dat er onvoldoende bezwaren zijn om aan te nemen dat de door de politieambtenaren gebruikte scheldwoorden racistisch van aard waren. Uit die redenen blijkt eveneens dat zij daarbij de verschillende dossiergegevens nauwkeurig hebben onderzocht en tegen elkaar afgewogen. In zoverre mist het onderdeel feitelijke grondslag. 25. Voor het overige verplicht het onderdeel tot een onderzoek van feiten, waartoe het Hof niet bevoegd is of komt het op tegen de onaantastbare beoordeling van de feiten door de appelrechters. In zoverre is het onderdeel niet ontvankelijk. Derde middel 26. Het middel voert schending aan van artikel 6.1 EVRM: het arrest sluit systematisch alle objectieve elementen, zijnde de medische getuigschriften, alsook alle getuigenissen die de gezegdes van de eiser bevestigen uit; de gezegdes van de verweerders worden zo goed als sowieso aanvaard als zijnde de volledige waarheid en tegenstrijdigheden in die verklaringen worden als niet-relevant afgedaan; op die wijze maakt het arrest het de eiser uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk, om enige nuttige verdediging te voeren. 27. Door in het kader van de beoordeling van het al dan niet bestaan van voldoende bezwaren alle dossiergegevens te toetsen op hun geloofwaardigheid, sluiten de appelrechters niet systematisch alle objectieve bewijselementen alsook alle getuigenissen die de gezegdes van de eiser bevestigen uit of ontzeggen ze hem niet elke mogelijkheid op een nuttige verdediging, maar onderzoeken ze slechts of de gegevens van het gerechtelijk onderzoek, afzonderlijk beschouwd of in hun samenhang genomen, afdoende zijn om een verwijzing van de verweerders naar het vonnisgerecht te verantwoorden. In zoverre kan het middel niet worden aangenomen. 28. Voor het overige is het middel afgeleid uit de met het eerste middel, eerste en tweede onderdeel, en het tweede middel vergeefs aangevoerde wetsschendingen.

12 24 MAART 2015 P N/12 In zoverre is het middel niet ontvankelijk. Vierde middel Eerste onderdeel 29. Het onderdeel voert miskenning aan van de motiveringsverplichting vervat in artikel 6.1 EVRM en artikel 14.1 IVBPR en het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging: het arrest is niet afdoende gemotiveerd; het is voor de eiser na lezing van het arrest onmogelijk te begrijpen wat de voornaamste redenen zijn die de buitenvervolgingstelling van de verweerders kunnen rechtvaardigen; het arrest geeft geen enkel antwoord op de basisvragen van de eiser met betrekking tot het oordeel van het arrest in relatie tot zijn verwondingen en de gevolgen daarvan, de beoordeling van de geloofwaardigheid van de diverse verklaringen en het niet-volgen van de vordering van de procureur-generaal. 30. Het door artikel 6.1 EVRM en artikel 14.1 IVBPR gewaarborgde recht op een eerlijke behandeling van de zaak vereist dat de beslissing die ter gelegenheid van de regeling van de rechtspleging een einde stelt aan de strafvordering, de voornaamste redenen vermeldt tot staving van die beslissing en dit ongeacht of er een conclusie is ingediend. Niet is vereist dat de rechter een gedetailleerd antwoord verstrekt over elk mogelijk twistpunt. Het volstaat dat de rechter de redenen vermeldt die de burgerlijke partij in staat stellen de beslissing te begrijpen. 31. De omstandigheid dat een burgerlijke partij het niet eens is met de beslissing van het onderzoeksgerecht tot buitenvervolgingstelling houdt geen miskenning in van de uit artikel 6.1 EVRM en artikel 14.1 IVBPR afgeleide motiveringsverplichting. In zoverre faalt het onderdeel naar recht. 32. Het arrest vermeldt wel degelijk de voornaamste redenen tot staving van de beslissing tot buitenvervolgingstelling. De vermelde redenen bieden een antwoord op eisers basisvragen en laten hem toe de beslissing te begrijpen. In zoverre kan het onderdeel niet worden aangenomen.

13 24 MAART 2015 P N/13 Tweede onderdeel 33. Het onderdeel voert schending aan van de motiveringsverplichting vervat in de artikelen 127, 135 en 223 Wetboek van Strafvordering: het arrest beantwoordt slechts zeer beperkt de uitgebreide besluiten die de eiser heeft neergelegd; de motiveringsverplichting is bijzonder belangrijk als een partij zoals in deze zaak aan het EVRM ontleende middelen heeft ontwikkeld; het arrest laat na te antwoorden op eisers verweer met betrekking tot de verantwoordelijkheid van de Staat op basis van artikel 3 EVRM en de nood aan een kritische appreciatie van de verklaringen van de verweerders, de objectieve elementen zoals de medische attesten en de foto s waaruit blijkt dat eisers talrijke verwondingen niet enkel het gevolg kunnen zijn van zijn arrestatie, maar dat er tijdens het vervoer naar en verblijf op het commissariaat en vervolgens naar het ziekenhuis ook verwondingen zijn toegebracht, de getuigenverklaringen van de inspecteurs R en B en de verklaring van inspecteur N over de scheldwoorden van haar collega s tegenover de eiser en de andere arrestanten. 34. Het onderzoeksgerecht dat moet oordelen of er al dan niet voldoende bezwaren voorhanden zijn om de verweerders te verwijzen naar het vonnisgerecht, heeft niet de verantwoordelijkheid van de Staat te beoordelen en hoefde dan ook niet te antwoorden op eisers doelloos verweer in dat verband. In zoverre kan het onderdeel niet worden aangenomen. 35. De omstandigheid dat de rechter een in een conclusie door een partij aangevoerd verweer niet beantwoordt op een door die partij gewenste wijze, houdt geen miskenning in van de verplichting die conclusie te beantwoorden. In zoverre het onderdeel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht. 36. Met de redenen die het arrest bevat, beantwoordt het wel degelijk eisers verweer over de in acht te nemen kritische appreciatie van de verklaringen van de verweerders, over de aangevoerde objectieve elementen zoals de medische attesten en de foto s en over de voor hem gunstige getuigenissen. In zoverre mist het middel feitelijke grondslag.

14 24 MAART 2015 P N/14 Dictum Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiser tot de kosten. Bepaalt de kosten op 68,81 euro. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit voorzitter Paul Maffei, als voorzitter, afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, de raadsheren Filip Van Volsem, Antoine Lievens en Erwin Francis, en op de openbare rechtszitting van 24 maart 2015 uitgesproken door voorzitter Paul Maffei, in aanwezigheid van advocaat-generaal Luc Decreus, met bijstand van griffier Frank Adriaensen. F. Adriaensen E. Francis A. Lievens F. Van Volsem L. Van hoogenbemt P. Maffei

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1258.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1258.N G M V, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Steven Renette en mr. Bjorn Reynders, advocaten bij de balie te Hasselt.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JANUARI 2014 P.13.1332.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1332.N J E C, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Gert Warson, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.14.0406.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0406.N I R D F, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen K D K, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2015 P.14.1192.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1192.N H E H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Katrien Van Den Steene, advocaat bij de balie te Dendermonde, tegen K S,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2016 P.16.0346.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0346.N M A A A K alias M A K alias M alias G, verdachte, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Zouhaier Chihaoui, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.1346.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1346.N S S, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Jean Marie De Meester, advocaat bij de balie te Brugge.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 OKTOBER 2015 P.15.0558.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0558.N J J R D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eline Tritsmans, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0788.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0788.N A V, terbeschikkinggestelde van de strafuitvoeringsrechtbank, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2013 P.12.1188.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1188.N T W K D C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jean-Baptiste Petitat, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor 8310

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MEI 2014 P.13.1776.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1776.N B M J P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Chris Vandebroeck, advocaat bij de balie te Leuven. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 SEPTEMBER 2015 P.14.0900.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0900.N N S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joost Peeters, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1066.N I A A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Louis De Groote, advocaat bij de balie te Gent. II J-C P D, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Sociaal strafrecht. Arbeidsinspectie. Sociale inspecteurs. Bevoegdheden. Draagwijdte. Gevolg. Verhoor mits bijstand van advocaat Datum 17 april 2012 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 APRIL 2016 P.15.0005.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0005.N C G P P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Koenraad Compernolle, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8340

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 DECEMBER 2012 P.12.1561.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1561.N FEDERALE PROCUREUR, vervolgende partij, eiser. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 FEBRUARI 2017 P.16.1015.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1015.N 1. K F, burgerlijke partij, 2. N A, burgerlijke partij, eisers, met als raadsman mr. Raan Colman, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 OKTOBER 2013 P.12.1940.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1940.N J B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, tegen S B, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.1146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1146.N T K H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. E V D C, 2.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MEI 2014 P.14.0841.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0841.N P T, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Gert Warson, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2013 P.13.0980.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0980.N A M Y L V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Cavit Yurt, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2012 P.12.0107.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0107.N I 1. K. O. D. O., beklaagde, 2. R. S., beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Tanja Van den Bossche, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2016 P.15.0703.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0703.N T Y M C S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joachim Meese, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 NOVEMBER 2015 P.15.0880.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0880.N H J, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Herman Baron, advocaat bij de balie te Ieper, tegen H W, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.0726.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0726.N I C S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frederika Van Swygenhoven, advocaat bij de balie te Hasselt, tegen 1. A D

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 MEI 2017 P.14.0605.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0605.N Y F M M D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luc Boxstaele, advocaat bij de balie te Gent, tegen CRELAN nv, met zetel te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2013 P.12.2018.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2018.N M F D, beklaagde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JUNI 2015 P.15.0321.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0321.N F. S., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Boonen, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 NOVEMBER 2015 P.14.1033.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1033.N HET SINT-JANS BELLEKE feitelijke vereniging, met zetel te 3271 Averbode, Martensstraat 23, burgerlijke partij, eiseres,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1936.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1936.N K E L D, inverdenkinggestelde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, en mr. Philip

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.0536.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0536.N I A L J D R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II 1. H V Z, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 DECEMBER 2014 P.14.1422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1422.N D J M T, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2014 P.14.0024.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0024.N I 1. R M E A M, met als raadsman mr. Joris Vercraeye, advocaat bij de balie te Anwerpen, 2. A L L M, met als raadsman

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1894.N J E P V P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sigfried Sergeant, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. C P, 2. P

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 APRIL 2012 P.10.2021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2021.N I 1. J S, beklaagde, 2. K S, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Raf Verstraeten, advocaat bij de balie te Brussel, tegen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.13.1661.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr.P.13.1661.N A B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Joris De Wortelaer, advocaat bij de balie te Leuven, tegen ALLIANZ BELGIUM nv, met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2014 P.13.1753.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1753.N I 1. P J C L, met als raadsman mr. Jan Surmont, advocaat bij de balie te Turnhout, 2. STORG bvba, met zetel te 3530 Houthalen-Helchteren,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.14.0124.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0124.N B S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Meester, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen 1. SOGETI BELGIUM

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.12.1402.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1402.N P J L G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Willy Moors, advocaat bij de balie te Mechelen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1281.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1281.N 1. S D, 2. N D, beide eisers met als raadsman mr. Daniël Crabeels, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8400 Oostende,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2017 P.17.0070.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0070.N I S B bvba, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat bij de balie te Gent. II M A B, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.13.1234.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1234.N I-II T M T, beschuldigde, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Frédéric Thibaut, advocaat bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0780.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest **101 **7819 Nr. P.13.0780.N B L, persoon tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, eiser, met als raadsman mr. Freddy Mols,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 JANUARI 2012 P.11.0732.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0732.N D. T. M. K., beklaagde, eiseres, met als raadslieden mr. Freddy Mols en mr. Jan Roodhooft, advocaten bij de balie te Turnhout,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JUNI 2014 P.14.0280.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0280.N 1. P J P D L, beklaagde, 2. S I D L, beklaagde, eisers, beiden met als raadsman mr. Tom Decaigny, advocaat bij de balie te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 AUGUSTUS 2015 P.15.1156.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1156. N K G, vreemdeling, vastgehouden, eiser, met als raadsman mr. Géraldine Debandt, advocaat bij de balie te Antwerpen, met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 JANUARI 2017 P.16.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0184.N N. B. F. F., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jacques Vandeuren, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2015 P.14.0032.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0032.N E V D B, burgerlijke partij, eiser, met als raadsman mr. Bart Spriet, advocaat bij de balie te Turnhout, tegen K M C C, inverdenkinggestelde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.13.1644.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1644.N S V, burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 NOVEMBER 2013 P.13.1779.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1779.N P E, inverdenkinggestelde, aangehoudene, eiseres, met als raadsman mr. Thomas Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 MEI 2017 P.17.0186.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0186.N E G, alias D Z, alias J G, alias M H, alias E B, alias E B, alias D B, zonder gekende woon- of verblijfplaats, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MEI 2016 P.16.0026.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0026.N I Y P J G, beklaagde, eiser, II M J C, beklaagde, eiseres, III 1. D G, beklaagde, 2. A G, beklaagde, 24 MEI 2016 P.16.0026.N/2

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JANUARI 2015 P.14.1956.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1956.N P R, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Gino Houbrechts, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2012 P.10.1786.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1786.N I F. F. A. T. D. C., met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge. II L. N. D. D. C., met als raadsman

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 FEBRUARI 2015 P.14.1763.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1763.N J P A M D M, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.0954.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0954.N A J M D, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jan Van Leuven, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen Y TANG, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 APRIL 2012 P.11.1403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1403.N M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Mounir Souidi, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen O.V. IMEA bv, Intercommunale

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 FEBRUARI 2019 P.18.1028.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1028.N J J M S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jorgen Van Laer, advocaat bij de balie Antwerpen, tegen 1. D W, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 DECEMBER 2015 P.15.0905.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0905.N I E Y, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II 1. M Y, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2014 P.12.1826.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1826.N A C J J, inverdenkinggestelde, eiser, tegen N R, burgerlijke partij, verweerster. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 MEI 2014 P.14.0557.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0557.F N. M. C., Mr. Christophe Marchand, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0383.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0383.N 1. D P, voormalige pleegouder, 2. M V, voormalige pleegouder, eisers, met als raadsman mr. Caroline Curtis, advocaat bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2014 P.14.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0184.N N L A S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Pascal Vanderosieren, advocaat bij de balie te Brussel, met kantoor te 3090

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 SEPTEMBER 2015 P.15.0512.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0512.N 1. M M J V, beklaagde, 2. IMMO LEDUC DE HAMONT nv, met zetel te 3724 Kortessem, Leopold III-straat 113, beklaagde, eisers,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.09.1627.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.09.1627.N W. L. F. C., beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Frank Verbruggen en mr. Dirk De Maeseneer, advocaten bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2015 P.13.0845.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0845.N 1 K R E S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, tegen 1. C G, 2. ETHIAS

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1011.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1011.F H. M., Mr. Philippe Vanlangendonck, advocaat bij de balie te Brussel, tegen F. L. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2016 P.15.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1103.N P J A V D B, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Veroordeling tot betaling van een uitkering tot onderhoud. Voorwaarde. Voorafgaande ingebrekestelling van de schuldenaar Datum 3 november 2009 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MEI 2015 P.15.0089.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0089.N D R, burgerlijke partij, eiser, met als raadslieden mr. Jos Vander Velpen en mr. Axel De Schampheleire, beiden advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 APRIL 2016 P.15.1639.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1639.N I M B, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Kris Luyckx en mr. Bart Verbelen, advocaten bij de balie te Antwerpen, II

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2016 P.14.0992.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0992.N I B G A K, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eric Pringuet, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9031 Drongen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0951.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0951.N T R S C D C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frederik Vanden Bogaerde, advocaat bij de balie te Kortrijk. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 OKTOBER 2012 P.12.0487.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0487.N I ARGENTA ASSURANTIES nv, met zetel te 2018 Antwerpen, Belgiëlei 49-53, vrijwillig tussenkomende partij, eiseres, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2011 P.11.0312.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0312.N WOONINSPECTEUR, bevoegd voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest, met kantoor te 3000 Leuven, Blijde Inkomststraat 105,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2011 P.11.1912.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1912.N E J E V D B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2015 P.14.1293.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1293.N G F, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Andy Boermans, advocaat bij de balie te Turnhout, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MAART 2013 P.12.0739.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0739.N I D V R, eiser, tegen 1. S E K, minderjarige, 2. A E K, 3. M E K, 4. GEMEENSCHAPPELIJK MOTORWAARBORGFONDS, onderlinge verzekeringsvereniging,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2015 P.13.2027.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.2027.N N C Ö L, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Lut Wille, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8000 Brugge,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.12.1362.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1362.N 1. W F V, beklaagde, 2. HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde en burgerrechtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.13.1000.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1000.N D R C V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Anne De Clerck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 NOVEMBER 2010 P.10.1428.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1428.N I. G. P., beklaagde, eiser. II. G. A. P. V. L., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Dirk Grootjans, advocaat bij de

Nadere informatie