Erythrocyten alloimmunisatie en zwangerschap
|
|
- Joris van Wijk
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 VVOG-Aanbeveling 20/11/2007 Erythrocyten alloimmunisatie en zwangerschap Deze aanbeveling omschrijft een algemene aanbeveling in de aanpak van alloimmunisatie in de zwangerschap voor vroedvrouwen, huisartsen en gynecologen. Het opvolgen van deze aanbeveling is niet bindend. Deze aanbeveling blijft maximaal 5 jaar van kracht, tenzij nieuwe medische evidentie een snellere herziening noodzaakt. 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Rhesus alloimmunisatie is een relatief zeldzaam probleem in onze maatschappij, en dit dankzij een goede profylaxe. Exacte gegevens rond de prevalentie in Vlaanderen zijn evenwel niet beschikbaar. Bovendien is er actueel geen eenduidige aanpak van het probleem. Doel van de richtlijn is aan te geven: - bij wie preventief anti-d gegeven dient te worden - bij wie screening op irregulaire erytrocytenantistoffen dient plaats te vinden - welke de aanpak is bij een afwijkende screeningsuitslag - wanneer naar een gespecialiseerd centrum dient te worden verwezen voor nadere intrauteriene diagnostiek en behandeling - bij welke bevindingen het kind geboren en neonataal behandeld dient te worden. 2 ANALYSE VAN DE BESCHIKBARE KENNIS 2.1 Pathofysiologie Antistoffen anti-a en anti-b (zogenaamde regulaire antistoffen van het ABO-systeem) komen relatief vaak voor. De hierdoor veroorzaakte hemolyse is ante partum niet van belang (onder meer omdat A- en B-antigenen op de foetale rode cel minder tot expressie komen dan bij de pasgeborene en de volwassene) (1) en worden derhalve hier buiten beschouwing gelaten. Ernstige neonatale hyperbilirubinemie door deze regulaire antistoffen komt wel voor. De maternale blootstelling aan (foetale of getransfundeerde) rode bloedcellen met Rhesus factor D, en in mindere mate c leidt tot een maternaal immunisatie proces bij zwangeren waarbij deze Rhesus antigenen op de rode bloedcellen ontbreken. Ook bij Kell negatieve zwangeren kan na contact met Kell positeve rode bloedcellen een alloimminisatie ontstaan. Andere rode bloed cel antigenen veroorzaken uitzonderlijk alloimmunisatie problemen. De transplacentaire passage van deze
2 verschillende antilichamen leidt tot vernietiging van de niet-compatibele foetale erytrocyten. Vernietiging treedt voornamelijk extravasculair op door fagocytose en door antistofafhankelijke cellulaire cytotoxiciteit. Door bloedafbraak stijgt de bilirubineconcentratie in foetaal bloed. Kernicterus op basis van foetale hyperbilirubinemie komt echter niet voor, omdat bilirubine via de placenta geklaard wordt naar de moederlijke circulatie. De foetale hyperbilirubinemie ten gevolge van rode cel afbraak leidt wel (via onbekende weg) tot toename van de bilirubineconcentratie in vruchtwater. Het proces van foetale bloedafbraak leidt verder tot extramedullaire hematopoëse (zich onder meer uitend in hepatosplenomegalie). Indien de mate van bloedafbraak de aanmaak te boven gaat ontstaat foetale anemie. Ernstige foetale anemie treedt vooral op bij anti-d, anti-k en anti-c, maar kan zich ook voordoen bij anti-e (2), anti-fy, anti-jk en enkele andere zeer zeldzame immunisaties (1,3,4). Foetale anemie kan leiden tot hydrops foetalis en sterfte. Neonatale hyperbilirubinemie kan leiden tot kernicterus. Alhoewel placentapassage van de irregulaire antistoffen reeds vóór een zwangerschapsduur van 16 weken plaatsvindt, is deze pas vanaf 16 weken van klinische betekenis. Foetale sterfte door bloedgroepenimmunisatie is vanaf 16 weken beschreven. Vooral de K-immunisatie kenmerkt zich door een vroeg optreden en soms snel progressief verloop. Omdat bij K-immunisatie tevens remming van de hematopoëse optreedt is bilirubinebepaling in vruchtwater minder betrouwbaar voor vroegtijdige detectie van anemie (5). Immunisatie kan optreden na blootstelling aan lichaamsvreemde antigenen door: foetomaternale transfusie (FMT): de kans op passage van foetale erytrocyten naar de moeder neemt toe met de zwangerschapsduur; risicofactoren vergroten de kans op foetomaternale transfusie (zie tabel 1); iatrogene transfusie: transfusie van alleen op ABO/D en niet op c-, E- en K-antigeen geselecteerde rode bloedcellen en trombocyten zijn een voorname factor voor het ontstaan van non-d irregulaire antistoffen (6); niet-bloedgroepcompatibele orgaantransplantatie (onder andere nier, bot). 2.2 Primaire preventie Primaire preventie van D-immunisatie is mogelijk door intramusculaire toediening van humaan anti-d-immunoglobuline (anti-d) aan D-negatieve vrouwen na blootstelling aan D-positieve erytrocyten (zie tabel 1). De anti-d moet bij voorkeur binnen 48 uur na de blootstelling worden toegediend. Routine postnatale profylaxe met anti-d bij D negatieve zwangeren reduceert de kans op immunisatie van 14.7% naar 1.6% (7). Toediening van anti-d later dan 48 uur na de blootstelling aan foetale rode bloedcellen is waarschijnlijk minder effectief, maar is nog tot 13 dagen na expositie bewezen zinvol en wordt tot een maand na expositie aanbevolen (8,9). De gegeven hoeveelheid anti-d moet voldoende zijn. Er kan van worden uitgegaan dat 1500 IE anti-d (Rhogam IM) 30 ml RhD positief volbloed (= 15 ml erytrocytenconcentraat)
3 neutraliseert. Het is aannemelijk dat bij ongeveer 0,5% van de bevallingen een FMT > 20 ml voorkomt. In geval van FMT > 30 ml is een hogere (> 1500 IE) dosis anti-d nodig. Bij twijfel over een grotere foeto-maternale bloeding, kan via een Kleihauer-Betke test een kwantitatieve bepaling van het volume worden bekomen, en de toe te dienen dosis anti-d gammaglobulines worden aangepast. Behalve op indicatie (tabel 1), wordt er aan alle D-negatieve zwangeren tussen 28 en 32 weken 1500 IE anti-d als routineprofylaxe gegeven (10). Deze maatregel kan achterwege blijven als zeker is dat de vader van het kind ook D-negatief is (notitie vastleggen in dossier). Routine antenatale profylaxe in het derde trimester reduceert de kans op immunisatie van ongeveer 1.5% naar 0.2% (11). Het is twijfelachtig of deze aanvullende profylaxe, in een land met een lage incidentie van anti-d alloimmunisatie en een zeer adequate profylaxe naar aanleiding van verloskundige evenementen, een kosten baten analyse doorstaat (commentaar VWV). De NVOG beveelt enkel het toedienen van een profylactische dosis anti-d gammaglobulines aan bij Rhesus negatieve zwangeren die nog geen levend kind hebben (12). Na antenatale anti-dtoediening (1500 IE) mag gedurende ongeveer 8 weken een beschermend effect worden verwacht (13), tenzij er zich risicofactoren voordoen voor (herhaalde of grote) FMT (zie tabel 1). Na de geboorte van een D-positief kind dient men opnieuw anti-d toe te dienen. Gedurende een periode van enkele maanden na de toediening kan een screeningstest op antistoffen zowel bij de moeder (indirecte antiglobulinetest) als bij het kind (directe antiglobulinetest) een (zwak) positieve uitslag geven. Wanneer vaststaat dat al D-immunisatie is opgetreden, heeft toediening van anti-d geen zin meer. De kans dat via anti-d ernstige infecties worden overgedragen is extreem klein (14,15). Niettegenstaande het huidige primaire preventieprogramma kan in sommige gevallen toch immunisatie optreden, ten gevolge van: spontane niet herkende FMT tijdens de zwangerschap; dit betreft zowel D als andere antigenen (met name c, E en K); niet toedienen van anti-d: bijvoorbeeld door ongecontroleerde zwangerschap, foutieve D- typering in het laboratorium, administratieve fout, vergeten, principiële weigering van toediening anti-d door de patiënt onvoldoende dosering bij onverwacht grote FMT transfusie met niet-c-, E- en/of K- compatibele erythrocyten of trombocyten transplantatie. 2.3 Screening Alle zwangeren worden bij het eerste bezoek in elke zwangerschap onderzocht op ABObloedgroep/D-type en op de aanwezigheid van irregulaire erytrocytenantistoffen. Bij de D- negatieve zwangeren wordt deze antistofbepaling tussen 28 en 32 weken herhaald, vóórdat de routine antenatale anti-d wordt gegeven (3,10,12).
4 Diagnostiek Bevestiging Zodra antistoffen zijn gevonden dient in het bloed van de screen-positieve vrouw het klinisch belang van de antistoffen verder worden vastgesteld door: het bepalen van de specificiteit van de antistoffen, het bepalen van de aan- of afwezigheid van het betreffende antigen bij de vader, (Level A) (3) het bepalen van de concentratie van de antistoffen in maternaal plasma door middel van titratie. De absolute waarde van een antistoftiter correleert matig met de mate van hemolyse bij de foetus of neonaat. Bij titerstijging (> 2 stappen) en bij het ontstaan van IgM-antistoffen moet men echter bedacht zijn op recente boostering en daardoor op de mogelijkheid van toename van de hemolyse. Het serieel bepalen van de titers bij Rhesus D alloimmunisatie is niet nuttig voor het opvolgen van de foetale conditie wanneer de zwangere reeds een vorige aangetaste foetus of neonaat had (LEVEL A) (3). Bij patienten met een Kell alloimmunisatie correleert de titer van de antilichamen niet met de ernst van de foetale conditie, en is derhalve niet bruikbaar als parameter voor het opvolgen van de patiente (LEVEL A) (3). Foetale bloedgroeptypering Indien de vader heterozygoot is voor de betreffende bloedgroep, kan de foetale bloedgroep bepaald worden in vruchtwater. Dit is met behulp van een PCR-techniek inmiddels mogelijk voor D, C, c, E, Kell, Kidd en Duffy. De amniocentese wordt veelal bij 16 tot 18 weken verricht en heeft zin bij (vermoedelijk) heterozygoot getypeerde partners. D-typering op foetaal DNA in maternaal plasma is reeds mogelijk in bepaalde refereercentra, en is waarschijnlijk even betrouwbaar (16,17). In de nabije toekomst zal amniocentese voor foetale D-typering waarschijnlijk overbodig worden. Voor andere irregulaire antistoffen zal amniocentese voorlopig nodig blijven.
5 Obstetrische voorgeschiedenis en kliniek Een volgend kind zal, indien het positief is voor het betreffende antigeen, meestal ernstiger zijn aangedaan dan het vorige. Dit heeft te maken met een boosterreactie bij foetomaternale transfusie. Een ernstig anemisch kind in de anamnese maakt derhalve de prognose ongunstiger. Tijdens een zwangerschap met risico op foetale anemie is afname van kindsbewegingen een alarmsignaal. Echografisch onderzoek Hydrops foetalis voorspelt zonder uitzondering een zeer ernstige foetale anemie; deze parameter is tevens geassocieerd met een slechtere prognose, en vormt de belangrijkste reden voor opsporing van foetale anemie vóór het ontstaan van hydrops (18) Bovendien gaat zeer ernstige foetale anaemie slechts in ongeveer de helft van de gevallen gepaard met hydrops. Bruikbare echografische parameters voor detectie van foetale anemie, voordat er hydrops ontstaat, zijn: toegenomen maximale stroomsnelheid (PSV= peak systolic velocity) in de arteria cerebri media (18), de intra-abdominale vena umbilicalis en de aorta descendens; abnormale veneuze Doppler flowpatronen (19) cardiomegalie en afname van de hart contractiliteit toegenomen miltomtrek en leverlengte bij de foetus (19). Om tijdige detectie van levensbedreigende anemie te garanderen, dient het echografisch onderzoek frequent (minstens éénmaal per week) herhaald te worden bij patienten met PSV waarden in de arteria cerebri media > 1.5 MoM (19,22). Cardiotocografie Zelfs bij zeer ernstige anemie wordt meestal een normaal CTG waargenomen. In sommige gevallen van ernstige anemie wordt een deceleratief of sinusoïdaal patroon gezien. Bij patienten die ambulant gevolgd worden met een verhoogd risico op foetale anemie is het derhalve niet zinvol enkel een CTG te verrichten bij verminderde kindbewegingen, maar dient een doppler evaluatie van de piek stroomsnelheid in de arteria cerebri media te worden uitgevoerd. Bepaling van de bilirubine-extinctie in vruchtwater volgens Liley Via amniocentese kan men een goede indruk krijgen over de mate van foetale hemolyse. Het vruchtwater moet afgeschermd worden van licht en vrij snel na afname worden geanalyseerd. In het laboratorium wordt via spectrofotometrie rechtstreeks (ofwel na omrekening uit de bilirubineconcentratie) het verschil in optische densiteit van het vruchtwater bepaald bij een golflengte van 450nm (ΔOD 450) bepaald. Deze ΔOD 450 wordt dan in de Lileycurve geplot (3). Tussen de 27 en 36 weken geeft het spectrofotometrische onderzoek van het vruchtwater bij
6 nm een goede voorspelling van de ernst van foetale hemolyse (23). Actueel is deze methode evenwel in onbruik geraakt gezien het invasieve karakter, en wordt ze vervangen door de meting van de piekstroomsnelheid van het bloed in de arteria cerebri media (3,19,20,21,). - Piek stroomsnelheid van het foetale bloed in de arteria cerebri media (PSV ACM) Naarmate de foetus meer anemisch wordt, daalt de viscositeit van het bloed, waardoor de stroomsnelheid toeneemt. De hoek afhankelijke doppler meting van de piekstroomsnelheid van het foetale bloed in de arteria cerebri media correleert in hoge mate met de graad van foetale anemie. Toename in piekstroomsnelheid groter dan 1.5 MoM is geassocieerd met een significante foetale anemie welke een in utero transfusie vereist. De specificiteit bedraagt 87.5%. In centra met getrainde staff, en bij de correcte zwangerschapsduur is het meten van de PSV ACM een afdoende methode om op een niet invasieve wijze patienten met Rhesus alloimmunisatie op te volgen (Level A) (3). De correctie van de foetale anemie door in utero transfusie resulteert in een normalisatie van de PSV ACM. (19,21,22,24) Navelstrengpunctie als diagnose, voorafgaand aan een in utero transfusie Uit foetaal bloed dat bij cordocentese is verkregen, kan het hemoglobinegehalte worden bepaald. Naast de risico s van de amnionpunctie komen daar met de cordocentese nog bij: bradycardieën, bloedingen in de gelei van Wharton (waardoor mogelijk obstructie van een of meer navelstrengvaten) en verbloeding naar het vruchtwatercompartiment. Het risico op vitale complicaties ten gevolge van navelstrengpunctie in deze populatie bedraagt 3.1% (25). Om het aantal puncties te beperken verdient het de voorkeur in dezelfde sessie een transfusie te verrichten. Zuiver diagnostische puncties worden het best vermeden. 2.5 Behandeling Intra-uterien Met hulp van specifiek echografisch onderzoek, voornamelijk via doppler analyse van de stroomsnelheid in de arteria cerebri media, is een adequate selectie mogelijk van foetussen bij wie een intra-uteriene transfusie noodzakelijk is, voordat hydrops foetalis ontstaat (17,18,19). Gezien de geringe prevalentie van ernstig bloedgroepantagonisme in de zwangerschap is centralisatie van diagnostiek en behandeling een voorwaarde voor optimale resultaten. (3) (Level A). Het risico van de ingreep wordt in belangrijke mate bepaald door de amenorroeduur, de lokalisatie van de navelstrenginsertie en de ervaring van het behandelteam. De kans op een goede afloop van een zwangerschap waarin intra-uteriene transfusies (gemiddeld 3 per foetus) nodig zijn, is 90%, mits de foetus niet ernstig hydropisch is (25,26). Bij ernstige foetale hydrops daalt de kans op een goede afloop naar 55% (26). De vroegst mogelijke intra-uteriene transfusie ligt rond de 17 weken. Intra-uteriene transfusies worden verricht tot rond 35 weken (12,25). Door intra-uteriene
7 behandeling na 32 weken kan winst worden geboekt in het vermijden van iatrogene vroeggeboorte en van een primaire sectio caesarea. Bij intra-uterien behandelde kinderen is de noodzaak tot neonatale wisseltransfusies verminderd, maar kunnen gedurende de eerste levensmaanden nog bloedtransfusies nodig zijn (27) Tijdstip van de baring In het derde trimester van de zwangerschap neemt de kans op foetomaternale transfusie toe. Daardoor stijgt de kans op verergering van de immunisatie, van de hemolyse en mogelijk ook van de ernst van de te verwachten neonatale icterus. Bovendien neemt de voorspellende waarde van de diagnostische hulpmiddelen af. Daarom wordt in het algemeen geadviseerd de zwangerschap bij 37 à 38 weken te beëindigen bij lage activiteit van de immunisatie (3). Bij meer ernstig gesensitiseerde patienten en na meerdere intrauteriene transfusies wordt de laatste transfusie best gepland rond weken. De partus volgt dan meestal tussen weken na bevordering van de foetale longrijpheid (28) (Level C). Neonatale periode Bij bloedgroepimmunisatie moet rekening worden gehouden met ernstige en snel optredende icterus neonatorum. Prenataal overleg met de kinderartsen, de bloedbank en het ouderpaar kan logistieke en organisatorische problemen rond eventuele wisseltransfusies voorkomen. In het kader van de neonatale behandeling (maar ook voor de evaluatie van de antenatale zorg) is het nuttig navelstrengbloed af te nemen voor bepaling van bloedgroep en hemoglobineconcentratie en directe antiglobulinetest. De bilirubinemie dient in de eerste levensdagen frequent te worden gecontroleerd.
8 MINIMAAL VEREISTE ZORG 1. Bloedgroep- en D-typering van de zwangere zijn bekend bij de verloskundige hulpverlener. 2. Bij alle zwangeren wordt bij de eerste controle een screening op irregulaire antistoffen aangeboden. 3. Bij elk mogelijk sensibilisatiemoment (zie tabel 1) bij D-negatieve zwangeren wordt, zo mogelijk binnen 48 uur, anti-d toegediend (tenzij er al verworven D-antistoffen in de circulatie aanwezig zijn). 4. Bij D-negatieve zwangeren wordt bij weken het onderzoek op irregulaire antistoffen herhaald. Nadien kan antenatale profylaxe met anti-d worden toegediend. 5. Bij verdenking op ernstige foetale anemie vóór 35 weken wordt de zwangere zo spoedig mogelijk verwezen naar een derdelijnscentrum voor intra-uteriene therapie. 6. Postnataal worden aan Rhesus D negatieve moeders anti-d gammaglobulines toegediend indien zij bevallen van Rhesus D positieve kinderen.
9 Literatuur 1. Mollison PL, Engelfriet CP, Contreras M. Blood transfusion in clinical medicine; 9th ed. Oxford: Blackwell, Moran P, Robson SC, Reid MM. Anti-E in pregnancy. Br J Obstet Gynaecol 2000;107: ACOG Practice Bulletin 56, August Management of isoimmunization in pregnancy. 4. Freire-Lizama T, Oepkes D. Management of Kell alloimmunized pregnancies. Fetal Maternal Med Rev 2002;13: 5. Smith G, Knott P, Rissik J, de la Fuente J, Win N. Anti-U and haemolytic disease of the fetus and newborn. Br J Obstet Gynaecol 1998;105: Van Aken WG, Christiaens GCML. Preventie, diagnostiek en behandeling van bloedgroepimmunisatie tijdens de zwangerschap. Ned Tijdschr Geneeskd 1999: 143, Crowther C, Middleton P. anti-d administration after childbirth for preventing Rhesus alloimmunization (Cochrane Review). In: The Cochrane Library, Issue 4, Oxford: update software. 8. Samson D, Mollison PL. Effect on primary Rh immunization of delayed administration of anti-rh. Immunology 1975;28: Bowman JM. Controversies in Rh prophylaxis. Who needs Rh immunoglobulin and when should it be given? Am J Obstet Gynecol 1985;151: IGZ bulletin. Juli Ness PM, Baldwin ML, Niebyl SR. Clinical high-risk designation does not predict excess fetal-maternal haemorrhage. Am J Obstet Gynecol 1987;156: NVOG richtlijn nummer 50, maart Erythrocytenimmunisatie en zwangerschap. 13. Crowther CA, Keirse MJ. Anti-D administration during pregnancy for preventing Rhesus alloimmunization (Cochrane Review). In: The Cochrane Library, Issue 2, Oxford: update software. 14. Tabor E. The epidemiology of virus transmission bij plasma devirates: clinical studies verifying lack of transmission of hepatitis B and C viruses and HIV type 1. Transfusion 1999;39: Turner ML, Ironside JW. New-variant Creuzfeldt-Jacob disease: the risk of transmission by blood transfusion. Blood Revs 1998;12: Lo YM. Fetal DNA in maternal plasma: application to non-invase blood group genotyping of the fetus. Transfus Clin Biol 2001;8: Geifman-Holtzman O, Grotegut CA, Gaughan JP. Diagnostic accuracy of noninvasive fetal Rh genotyping froom maternal blood A meta-analysis. Am J Obstet Gynecol 2006; 195:
10 Van Kamp IL, Klumper FJCM, Oepkes D, Meeman RH, Sherjon SA, Vandenbussche FPHA, Kanhai HHH. Complications of intrauterine intrvascular transfusion for fetal anemia due to maternal reed-cell alloimmunization. Am J Obstet Gynecol, 3005; 1932, Mari G, Deter RL, Carpenter RL, Rahman F, Zimmerman R, Moise KJ Jr, Dorman KF, Ludomirsky A, Gonzalez R, Gomez R, Oz V, Detti L, Copel JA, Bahado-Sigh R, Berry S, Martinez-Poijer J, Blackwell SC. Noninvasive diagnosis by Doppler ultrasonography of fetal anemia due to maternal red-cell allo immunization. Collaborative group for Doppler Assessment of the Blood Velocity in Anemic Fetus. N Engl J Med 2000;342: Oepkes D. Invasive versus non-invasive testing in red-cell alloimmunized pregnancies. Eur J Gynecol Reprod Biol 2000;92: Oepkes D, Seaward PG, Vandenbussche FPHA, Windrin R, Kingdom J, Beyene J, Kanhai HHH, Ohlsson A, Ryan G. Doppler ultrasonography vrrsus amniocentesis to predict fetal anemia. N Engl J Med 2006;355: Detti L, Mari G, Akiyama M, Cosmi E, Moise KJ Jr, Stefor T, Conaway M, Deter R. Longitudinal assessment of the middle cerebral artery peak systolic velocity in healthy fetuses and in fetuses at risk for anemia. Am J Obstet Gynecol. 2002;187: Sikkel E, Vandenbussche FP, Oepkes D, Meerman RH, Le Cessie S, Kanhai HH. Amniotic fluid delta OD 450 values curatele predict severe fetal anemia in D-alloimmunization. Obstet Gynecol 2002: 100: Stefos T, Cosmi E, Detti L, Mari G. Correction of fetal anemia on the middle cerebral artery peak systolic velocity. Obstet Gynecol. 2002;99: Van Kamp IL, Klumper FJCM, Oepkes D, Meerman RH, Scherjon SA, Vandenbussche FPHA, Kanhai HHH. Complications of intravascular transfusion for fetal anemia due to materiaal reld-cell alloimmunisation. Am J Obstet Gynecol 2005;192: van Kamp IL, Klumper FJ, Bakkum RS, Oepkes D, Meerman RH, Scherjon SA, Kanhai HH. The severity of immune fetal hydrops is predictive of fetal outcome after intrauterine treatment. Am J Obstet Gynecol 2001;185: Thorp JA, O Connor T, Callenbach J, cohen GR, Yeast JD, Albin J, Plapp F. Hyporegenerative anemia associated with intrauterine transfusion in rhesus hemolytic disease. Am J Obstet 1991; 165: Bowman JM. Maternal alloimmunization and fetal hemolytic disease. In: Reece EA, Hobbins JC, editors. Medicine of the fetus and the mother. 2 nd edition Philadelphia: Lippincott-Raven Publishers; 199. P
11 Tabel 1: Indicaties voor toediening van anti-d aan rhesus-negatieve zwangeren. Gezien slechts 1 vorm beschikbaar is, wordt aanbevolen de volledige dosis van 1500 IE toe te dienen. risicofactoren foetomaternale transfusie en sensibilisatiemoment CVS, amniocentese, cordocentese, zwangerschapsafbreking via curettage volledig miskraam > 10 weken 1 extra uteriene zwangerschap evacuatie mola hydatiforma vaginaal bloedverlies vanaf 10 weken partus immaturus, abortus provocatus, zwangerschapsbeëindiging routine tussen week zwangerschap stomp buiktrauma in de graviditeit 3 uitwendige versie (poging) 3 post partum bij RhD-positief kind (in geval van sectio caesarea, manuele placentaverwijdering, fundusexpressie, meerlinggraviditeit is mogelijk een hogere dosis nodig) 3 intra-uteriene vruchtdood 4 neonatale anemie ten gevolge van foetomaternale transfusie 4 transfusie (of transplantatie) met materiaal van RhD-positieve donor 1. IGZ-bulletin 1998: ondergrens van 10 weken amenorroeduur, tenzij instrumentatie heeft plaatsgevonden (10). 2. De effectiviteit van anti-d in deze situaties is niet bewezen. Desondanks wordt in recente richtlijnen van de ACOG (1999) en RCOG (1999) geadviseerd anti-d te geven bij vaginaal bloedverlies ante partum (13,25). 3. Vóór anti-d toediening wordt aanbevolen de mate van FMT te objectiveren met de Kleihauer- Betketest (10). 4. Vóór anti-d toediening dient men een Kleihauer-Betke test te verrichten en bij FMT >20 ml de anti-d dosis te berekenen.
ERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP. Versie 1.0
ERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP Versie 1.0 Datum Goedkeuring 12-09-2002 Methodiek Evidence based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Omschrijving van het probleem In Nederland komen
Nadere informatieERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP Versie 2.1 Datum Goedkeuring 2009 Methodiek Evidence based Verantwoording NVOG 1. Omschrijving van het probleem
Nadere informatieERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP. Versie 2.1
ERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP Versie 2.1 Datum Goedkeuring 13-11-2009 Methodiek Evidence based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG 1. Omschrijving van het probleem In Nederland komen
Nadere informatieTweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?
Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies
Nadere informatieHANDVAT 46: RISICOFACTOR RHESUSANTAGONISME IN VOORGESCHIEDENIS
HANDVAT 46: RISICOFACTOR RHESUSANTAGONISME IN VOORGESCHIEDENIS Vraag in nieuwe versie Zwanger Wijzer: Heb je een van deze ziekten gehad tijdens je eerdere zwangerschap(pen)? Geconstateerd risico Rhesusantagonisme
Nadere informatieK-immunisatie en zwangerschap
K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen in de preventie van rhesusantagonisme
Nieuwe ontwikkelingen in de preventie van rhesusantagonisme Masja de Haas Sanquin Amsterdam m.dehaas@sanquin.nl 19 September 2011 1 Informatie nieuwe beleid vanuit RIVM 19 September 2011 2 Preventieprogramma:
Nadere informatieErytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr.
Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr. Joke Koelewijn Hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene (HZFP) HZFP:
Nadere informatieHistorische refertepunten
Historische refertepunten 1900-1902: Landsteiner Ontdekking (fenotypische) bloedgroepen 1939: Levine en Stetson Feitelijke ontdekking resus immunisatie 1940: Landsteiner Wiener Ontdekking resusfactor 1945:
Nadere informatieTypering Rhc-antigeen en tweede screening Rhc-negatieven. Dr. Joke Koelewijn
PSIE: resultaten wijzigingen per 1 juli 2011 Typering Rhc-antigeen en tweede screening Rhc-negatieven Dr. Joke Koelewijn Met dank aan: Heleen Woortmeijer (Sanquin Diagnostiek) Yolentha Messemaker-Slootweg
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 7
Samenvatting Dit advies gaat over zwangerschapsimmunisatie door rode bloedcellen: het verschijnsel waarbij vrouwen zogeheten irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA) vormen tegen voor hen vreemde rode
Nadere informatieBloedgroepimmunisatie: diagnostiek, behandeling en neonatale zorg. Behandelteam LUMC
Bloedgroepimmunisatie: diagnostiek, behandeling en neonatale zorg Behandelteam LUMC Bloedgroepimmunisatie: wanneer is het een probleem? Na positieve antistofscreening: 1. Identificatie van zwangerschap
Nadere informatieEen verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)
Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen
Nadere informatiePositieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering
Positieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering Joyce van Beers Laboratoriumspecialist Medische Immunologie i.o. Laboratoriumspecialist Klinische Chemie i.o. Centraal Diagnostisch Laboratorium
Nadere informatieAlgemene vragen over logistiek
FAQ over de wijzigingen in de preventie van zwangerschapsimmunisatie Versie 15 juli 2011 De vragen zijn ingedeeld in de volgende categorieën: pagina Algemene vragen over logistiek...1 Logistieke vragen:
Nadere informatieI B2.4. Ontwerp van de bijsluiter voor RheDQuin
I B2.4. Ontwerp van de bijsluiter voor RheDQuin Informatie voor de patiënt Lees deze bijsluiter op een rustig moment aandachtig door, ook als dit geneesmiddel al eerder aan u werd toegediend. De tekst
Nadere informatiePreventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen<45 jaar Zien we effect?
Preventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen
Nadere informatieBLOEDGROEP, RHESUSFACTOR EN IRREGULAIRE ANTISTOFFEN
BLOEDGROEP, RHESUSFACTOR EN IRREGULAIRE ANTISTOFFEN 796 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Bloedgroep... 4 Resusfactor (rhesusnegatief)... 5 Anti-D... 6 Irregulaire antistoffen... 8 Gegevens van bloedonderzoek...
Nadere informatieZwangerschap en rhesusfactoren. Informatie over bloedgroepen en antistoffen
Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen 1 Inleiding Uit bloedonderzoek is gebleken dat u bloedgroep rhesus D-negatief of rhesus c-negatief heeft. Uw verloskundig zorgverlener
Nadere informatieBloedgroepantistoffen tijdens. Informatie voor verloskundig hulpverleners de zwangerschap
Bloedgroepantistoffen tijdens Informatie voor verloskundig hulpverleners de zwangerschap In deze folder geven wij u informatie over bloedgroepantistoffen, ook wel irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA)
Nadere informatieDaarnaast is RheDQuin bestemd ter preventie van immunisatie tegen het rhesus (D)-antigeen bij meisjes en vrouwen jonger dan 45 jaar:
1. Naam van het product RheDQuin 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Actief bestanddeel RheDQuin bestaat uit een eiwitfractie verkregen uit menselijk plasma met een hoge titer aan rhesus (D)-antistoffen.
Nadere informatieOpsporing en Preventie van Zwangerschaps Immunisatie De OPZI-studie
Opsporing en Preventie van Zwangerschaps Immunisatie De OPZI-studie De OPZI-studie is uitgevoerd in opdracht van het College voor Zorgverzekeringen. Het drukken en verspreiden van de Nederlandse samenvatting
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20599 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rath, Mirjam Eva Aafke Title: Hematological outcome in neonatal alloimmune hemolytic
Nadere informatiehoofdstuk één hoofdstuk twee
Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar hemolytische foetale bloedarmoede en foetale hydrops. Hemolytische foetale bloedarmoede ontstaat door afbraak van rode bloedcellen. Foetale hydrops betreft het
Nadere informatieEen neonatale casus. Paul-Emile Claus GSO klinische biologie 27/01/2016
Een neonatale casus Paul-Emile Claus GSO klinische biologie 27/01/2016 Casus Zwangere 36j Jeuk ++ Geïnduceerde, vaginale bevalling Geboorte baby V. op 36 weken en 2 dagen Hydronefrose re > li GG 3,205
Nadere informatieAnemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene. Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree
Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree Klinisch beloop Foetale anemie Intrauteriene transfusie (IUT) Klinisch beloop
Nadere informatieBehandeling van foetale anemie bij maternale bloedgroepimmunisatie
Behandeling van foetale anemie bij maternale bloedgroepimmunisatie Auteur Trefwoorden I.L. van Kamp bloedgroepimmunisatie, rhesusantagonisme, hemolytische ziekte, foetale anemie, foetale therapie, intra-uteriene
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35176 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Lindenburg, Irene Title: Intrauterine blood transfusion : indications, risks, quality
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatieZwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen
Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. 1 Inleiding Uit bloedonderzoek is gebleken dat u bloedgroep
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20941 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Natukunda, Bernard Title: Post-transfusion and maternal red blood cell alloimmunization
Nadere informatieJK/PL/ BIJSLUITER
BIJSLUITER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER RheDQuin 375 IE, oplossing voor injectie RheDQuin 1000 IE, oplossing voor injectie Humaan anti-d immunoglobuline Lees goed de hele bijsluiter voordat
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING. Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen No 16
NVOG Nederlandse Vereniging voor PATIËNTENVOORLICHTING Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen No 16 2000 NVOG Het copyright en de verantwoordelijkheid voor deze folder berusten bij de Nederlandse
Nadere informatieHemolytische ziekte van de pasgeborene. 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE
Hemolytische ziekte van de pasgeborene 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE Inleiding Hemolytische ziekte van de pasgeborene In dit verhaal: Casus Differentiaal
Nadere informatieBloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Korte beschrijving 2.1. De bloedgroep 2.2. De rhesusfactor D 2.3. De rhesusfactor c 2.4. Irregulaire antistoffen 3. Meer
Nadere informatieValkuilen bij niet-invasieve foetale RhD typering Florentine F. Thurik
Valkuilen bij niet-invasieve foetale RhD typering Florentine F. Thurik Arts onderzoeker Afdeling Experimentele Immunohematologie Sanquin Research, Amsterdam, The Netherlands f.thurik@sanquin.nl Prenatale
Nadere informatieScreening van pasgeborenen
Screening van pasgeborenen Algemeen en prenataal Arjan Lock, arts M&G 6 november 2014 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieBloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen Bij elke zwangere vrouw wordt aan het begin van de zwangerschap bloedonderzoek gedaan. Zo wordt onder andere bepaald: de bloedgroep; de rhesusfactor;
Nadere informatieDirect beschikbare uitgetypeerde eenheden: voordelen voor de patiënt en het laboratorium. Masja de Haas Immunohematologische Diagnostiek
Direct beschikbare uitgetypeerde eenheden: voordelen voor de patiënt en het laboratorium Masja de Haas Immunohematologische Diagnostiek Direct beschikbare uitgetypeerde eenheden Foto s van Judith van IJken,
Nadere informatieTrombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze
Trombocytentransfusies bij kinderen 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze Inhoud Trombocytopenie en bloeden Trombocytentransfusietriggers Verschillende trombocytenconcentraten
Nadere informatieGynaecologie Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Gynaecologie Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen Inhoud 1 Inleiding 2 Korte beschrijving 2.1 De bloedgroep 2.2 De rhesusfactor 2.3 Irregulaire antistoffen 3 Meer informatie 3.1 Meer informatie
Nadere informatieBloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen 1. Inleiding Inhoudsopgave 2. Korte beschrijving 2.1 De bloedgroep 2.2 De rhesusfactor 2.3 Irregulaire antistoffen 3. Meer informatie 3.1 Meer informatie
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT JK/SPC/20160905 1 1. NAAM VAN HET PRODUCT RheDQuin 375 IE oplossing voor injectie RheDQuin 1000 IE oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE
Nadere informatieFoetale RHD typering in week 27. Masja de Haas Sanquin Diagnostiek 17 april
Foetale RHD typering in week 27 Masja de Haas Sanquin Diagnostiek m.dehaas@sanquin.nl 17 april 2012 1 PSIE programma vanaf 1 juli 2011 alle zwangeren Rhesus-D-negatieve en c-negatieve zwangerschap zwangeren
Nadere informatieZwanger? Luister naar het goede nieuws! Informatie over rhesusziekte en de rhesusprik. Bloed is leven
Zwanger? Luister naar het goede nieuws! Informatie over rhesusziekte en de rhesusprik Bloed is leven Zwanger? Luister naar het goede nieuws! Rhesus D 3 De rhesus D-factor en zwangerschap 4 Mogelijke gevolgen
Nadere informatieInzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten
risico minimalisatie materiaal versie 2.0 19OKT2016 concentraat voor oplossing voor infusie Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab)
Nadere informatieDetection and prevention of pregnancy immunisation : the OPZI study Koelewijn, J.M.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Detection and prevention of pregnancy immunisation : the OPZI study Koelewijn, J.M. Link to publication Citation for published version (APA): Koelewijn, J. M. (2009).
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
13 Samenvatting 154 Samenvatting Tijdens de zwangerschap kan zogenaamde zwangerschapsimmunisatie ontstaan. Hierbij maakt de moeder antistoffen tegen een stof (bloedgroepantigeen) die niet op haar eigen
Nadere informatieDiagnostisch onderzoek
Vademecum Diagnostisch onderzoek Sanquin Bloedvoorziening Vademecum Diagnostisch onderzoek Sanquin Diagnostiek 2014 Inhoud 5 Voorwoord 7 8 20 38 54 72 82 92 106 126 150 156 166 180 196 Theorie 1 Transfusie
Nadere informatiebloedgroep, resusfactor en irregulaire antistoffen
bloedgroep, resusfactor en irregulaire antistoffen Inhoud Inleiding 3 1 Korte beschrijving 3 1.1 De bloedgroep 3 1.2 De resusfactor 3 1.3 Irregulaire antistoffen 3 2 Meer informatie 3 2.1 Meer informatie
Nadere informatiebloedgroep, resusfactor en irregulaire antistoffen
bloedgroep, resusfactor en irregulaire antistoffen 2 Inhoud Inleiding 4 1 Korte beschrijving 5 1.1 De bloedgroep 5 1.2 De resusfactor 5 1.3 Irregulaire antistoffen 5 2 Meer informatie 6 2.1 Meer informatie
Nadere informatieVraag het aan uw zorgverlener
Een eenvoudig, veilig bloedonderzoek dat zeer gevoelige resultaten geeft Een geavanceerde niet-invasieve test voor de bepaling van foetale trisomie en evaluatie van het Y-chromosoom Vraag het aan uw zorgverlener
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatieAntistof-gemedieerde transfusiereacties en preventief matchen in relatie tot de nieuwe CBO
Antistof-gemedieerde transfusiereacties en preventief matchen in relatie tot de nieuwe CBO Masja de Haas Immunohematologische Diagnostiek m.dehaas@sanquin.nl September 1, 2010 1 Antistof-gemedieerde transfusiereacties
Nadere informatieMiskraam. Niet vitale zwangerschap. Nomenclatuur. Niet vitale zwangerschap. Mifepristone én misoprostol bij een miskraam
Mifepristone én misoprostol bij een miskraam M & M trial Miskraam Nomenclatuur Chirurgie en medicamenteuze behandeling Behandeling Huisarts Verloskundige Gynaecoloog Mifegyne en misoprostol M & M trial
Nadere informatiePreventie van groep B-streptokokken infectie
Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep
Nadere informatieSamenvatting Chapter 15
Samenvattting Samenvatting Chapter 15 Er zijn 2 soorten tweelingen: een-eiig en twee-eiig. Twee-eiige tweelingen komen vaker voor dan een-eiige tweelingen (65% versus 35%). Alle tweeeiige tweelingen hebben
Nadere informatieBloedgroep, resusfactor en irregulaire antistoffen
Gynaecologie Patiënteninformatie Bloedgroep, resusfactor en irregulaire antistoffen 1. Inleiding U ontvangt deze informatie, omdat u zwanger bent. Bij elke zwangere vrouw doen wij aan het begin van de
Nadere informatiePatiënteninformatie. Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen Patiënteninformatie Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Korte beschrijving 2.1 De bloedgroep 2.2 De rhesusfactor
Nadere informatieBloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen Patiënteninformatie Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen versie02 1 Inleiding Bij elke zwangere vrouw wordt aan het begin van de zwangerschap
Nadere informatieRichtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn
: Pagina 1 van 6 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Definitie... 1 Varicella zoster en zwangerschap... 2 Varicella zoster en neonaten... 3 Bronnen... 4 Bijlagen... 5 Stroomdiagram 1 : Beleid bij zwangere
Nadere informatieChapter 10. Summary/ Samenvatting
Chapter 10 Summary/ Samenvatting Summary Parvovirus B19 is a small single-stranded DNA virus and a potent inhibitor of erythropoiesis, due to its cytotoxicity to erythroid progenitor cells. Infection
Nadere informatieRubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln
Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer
Nadere informatieVrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte
Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg
Nadere informatie11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren
Geboorte.. De mens Een minuutje geduld Vroeg- of Laattijdig afnavelen Dr. David Van Laere Neonatoloog UZ Antwerpen. andere zoogdieren Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? Zoek de verschillen?
Nadere informatieHb = Hemoglobin Ht = Hematocrit MCHC = Mean Corpuscular Hemoglobin Concentration Alb = Albumin AFP = Alpha-feto protein
List of abbreviations LUMC = Leiden University Medical Center IgG = Immunoglobulin G Rh D = Rhesus D (antibody) Delta OD450 = Delta Optical Density 450 (spectrophotometric measurement) CMV = Cytomegalovirus
Nadere informatieDoel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat.
: Pagina 1 van 5 Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat. Doelgroep Kinderarts en gynaecoloog. Algemene aandachtspunten Overtuig je van de juiste patiënt
Nadere informatieEcho s in de verloskunde. November 2015 M. Kelderman Echoscopiste prenatale diagnostiek
+ Echo s in de verloskunde November 2015 M. Kelderman Echoscopiste prenatale diagnostiek + Echo s 6 tot 14 weken Vitaliteits echo Termijn echo Datering o.b.v. 1e dag L.M. is onjuist Tussen 8+4 en 12+6
Nadere informatieVSV Preventie groep B streptokokken ziekte neonaat september 2011
VSV Preventie groep B streptokokken ziekte neonaat september 2011 1.0 EPIDEMIOLOGIE In Nederland is circa 20% van alle zwangeren draagster van GBS. Naar schatting zal gemiddeld 50% van alle kinderen, van
Nadere informatieONBEHEERDE AFDRUK. Bloedgroep antagonisme bij neonaten -Rhesus protocol. LUMC\3. Zorg\Willem-Alexander Kinderziekenhuis
LUMC\3. Zorg\Willem-Alexander Kinderziekenhuis ONBEHEERDE AFDRUK Bloedgroep antagonisme bij neonaten -Rhesus protocol Versie 20 Publicatiedatum vrijdag 9 februari 2018, 09:13:51 Status Gepubliceerd Afdeling
Nadere informatiezwangerschapsdiabetes
op de grens van de 2e lijn? belangenverstrengelingen aangaande deze bijeenkomst heb ik niet mj muis Langerhans-symposium 12 & 14 juni 2018 Marian Muis internist-endocrinoloog programma Definities Fysiologie
Nadere informatiePer 1 juli 2011 wordt de de Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie
Anneke de Regt Maart Bloedbeeld 3 Per 1 juli 2011 wordt de de Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie aangepast en zal ook bij Sanquin via foetaal maternaal DNA het RhD antigeen van
Nadere informatieZwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht
Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B
Nadere informatieRegiobijeenkomst. Trisomie 13/18
Regiobijeenkomst Trisomie 13/18 Programma 14.00-14.20u Achtergrond / biochemie / testeigenschappen Mw. Drs. M. Engels, screeningscoördinator VUmc 14.20 14.50u Echoscopische bevindingen in eerste / tweede
Nadere informatieVSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme
VSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteur Verloskunde, kraamzorg, kindergeneeskunde Alle leden aangesloten bij
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 146 Klinische en immunologische aspecten van pretransplantatie bloedtransfusies Inleiding Bloedtransfusies worden in de meeste gevallen gegeven aan patiënten die een tekort hebben
Nadere informatieVSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0
Ketenprotocol Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits 1 Inleiding Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 opgericht ter verbetering van de verloskundige zorg in
Nadere informatieEerste ervaringen: Screening week 27
Eerste ervaringen: Screening week 27 Heleen Woortmeijer Sanquin, afdeling IHD H.Woortmeijer@sanquin.nl 17 februari 2012 1 Eerste ervaringen: Screening week 27 Inleiding HZFP Oude Screeningsprogramma Nieuwe
Nadere informatieHet vóórkomen van irregulaire antistoffen in de zwangerschap; een prospectief onderzoek in de regio s-hertogenbosch
31 Zandstra DF, Stoutenbeek CP. The virtual absence of stress-ulceration related bleeding in ICU patients receiving prolonged mechanical ventilation without any prophylaxis. A prospective cohort study.
Nadere informatieRhesus-bloedgroep tijdens de zwangerschap Wat moet u weten?
Rhesus-bloedgroep tijdens de zwangerschap Wat moet u weten? Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl U herkent de bevolkingsonderzoeken
Nadere informatieSCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP
SCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP SCHILDKLIERFUNCTIETESTEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP Wat is de normale range voor TSH in elk trimester? [2012] Trimester-specifieke, per centrum bepaalde, normaalwaarden
Nadere informatieRhesusbloedgroep. tijdens de zwangerschap. Wat moet u weten?
Rhesusbloedgroep tijdens de zwangerschap Wat moet u weten? U bent zwanger en kortgeleden is uw bloed onderzocht. Het laboratorium heeft gevonden dat u bloedgroep Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief
Nadere informatieAangepaste NVOG SEO modelprotocol & veranderingen in GUO indicaties
Aangepaste NVOG SEO modelprotocol & veranderingen in GUO indicaties Mireille Bekker Medisch adviseur SPSRU Coördinator Foetale Geneeskunde UMCU, gynaecoloog MODELPROTOCOL SEO Stamt uit 2012 Nieuwe inzichten
Nadere informatieEen zwangere vrouw met een gemengde erytrocytenpopulatie bij de bloedgroepbepaling
Een zwangere vrouw met een gemengde erytrocytenpopulatie bij de bloedgroepbepaling Auteurs Trefwoorden J.A.P. Bons, S.J.M. Rouwette, R.J.M.H.E. Straat, J.P.M. Offermans en Y.C.M. Henskens bloedgroepantigenen,
Nadere informatiePrenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie
Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie Inleiding: het bevolkingsonderzoek PSIE Medisch adviseur RIVM RCP 1 Inhoud PSIE-programma RIVM-RCP: resultaten PSIE aandachtspunten Veranderingen
Nadere informatiePROTOCOL DREIGENDE PARTUS
PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PREMATURUS Definitie We spreken van een dreigende partus prematurus wanneer er sprake is van gebroken vliezen en/of contracties bij een amenorroeduur tussen de 24 en 36+6 weken.
Nadere informatieBeleid van pretransfusietesten voor zuigelingen jonger dan 4 M Standpuntenverklaring DvB
Beleid van pretransfusietesten voor zuigelingen jonger dan 4 M Standpuntenverklaring DvB Dr. A. Vanhonsebrouck WVTV congres Bloedafnames-transfusies bij laag geboortegewicht (VLBI) Arch Dis Child 200,
Nadere informatie24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst
24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam
Nadere informatieControles tijdens de zwangerschap
Controles tijdens de zwangerschap Tijdens de zwangerschap worden de volgende onderzoeken uitgevoerd: Beoordelen van de groei van de baarmoeder Bij elk bezoek wordt de groei van de baarmoeder nagegaan.
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatieNIPT Regionale bijeenkomst AMC
NIPT Regionale bijeenkomst AMC 28 maart 2014 Deskundigheidsbevordering NIPT i.v.m. counseling prenatale screening Marion van Hoorn perinatoloog & Lidewij Henneman senior onderzoeker Disclosure belangen
Nadere informatieTTS & TAPS. Dr. Jim van Eyck, gynaecoloog-perinatoloog Isala Zwolle. 10 perinatale centra in Nederland. Hoog risico zwangerschap TTS & TAPS
Dr. Jim van Eyck, gynaecoloog-perinatoloog Isala Zwolle 10 perinatale centra in Nederland Hoog risico zwangerschap 2006 2014 1 Ontstaan Siamese tweeling twee-eiig 65% een-eiig 35% tussen 1975 en 2002 toename
Nadere informatiePrenatale Screening. Infectieziekten en Erytrocyten- immunisatie (PSIE)
Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocyten- immunisatie (PSIE) Procesmonitor 2013 Belangrijkste resultaten Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE) over 2013 C.P.B.
Nadere informatieHEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014
HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met
Nadere informatieBloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Gynaecologie Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Korte beschrijving... 3 Meer informatie... 4 Meer informatie over de rhesusfactor... 5 Meer informatie
Nadere informatiepagina 1 van 6 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Minder leven voelen Medische Werkinstructie Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie:
Nadere informatieBloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
Gynaecologie Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Korte beschrijving... 3 Meer informatie... 4 Meer informatie over de rhesusfactor... 5 Meer informatie
Nadere informatieFoetale therapie in Nederland
STAND VAN ZAKEN Foetale therapie in Nederland Dick Oepkes Met echoscopisch onderzoek kunnen veel afwijkingen van de foetus tijdens de zwangerschap worden vastgesteld. Enkele foetale ziekten kunnen ook
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) The human immune response to Rh antigens Dohmen, S.E. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The human immune response to Rh antigens Dohmen, S.E. Link to publication Citation for published version (APA): Dohmen, S. E. (2008). The human immune response to
Nadere informatiePrenatale Screening. Infectieziekten en Erytrocyten- immunisatie (PSIE)
Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocyten- immunisatie (PSIE) Proces Monitor 2012 Belangrijkste resultaten Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE) over 2012 C.P.B.
Nadere informatie