CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT 17 SEPTEMBER 2004

Transcriptie

1 CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT 17 SEPTEMBER 2004 Openbare zitting van de veertiende Kamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg van het gerechtelijk arrondissement Turnhout, Inzake: Openbaar Ministerie ZAAK I: Als beklaagden: Pieter T, Paul D naar deze Rechtbank verwezen door bevel van de Raadkamer. BEKLAAGD VAN: Om de misdaad of het wanbedrijf uitgevoerd te hebben of om aan de uitvoering ervan rechtstreeks medegewerkt te hebben om, door enige daad, tot de uitvoering zodanige hulp verleend te hebben dat zonder zijn bijstand het misdrijf niet kon gepleegd worden. Te Turnhout op 11 oktober 2001 A/ Buiten de gevallen in de artikelen 510 tot 520 van het Strafwetboek genoemd, door welk middel ook, gebouwen, bruggen, dijken, straatwegen, spoorwegen, sluizen, magazijnen, werkplaatsen, loodsen, schepen, vaartuigen, vliegtuigen of andere kunstwerken of bouwwerken die een andere, namelijk de Marokkaanse gemeenschap toebehoren, geheel of ten dele te hebben vernield. B/ Bij inbreuk op de artikelen 3, 13, 17, 20 van de wet van 3 januari 1933, zoals gewijzigd bij de wet van 30 januari 1991, zonder een wettige reden te kunnen doen gelden een jacht- of sportwapen gedragen te hebben, namelijk een jachtwapen Rottweil en een jachtwapen Armi Sabatti. C/ Bij inbreuk op de artikelen 1 lid 1 en lid 2, 2 en 6 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, zoals gewijzigd bij de wet van 12 april 1994, in openbare bijeenkomsten of plaatsen, heeft aangezet tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld jegens de Marokkaanse gemeenschap, wegens het ras, de huidskleur, de afkomst of de nationale of etnische afstamming van de leden of van sommigen onder hen. Als burgerlijke partij: het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, ingevolge burgerlijke partijstelling bij akte verleden voor Onderzoeksrechter Lammens te Turnhout dd ZAAK II: Als beklaagden: Dimitri G, Pieter T, naar deze Rechtbank verwezen door bevel van de Raadkamer. BEKLAAGD VAN: DE EERSTE Te Arendonk op 14 oktober 2001 A/ Opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan Emil A en Mohamed K die voor deze een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hadden. B/ Opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan Noresh B Correctionele rechtbank van Turnhout, 17 september

2 C/ Bij inbreuk op de art. 1 lid 1 en lid 2, 1 en 6 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, zoals gewijzigd bij de wet van 12 april 1994, in openbare bijeenkomsten of plaatsen, te hebben aangezet tot discriminatie, haat of geweld jegens Emil A, Mohamed K en Noresh B wegens hun ras, hun huidskleur, hun afkomst, of hun nationale of etnische afstamming. De eerste en de tweede Te Turnhout op 3 augustus 2000 D/ Opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan Soliman H en een onbekende Als burgerlijke partij: Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, ingevolge burgerlijke partijstelling bij akte verleden voor Onderzoeksrechter Vrints dd ZAAK III: Als beklaagden: Dimitri G, BEKLAAGD VAN: te Arendonk op 4 augustus Opzettelijk verwondingen of slagen to hebben toegebracht aan Patrick S, die voor deze een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hadden. ZAAK IV: Als beklaagden: Dimitri G, BEKLAAGD VAN: te Arendonk op 9 februari 2002 Bij inbreuk op de art. 1, 2, 11 en art 28 van het K.B. van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen, genomen in uitvoering van artikel 1 en strafbaar gesteld bij art. 2bis, 4, 6 en 9 van de wet van 24 februari 1921, gewijzigd bij de wetten van 11 maart 1958 en 9 juli 1975, betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, zonder voorafgaande vergunning van de Minister van Volksgezondheid, de hiernavermelde verdovingsmiddelen onder bezwarende titel of om niet vervaardigd, in bezit gehad, verkocht of to koop gesteld, afgeleverd of aangeschaft te hebben, en dit buiten elke aankoop of bezit krachtens geneeskundige voorschrift, namelijk: cannabis. * * * * * Gezien ons vonnis dd , waarbij de zaken gekend onder de I, II, III en IV werden gevoegd, aan de burgerlijke partij akte werd verleend van haar stelling en alvorens verder recht te doen voor beklaagden Paul D en Dimitri G een maatschappelijk onderzoek werd bevolen. Gezien ons vonnis dd , waarbij de heropening der debatten werd bevolen, gezien beklaagde Paul D om medische redenen geen medewerking aan het maatschappelijk onderzoek kon verlenen. Gezien ons vonnis dd , waarbij alvorens verder recht te doen voor beklaagden Pieter T, Paul D en Dimitri G een maatschappelijk onderzoek werd bevolen. Gelet op de rapporten van maatschappelijke enquêtes. Gezien de stukken van de reeds gevoegde dossiers; Gelet op de herneming voor deze zetel en de behandeling dezer zaken ter openbare zitting van 18 juni Gehoord de burgerlijke partij in haar middelen en uitleg; Correctionele rechtbank van Turnhout, 17 september

3 Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn vordering. Gehoord beklaagden in hun verdedigingsmiddelen, 1. Strafgebied: De feiten onder de tenlasteleggingen A en B van I en tenlastelegging D van II zijn bewezen in hoofde van beklaagden Pieter T gelet op de objectieve elementen van het strafdossier. Het is bewezen dat beklaagde Paul D zich op de gemelde plaats en datum heeft schuldig gemaakt aan de feiten der tenlasteleggingen A en B van I blijkens de gegevens van het strafdossier; Ook de feiten onder de tenlastelegging C van I zijn bewezen in hoofde van beklaagden Paul D en Pieter T, blijkens de gegevens van het strafdossier, zo onder meer de eigen verklaring van beklaagde Pieter T en de verklaring van getuige EY; Het is eveneens bewezen dat beklaagde Dimitri G zich op de gemelde plaats en datum heeft schuldig gemaakt aan de feiten der tenlasteleggingen A, B, C en D van II en de feiten der tenlastelegging van III blijkens de gegevens van het strafdossier. Wat betreft de feiten onder de tenlastelegging van IV verklaarde beklaagde Dimitri G dat de bij hem aangetroffen cannabis bestemd was voor eigen gebruik. Uit geen enkel objectief element van het strafdossier blijkt het tegendeel. Beklaagde G werd in het verleden nog niet veroordeeld wegens inbreuken op de drugwetgeving. De straf ten tijde van het plegen van de feiten verschilt van de straf ten tijde van het vonnis zodat bij toepassing van artikel 2 van het Strafwetboek de minst zware straf wordt toegepast. De feiten onder de tenlastelegging van IV worden, indien bewezen, conform artikel 2ter van de Wet van 24 februari 1921 gestraft met een geldboete van 15 tot 25 euro en maken bijgevolg een overtreding uit. Gelet op de verjaringstermijn van 6 maanden voor overtredingen zijn de feiten onder de tenlastelegging, dewelke dateren van 9 februari 2002, verjaard. De bewezen verklaarde feiten vermengen zich in hoofde van de beklaagden Pieter T, Paul D en Dimitri G als gepleegd zijnde met eenzelfde strafbaar opzet, zodat bij toepassing van artikel 65 Sw. slechts een straf, namelijk deze van toepassing op het zwaarste misdrijf, dient te worden uitgesproken. De feiten gepleegd door beklaagden Pieter T, Paul D en Dimitri G zijn bijzonder ernstig. Zij pleegden door racisme ingegeven gewelddaden tegen personen van een ander ras, huidskleur en afkomst en geven hierdoor voeding aan een klimaat van onverdraagzaamheid jegens hen. De racistische motieven blijken bovendien tevens uit de uitgevoerde maatschappelijke onderzoeken. Hiermee rekening houdend alsook met het strafrechterlijk verleden van beklaagden Pieter T, Paul D en Dimitri G en de resultaten van het maatschappelijk onderzoek, komt de hiernavolgende bestraffing voor de bewezen verklaarde feiten gepast voor. Gezien beklaagde Paul D verklaarde dat hij voor het plegen der feiten onder de tenlasteleggingen van bundel I zijn smoke-vest heeft aangetrokken en droeg bij het plegen van deze feiten, wordt dit verbeurd verklaard en niet teruggegeven aan de beklaagde. De verbeurdverklaring wordt bevolen van de goederen, eigendom van beklaagde Paul D en dienstig voor het plegen der tenlasteleggingen van I zoals opgesomd op de inventaris der in beslag genomen voorwerpen, neergelegd ter griffie van deze Rechtbank en er ingeschreven in het register ad hoc aldaar. De teruggave wordt bevolen van de posten 3, 5 en 7 van O.S. Correctionele rechtbank van Turnhout, 17 september

4 II. Burgerlijk gebied: 1. De vordering van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding opzichtens Pieter T en Paul D. Het CGKR vordert een vergoeding van 500 euro, moreel en materieel vermengd. Beklaagden T en D miskenden door hun daden de doelstellingen van het CGKR waardoor zij persoonlijk schade heeft geleden. Door het CGKR wordt geen materiele schade bewezen zodat enkel een vergoeding voor morele schade wordt toegekend. Een vergoeding van l euro ex aequo et bono voor morele schade wordt toegekend. Er zijn geen redenen voorhanden om dit bedrag provisioneel toe te kennen. 2. De vordering van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding opzichtens Dimitri G en Pieter T Het CGKR vordert een vergoeding van 500 euro, moreel en materieel vermengd. Beklaagden T en D miskenden door hun daden de doelstellingen van het CGKR waardoor zij persoonlijk schade heeft geleden. Door het CGKR wordt geen materiele schade bewezen zodat enkel een vergoeding voor morele schade wordt toegekend. Een vergoeding van 1 euro ex aequo et bono voor morele schade wordt toegekend. Er zijn geen redenen voorhanden om dit bedrag provisioneel toe te kennen. Gezien de bepalingen ( ) OM DEZE REDENEN, DE RECHTBANK, vonnissende op TEGENSPRAAK: In hoofde van beklaagde Pieter T: Veroordeelt beklaagde wegens voormelde vermengde tenlasteleggingen A, B en C van I en tenlastelegging D van II tot een gevangenisstraf van TWAALF MAANDEN en een geldboete van 100 EURO: Boete vervangbaar bij gebrek aan betaling binnen de wettelijke termijn door een gevangenisstraf van dertig dagen. Zegt voor recht dat voormelde geldboete verhoogd wordt met 1990 opdeciemen en gebracht wordt op: 495, 79 euro. En aangezien beklaagde nog geen veroordeling opgelopen heeft tot een criminele of een correctionele straf van meer dan twaalf maanden gevangenisstraf en een maatregel van genadigheid van aard is om zijn verbetering te doen hopen; Gezien art. 8 van de wet van 29 juni 1964, gewijzigd door de wet van 10 februari 1994; verleent probatie-uitstel van uitvoering gedurende een periode van drie jaar, voor de gehele uitgesproken gevangenisstraf met uitzondering van het reeds ondergane gedeelte bij wijze van voorhechtenis, en een gedeelte van vijftig euro der uitgesproken geldboete of vijftien dagen plaatsvervangende gevangenisstraf, dit alles onder de voorwaarden: Correctionele rechtbank van Turnhout, 17 september

5 actief meewerken aan de begeleiding door de justitieassistent en stipt gevolg geven aan de oproepingen van de justitieassistent en de Probatiecommissie of deze onmiddellijk te contacteren voor een nieuwe afspraak, bij verandering van woon- en/of verblijfplaats de justitieassistent tevoren inlichten; in overleg met de justitieassistent een assertiviteitstraining volgen. In hoofde van beklaagde Paul D: Verklaart de feiten lastens beklaagde gelegd bewezen. Legt aan beklaagde, wegens de voormelde vermengde tenlasteleggingen A - B en C van I, een werkstraf op met een duurtijd van 60 uren. Zegt voor recht - ingeval voormelde werkstraf niet zal worden uitgevoerd binnen de wettelijke termijn - deze zal worden vervangen door een gevangenisstraf van zes maanden. Aanzoekt de bevoegde probatieassistent conform artikel 37 quinqies 1 en 3 van het strafwetboek een voor beklaagde passende activiteit te bepalen In hoofde van beklaagde Dimitri G: Verklaart de strafvordering wat betreft de feiten onder de tenlastelegging van IV vervallen door verjaring. Veroordeelt beklaagde wegens voormelde vermengde tenlasteleggingen A, B, C en D van II en de feiten der tenlastelegging van III tot een gevangenisstraf van TWAALF MAANDEN en een geldboete van 100 EURO. Boete vervangbaar bij gebrek aan betaling binnen de wettelijke termijn door een gevangenisstraf van dertig dagen. Zegt voor recht dat voormelde geldboete verhoogd wordt met 1990 opdeciemen en gebracht wordt op: 495, 79 euro. En aangezien beklaagde nog geen veroordeling opgelopen heeft tot een criminele of een correctionele straf van meer dan twaalf maanden gevangenisstraf en een maatregel van genadigheid van aard is om zijn verbetering te doen hopen; Gezien art. 8 van de wet van 29 juni 1964, gewijzigd door de wet van 10 februari 1994; verleent probatie-uitstel van uitvoering gedurende een periode van drie jaar, voor de gehele uitgesproken gevangenisstraf en een gedeelte van vijftig euro der uitgesproken geldboete of vijftien dagen plaatsvervangende gevangenisstraf, dit alles onder de voorwaarden: actief meewerken aan de begeleiding door de justitieassistent en stipt gevolg geven aan de oproepingen van de justitieassistent en de Probatiecommissie of deze onmiddellijk te contacteren voor een nieuwe afspraak; bij verandering van woon- en/of verblijfplaats de justitieassistent tevoren inlichten; zich onthouden van druggebruik, in overleg met de justitieassistent deelnemen aan het leerproject "Dader in zicht"; in overleg met de justitieassistent deelnemen aan het leerproject "Budgetteren en administratie", georganiseerd door het Centrum voor Basiseducatie te Turnhout, Verwijst tot de kosten van het proces: ( ) Verwijst beklaagde Pieter T, Paul D en Dimitri G, ingevolge art. 1 van het Koninklijk Besluit van 29 juli 1992 (gew. K.B. 23 december 1993), ieder tot betaling van een vergoeding van vijfentwintig euro. Correctionele rechtbank van Turnhout, 17 september

6 Verwijst beklaagde Pieter T, Paul D en Dimitri G, bovendien, ieder tot betaling van eenmaal een bijdrage van tien euro, te verhogen met 45 opdeciemen, hetzij vijfenvijftig euro, tot financiering van het Fonds tot Hulp aan de Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, Beveelt verbeurd de goederen, eigendom van beklaagde Paul D en dienstig voor het plegen der tenlasteleggingen van I zoals opgesomd op de inventaris der in beslag genomen voorwerpen, Beveelt de teruggave aan beklaagde Paul D de voorwerpen, neergelegd ter griffie van deze Rechtbank en er ingeschreven in het register ad hoc aldaar. Burgerlijk gebied: Verklaart de vorderingen van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding ontvankelijk en deels gegrond, Veroordeelt Pieter T tot betaling aan het CGKR van het bedrag van 2;00 euro definitief, te vermeerderen met de gerechtelijke intresten vanaf heden tot op de dag der algehele betaling en de kosten deze partij, begroot op nihil. Veroordeelt Paul D tot betaling aan het CGKR van het bedrag van 1,00 euro definitief, te vermeerderen met de gerechtelijke intresten vanaf heden tot op de dag der algehele betaling en de kosten deze partij, begroot op nihil. Veroordeelt Dimitri G tot betaling aan het CGKR van het bedrag van 1,00 euro definitief, to vermeerderen met de gerechtelijke intresten vanaf heden tot op de dag der algehele betaling en de kosten deze partij, begroot op nihil. Correctionele rechtbank van Turnhout, 17 september