Getting (th)inspired?! Inspiratie door het slankheidsideaal in de media en de invloed op lichaamsbeeld. Nèjet Aïssa. Universiteit van Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Getting (th)inspired?! Inspiratie door het slankheidsideaal in de media en de invloed op lichaamsbeeld. Nèjet Aïssa. Universiteit van Amsterdam"

Transcriptie

1 Getting (th)inspired?! Inspiratie door het slankheidsideaal in de media en de invloed op lichaamsbeeld Nèjet Aïssa Universiteit van Amsterdam Masterthesis - Youth & Media Graduate School of Communication Nèjet Aïssa Begeleider: Dr. H.G.M. Vossen Datum: 30 januari 201

2 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 2 Samenvatting Deze studie onderzocht bij welke jongvolwassen vrouwen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media een positieve invloed had op lichaamstevredenheid. Hierbij werd de modererende invloed van preoccupatie met het lichaam getoetst. Ook is bestudeerd of inspiratie een onderliggend proces is en in hoeverre dit proces verloopt via de psychologische mechanismen identificatie en internalisatie. Een vragenlijst is afgenomen onder 252 jongvolwassen Nederlandse vrouwen (18-25 jaar). De resultaten laten zien dat er geen direct verband is tussen blootstelling aan slanke mediamodellen en lichaamstevredenheid. Een interactie-effect van blootstelling aan het slankheidsideaal en preoccupatie met het lichaam wordt eveneens niet gevonden. Ten slotte werd geconcludeerd dat identificatie en internalisatie geen onderliggende mechanismen zijn van inspiratie. Uit de analyse bleek onverwachts een indirect negatief verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en lichaamstevredenheid via internalisatie van de slankheidsnorm. Geconcludeerd wordt dat er inderdaad sprake is van internalisatie van de slankheidsnorm, maar dit betekent in tegenstelling tot de verwachtingen niet dat vrouwen die veel met hun lichaam bezig zijn deze norm ook als positief ervaren. De studie laat zien dat het proces van beïnvloeding door de media complex is en dat de inspiration theory verder getoetst moet worden om effecten te kunnen vaststellen en verklaren.

3 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 3 Getting (th)inspired?! Inspiratie door het slankheidsideaal in de media en de invloed op lichaamsbeeld Hedendaagse media spelen een belangrijke rol bij het verspreiden van het heersende slankheidsideaal voor vrouwen. Zij leggen de nadruk op het dunne ideale lichaamsbeeld voor vrouwen en benadrukken dat het belangrijk is voor westerse vrouwen te voldoen aan deze slankheidsnorm (Botta,1999). Wetenschappelijk onderzoek over het effect van blootstelling aan het slankheidsideaal in de media laat conflicterende resultaten zien. Een deel van de onderzoeken concluderen dat er sprake is van een negatief effect; na blootstelling aan slanke mediamodellen blijken vrouwen minder tevreden te zijn over hun eigen lichaam (Anschütz, Van Strien & Engels, 2011; Birkeland et al., 2005; Halliwell & Dittmar, 2004; Irving, 1991; Stice & Shaw, 1994). Een beperking van veel studies is echter de veronderstelling dat alle vrouwen hetzelfde reageren op blootstelling aan het slankheidsideaal. Individuele verschillen die invloed uitoefenen op de relatie tussen blootstelling en de beoordeling van het eigen lichaam worden regelmatig genegeerd. Zo laten een aantal recente studies zien dat sommige vrouwen juist positiever denken over hun eigen lichaam, na blootstelling aan slanke mediamodellen (Joshi, Herman & Polivy, 2004; Mills, Polivy, Herman & Tiggemann, 2002). Individuele verschillen in preoccupatie met het lichaam, bijvoorbeeld door structureel te lijnen, blijken een mogelijke rol te spelen in het beïnvloedingsproces (Mills et al., 2002). Vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam hebben een positiever lichaamsbeeld na het zien van slanke mediamodellen dan wanneer zij worden blootgesteld aan mediamodellen met een gemiddeld lichaamsgewicht. Dit effect kan verklaard worden doordat blootstelling aan slanke mediamodellen voor deze groep vrouwen inspirerend werkt (Mills et al., 2002). Ondanks de eerste aanwijzingen dat individuele verschillen het verband tussen blootstelling en lichaamstevredenheid beïnvloeden is er nog weinig bekend over het proces van inspiratie en de specifieke individuele verschillen die hierbij een rol spelen. Zodoende er is in de wetenschap behoefte aan meer empirische kennis over het proces van inspiratie en de psychologische mechanismen die hieraan ten grondslag liggen. Daarbij moet de modererende

4 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 4 invloed van preoccupatie met het lichaam nader bestudeerd worden. Met betrekking tot de onderliggende mechanismen van inspiratie pleit Anschütz (2011) ervoor dat de invloed van identificatie met slanke mediamodellen als onderliggend mechanisme van inspiratie nader bestudeerd wordt. Een tweede mechanisme dat volgens Anschütz (2011) meer aandacht dient te krijgen is het proces van internalisatie, waarbij het slankheidsideaal in de media door vrouwen als positief wordt ervaren en wordt beschouwd als persoonlijke norm. Op basis van de huidige stand van zaken in het onderzoeksveld luidt de centrale onderzoeksvraag in deze studie: Bij welke vrouwen heeft blootstelling aan het slankheidsideaal in de media een positieve invloed op lichaamstevredenheid en is inspiratie hierbij een onderliggend mechanisme? Theoretisch kader De meerderheid van het wetenschappelijk onderzoek bestudeert de negatieve invloed van blootstelling aan het slankheidsideaal in de media op (jonge) vrouwen. Over het algemeen laten deze studies zien dat er inderdaad sprake is van een negatief effect; na blootstelling aan slanke mediamodellen blijken vrouwen minder tevreden over hun eigen lichaam te zijn doordat zij zichzelf vergelijken met een kleine niet-representatieve groep (Birkeland et al., 2005; Halliwell & Dittmar, 2004; Irving, 1991; Stice & Shaw, 1994). Zo concluderen Stice en Shaw (1994) dat jonge vrouwen significant meer negatieve emoties en lichaamsontevredenheid ervaren na het zien van slanke modellen in modetijdschriften. Posavac Posavac en Posavac (1998) constateren dat vrouwen die blootgesteld worden aan beeldmateriaal met slanke ideale mediamodellen negatiever denken over hun eigen gewicht en lichamelijke kenmerken dan vrouwen die neutraal beeldmateriaal te zien krijgen. Birkeland en collega s (2005) onderzochten de verschillen tussen blootstelling aan twee soorten advertenties. In de eerste advertentie werd het product getoond door een slank model en in de tweede advertentie werd enkel het product gepresenteerd. Uiteindelijk werd geconcludeerd dat de lichaamsontevredenheid hoger was bij de vrouwen die waren blootgesteld aan de advertentie met het slanke model dan bij vrouwen die de advertentie hadden gezien waarin alleen het product werd getoond. Op basis van deze bevindingen is de meest gangbare theorie uit het onderzoeksveld ontwikkeld; de negative

5 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 5 contrast theory (Thornton & Maurice, 1999; Thornton & Moor, 1993). Deze theorie is gebaseerd op de sociale vergelijkingstheorie van Festinger (1954). Volgens de sociale vergelijkingstheorie wordt het zelfconcept van de mens gevormd door een proces van sociale vergelijking. Doordat mensen zichzelf vergelijken met relevante anderen in de omgeving wordt inzicht verkregen in persoonlijke competenties. Relevante anderen kunnen mensen zijn in de directe omgeving, zoals familieleden en vrienden, maar ook personen in de indirecte omgeving, zoals mediapersoonlijkheden. Twee centrale vraagstukken vormen de kern van de sociale vergelijkingstheorie; (1) wanneer maken mensen gebruik van sociale vergelijking en (2) met wie vergelijken mensen zich? Over het algemeen wordt sociale vergelijking ingezet als een objectieve standaard om zichzelf te meten ontbreekt en wanneer mensen onzeker zijn. Het antwoordt op de tweede vraag hangt af van drie aspecten; het doel van de sociale vergelijking, welke informatie mensen nodig hebben en de specifieke situatie waarin de sociale vergelijking plaatsvindt. Mensen kunnen zowel gebruikmaken van neerwaartse sociale vergelijking als opwaartse sociale vergelijking. De functie van neerwaartse sociale vergelijking is versterking van het ego en de eigen identiteit. Het zelfvertrouwen wordt bevorderd doordat men zichzelf vergelijkt met relevante anderen die slechter presteren dan zijzelf. De zelfverbeteringsstrategie functioneert als bescherming van de eigenwaarde (Aronson, Wilson & Akert, 2010). Opwaartse sociale vergelijking heeft een andere functie. Wanneer men wil beoordelen wat de hoogst mogelijke prestatie is die zij aspireren op een bepaald gebied wordt gebruikgemaakt van opwaartse sociale vergelijking. Men vergelijkt zichzelf met relevante anderen die in hun ogen beter presteren dan zijzelf. Hierdoor wordt inzicht verschaft in het hoogst haalbare op dat gebied. Deze informatie geeft mensen de kans te fantaseren over de mogelijkheid dat zijzelf ook zo hoog presteren. Tegelijkertijd kan opwaartse vergelijking een negatieve uitwerking hebben omdat mensen zich ervan bewust worden dat bepaalde doelen niet haalbaar zijn. Volgens de negative contrast theory maken vrouwen bij het zien van slanke mediamodellen ook gebruik van opwaartse sociale vergelijking (Botta, 1999). Zij vergelijken zichzelf met een kleine niet-representatieve groep vrouwen in de media die voldoen aan het westers slankheidsideaal. Sociale vergelijking met slanke mediamodellen is relevant omdat vrouwen verwachten dat zij

6 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 6 door de omgeving beoordeeld worden op basis van de heersende slankheidsnorm. Echter voldoet de gemiddelde vrouw, in tegenstelling tot de slanke modellen in de media, niet aan de huidige slankheidsnorm waardoor een discrepantie ontstaat. Volgens de negative contrast theory ontwikkelen vrouwen door de discrepantie tussen het eigen lichaam en het slanke lichaam van mediamodellen een negatiever lichaamsbeeld (Geiselman, Haight & Kimata, 1984; Thornton & Maurice, 1999; Thornton & Moore, 1993). Op basis van deze bevindingen luidt de eerste hypothese in dit onderzoek: H1: Er is een negatief verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media en lichaamstevredenheid. Inspiratie theorie Ondanks dat de negative contrast theory veelvuldig wordt ondersteund blijkt uit recent onderzoek dat niet alle vrouwen zich slechter voelen over hun eigen lichaam na blootstelling aan slanke mediamodellen. Sommige vrouwen ontwikkelen juist een positiever lichaamsbeeld (Joshi et al., 2004; Mills et al., 2002). Gebaseerd op deze bevindingen is een alternatief voor de negative contrast theory geformuleerd; de inspiration theory (Mills et al., 2002), De inspiration theory veronderstelt dat blootstelling aan slanke mediamodellen op sommige vrouwen een inspirerende uitwerking heeft (Collins, 1996; Mills, Herman & Tiggemann, 2002). Hierbij spelen individuele verschillen in preoccupatie met het lichaam een belangrijke rol. Zo blijkt dat vrouwen die in het dagelijks leven bovengemiddeld veel aandacht besteden aan hun lichaam, bijvoorbeeld door structureel te lijnen, zich juist laten inspireren door slanke mediamodellen (Mills et al., 2002). Ook hier wordt gebruik gemaakt van opwaartse sociale vergelijking maar het proces verloopt anders dan bij de negative contrast theory omdat blootstelling aan het slankheidsideaal voor deze vrouwen in sterke mate persoonlijk relevant is. Nu is er sprake van opwaartse sociale vergelijking met slanke mediamodellen die representatief staan van een persoonlijk doel, namelijk voldoen aan het slankheidsideaal. Vrouwen die structureel lijnen kunnen door middel van opwaartse sociale vergelijking fantaseren over hoe zij doelen voor hun eigen lichaam en uiterlijk kunnen bereiken. Door deze staat van tijdelijke thinness fantasy raken

7 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 7 vrouwen geïnspireerd de persoonlijke doelen ook echt te behalen (Myers & Biocca, 1992). De sterke overtuiging door inspiratie zorgt ervoor dat deze groep vrouwen (tijdelijk) een positiever beeld van het eigen lichaam creëren (Mills et al., 2002). Op basis van deze bevindingen is de tweede hypothese opgesteld: H2: Het verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en lichaamstevredenheid wordt gemodereerd door de mate van preoccupatie met het lichaam. Er wordt een positief verband verwacht voor vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam. Onderliggende mechanismen van het inspiratieproces Ondanks dat inspiratie door slanke mediamodellen een positieve uitkomst lijkt, moet benadrukt worden dat vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam mogelijk een onrealistisch lichaamsbeeld internaliseren. Op lange termijn kan dit de ontwikkeling van ongezond eetgedrag vergroten (Harrison & Cantor, 1997). Juist daarom is het belangrijk om te onderzoeken hoe dit positieve effect verklaard kan worden. Met ander woorden; Welke onderliggende mechanismen liggen ten grondslag aan inspiratie door slanke mediamodellen? Dit huidige onderzoek gaat daarom dieper in op de werking van het proces van inspiratie door twee psychologische mechanismen te bestuderen: identificatie met slanke mediamodellen en internalisatie van het slankheidsideaal. Het is mogelijk dat deze mechanismen ten grondslang liggen aan inspiratie. Voorafgaand wordt verondersteld dat voornamelijk vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam zich geïnspireerd voelen door slanke mediamodellen. Daarom zijn de hypothesen en analyses over de onderliggende mechanismen van inspiratie toegespitst op deze groep vrouwen. Identificatie. Een mogelijk onderliggend mechanisme van inspiratie is de mate waarin vrouwen zich willen identificeren met slanke mediamodellen (Anschütz, 2011). Dit mechanisme wordt in de literatuur wishful identification genoemd (Moyer-Gus, 2008). Wishfull identification omvat het sterke verlangen om echt te zijn zoals relevante anderen, zoals de slanke vrouwen in de media. Een individu wil het gedrag van het slanke mediamodel imiteren, kijkt tegen haar op, vindt haar bijzonder aantrekkelijk en verlangt ernaar hetzelfde te zijn zoals zij (Lonial & Van

8 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 8 Auken, 1986; Moyer-Gus, 2008). Anschütz (2011) verwacht dat de behoefte zich te identificeren met slanke mediamodellen afhangt van de mate waarin vrouwen preoccupatie met hun lichaam laten zien. Vrouwen die in sterkere mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam hebben vermoedelijk sterker de behoefte zich te identificeren met de slanke vrouwen op televisie en in tijdschriften. Het proces van geïnspireerd raken door slanke mediamodellen is vermoedelijk gebaseerd op de mate waarin een individu zich wil identificeren met deze mediamodellen. Het voorgaande leidt tot de volgende hypothese die specifiek gaat over vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam: H3: Het verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media en de lichaamstevredenheid wordt gemedieerd door identificatie met slanke mediamodellen. Internalisatie. Een tweede onderliggend mechanisme van inspiratie door slanke mediamodellen is mogelijk de mate waarin de slankheidsnorm geïnternaliseerd wordt. Internalisatie als sociaal proces houdt in dat mensen bepaalde belangrijke sociale normen en waarden zodanig eigen maken dat deze na verloop van tijd worden beschouwd als persoonlijke richtlijnen waar men zelf voor gekozen heeft. Dit betekent dat de slankheidsnorm als positief wordt ervaren en door sommige vrouwen als persoonlijke norm wordt beschouwd (Anschütz, 2011). In hoeverre vrouwen het slankheidsideaal internaliseren hangt vermoedelijk af van de mate waarin zij gepreoccupeerd zijn met hun lichaam. Verondersteld wordt dat vrouwen die veel aandacht besteden aan hun lichaam zich sterk bewust zijn van de slankheidsnorm, meer druk ervaren aan dit ideaalbeeld te voldoen en daardoor de norm sterker internaliseren dan vrouwen die minder met hun lichaam bezig zijn (Anschütz, 2011). Doordat sommige vrouwen de slankheidsnorm als positief ervaren en overnemen als persoonlijke norm wordt verwacht dat het inspiratieproces versterkt wordt. Het voorgaande leidt tot de laatste hypothese waarbij eveneens vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam centraal staan: H4: Het verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media en de lichaamstevredenheid wordt gemedieerd door internalisatie van de slankheidsnorm.

9 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 9 Omdat in dit onderzoek zowel moderatie door preoccupatie met het lichaam als mediatie door de onderliggende mechanismen van inspiratie gemeten worden, zijn er twee separate modellen opgesteld. In het eerste model (Figuur 1) is het verband tussen blootstelling en lichaamstevredenheid te zien met preoccupatie met het lichaam als moderator. Het tweede model (Figuur 2) toont de relatie tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en tevredenheid over het eigen lichaam specifiek voor vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam. In dit tweede model staat mediatie door inspiratie centraal (op basis van identificatie en internalisatie) omdat verondersteld wordt dat de relatie tussen blootstelling en een sterkere lichaamstevredenheid voor deze groep vrouwen verloopt via inspiratie. Blootstelling aan slankheidsideaal in de media Lichaamstevredenheid Preoccupatie met het lichaam Figuur 1. Model 1 met moderatie door individuele verschillen in preoccupatie met het lichaam Inspiratie Blootstelling aan slankheidsideaal in de media Identificatie met slanke mediamodellen Internalisatie van de slankheidsnorm Lichaamstevredenheid Figuur 2. Model 2 met mediatie door inspiratie gemeten met identificatie en internalisatie Methode Steekproef In de maanden november en december van 2012 hebben in totaal 252 Nederlandse vrouwen in de leeftijdscategorie 18 t/m 25 jaar (M = 22,15, SD = 2,24) deelgenomen aan het onderzoek. Het hoogst genoten opleidingsniveau is als volgt verdeeld: 38,1% middelbare school; 9,9% middelbaar beroepsonderwijs; 16,7% hoger beroepsonderwijs en 34,5% wetenschappelijk onderwijs. De oorspronkelijke sample bestond uit 283 respondenten. Hiervan

10 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 10 zijn 31 mensen uiteindelijk niet meegenomen in de analyse. Dit waren acht mannelijke respondenten, twaalf vrouwelijke respondenten ouder dan 25 jaar en elf respondenten die de vragenlijst niet hebben afgemaakt. De onderzoekspopulatie is geselecteerd aan de hand van statistieken en literatuur over de leeftijdsfase waarin Nederlandse vrouwen een relatief instabiel lichaamsbeeld hebben en in sterkere mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam en lichaamsgewicht. Uit onderzoek blijkt dat 43% van de vrouwen tussen de 18 en 30 jaar structureel gewicht probeert te verliezen door te diëten (Bellisle, Monneuse, Steptoe & Wardle, 1995; Wardle, Haase & Steptoe, 2006). Dit percentage ligt drie keer hoger dan bij adolescente meisjes van 13 t/m 15 jaar. De verschillen zijn te verklaren doordat het volgen van een dieet een frequentere bezigheid wordt bij vrouwen in het begin van de jongvolwassenheid (Bellisle et al., 1995). Daarnaast wordt de periode van jong volwassenheid gekenmerkt door verdergaande verkenning van de identiteit en instabiliteit. Deze aspecten kunnen invloed hebben op het beeld dat jongvolwassen vrouwen hebben van hun eigen lichaam (Arnett, 2004). Op basis van deze gegevens is besloten jongvolwassen vrouwen in de leeftijdscategorie 18 t/m 25 jaar te onderzoeken. Onderzoeksdesign en procedure De centrale onderzoeksvraag en daarbij behorende hypothesen zijn beantwoord aan de hand van een cross-sectioneel onderzoek. De data zijn verzameld op basis van een online vragenlijst die is opgesteld met Qualtrics Online Survey Software. Verschillende (online) netwerken en platforms zijn geraadpleegd om de vragenlijst te verspreiden. Allereerst is de vragenlijst uitgezet op verschillende online fora die gericht zijn op jongvolwassen vrouwen van 18 t/m 25 jaar met diverse achtergronden en interesses (Chicklit.nl, Flair.nl, Girlsscene.nl, Viva.nl en Ze.nl). Daarnaast is de vragenlijst verspreid via sociale media zoals Facebook, Hyves, LinkedIn en Twitter. Ten slotte is de online vragenlijst onder de aandacht gebracht met flyers en postermateriaal dat is ontwikkeld en verspreid door de onderzoeker.

11 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 11 Metingen Blootstelling aan het slankheidsideaal in de media De onafhankelijke variabele in dit onderzoek is blootstelling aan het slankheidsideaal in de media. De mate waarin vrouwen worden blootgesteld aan slanke mediamodellen is gemeten aan de hand van voorgaand onderzoek van Harrison en Cantor (1997) en Harrison (2000). Televisie. Om blootstelling aan het slankheidsideaal via televisie te meten, hebben respondenten allereerst een indicatie gegeven van het aantal dagen dat zij per week naar de televisie kijken. Daarnaast is het aantal uren dat zij dagelijks televisie kijken op een doordeweekse dag (maandag t/m vrijdag) en op een weekenddag (zaterdag en zondag) gerapporteerd. De vragen samen vormen een schaal voor gemiddelde frequentie televisiekijken. Vervolgens is in kaart gebracht in welke mate respondenten kijken naar een selectie programma s uitgezonden op de Nederlandse televisie in de periode september t/m december Dit zijn vijf programma s waarin de meerderheid van de vrouwen voldoen aan het slankheidsideaal (America s Next Topmodel, So You Think You Can Dance, Love in the Wild, De Bachelor en Revenge). Daarnaast zijn vijf programma s geselecteerd waarin een minder sterke representatie van het slankheidsideaal te zien is (The Voice of Holland, Boer zoekt Vrouw, De Wereld Draait Door, The King of Queens en Topchef tegen Sterrenchef). Respondenten hebben op een vijf-punts Likert schaal aangegeven hoe vaak ze programma s bekijken met de antwoordcategorieën: nooit (1); zelden (2); soms (3); vaak (4); en altijd (5). Tijdschriften. Naast blootstelling aan televisie wordt ook bestudeerd hoeveel exemplaren van populaire vrouwentijdschriften worden gelezen. Respondenten geven aan welke titels zij lezen en/of bekijken in een gemiddelde maand. De selectie van tijdschriften bestaat uit vijf titels waarin het slankheidsideaal sterk gerepresenteerd is (Cosmopolitan, Glamour, Grazia, Elle en Vogue) en vijf andere titels waarin een gevarieerder lichaamsbeeld voor vrouwen te zien is (Esta, Opzij, Flair, Viva en 100%NL Magazine). Er is één totaal variabele geconstrueerd voor blootstelling aan het slankheidsideaal in de media op basis van blootstelling aan de tijdschriften en televisieprogramma s.

12 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 12 Lichaamsbeeld Het beeld dat vrouwen hebben van hun eigen lichaam is de afhankelijke variabele in dit onderzoek. Lichaamsbeeld is gemeten aan de hand van zes stellingen die onderdeel uitmaken van de Revised Body-Esteem Scale (Mendelson, White & Meldelson, 1996). Voorbeelden van stellingen zijn: Ik ben best wel tevreden met hoe ik eruit zie en Ik ben tevreden met mijn uiterlijk als ik naar mezelf kijk in de spiegel. De stellingen zijn beantwoord met een vijf-punt Likert schaal waarbij 1 staat voor helemaal mee oneens en 5 staat voor helemaal mee eens. Op basis van een principale componenten factoranalyse is bepaald dat de zes items samen één schaal vormen. De zes items vormen gezamenlijk één component met een eigenwaarde hoger dan 1 (3,93). De schaal verklaart 65,55% van de variantie in de zes items. Ook blijkt uit de betrouwbaarheidsanalyse dat er een betrouwbare schaal geconstrueerd kan worden (α =0,89). Preoccupatie met het lichaam Het construct preoccupatie met het lichaam wordt in voorgaand empirisch onderzoek vaak gemeten aan de hand van lijngedrag (Anschütz, Van Strien & Engels, 2007), zo ook in dit huidige onderzoek. Aan de hand van tien items uit de Dutch Eating Behaviour Questionnaire (Van Strien, Frijters, Bergers & Defares, 1986) wordt het lijngedrag van jongvolwassenvrouwen in kaart gebracht. Respondenten beantwoorden vraagstellingen ( Wanneer je aankomt in gewicht, ga je dan minder eten dan je gewoonlijk doet? ) met een vijf-punt Likert schaal met de volgende antwoordcategorieën: nooit (1); zelden (2); soms (3); vaak (4); en heel vaak (5). Uit de principale componenten factoranalyse blijkt dat er één schaal geconstrueerd kan worden voor preoccupatie met het lichaam, gemeten op basis van lijngedrag. De analyse laat zien dat de tien items gezamenlijk één schaal vormen met een eigenwaarde hoger dan 1 (6,05). De schaal verklaart 60,47% van de variantie in de tien items. Een betrouwbaarheidsanalyse toont dat er een zeer betrouwbare schaal geconstrueerd kan worden (α =0,93).

13 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 13 Inspiratie De mediërende variabele in dit onderzoek is de mate waarin vrouwen zich geïnspireerd voelen door slanke mediamodellen. Inspiratie wordt in dit onderzoek gemeten op basis van twee onderliggende mechanismen: identificatie en internalisatie. Identificatie. In deze studie wordt verondersteld dat vrouwen geïnspireerd worden wanneer er sprake is van een specifieke vorm van identificatie, namelijk wishfull identification. Met de variabele wishfull identification wordt op basis van vijf items gemeten in hoeverre jongvolwassen vrouwen zich willen identificeren met slanke mediamodellen (Hoffner, 1996; Hoffner & Buchanan, 2005). Respondenten geven met een vijf-punt Likert schaal (1 = helemaal mee oneens, 5 = helemaal mee eens) aan in welke mate zijn het eens of oneens zijn met vijf stellingen, zoals Ik wil dat mijn uiterlijk meer lijkt op het uiterlijk van slanke vrouwen op tv en in tijdschriften en Ik wil dezelfde dingen doen als slanke beroemde vrouwen en modellen. Uit de principale-componenten-factoranalyse blijkt dat er twee dimensies te onderscheiden zijn met een eigenwaarde groter dan 1. Dit zijn te identificatie met het gedrag (eigenwaarde is 3,08) en identificatie met het uiterlijk (1,05). Dit vastgesteld aan de hand van een orthogonale (Varimax) rotatie. Samen verklaren deze twee factoren 82,62% variantie. Een betrouwbaarheidsanalyse laat zien dat er een betrouwbare schaal geconstrueerd kan worden (α = 0,84). Internalisatie. Naast identificatie wordt verondersteld dat inspiratie ook gebaseerd is op de mate waarin het slankheidsideaal in de media geïnternaliseerd wordt. Deze variabele is gemeten aan de hand zeven items van de Sociocultural Attitudes Toward Appearance Questionnaire (SATAQ) ontwikkelend door Heinberg, Thompson en Stormer (1995). De items zijn geformuleerd als stellingen zoals Ik vind dat kleding mooier staat op slanke modellen en Het uiterlijk van de slanke vrouwen op tv en in tijdschriften past bij het uiterlijk dat ik wil bereiken. Respondenten geven aan de hand van een vijf-punt Likert schaal (1 = helemaal mee oneens, 5 = helemaal mee eens) aan in welke mate zij het eens of oneens zijn met de stellingen. Ook bij deze variabele is met een principale-componenten-factoranalyse gekeken of er een intern consistente schaal kan worden geconstrueerd. Uit de analyse blijkt dat de zeven items gezamenlijk één intern consistente schaal vormen met een eigenwaarde hoger dan 1

14 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 14 (4,42). De schaal voorspelt 63,13% van de variantie in de zeven items. Cronbachs alpha = 0,90, wat betekend dat er een betrouwbare schaal geconstrueerd kan worden. Controlevariabelen Leeftijd, etnische achtergrond en lichaamsgewicht in verhouding tot lichaamslengte zijn in deze studie meegenomen als controlevariabelen. Deze keuze is gemaakt op basis van bestaand onderzoek waarin de invloed van blootstelling aan het slankheidsideaal op jonge vrouwen bestudeerd is (Field et al., 2005; Halliwel & Dittmar, 2004; Stice, Spangler & Agras, 2001). Leeftijdsverschillen tussen de respondenten (vroege of late jongvolwassenheid) kunnen mogelijk invloed hebben op de uitkomsten van blootstelling (Field et al., 2005; Halliwel & Dittmar, 2004). Leeftijd is gemeten met een open vraag (Wat is je leeftijd?). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 22,15 jaar (SD = 2,24). Er is daarnaast gecontroleerd voor etnische achtergrond omdat verschillen hierin bepalend kunnen zijn voor de wijze waarop mediacontent gebruikt wordt door een individu (Halliwel & Dittmar, 2004). Respondent is gevraagd waar zij zelf geboren zijn en waar beide ouders geboren zijn. De antwoordmogelijkheden waren: Nederland, Turkije, Marokko, Nederlandse Antillen/Aruba, Suriname of elders. Van de respondenten heeft 84,1% een Nederlandse en 15,9% een niet- Nederlandse achtergrond. Ten slotte is lichaamsgewicht in verhouding tot lichaamslengte gemeten met de Body Mass Index (BMI) omdat iemands BMI wellicht veel zegt over het lijngedrag en hoe zij mediacontent met slanke modellen interpreteren (Field et al., 2005; Halliwel & Dittmar, 2004; Stice, Spangler & Agras, 2001). Deze index geeft een indicatie van het gezondheidsrisico van lichaamsgewicht op basis van scores in vijf categorieën: lager dan 18,5 is ondergewicht; 18,5-24,9 is gezond gewicht; scores tussen de 25,0-29,9 is overgewicht; 30,0-39,9 wordt geclassificeerd als zwaar overgewicht en een score hoger dan 40,0 wordt gezien als morbide obesitas (Vorvick, 2012). Onder de respondenten is in 4,4% van de gevallen sprake van ondergewicht, 73,0% heeft een gezond gewicht, 17,9% heeft overgewicht, 4,0% heeft zwaar overgewicht en 0,0% morbide obesitas.

15 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 15 Statistische analyses De statistische analyses zijn uitgevoerd met behulp van het programma Statistical Package for the Social Sciences (SPPS). Hypothese 1 is getoetst met een enkelvoudige regressieanalyse. Hypothese 2 is getoetst aan de hand van een meervoudige regressieanalyse waarbij geanalyseerd is of preoccupatie met het lichaam modereert tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en lichaamstevredenheid. In beide analyses is gecontroleerd voor leeftijd, etnische afkomst en BMI. In dit huidige onderzoek wordt daarnaast verondersteld dat twee psychologische mechanismen ten grondslag liggen aan inspiratie en invloed hebben op de lichaamstevredenheid van vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam. Dit zijn identificatie met slanke mediamodellen (hypothese 3) en internalisatie van de slankheidsnorm (hypothese 4). Deze hypothesen zijn getoetst met een moderated mediation analysis (MODMED) aan de hand van de PROCESS macro van Hayes (2013) die gebruikmaakt van bootstrap-intervallen. Hierbij is ook gecontroleerd voor leeftijd, etnische afkomst en BMI. Resultaten Beschrijvende statistiek In Tabel 1 is een overzicht te zien van de gemiddelden, standaarddeviaties en correlaties tussen de centrale variabelen. Uit de tabel is af te lezen dat positieve en negatieve significante relaties gevonden zijn voor een aantal variabelen. Zo blijkt dat er een significante sterke positieve correlatie is tussen identificatie en internalisatie. Hoe sterker de behoefte zich te identificeren met slanke mediamodellen, des te sterker de mate waarin het slankheidsideaal geïnternaliseerd wordt door jongvolwassen vrouwen, en andersom (r = 0,64, p = 0,01). Daarnaast blijkt dat zowel internalisatie als identificatie negatief correleren met tevredenheid over het eigen lichaam. De analyse laat een zwak negatief verband zien tussen identificatie en lichaamstevredenheid en een redelijk negatief verband tussen internalisatie en tevredenheid over het eigen lichaam. Meer identificatie met slanke modellen leidt tot minder tevredenheid over het eigen lichaam, en andersom (r = -0,36, p = 0,01). Hetzelfde geldt voor de internalisatie van de slankheidsnorm in de media; hoe sterker de norm geïnternaliseerd wordt, des te

16 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 16 ontevredener vrouwen zijn over hun eigen lichaam, en andersom (r = -0,47, p = 0,01). Ook blijkt dat er een significante redelijke positieve correlatie is tussen preoccupatie met het lichaam en internalisatie van de slankheidsnorm in. Hoe meer jongvolwassen vrouwen met hun lichaam bezig zijn, des te meer zij de slankheidsnorm eigen maken, en andersom (r = 0,42, p = 0,01). Jongvolwassen vrouwen kijken gemiddeld 13,4 uur per week televisie (SD = 13,07). Er wordt gemiddeld laag gescoord op blootstelling aan de geselecteerde televisieprogramma s. Dit geldt zowel voor de programma s met zeer slanke vrouwen (M = 1,67, SD = 0,63) als de programma s waarin vrouwen te zien zijn met een meer gemiddeld lichaam (M = 2,14, SD = 0,64). Deze scores zijn te vergelijken met de uitkomsten van de geselecteerde tijdschriftentitels. De tijdschriften waarin het slankheidsideaal zeer sterk aanwezig is worden gemiddeld zelden gelezen (M = 1,75, SD = 0,78) evenals de tijdschriften met een meer gemiddeld lichaamsbeeld voor vrouwen (M = 1,34, SD = 0,46). Zoals eerder beschreven zijn de variabelen scheef verdeeld (zie methode). Daarom is besloten om blootstelling aan het slankheidsideaal als één totaalvariabele op te nemen in de analyses, welke gebaseerd is op blootstelling aan televisieprogramma s en tijdschriften (M = 3,42, SD = 1,17). Tabel 1. Gemiddelden, standaarddeviaties en Pearson correlatiecoëfficiënten (N = 252) M SD Lichaamstevredenheid 3,34 0,81 1,00 2. Internalisatie 3,11 0,89-0,47** 1,00 3. Identificatie 2,24 0, ** 0,64** 1,00 4. Preoccupatie met lichaam 2,53 0,89-0,33** 0,42** 0,38** 1,00 5. Blootstelling slankheidsideaal 3,42 1,17 0,04 0,21** 0,29** 0,16* 1,00 * p < 0,05; ** p < 0,01 Hypothese 1 De eerste hypothese verondersteld dat er sprake is van een negatief verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en lichaamstevredenheid. Wanneer de hypothese wordt

17 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 17 getoetst waarbij rekening wordt gehouden met leeftijd, etnische afkomst en BMI wordt geen significant verband gevonden, b* = 0,00, SE = 0,06, t = 0,06, n.s. Hypothese 1 wordt verworpen. Hypothese 2 Hypothese 2 verondersteld dat het verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en lichaamstevredenheid gemodereerd wordt door preoccupatie met het lichaam. De variabele lijnen, waarmee preoccupatie met het lichaam is gemeten, heeft een normale verdeling. Op basis van de mediaan (Mdn = 2,60) is een nieuwe variabele geconstrueerd met twee categorieën, waarbij 0 staat voor vrouwen die weinig gepreoccupeerd zijn met hun lichaam en 1 voor vrouwen zijn die in sterke mate gepreoccupeerd zijn. Uit de analyse blijkt dat het interactie-effect niet significant is, b* = 0,10, SE = 0,09, t = 0,46, n.s. wanneer gecontroleerd wordt voor leeftijd, etnische afkomst en BMI. Het ontbreken van dit verband is te zien in Figuur 3. Hypothese 2 wordt verworpen. Figuur 3. Grafiek met blootstelling als onafhankelijke variabele, lichaamstevredenheid als afhankelijke variabele en preoccupatie met het lichaam als moderator Een direct verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media en lichaamstevredenheid kan niet worden vastgesteld. Zodoende zijn voor de laatste twee hypothesen in plaats van de mediatie-effecten de indirecte effecten getoetst. De indirecte effecten zijn geanalyseerd met een MODMED-analyse, waarin de onafhankelijke variabele

18 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 18 (blootstelling), afhankelijke variabele (lichaamstevredenheid), de mediatoren (identificatie en internalisatie) en de moderator (preoccupatie met het lichaam) gezamenlijk zijn getoetst. Ook is gecontroleerd voor leeftijd, etnische afkomst en BMI. De resultaten van de MODMED-analyse zijn te zien in Figuur 4. Het model is significant, F (6, 245) = 15,56, p < 0,001, met een verklaarde variantie van 27%. Er is sprake van een significant zwak direct verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en tevredenheid over het eigen lichaam en een significant negatief redelijk verband tussen internalisatie en de lichaamstevredenheid. Figuur 4. Resultaten MODMED-analyse Identificatie 0,12-0,11 Blootstelling aan het slankheidsideaal 0,09** Lichaamstevredenheid 0,06 Internalisatie -0,40* Hypothese 3 *p < 0,001 ** p < 0,05, N = 252, Aantal bootstraps = 1000 Hypothese 3 veronderstelt dat het verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media en lichaamstevredenheid gemedieerd wordt door identificatie met slanke mediamodellen. Uit de MODMED-analyse blijkt dat het indirecte effect van blootstelling aan het slankheidsideaal op lichaamstevredenheid via identificatie voor vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn niet significant is, b = -0,03, SE =0,02, n.s. Het getal 0 valt wel binnen de 95% boot-betrouwbaarheidsinterval (Tabel 2) waardoor het indirecte verband niet significant verschilt van nul. Hypothese 3 wordt verworpen.

19 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 19 Hypothese 4 De laatste hypothese veronderstelt dat het verband tussen blootstelling en tevredenheid over het eigen lichaam gemedieerd wordt door internalisatie van de slankheidsnorm. Uit de analyse blijkt dat het indirecte effect van blootstelling aan het slankheidsideaal op lichaamstevredenheid via internalisatie significant is voor vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam, b = -0,07 SE = 0,02, p < 0,05. Omdat het getal 0 niet binnen dit interval valt (Tabel 2), kan geconcludeerd worden dat het indirecte verband significant verschilt van nul (p < 0,05). Er is een indirect negatief verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en lichaamstevredenheid via internalisatie van de slankheidsnorm, voor de vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam. Omdat het verband niet verloopt zoals voorafgaand werd verondersteld, wordt de hypothese niet aangenomen. Tabel 2. Betrouwbaarheidsintervallen van de indirecte effecten via twee mediatoren Weinig preoccupatie met lichaam Veel preoccupatie met lichaam Lower BCI Upper BCI Lower BCI Upper BCI Identificatie -0,06 0,01-0,08 0,01 Internalisatie -0,11 0,01-0,13-0,03 Note. Lower BCI = Lower 95% bootstrap confidence interval, Upper BCI = Upper 95% bootstrap confidence interval Conclusie en discussie Het eerste doel van deze studie was om te onderzoeken bij welke vrouwen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media een positieve invloed had op de lichaamstevredenheid. Zodoende is bestudeerd in hoeverre de relatie tussen blootstelling aan het slankheidsideaal en de lichaamstevredenheid van jongvolwassen vrouwen gemodereerd werd door verschillen in preoccupatie met het lichaam. Voorafgaand aan de moderatie-analyse is het directe verband tussen blootstelling en lichaamstevredenheid getoetst, waarbij een negatief verband werd verondersteld. De resultaten laten echter zien dat blootstelling aan het slankheidsideaal in de media geen negatieve invloed heeft op de lichaamstevredenheid. Het negatieve verband werd verwacht op basis van de negative contrast theory (Thornton & Maurice, 1999; Thornton &

20 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 20 Moore, 1993) en empirisch onderzoek waarin geconcludeerd werd dat blootstelling aan slanke mediamodellen meer ontevredenheid over het eigen lichaam veroorzaakt (Anschütz, Van Strien & Engels, 2011; Birkeland et al., 2005; Halliwell & Dittmar, 2004). Een mogelijke verklaring voor het ontbreken van het negatieve verband is de leeftijdscategorie van de respondenten in dit huidige onderzoek. Bij het voorgaand onderzoek waarin wel significante negatieve effecten werden gevonden zijn veelal adolescente meisjes (13-18 jaar) onderzocht. Ondanks dat de periode van jongvolwassenheid gekenmerkt wordt door een relatief instabiel zelfbeeld (Arnett, 2004; Bellisle et al., 1995) is het goed mogelijk dat adolescente meisjes toch gevoeliger zijn voor de negatieve invloed van blootstelling aan het slankheidsideaal in de media. Vervolgonderzoek moet aantonen of de verschillen in leeftijd inderdaad bepalend zijn. Uit de moderatie-analyse blijkt dat er geen sprake is van een interactie tussen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media en preoccupatie met het lichaam. Voorgaand effectonderzoek concludeerde dat jongvolwassen vrouwen die veel met hun lichaam bezig zijn, positiever zouden reageren op het zien van slanke mediamodellen dan vrouwen die minder aandacht besteden aan hun lichaam (Mills et al., 2002). Deze positieve uitwerking zou van invloed zijn op de lichaamstevredenheid. Echter blijkt uit de resultaten van het huidige onderzoek dat individuele verschillen in preoccupatie met het lichaam geen invloed hebben op het beeld dat vrouwen hebben van hun eigen lichaam na blootstelling aan het slankheidsideaal. Het ontbreken van het directe verband evenals het interactie-effect kan mogelijk verklaard worden door de gebruikte onderzoeksmethode. Ondanks dat de online vragenlijst het mogelijk maakte een grote groep respondenten te bereiken, kon beïnvloeding door blootstelling minder gecontroleerd gemeten worden. Dit in tegenstelling tot voorgaand onderzoek waarin de modererende rol van preoccupatie met het lichaam getoetst is aan de hand van experimenten (Anschütz, 2011; Anschütz, Van Strien & Engels, 2007; Mills et al., 2002). Met een experiment hebben onderzoekers meer controle over de selectie van de deelnemers, het verloop van de blootstelling en het al dan niet vaststellen van beïnvloeding door blootstelling aan de geselecteerde mediacontent.

21 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 21 Het tweede doel van dit onderzoek was om te bestuderen in hoeverre de positieve uitkomsten van blootstelling aan het slankheidsideaal bij bepaalde vrouwen voortkomt uit gevoelens van inspiratie. Op basis van recent onderzoek werd verondersteld dat sommige vrouwen door verschillen in preoccupatie met het lichaam anders reageren op blootstelling omdat zij in tegenstelling tot andere vrouwen geïnspireerd zouden raken door slanke mediamodellen (Anschütz, 2011). Het gevolg: een positiever beeld over het eigen lichaam (Joshi et al., 2004; Myers & Biocca, 1992). Deze uitkomsten hebben geleid tot een alternatief voor de negative contrast theory, namelijk de inspiration theory (Mills et al., 2002). In dit huidige onderzoek werd de inspiration theory getoetst waarbij bestudeerd is of inspiratie inderdaad een onderliggend proces is en hoe dit proces verloopt. Daarbij is getoetst of het proces van inspiratie gebaseerd is op twee psychologische mechanismen; identificatie met slanke mediamodellen en internalisatie van het slankheidsideaal (Anschütz, 2011). Anschütz (2011) veronderstelde allereerst dat sterk gepreoccupeerde vrouwen zich meer willen identificeren met slanke mediamodellen door blootstelling. Identificatie is dan een onderliggend mechanisme dat gevoelens van inspiratie teweeg brengt, die vervolgens leiden tot een positiever lichaamsbeeld. Uit de huidige studie blijkt dat er geen sprake is van een indirect verband via identificatie. Het ontbreken van dit verband geldt zowel voor de vrouwen die in sterke mate als in mindere mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam. Geconcludeerd wordt dat vrouwen niet positiever gaan denken over hun eigen lichaam door blootstelling wanneer het verband verloopt via de identificatie met slanke mediamodellen. De uitkomsten van het veronderstelde indirecte effect van internalisatie van de slankheidsnorm waren opvallend te noemen. Uit de resultaten blijkt dat er sprake is van een indirect verband tussen blootstelling aan het slankheidsideaal in de media en lichaamsbeeld via internalisatie, maar verrassend genoeg blijkt dit verband negatief. Vrouwen die in sterke mate gepreoccupeerd zijn met hun lichaam internaliseren de slankheidsnorm door blootstelling aan slanke mediamodellen maar in tegenstelling tot de veronderstelling dat zij door inspiratie positiever gaan denken over hun lichaam, beoordelen zij hun lichaam juist negatiever.

22 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 22 Kort samengevat kan in het huidige onderzoek niet worden vastgesteld dat sommige vrouwen gevoelens van inspiratie ervaren door blootstelling aan het slankheidsideaal. Als er al sprake zou zijn van inspiratie blijkt dit proces anders te verlopen dan voorafgaand aan dit onderzoek werd verwacht. Identificatie met slanke mediamodellen blijkt hierbij geen rol te spelen en verrassend genoeg blijkt internalisatie van de slankheidsnorm juist een negatieve invloed te hebben op het lichaamsbeeld. Deze uitkomsten kunnen mogelijk worden verklaard doordat het proces complexer verloopt dan aanvankelijk verondersteld werd. Voorafgaand werd namelijk gesteld dat een sterke identificatie en internalisatie door blootstelling automatisch zouden resulteren in positieve gevoelens. Echter is het mogelijk dat jongvolwassen vrouwen de slankheidsnorm inderdaad internaliseren en daarmee eigen maken, maar dat dit in tegenstelling tot de vermoedens niet betekend dat vrouwen ook positiever gaan denken over de slankheidsnorm. Dit kan verklaren dat sterk gepreoccupeerde vrouwen niet geïnspireerd raken door internalisatie maar juist onzekerder worden over hun lichaam, in het bijzonder wanneer zij niet voldoen aan de heersende slankheidsnorm. Beperkingen en aanknopingspunten voor vervolgonderzoek Dit onderzoek kent een aantal beperkingen. Ten eerste is het onderzoek cross-sectioneel van aard waarbij data verzameld zijn aan de hand van een vragenlijst afgenomen op één tijdsmoment. Hierdoor kunnen geen causale effecten worden vastgesteld en kan er eveneens niets gezegd worden over de invloed van bloostelling aan het slankheidsideaal in de media op de lange termijn. Voor vervolgonderzoek is het daarom belangrijk de inspiration theory (Mills et al., 2002) verder te toetsten aan de hand van experimenten en dat met longitudinaal onderzoek bestudeerd wordt wat inspiratie door slanke mediamodellen betekent op lange termijn. Ten tweede is het meetinstrument van de onafhankelijke variabele mogelijk van invloed geweest op de resultaten. De mate waarin jongvolwassen vrouwen worden blootgesteld aan het slankheidsideaal in de media is uitsluitend gebaseerd op data over blootstelling aan tien tijdschriften en tien televisieprogramma s. Deze titels zijn voorafgaand aan het onderzoek door de onderzoeker zelf geselecteerd. Echter is het mogelijk dat de respondenten in het dagelijks

23 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 23 leven weinig of niet worden blootgesteld aan de geselecteerde tijdschriften en programma s, maar dat zij via een andere medium of andere mediacontent weldegelijk blootgesteld worden aan het slankheidsideaal. Een voorbeeld van een mogelijk invloedrijk medium dat buiten beschouwing is gelaten in dit huidige onderzoek is het internet. Op het internet kunnen vrouwen bijvoorbeeld via online webshops geconfronteerd worden met het slankheidsideaal omdat hier vaak gebruik wordt gemaakt van slanke modellen om de producten aan te prijzen (actuele voorbeelden zijn de webshops van H&M en Zalando). Daarnaast kunnen vrouwen blootgesteld worden via online advertenties en video -en fotomateriaal van slanke mediamodellen. Er wordt daarom geadviseerd om in toekomstig onderzoek bij het bepalen van het meetinstrument meer aandacht te besteden aan de invloed van verschillende media. Omdat de voorgeselecteerde titels mogelijk te specifiek waren om een realistisch beeld te krijgen van dagelijkse blootstelling aan het slankheidsideaal wordt daarnaast geadviseerd in toekomstig onderzoek gebruik te maken van mediadagboeken (Vandewater & Lee, 2009). Aan de hand van een mediadagboek kunnen respondenten bijhouden via welk medium bepaalde mediacontent geconsumeerd wordt binnen een bepaald tijdsblok (Kaiser Family Foundation, 2005). Een voordeel van deze methode is dat specifieke informatie wordt verzameld over een langere periode van tijd, waardoor patronen in het mediagedrag inzichtelijk worden gemaakt (Vandewater & Lee, 2009). Hierdoor kan een realistischer beeld geschetst worden over de mate waarin mediacontent met het slankheidsideaal geconsumeerd wordt door jonge vrouwen. Dit onderzoek laat zien dat het proces van beïnvloeding door de media complex is en dat de inspiration theory verder getoetst moet worden om effecten te kunnen vaststellen en verklaren. De dynamiek van het mediagedrag van hedendaagse jonge vrouwen brengt mogelijkerwijs met zich mee dat zij via verscheidene media geconfronteerd worden met het heersende slankheidsideaal en divers reageren. De resultaten in dit onderzoek zijn opvallend maar hebben vruchtbare nieuwe aanknopingspunten opgeleverd voor toekomstig onderzoek naar het slankheidsideaal in de media en de invloed hiervan op jonge westerse vrouwen.

24 GETTING (TH)INSPIRED?! INSPIRATIE DOOR HET SLANKHEIDSIDEAAL IN DE MEDIA EN DE INVLOED OP LICHAAMSBEELD 24 Literatuur Anschütz, D. J. (2011). Beloved Bodies & Forbidden Foods: Media influence on body image and food intake. (Proefschrift). Radboud Universiteit Nijmegen. Opgehaald op 13 oktober 2012, van Anschütz, D. J., Van Strien, T., & Engels, R. C. M. E. (2007). Het effect van slanke vrouwen in commercials op eetgedrag bij lijners. Psychology en Gezondheid, 35(3), doi: /bf Arnett, J. (2004). Emerging adulthood: The winding road from late teens through the twenties. Oxford: Oxford University Press. Aronson, E., Wilson, T. D., & Akert, R. M. (2010). Social psychology. New York: Pearson Education Inc. Bellisle, F., Monneuse, M. O., Steptoe, A., & Wardle, J. (1995): Weight concerns and eating patterns: A survey of university students in Europe. International Journal of Obesity, 19, Birkeland, R., Thompson, J. K., Herbozo, S., Roehrig, M., Cafri, G., & Van den Berg, P. (2005). Media exposure, mood, and body image dissatisfaction: An experimental test of person versus product priming. Body Image, 2, doi: /j.bodyim Botta, R. A. (1999). Television images and adolescent girls body image disturbance. Journal of Communication, 49, doi: /j tb02791.x Collins, L. R. (1996). For better or worse: The impact of upwards social comparison on selfevaluations, Psychological Bulletin, 119, Festinger, L. (1954). A theory of social comparison processes. Human Relations, 7, doi: / Field, A. E., Austin, S. B., Camargo, C. A., Taylor, C. B., Striegel-Moore, R. H., Loud, K. J., & Colditz, G. A. (2005). Adolescents exposure to the mass media, body shape concerns, and use of supplements to improve weight and shape among male and female adolescents. Pediatrics, 116, doi: /peds Geiselman, R. E., Haight, N. A., & Kimata, L. G. (1984). Context effects on the perceived

Een foto zegt meer dan 1000 woorden.

Een foto zegt meer dan 1000 woorden. 1 RUNNING HEAD: Het effect van Facebookfoto s op het lichaamsbeeld Een foto zegt meer dan 1000 woorden. Een onderzoek naar de invloed van Facebookfoto s op het lichaamsbeeld bij mannen en vrouwen Master

Nadere informatie

De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar

De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar De perfecte vrouw De effecten van ideaalbeelden in televisiereclames op het zelfbeeld van vrouwen tussen 30 en 65 jaar Master thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen

Nadere informatie

Het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties:

Het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties: Het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties: Een literatuurstudie naar de invloed van blootstelling aan het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

Het effect van media op het zelfbeeld van vrouwen

Het effect van media op het zelfbeeld van vrouwen Het effect van media op het zelfbeeld van vrouwen Michelle Blaak Psychologie Abstract Het is welbekend dat de media de manier waarop vrouwen naar zichzelf kijken kunnen beïnvloeden. Factoren die dit verband

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Fat is bad, thin is in. Wat het ideaalbeeld in de media doet met het lichaamsbeeld van meisjes

Bachelor Thesis. Fat is bad, thin is in. Wat het ideaalbeeld in de media doet met het lichaamsbeeld van meisjes Bachelor Thesis Fat is bad, thin is in Wat het ideaalbeeld in de media doet met het lichaamsbeeld van meisjes Naam: Aniek Munk Studentnummer: 6058914 Datum: 30-05-2012 Aantal woorden: 6490 Afstudeerseminar:

Nadere informatie

Premasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen

Premasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen Premasterthesis Communicatiewetenschappen Het effect van informatielabels bij afbeeldingen van dunne modellen A Angela Willemse 2504531 27 juni 2012 Begeleidend docent: Marjolein van der Aar Vrije Universiteit

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Het ideale vrouwenlichaam

Het ideale vrouwenlichaam Het ideale vrouwenlichaam De effecten van ideaalbeelden op lichaamsontevredenheid en ontwikkeling van eetstoornissen bij vrouwen Afstudeerseminar Media & reclame Communicatiewetenschappen Bachelor thesis

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Merlene Rasing Bachelorthesis Studentnummer: 6214649

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd:

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd: Samenvatting In Westerse landen vormen niet-westerse migranten een steeds groter deel van de bevolking. In Nederland vertegenwoordigen Surinaamse, Turkse en Marokkaanse migranten samen 6% van de bevolking.

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Dat is mooi meegenomen!

Dat is mooi meegenomen! Dat is mooi meegenomen! I Dat is mooi meegenomen! Aantrekkelijkheid van het model in een reclamee en onzekerheid van de consument als factoren bij reclamebeoordeling. Joelle Berretty S405683 Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Mag het een onsje meer zijn?

Mag het een onsje meer zijn? Mag het een onsje meer zijn? De Social Comparison Theory verklaart de negatieve invloed van de media op het zelfbeeld van de vrouw. ABSTRACT: Echte schoonheid zit van binnen. Toch? Doordat de media gebruik

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Naam: Fieke Kuppens. Studentnummer: Datum: januari Studierichting: Communicatiewetenschap

Naam: Fieke Kuppens. Studentnummer: Datum: januari Studierichting: Communicatiewetenschap Functioneel naakt? Een onderzoek naar het lichaamsbeeld en de lichaamstevredenheid van vrouwen na het zien van een al dan niet seksueel getinte advertentie. Naam: Fieke Kuppens Studentnummer: 6178421 Datum:

Nadere informatie

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Het slanke schoonheidsideaal en verstoring van het lichaamsbeeld

Het slanke schoonheidsideaal en verstoring van het lichaamsbeeld Het slanke schoonheidsideaal en verstoring van het lichaamsbeeld Een literatuuronderzoek naar de invloed van geïdealiseerde mediabeelden op lichaamsontevredenheid bij adolescente meisjes en de rol die

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n. University of Groningen Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents Sarkova, Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Literatuuronderzoek Bachelor Thesis naar de effecten van blootstelling aan het dunne schoonheidsideaal op het lichaamsbeeld van vrouwen

Literatuuronderzoek Bachelor Thesis naar de effecten van blootstelling aan het dunne schoonheidsideaal op het lichaamsbeeld van vrouwen Literatuuronderzoek Bachelor Thesis naar de effecten van blootstelling aan het schoonheidsideaal op het lichaamsbeeld van vrouwen Universiteit van Amsterdam Faculteit: Maatschappij- en. Gedragswetenschappen

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Kwantitatieve modellen voor BCO PMC Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Drie colleges Validiteits- en betrouwbaarheidsanalyse Causale analyse met confounding en mediatie Causale

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Lichaamsvergelijking en lichaamsontevredenheid bij adolescente meiden

Lichaamsvergelijking en lichaamsontevredenheid bij adolescente meiden Lichaamsvergelijking en lichaamsontevredenheid bij adolescente meiden Jessica Rozendaal (277002) Master Klinische en Gezondheidspsychologie Erasmus Universiteit Rotterdam Augustus 2006 Begeleider: Prof.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch

Nadere informatie

Sportclubs en Sociale Media

Sportclubs en Sociale Media Sportclubs en Sociale Media Wilko de Graaf DSO, 7 november 2013 Sportclubs en Sociale Media Mike Muller en Wilko de Graaf Kenniskring Sport, Management en Ondernemen Domein Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Het dunne schoonheidsideaal in de media.

Het dunne schoonheidsideaal in de media. Het dunne schoonheidsideaal in de media. Een analytische review naar de invloed van blootstelling aan het dunne schoonheidsideaal in tijdschriftadvertenties en televisiereclames op de lichaamsontevredenheid

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Experience sampling en dagboekstudies Sanne Opree NPSO-dag Surveys onder kinderen en jongeren Amsterdam 28 mei 2013 Persoonlijke achtergrond Promovenda op het NWO-project

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 0 van 49 Webshop Bol.com Onderzoeksvaardigheid 2 7-4-2014 Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 1 van 49 Inhoud H1 Inleiding...2 H1.1 Aanleiding...2 H1.2 Probleemstelling...2 H2 Beschrijvende

Nadere informatie

Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon

Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon IMAGES OF OLDER WORKERS: CONTENT, CAUSES, AND CONSEQUENCES. Anne C. Kroon SAMENVATTING Oudere werknemers worden regelmatig geconfronteerd

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39113 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fortuin, Janna Title: Birds of a feather... Selection and socialization processes

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond De huidige aanpak van de jeugdcriminaliteit is vooral gericht op traditionele vormen van criminaliteit. Jongeren spenderen echter steeds meer tijd online en de vraag is in hoeverre

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur.

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur. Samenvatting Introductie Het doel van dit proefschrift is om inzicht te krijgen in wat bijdraagt aan goed toegeruste zorgmedewerkers werkzaam in de verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Een sterke

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie