Besluitenlijst raadsvergadering Leerdam van 19 januari 2017 Aanvang: uur Sluiting: uur

Transcriptie

1 Besluitenlijst raadsvergadering Leerdam van 19 januari 2017 Aanvang: uur Sluiting: uur Aanwezig: T.P.J. Bruinsma (voorzitter), J.C.A. van den Berg (VHL-lokaal), A. Bijl (SGP, vanaf uur), M. van Genderen (SGP); D. Golverdingen (CDA), N. Gros (VHL-lokaal), R.E. den Hartog (PvdA), H. Heijltjes (VHL-lokaal), D.A. van der Hek (CU), M.E.G.A. Horden-Bloemen (VVD), B.A. Keskin (VHL-lokaal), K. Koyuncu (PvdA, vanaf uur), A.F.A.M. van der Leest (VVD), G. Middelkoop (VHL-lokaal), J.A. van Santen (VHL-lokaal), Z. Tosun (PvdA), M. de Visser (SGP), M.G. Visser (CDA), T.H. van Weverwijk (CDA), H. Wolting (CU); Wethouders: A. Bruggeman (gedeeltelijk), A.W. Keppel, W. van der Leij; T. Meijdam; Griffie: O. Wevers, B.T. de Winter; 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur en stelt vast dat de heren Koyuncu (PvdA) en Bijl (SGP) nog worden verwacht. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt conform vastgesteld. De heer Van den Berg (VHL-lokaal) dient een motie in. Deze wordt na het laatste agendapunt behandeld. Zie bijlage 3. Spreekrecht burgers Er zijn geen insprekers. 4. Vragenuur Geen vragen. 5. Mededelingen en ingekomen stukken Wethouder Van der Leij deelt mede dat hij per 1 maart zijn functie zal neerleggen. 6. Vaststellen besluitenlijst van 15 december 2016 De besluitenlijst wordt conform vastgesteld met de aantekening dat in het overzicht van aanwezigen niet mevrouw Van t Pad maar mevrouw Den Hartog moet worden vermeld en dat wethouder Meijdam niet aanwezig was. 07. Lijst van toezeggingen en afspraken t/m 15 december 2016 De lijst wordt voor kennisgeving aangenomen. 08. Terugkoppeling uit verbonden partijen Wethouder Meijdam: Eind 2016 is er een vergadering van de Stuurgroep geweest. Daarbij is besloten dat Leerdam het station Broekgraaf niet hoeft te bouwen. De bv blijft nog bestaan omdat er nog een station gebouwd moet worden. De kosten van de bv komen voor rekening van Gorinchem. Alle betalingen van Leerdam zijn met ingang van 1 januari 2017 gestopt. Op 1 maart wordt beslist over de toekomst van de bv. Over de spoorwegovergang wordt in Den Haag nog nagedacht ivm veiligheidsaspecten. Wethouder Keppel: De inspectie heeft onderzoek ingesteld naar twee dodelijke ongevallen in de jeugdzorg in 2014 en Dat heeft geleid tot verbeterings-aanbevelingen, met aandacht voor een convenant, het sociaal team, protocol, kindcheck, enzovoort. En uiteraard Veilig Thuis. Het gaat naar het oordeel van de wethouder vooral om de samenwerking tussen de verschillende organisaties om adequaat te kunnen 1

2 reageren. Vandaag is ook geheimhouding afgesproken over een rapport Berenschot over een intern onderzoek bij de ambulancedienst. Binnenkort wordt over het onderzoek gesproken en in maart komt er een hei-sessie waarbij het zal gaan over de governance. Verder is vandaag gesproken over de zienswijze die de drie diensten gaan indienen betreffende het herindelingsontwerp. De heer Wolting (CU) zou graag nader worden geïnformeerd over de rolinvulling van wethouder Van der Leij in het Recreatieschap Lingewaal en Uiterwaarden. Graag op de agenda voor de volgende raadsvergadering. Wethouder Van der Leij zal hiervoor zorgdragen. 09 RAADSONDERWERPEN ALGEMEEN 09.1 Zienswijze herindelingsontwerp Vijfheerenlanden De heer Van den Berg (VHL-lokaal Leerdam): Vier van de zes raadsleden van VHL-lokaal Leerdam hebben hun voorkeur uitgesproken voor de provincie Utrecht, twee geven de voorkeur aan Zuid-Holland. In het raamwerk staat dat de motieven voor beide voorkeuren moeten worden opgenomen, maar er staat niet bij dat er daadwerkelijk een zienswijze ingediend gaat worden. Wij vinden dit raamwerk een goede aanzet voor de zienswijze van de gemeente Leerdam. De heer Gros (VHL-lokaal Leerdam): Heeft als voorkeur aansluiting bij de provincie Zuid-Holland. De motieven staan in het raamwerk. De heer Van Santen (VHL-lokaal Leerdam): Gaat ervan uit dat de stem ten faveure van Zuid-Holland bij de raadszienswijze duidelijk wordt meegenomen. Mevrouw Den Hartog (PvdA): De fractie van de PvdA handhaaft haar keuze voor de provincie Utrecht. De fractie wil de identiteit van Vijfheerenlanden niet uit het oog verliezen, zoals ook tot uitdrukking komt in het herindelingsontwerp. Onafhankelijk van de provincie waarin we liggen is regionale samenwerking van belang. De punten 7 t/m 10 van het raamwerk verdienen aandacht waar het om het maken van de afweging gaat; de punten 13 en 14 voor de gemeenschappelijke regelingen. De heer Wolting (ChristenUnie): De CU vond al in 2014 dat de gemeentelijke herindeling noodzakelijk was het liefst met Lingewaal erbij. Het raamwerk geeft veel motieven voor het maken van keuzes. Momenteel is de belangrijkste het bepalen van de provincie. De punten inzake de samenvoeging zijn inmiddels geen kernpunt van overleg en discussie meer iedereen zal inmiddels wel voorstander zijn van de herindeling op zichzelf. Als Utrechtse gemeente zou Vijfheerenlanden bij de grotere gemeenten behoren. In Zuid-Holland blijven we een kleine gemeente. Waar het de verplichte gemeenschappelijke regelingen betreft heeft Leerdam weinig invloed. Die ligt in overwegende mate bij de subregio Drechtsteden. Regionale samenwerking is en blijft van groot belang. In het ontwerp wordt geen aandacht gegeven aan de samenhang binnen de regio Zuid-Holland Zuid. Het is niet ondenkbaar dat de regio ZHZ zal opgaan in de regio Rijnmond. Daar hebben wij niet zo n behoefte aan. Wel wordt gezegd dat de overstap naar Utrecht het risico bevat dat we op termijn deel worden van een samenvoeging van de provincies Utrecht, Noord Holland en Flevoland. Maar dat ZHZ mogelijk opgeknipt gaat worden, daar wordt geen aandacht aan gegeven. Daar mag in deze notitie wel bij stil worden gestaan. In de regio Zuid-Holland Zuid en in de provincie liggen wij in een uithoek. In Utrecht ligt de gemeente Vijfheerenlanden recht onder de rook van de stadsregio Utrecht. De economische innovatie in het Utrechtse past bij de economische ambities van Vijfheerenlanden. Gesteld wordt dat de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden onderdeel wordt van de Economic Board Utrecht. De EBU is echter niet provinciegrens-gebonden en is daarom geen specifiek argument bij de 2

3 provinciekeuze. Duurzaamheid, welzijn en zorg zijn voor de CU belangrijke thema s. Tegenover economische groei als kernthema staan wij dus gereserveerd. De agrarische sector is in de Vijfheerenlanden groot en divers. De aanwezigheid van de kaasfabriek bepaalt voor een deel de identiteit voor ons deel van de regio. De relatie met de EBU groen, gezond en slim - lijkt op dit punt vooralsnog ver gezocht. Het gaat hier veeleer om milieubeleid en natuurbeheer. De vitaliteit van het platteland en de leefbaarheid van de kernen zijn belangrijke opgaven van zowel de Utrechtse als de Zuid-Hollandse regio. Utrecht besteedt aandacht aan vraaggericht openbaar vervoer, voorzieningen waaronder snel internet en economie. De CU zou de onderbouwing graag wat scherper zien. Gaat het hierbij alleen om infrastructurele zaken of komen hierbij ook zaken bij zoals onderwijs, zorg en verenigingsleven? Wij vinden dat de provincie Utrecht al te makkelijk over de bezwaren van Zuid-Holland, zoals mbt het openbaar vervoer, heen stapt. Als Utrecht op dergelijke zaken beter scoort, toon dat dan ook duidelijk aan. De CU onderschrijft het belang van goede toeristische en recreatieve voorzieningen. Vijheerenlanden moet echter niet worden gezien als uitloop voor de stedelingen. Het is een rustige gemeente waar mensen graag willen wonen. Gorinchem stelt dat de provinciekeuze geen gevolgen heeft voor het winkelgedrag en schoolkeuzes van de bevolking. Wij verwachten echter dat de centrumpositie van Gorinchem zal worden aangetast. De verhoudingen worden immers getalsmatig anders in de regio. Een overstap van Zederik en Leerdam naar Utrecht heeft consequenties voor de Dienst Gezondheid en Jeugd. Het rapport stelt dat dat wel te overzien is is dat bewust zo badinerend gesteld? Samengevat: meer aandacht voor de agrarische sector, de integrale onderwijsvisie en de recreatie in deze gemeente, ook als weerwoord op de serieus te nemen tegenargumenten. De heer Van Weverwijk (CDA): Is vanwege zijn eigen verbondenheid met de agrarische sector vooral geïnteresseerd in punt 9 van het raamwerk. Is het niet eens met de stelling dat Zuid-Holland beter zou zijn voor de agrarische sector dan Utrecht. Het CDA kan instemmen met de aangereikte bouwstenen voor de zienswijze. De heer De Visser (SGP): Complimenteert de stuurgroep met het feit dat zij in het raamwerk ook de argumenten voor Zuid- Holland heeft opgenomen. Allereerst alinea 7, waarin staat dat het herindelingsontwerp geen onderbouwing geeft voor de provinciekeuze. Terecht wordt door de Stuurgroep aangegeven dat dit in het herindelingsadvies moet worden gerepareerd. Ten tweede worden in de alinea s 8 en 9 zowel voor Zuid-Holland als Utrecht argumenten aangedragen. Wat de inhoudelijke beoordeling daarvan betreft beperkt de heer De Visser zich tot een samenvattende conclusie: Met het oog op de belangen van de bewoners, met betrekking tot identiteit, continuïteit en veiligheid heeft vestiging in de provincie Zuid-Holland de voorkeur. De fractie van de SGP zal geen steun geven aan een zienswijze conform de tekst van punt 12 in het raamwerk, waarin staat dat de drie gemeenteraden zich verenigen tot één standpunt, zijnde een voorkeur voor de provincie Utrecht. Omdat naar verwachting de standpunten sinds november 2015 niet zijn gewijzigd, is er dus op dit punt sprake van verdeeldheid. Hier kunnen we op twee wijzen mee opgaan: 1. Het opstellen van een zienswijze, gebaseerd op een meerderheid op VHL-niveau. Deze werkwijze bestendigt de verdeeldheid, met een voortzetting van lobby en protest als gevolg. 2. Het opstellen van een unanieme zienswijze. De formuleringen worden zo gekozen dat alle argumenten worden aanvaard en gewaardeerd en de standpunten gelijkwaardig worden geacht. De provinciekeuzes zijn gevolg van verschillen in het gewicht dat men aan de verschillende argumenten geeft. Dat heeft geleid tot de stemverhouding van november 2015 die we kennen en die in de zienswijze kan worden opgenomen. Verder schrijven we ook dat vanaf het gemeentelijk niveau niet meer gelobbyd wordt over dit onderwerp. De heer Van der Leest (VVD): 3

4 Is van mening dat het standpunt van de SGP niet democratisch is. De meerderheid van de raad beslist welke kant het op gaat. Er is geen verschil van mening we willen een fusie. We kunnen een voorkeur hebben voor de provincie maar we gaan er niet over. Je kunt er van mening over verschillen. Leerdam heeft een voorkeur voor Utrecht. De VVD stelt voor om op basis van het raamwerk te komen tot één zienswijze die ondertekend wordt door de drie raden. Na de oriënterende besprekingen in de raden zou een concept zienswijze kunnen worden opgesteld, ter bespreking in het Vijfheerenlanden-Beraad van 1 februari aanstaande. De heer De Visser (na schorsing): Wil graag horen wat de andere fracties denken van de beide scenario s die hij voorlegde. Voorzitter: Dat kan. Anderzijds kan hetgeen is uitgesproken ook geheel worden meegenomen als input voor de volgende stap: een concept zienswijze. Inventariseert de reacties: VVD: De heer Van der Leest stelt al te hebben gereageerd. PvdA: Mevrouw Den Hartog kan niet inschatten wat de scenario s inhouden. Roept op om hierin vooral samen op te gaan voor unanimiteit met respect voor elkaars standpunten. CU: De heer Wolting vindt dat we niet op alle punten een eensluidend verhaal houden. Bij scenario 2 haal je de politieke discussie eruit. En daar zitten we hier nu net voor. Het is geen neutrale keuze. Het is niet erg om te vermelden dat sommige raadsleden of fracties een ander standpunt hebben. En als de raad van Zederik punt 12 niet accepteert dan is dat zo en dat kan dan worden opgetekend. 10 RAADSVOORSTELLEN Nummer / onderwerp Ontwerpbesluit Besluit Beraad Uitvoeringsprogramma Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid 2017 Om op het uitvoeringsprogramma Jeugdhulp 2017 Zuid-Holland Zuid door middel van bijgevoegde brief een reactie te geven naar het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid. Om op het uitvoeringsprogramma Jeugdhulp 2017 Zuid-Holland Zuid door middel van aangepaste brief een reactie te geven naar het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid. De heer Van der Leest (VVD) stelt dat een definitieve status van de Serviceorganisatie wat hem betreft nog niet aan de orde is. De centrale vraag blijft hoe de kwaliteit van de jeugdzorg gerealiseerd kan worden. Vraag aan het college: is de Serviceorganisatie daarvoor wel het juiste middel? En hoe denkt het college over continuering voor onbepaalde tijd? Het heeft in elk geval niet de steun van de VVD. De opgestelde brief met de zienswijze is prima maar haalt het ook wat uit? De heer Golverdingen (CDA) vraagt om extra aandacht te geven aan jongeren die van jeugdzorg moeten overschakelen naar volwassenenzorg en tussen wal en schip raken. Strategische partners worden ingaande 2017 geselecteerd op financiële gronden, gebaseerd op zorgprofielen, voor twee jaar. In 2018 komen er nieuwe criteria. Als een eerder geselecteerde partner daaraan niet voldoet, wat gebeurt en dan? De zienswijze moet uiterlijk vandaag worden ingediend.. De heer Bijl (SGP) vraagt wat het college vindt van de DGJ en de Serviceorganisatie. De fractie stemt in met de zienswijze, al mag het wel wat scherper. 4

5 De heer Wolting (CU) constateert tegenstrijdigheden in de paragraaf Context. Enerzijds wordt in de zienswijze geconcludeerd dat in het uitvoeringsprogramma de verbeterpunten uit het evaluatieonderzoek van 2016 worden betrokken, en toch wordt de paragraaf afgesloten met de opmerking dat in het uitvoeringsprogramma beter geanticipeerd had kunnen worden op de aangedragen verbeterpunten. Wat is het nu? In de zienswijze wordt ingegaan op de landelijke stand van zaken beter zou het zijn om in te gaan op de situatie van Zuid-Holland Zuid in vergelijking met het landelijke beeld. Zou de Serviceorganisatie op het gebied van informele zorg een rol moeten hebben? Of is dat meer iets voor de Sociale Teams op locatie? Op welke wijze zou volgens het college een relatie moeten bestaan tussen de Serviceorganisatie en het onderwijs? In de jeugdzorg blijkt het budget en niet de taakstelling leidend te zijn. Overschrijdingen worden niet geaccepteerd. Laten we ook de hand in eigen boezem steken als we een zienswijze indienen. Mevrouw Den Hartog (PvdA) vindt dat in het uitvoeringsprogramma veel te weinig is gedaan met de verbeterpunten uit de evaluatie. De gestelde doelen zouden veel sterker en smarter de boventoon moeten voeren. De fractie kan zich vinden in de andere aandachtspunten, zij het dat speciale aandacht uitgaat naar de positie van Veilig Thuis en de wachtlijstproblematiek. De heer Gros (VHL-lokaal) vraagt waarom de zienswijze nu pas aan de orde komt, op de laatste dag. Hij kan scherper worden geformuleerd. Constateert dat er nog steeds wachtlijsten zijn en vindt dat onaanvaardbaar. Als er financiële belemmeringen zijn om uit te voeren wat we nodig vinden, dan moet er meer geld beschikbaar komen. Wethouder Van der Leij: De zienswijze kan morgen nog ingediend worden. Landelijk gezien loopt de Serviceorganisatie niet achter met de transformatie. Het college is ook van mening dat een aantal verbeterpunten al eerder aangepakt hadden kunnen worden. Het college gaat er niet mee akkoord als de zienswijze wordt weggewimpeld. De opmerkingen over de toon en strekking van de zienswijze zal leiden tot een aangepaste tekst. Met betrekking tot Veilig Thuis is een maatregelenpakket in gang gezet. Ook in de transformatie krijgt dat de nodig aandacht. Er is stevige regie op de wachtlijsten. Die waren er overigens altijd al, maar in crisissituaties is er altijd directe hulp waarbij het Sociaal Team ook in beeld is. Wethouder Keppel: Continuïteit van de zorg staat voorop. De geldt ook wanneer we bij een fusie eventueel moeten uitkijken naar een andere Serviceorganisatie. We hebben voorgesteld om de samenwerking voort te zetten tot 1 januari Men is genegen om dit voorstel in overweging te nemen. Tevens gaan we in gesprek over de consequenties van uittreding. Men heeft in het gesprek van vanochtend positief gereageerd op onze suggestie om meer aandacht te geven aan de houding van de organisatie, naast de aandacht voor technische zaken. Het is inderdaad de bedoeling meet aandacht te geven aan de lokale aanhechting, maar dat vraagt om een toerusting waarmee dat ook kan worden uitgevoerd. We willen voorstellen doen over hoe dat zou kunnen en men staat daar positief tegenover. De raad wordt geïnformeerd. 5

6 Over de kwaliteit en transparantie van de jeugdzorg zijn we in gesprek met de Serviceorganisatie. In februari komt er een eerste voorstel voor de aanpak van de verbeterplannen. Vaststelling in april. Nummer / onderwerp Ontwerpbesluit Besluit Beraad Visie wijkgericht werken en overheidsparticipatie in Leerdam 1. vast te stellen de Visie op de ontwikkeling van wijkgericht werken naar overheidsparticipatie "De kracht van de samenleving dienstbaar aan 'ons Leerdam'"; Euro beschikbaar te stellen voor het uitbreiden van de rol van de wijk- en dorpsambassadeurs; Euro beschikbaar te stellen voor het financieel ondersteunen van burgerinitiatieven; 4. de hiervoor genoemde bedragen onder 2 en 3 te dekken uit het bij de begrotingsbehandeling 2017 gevormde generieke budget voor nieuwe ontwikkelingen. Unaniem conform Eerste termijn De heer Koyuncu (PvdA) vindt de gevraagde wel wat aan de hoge kant. De onderbouwing is matig een eigen berekening van de fractie komt uit op circa 30 uur per week. Hoe denkt het college dit bedrag te besteden aan de ambassadeurs? De heer Van Santen (VHL-lokaal) stelt dat de fractie veel waarde hecht aan periodieke terugkoppeling van het college naar de raad over de voortgang en de inzet van middelen. Bij welke initiatieven en bijbehorende bedragen komt u terug naar de raad? Wat de rol en positie van de raad betreft zou het Raadsplein wellicht een geschikt podium zijn. Mevrouw Visser (CDA) vindt de onderbouwing van de iets te summier. Graag ook een uitleg hoe e.e.a. er in de praktijk uit zal gaan zien. De fractie mist ook een behoorlijke onderbouwing van de gevraagde die apart gezet moet gaan worden. Er komt een eenvoudige regeling als dat zo is, waarom zit die er dan niet eenvoudig bij? Die willen we graag zien. We willen graag weten aan welke voorwaarden een initiatief moet voldoen. Gaat dit alleen werken voor mensen die de weg weten? Hoe gaan we communiceren? Wat is de maximale bijdrage voor een project? Hoe is de terugkoppeling naar de raad en heeft de raad ook nog iets te zeggen? De heer Van der Hek (CU) vraagt zich af wat de rol van de raad is. Wanneer wordt teruggekoppeld naar de raad en wordt de raad dan geacht er iets van te vinden, erover te besluiten of er kennis van te nemen? De heer Van der Leest (VVD) pleit voor een eenvoudige en begrijpelijke regeling. Verwacht van de gemeente hulp aan initiatiefnemers, zodat de raad snapt wat er staat. Stelt voor om de visienota uit te breiden met een punt 10: communicatie: over initiatieven van wijk- en dorpsraden wordt van tevoren gecommuniceerd met de raad, de Leerdamse samenleving en Zederik en Vianen. De heer De Visser (SGP) onderstreept het belang van deze werkwijze, vooral wanneer door opschaling het lokale bestuur verder van de burger af komt te staan. Wethouder Meijdam: De wijkambassadeurs hebben gaandeweg steeds meer werk gekregen. Gebleken is dat ideeën niet alleen bij de wijk- en dorpsraden ontstaan, 6

7 maar dat ook andere groeperingen met initiatieven komen. Daar liggen ook taken van de ambassadeurs. Het blijkt dat burgers veel zelf kunnen. Het is een beperkt aantal mensen dat de initiatieven neemt. Als de gemeente initiatieven honoreert, blijkt dat dat stimulerend werkt. Elke maand of twee maanden komt er een update naar de raad. De voorwaarden moeten simpel zijn, zonder onnodige bureaucratie. Naarmate de financiële input groter is, groeit ook de verantwoordingsnoodzaak. Als het echt in de cijfers loopt, dan komt er een informatieve raad. De raad kan zelf ook het indienen van initiatieven stimuleren, wanneer bijvoorbeeld via het Raadsplein iets wordt opgepikt. De suggestie om meer te regelen op het gebied van communicatie wordt overgenomen. Het rapport Waar staat je gemeente is dezer dagen verspreid. Daaruit blijkt dat de betrokkenheid van de gemeente en de burgers jegens elkaar groot is. De ingezette weg begint zijn resultaten af te werpen. Er zijn wel verbeterpunten, onder meer t.a.v. verkeersveiligheid. Daarover komt over twee weken een brief naar de raad waarin staat hoe we daarmee aan de slag gaan. Tweede termijn De heer De Visser (SGP) vraagt wanneer de afgesproken jaarrapportage over de fietsveiligheid de raad zal bereiken, en welke maatregelen door het college worden genomen. Mevrouw Visser (CDA) stelt gevraagd te hebben of er een maximale bijdrage is en heeft begrepen dat er geen limiet is. Hoe voorkomt u dan dat u boven het budget uitgaat? De heer Koyuncu (PvdA) heeft nog geen onderbouwing gehoord van de Wethouder Meijdam: Wat de fietsveiligheid betreft: er komt binnen twee weken een memo over het rapport. We gaan geen apart rapport maken over de fietsveiligheid, maar we geven een overzicht van hoe het gesteld is met de verkeersveiligheid. Dat kan in combinatie met het memo, ook binnen twee weken. De onderbouwing van de : dat wordt op papier gezet en aan u toegestuurd. Als het budget ontoereikend blijkt, komen we met een raadsvoorstel. Nummer / onderwerp Ontwerpbesluit Besluit Beraad Bestemmingsplan Eksterlaan 1. het bestemmingsplan "Eksterlaan", NL.IMRO.0545.BPEKSTERLAAN- VS01, digitaal, ongewijzigd, vast te stellen, inclusief gebruikte ondergrond 0_NL.IMRO.0545.BPEKSTERSTRAAT-VS01.dxf; 2. geen exploitatieplan vast te stellen. Unaniem conform. De heer Keskin (VHL-lokaal) vraagt hoe de verkeersveiligheid is geregeld in verband met het bouwverkeer Eksterlaan-Schaikseweg. De heer Van Weverwijk (CDA) vraagt hoe het water wordt afgekoppeld. Wethouder Meijdam: Er zijn afspraken gemaakt met de uitvoerder om zo verkeersveilig mogelijk te werken. Er zijn met de uitvoerder afspraken gemaakt m.b.t. het water: er komt een 7

8 dubbele afkoppeling. Burgemeester Bruinsma antwoordt de heer Keskin op diens vraag dat hij zal nagaan in hoeverre handhaving van de afspraken i.v.m. de verkeersveiligheid mogelijk is. Nummer / onderwerp Ontwerp besluit Besluit Beraad Vaststellen Arhi-protocol en herindelingsscan Vijfheerenlanden 1. Het Arhi-protocol met terugwerkende kracht per 29 november 2016 vast te stellen; 2. College van burgemeester en wethouders te mandateren voor de raadsbevoegdheden uit het Protocol; 3. De herindelingsscan Vijfheerenlanden 2016 voor kennisgeving aan te nemen. De heer Heijltjes (VHL-lokaal) stemt in met het voorstel. De heer Van der Leest (VVD) stemt in met het gevraagde mandaat aan het college maar wel onder de voorwaarde dat de raad steeds adequaat wordt geïnformeerd. De heer Van Weverwijk (CDA) vraagt of consult bij de provincie en de andere gemeenten ook van toepassing is op investeringen die al in de begroting zijn opgenomen. De heer Wolting (CU) stemt in met het voorstel. Mevrouw Den Hartog (PvdA) stemt in met het voorstel en de door de collega s gemaakte opmerkingen. Wethouder Keppel: De raad zal adequaat worden geïnformeerd. Als voorgenomen uitgaven al in de begroting zijn opgenomen dan wordt daarvan melding gemaakt in de stukken die ter informatie of instemming worden verzonden. 11. RAADSVOORSTELLEN VERVOLG Geen 12. HAMERSTUKKEN Geen 13. MOTIE De heer Van den Berg (VHL-lokaal) heeft een motie ingediend, vreemd aan de orde van de dag. Bespreking De heer Van der Leest (VVD) vindt de motie niet erg duidelijk. Ook is het jammer dat hij pas nu op tafel komt. Adviseert de heer Van den Berg om de motie nog even vast te houden en in overleg met anderen tot meer duidelijkheid en instemming kan komen. Hij zal er nu niet over stemmen. De heer Van der Hek (CU) wijst erop dat er meer thema s zijn die hierbij kunnen worden genoemd. Als de wethouder in deze motie aanleiding ziet om zijn onderzoeksgebied te verruimen, dan is de motie sympathiek en anders is hij te eng. De heer Bijl (SGP) vindt de motie sympathiek. De vraag is echter of het echt een aanvulling is op het project dat nu loopt. Mevrouw Den Hartog (PvdA) sluit zich hierbij aan. Wethouder Keppel antwoordt dat de elementen in de motie actueel zijn. Hij vat het breder op dan alleen de genoemde elementen. Niet alles is even urgent, dus zullen prioriteiten moeten worden gesteld. Binnen die context aanvaardt het college de motie. Het college komt vóór april met voorstellen. 8

9 De heer Van den Berg (VHL-lokaal) concludeert dat deze toezegging de motie overbodig maakt en trekt hem in. 13. SLUITING Om uur sluit de voorzitter de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 februari 2017, de griffier, de voorzitter, 9

10 10