grondboor en hamer Tijdschrift van de NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING No. 4 augustus 1968

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "grondboor en hamer Tijdschrift van de NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING No. 4 augustus 1968"

Transcriptie

1

2 grondboor en hamer Tijdschrift van de NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING No. 4 augustus 1968 Inhoud J. Tichelman De Mineralogische nomenclatuur W. de Vries De opbouw van de aarde H. C. G. Langemeyer Biogeochemie L. B. Bos Naar de zandzuigerij aan de Zomerweg te Bergum G. J. Boekschoten Een vondst van Cervus elaphus, het edelhert, op Vlieland De onthulling van het Staringmonument te Losser Boekbesprekingen De Mineralogische nomenclatuur. ABSTRACT J. Tichelman In memorising the names of minerals it is useful to know a little of their meanings. Besides this often gives some explanation concerning certain qualities of the minerals in question. Mineral-names are derived from famous mineralogists and other scientists, from famous localities or deposits and from certain qualities as hardness, color, chemical composition, or crystallografical aspects; From all of these this article gives some examples. Iedere amateur-mineraloog (en hopelijk ook de professionele) wordt er op een gegeven moment wel eens mee geconfronteerd dat hem van een bepaald mineraal de naam opeens niet te binnen wil schieten. De belangrijkste mineralen als calciet, fluoriet of pyriet zitten er wel "ingehamerd", maar wanneer zeldzame variëteiten ter tafel komen, dan wil het wel eens wat stroever gaan. Deze vergeetachtigheid is excusabel; Alle ca mineralen hebben hun eigen naam, en rekenen we de varianten van deze mineralen mee, dan komen we op een 5000 namen, die praktisch geen van alle "vernederlandst" zijn. De mens heeft geen computer-geheugen! Persoonlijk heb ik mij aangewend te trachten van iedere nieuwe aan te leren mineraal-naam de betekenis te doorgronden; Het voordeel is tweeërlei: ten eerste onthouden we de naam beter, wanneer het geen holle klank meer is, maar een woord met een betekenis, en ten tweede vertelt de mineraalnaam ons dikwijls iets over het betreffende mineraal, hetgeen onze parate kennis van mineralen slechts vergroten kan. Soortgelijke ervaringen zullen ongetwijfeld de biologen, paleontologen en medici onder de lezers zij het op hun gebied hebben opgedaan. Onderstaand een korte uiteenzetting in welke richtingen we moeten zoeken bij het achterhalen van de betekenis van mineralennamen. 121

3 Gips, (Ca(S0 4 ).2H 2 0). Bladerige kristallen, aan de oppervlakte door ijzerverontreiniging bruin gekleurd, ('gipsroos'). Vindplaats: Terlingua, Brewster County. Texas. USA. Ware grootte: 9x8 cm. Collektie: Tichelman. Een betrekkelijk gering aantal mineralen draagt een naam waarvan de oorsprong niet te achterhalen of met zekerheid vast te stellen is. Het betreft hier meestal soorten die reeds vele eeuwen bekend zijn en reeds in de Grieks-Romeinse, Arabische of Germaanse cultuurwereld bekende stoffen waren. Aangezien het hier gaat om zeer bekende mineralen als goud, zilver, kwarts, jaspis e.a. en de herkomst van de namen, zoals gezegd dubieus is, vallen ze buiten het bestek van dit artikel. We beperken ons tot die mineralen die sinds het bestaan van de mineralogie als wetenschap, dus in de laatste twee a drie eeuwen, ontdekt zijn. Percentsgewijze is dit meer dan 90 /o van alle mineralen. Onder de resterende 10 /o bevinden zich bovendien diverse soorten waarvan de naam ontleend is aan het Arabisch of Sanskriet, talen die waarschijnlijk buitengewoon weinig lezers van dit blad machtig zullen zijn. Voorbeelden: marskasiet van markashatsa, Arabisch voor kiezel en zirkoon van zargun, Arabisch voor goud-geel. 122

4 Het eerste wat bij de mineralennamen opvalt is dat hier niet de binaire nomenclatuur van de biologie en de paleontologie wordt teruggevonden. Voor het veel minder complexe rijk der anorganische voortbrengselen van de natuur kan ook met een eenvoudiger wijze van naamgeven worden volstaan. De namen van de mineralen zijn alle enkelvoudig en eindigen meestal op -iet of -liet. afgeleid van het Griekse lithos, = steen. Ze zijn te verdelen in drie groepen, al naar gelang de afleiding: afleiding van a) persoonsnamen. b) v i n d p 1 a a t s e n, en c) eigenschappen. In de mineraalnamen, afgeleid van personen komen we een grote schare bekende en minder bekende figuren tegen die zich al of niet verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van de geologie, mineralogie, kristallografie of chemie. Soms werd de ontdekker van het betreffende mineraal zelf door een vernoeming geëerd maar dikwijls ook was de vernoeming bedoeld als een homage aan een wetenschapsman die met de ontdekking niets te maken heeft gehad. Zo is het blauwe Na-Ca-Al silicaat hauyn genoemd naar de grondlegger van de kristallografie, R. J. Haüy ( ). Andere grote namen uit de begintijd der mineralogie als H. M. Klaproth ( ) en J. L. Proust ( ) hebben middels de mineralen Klaprothiet en Proustiet eveneens een zekere vorm van ontsterfelijkheid verkregen. Ook personen wier verdienste minder op het gebied der mineralogie dan op een ander terrein heeft gelegen, hebben desondanks het genoegen mogen smaken een mineraal naar zich genoemd te zien: Mochten de dichtwerken en filosofische geschriften van Goethe ooit eens niet meer gelezen worden, het mineraal goethiet zal altijd blijven bestaan, en onze eigen koning Willem I weinig oranje-kenners zullen dit weten heeft peet gestaan voor het zink-silicaat willemiet. Andere voorbeelden van mineraalnamen, afgeleid van personen, zijn brueiel. wollastoniet, berzelianiet, hausmanmel, e.v.a. Aragoniet, CaC0 3. In elkaar gegroeide hexagonale kristallen. Het grootste exemplaar is wit-paars van kleur (dsn. ca. 5 cm.); het andere (dsn. ca. 4 cm.), is door ijzerverontreiniging roestbruin gekleurd. Vindplaats: Minglanilla. Cuenca, Spanje. Collektie: Tichelman. 123

5 Het cadmium-sulfide greenockiet werd voor het eerst in kleine kristallen ontdekt bij het Schotse Greenock, en heeft hieraan zijn naam te danken. Thans wordt in dit. plaatsje geen greenockiet meer gevonden en zijn er een aantal vindplaatsen ontdekt waar greenockiet veelvuldiger wordt aangetroffen dan in Schotland ooit het geval is geweest. Groot is het aantal mineralen, genoemd naar de vindplaats waar het voor het eerst of waar het in een zeer karakteristieke vorm werd aangetroffen. Ten tijde van de vernoeming kon uiteraard niet voorzien worden waar ter wereld later nog rijkere en representatievere vindplaatsen van het ten doop te houden mineraal gevonden zouden worden. Vandaar dat veel soorten thans een naam dragen van een vindplaats die de mineraloog van vandaag niet zo veel meer zegt. Deze vindplaatsen liggen dan ook meestal in wat wij de "oude wereld" plegen te noemen. Als anglesiet nu zijn naam zou moeten krijgen, zou het met meer recht "tsumebiet" of "brooken-hilliet" (naar de rijke vindplaatsen Tsumeb en Brooken Hill) genoemd kunnen worden. De mineralenzoeker zij dus gewaarschuwd: voor het vinden van zeldzaamheden als rammelsbergiet of claustaliet is het geen uitgemaakte zaak dat hij het beste bij de Rammelsberg of bij Claustal terecht kan. Andere voorbeelden van mineralen genoemd naar een vindplaats zijn aragoniet (prov. Aragon in Spanje), andalusiet (Andalusië, Spanje) en vesuvianiet (Vesuvius). In een enkel geval ontleent zelfs een element zijn naam aan een vindplaats: strontium, strontianiet, van Strontian in Schotland. Wavelliet, 3Al P H 2 0. Radiaal gekristalliseerde helder geel-groene aggregaten op zandsteen. Vindplaats: Magnet Grove, Arkansas, USA. Ware grootte: 10 x 10 cm. Collektie: Tichelman. 124

6 Het meest interessant zijn die namen die iets over een eigenschap van een mineraal vertellen. Eigenschappen als bedoeld zijn chemische samenstelling chemisch reactievermogen, kleur, hardheid, doorzichtigheid, (kristal)vorm, soortelijk gewicht, en andere willekeurige kenmerken. De aan de bovenstaande eigenschappen ontleende namen zijn alle van Griekse herkomst. Lopen we aan de hand van enige voorbeelden alle genoemde eigenschappen even door. Namen ontleend aan de chemische samenstelling van de betreffende mineralen zijn altijd het gemakkelijkst te verklaren. Bij het horen van de naam bariet (BaS0 4 ) zal het ieder direct duidelijk zijn dat we hier te doen hebben met een mineraal waarvan barium het hoofdbestanddeel vormt. Andere soorten, direct afgeleid van een element zijn bv. titaniet (CaTiSi0 5 ). calciet (CaC0 3 ). cu priel (Cu 2 0), stanniet (Cu 2 S.FeS.SnS 2 ), tantaliet (FcTa ). cobaltiet (CoAsS), thoriet (Th0 2 ) e.v.a. Het betreft hier niet zelden de mineralen van meer eenvoudige samenstelling als bijv. de zuivere sulfiden, oxyden of carbonaten. Ook zijn meer samengestelde mineralen met meer samengestelde namen vrij algemeen: barylo-taciel (BaC0 3.CaC0 3 ). strontiano-caldet (SrC0 3.CaC0 3 ), enz. Honinggele dolomiet-kristallen (CaMg(C0 3 )) op gekristalliseerde witte bariet (BafSOJ). Vindplaats: Brand-Erbisdorf, Saksen. Ware grootte 11x6 cm. Collektie: Tichelman. De elementen zelf hebben of reeds lang bestaande namen (ferrum, cuprum) of zijn indien eerst later ontdekt genoemd naar vrij willekeurige zaken als bijv. mythologische figuren (tantalium, niobium, cadmium, titanium). Ook de omgekeerde wijze komt bij het kiezen van namen aan de orde: van anhy- 125

7 driet wordt verteld wat er niet in zit: in tegenstelling tot het verwante gips is dit mineraal namelijk watervrij. (hydoor = water). Chemische eigenschappen van mineralen manifesteren zich middels namen als eudialiet (eu-dialuein = gemakkelijk losmaken), dat licht oplosbaar is in zuren en nepheliet (nephele = wolk), dat troebel wordt in een sterke zuuroplossing. De kl e u r e n der mineralen zijn kennelijk voor talloze onderzoekers en ontdekkers een bron van inspiratie geweest, zoals de onderstaande voorbeelden mogen duidelijk maken. Uit de namen cyaniet (kuanos = blauw), karpholict (karphos = strogeel), chloriet (chloros = groen), erythriet (eruthros = rood), leuciet (leukos = wit), celestiet (coelestis, lat. = hemelsblauw), albiet (albus lat. = wit) en melaniet melas = zwart) blijkt zonneklaar in welke kleur de betreffende soorten plegen voor te komen. Ook samengestelde kleuren vinden we in mineralennamen terug. Voorb. glaukoniet (glaukos = groen-blauw) Van euchroiet zij volstaan met de mededeling dat dit mineraal een fraai kleurtje heeft (eu = goed, chroa = kleur). Hematiet, (Fe ). Bladerige kristallen op en in matrix. Vindplaats: Rio Marino, Elba. Dit gebied is tevens bekend om de schitterende pyriet-formaties die hier gevonden worden. Ware grootte van de afgebeelde hamatietgroep 10 x 7 cm. Collektie: Tichelman. 126

8 Hardheid en soortelijk gewicht vinden we terug in namen als distheen (di-sthenos = tweeërlei hardheid) en barium en bariet (barus = zwaar). Zeer veel namen duiden voorts op kristallografische aspecten van de onderscheiden soorten. Euklaas geeft aan dat dit mineraal gemakkelijk splijt; stauroliet verwijst naar de kruisvorm van zijn tweelingkristallen; axiniet duidt op de scherpte van de kristalkanten (axinè = bijl), en tridymiet op het voorkomen van drielingkristallen. De opsomming moet niet uitputtend worden; volstaan we derhalve met nog enige namen te noemen die, soms niet zonder humor, naar willekeurige eigenaardigheden van de bijbehorende mineralen verwijzen. Apatiet en phenakiet hebben de vroegere generaties mineralogen kennelijk de nodige hoofdbrekens bij de determinatie bezorgd: apatiet is afgeleid van het griekse apataein = verwisselen en een pkenax is een bedrieger: phenakiet werd namelijk nog al eens met kwarts verward. Euxeniet kunnen we vertalen als de "gastvrije" wegens de vele elementen die in de chemische formule vertegenwoordigd zijn. Als tegenhanger van dit laatste mineraal zij ten slotte het kakoxeniet vermeld, dat door de metalurgen vol wrok, als "de slechte gast" te boek werd gesteld vanwege het feit dat het tijdens het smeltproces een verderfelijke invloed op het ijzererts uitoefende. Tot zover de afleiding van mineralennamen. Bewust werd voorbij gegaan aan benamingen die alleen gebruikt worden in het germaanse taalgebied (bijv. de diverse "blenden") of die direct of zijdelings aan de edelsteenkunde zijn ontleend, aangezien wetenschappelijk gezien deze benamingen (nog) niet algemeen zijn aanvaard. Moge het bovenstaande de mineralogen onder ons er toe brengen ook aan het "onbelangrijke" aspect van de naam eens wat meer aandacht te schenken. Geraadpleegde literatuur: Dr. F. Zirkel, Elemente der Mineralogie; E. S. Dana, A. Textbook of minerology. De opbouw van de aarde. W. de Vries De kennis omtrent de struktuur van de aardbol danken we voornamelijk aan het onderzoek van trillingen, die door de aarde gestuurd worden. Deze trillingen worden opgewekt, hetzij door natuurlijke aardbevingen, hetzij kunstmatig door ontploffing van een lading dynamiet. Voor het onderzoek van diepere delen der aarde zijn alleen de aardbevingen belangrijk. De schokgolven die ontstaan, lopen langs bepaalde banen door de aarde van de haard van de trilling tot aan een ontvangststation, dat deze trillingen registreert met behulp van een seismograaf. Er zijn verschillende soorten golven die door de aarde gaan, nl. longitudinale golven (= Tressure'-golven, of P-golven), en transversale golven (= 'Shear'- golven, of S-golven). Andere soorten van golven gaan langs de oppervlakte der aarde: oppervlakte-golven: 'Love'- en 'Raleigh'-golven. De longitudinale golven lopen het snelst en komen het eerst bij een ontvangststation aan en worden ook wel primaire golven genoemd. 127

9 De transversale golven planten zich minder snel voort en komen later aan, zij worden wel secundaire golven genoemd. De oppervlakte golven komen nog later aan, de amplitude van deze golven is zeer groot. De oppervlakte der aarde gedraagt zich als een reflector voor golven die van onder af aankomen en die dus tegen het aardoppervlak teruggekaatst worden. Het verloop van de P- en S-golven, met de aankomsttijden bij een bepaald station ziet U op fig. 1. Fig. 1. P. longitudinale golf. S. transversale golf. PP. longitudinale golf, die één maal tegen het aardoppervlak weerkaatst. SS. transversale golf, id. Ook: PPP., SSS.,: twee maal weerkaatst, etc. PK P., SKS.: longitudinale, resp. transversale golf die de aardmantel passeert. ScS. transversale golf die teruggekaatst is tegen de kern (c = core). PKIKP. longitudinale trilling die mantel, buitenkern en binnenkern passeert. PKJKP. id., maar passeert in transversale toestand de binnenkern. Deze banen zijn krommen, dit komt omdat de snelheid van trillingsgolven naar de diepte toe groter wordt door afname van de mogelijkheid van samendrukbaarheid van het gesteente bij grotere belastingdruk, d.w.z. bij groter soortelijk gewicht 128

10 op grotere diepte. De aarde nu is zeker niet opgebouwd als een homogeen geheel maar uit verschillende 'schalen' met verschillende eigenschappen. Deze verschillende eigenschapppen als starheid/dichtheid/verschil in mineraalsamenstelling, geven afwijkingen in de theoretische baan. Na de bestudering van deze afwijkingen kan iets gezegd worden over veranderde fysische eigenschappen of over de mogelijke verandering in chemische samenstelling van een bepaald deel der aarde. FIG. 2 Fig. 2. Afbuiging van een trillingsgolf bij het doorlopen van een grensvlak tussen materiaal van lager (A.) naar hogere dichtheid (B.). De snelheid van de golf is in milieu B. hoger dan in A. (de afstand x. en y. wordt in gelijke tijd afgelegd). De aarde wordt ingedeeld in een aantal zones, genoemd A t/m G. Deze zones worden onderscheiden door het verschil in snelheid waarmee aardbevingsgolven passeren en de verschillende reacties op deze trillingen. A. korst. B. bovendeel der mantel: diepte km. (Bullen), km. (Gutenberg). C. overgangszone: diepte km. (Bullen), km. (Gutenberg). D. onderste deel der mantel: km. Deze zone wordt onderverdeeld in D' en D". E. buitenkern: km. F. overgangszone, slechts enkele tientallen km. dik. G. binnenkern. De grenzen van de verschillende zones worden beschouwd als chemische veranderingen in de samenstelling van de gesteenten of van mineralen, öf een faseverschil van een bepaald mineraal (vergelijk: kwarts komt voor in verschillende modificaties als hoge en lage temperatuurkwarts en als crystobaliet en trydimiet; er zijn vele 129

11 andere mineralen met dezelfde chemische samenstelling maar met sterk verschillende eigenschappen en verschillen in wijze van voorkomen: Andalusiet, Sillimaniet, Cyaniet.). De grens tussen korst en mantel (A. en B.) is een verandering in chemische samenstelling der gesteenten. De korst bestaat uit gesteenten van granietische en granodiorietische tot diorietische samenstelling en wordt beschouwd te zijn ontstaan uit gedifferentieerd en herverdeeld mantelmateriaal. De gesteenten van de mantel hebben een basische tot ultrabasische samenstelling (vnl. Peridotietisch). De korst kan in tweeën verdeeld worden: het bovendeel is granodiorietisch (zuur) van samenstelling, de diepere delen hebben een basaltische (basisch) samenstelling. De bovenste laag heeft een dikte van km., de basaltlaag km. Tussen de twee lagen wordt een discontinuiteitsvlak gevonden: de Conrad-discontinuiteit. Deze is onder de oceanen niet aanwezig, hier wordt dus alleen de basaltische 'oceanische' korst gevonden. De granietische 'continentale' korst is onder de oceanen niet aanwezig. Een faseverandering als grens tussen korst en mantel is niet waarschijnlijk, daar de grens te scherp is en omdat er een grote variatie in diepte der ligging van deze grens is (de 'Mohorovicic-discontinuiteit', ofwel de 'Moho'). De grens ligt onder de oceaan op ongeveer 10 km. onder zeeniveau, en onder de continenten tot op 35 km. diepte. Deze grote variatie in diepte brengt ook een grote variatie in temperatuur en druk mee op verschillende plaatsen der Moho. De dichtheid van de gehele aarde is ongeveer 5,5, de dichtheid van de oppervlaktegesteenten ongeveer 2,8 tot 3,2 van de basaltische gesteenten. De horizontale inhomogénititeiten die in het bovendeel van de mantel optreden kunnen veroorzaakt worden door verschillende graad van differentiatie van het mantelmateriaal. Dit mantelmateriaal zou dus gesteenten van de korst kunnen vormen maar ook weer in zich kunnen opnemen. FIG.3 Fig. 3 Snelheidsverdeling der transversale en longitudinale golven in de aarde. 130

12 In het bovendeel der mantel wordt een zogenaamd 'Low-Velocity-Layer' gevonden op een diepte van ongeveer 110 tot 140 km. Hier is de snelheid der trillingsgolven lager dan 'normaal', en houdt de toename van de snelheid der transversale golven zelfs even op (zie fig. 3.) Dit niveau van relatief lage snelheden van aardbevingsgolven wordt beschouwd als de laag waaruit de grote plateaubasalten stammen. Deze over enorme uitgestrektheden uitgevloeide basalten worden gevonden oa. in India, Patagonië, IJsland, Persië en Arabië. De condities in de C-zone geven wel aanwijzingen voor faseveranderingen. Tussen 450 en 550 km. diepte gaan sterke veranderingen optreden in het gedrag der seismische trillingen. Hier is de toename van de snelheid van de trillingen zeer sterk. Deze verandering denkt men teweeg gebracht door overgang van Olivijn (waaruit de mantel voornamelijk is opgebouwd) naar een hoge-druk variëteit in Spinelstruktuur (de chemische formule blijft Mg 2 Si0 4, de stapeling der atomen wordt nu anders, ze liggen dichter tegen elkaar aan, de verbinding neemt 'minder plaats' in, de dichtheid is groter, dus ook het soortelijk gewicht). Deze overgang van Olivijn als normaal neso-silikaat naar de Olivijn in spinel-struktuur geeft een dichtheidstoename van 9 /o. Ook voor de in de mantel veel voorkomende verbindingen van Ijzer en Nikkel (resp.: Fe 2 Si0 4 en N 2 Si0 4 ) is een vergelijkbare overgang naar een andere atoomstapeling mogelijk. Deze Ijzer- en Nikkelsilikaten gaan iets eerder in de spinelstruktuur over dan Olivijn, daar de benodigde druk iets lager is (en wordt ongeveer 100 tot 200 km. hoger in de mantel bereikt). Hierdoor kunnen controversen tussen verschillende onderzoekers over de bepaling van de grens tussen de B.- en C- zone verklaard worden. De overgang van de Ijzer- en Nikkelsilikaten geeft een afwijking in het seismisch gedrag, dat al eigenschappen gaat vertonen van de diepere zone. De D.-zone zou bestaan uit oxyden (= verbindingen van een metaal met zuurstof bv. Kwarts: Si0 2 ; Magnetiet: Fe ). De oxyden die in de D.-zone voorkomen zijn ontstaan uit transformatie cq. het uiteenvallen van de silikaten der C.-zone. De verbindingen die in de D.-zone voorkomen zijn: Periklaas: MgO: Korund: A ; Rutiel: Ti0 2 ; Spinel: MgAl Zone C. kan dus beschouwd worden als overgang tussen de zone met normale silikaten (B.) en de zone bestaande uit oxyden (D.). Olivijn komt overeen met Si0 2 (Kwarts) plus MgO (Periklaas). Deze decompositie komt voor op ongeveer 1000 km. diepte. De Si0 2 komt daar echter niet voor in kwartsstruktuur met zijn vele grote holten (hierin kunnen zeer grote ionen, zoals van Kalium, Natrium en Calcium een plaats vinden. Dit gebeurt bij vorming van de Veldspaten!), maar in een veel dichtere pakking (dichtere stapeling) zoals bv. die van Steenzout of Rutiel. De zones die begrensd zijn door faseveranderingen, hebben logischerwijs geen scherpe grenzen door het voorkomen van vele mineralen. Niet bij ieder mineraal treedt een faseverandering of decompositie op bij eenzelfde temperatuur en druk (dus bij bepaalde diepte). Bijvoorbeeld: een mengsel van Forsteriet (de zuivere Magnesium-olivijn: Mg 2 Si0 4 ) en een Pyroxeen: MgSi0 3 Enstatiet is stabiel tot op 400 km; door een geringe onzuiverheid wordt het omzettingsgebied gespreid tussen 300 en 800 km. De reacties die in de D.-zone van de mantel gaan optreden zijn: 2MgSi0 3 (Pyroxeen)» Mg 2 Si0 4 (samenstelling als van Olivijn, maar spinel-struktuur!) plus Si0 2 (Kwarts), en ook: Mg 2 Si0 4 (Olivijn)» Mg 2 Si0 4 in spinelstruktuur. Ook is 131

13 mogelijk in plaats van de eerste reactie: MgSi0 3 (Pyroxeen)» MgSi0 3 in Korundstructuur. Op een diepte van 950 tot 1000 km. volgt dan de reactie: Mg 2 Si0 4 in spinelstruktuur» 2MgO + Si0 2 in rutielstruktuur; en ook: Mg 2 Si0 4 > MgSi0 3 (in korundstruktuur) 4- MgO. Fig. 4. Verdeling van de dichtheid (Soortelijk gewicht) in de aarde. Veranderingen tussen verschillende zones zijn dus vrij eenvoudig te verklaren door deze faseverschillen en decomposities aan te nemen. Het is dus niet nodig om vaak zeer moeilijk te verklaren grote chemische veranderingen aan te nemen. Toch moet er zeker wel rekening gehouden worden met verschillen in chemische samenstelling van hogere en lagere delen van de mantel. Als de mantel samengesteld is uit meerdere verschillende componenten kan er een zekere 'gelaagdheid' of 'zonering' optreden door verschil in diffusie en door gravitatieve differentiatie ( = zinken van zware bestanddelen zoals Olivijn, door zwaartekracht). De aanwezigheid van discontinuïteiten in de mantel is een aanwijzing voor deze mogelijkheid. Een duidelijke zonering in de mantel is echter afwezig en dit pleit voor een convectieve menging van het mantelmateriaal. In het bovenste deel der kern kunnen transversale golven zich niet voortplanten, althans niet in die frequenties die gemeten worden aan het aardoppervlak in seismologische onderzoekingen. De kern wordt daarom als vloeibaar beschouwd, hoewel metingen over de samendrukbaarheid en stijfheid geen resultaten van een normale vloeistof laten zien. De dichtheid bedraagt ongeveer 9,96 op een diepte van 2900 km. op de grens van de kern en mantel, en voor de lagere delen der buitenkern 12,

14 Aan golven die langs en door de binnenkern lopen, wordt een verschil in tijd van aankomst waargenomen en een afbuiging van de baan die door de binnenkern gaat. Aangenomen wordt dat de binnenkern zo stijf is dat hier wel transversale golven mogelijk zijn. Als dus een P.-golf op zijn weg door de kern aankomt bij de binnenkern, zou dus zowel de doorgaande P.-golf als ook een nieuwe S.-golf ontstaan. Beiden gaan dan door de kern en in de binnenkern ontstane S golf gaat dan als een P.-golf door de buitenkern. Deze twee P.-golven kunnen dan bij aankomst aan de binnenrand der mantel ook weer twee S.-golven doen ontstaan, (zie fi g. i). Proeven genomen met materialen onder zeer hoge drukken geven een waarschijnlijk atoomnummer der kern van 23, wat overeenkomt met een samenstelling van een IJzer-Nikkel-legering met een dichtheid van 13,2 tot 14,4. Verdere gegevens vindt U in het zeer lezenswaardige boekje van Veldkamp: Geophysica, Aula-pocket, Biogeochemie. Inleiding: H.C.G. Langemeyer De geochemische methode van prospectie is gebaseerd op systematisch onderzoek naar chemische eigenschappen van mineralen en ander in de natuur voorkomend materiaal. Als deze eigenschappen niet rechtstreeks onderzocht worden, maar wel hun invloed op nabije planten (en dieren, maar die zijn nu eenmaal niet zo aan een vaste plaats gebonden), dan spreekt men van biogeochemie. Deze nog vrij jonge wetenschap volgt het principe dat haast elke jonge wetenschap van de laatste decennia volgt: dat twee of meer oude en eerbiedwaardige enkelvoudige wetenschappen samen één nieuwe, meer gedetailleerde wetenschap vormen. In dit geval werken chemie, geologie en biologie samen en vormen aldus de biogeochemie. Een ander tijdsverschijnsel waarmee wij hier te maken hebben is het vervagen van de scheiding tussen zuivere en toegepaste wetenschap. De tegenwoordig enig overblijvende broedplaatsen van zuivere wetenschap, de Universiteiten en Hogescholen, krijgen steeds meer contact met het bedrijfsleven en de eisen daarvan. Anderzijds ondervinden de grote industrieële researchcentra waar alle wetenschap gericht moet zijn op het bevorderen van de producten steeds meer dat elke vinding, hoe abstract aanvankelijk ook lijkend, naderhand wel eens van groot practisch nut zou kunnen blijken. Daarom, de Hoger-onderwijsinstellingen leggen zich meer en meer op de toepassing van hun bevindingen toe, en de industrieel geënte wetenschappen dienen meer en meer fundamenteel te zijn. In dit licht is het duidelijk dat bovengenoemd samenspelen van drie vakgebieden niet alleen maar zuiver en ook niet alleen maar toegepast kan worden genoemd. Er heeft een voortdurende wisselwerking plaats en het ligt voor de hand om theorie en experiment, om logisch verband en tabellarische gegevens, om zuivere verbazing over de spelingen der natuur en toepassing van het gevondene telkens van plaats te zien verwisselen. De biogeochemie vindt zijn toepassing in de geologische exploratie naar mineralen. Het is een der vele vormen van het pogen der mensen om voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten. Dat wil zeggen om op goedkope wijze dure grondstoffen te 133

15 vinden. Immers de eerste opzet was om simpelweg de biosfeer, vooral de planten, in een gebied te observeren en daaruit te concluderen of er al of niet bijzondere en waardevolle grondstoffen (uranium, molybdeen, goud of iets.anders) in de bodem van die streek voorkwamen. Al gauw ondervond men dat het zo eenvoudig niet ging. Men diende bepaalde onderdelen van dezelfde planten in zeer grote aantallen te verzamelen, te verbranden en de as te onderzoeken, waarna de resultaten niet zelfstandig bestudeerd, maar in hun verhouding tot elders gevonden resultaten bekeken moesten worden. Deze moeizame en tijdrovende, maar diepgaande studie maken de biogeochemie tot een tak van wetenschap, gelijkwaardig aan zo vele moderne vertakkingen van de geologie. Maar, zoals gezegd, het onderscheid zuiver-toegepast is niet krachtig meer in de wetenschap. Zo heeft zich de biogeochemie omhooggetrokken van het toegepaste tot het zuivere. Laat ons luchtigjes verwijlen in dat zuivere: ons verwonderen over de veranderingen die de chemie van de ondergrond heeft aangebracht in de levende natuur. Hoe merkwaardig is niet het zinkviooltje, of bloemen die duidelijk verkleurd worden door koper of planten die extreem dicht uitgroeien onder invloed van ijzer in de bodem? En wie weet of niet één van ons, amateurs, door ongedachte aanleg of toewijding of door een toevalstreffer het practische nut van de biogeochemie weer een eindje verder brengt. Methode Boomwortels zijn waargenomen in tunnels 20 m onder het aardoppervlak en gebleken is dat de omgeving van een zeker mineraalgebied beïnvloed kan zijn tot op een straal van 4 tot 50 keer die van dat gebied zelf. De invloed van een bepaald mineraal op één bepaalde plant is anders dan op andere planten; bovendien is dit verschil systematisch, daar kan men van te voren op rekenen. Zo is de dwergberk erg gevoelig voor zink. Maar zink is toch al een element dat abnormaal goed opgezogen wordt, onder bepaalde invloeden van zonlicht, uitdroging e.z. Dus een gebied met veel dwergberken hoeft nog niet te betekenen een economische hoeveelheid zink. Verder is in één en dezelfde plant de aanrijking in verschillende functionele delen wortels, stam, schors, twijgen, bladeren verschillend en ook zijn jongere delen weer anders dan oudere. Voor een grondig biogeochemisch onderzoek moet men methodisch te werk gaan. Men moet in het te onderzoeken gebied een plant uitkiezen die veelvuldig voorkomt. Dan moet men van die planten steeds dezelfde functionele delen bij elkaar zoeken. Daar de omstandigheden van vochtgehalte, zuurgraad, zonlicht, wind, regen enz. van meter tot meter kunnen verschillen, moet men vele honderdtallen planten onderzoeken, teneinde plaatselijke verschillen te nivelleren. De aldus in grote hoeveelheden verzamelde plantendelen moet men nu drogen en verbranden; de as wordt geanalyseerd, evt. op straling. De gevonden kwantiteiten verdelende over een aantal (tien of meer) vindplaatsen in het onderzochte gebied, ziet men dan soms een geleidelijke toe- en weer afname in een bepaald element, d.w.z. de stations liggen buiten op binnen de rand vlak naast op vlak naast het centrum binnen op buiten de rand van een bepaald mineralisatiegebied. Men geeft het gehalte aan een bepaald element aan in parts per million (ppm), dus in tienduizendsten van percenten. Om een zeker verbindingsgetal tussen verschillende planten aan te geven, kan men verder de kwantiteit in de ene plant over het hele gebied vergelijken met die van een bepaalde andere plant in datzelfde ge- 134

16 bied; zodoende kan men evenveel gegevens verkrijgen uit twee soorten of uit minder talrijke planten. Van zulke verhoudingsgetallen geeft de volgende tabel voorbeelden. I II III zink lood koper dennetakken 0,5 1,2 1,1 36 denneschors 0,3 3,8 1,0 36 wilgetakken 0,4 1,1 0,9 25 varens 0,2 0,8 0,9 26 In kolom II staat de verhouding telkens t.o.v. de wrattenberk, een ter plaatse veel voorkomende plant. In kolom III staat het aantal malen dat die verhouding waargenomen is. Hieruit ziet men ook dat de dennetakken soms heel andere uitkomsten geven dan de schors. Resultaten Het is vooral in verschillende delen van de Sovjet-Unie en van de V.S. dat men de biogeochemie ontwikkeld en toegepast heeft. Maar ook in Zweden, Polen, Groot-Brittannië en andere landen. Hij is van belang in de gebieden waar de bijzondere mineralen tot op enkele meters onder, maar het niet aan de oppervlakte komen tengevolge van een (niet te dikke) verweringslaag. Om voorbeelden te noemen: zo zijn in 1939 tinvoorkomens ontdekt in Cornwall en in 1948 een wolframafzetting in Zweden. Zo worden uraan en vanadium systematisch opgespoord in Colorado. Zo gaf het zinkviooltje o.a. in Siberië de plaatsen aan waar de bodem rijker was aan zink. En er zijn tientallen gevallen aan te wijzen, waarin de biogeochemie zijn geld opbracht. De normaalste invloed van de geologie op de biosfeer is wel de veranderingen in vorm en kleur der planten, en wel speciaal het verkleinen, zelfs het doen verdwijnen van planten. In Centraal-Afrika kon men soms bepaalde metalen vinden omdat ze in hun gebied plantengroei geheel onmogelijk maakten; dus een kale plek betekende metalen. Op een plaats in Noorwegen bemerkte men dat zekere gewone planten afwezig waren en dat andere planten van de ruimte gebruik maakten om welig te tieren; zo ontdekte men een soort pyriet. Dat is waar men in de practijk op letten moet: een ongewone verandering of vermindering. Een verandering kan zijn een bepaalde vergroeiing, een bepaalde verkleuring, een bepaalde combinatie of eenzijdigheid van flora, "of wat dies meer zij. Een vermindering kan opvallen door een bepaalde verbleking, een achterblijven in ontwikkeling, zelfs geheel wegblijven van een bepaalde te verwachten plant of andere vergiftigingsverschijnselen. Zo kan men bij vergiftiging denken aan het fluorgas van raffinaderijen. Water geologisch immers zeer belangrijk kan ingrijpende wijzigingen veroorzaken, evenals de mineralen die het vervoert. Dit om aan te duiden dat men niet alleen in verre streken de Oeral of Californië hoeft te zijn om de biogeochemie te beoefenen; en dat men het ook niet direct op hoog wetenschappelijk niveau hoeft aan te pakken. Biogeochemie begint gewoon met op een wandeling of b.v. in de vacantie critisch en nauwkeurig rond te kijken; met de prettige bijgedachte dat het ook nog practisch nut kan hebben. 135

17 Naar de zandzuigerij aan de Zomerweg te Bergum. L.B. Bos ABSTRACT The author has collected a great number of crystalline and sedimentary erratics of Fennoskandian origin in a sandwinning-locality near Bergum, Friesland. Remarkable is the sporadic occurrence of rapakivi-granite from the Åland Isles, common to very common in other localities. The absence of sulphide of iron in alle limestones from this locality and on the other hand the abundance of pyrite in nodules. Peatballs and mudballs. A description is given of the problems, the possibilities and the solution of the problems. Aan de noordzijde van de westelijke Zomerweg te Bergum, halverwege en ten zuiden van de spoorlijn tussen het station van Hardegarijp en de voormalige halte van Tietjerk, bevindt zich de zandzuigerij van de firma P. M. Grebe en Zoon te Sneek. Door middel van lange buisleidingen wordt het opgezogen materiaal naar een tweetal stortplaatsen gespoten, die door hoge dijken zijn omringd. De stortplaatsen worden beurtelings vol gespoten en geledigd, zodat het vervoer van het zand, bestemd voor de wegenbouw, onafgebroken kan plaats hebben. De diepte, waarop wordt gezogen, bedraagt momenteel ± 8 meter. De resultaten van mijn talrijke speurtochten, soms in gezelschap van collega Jansen uit Sneek, volgen hieronder: Het aantal noordelijke, kristallijne gesteenten is legio. Het zijn alle gave gesteenten. Een opsomming te geven van de verschillende granieten, porfieren enz. zou te veel plaatsruimte vragen. Ik ga me daarom bepalen tot wat mij het meest heeft getroffen. Gesteenten uit het Oslo-gebied ontbreken zo goed als geheel. We vonden slechts één rhombenporfier. Diabazen zijn goed vertegenwoordigd, vooral Asby- en Kinnediabaas. Opmerkelijk, dat Aland-rapakivi, een algemeen voorkomend gesteente in het noordelijk dilivium, hier zo sporadisch voorkomt. Een mooie vondst was die van Botnischegolf-granofier, met door ijzerglans steenrood gekleurde veldspaten, met mooie micropegmatietische kwarts-veldspaatvergroeiingen en met verspreide chloriet-epidootnesten, die zo kenmerkend zijn voor dit gesteente, zodat verwisseling met een of andere rapakivi-variëteit uitgesloten is. Bij een oppervlakkige beschouwing denkt men toch nog te doen te hebben met een rapakivi-gesteente, daar in de verweringskorst sommige veldspaten omgeven zijn door een smalle rand. Deze bestaat echter niet, zoals bij de rapakivi's, uit plagioklaas, maar uit een dichte, donkere kwarts-veldspaatvergroeiing, waarbij kwarts domineert. Vuurstenen, kalkstenen en brokken krijt zijn soms rijkelijk aanwezig. Vele vuurstenen bezitten een sneeuwwitte krijtlaag, (geen verweringskorst: er is n.l. een scherpe afscheiding met de zwarte vuursteenkern). De kalkstenen bleken, blijkens de aanwezige fossielen, zowel afkomstig te zijn uit het Boven- als het Onder- Siluur. Vezelige calciet, dat ik in baggergrond van het Bergumermeer, de Zwemmer, de Merriedobbe (een uitgeveende plas ten westen van Tietjerk) en de haven van Drachten zo veelvuldig heb aangetroffen, schijnt hier geheel te ontbreken. 136

18 Het is me opgevallen, dat de talrijke kalk- en krijtgesteenten geen pyriet bevatten, zoals die uit baggergrond van het Bergumermeer en de Merriedobbe. waarvan sommige grotendeels waren gepyrietiseerd. Door een opmerkzaamheid van de stortbaas was ik niettemin in de gelegenheid losse pyrietconcreties bij honderden te verzamelen. Het bleek namelijk, dat ze zich in grote getale hadden opgehoopt in de opstaande monding van de uitstromingsbuis, als gevolg van hun groot s.g., plm. 5. (opmerking: de concreties zijn niet afkomstig uit steenkool, daar de zandzuiger met olie wordt gestookt). De grootte der verzamelde stukken is zeer gevarieerd. Met uitzondering van enkele grotere, is het merendeel van erwt- tot walnootgrootte. De meeste concreties hebben een onregelmatige vorm, met een doffe, bijna zwarte en hobbelige oppervlakte, die nu eens doet denken aan de pit van een walnoot, dan weer gelijkenis vertoont met een druivenstros. Nog weer andere zijn glad als een eikel. Onder het materiaal bevinden zich ook kleine stukken gepyrietiseerd hout: soms is nog een kern van bruin tot zwart verkoold hout aanwezig, op vele plaatsen met dwarsbreuken en dat zich met een vingernagel laat bekrassen. Ook merkten we enkele schelpjes en een geheel gepyrietiseerd slakkenhuisje op. De kleur der pyrietconcreties loopt uiteen van donker- tot licht-messinggeel; sommige hebben de kleur van tin. De inwendige structuur der concreties is al evenzeer verschillend: sommige zijn fijnkorrelig tot dicht; weer andere zijn min of meer poreus en grover van korrel. Eén der concreties van ovale vorm vertoont op een door Schr. gepolijst vlak een radiaalstralige structuur. Een ander stuk, eveneens door mij gepolijst, is een zeer fijnkorrelige zandsteen, met als kitmiddel pyriet, die zich op het gepolijste vlak en onder een 12 x loupe voordoet als een netwerk van haarfijne adertjes, waarbinnen de kwartskorreltjes liggen opgesloten. Er bestaat dus een opmerkelijk verschil tussen de pyrietconcreties wat betreft hun kleur en structuur. Wat hun houdbaarheid betreft, deze is evenzeer verschillend. Sommige stukken vertonen onder inwerking van de zuurstof en het vocht uit de lucht reeds na enkele weken verweringsverschijnselen, terwijl andere jarenlang goed blijven. Het eerst zichtbare teken van de afbraak, een oxydatieproces, is de vorming van een witte pluismassa, bestaande uit kristalnaaldjes van in water oplosbaar ferrosulfaat. Het verweringsproces is ook te ruiken: verwerende pyriet verspreidt een zure lucht, die aan superfosfaat doet denken. Behalve ferrosulfaat ontstaat n.l. ook zwavelzuur, zodat zich ferrisulfaat kan vormen. Dit laat op zijn beurt opnieuw pyriet aan, weer onder vorming van ferrosulfaat. Dit gaat zo door, tot alle pyriet is omgezet. In het bekende Revinienkwartsiet uit de Ardennen zijn de pyrietkristalletjes dikwijls omgezet in bruine limoniet, een glansloze, amorfe vorm van bruinijzererts. De kristalvorm van pyriet bleef bewaard. Dit scheikundig verschijnsel heel pseudomorfose. Pyriet is een verbinding van zwavel en ijzer, met de formule FeS 2. Het ontstaat door een scheikundig proces uit in de bodem aanwezige ijzerverbindingen en zwavelwaterstof, dat geleverd wordt door rottende organische verbindingen. Een vraag, die ons en vele anderen heeft bezig gehouden is die naar de herkomst der pyrietconcreties. Naar onze mening zijn ze niet afkomstig uit het Oostzeegebied, daar de talrijke door ons gevonden Onder- en Bovensilurische kalkstenen niet de minste sporen van pyriet vertonen. Ze zouden afkomstig kunnen zijn uit de pyrietbevattende krijtgebieden van de Deense eilanden en in de R i s s - 137

19 ij s t ij d naar onze streken zijn vervoerd, evenals bv. Oslo-gesteenten, Kinnediabaas en Schonense bazalt. Maar ook is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat ze in het zandwinningsterrein zijn ontstaan. De voorwaarden voor hun vorming waren hier aanwezig: ijzerverbindingen en rottende organische stoffen. Behalve noordelijke zwerfstenen en pyrietconcreties merkten we op de stortplaatsen nog een tweetal vormingen op. nl. humus(veen)ballen en zandballen. Hun bolvorm is een gevolg van het rollen door de soms enkele honderden meters lange pijpleiding. Ter verduidelijking van hun ontstaan geven we hieronder het bodemprofiel tot 8 meter (gegevens van de heer Grebe). 1. veenlaag; dikte 1 meter; 2. bruinachtig zand. z.g. woudzand; dikte plm. 2 meter; 3. zandoer. humuszandsteen of fels; dikte plm 20 cm; 4. grijs zand (dikte onbekend tot 9 oct. 1967). De humusballen bestaan uit een dichte, bruine massa, waarin zich nog zwartverkleurde stengelresten laten onderscheiden. Het woudzand, het oorspronkelijke dekzand, dankt zijn bruine kleur aan de van de veenlaag afkomstige humusstoffen en aan limoniet. een onoplosbare ijzerverbinding (Fe 2 O v nh 2 0). Na een reeks van scheikundige processen, waarbij naar beneden zakkend en oplossend koolzuurhoudend regenwater en ook koolzuur uit rottende planten een belangrijke rol spelen, ontstaat uit limoniet ten slotte oplosbaar ijzerhydrocarbonaat (Fe(HC0 3 ) 2 ), dat op zijn beurt door ijzerbacteriën of door zuiver chemische werkingen weer wordt omgezet in limoniet, dat zich op de zandkorreltjes afzet en deze aaneenkit tot zandoer. 138

20 Een vondst van Cervus elaphus, het edelhert, op Vlieland. ZUSAMMENFASSUNG G.J. Boekschoten 1 ) Es wird der Fund eines fossilen Geweihlragmentes von Cervus clafrluis der Nordsccinscl Vlieland gemeldet. Dieser Fund bezeugt das ehemaligc Durchlaulen der hollandischen Nehrung nach Nordosten. In mei 1966 vond de Groninger scholier Marcel Kwint op het Noordzeestrand van Vlieland (tussen paal 52 en paal 53) een eigenaardig krom voorwerp. Het bleek een uiteinde van het gewei van een edelhert te zijn; ook door Mej. Dr. A. T. Clason (Biol.-Arch. Inst. Groningen) werd het als zodanig herkend. Het stuk hertshoorn is zwartbruin gefossiliseerd; aan de buitenzijde was in een groefje nog wat grijswitte klei aanwezig, in het sponzige weefsel van de binnenkant wat zand. Het breukvlak is afgerond; mariene aangroeisels of boorgaten zijn aan het voorwerp niet waar te nemen. De conservatietoestand maakt het onwaarschijnlijk dat de vonst afkomstig zou kunnen zijn van in zee geworpen vuilnis. De grootte van het fossiel (15.7 cm) sluit vervrachting door kustdrift vanuit het vasteland van Holland uit, en maakt opspoeling uit het Pleistoceen van de voor het strand gelegen geul Stortemelk weinig waarschijnlijk. Het betreft hier dus hoogstwaarschijnlijk de rest van een edelhert, dat op Vlieland leefde in een tijd waarin van de Waddenzee nog geen sprake was en waarin de schoorwal langs de kust van Nederland weinig onderbroken was. Het is bekend dat het edelhert tot in de middeleeuwen voorkwam in de bossen langs de Hollandse binnenduinrand. l ) Geologisch Instituut der Rijksuniversiteit te Groningen Melkweg 1. Groningen. 139

21 De onthulling van het Staringmonument te Losser. Op 22 Mei j.l. werd te Losser een borstbeeld van Dr. W. C. H. Staring onthuld door Mr. A. Staring van de Wildenborch. Tevens werd een daarbij gelegen groeve in de Losserse zandsteen met bijbehorend wandelpark voor het publiek opengesteld. Wij komen op deze gebeurtenis nog nader terug en publiceren alvast enige foto's van deze plechtigheid. De foto's werden ons welwillend afgestaan door de redactie van het Personeelsblad van de N.V. Nederlandse Aardolie Maatschappij. Redactie. Het Staringmonument 140

22 Overdracht van het borstbeeld namens de N.G.V. door de heer W. F. Anderson, aan de gemeente Losser. 141

23 Het borstbeeld van Dr. W. G. H. Staring, dat overgedragen werd. 142

24 Veel belangstelling voor het monument: le rij de heren H. Schoenmakers, Prof. Dr. Ir. F. J. Faber, Drs. G. Kortebout van der Sluys, Dr. A. A. Thiadens, Burgemeester J. P. A. M. van de Sandt, Directeur Gemeentewerken C. J. van Staveren en Ir. D. M. W. Staring. Belangstellende bezoekers in de groeve te Losser. 143

25 Verklarende tekst in de groeve. 144

26 Boekbesprekingen. Als nummer 3 in de serie De Natuur in kleuren is verschenen R. METZ EN A. E. FRANCK EDELE STENEN een uitgave van N.V. Gebr. Zomer en Keunings Uitgeversmaatschappij Wageningen. Voor slechts ƒ is hier werkelijk iets bijzonders geleverd. De tekst is van R. METZ, de 115 kleurenfoto s, met 148 afbeeldingen, zijn van A. E. FRANCK: een "woord vooraf" werd geschreven door DR. P. C. ZWAAN, Leiden. In het boek, handig van formaat (19 x 12,5 cm.) worden a.e.v. behandeld: Mineralen, hun eigenschappen en verspreiding (5 ). Het ontstaan der mineralen (9 ). Edelstenen. Verder is opgenomen een Mineraalregister, een Trefwoordenregister en een Literatuuropgave. Bij het doorbladeren van het boek vallen direct de prachtige kleurenfoto's op. De fraaiste mineralen en kristallen, werden door een cameraman, gespecialiseerd in het fotograferen van wetenschappelijke objecten, natuurgetrouw vastgelegd. Enkele fragmenten uit het boek: Blz. 23. De Mineraalnamen. Het kleurige mengelmoes van de mineraalnamen is een weerspiegeling van de geschiedenis der mineralogie. Vele namen zijn ontleend aan de klassieke Oudheid of het Verre Oosten, andere stammen uit de middeleeuwse Duitse mijnwerkerstaal. Weer andere namen werden bepaald door bijgeloof en mythologie of wijzen op het land van herkomst of de vindplaats. De chemische samenstelling, het uiterlijk of de bijzondere eigenschappen hebben ook geïnspireerd tot het vinden van een naam: weer andere mineralen zijn naar hun ontdekker genoemd of naar bekende mineralogen en weerspiegelen in.hun naam verering, dankbaarheid of ook wel gewoon menselijke ijdelheid. Veel mineralen hebben twee of meer namen en dikwijls bestaan er, naast de nationale terminologie, namen die internationaal gebruikelijk zijn. De meeste mineraalnamen eindigen op -iet of -liet, afgeleid van het Griekse woord lithos, steen. Blz. 71. Mineraalparagenesen. Slechts zelden vormt één enkele mineraalsoort grotere, geologisch zelfstandige massa's. Meestal treden verscheidene mineraalsoorten in gesteenten of in delfstofafzettingen op. Op de hele aarde vinden wij echter steeds weer heel bepaalde mineralen, die met elkaar en naast elkaar voorkomen met verschillende rangschikking, al naar gelang van de ontstaansvoorwaarden. Mineralen die samen door hetzelfde vormingsproces zijn ontstaan, noemt men paragenetisch: het aldus samen optredende mineraalgezelschap vormt een paragenese. Sommige paragenesen zijn over de gehele wereld verbreid en komen in hoeveelheden ter grootte van vele honderden kubieke kilometers voor. Blz EDELSTENEN Minralen die door bijzondere optische eigenschappen, vooral echter door hardheid, schoonheid en zeldzaamheid uitmunten en daarom als sieraad gedragen worden of als voorwerp bij religieuze handelingen gebruikt worden, noemt men edelstenen. Blz Een edelsteen hoeft niet per se hard te zijn. De door zijn lieflijke groene kleur en zijn structuur geliefde malachiet is zelf zeer gevoelig voor krassen. In het algemeen gaan voor edelstenen door alle mineralen, die de mens waardevol en edel genoeg vond om als opsmuk en sieraad te dienen: het vroeger in gebruik zijnde begrip "halfedelsteen" 145

27 heeft heden geen geldigheid meer. Hiertegen zijn wel enkele bezwaren aan te voeren, maar delinities geven is uiterst moeilijk: Ter vergelijking enkele andere uitspraken: 1. Er worden geen edelstenen in de natuur gevonden doch slechts het materiaal ervoor, waaruit ze later geslepen worden. Gevonden worden de kristallen (of fragmenten ervan) en de amorfe stoffen. Aangezien verreweg de meeste edelstenen uit kristallen geslepen worden, zou de omschrijving van een edelsteen aldus kunnen luiden: 2. Een edelsteen is een gedeelte van een natuurlijk kristal, dat door kunstmatig aangebrachte geslepen en gepolijste vlakken (facetten) een voorwerp tot versiering is geworden. (J. Bolman). 3. Voor een geoloog is elke natuursteen een edelsteen (E. Hcimans). Sommige leden van de N.G.V. hebben zich gespecialiseerd in het verzamelen van mineralen. Een dikwijls gehoorde vraag is: zijn er boeken over mineralen in het Nederlands, want daar hebben we interesse voor. Welnu, hier is de kans. Grijp die voor ƒ Bedoelde verzamelaars in het bijzonder, maar ook de andere leden kunnen wij dit boek van harte aanbevelen. Het is, voor ons, een zeer gelukkige keus geweest van de N.V. Gebr. Zomer en Keunings Uitgeversmaatschappij, dit boek te laten vertalen en bewerken, en het uit te geven. Zorg dat U een exemplaar krijgt, voordat de oplaag is uitverkocht. Uit de zeer korte Literatuurlijst blijkt wel hoe bedroevend weinig in Nederland op dit gebied te krijgen is. Het is zeer moeilijk, zo niet onmogelijk de mooiste kleurenfoto's aan te wijzen. Minder mooi vonden we afb. 128 Rookkwartskristallen misschien kwam dit doordat ons oog direct getroffen werd door de violette amethyst (Afb. 123) op de pagina ernaast. Blz. 1 S3. Aktinoliet (S t a a 1 s t e e n) moet zijn Straalsteen. Blz Zilverig, K a t t e n g o u d en K a t t e n z i 1 v e r worden voor zover ons bekend, in Nederland niet gebruikt. In het (trefwoorden)register (blz. 254) staat rhyolith en van rhyolieten wordt gesproken op blz. 93 en blz L i p a r i e t is een meer bekende naam in Nederland. Wierden, Jan G. J. ter Horst. WETENSCHAPPELIJKE MEDEDELINGEN VAN DE K.N.N.V. - No. 73 febr De Nederlandse Amfibieën C. F. Van de Bund, tekeningen M. J. C. Kolvoort. Wederom verscheen een bijzonder mooi boekje in deze serie. Zeer systematisch opgezet met determinecrtabellen, kaartjes enz. is dit boekje een waardevol bezit voor elke natuurliefhebber. De tekeningen zijn zoals steeds prima verzorgd en zeer duidelijk. Bestelt U dit boekje spoedig. Als lid N.G.V. (even opgeven) krijgt U korting. Bestellen bij bureau K.N.N.V. Hoogwoud. Per stuk ƒ Romer. 146

28 EINIGE BEMERKUNGEN ÜBER DIE SEDIMENTATIONSVERHÄLTNISSE UND DIE FOSSILEN LEBENSSPUREN DES BENTHEIMER SANDSTEINS Edwin Kemper. Geol. Jb. S Hannover April Vroeger werd deze zandsteen (V a 1 e n g i n i e n) altijd beschouwd als iets waar de verzamelaar zich maar niet mee moest bemoeien vanwege het feit dat er nu eenmaal niets in te vinden was. U kent dergelijke uitspraken natuurlijk ook, dit toont meestal aan dat het gesteente niet rijk is aan gemakkelijk te vinden fossielen. Ook echter drukt het een stempel van oppervlakkigheid en de manier waarop de verzamelaar te werk gaat. DR. KEMPER is echter de man die in enkele jaren meer wetenswaardigs over de Bent- heimer zandsteen verzameld heeft dan alle andere onderzoekers samen. Daar deze zandsteen als reservoirgesteente van vele olievelden in het middelpunt van de belangstelling van de oliegeologen staat werd aan het gesteente "an sich" veel aandacht besteed. Het feit dat DR. KEMPER letterlijk bovenop deze zandsteen woonde bracht hem ertoe alle natuurlijke en kunstmatige ontsluitingen grondig te bewerken. Het resultaat van dit onderzoek is overweldigend geweest, een schat van gegevens werd verzameld, de tientallen foto's in dit werk getuigen hiervan. Allerlei typische kenmerken van de sedimentatie, gegolfde en gerimpelde steenplaten etc. zijn de inleiding, later gaat de schrijver over op de kruipsporen en woonruimten van de bewoners van de zeebodem. De meest bekende is wel de Cavernaecola bartlingi BENTZ. Dit zeer uitgebreide artikel van KEMPER is een van de laatste werken van DR. KEMPER geschreven in zijn woonplaats Bentheim, wij wensen hem in zijn nieuwe woonplaats en werkkring (Hannover) veel geluk en succes en hopen nog vaak van zijn publicaties te kunnen genieten. Op deze plaats willen wij echter ook een vermanend woord laten horen aan het adres van onze Nederlandse verzamelaars. Het is de laatste maanden al meer dan één keer voorgevallen dat Nederlandse verzamelaars grote vernielingen hebben aangericht aan o.m. Cavernaecola holten op de Isterberg te Bentheim. Wij willen nog aannemen dat onwetendheid hier een rol gespeeld heeft, maar het aanrichten van vernielingen is nooit goed te praten. Laten we toch dingen die we niet kunnen en mogen meenemen niet direct met een moker te lijf gaan. We moeten toch weten dat we ook geen stuk van de Nachtwacht mogen snijden. Een waarschuwing en een aanmaning tot bescheidenheid en eerbied voor de natuur en zijn monumenten dient van elke excursieleider uit te gaan. Wat in Bentheim is gebeurd was een schande, dit is geen verzamelen maar plunderen. Romer. GEOLOGISCHER FÜHRER DURCH DIE GRAFSCHAFT BENTHEIM UND DIE ANGRENZENDEN GEBIETE E. Kemper - 3e druk Weer is een hernieuwde en uitgebreide druk verschenen van dit reeds zeer bekende boek. Ditmaal moeten we "aangrenzende gebieden" zeer ruim opvatten. Niet alleen wordt het Onder-Krijt nog uitvoeriger beschreven maar thans ook wordt het gehele Boven-Krijt behandeld. Met deze laatste uitbreiding moeten we zeer gelukkig zijn want hierover is in tientallen jaren hoegenaamd niets verschenen wat zo grondig deze materie behandelt. 147

29 Verder wordt aandacht besteed aan de bouw van het gebied, Trias en Jura worden in grote lijnen besproken, het Krijt in alle details, Tertiair wat minder uitgebreid, maar ook het Diluvium komt aan zijn trekken. Een hoofdstuk wordt gewijd aan de oude asfaltmijn. Excursieroutes, literatuur en een schat van foto's besluiten dit bock van 172 pagina's. Dit is nu echt een boek wat men hebben moet. Verschillende belangrijke bijdragen van beide zijden van de grens (ook van de N.G.V.) hebben deze uitgave mogelijk gemaakt en hebben de prijs bijzonder laag gehouden (ƒ 6.50). Laten we blij zijn dat Dr. Kemper dit bijzonder goede en afgeronde overzicht van dit gebied heeft kunnen en willen maken. Daar de oplage van dit soort boeken zeer beperkt is moet men er snel bij zijn om niet achter het net te vissen. Romer. Adressen van medewerkers J. Tichelman Drs. W. C. P. de Vries Ir. H. C. G. Langemeyer L. B. Bos Drs. G. J. Boekschoten W. F. Anderson Bosboom Toussaintstraat 15, Zwolle Geol. Inst. der Universiteit, Amsterdam Nagelstraat 5, Losser Lageweg 31, Bergum Geol. Inst. der Rijksuniversiteit Melkweg 1, Groningen Ootmarsumsestraat 116, Oldenzaal 148

30

De opbouw van de aarde. W. de Vries

De opbouw van de aarde. W. de Vries Hardheid en soortelijk gewicht vinden we terug in namen als distheen (di-sthenos = tweeërlei hardheid) en barium en bariet (barus = zwaar). Zeer veel namen duiden voorts op kristallografische aspecten

Nadere informatie

grondboor en hamer Tijdschrift van de NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING No. 4 augustus 1968

grondboor en hamer Tijdschrift van de NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING No. 4 augustus 1968 grondboor en hamer Tijdschrift van de NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING No. 4 augustus 1968 Inhoud J. Tichelman De Mineralogische nomenclatuur W. de Vries De opbouw van de aarde H. C. G. Langemeyer Biogeochemie

Nadere informatie

IN SLIJPPLAATJES LAACHER SEE-GESTEENTE. door J. Stemvers - van Bemmel

IN SLIJPPLAATJES LAACHER SEE-GESTEENTE. door J. Stemvers - van Bemmel LAACHER SEE-GESTEENTE IN SLIJPPLAATJES door J. Stemvers - van Bemmel Veel typische gesteentekenmerken kunnen pas bij het bekijken van slijpplaatjes onder de mikroskoop opgemerkt worden. We zullen met behulp

Nadere informatie

TWEELINGKRISTALLEN. Inleiding. Tweelingen van aragoniet. door drs. E.A.J. Burke Instituut voor Aardwetenschappen Vrije Universiteit, Amsterdam

TWEELINGKRISTALLEN. Inleiding. Tweelingen van aragoniet. door drs. E.A.J. Burke Instituut voor Aardwetenschappen Vrije Universiteit, Amsterdam TWEELINGKRISTALLEN door drs. E.A.J. Burke Instituut voor Aardwetenschappen Vrije Universiteit, Amsterdam Inleiding Als mineralen onbelemmerd kunnen groeien vormen zij kristallen met hun eigen karakteristieke

Nadere informatie

BEWEGENDE AARDE: KWARTET

BEWEGENDE AARDE: KWARTET BEWEGENDE AARDE: KWARTET Theoretisch kader In dit kwartetspel leer je door middel van het beantwoorden van vragen over van alles dat met het bewegen van de aarde te maken heeft. Elk kwartet heeft een onderwerp,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting door Dylan 748 woorden 30 december 2016 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 1 Gemeenschappelijke eigenschappen metalen:

Nadere informatie

The Caldbeck Fells Engeland De Carrock mijn en de Roughton Gill mijn (Wolfram, Lood, zink en koper)

The Caldbeck Fells Engeland De Carrock mijn en de Roughton Gill mijn (Wolfram, Lood, zink en koper) The Caldbeck Fells Engeland De Carrock mijn en de Roughton Gill mijn (Wolfram, Lood, zink en koper) Inhoud; Ligging Carrock mijn en Roughton Gill mijn Geologische informatie Condities van ontstaan van

Nadere informatie

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4 Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4 Cursus 4.1: De aarde beeft Opbouw van de aarde Clip: Opbouw van de aarde De aarde is, van binnen naar buiten, opgebouwd uit: 1. de binnenkern De kern van de aarde is

Nadere informatie

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.

Nadere informatie

BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen.

BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen. 1 oktober 2013 BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen. 1. Samenvatting en conclusies t.a.v. de proeven. Aanleiding voor het onderzoek is het ontbreken van krassen in langsrichting

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Geologische wandeling door Den Haag.

Geologische wandeling door Den Haag. Geologische wandeling door Den Haag. Datum: 28 september 2014. Organisatie: Gea-Kring Rijnland (Rob H. en Maartje K.) Verslag: Jan GL. Heerlijke, zonnige en zinnige zondagmiddag! 13.00 uur Verzamelen aan

Nadere informatie

Biogene Mineralen een nieuwe kijk op mineraalevolutie

Biogene Mineralen een nieuwe kijk op mineraalevolutie Biogene Mineralen een nieuwe kijk op mineraalevolutie Biogene mineralen in strikte zin: Gevormd (aan aardoppervlak) door: Biochemische processen. (in organismen of daardoor uitgescheiden) exoskelet - calciet,

Nadere informatie

De metallische elementen in de mineralen

De metallische elementen in de mineralen De metallische elementen in de mineralen J. Tichelman. Mineralen zijn, behoudens de sporadisch vrij voorkomende elementen, samengesteld uit verbindingen van verschillende elementen. In de lijst van elementen

Nadere informatie

Determineren van gesteente

Determineren van gesteente Aarde Paragraaf 1 en atlasvaardigheden Determineren van gesteente Als je een gesteente bestudeert en daarna vaststelt wat de naam van het gesteente is, dan ben je aan het determineren. Je kunt gesteenten

Nadere informatie

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter

Nadere informatie

Verslag geologie excursie ochtend van 4 september.

Verslag geologie excursie ochtend van 4 september. Verslag geologie excursie ochtend van 4 september. Verslaggever: Rinus Coesel Locaties van de excursie: Met eigen vervoer hebben wij onder leiding van Hans de Jong de volgende locaties bezocht: Nr Locatie

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

5 havo 2 End. en ex. processen 1-4

5 havo 2 End. en ex. processen 1-4 5 havo 2 End. en ex. processen 1-4 Rusteloze aarde De Toch miljoenenstad ging het in 79 Napels na Chr. ligt grandioos op nog geen mis 10km De inwoners van de Vesuvius, van niemand Pompei waren lijk zich

Nadere informatie

De ijzer en zwavelreactie

De ijzer en zwavelreactie De ijzer en zwavelreactie Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aantonen dat we ijzersulfide (FeS) anders is dan ijzer (Fe) en zwavel (S). Voorbereiding Begrippen als achtergrond voor experiment Stofeigenschappen:

Nadere informatie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie

Nadere informatie

Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II)

Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II) Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II) J. H. Willems SUMMARY Teloceras blagdeni (SOWERBY) in the Pleistocene gravel of the river Maas in the South of the Dutch

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz. Door: Oscar Zuethoff Groep 6b - Meneer Jos & Ingrid Februari 2008 Inhoud Inleiding blz. 3 Wat is een fossiel? blz. 4 Hoe fossielen ontstaan blz. 5 Fossielen van zacht weefsel blz. 6 Zeedieren blz. 7 De

Nadere informatie

http://www.kuurwater.nl/gebruik.html

http://www.kuurwater.nl/gebruik.html http://www.kuurwater.nl/gebruik.html Overgewicht, vermoeidheid, veel zitten, stress, dat zijn problemen die vaak te maken hebben met het leven van vandaag. De hydroxydase kuur kan u helpen deze problemen

Nadere informatie

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De workshops van e-chrya zijn bedoeld om te verbreden, te ontwikkelen en te ontdekken. Als groep, als netwerk, komen we bij elkaar om elkaar te leren kennen en

Nadere informatie

Inhoud Deel 1 Deel 2

Inhoud Deel 1 Deel 2 Inhoud Voorwoord 7 Deel 1 9 Inleiding 11 De universele levenskracht 19 Het kiezen van een edelsteen 24 Verzorging van edelstenen 27 Programmeren van edelstenen 33 Edelstenen dragen op je huid 35 Edelstenen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding. 3. Hoofdstuk 2 Wat zijn edelstenen? 4. Hoofdstuk 3 Hoe ontstaan edelstenen? 5. Hoofdstuk 4 Verschillende soorten edelstenen.

Hoofdstuk 1 Inleiding. 3. Hoofdstuk 2 Wat zijn edelstenen? 4. Hoofdstuk 3 Hoe ontstaan edelstenen? 5. Hoofdstuk 4 Verschillende soorten edelstenen. Geschreven door Marit Steman / 2009 Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1 Inleiding. 3 Hoofdstuk 2 Wat zijn edelstenen? 4 Hoofdstuk 3 Hoe ontstaan edelstenen? 5 Hoofdstuk 4 Verschillende soorten edelstenen.

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Reis naar het middelpunt der Aarde

Reis naar het middelpunt der Aarde Reis naar het middelpunt der Aarde Wim van Westrenen Vrije Universiteit Amsterdam Leidse Winterlezing, 9 november 2014 Mijn onderzoek aan de VU Planetaire evolutie Fysische en chemische eigenschappen bij

Nadere informatie

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO BIJZONDERE SCHATTEN De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom komt er een uitbreiding

Nadere informatie

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso) (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

In het dagelijks leven - Mooi om te weten

In het dagelijks leven - Mooi om te weten In het dagelijks leven - Mooi om te weten Zoek het eens op. Je kan hiertoe gebruiken: www.periodictableonline.org of CD-rom Een elementaire wereld (EOS- mei 2002). 1 Rangschikking volgens % voorkomen in

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

EN AARDRIJKSKUNDE AARDRIJK REDE DR.J. I. S. ZONNEVELD J. B. WOLTERS / GRONINGEN /1958 UITGESPROKEN BIJ DE AANVAARDING

EN AARDRIJKSKUNDE AARDRIJK REDE DR.J. I. S. ZONNEVELD J. B. WOLTERS / GRONINGEN /1958 UITGESPROKEN BIJ DE AANVAARDING AARDRIJK EN AARDRIJKSKUNDE REDE UITGESPROKEN BIJ DE AANVAARDING VAN HET AMBT VAN GEWOON HOOGLERAAR IN DE NATUURKUNDIGE AARDRIJKSKUNDE, DE GEOMORFOLOGIE EN DE LANDBESCHRIJVING AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT TE

Nadere informatie

Roestig land. De Wijstgronden

Roestig land. De Wijstgronden Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Stoffen en Reacties 2

Stoffen en Reacties 2 Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt

Nadere informatie

CHEMIELEERKRACHT VAN HET JAAR. Onderwerp: het periodiek systeem. Liesbeth Van Goethem

CHEMIELEERKRACHT VAN HET JAAR. Onderwerp: het periodiek systeem. Liesbeth Van Goethem CHEMIELEERKRACHT VAN HET JAAR Onderwerp: het periodiek systeem Liesbeth Van Goethem liesbeth.vangoethem@gmail.com Inhoud 1. Algemene gegevens... 2 2. Leerplandoelstellingen... 3 3. Beginsituatie... 3 4.

Nadere informatie

Vier mineralen van de Wannenköpfe (Eifel): jeremejeviet, pseudobrookiet, noseaan en titaniet

Vier mineralen van de Wannenköpfe (Eifel): jeremejeviet, pseudobrookiet, noseaan en titaniet Vier mineralen van de Wannenköpfe (Eifel): jeremejeviet, pseudobrookiet, noseaan en titaniet door Fred Kruijen f.kruijen@planet.nl Jeremejeviet Hexagonaal, AkB 5Oi5(OH)3 De "blue-ones"... prachtige, zeer

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer

De landbouwer als landschapsbouwer 9A. De bodem (theoretisch) 9A.1 Bodemvorming Door allerlei processen zoals humusvorming, inspoeling, uitspoeling en oxidatie ontwikkelt zich een bodem. Dit is een heel lang proces wat ook nooit stopt.

Nadere informatie

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

WORD EEN ECHTE bomenkenner! WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep

Nadere informatie

Steen 2. college Utrecht oktober 2009 HKU

Steen 2. college Utrecht oktober 2009 HKU Steen 2 college Utrecht oktober 2009 HKU Vandaag: Steen Afwerkingen en bewerkingen van steen Steensoorten granieten travertin Sommige breccia s Nieuwe marmersoorten Oude marmersoorten Classificatie, uitgaande

Nadere informatie

Geochemische Bodem Atlas van Nederland

Geochemische Bodem Atlas van Nederland Geochemische Bodem Atlas van Nederland Nut en Noodzaak van Bodemgeochemische Gegevens Paul Römkens & Gerben Mol Of hoe je gegevens kan misbruiken Atlas van de vieze bodem JOOP BOUMA 04/06/12, 00:00 Bodem

Nadere informatie

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius Lesbrief Lesbrief Onder onze voeten U gaat met uw klas een bezoek brengen aan Min40Celsius, aan de hand van deze lesbrief kunt het bezoek (kort) voorbereiden.

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda

Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda Zoutpijlers mogelijk geschikt voor cavernes >300m hoog Mogelijk geschikt voor aanleg lage cavernes 0 15 30 60 km Voorwoord Dit informatieblad geeft een technische-geologisch

Nadere informatie

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3 Opgave Zonnestelsel 25/26: 3 2.1 Samenstelling van de gasreuzen Het afleiden van de interne samenstelling van planeten gebeurt voornamelijk door te kijken naar de afwijkingen in de banen van satellieten

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Vertrouwen in Eigen Kunnen

Vertrouwen in Eigen Kunnen Vertrouwen in Eigen Kunnen Monument Dit is het Staatsolie monument dat staat bij het hoofdkantoor op Flora. Het is onthuld op 13 december 2005 bij de 25 ste verjaardag van Staatsolie. Dit monument laat

Nadere informatie

Samenvatting Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers

Samenvatting Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers Koolmonoxide en compound A metingen in een anesthesie cirkelsysteem Anesthesie (ook wel narcose genoemd) is van wezenlijk belang

Nadere informatie

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62210

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62210 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 June 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62210 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Werkstuk ANW Aardbevingen

Werkstuk ANW Aardbevingen Werkstuk ANW Aardbevingen Werkstuk door een scholier 879 woorden 3 juni 2004 5,7 57 keer beoordeeld Vak ANW Hoe ontstaat een aardbeving Om deze deelvraag te beantwoorden moet ik eerst uitleggen dat de

Nadere informatie

Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden.

Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden. Datum: 04-06-2018 Betreft: Wie: RIVM onderzoek vervuiling door SBR-infill Ewout Timmerman (beleidsadviseur sport) Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning

Nadere informatie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21709 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Siemens, Alexander Oltmann Nicolaas Title: Elasticity and plasticity : foams near

Nadere informatie

Wandeling n 4 Fond Vedeur : Durbuy Bewegwijzering :

Wandeling n 4 Fond Vedeur : Durbuy Bewegwijzering : Wandeling n 4 Fond Vedeur : Durbuy Bewegwijzering : Deze routebeschrijving laat je de typische weilanden en bossen van de regio doorkruisen, als het ware in de sporen van een Ardeens everzwijn. De wandeling

Nadere informatie

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal 1 Atoomsoorten of chemische elementen De verschillende soorten atomen worden elementen genoemd. Momenteel zijn er 116 chemische elementen

Nadere informatie

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen. 5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge

Nadere informatie

De exploitatie van het Noordpoolgebied: een historisch perspectief

De exploitatie van het Noordpoolgebied: een historisch perspectief 17 April 2008 1 De exploitatie van het Noordpoolgebied: een historisch perspectief Arctisch Centrum / H.R. de Haas & L. Hacquebord www.arctic-centre.nl www.lashipa.nl 17 April 2008 2 Noordpoolgebied in

Nadere informatie

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad...

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad... Studiegebied (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad... Techniek-wetenschappen STUDIEGEBIED CHEMIE Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting...

Nadere informatie

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Vraagstelling. Wat zijn de maten, versieringen en vorm van de van de kerk van Drempt (kaart afb. 1) gerapporteerde grafplaat uit de (ruim te nemen) 12 e eeuw? Wat is zijn

Nadere informatie

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan: Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE BIJZONDERE SCHATTEN LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom is

Nadere informatie

Ionenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

Ionenbalans.   Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2006 CMA/7/A.4 ontwerp INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Opstelling

Nadere informatie

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 03 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62210 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

1- ZOUTKOEPELS ALS ONDERZOEKSOBJECT

1- ZOUTKOEPELS ALS ONDERZOEKSOBJECT 1- ZOUTKOEPELS ALS ONDERZOEKSOBJECT In Nederland komen volgens verschillende onderzoeken nu nog zeven zoutkoepels in aanmerking voor de berging van radioactief afval: Ternaard in Friesland, Pieterburen

Nadere informatie

Betreft: WWF project Cedla (VU en Object Vision). Onderdeel geologie Suriname

Betreft: WWF project Cedla (VU en Object Vision). Onderdeel geologie Suriname Betreft: WWF project Cedla (VU en Object Vision). Onderdeel geologie Suriname DD: 12 februari 2013 Voor: Pitou van Dijck, CEDLA Van: Ronnie Lassche, Mathilde Molendijk (VU) Aanleiding We gaan ervan uit

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting door een scholier 1714 woorden 3 oktober 2010 6 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 1.1 Scheikunde Bron 1 scheikunde Door

Nadere informatie

hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.

hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L. De Filago vulgaris-groep in Nederland door F. Adema (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L. voor de Atlas van de Nederlandse Flora (MENNEMA, 1976)

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Innovation Concepts B.V. Nieuwsbrief 2012-01 Versie NL

Innovation Concepts B.V. Nieuwsbrief 2012-01 Versie NL Algemeen Innovation Concepts B.V. is bijna twee jaar geleden opgezet door Pol Knops en Keesjan Rijnsburger. We zijn al ruim twee jaar bezig met het onderzoeken van diverse toepassingen van CO 2 binding

Nadere informatie

Opmaak-Satelliet-pam 20-06-2005 16:47 Pagina 70

Opmaak-Satelliet-pam 20-06-2005 16:47 Pagina 70 Opmaak-Satelliet-pam 20-06-2005 16:47 Pagina 70 Saharastof veroorzaakt de bruine tinten in de bewolking boven onder andere Engeland en Schotland. De tint van de Noordzee ten noorden en noordwesten van

Nadere informatie

Numerieke Geodynamica

Numerieke Geodynamica Oerol Festival, 16 juni 2014 Numerieke Geodynamica (Hoe nerds de Aarde bestuderen) Dr. Cedric Thieulot!!!! www.cedricthieulot.net 1997 B.Sc. Wiskunde! (Univ. Parijs XI)! 2000 M.Sc. Natuurkunde! (TU/e)!

Nadere informatie

ASBEST Vragen Wat is asbest? Welke soorten asbest bestaan er? Waar wordt asbest gevonden? Hoe ontstaat asbest? Wat zijn asbestiforme mineralen? Bestaan er ook onschadelijke vormen van asbest? Wat

Nadere informatie

Wiskunnend Wiske. 5. Goochelende getallen. Wat ik ga studeren? Wiskunde natuurlijk!

Wiskunnend Wiske. 5. Goochelende getallen. Wat ik ga studeren? Wiskunde natuurlijk! Wat ik ga studeren? Wiskunde natuurlijk! Wiskunnend Wiske 5. Goochelende getallen c 2010, Standaard Uitgeverij, Antwerpen, België voor alle afbeeldingen van groot Wiske Opdracht 5 Vele goochelaars gebruiken

Nadere informatie

Groningen wie krijgt de schuld?

Groningen wie krijgt de schuld? Groningen wie krijgt de schuld? - Praktische hands-on seismologie-activiteit - Seismologie is onderdeel van het vak Aardrijkskunde en is de wetenschap die zich bezighoudt met het meten van (seismologische)

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Kleuren Inleiding Hallo allemaal. Ik hou mijn spreekbeurt over kleuren omdat ik het een leuk en interessant onderwerp vind en ook omdat kinderen er niet zo snel op komen denk ik. Ik heb mijn spreekbeurt

Nadere informatie

Centrale vraagstelling Hoe organiseer je een expeditie naar de Zuidpool om het hitterecord van 55 miljoen jaar geleden te kunnen onderzoeken?

Centrale vraagstelling Hoe organiseer je een expeditie naar de Zuidpool om het hitterecord van 55 miljoen jaar geleden te kunnen onderzoeken? Pagina 1: Opdracht: Op expeditie naar de Zuidpool Leerlingenblad Introductie Je kruipt in de huid van een paleoklimaatonderzoeker die geïnteresseerd is in de warme tijdsperiode van ongeveer 55 miljoen

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

1 De groeve bij Loenermark

1 De groeve bij Loenermark 1 De groeve bij Loenermark 1.1 Inleiding Op de Veluwe, nabij Loenermark gemeente Loenen, liggen gestuwde lagen ontsloten in een grindgroeve (althans dat was in 1962). Hierover is door Polak gepubliceerd

Nadere informatie

1. Geheimen. 2. Zwammen

1. Geheimen. 2. Zwammen 1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.

Nadere informatie

Alkalische gesteenten Nieuwsbrief 96 van de zwerfsteengroep september 2017

Alkalische gesteenten Nieuwsbrief 96 van de zwerfsteengroep september 2017 Alkalische gesteenten Nieuwsbrief 96 van de zwerfsteengroep september 2017 Op 26 september was het onderwerp: alkalische gesteenten, ultra-basische en mafische gesteenten. Traditie is dat we, voor we met

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/26290 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Maaskant, Koen Maarten Title: Tracing the evolution of protoplanetary disks Issue

Nadere informatie

Koolstof wordt teruggevonden in alle levende materie en in sedimenten, gesteenten, de oceanen en de lucht die we inademen.

Koolstof wordt teruggevonden in alle levende materie en in sedimenten, gesteenten, de oceanen en de lucht die we inademen. Koolstofcyclus Samenvatting Koolstof wordt teruggevonden in alle levende materie en in sedimenten, gesteenten, de oceanen en de lucht die we inademen. Er is een uitwisseling van koolstof tussen oceanen,

Nadere informatie