B en W Adviesnota ADVIES

Transcriptie

1 Onderwerp Sociale integratie van nieuwkomers in Sociale Gemeenschappen en Regionale aanpak maatschappelijke participatie Statushouders (AMIF subsidie aanvraag) Zaaknummer Teammanager Ernst-Jan Meerbeek B & W datum 15 mei 2017 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Maatschappelijke ontwikkeling Naam steller Pauline Scheffers Portefeuillehouder Lucien Peeters Openbaarheid Bevoegd orgaan Deze adviesnota is openbaar B & W Per direct. ADVIES 1. In te stemmen met het projectvoorstel sociale integratie van Nieuwkomers in Vitale Gemeenschappen en a in financiële of personele inzet over de periode van 2 jaar ( ) beschikbaar te stellen uit het Participatiebudget ( ) 2. In te stemmen met het projectvoorstel maatschappelijke participatie Statushouders en a. Kennis te nemen van de AMIF subsidieaanvraag b. De bijdrage van Venray t.b.v. de subsidieaanvraag AMIF ad per direct beschikbaar te stellen uit het Participatiebudget ( ) c. Indien de AMIF subsidie wordt verstrekt (duidelijkheid 1 september 2017) de co-financiering van over de periode van 3 jaar (2018 tot 2020) beschikbaar te stellen uit het uit het Participatiebudget.

2 Samenvatting Door de zevengemeenten in de regio worden twee innovatieve Noord-Limburgse projecten rond integratie van nieuwkomers opgezet. 1. Sociale integratie van nieuwkomers in Sociale Gemeenschappen (Gemeenschapszorg). Kerndoel burgerinitiatieven rond integratie onderling zichtbaar maken, deze stimuleren en (financiële) ondersteuning bieden. Dit project gaat uit van de kracht van gemeenschappen. De overheidsinterventie is slechts gericht op het faciliteren van initiatieven voor nieuwkomers. 2. Regionale aanpak maatschappelijke participatie Statushouders (AMIF subsidie aanvraag). Kerndoel is door middel van trainingen aan statushouders én mensen uit het verenigingsleven t.a.v. participatie de statushouders laten deelnemen aan het verenigingsleven en doorstroming naar participatietaken. 1. Gemeenschapszorg De gemeenten in Noord-Limburg huisvesten jaarlijks gemiddeld 600 statushouders. Daarnaast wordt er een toenemend aantal Oost-Europese arbeidsmigranten ingeschreven in de BRP met de intentie om te blijven. Dat deze mensen goed integreren in de gemeenschappen waarin ze terecht komen, is van groot belang voor henzelf, voor de gemeenschap en de samenleving als geheel. Met dit in gedachten hebben de gemeenten van de Regio Venlo in 2016 een ESF-aanvraag ingediend in het kader van de Urban Innovative Action (UIA). Deze aanvraag werd in september afgewezen. Het doel blijft echter urgent. Daarom is dit voorstel ontwikkeld. Echter, waar het bij de UIA aanvraag ging om arbeidsmarkt en integratie, richt dit voorstel zich primair op sociale integratie. 2. AMIF-Aanvraag Bij het PHO-SD regio Venlo d.d. 21 maart 2017 is ingestemd met een aanvraag ten behoeve van AMIF subsidie. In dit project wordt, bij toekenning van deze subsidie, samen met de 6 omliggende gemeenten vanaf 1 oktober 2017 tot 1 april 2018 het project regionale aanpak maatschappelijke participatie statushouders opgezet. Het drie jaar durende project (vanaf 1 januari 2018 tot 1 januari 2020) houdt in dat de kracht van het Limburgse verenigingsleven gecombineerd wordt met het brede netwerk aan betrokken sociale partners (netwerkpartners). Hierbij wordt aan de voorkant fors geïnvesteerd in het scheppen van samenwerkingsverbanden met organisaties binnen het domein van maatschappelijke participatie/ vitale gemeenschappen. Doel hierbij is om via het ontsluiten van vrijwilligerswerk en participatiemogelijkheden, statushouders in staat te stellen iets bij te dragen aan de gemeenschap en daarmee in verbinding te komen. De lokale samenwerkingsverbanden en het netwerk aan partners moeten gezien worden als aanjagers en bruggenbouwers die de statushouders en autochtone inwoners met elkaar in verbinding kunnen brengen. Hierbij richten zij zich dus op: Het toegankelijk maken van voorzieningen, Kwartier maken op participatieplekken (participatie-taken) in de autochtone informele netwerken zoals verenigingen, werkplekken, zorgcentra enz. Ontwikkelen van trainingen voor vrijwilligers en statushouders Trainen van alle betrokkenen Het bieden begeleiding van vrijwilligers. Bij afwijzing van de subsidieaanvraag (verwacht wordt dat slechts 20% zal worden gehonoreerd) zal dit project, indien voortzetting regionaal wordt gedragen, opnieuw aan het college worden voorgelegd.

3 We passen deze activiteiten daarnaast zoveel mogelijk in, in de activiteiten die samen met de Provincie Limburg worden ontplooid in het kader van de Sociale Agenda. Beoogd resultaat 1. Gemeenschapszorg Doel is de sociale participatie van statushouders aantoonbaar te laten toenemen. Hierbij zal de kennis binnen regio over goede initiatieven en over uitdagende ideeën toenemen en goede ideeën elders in de regio geïmplementeerd worden. De gemeenschappen worden uitgedaagd om met ideeën van onderop te komen en kunnen financiering krijgen om deze uit te voeren. Tussen de gemeenten onderling worden de generieke overheidsactiviteiten afgestemd, waar nuttig en wordt er geëxperimenteerd met een verbreed arbeidsbegrip en wederkerigheid. Er zal een meetmodel ontwikkeld worden in samenwerking met 4Limburg en een regionale werkgroep om deze beoogde resultaten degelijk en verantwoord te meten. 2. AMIF subsidie Doel is het bevorderen van maatschappelijke participatie van statushouders, door de groep te laten deelnemen aan het verenigingsleven in Noord-Limburg. Verwacht wordt dat ca 640 statushouders (uit Syrië, Eritrea en Irak) zullen deelnemen aan trainingen en participatietrajecten. Dit betreft 60% van alle statushouders van 16 jaar en ouder in de regio (instroom 15-17). Verbinding en ontmoeting vragen om tweerichtingsverkeer, daarom zullen ook 150 mensen uit het lokale verenigingsleven trainingen volgen. Het beoogde resultaat is dat deze 640 inwoners stappen zetten op de participatieladder. Argumenten 1. Gemeenschapszorg a. Integratie is van belang voor de gemeenschap en voor de nieuwkomers zelf. De overheid kan daarbij faciliteren, maar kan integratie niet afdwingen en slechts beperkt sturen. Het belang voor de overheid is echter groot. b. Gemeenschappen zijn verschillend, er is daarom niet één model van sociale integratie dat uitgerold kan worden over alle gemeenten. Er zullen verschillende benaderingen zijn in de gemeenschappen en kernen. c. De gemeenschap krijgt zelf een bepalende rol middels een regiegroep van inwoners en nieuwkomers. De gemeenten coördineren en faciliteren. d. Alle nieuwkomers kunnen naar vermogen mee kunnen doen. Ook als er nog niet direct een 2. AMIF-aanvraag aansluiting is op de arbeidsmarkt. a. Bij de informele netwerken zoals dorp en buurtwerk, verenigingsleven, ouderen-verenigingen, scholen, sport en hobby treedt vergrijzing en vermindering van het ledenaantal op. Door middel van dit project kan er vernieuwing optreden in het ledenbestand. b. Het project draagt maximaal bij aan de integratie in Nederland. c. Vanuit de transformatie-ambitie van de regio zetten we via deze stimuleringsregeling in op het vergroten van inbedding van statushouders waar het gaat om inclusiviteit en het vinden van aansluiting in de lokale gemeenschap. d. Vanuit een betrokken en waarderende benadering (present zijn zonder poespas) zet de regio via deze stimulering vol in op het vermogen om een verbinding te leggen tussen statushouders en vitale gemeenschappen e. Het bevorderen van de maatschappelijke participatie past in de nog te ontwikkelen visie omtrent participatie en integratie van nieuwkomers.

4 Risico s Ten aanzien deze projecten zijn de volgende risico s te benoemen 1 Er is niet (voldoende) animo voor de ondersteuning van burgerinitiatieven. In dat geval blijft er geld over, dat na afloop van het project teruggestort zal worden. Er wordt zeker niet gestreefd naar opmaken van het geld omdat het nu eenmaal is. Alleen initiatieven die voldoen aan de in het project genoemde criteria krijgen ondersteuning. 2 Achteraf wordt geconcludeerd dat niet voldaan is aan de subsidievoorwaarden, door de regels behorende bij deze subsidies. In dat geval vordert de Provincie cq. Europa haar bijdrage (deels) terug. Om dit risico te vermijden wordt hier onder andere door een subsidieadviesbureau, die vanaf het begin betrokken is, meegekeken naar de inrichting en het bijhouden van de benodigde administratie. Ook worden tussentijdse verantwoordingen opgesteld. 3 De AMIF Subsidie aanvraag wordt niet toegekend. In dat geval wordt opnieuw bekeken of het project wordt voortgezet. Dit wordt alsdan aan u voorgelegd. Kanttekeningen Ervaringen uit de aanvraag van vorig jaar en uit de voorlichtingsbijeenkomst t.a.v. deze AMIF subsidie leren dat er veel aanvragen/concurrentie is ten behoeve van de AMIF Subsidie aanvraag. Dit maakt dat ongeveer 20% van de aanvragen gehonoreerd kan worden. Communicatie Bij doorgang project zal een persbericht opgesteld worden door de regio. Financiële gevolgen 1. Gemeenschappen De provincie heeft subsidie verleendvoor de realisatie van dit plan. Daarvoor is eenzelfde bedrag aan cofinanciering vereist. Dit bedrag wordt per gemeente beschikbaar gesteld op basis van inwoneraantallen. Dat leidt tot de volgende bijdragen per gemeente: Vanuit de middelen kunnen vervolgens de ambtelijke trekker, de uren van de ambtenaren die de klankbordgroep en de ambtelijke werkgroep bemensen worden gefinancierd. Eveneens kunnen uren opbouwwerk, door gemeenten ingekocht t.b.v. dit proces, worden vergoed. Het gaat hier om: Inzet van de beleidsontwikkelaar voor 5 bijeenkomsten per jaar klankbordgroep, (hiervoor wordt 40 uur a 55,- per uur gerekend)

5 Inzet beleidsontwikkelaar (optioneel) kleiner groepje ambtelijke werkgroep: Hierbij wordt dieper op de materie ingegaan, gekeken hoe de kosten per project afgestemd kunnen worden, gezamenlijk inkooptraject, leren van best practices. 5 bijeenkomsten vooral het eerste half jaar, ca 40 uur (55,- p.u.) Inzet communicatiemedewerker, a 38,- per uur Administratieve ondersteuning voor de subsidietoekenningen, 200 uur a 38,-, deze houdt bij aan welke vereniging/stichting subsidie wordt toegekend en hoeveel. Beleidsontwikkelaar voor het ontwikkelen van de aanpak toekennen subsidie (die de raad, ondernemer en wethouders op de hoogte houdt van de wijze van toekenning van de subsidie) 150 uur (vooral in het begin van het project) Administratieve ondersteuning die 1x per maand een financieel overzicht kan maken t.b.v. de provincie (a 38 p.u.) van de inzet van de uren en de besteding van de gelden. Raad van 7, per gemeente 1 inwoner (oud-statushouder of vrijwilligersorganisatie) met een onafhankelijk voorzitter die in contact staan met Birgit Op de Laak. Zij vormen het comité van toekennen van de subsidies. In totaal kan maximaal 60% van de totale gemeentelijke cofinanciering aldus in natura worden voldaan. 2. AMIF-subsidie De financiële gevolgen voor dit project zijn tweeledig: 1 Om de AMIF-Subsidie aanvraag compleet, tijdig en breed gedragen op te kunnen leveren heeft de regio gekozen om een projectleider/kartrekker en een subsidiebureau in te huren. De kosten worden geschat op naar rato van inwoneraantal te dragen door de zeven deelnemende gemeenten. Dit houdt in dat Venray hier aan bijdraagt. Deze kosten worden voldaan uit het Participatiebudget. 2 Van de gemeente Venray wordt, mits dit project doorgaat (bij toekenning AMIF-Subsidie), als cofinanciering voor de duur van drie jaar een jaarlijkse bijdrage van gevraagd. Bij afwijzing van de subsidie wordt dit project, mits voortzetting regionaal wordt gedragen, opnieuw aan het college voorgelegd. Personele/organisatorische gevolgen Zie hierboven. Ambtelijke inzet verlaagt de bijdrage voor de gemeente Venray bij het project Gemeenschapszorg Juridische gevolgen Rechtmatigheid Fatale termijnen Geen, de provinciale subsidie is reeds toegekend en de AMIF-subsidie aanvraag is reeds gedaan. Vervolgtraject besluitvorming Vanaf 1 september 2017 wordt bekend of de AMIF subsidie wordt toegekend of wordt afgewezen. Bij afwijzing zal dit voorstel voor verdere besluitvorming, opnieuw aan u worden voorgelegd.

6 Evaluatie Bijlagen Naslagwerk