Gecompliceerde oefening in detentiecentrum Zeist. In dit nummer: Jaargang 4. Multi-processen centraal tijdens OvD-dagen pagina 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gecompliceerde oefening in detentiecentrum Zeist. In dit nummer: Jaargang 4. Multi-processen centraal tijdens OvD-dagen pagina 3"

Transcriptie

1 2010 Juli Jaargang 4 Demonstranten bij de poort van het detentiecentrum in Zeist. FOTO: MENNO BAUSCH Gecompliceerde oefening in detentiecentrum Zeist De samenwerking tussen het detentiecentrum in Zeist en de hulpverleningsdiensten is al jaren van een hoog niveau. Begrijpelijk, want als zich in deze hermetisch gesloten justitie-inrichting een incident voordoet, moeten de bedrijfshulpverlening en de externe hulpverleners snel en als een geoliede machine in actie komen. Om de samenwerking en afstemming verder te stroomlijnen, hielden de VRU en het detentiecentrum op 15 april een grootschalige samenwerkingsoefening onder de titel Triangel. Een leerzame exercitie met onverwachte complicaties. Het detentiecentrum Zeist is een van de landelijke justitiële inrichtingen waar onder andere uitgeprocedeerde vreemdelingen verblijven. Het centrum ligt letterlijk op de grens van de gemeenten Zeist en Soest, tegen de bebouwde kom van Soesterberg en daarom hebben beide gemeenten ook afspraken gemaakt over de bestuurlijke coördinatie bij calamiteiten. Het detentiecentrum is een bijzonder complex, een combinatie van gevangenis en rechtbank, omgeven door hoge hekken en strenge beveiligingsmaatregelen. Doel van die beveiliging: de mensen die binnen zitten binnen houden en onbevoegden zoals activisten buiten houden. Maar hekken, tralies en hermetisch gesloten deuren zijn wel een barrière voor de hulpverlening in geval van brand. Dan komt alles aan op een perfect samenspel van de beveiliging en de interne bedrijfshulpverlening en de van buiten toesnellende hulpdiensten. Adequate opvang en begeleiding en probleemloze informatieoverdracht zijn dan essentieel. Die zaken werden beoefend tijdens de oefening op 15 april. Een combioefening voor de interne veiligheidsorganisatie, brandweer, politie, Koninklijke Marechaussee, ambulancezorg en GHOR en de gemeentelijke processen bevolkingszorg en voorlichting. Paniek voorkómen De VRU was de initiatiefnemer voor de oefening en vond in het management van het detentiecentrum een gewillige oefenpartner. Gezamenlijke rampenoefeningen zijn voor ons heel belangrijk, stelt mevrouw T. Stigters, locatiedirecteur van het detentiecentrum. De harde les van de cellenbrand op Schiphol in 2005 was dat mensen die door de overheid in cellen worden ingesloten bij calamiteiten volledig afhankelijk zijn van hulp van buitenaf. Ons interne calamiteitenplan en de samenwerkingsafspraken met de gemeenten en de hulpdiensten van de veiligheidsregio zijn volledig geënt op het snel en verantwoord in veiligheid brengen van onze bewoners. Dat die samenwerking in de praktijk goed functioneert, bleek op 27 januari, toen het detentiecentrum door een echte brand werd getroffen. Dankzij snel ingrijpen van de goed opgeleide en getrainde beveiligers en de perfecte samenwerking met de brandweer, konden alle gedetineerden uit het getroffen cellenblok tijdig in veiligheid worden gebracht en kon de kleine binnenbrand snel worden bedwongen. Met die gebeurtenis nog in gedachten, stelde de directie van het detentiecentrum in de dagen vóór de oefening op 15 april alles in het werk om de gedetineerden te informeren over wat er stond te gebeuren. Mensen die opgesloten zitten en afhankelijk zijn van hulp van buiten, kunnen gemakkelijk in paniek raken als ze rook- en vuurverschijnselen zien. Zeker na hun ervaring van 27 januari. Dat wilden we natuurlijk niet laten gebeuren. Frequente oefeningen De gedetineerden zelf namen niet deel aan de ontruimingsoefening. Gewon- vru brul FOTO: WIL GROENHUIJSEN In dit nummer: Multi-processen centraal tijdens OvD-dagen pagina 3 Mobiele trainingsunit voor manschapopleidingen pagina 7 bgc Crisisbeheersing in het groenste deel van de regio pagina 15 ghor Wie doet wat bij een incident met gevaarlijke stoffen? pagina 19

2 vru V e i l i g h e i d s r e g i o U t r e c h t als een complex gebouw. Complex in indeling en vanwege de strenge veiligheidsmaatregelen en de vele gesloten deuren en hekken. Maar ook door de combinatie van twee functies in één gebouw. Behalve cellenblokken, bevat het complex namelijk ook een extra beveiligde rechtbank, waar ooit het roemruchte Lockerbie-proces plaatsvond, alsmede enkele zaken in de zware georganiseerde misdaad. Het oefenscenario op 15 april ging uit van een brand op het dak van het complex, ontstaan door werkzaamheden, juist op het moment dat een zwaar beveiligde rechtszitting aan de gang was en buiten de poort een protestdemonstratie werd gehouden tegen het asielbeleid. De brand sloeg over naar het cellengedeelte en zowel de rechtbank als de cellenblokken moesten worden ontruimd. Daarbij was de belangrijkste opgave voor de interne veiligheidsorganisatie en de hulpdiensten om het personeel van de rechtbank, verdachten, gedetineerden uit de cellenblokken en eventuele bezoekers bij de ontruiming goed gescheiden te houden. Bij de behandeling van de gewonden en het aansluitende registratieproces door gemeentelijke functionarissen, luisterde ook die regiden en te evacueren bewoners en medewerkers werden gespeeld door figuranten. Het detentiecentrum houdt echter wel frequent oefeningen waarbij delen van het complex daadwerkelijk worden ontruimd. Bij elkaar 44 keer per jaar, zodat alle personeelsploegen voldoende kennis en ervaring Ambulanceverpleegkundigen wachten voor de poort van het cellengebouw. hebben om in noodsituaties snel en adequaat te handelen. Het detentiecentrum telt maximaal 550 bedden en mag worden beschouwd FOTO: DETENTIECENTRUM ZEIST Na redding lag de prioriteit van de brandweer bij het voorkomen van branduitbreiding. stratie daarom heel nauw. Wie is wie en waar worden alle verschillende groepen opgevangen en welke bijzondere aandachtspunten en risico s neemt dit met zich mee? Een bijzonder element in de oefening was het ontzetten van de rechtbankmedewerkers en de verdachte van de strafzaak. Om te voorkomen dat het in de chaos van het incident tot een gijzeling of ontsnapping kon komen, werden de rechters, advocaten en verdachten door een arrestatieteam in beveiligde snelle auto s afgevoerd. Complicaties De oefening was zorgvuldig en in detail gepland, zodat alle betrokken FOTO: DETENTIECENTRUM ZEIST partners zoveel mogelijk oefendoelen zouden kunnen behalen. Helaas gooide de werkelijkheid roet in het eten. Naast de oefendemonstranten bij de poort kwamen ook echte demonstranten tegen het asielbeleid naar het terrein, waardoor de politie en de Koninklijke Marechaussee hun aandacht daarheen moesten verleggen. Door de complicatie kende de oefening een vertraagde start en kwam de rol van de politieprocessen niet goed uit de verf. Later in de oefening moesten ook een brandweerofficier en een tankautospuit uit Soest afhaken, omdat zij werden opgeroepen voor interregionale bijstand bij de grote duinbrand in Bergen. Oefenleider Jouke van Dijk noemt de complicaties lastig, omdat nu niet alle oefendoelen goed konden worden gemeten. Hij constateert dat de oefening ondanks de complicaties bijzonder nuttig en leerzaam was en dat veel dingen goed liepen, ten teken van de al jarenlang goede samenwerking tussen de brandweer en het detentiecentrum. Evaluatie van de oefening moet nog duidelijk maken welke aspecten voor verbetering vatbaar zijn. 2 Op de goede weg Eindrapport IOOV constateert plussen en minnen Het vormde de belangrijkste ambitie van minister Ter Horst bij haar aantreden in het voorjaar van 2007: in 2010 moest de rampenbestrijding in Nederland op orde zijn. Om het startniveau te meten en de vooruitgang te toetsen lichtte de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) de Nederlandse veiligheidsregio s de afgelopen jaren door. In maart dit jaar verscheen daarvan de eindrapportage. Hoe staat de VRU ervoor? HHet omvangrijke rapport dat in maart verscheen bestaat uit vier delen, die elk de staat van een onderzocht onderdeel van de rampenbestrijding weergeven: 1. het risicoprofiel van de bovenregionale samenwerking 2. het beleid ten aanzien van multidisciplinaire opleiding, training en oefening 3. de doorlichting van de rampenbestrijdingsprocessen tijdens RADAR 4. het onderzoek naar de gemeentelijke processen die onderdeel uitmaken van de gemeentelijke bevolkingszorg Gerard Krijnen was als directiesecretaris van de VRU nauw betrokken bij het hele toets- en rapportageproces en kan de resultaten ervan duiden. Momentopname Krijnen: Elke meting is een momentopname, bij de toetsing van de VRU door de IOOV is dat niet anders. We vatten de uitkomsten serieus op, maar ze behoeven hier en daar enige toelichting en nuancering. Wat voor de VRU lastig heeft gewerkt was het beeld dat bij de inspectie was ontstaan tijdens ADR-2 (zie kadertekst) in 2007 en dat op veel onderdelen kritisch was. Naar aanleiding van ADR-2 heeft de VRU veel verbeteringen doorgevoerd, zoals bijvoorbeeld verbeteringen die met de meldkamer te maken hebben, de opkomsttijden, het bijeenkomen van het ROT, melding en alarmering en van het informatie- management. Toch blijft de IOOV in zijn eindrapportage teruggrijpen op de knelpunten van destijds, die daarmee beeldbepalend lijken voor de huidige situatie. Dat is jammer omdat daarmee onvoldoende recht wordt gedaan aan de verbeteringen die sindsdien zijn doorgevoerd. RADAR en de VRU Terug naar het eindrapport. Krijnen: Als ik kijk naar de uitkomst van RADAR voor de VRU, dan wordt IOOV bijvoorbeeld geconstateerd dat we nog geen regionaal risicobeleidsplan hebben of een risicoprofiel hebben opgesteld. Dat klopt, maar dat is niet erg. Op de eerste plaats geeft de wet ons nog voldoende tijd om dat te realiseren. Op de tweede plaats kiezen we voor zorgvuldigheid en afstemming in plaats van snel iets vast te laten stellen wat eigenlijk ondermaats is. Op het onderdeel multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen scoren we goed. De IOOV heeft alle waardering voor de verbeteringen die doorgevoerd zijn. Voor wat betreft de organisatie van het ROT en het CoPI moeten we een aantal aandachtspunten nog aanpakken, waaronder de doorzettingsmacht van de calamiteitencoördinator en de opkomsttijden van het ROT. Voor wat dat laatste betreft: wij gaan uit van een uur, de inspectie gaat uit van 45 minuten. Eigenlijk vinden we dat de IOOV teveel de nadruk legt op opkomsttijden, terwijl het belangrijker is welke output geleverd wordt: een situatierapportage van een incident of crisis, met bijbehorend advies aan het bestuur. Niettemin zal ook de VRU gaan voldoen aan de wettelijk voorgeschreven opkomsttijden. Onze GRIP-procedure zal hiervoor moeten worden aangepast. Net als de meeste andere regio s is het onderdeel informatiemanagement ook in onze regio voor verbetering vatbaar. Het gaat daarbij om het verzamelen en uitwisselen van operationele informatie bij een incident of crisis. Informatiemanagement gaat vooral over de organisatie en de onderlinge afspraken. Heb je bijvoorbeeld de beschikking over informatiemanagers die operationele info verzamelen? De VRU heeft inmiddels de nodige stappen gezet om het informatiemanagement te verbeteren. Zo is er een multidisciplinaire blauwdruk informatiemanagement vastgesteld en staat de inrichting van de sectie informatiemanagement in de steigers. Na de zomer zullen de verschillende piketfuncties worden ingevuld. Daarnaast heeft de VRU gekozen voor de invoering van een landelijk informatiesysteem voor het netcentrisch werken, als opvolger van Multiteam. Het landelijke systeem wordt begin 2011 verwacht. Als je alles bij elkaar optelt, ook in vergelijking met andere regio s, dan kun je concluderen dat onze regio een eind op weg is om de crisisbeheersing aan het wettelijk vereiste niveau te laten voldoen. Piet Peeters ADR en RADAR, hoe zat dat ook alweer? Voor wie even kwijt is uit welke onderdelen de IOOV-toetsing is opgebouwd, nog even een opfrisser uit de categorie wat eraan voorafging : in 2006 startte de ADR (Algemene Doorlichting Rampenbestrijding), die oorspronkelijk uit drie delen zou bestaan: ADR-1, -2 en -3 tijdens ADR-1 werd in 2006 een meldkameronderzoek gehouden ADR-2, in september 2007, bestond uit een gesimuleerd ongeval op het Amsterdam-Rijnkanaal waarbij de zogenaamde kritische processen werden getoetst in 2008 verscheen naar aanleiding van ADR-2 een rapport van de IOOV, dat gold als een nulmeting: wat is het startniveau waaruit verbeteringen moeten voortkomen ADR-3 werd vervangen door RADAR (RAmpenbestrijdings Doorlichting ARrangement) in november 2009 worden de crisisorganisaties van Amersfoort en Houten doorgelicht in maart 2010 verschijnt de eindrapportage

3 Multi-processen centraal tijdens OvD-dagen De OvD-dagen 2010 vonden plaats in een toepasselijke omgeving, een landgoed midden in de bossen tussen Baarn en Hilversum. Toepasselijk, want natuurbrandbestrijding was een van de topics tijdens de derde editie van het jaarlijkse gezamenlijke bijscholingsprogramma voor de tactisch leidinggevenden van politie, brandweer, GHOR en gemeenten. Andere inhoudelijke thema s waren de rol van de calamiteitencoördinator op de meldkamer bij de opschaling van de hulpverlening en de kennismaking met de Officier van Dienst van Rijkswaterstaat als jongste loot aan de multidisciplinaire OvD-boom. Het vertrekpunt van alle presentaties tijdens de OvD-dagen was dat echte multi-samenwerking vereist dat leidinggevende functionarissen over de grenzen van hun eigen taakveld en van hun eigen organisatie heen kunnen kijken. Via een maquette geeft Hans Kraan toelichting op de rol van Rijkswaterstaat bij incidentmanagement op snelwegen. De calamiteitencoördinator als spil in de meldkamer De calamiteitencoördinator (CaCo) bleek voor veel deelnemers aan de OvDdagen nog een relatief onbekend begrip. Dat is niet zo vreemd, want het gaat om een functie achter de schermen in de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht (GMU). Ron Ruisch, groepschef van de meldkamer politie en zijn collega Ed Peeters, gaven een toelichting op de belangrijke rol van deze spil in het opschalingsproces op de meldkamervloer. DDe functie calamiteitencoördinator is in januari 2009 ingevoerd op de GMU, met als doel de multidisciplinaire informatie-uitwisseling en afstemming van de opschalingsprocessen beter te structureren. De commissie die onderzoek deed naar de aanpak van de hulpverlening rond de cafébrand in Volendam begin 2001, constateerde al dat die informatie-uitwisseling en afstemming dringend diende te worden verbeterd. Maar ook dichter bij huis waren er voorbeelden van multioperaties die beter konden. Zoals het incident met de lekkende ketelwagen bij het station van Amersfoort in 2002, toen de meldkamer ambulancezorg volgens Ron Ruisch pas na 40 minuten werd geïnformeerd. Dat zal anno 2010 niet meer gebeuren. Vijftien leidinggevende meldkamerfunctionarissen zijn inmiddels opgeleid voor de functie van CaCo. Het is een multi-functie die voor alle disciplines werkt en die bij opschaling de dwarsverbanden tussen de disciplines legt. De belangrijkste taak van de CaCo is het houden van overzicht op het incident en het verloop van de meldkamerprocessen en het bewaken dat alle partners in de meldkamer op dezelfde lijn zitten. Informatie is hiervoor cruciaal. De CaCo zit als een spin in het web van informatie die via de centralisten van de drie meldkamerdisciplines binnenkomt. In het eerste jaar na invoering konden verschillende CaCo s zich al goed in hun rol inleven. In 2009 werd elf keer opgeschaald tot GRIP-1 met een CoPI en tweemaal werd GRIP-2 afgekondigd. Dertien opgeschaalde incidenten die multi-coördinatie vroegen, ook op de meldkamer, als spil in de aansturing van de hulpverleningsprocessen. Natuurbrandbestrijding, méér dan een brandweerfeestje Een natuurbrand is een bijzonder fenomeen, dat niet moet worden onderschat, bleek uit de bijdrage van Marcel Geluk. Een grote natuurbrand op de Utrechtse Heuvelrug, met tal van dichtbevolkte woonwijken en recreatieparken in of aan de rand van bossen met een hoog brandrisico, zal een enorme krachtproef worden. Niet alleen voor de brandweer, maar ook voor de multidisciplinaire partners. Want een evacuatie van een heel dorp met verzorgingstehuizen, zelfstandig wonende verminderd zelfredzamen, campings en bungalowparken, vraagt het uiterste van brandweer én politie, GHOR en gemeenten. Voor bijzondere locaties en objecten, zoals bijvoorbeeld recreatiegebied het Henschotermeer bestaan wel ontruimingsplannen. Maar die plannen moeten dan wel bij alle multi-partners bekend zijn, zodat zij er samen voor kunnen zorgen dat ontruiming niet in chaos ontaardt en mensen niet onbedoeld in een gevaarlijke situatie terechtkomen op totaal verstopte ontsluitingswegen. Hoewel de VRU beschikt over een geactualiseerd natuurbrandbestrijdingsplan en recent de bluswatervoorziening in de natuurgebieden op de Utrechtse Heuvelrug sterk heeft verbeterd, blijft een grote natuurbrand een belangrijk zorgpunt voor de gemeenten op de Utrechtse Heuvelrug en de multidisciplinaire partners. De gebeurtenissen in Schoorl en Bergen aan Zee in 2009 en in april dit jaar, kunnen voor de leidinggevende functionarissen van brandweer, politie, GHOR en gemeenten leerzame lessen opleveren en inzicht geven in de uitdagingen waarvoor zij kunnen komen te staan. Een nieuwe partner, de OvD Rijkswaterstaat De deelnemers aan de OvD-dagen maakten ook kennis met een nieuwe loot aan de OvD-boom: de Officier van Dienst Rijkswaterstaat. s Lands rijksbeheerder van het hoofdwegennet, de hoofdvaarwegen en het hoofdwatersysteem, timmert flink aan de weg om zijn interne crisisorganisatie goed af te stemmen op die van de overige hulpverleningspartners. Bij incidenten op de weg of op het water kunnen de operationeel leidinggevenden van politie, brandweer en GHOR dan ook een OvD van Rijkswaterstaat tegenkomen. Hans Kraan van Rijkswaterstaat legde uit wat deze functionaris allemaal kan, mag en doet en wat de hulpverleningspartners van hem mogen ver- wachten. In feite is de OvD Rijkswaterstaat voor alle andere diensten het centrale aanspreekpunt voor zaken die te maken hebben met de weg en het verkeersmanagement, zowel op het water als op het land. Geen lichte functie overigens, want Kraan lichtte toe dat de leidinggevenden van RWS die voor een OvD-functie in aanmerking komen, een stevige opleiding krijgen. Die wordt besloten met een meerdaagse multidisciplinaire praktijktraining op het multidisciplinaire oefencentrum in het Duitse Weeze. Behalve een intensieve kruisbestuiving met nuttige informatie tussen de deelnemende functionarissen, kenden de OvD-dagen ook dit jaar weer een spelelement. Deze keer werden multidisciplinaire teams gevormd die via het analyseren en interpreteren van opdrachtbriefjes moesten proberen een fictieve formule-1 wagen zo snel mogelijk over de finish te krijgen. Afgezien van de nodige massale valpartijen liep de Utrechtse etappe van de Giro d Italia op 9 mei op rolletjes. De SGBO-staf van de politie en het sluimerende Regionaal Operationeel Team hadden een rustige dag. In alle parcoursgemeenten in de regio Utrecht ontaardde de doorkomst van het peloton in een waar volksfeest en grote problemen als gevolg van afzettingen en omleidingen deden zich niet voor. Een kwestie van het op de juiste manier ordenen van informatie voor beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming, net als in de OvDpraktijk. Een formule-1 race en een acute crisis: beiden zijn een race tegen de klok. Giro d Italia liep op rolletjes Stoeien met informatie in een denkbeeldige formule-1 race. IIn sommige gemeenten betrokken brandweervoertuigen strategische stellingen om ondanks de drukte en afzettingen de paraatheid in het verzorgingsgebied te waarborgen. En als het even kan geef je als bevelvoerder natuurlijk de opdracht om de wagen zo dicht mogelijk bij het parcours te zetten, als tribune voor de wielerfanaten onder de manschappen! FOTO: EVERT DE GRAAF 3

4 FOTO: PIET PEETERS Lichtjes in het bos VRU verleent bijstand bij duinbrand Bergen Aan het eind van de middag van woensdag 14 april 2010 breekt een grote brand uit in het duingebied ten westen van het dorp Bergen, Noord-Holland. Diezelfde avond wordt Bergenaan-Zee ontruimd omdat de rook richting het dorp waait en de brand nog niet onder controle is. Als ruim 24 uur later de vlammen eraf zijn gaan twee compagnieën terug naar hun posten en regio s. Ze worden afgelost door een peloton 4x4 s uit het district Eemland. Piet Peeters, vaste medewerker van de VooRU, ging mee voor een lange nacht nablussen aan zee. Een impressie. HWe gaan Het is donderdagavond 15 april als ik, voor de gelegenheid gekleed in m n nette tenue, richting de kazerne van Amersfoort-Centrum fiets voor een sollicitatiegesprek met een aspirantparttimer. Ik heb dienst die avond en ik weet dat het brandt in de duinen, maar ik weet ook dat er precies 100 kilometer ligt tussen Bergen en Amersfoort. Daar zitten nog heel wat brandweereenheden tussen. Peter Foreman en ik beginnen het gesprek. Waarom denk je dat je geschikt bent als brandweervrouw? En ook: we hebben het niet heel erg druk, maar de saamhorigheid is groot en er zijn genoeg krenten in de pap. Peter s telefoon gaat. Het is de alarmcentrale, waar Peter teamleider brandweer is. Als het gesprek ten einde is kijkt hij me aan. We gaan naar Bergen. Regelen In Baarn aan de A1 verzamelen we. Een voor een komen de TS en uit Baarn, Soest, Leusden en Amersfoort de verlichte parkeerplaats oprijden. Pelotonscommandant Peter Dekker geeft een korte briefing en dan gaan we op weg. Met blauw, bij files ook met herrie. De vijf kwartier die we tot aan Bergen moeten rijden komen goed van pas. Dit gaat de hele nacht duren, dus moet ik nog het een en ander regelen. Ik ga bellen. Mijn vrouw Elsbeth met de mededeling dat het vanavond wat later wordt. De buurvrouw of ze morgenvroeg m n kinderen op wil vangen. Daarna probeer ik me een voorstelling te maken van wat we gaan tegenkomen. Dat lukt nauwelijks. Ik reken op alles en op niets. De nacht in In Bergen komen we in een gespreid bed. Een pompstation van het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord- Holland is ingericht als uitgangs- stelling, waar de logistiek volop draait en we ons gereed maken voor de inzet. De bevelvoerders en pelotonscommandant verzamelen zich voor een briefing. In een kring achter een busje krijgen we uitleg over het gebied, zwaartepunten, indeling en de logistiek. Het doet me denken aan de bevelsuitgiften die ik als beroepsofficier bij de Landmacht jaren geleden kreeg en gaf. De informatie is duidelijk, de organisatie is strak en de coördinatie is bij duisternis, in een flink stuk bos van cruciaal belang. We vertrekken en rijden in colonne door het bos, de nacht in, op weg naar een verborgen brand. Onwerkelijk Het tafereel dat we aantreffen is onwerkelijk. Het is doodstil. Op belangrijke punten in het stikdonkere bos staan verlichtingsmasten opgesteld, waardoor het inrijdpunt op een enorme plaats delict lijkt. Een terreinwagen met twee mannen staat moederziel bij een dranghek: ze moeten de toegang tot het gebied regelen. Die gaan zich vannacht niet over de kop werken. Even verderop staat een groep ME ers klaar, voor het geval de noodverordening gehandhaafd moet worden. Soest en Leusden slaan af en verdwijnen uit het zicht, Baarn en wij gaan een halve kilometer verderop de hei op. De 4x4 s vreten zich door het terrein, de volledige duisternis is terug en ik zoek contact met m n collegabevelvoerder uit Baarn. We spreken af dat we met een haasje-over-systeem de bosrand af gaan zoeken naar plaatsen waar het, ondergronds, nog brandt. Met de warmtebeeldcamera, rieken en scheppen in de hand gaan de beide ploegen aan het werk. Ik kijk om me heen, en zie letterlijk niets, maar dan ook niets wat verraadt dat hier nog maar kort geleden een flinke brand woedde. Ik zucht. Dit wordt een hele lange nacht. Hier brandt het nog! klinkt het plotseling uit het bos. Ja, en hier ook! meldt iemand van Baarn. We re in business. Lichtjes in het bos Binnen korte tijd vinden we meer brandende en nasmeulende plekken dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden. De warmtebeeldcamera s laten feilloos zien waar zich hete plekken onder de bovenlaag bevinden. Maak je de laag open, dan begint deze onmiddellijk te branden. Het verschijnsel veenbrand kende ik van de cursus, de praktijk doet me echter versteld staan. Eenmaal opgespoord wordt elke plek uitgegraven en afgeblust, maar voor elke gebluste plek komen er drie andere terug. Overal om ons heen flakkeren vlammen op. Tussen de donkere bomen dansen lichtjes die groter en kleiner worden en zich lijken te verplaatsen. Dunne scherpe rook hangt om ons heen. We maken bizarre dingen mee. Als we met een hogedrukstraal de dikke bodemlaag blussen, schieten de vlammen drie meter verder de grond uit. Flinke vlammen. We verplaatsen de voertuigen naar een ander deel van het bos en leggen meerdere lagedrukstralen af. Was het in het begin een kwestie van search and destroy, nu is verzuipen het motto. We werken met man en macht, met een knipperlicht bij het verdeelstuk om het terug te kunnen vinden. Schimmen bewegen door het bos, met zware rode slangen achter zich. Opnieuw spooklichten om ons heen, door vermoeidheid struikelen we over wortels, de rook dringt tot in de poriën van alles wat we aanhebben. Vogels beginnen te kwetteren, keihard, de hemel verliest z n zwarte tint, het is half vijf. De nacht is voorbij. Cougars We verzamelen opnieuw op de weg, maar nu mogen de slangen weer terug op hun bergplaatsen in de TS en. Brandweermensen liggen in de berm en vallen aan op het ontbijt dat ons zojuist gebracht is. In de verte klinkt het geluid van helikopters, het voelt als een legereenheid die na een nachtelijke operatie wordt opgepikt op een veilige plaats. Boven onze hoofden vliegen Cougars af en aan en droppen even verderop hun natte lading op plaatsen waar nog vuur zou kunnen zitten. Ik kijk naar m n witte overhemd dat vol zwarte vegen en randen zit. Ik kijk naar de zonnestralen die spelen met de dunne rook die nog steeds tussen de bomen hangt. Ik zie mannen en vrouwen uit vier gemeenten die hier samen een klus geklaard hebben. Ze hebben gezocht, gevonden, geblust en opnieuw gezocht. De hele nacht door. Helden? Die bestaan alleen in legendes. Dit zijn gewone mensen die tot ongewone dingen in staat zijn. Veilig, vakkundig en vooral: samen. Ik leg m n handschoenen en helm voorin de TS en stap in. Als we wegrijden verschijnt er een enorme smile op m n gezicht. Wat een mooi vak is dit toch. Piet Peeters FOTO: PIET PEETERS 4 Met elkaar aan de slag met het evenementenbeleid De afgelopen maanden zette de Veiligheidsregio Utrecht grote stappen in de implementatie van het regionaal multidisciplinair evenementenbeleid. De belangrijkste doelstellingen hierbij zijn een verbeterde afstemming met de gemeenten en het inzichtelijk maken van alle evenementen in de regio. EEen speciale expertcommissie houdt zich binnen de Veiligheidsregio Utrecht bezig met het regionaal evenementenbeleid. In deze kerngroep zijn deskundigen vertegenwoordigd vanuit alle betrokken disciplines zoals politie, brandweer en de Geneeskundige Hulp bij ongevallen en Rampen (GHOR) en de gemeenten. Jacqueline Buitendijk, (beoogd) directeur Risico- en Crisisbeheersing, is voorzitter van de expertgroep. Onlangs organiseerde expertcommissie een eerste bijeenkomst voor alle betrokken ambtenaren bij de gemeenten. Politie, brandweer en GHOR verzorgden een presentatie over hun rol tijdens een evenement en benoemden de voordelen van een regionaal multidisciplinair evenementenbeleid. Daarnaast was er gelegenheid met elkaar kennis te maken. Vrijwel alle gemeenten hebben inmiddels een vaste contactpersoon aangewezen. De expertcommissie wil de banden met deze contactpersonen aanhalen en zal na de zomerperiode nog twee bijeenkomsten met hen organiseren. Daarnaast heeft de expertcommissie een format laten ontwikkelen waarop de gemeenten kunnen aangeven welke evenementen er zijn aangemeld. Het ingevulde format sturen de gemeenten terug naar de Veiligheidsregio. Op die manier krijgt de commissie een goed idee van alle geplande activiteiten en het soort evenement. Bovendien kan er bijtijds een inschatting worden gemaakt van de benodigde capaciteit bij de hulpdiensten. Alle evenementen zullen worden opgenomen op een regionale evenementenkalender. Dit overzicht zal uiteraard steeds actueel moeten worden bijgewerkt. Ten slotte zal de commissie trainingen

5 en workshops organiseren die aansluiten bij de voorgenomen activiteiten. Gemeenten kunnen zo kennis opbouwen en leren wat er bij de organisatie van een bepaald type evenement van belang is, wat er mis kan gaan en waar zij rekening mee moeten houden. Op die manier faciliteert en ondersteunt de veiligheidsregio gemeenten bij het organiseren van evenementen. Een blik agenten Ronald Leijen, regionaal coördinator districtelijke ondersteuning evenementen politie, juicht de implementatie van het regionaal evenementenbeleid toe. Er worden steeds meer evenementen georganiseerd. Om de veiligheid in onze regio te kunnen waarborgen, moet de afstemming echt verbeteren. Wanneer er in verschillende gemeenten gelijktijdig evenementen plaatsvinden, hebben we bij de politie simpelweg niet voldoende capaciteit om een goed verloop te kunnen waarborgen. Wij kunnen niet voor elk evenement een blik agenten opentrekken. Het is daarom van belang dat gemeenten weten wat er in de regio aan evenementen gepland staat. Daar kunnen zij rekening mee houden met het verstrekken van de vergunning. Daarnaast moeten zij in een vroeg stadium de hulpdiensten betrekken. Veel gemeenten en organisatoren willen hun feest zoveel mogelijk in eigen hand houden. Maar als het om veiligheid gaat, hebben wij alle expertise in huis. Wij weten wat er nodig is om de veiligheid te waarborgen en moeten tijdig een risico-/dreigingsanalyse maken met daaraan gekoppeld de benodigde politie-inzet. We moeten met elkaar de mogelijkheden bekijken. Op die manier kunnen we veel professioneler met evenementen omgaan. Regionalisering van de brandweer Wim Konijn, teamleider Vergunningverlening bij de brandweer in de stad Utrecht, is het roerend met zijn collega bij de politie eens. Goed overleg is de basis voor een optimaal evenementenbeleid. Konijn kan het weten, hij heeft elke week overleg met het multidisciplinair evenemententeam van de stad Utrecht. De situatie voor de stad Utrecht wijkt wat dat betreft af van de rest van de regio. In Utrecht worden zoveel evenementen georganiseerd dat twee van onze medewerkers full-time bezig zijn met de vergunningverlening. Konijn weet exact welke evenementen er in Utrecht plaatsvinden en de afstemming met de hulpdiensten is in de stad prima geregeld. Toch ziet hij ook de voordelen van het regionaal evenementenbeleid. Vaak verschillen de regels en richtlijnen voor een evenement per gemeente. Bij de regionalisering van de brandweer, zullen verschillende gemeenten worden samengevoegd tot één district. Juist dan is het belangrijk dat alle gemeenten dezelfde richtlijnen hanteren. Geneeskundig advies Hanin Boulahfa, specialist risico & veiligheid bij de GHOR, denkt dat hij het de komende tijd aanzienlijk druk- ker zal krijgen met het adviseren over evenementen. De ervaring leert dat veel gemeenten bij het verstrekken van een vergunning wel advies vragen bij politie of brandweer, maar nog regelmatig de GHOR vergeten. Met het regionaal evenementenbeleid zal dit aanzienlijk verbeteren. Wij zijn nu in beeld en dankzij de regionale evenementenkalender krijgen wij nu input van alle geplande evenementen. Het gaat dus de goeie kant uit. Mariska Snakenborg Afstemming is noodzakelijk voor een goede planning van de politie-inzet bij evenementen. De Wet en de VRU Betekenis van de nieuwe Wet veiligheidsregio s Op 1 oktober 2010 is het eindelijk zover: de Wet veiligheidsregio s treedt in werking na een jarenlang traject van ontwerp, aanpassing en goedkeuring. Sinds de invoering van de Brandweerwet, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening, pakweg 25 jaar geleden, wordt met de Wet veiligheidsregio s een flinke stap voorwaarts gemaakt bij de professionalisering van de rampenbestrijding en de daarin samenwerkende hulpdiensten. Goed om te weten, maar wat zijn de gevolgen voor de VRU van de nieuwe wet? Het huis en de inrichting Hdaarvan Het zal tot iedereen doorgedrongen zijn: de manier waarop de hulpverlening in Nederland is georganiseerd is aan het veranderen en zal nog verder veranderen. De vorming van veiligheidsregio s en de regionalisering van de brandweer zijn belangrijke stappen in dit proces, maar het is feitelijk nog maar het begin. Veiligheidsregio en geregionaliseerde brandweer zijn de nieuwe huizen waarin de hulpverlening woont en vormen de nieuwe structuur van de organisatie. Daarna is de inrichting en de stoffering aan de beurt. Vooral bij de brandweer staat er nog veel te gebeuren. We gaan competentiegericht opleiden, we gaan beter bijscholen en selecteren en het traditionele stelsel van rangen en functies gaat op de schop. Ook de nieuwe wet- en regelgeving volgt een dergelijke tweedeling: de Wet veiligheidsregio s vormt het raamwerk van de nieuwe aanpak van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en gaat over de grote lijnen. De praktische invulling van de wet wordt geregeld in een tweetal besluiten (formeel: Algemene maatregelen van bestuur): 1. het Besluit veiligheidsregio s 2. het Besluit personeel veiligheidsregio s De besluiten Het Besluit veiligheidsregio s stelt kwaliteitseisen aan de hulpdiensten binnen de veiligheidsregio s en stelt een basisniveau vast waaraan de organisatie van de rampenbestrijding/crisisbeheersing en van de brandweer moet voldoen. Dat gebeurt door eisen te stellen aan bijvoorbeeld de aanrijdtijden van de brandweer. Het Besluit personeel veiligheidsregio s geeft de normen aan voor de kwaliteit van het brandweer-, GHORen multidisciplinaire personeel. Op basis van dit besluit kunnen per functie de kerntaken en de competenties Wet & VRU in feite de basiseisen van het personeel binnen de veiligheidsregio worden vastgelegd. Deze basiseisen vormen bovendien de uitgangspunten voor het opleiden, examineren, bijscholen en oefenen van het personeel. Wat moet er geregeld worden? VooRU vroeg het Gerard Krijnen van de VRU: Bij de VRU hebben we de afgelopen jaren al zoveel mogelijk vooruit proberen te lopen op de wettelijke ontwikkelingen. Bij het in werking treden van de nieuwe wet zijn de volgende dingen aan de orde: Een gemeenschappelijke regeling. De Veiligheidsregio Utrecht is al vanaf 2006 een feit. Eind vorig jaar is de bestaande gemeenschappelijke regeling gewijzigd naar aanleiding van de regionalisering van de brandweer. Daarbij hebben we ook de overige eisen van de Wet veiligheidsregio s meegenomen. Wat dat betreft is de VRU dus op orde. Een vastgesteld regionaal risicoprofiel. Eind vorig jaar is een conceptrisicoprofiel opgeleverd, dat begin dit jaar voorgelegd is aan gemeenten en een groot aantal netwerkpartners. Het gegeven commentaar heeft geleid tot aanvullingen en verfijningen. Op 16 juni is een bijeenkomst voor de netwerkpartners (gemeenten, provincie, waterschappen, Rijkswaterstaat, defensie, GGD, RAVU, Stedin en Vitens) belegd. Daaruit bleek dat er overeenstemming is over de belangrijkste soorten risico s. Tevens is verkend welke rol de netwerkpartners en de VRU kunnen vervullen om de risico s te beheersen. De volgende stap is het bespreken van het risicoprofiel tijdens de bestuursconferentie van 2 en 3 september, waarbij ook de bestuurlijke ambities met betrekking tot de risicobeheersing aan de orde komen. De bedoeling is dat het risicoprofiel daarna aan de colleges en raden wordt voorgelegd. De besturen van de netwerkpartners en de buurregio s worden eveneens in de gelegenheid gesteld om hun reactie te geven. Tot slot zal het algemeen bestuur van de VRU het regionaal risicoprofiel vaststellen. Een regionaal beleidsplan op basis van het risicoprofiel en - daarvan afgeleid - het vast te stellen ambitieniveau. Het beleidsplan geeft aan welke de beleidsprioriteiten zijn en waarin geïnvesteerd gaat worden. Het is geen beleidsplan van de VRU alleen, ook van de netwerkpartners wordt nadrukkelijk een inbreng gevraagd. Met de voorbereiding van het regionaal beleidsplan zal na deze zomer worden gestart. Het streven is om het beleidsplan, conform de wettelijke planning, medio 2011 te voltooien. Een regionaal crisisplan. Hierin is de regionale organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing vastgelegd. Niet alleen van de vier kolommen (brandweer, geneeskundige hulpverlening, politie en gemeenten) maar ook de samenwerking met de overige netwerkpartners. De VRU heeft al sinds 2009 een bestuurlijk vastgesteld regionaal crisisplan, dat in de plaats is gekomen van de gemeentelijke crisisplannen. Dit plan heeft zijn uitwerking gekregen in de diverse deelplannen, draaiboeken en leidraden. Op dit moment wordt bezien welke aanpassingen nog nodig zijn om te voldoen aan de wettelijke eisen. Piet Peeters 5

6 FOTO: WIL GROENHUIJSEN vru V e i l i g h e i d s r e g i o De VRU VooRUit 6 U t r e c h t Op het moment dat ik deze column schrijf verneem ik dat de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is verzocht om bijstand te verlenen aan de zeer grote bos- en heidebrand die woed in Zuid Oost Brabant. Een compagnie, bestaande uit 8 blusvoertuigen met vijftig brandweerlieden, natuurbrandbestrijding is 6 uur ingezet op een deel van de natuurbrand. Het maakt eens te meer duidelijk dat goede samenwerking onontbeerlijk is in ons vakgebied. Niet alleen in onze eigen regio, maar ook daar buiten. We hebben elkaar hard nodig. Ik heb op deze plek al eerder gesproken over het wetsvoorstel Veiligheidsregio s. De VRU omarmt het doel van dit voorstel volledig: brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en rampenbestrijding en crisisbeheersing zo efficiënt mogelijk inrichten op een zo hoog mogelijk niveau. Dit alles onder aansturing van een bestuur bestaande uit de 29 deelnemende gemeenten die samen onze provincie Utrecht vormen. De Wet op de Veiligheidsregio s is door beide kamers aangenomen. Nu de wet ook in het Staatsblad is gepubliceerd, staat niets een snelle invoering meer in de weg. De exacte datum van inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio s staat nog niet vast, maar de streefdatum is en blijft 1 oktober aanstaande. Ook over de ontwikkelingen bij de VRU kan ik goed nieuws melden. In het Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) van 30 juni is een onderhandelingsakkoord bereikt over de Rechtspositie VRU en het Sociaal Plan. De werkgever en werknemers hebben in een formele overlegvergadering overeenstemming bereikt over het totale pakket dat nu kan worden voorgelegd aan de achterbannen. Door het zetten van deze belangrijke stap hoop ik van harte dat we op korte termijn officieel van start kunnen gaan met de nieuwe VRU. Ten slotte wil ik u vanaf deze plek allemaal een hele fijne en mooie zomerperiode toewensen. Een tijd om bij te komen en nieuwe energie op te doen om in het najaar weer vol aan de slag te gaan voor de burgers in de regio Utrecht. Hans Wink VRU en GMU trainen centralisten voor multi-incidenten De afdeling Opleiden, Trainen en Oefenen van de VRU en de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht (GMU) hebben in mei een aantal multidisciplinaire scenario-oefeningen voor meldkamercentralisten georganiseerd. Tijdens de trainingen draaide het vooral om gezamenlijke beeldvorming en informatie-uitwisseling bij grotere incidenten. De gemeenschappelijke meldkamer is de spin in het web van de hulpverlening en dus de cruciale schakel in het proces van alarmering, opschaling en aansturing van de uitvoerende diensten. De trainingen, die werden gehouden in een simulatieruimte bij de RAVU in Bilthoven, blijken te voorzien in een grote behoefte bij de centralisten. Op de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht werken circa honderd centralisten van brandweer, politie en ambulancezorg. Behalve dat zij de eenheden in hun eigen kolom aansturen, doen zich dagelijks incidenten voor waarbij twee of drie disciplines moeten samenwerken en informatie moeten uitwisselen. Ondanks die dagelijkse samenwerking op de meldkamervloer bleek er bij veel centralisten toch behoefte aan een operationele samenwerkingstraining, met als doel meer routine te kweken voor de afhandeling van complexe incidenten. Centralisten storten zich op een multidisciplinair scenario in een simulatiemeldkamer. In 2008 werd voor het eerst een bilaterale meldkameroefening gehouden door centralisten van politie en ambulancezorg: een initiatief van centralist/ instructeur Hans Giesen van de RAVU en Ed Peeters van de politiemeldkamer. Het succes leidde tot het plan voor een multi-training, die in 2009 voor het eerst werd georgani- kalender seerd. Bij de trainingen van dit voorjaar zijn twintig centralisten getraind. Tijdens een van de scenariotrainingen op 28 mei, werd een dienstdoende centralistenploeg overspoeld met meldingen over mensen die door het ijs waren gezakt op de Vinkeveense Plassen tijdens een drukke schaatsdag. Zij stonden voor de uitdaging om snel inzicht te krijgen in een complexe situatie. Gaat het om één incident of om twee incidenten op verschillende locaties? Hoe krijgen we de hulpverlening ter plaatse op de overvolle smalle wegen in het gebied? En welke informatie hebben de collega s van de andere diensten nodig als input voor hun werkproces? Het was behoorlijk zweten om de enorme brei aan binnenkomende informatie op een gestructureerde manier te verwerken en tot een gezamenlijk beeld te komen. Tijdens de evaluatie direct na de training bleek dat het onderling delen van gegevens in de eerste minuten van het incident cruciaal is om snel vast te stellen of sprake is van één of van twee incidenten. Door gegevens sneller te loggen in het elektronisch kladblok in het meldkamersysteem kunnen centralisten sneller inzicht krijgen in zaken die hun collega s van de andere disciplines al weten. Het algemene beeld was dat de centralisten een relatief goed beeld hadden van het incident en dat de aansturing van de hulpverlening goed verliep. Opvallend was dat de rol van de calamiteitencoördinator (CaCo) op de meldkamervloer in de beginfase van het incident node werd gemist. Vanwege enkele afmeldingen van centralisten voor de trainingsdag, moest de in de training dienstdoende CaCo zijn functie combineren met die van centralist, waardoor hij pas aan het eind van de training zijn coördinerende en sturende rol op kon pakken. De oefendeelnemers concludeerden uit hun bevinding dat de CaCo weliswaar nog een relatief jonge, maar kennelijk nu al onmisbare functie in de meldkamer is bij grotere incidenten. Trainer Hans Giesen legt uit dat de multi-trainingen laagdrempelig van karakter zijn. Zo n training is geen competentietest waar mensen met hun fouten of zwakke punten worden geconfronteerd. Het gaat er primair om te leren van elkaars processen en samen met collega s van andere diensten een klus te klaren door onderling informatie te delen. Die samenwerking is er in de dagelijkse praktijk ook wel, maar toch is regelmatige aandacht voor het samenwerkingsproces volgens Ed Peeters van de politiemeldkamer noodzakelijk. Hoewel de GMU inmiddels al zo n tien jaar in bedrijf is, vormen de centralisten niet automatisch een eenheid. Het grootste deel van het werk speelt zich toch binnen de eigen kolom af. Een van de doelen van deze oefeningen is om de samenhang tussen de diensten op de meldkamer verder te versterken. Multidisciplinair opleiden en oefenen 2010 colofon VooR U is het relatiemagazine van Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Het is bedoeld om de partners in rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio én landelijk op de hoogte te houden over de activiteiten van en binnen de VRU. Veiligheidsregio Utrecht bestaat uit de onderdelen Brandweer Utrechts Land (BRUL), Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC). Ieder onderdeel heeft zijn eigen katern in het blad. Het hoofdkatern bestaat uit multidisciplinair, bestuurlijk en strategisch nieuws voor alle partners. VooR U verschijnt minimaal vier keer per jaar. Hoofd- en eindredactie: Afdeling Communicatie Redactie-adres: Veiligheidsregio Utrecht, t.a.v. afdeling Communicatie, Postbus 3154, 3502 GD Utrecht, redactie@vru.nl Vormgeving: Hendrik Flinterman Druk: ZuidamUithof Adreswijzigingen en of functiewijzigingen: svp doorgeven via adres relaties@vru.nl. Onze branche vráágt om opleidingen en oefeningen, zodat de functionarissen ook multidisciplinair goed voorbereid zijn ten tijde van een ramp. Al deze opleidingen en oefeningen zijn in een handzame kalender weergegeven. Deze kalender treft u met ingang van deze editie in de VooRU. Per maand staat aangegeven welke opleidingen en oefeningen plaatsvinden. Alle teams komen aan bod. Van COPI teams tot RCBT teams, van notulisten en plotters tot burgemeesters. De kalender is samengesteld door vertegenwoordigers van BGC, Bureau GHOR en de BRUL vanuit de Veiligheidsregio Utrecht en BCCB vanuit de politie Utrecht. Heeft u vragen over deze kalender of wilt u informatie? Neemt u dan gerust contact op via (030) of brandweer.o&o@vru.nl Datum Type opleiding/oefening Tijd September 2 september GBT competentietraining Oudewater - Eemnes (Training) 13:00-17:00 9 september GBT competentietraining De Ronde Venen - Rhenen (Training) 09:00-13:00 21 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 22 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 22 september GBT Utrecht + ROT (Training/Oefening) 13:00-17:00 23 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 24 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 27 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 28 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 29 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 30 september COPI dagen (Training/Oefening) 08:00-17:00 NB: Wijzigingen onder voorbehoud

7 B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d Instructeurs maken in Woerden kennis met de experimentele trainingsunit. Mobiele trainingsunit voor manschapopleidingen De afdeling Opleiden, Trainen en Oefenen van de VRU heeft sinds kort de beschikking over een experimentele mobiele trainingsunit ter ondersteuning van de brandweeropleidingen. De unit is specifiek bedoeld voor het trainen van de zogenaamde RSTV-procedure: het herkennen van gevaarsfactoren bij binnenbrandbestrijding aan de hand van Rook, Stroming, Temperatuur en Vlamgedrag. De mobiele RSTV-unit werd op 2 juni gepresenteerd tijdens een instructeursbijeenkomst in Woerden. D De RSTV-trainingsunit is door de VRU in eigen beheer ontwikkeld en is het resultaat van de inspanningen van instructeurs Matthijs van de Veen, Marcel de Vries, Marco Schröder en René Mulder. Als basis diende een door het ministerie van BZK afgestoten slangenhaakarmbak, die werd voorzien van een verhoogde stalen opbouw en een oven. De investeringskosten zijn dankzij het hergebruik van afgestoten materieel beperkt. In de oven kan hout worden gestookt om in de binnenruimte van de container realistische binnenbrandcondities met rook, warmte en beperkt vuur te creëren. Margret Veldscholten, teamleider Opleiden, Trainen en Oefenen, licht de achtergrond van de unieke mobiele trainingsfaciliteit toe. Aan de brandweeropleiding Manschap A zijn recent twee nieuwe elementen toegevoegd, namelijk het in de praktijk beoefenen van de deurprocedure voor het betreden van brandende ruimten en de straalpijpvoering bij binnenbrandbestrijding. Omdat die aspecten zonder rook en vuur niet te beoefenen zijn, was er behoefte aan een mobiele voorziening tijdens cursussen bij korpsen op lokatie. Cursisten hoeven dan niet voor iedere praktijkcursus naar een oefencentrum elders in het land. Deze trainingsunit voorziet in die behoefte. De unit moet volgens de ontwikkelaars niet worden verward met een flashovercontainer, waarin brullende vuurhaarden worden gestookt voor hittetraining en het ervaren van de effecten van een flashover. De RSTV-container wordt voor meer subtiele oefendoelen gebruikt, zoals het op de juiste wijze openen van deuren, met toepassing van de procedures voor het lezen van rook, luchtstromingen en warmteontwikkeling. In de container kan ook daadwerkelijk worden geoefend in verschillende blustechnieken met hoge druk. Een op afstand bedienbare ventilator kan door de instructeurs worden gebruikt voor extra drukopbouw in de ruimte. Het gaat om een experimentele voorziening, maar de eerste kennismaking door de instructeurs heeft al geleid tot de uitspraak dat de RSTV-unit een zeer praktisch trainingsmiddel is, waarnaar bij de korpsen in de regio grote vraag zal zijn. De VRU gaat onderzoeken of het organisatorisch en budgettair mogelijk is meerdere soortgelijke units te bouwen om in die verwachte grote vraag bij cursussen te voorzien. In dit katern: Brandveilig WK begint met veilige versiering pagina 8 De brandweer over morgen: Op naar de preventiesamenleving pagina 10 Utrechtse Heuvelrug blust met grondwater pagina 11 Brandweer Amersfoort presenteert handboek pagina 13

8 Al weken vóór aanvang van het WK voetbal kleurden hele straten en wijken oranje. Over de steun van de bevolking aan het Nederlands elftal op missie in Zuid-Afrika bestond dan ook geen enkele twijfel. Wel aan de brandveiligheid van de uitbundige versieringen in de straten en in publieke ruimten. Reden voor Brandweer Utrecht om met een gerichte voorlichtingscampagne burgers en bedrijven te attenderen op de brandveiligheid van feestversiering. De afdeling communicatie van de VRU zocht samenwerking met Brandweer Utrecht om het initiatief een regionaal karakter te geven. Verschillende gemeenten volgden de campagne. 8 B Bij eerdere edities van het EK en WK was al een trend waar te nemen naar steeds omvangrijkere feestversieringen en het collectief kijken naar de wedstrijden in cafés en op terrassen, stelt San Peeters, communicatieadviseur van de VRU, vast. Daarom wilde Brandweer Utrecht al in de periode vóór het WK 2010 burgers en bedrijven informeren en adviseren over het brandveilig gebruik van versieringen zoals slingers, vlaggen en banners. Enerzijds door de mensen te wijzen op de brandbaarheid van sommige materialen en hoe zij zelf kunnen testen of artikelen die zij willen ophangen brandveilig zijn, anderzijds door aandacht te vragen voor het veilig ophangen van de feestversiering in de openbare ruimte. De openbare weg moet onder alle omstandigheden toegankelijk blijven voor grote voertuigen, zoals brandweerwagens en daarom moeten slingers en andere attributen minimaal op 4 meter hoogte boven de weg hangen. Eenduidige boodschap Alle horeca-ondernemers zijn door Brandweer Utrecht aangeschreven over de eisen die de brandweer stelt aan versieringen. Bij een tiental adviesbezoeken die aan horecagelegenheden in de Utrechtse binnenstad werden gebracht, bleek volgens San Peeters dat de ondernemers de brief goed hadden gelezen. Met name binnen de horecagelegenheden viel het met de omvang van de versieringen nogal mee en onveilige situaties werden anderhalve week na de start van het wereldkampioenschap vooralsnog niet aangetroffen. Dat de Utrechtse campagne door meer gemeenten binnen de Veiligheidsregio Utrecht is gevolgd, vindt San Peeters een prima ontwikkeling. Het was een mooie kans voor de VRU om de gemeenten bij hun voorlichting te faciliteren, door materialen beschikbaar te stellen en een website te openen met de titel Brandveilig WK. We hebben gemerkt dat ook gemeenten elders in het land het initiatief hebben overgenomen en gebruik hebben gemaakt van onze voorlichtingsboodschappen. Eenduidigheid in beleid en in de boodschap is belangrijk voor de uitstraling van de brandweer als deskundig adviseur op het gebied van publieke veiligheid. Burgers, maar ook ondernemers zijn hierbij gebaat, zodat ze niet in verschillende gemeenten met verschillende veiligheidscriteria worden geconfronteerd. Onbetrouwbare materialen Ook de gemeente Lopik haakte aan bij het regionale initiatief. De boodschap werd omgeschreven naar de lokale doelgroep en geplaatst op de gemeentelijke website en op de gemeentepagina in de huis-aan-huisbladen. Eveneens werden de plaatselijke horeca-ondernemingen en sportvereningingen aangeschreven en bezocht door preventiecontroleurs van de brandweer. Onveilige situaties werden niet aangetroffen. Anja Kreileman, communicatieadviseur van de gemeente Lopik: De gemeente Lopik telt negen kleine kernen die zich kenmerken door een sterke saamhorigheid. Mensen trekken veel samen op bij het versieren van straten en er is ook een duidelijke cultuur van samen naar de wedstrijden kijken in verenigingsverband of in de lokale horecavoorzieningen. Hoewel onveilige situaties volgens Anja Kreileman nog niet zijn waargenomen, constateren de gemeente en de brandweer wel dat er onder de versieringen veel ondeugdelijke materialen zijn. Burgers die hun straten en huizen versieren betrekken hun materialen meestal van goedkope winkelketens, die niet de meest brandveilige feestartikelen verkopen. Horecaondernemers blijken hier beter op te letten en kopen via de groothandel materialen die volgens de opschriften op de verpakking brandvertragend zijn. De praktijk is helaas dat ook die producten lang niet altijd waarmaken wat de opschriften beloven. Dat is Kaderdagen 2010 jammer, want bij een controle kunnen ondernemers dan geconfronteerd worden met ondeugdelijke materialen, terwijl ze er bij de aankoop van uit gingen dat ze een veilig product kochten. De consument moet natuurlijk wel kunnen vertrouwen op de beloften van de fabrikant. Kreileman zegt dat de gemeente veel steun heeft gehad aan het initiatief van de VRU. Een les is in haar ogen wel dat gemeenten bij toekomstige soortgelijke evenementen eerder kunnen beginnen met hun preventiecampagne. We zijn nu twee weken vóór de start van het WK begonnen. Dat is wat aan de krappe kant als je het vooraf met verenigingen en horecaondernemingen goed wilt regelen. Dit najaar organiseert de VRU de regionale kaderdagen. Deze dagen zijn bedoeld voor bevelvoerders en Officieren van Dienst (OvD s). Het thema van de kaderdagen is dit jaar water. Omcirkel in je agenda alvast 25 oktober tot en met 29 oktober en 1 november. Op deze data ben je van harte welkom op de VRU kaderdagen. Het programma is bijna helemaal rond. Een greep uit het programma: Waterongevallen, duiken en oppervlakteredding. Wat kan een eerste TS en de OvD doen bij een waterongeval, voordat de duikers er zijn. Waterschappen. Wat kan de brandweer betekenen voor de waterschappen en wat kunnen de waterschappen betekenen voor de brandweer bij incidenten. Scheepsbrandbestrijding. Laatste ontwikkelingen op dit gebied, met name voor de pleziervaart en de binnenvaart. Hulpverlening zwaar. Ontwikkelingen op het gebied van hulpverlening, in het bijzonder voor vrachtwagens en bussen. Over een paar maanden krijgen alle bevelvoerders en OvD s binnen onze regio via hun oefencoördinator de mogelijkheid om zich op te geven voor deze kaderdagen. Voor meer informatie kan je contact opnemen met Marco van der Zee, m.vander.zee@vru.nl of via telefoonnummer

9 Opleiding Jeugdleider is unicum in Nederland Een unicum binnen de Nederlandse brandweer. Na de zomervakantie start de eerste opleiding voor jeugdleider brandweer. De VRU laat met deze in eigen beheer ontwikkelde opleiding zien de jeugdbrandweer als een belangrijke investeringsmarkt te beschouwen. Z Ze zijn het arbeidskapitaal voor de toekomst van de brandweer: de vele jeugdbrandweerleden in de leeftijdscategorie tussen 12 en 18 jaar, die ervan dromen ooit bij de actieve brandweer aan de slag te kunnen. Wat dat betreft mag de VRU over potentiële nieuwe instroom niet klagen, want bijna alle korpsen in de regio hebben inmiddels een eigen jeugdploeg en in de praktijk blijkt dat een flink deel van de jeugdleden later doorstroomt naar het volwassen korps. Reden om de jeugdleden al van jongs af aan een serieuze opleiding te geven om hen vroegtijdig voor te bereiden op een latere brandweercarrière. Goede basis De jeugdbrandweer gaat steeds meer op de actieve brandweer lijken, zegt Robbie Klomp, medewerker OTO van de VRU. De tijd dat de jeugdbrandweer vooral een sociale bezigheid voor jongeren was, ligt al ver achter ons. Tegenwoordig leren jeugdleden al vroeg om in teamverband onder leiding samen te werken, opdrachten op te volgen en verkenningen en reddingen uit te voeren. Zij doen daadwerkelijk brandweerkennis op, alleen met beperktere middelen dan hun volwassen collega s. De jeugdbrandweerleden krijgen zo een goede basis mee voor een latere manschapopleiding. Je zou kunnen zeggen dat het vakbekwaam- heidsbeginsel een leven lang leren al bij de jeugdbrandweer begint. Bij verschillende korpsen met een jeugdploeg bleek er behoefte te bestaan aan het formuleren van nadere eisen aan de rol van jeugdleider. Over welke capaciteiten moet zo n persoon beschikken om een jeugdploeg goed te kunnen leiden? Hoe maak je brandweertechnische kennis toegankelijk voor een groep jeugdigen van 12 tot 18 jaar? Een werkgroep van vertegenwoordigers van korpsen met een jeugdploeg ging om de tafel en stelde een functieprofiel op voor de functie van jeugdleider. Voor de functie komen mensen in aanmerking in de leeftijdscategorie tussen 18 en 55 jaar, die aan een brandweerorganisatie verbonden zijn en tenminste over het diploma Manschap A/brandwacht beschikken. Opleidingen gescreend Omdat een opleiding voor jeugdleider nog een onontgonnen gebied was, heeft de werkgroep zelf een opleiding samengesteld. Robbie Klomp: De bestaande cursussen voor instructeur en oefenleider blijken voor de specifieke doelgroep jeugd niet geschikt te zijn, maar het lesmateriaal bevat wel bruikbare onderdelen. We hebben die opleidingen gescreend op bruikbare elementen en daar een lesprogramma omheen geschreven. De jeugdbrandweer gaat steeds meer lijken op de actieve brandweer. brul B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d In samenwerking met Trigion Instituut voor sociale vaardigheden, is vervolgens een opleiding ontwikkeld die de afgelopen maanden als pilot is uitgevoerd en op 25 mei is afgerond. De conclusie na evaluatie was dat de aanvankelijke zeven avonden die voor de opleiding stonden gepland te kort zijn om alle kennis over te dragen waarover een jeugdleider volgens de werkgroep moet beschikken. Daarom wordt de cursusduur bij de start van de tweede pilotopleiding na de zomervakantie uitgebreid naar 16 dagdelen. Twaalf cursisten hebben zich inmiddels aangemeld om de opleiding te gaan volgen. Opleiding oefenleider nieuwe stijl van start De invoering van de herziene Leidraad oefenen bij de brandweer, drie jaar geleden, heeft geleid tot veranderingen in de oefensystematiek. Het aantal oefenkaarten is verminderd, de oefendoelen zijn nauwkeuriger beschreven en de oefeningen zijn praktischer van opbouw geworden. De oefenleiders zijn echter nog volgens het oude systeem opgeleid voor hun rol. Omdat er geen landelijke opleiding voor oefenleider bestaat, heeft de VRU zelf een cursus ontwikkeld, die is afgestemd op de nieuwe oefensystematiek. Vorig jaar werd een eerste pilotcursus georganiseerd, waarvan de leermomenten en ervaringen zijn verwerkt in een tweede pilot, afgelopen voorjaar. Na de zomervakantie gaat opnieuw een cursus van start. I In de brandweerkorpsen binnen de regio Utrecht zijn naar schatting 400 oefenleiders actief, die jaarlijks vele honderden lokale brandweeroefeningen organiseren. Om het rendement en de kwaliteit van het oefenen te verhogen, is ook bijscholing van de oefenleiders op basis van nieuwe inzichten en ontwikkelingen gewenst, constateerde de afdeling Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) van de VRU. Kenneth Hup, medewerker OTO, licht toe welke nieuwe bagage de oefenleiders in de cursus meekrijgen. Oefenleiders moeten bij het voorbereiden van oefeningen meer handelen vanuit praktisch inzicht en te behalen oefendoelen. Die oefendoelen zijn volgens de nieuwe leidraad meer gericht op het integraal uitvoeren van een opdracht, in plaats van het gefragmenteerd beoefenen van bepaalde hulpmiddelen en materialen. Gedetailleerd observeren en het geven van feedback aan cursisten vormen belangrijke elementen in de nieuwe cursus. De cursus beslaat zes contactmomenten van drie uur in een periode van negen weken, waarin onder andere een leerwerkplekopdracht moet worden uitgevoerd. Cursisten moeten dan bij een brandweerkorps een oefendraaiboek opstellen en een praktijkoefening organiseren. De cursus is dus praktisch van karakter. Kenneth Hup benadrukt dat het volgen van de opleiding niet verplicht is. Je kan een prima oefenleider zijn zonder deze cursus te hebben gevolgd, maar wij denken dat het goed is voor de kwaliteit en eenduidigheid van het oefenen in de regio als alle oefenleiders op basis van nieuwe inzichten worden geschoold. Verplicht is het niet, want oefenleider is geen functie met vaste functie-eisen, maar een rol die iemand naast een hoofdtaak vervult Nieuwe oefeninzichten vragen een andere benadering door de oefenleider. 9

10 brul B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d De brandweer over morgen: Op naar de preventiesamenleving De Nederlandse brandweer staat een boeiende periode te wachten. De komende jaren worden de eerste stappen gezet naar een brandweerorganisatie nieuwe stijl, die beter aansluit bij de veiligheidsbehoefte van de samenleving in de komende decennia. De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en het Veiligheidsberaad presenteerden de nieuwe visie De brandweer over morgen tijdens een bestuurlijk symposium op 24 maart. DDe kern van de visie is dat de brandweer de omslag moet maken van een traditionele repressieve hulpverleningsdienst naar een brede veiligheidsorganisatie die veel sterker actief is op het gebied van risicobeheersing en preventie. De brandweer als maatschappelijke continuïteitsborger in de samenleving. IJzersterk imago De huidige brandweerorganisatie heeft zijn tijd gehad. Dat klinkt nogal cru voor een organisatie met zoveel gedreven vrijwilligers en beroepsbrandweerlieden die dag en nacht, soms met gevaar voor eigen leven, waken over de veiligheid van de samenleving. Aan die passie en gedrevenheid ligt het ook niet, zoals de waardering van de samenleving voor het brandweerberoep duidelijk maakt. De brandweer heeft bij de burgers een ijzersterk imago. Maar dat sterke imago is tegelijk ook een zwak punt, weet NVBRvoorzitter Caroline van de Wiel, omdat het de op traditie en behoudendheid gebouwde brandweerorganisatie ervan kan weerhouden kritisch naar zichzelf te kijken en te vernieuwen. Die trend wordt met de nieuwe visie doorbroken. 10 De visie in een notendop. De samenleving wordt steeds complexer, evenals crises en incidenten. De eisen die de samenleving aan de brandweerorganisatie stelt, worden steeds hoger. Eisen aan kennis, kunde, slagkracht, paraatheid en specialisme. Als gevolg van die trend zijn de kosten van de brandweerzorg in de afgelopen tien jaar verdubbeld. Desondanks nemen het aantal branden, de brandschade en het aantal slachtoffers bij brand niet of nauwelijks af. Ondertussen loopt de brandweer tegen steeds grotere organisatieknelpunten aan. Het wordt steeds moeilijker om nieuwe vrijwilligers te werven voor de repressieve brandweertaken, de druk op de zorgnormen wordt steeds groter en de inspanningen in tijd en geld om brandweerlieden opgeleid, getraind en geoefend te houden voor de veelheid aan taken die zij moeten uitvoeren, zijn bijna niet meer op te brengen. De NVBR meent dat een poging om alle knelpunten binnen het huidige bedrijfsmodel van de brandweer op te lossen, zal leiden tot een oneindige lijst verbeterprojecten die onnoemelijk veel geld, tijd en inspanning kosten. En dat terwijl de verwachte opbrengst van die inspanningen naar verwachting minimaal is. De conclusie van de NVBR is dat een oplossing niet moet worden gezocht in het alsmaar blijven verbeteren van de Voorzitter Thom de Graaf van het Veiligheidsberaad overhandigt het eerste exemplaar van de nieuwe brandweervisie aan staatssecretaris Ank Bijleveld van BZK. bestaande brandweerorganisatie, maar dat een totaal nieuw bedrijfsmodel voor de brandweer nodig is. Een studie van twee jaar, de strategische reis genoemd, heeft ideeën opgeleverd voor hoe dat bedrijfsmodel voor de toekomstige brandweer eruit zou kunnen zien. Een projectgroep van de NVBR verkende een aantal mogelijke scenario s voor de ontwikkeling van de samenleving in de komende decennia. Het jaar 2040 is hiervoor als richtpunt genomen. Uitgaande van het verwachte maatschappijbeeld op basis van sociale, maatschappelijke, politieke, economische en technische ontwikkelingen, stelde de NVBRprojectgroep zich de vraag: Welk type brandweerorgansiatie vraagt de samenleving anno 2040? Om het niet bij een zwevend toekomstbeeld te laten, vertaalde de projectgroep dit toekomstbeeld in een strategische agenda voor de middellange termijn; al in 2015 moeten de eerste stappen zijn gezet om het nieuwe bedrijfsmodel voor de brandweer te realiseren. Preventiesamenleving De kern van de visie is dat de brandweer het karakter krijgt van een brede veiligheidsorganisatie, die waakt over de continuïteit van de samenleving en die veel meer energie gaat steken in risicobeheersing en preventie. Een omslag van brand blussen naar het voorkómen van brand en onveiligheid dus. Die omslag kan de brandweer niet alleen maken. De ambities om zo n preventiesamenleving te bouwen, met brandveilige woningen en bedrijven, vragen brede netwerksamenwerking tussen de brandweer en tal van maatschappelijke partners: van architecten, productontwikkelaars en woningcorporaties tot verzekeraars en maatschappelijke zorginstellingen zoals sociale diensten, thuiszorg en ouderenorganisaties. Samen werken aan een brandveilige samenleving, community safety, iedere woning een rookmelder en liefst ook een woningsprinkler, worden de sleutelwoorden voor de toekomst. Alleen zo kan de samenleving echt brandveiliger worden, niet door nog strengere zorgnormen en nog meer repressieve brandweercapaciteit. De winst wordt niet geboekt door tien seconden sneller ter plaatse te zijn bij brand, maar met maatregelen die voorkómen dat die brand uitbreekt. Tijdens het symposium in het Haagse World Forum in maart werden de nieuwe partnerschappen al verkend. Trendbreuk De NVBR had voor het symposium een breed gezelschap bestuurders en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties uitgenodigd, om in workshops mee te discussiëren en ideeën te verkennen voor verdergaande samenwerking. Hoe kunnen het bedrijfsleven en andere maatschappelijke partners de brandweer helpen een nieuw bedrijfsmodel én een veiliger samenleving te realiseren? Door meer eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat is de belangrijkste trendbreuk in de ontwikkeling van de brandweer nieuwe stijl. De tijd dat burgers en bedrijven naar de overheid keken in de verwachting dat die exclusief zorgt voor de veiligheid in de samenleving, is voorbij. Burgers en bedrijven kunnen zelf heel veel invloed uitoefenen op de brandveiligheid in hun woon- en werkomgeving, maar daarbij moeten zij wel op weg worden geholpen. Dát is de essentie voor de brandweer als veiligheidsregisseur in de samenleving van morgen.

11 Utrechtse Heuvelrug blust met grondwater Een van de grootste hindernissen bij natuurbranden is het gebrek aan voldoende bluswater. Ook brandweerkorpsen in het oosten van onze regio hebben met dat knelpunt te maken. Brandkranen liggen er niet midden in de bossen van de Utrechtse Heuvelrug en op de hoge zandgronden is ook open water in de vorm van sloten en vijvers schaars. Water is er echter in overvloed, maar dan wel enkele tientallen meters onder de grond. Om de bluswatervoorziening in de natuurgebieden van de heuvelrug te verbeteren zijn de afgelopen maanden maar liefst 45 nieuwe brandputten geslagen, zodat dit grondwater bij grote natuurbranden kan worden gebruikt om de watertanks van de blusvoertuigen mee te vullen. DDe putten werden op 22 april onder grote bestuurlijke belangstelling in gebruik genomen tijdens een bijeenkomst bij het Huis te Maarn. De nieuwe bluswaterbronnen zijn een uniek samenwerkingsproject van de provincie Utrecht, de acht heuvelruggemeenten, de VRU en de bosbeheerders. De 45 nieuwe putten zijn geslagen in de gebieden waar de bluswatervoorziening het meest problematisch is. Door de uitbreiding van de bluswatercapaciteit is de afstand die brandweervoertuigen moeten overbruggen om water te tanken op veel plaatsen drastisch verkort. Per saldo betekent de snellere aanvulling van bluswater dat natuurbranden sneller en efficiënter bestreden kunnen worden. Op topcapaciteit hebben de brandputten een opbrengst van circa liter per minuut. Uit zichzelf komt het water niet uit de grond. Om het water naar boven te krijgen zijn speciale smalle dompelpompen nodig, die met kabel en slang via een takel in de putten kunnen worden neergelaten. Bij de meeste Overzicht van waterwinplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug. putten zijn de zuigslangen van de tankautospuiten onbruikbaar, omdat de grondwaterlaag daarvoor te diep zit, op sommige plaatsen wel 70 meter. Bestuurders kruipen even in de rol van brandweerman en spuiten de nieuwe put in gebruik. Op dit moment beschikt alleen Brandweer Soest over een terreinwaardig haakarmvoertuig met tankunit, kraan en dompelpomp. De VRU laat echter nog twee soortgelijke voertuigen bouwen, die in voorkomende gevallen als mobiel pompstation en vulpunt voor de ingezette brandweereenheden kunnen worden gebruikt. Deze voertuigen, evenals een tweetal kunststof bufferbassins, worden naar verwachting in de loop van dit jaar geleverd. Tastbare maatregelen De provincie Utrecht en de acht betrokken gemeenten hebben de financiering van de extra brandputten voor hun rekening genomen. Bij de afsluiting van het project in Maarn op 22 april toonde de commissaris van de koningin, de heer Roel Robbertsen, zich verheugd met het resultaat: Dit is een heel tastbare en zichtbare vorm van maatregelen om de natuurbrandbestrijding in de regio te verbeteren. Hoe belangrijk snel ingrijpen bij natuurbranden is, hebben we de afgelopen week nadrukkelijk kunnen zien bij de grote branden in Bergen en Hoog-Soeren. Bij beginnende natuurbranden moeten we dan ook snel en effectief kunnen optreden en goed beslagen ten ijs komen. De extra bluswaterbronnen leveren daar een bijdrage aan. Ik ben blij dat we dit project in samenwerking met de VRU, gemeente en boseigenaren hebben kunnen realiseren. De commissaris liet bij de officiële ingebruikname zien dat onder zijn bestuurlijke camouflage ook een ware brandweerman schuilt. Robbertsen hanteerde samen met de burgemeesters Frits Naafs van de gemeente Utrechtse Heuvelrug en Koos Janssen van Zeist enkele stralen om het eerste water uit de brandput op landgoed Huis te Maarn op een fictieve papieren brandhaard te spuiten. Gadegeslagen door een schare burgemeesters, bosbeheerders en vertegenwoordigers van brandweerkorpsen en de VRU bekrachtigden zij op deze wijze de ingebruikname van de nieuwe putten. Update repressief zakboek Er is een update beschikbaar van het Repressief Zakboek. Onder andere Officieren van Dienst en Bevelvoerders vinden in dit handige naslagwerk in een oogopslag relevante operationele informatie, waaraan bevelvoerenden op de plaats van een incident behoefte kunnen hebben. Regels voor brandbestrijding en hulpverlening en aandachtspunten voor bijzondere risico s. HHet boekje bevat verder verwijzingen naar uitgebreidere regionale handboeken en procedures. De informatie uit het boekje is afkomstig uit de lesen leerstof voor de brandweer en uit regionale en landelijke procedures en richtlijnen. Het compact repressief zakboek heeft een update ondergaan. Met de reacties uit het veld heeft de vakgroep repressief zakboek zijn voordeel gedaan. Met deze informatie is de werkgroep aan het werk gegaan. De nieuwe versie van het zakboek zal binnen de districten worden verspreid. Het is de bedoeling om één keer per jaar een pakket met wijzigingen aan te bieden. Het bijhouden van het zakboek blijft een eigen verantwoordelijkheid. Updates van het repressief zakboek kunnen worden gedownload van de website van de VRU en worden uitgeprint. Op deze wijze kunnen de updates snel en eenvoudig worden verspreid. Vragen over het repressief zakboek kan je stellen via Arthur van Colmjon Gehoord op de achterbank Over morgen Terwijl wij na een uitruk terugreden naar de post, vond er tussen de ploegleden een stevige discussie plaats. Rode draad was het boek 'De brandweer over morgen' dat staatssecretaris Ank Bijleveld van Binnenlandse Zaken overhandigd kreeg op het gelijknamige brandweercongres. In dat boek, geschreven in opdracht van de Raad van Regionaal Commandanten, heeft de projectgroep Strategische Reis Brandweer in twee jaar tijd een nieuwe ontwikkelrichting naar een nieuwe brandweer bepaald. Ongelooflijk, weer zo n waardeloos verhaal, klonk het uit de geïrriteerde mond van een van de waterploegleden. De zoveelste editie Pieter van Vollenhoven waarin zal staan dat de brandweer het nog steeds niet goed doet!. Een collega van de aanvalsploeg keek hem fronsend aan en zei: Mijn gevoel zegt dat je het niet helemaal begrepen hebt. Deze keer is er namelijk niemand afgerekend maar is gekeken naar oplossingsrichtingen voor de toekomst. Dat is een uitstekende zaak. Wat vind jij ervan Frits?, vroeg de chauffeur. Tja, zei ik, de wereld is aan snelle verandering onderhevig en vraagt constante aanpassingen, ook van de brandweer. Niet alleen in de uitvoering maar ook in organisatievorm. Op de huidige wijze blijven we maar achtervolgd worden met rapporten en bijscholingen. Met het vuur letterlijk en figuurlijk aan de schenen, blijven wij maar onze stinkende best doen om te voldoen aan de wettelijke normen en regels. Het doel wordt maar niet bereikt en wij schreeuwen continu om hulp. Het boek 'Brandweer over morgen' geeft handvatten voor wat zou kunnen en vraagt vooral om lef voor vernieuwing. In het samenwerkingsveld moet het in de toekomst gaan gebeuren. Niet door met vier personen op een TAS uit te rukken, door specialisaties alleen bij beroepsbrandweerkernen onder te brengen en vrijwilligers in te ruilen voor parttimeberoepskrachten en soortgelijke maatregelen. Nee, onder het motto De brandweer komt naar je toe deze toekomst, moeten wij er gezamenlijk voor gaan. Bij mensen thuis, op kantoor, in gesprek met verzekeraars, politie, woningbouwverenigingen en andere partners in de samenleving. Allemaal voor het ultieme doel om een behapbare, betaalbare, goed werkende en vooral samenwerkende brandweerorganisatie te scheppen, die in staat is de veranderende samenleving bij te houden. Een organisatie die op handen gedragen wordt door een veiliger geworden samenleving. Waar het vanzelfsprekend is dat ieder individu daar gedeeltelijk zelf verantwoordelijk voor is en er actief aan meewerkt. Hoe ik daarin kan participeren? Daar ga ik overmorgen eens goed over nadenken, Op voorhand denk ik dat Jan van der Heijden als vernieuwer pur sang maar wat graag zelf zijn bijdrage zou willen leveren aan het behalen van dit nuttige doel. Toch? Frits Juvert 11

12 Zeer grote brand bij Inventum Bilthoven De Bilthovense fabriek voor warmwaterapparatuur Inventum is op een wel erg ongelukkig moment getroffen door het noodlot. Ongeveer een maand vóór de verhuizing naar een nieuw bedrijfspand, brandden de kantoren van de fabriek aan de Leyenseweg uit. Een groot deel van de administratie en het historisch archief van de ruim 100 jaar oude fabriek, zijn bij de brand verloren gegaan. Een grootschalige brandweeroperatie, waarbij negen tankautospuiten en twee redvoertuigen werden ingezet, voorkwam dat ook de bedrijfshallen vlam vatten. Omdat het bedrijf midden in een dichtbevolkte woonwijk ligt, bleef de omgeving dankzij die massale brandweerinzet een hoop ellende bespaard. VVoor de brandweerlieden van de post Bilthoven was het letterlijk een thuiswedstrijd, omdat het Inventumcomplex recht tegenover de kazerne ligt. Veel vrijwilligers kwamen onderweg naar de kazerne langs de brand en daarom was het niet vreemd dat de bevelvoerder van de eerste eenheid al direct bij het uitrukken opschaalde naar grote brand. Niet naar binnen! Ondanks de snelle opschaling en een rijtijd van nul minuten konden de kantoren van het bedrijf niet meer worden gered. Het dakbeschot en plafond op de eerste etage bestonden uit meerdere lagen, waardoor het vuur zich snel kon uitbreiden. Bovendien was een binnenaanval niet mogelijk. Officier van Dienst Nico van de Pol, zegt dat er direct na het horen van de naam Inventum maar één gedachte door hem heen flitste: Niet naar binnen! Het gaat om een oud gebouw dat gecompliceerd in elkaar zit en met een hoge vuurbelasting in de productieafdelingen. Ik was wel opgelucht toen ik bij aankomst zag dat de brand in de kantoren woedde en niet in de bedrijfshallen. Anders hadden we een aanmerkelijk groter probleem gehad. En problemen had de brandweer al genoeg. Los van de brandbevorderende plafondconstructie was er ook nog eens gebrek aan bluswater, omdat twee geboorde brandputten in de directe nabijheid van de fabriek onvoldoende opbrengst hadden. Er moest daarom water vanaf grotere afstand worden aangevoerd, waarbij brandweervoertuigen in aanjaagverband moesten werken. Uiteindelijk werden negen tankautospuiten ingezet om de blusoperatie te kunnen uitvoeren. Het korps De Bilt- Bilthoven kreeg bijstand van de korpsen Groenekan, Maartensdijk, Zeist, Leusden, Soest, Houten en Amersfoort. Voor de aanvoer van bluswater werd ook een WTS 1000-watertransportsysteem opgezet. Hoewel de dompelpompunit van Leusden niet kon worden ingezet wegens gebrek aan open water, werd wel een circa 600 meter lange 150 mm transportleiding uitgelegd vanaf een brandput op een nabijgelegen bedrijventerrein. Volgens OvD Nico van de Pol is een van de lessen van de brand dat bij soortgelijke incidenten in gebieden met beperkte bluswatervoorziening zo n WTS 1000-systeem sneller kan worden aangevraagd. Dankbetuiging De brandbestrijding werd een langdurige operatie, waarbij het vuur op de bovenverdieping van de kantoren telkens opnieuw oplaaide. Wat wel in het voordeel van de brandbestrijders werkte was dat de brandwerende scheidingen in het gebouw goed hun werk deden, zodat de productieafdelingen gespaard bleven. Na uren blussen kon het nader bericht brand meester worden gegeven. De nablussing duurde nog de gehele dag. Enkele dagen na de brand bracht de directeur van Inventum een bezoek aan Brandweer Bilthoven tijdens de oefenavond om het korps te bedanken voor het redden van het belangrijkste deel van zijn bedrijf. De dankbetuiging bestond uit een forse hoeveelheid gebak, een stapel boeken over het 100-jarig jubileum van Inventum in 2008 en een donatie aan de vrijwillige brandweervereniging. 12 Goud voor Zeister verzorgingstehuis Op 22 april werd in het Zeister verzorgingstehuis Amandelhof een feestje gevierd. Directeur Martin Elbertsen van zorggroep Charim, waartoe de instelling behoort, ontving uit handen van burgemeester Koos Janssen de gouden rookmelder Het tehuis werd hiermee door de brandweer en de gemeente beloond voor goed gedrag. In het jaar 2009 genereerde de brandmeldinstallatie van Amandelhof namelijk niet één ongewenste brandmelding. LLoze automatische brandmeldingen zijn een ware plaag voor de brandweer. Landelijk rukken brandweerkorpsen jaarlijks gemiddeld keer voor niets uit, naar ongewenste brandmeldingen, die in de meeste gevallen worden veroorzaakt door onzorgvuldig menselijk handelen, zoals roken, voedselbereiding, douchen of het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden of verbouwingen. Ook de Zeister brandweer moet jaarlijks honderden keren in actie komen voor loos alarm, maar sinds de gemeente een stringent handhavingsbeleid met waarschuwingen en bestuurlijke boetes hanteert, is het aantal loze meldingen flink afgenomen. In 2009 reikte de gemeente voor het eerst de gouden rookmelder uit aan een instelling die zich onderscheidt door maatregelen om ongewenste brandmeldingen te voorkómen. Dat Amandelhof de gouden rookmelder 2009 in de wacht heeft gesleept is des te opmerkelijker, omdat het huis ook in 1999 bij de allereerste uitreiking de prijs ontving. Directeur Elbertsen toonde zich dan ook een tevreden mens: Ik ben blij dat we met onze aanpak helpen om de samenleving onnodige kosten voor brandweerzorg te besparen. En zelf zijn we uiteraard ook gebaat bij zo min mogelijk loze meldingen. Geld voor zorg is schaars, dus ons budget moet volledig ten goede komen aan de zorg voor onze bewoners en niet aan het betalen van bestuurlijke boetes. FOTO: ERIC VERBEEK Samen uit, samen thuis in Houten De brandweer Houten heeft er sinds 6 maart een derde brandweerpost bij. De feestelijk opening van post Houten-Oost werd verricht door burgemeester Cor Lamers van Houten, commandant Rob Timmermans en de beoogd districtscommandant voor het district Binnensticht-Lekstroom, Frank Slob. Na het gezamenlijk doorknippen van een lint, droeg Rob Timmermans tevens het operationele commando over aan de aankomend districtscommandant. V Volgens burgemeester Lamers was de derde post noodzakelijk, omdat in tien jaar tijd de opkomsttijd van vrijwilligers en de uitruksnelheid binnen Houten sterk zijn veranderd door de verkeersremmende maatregelen en drukte op de Rondweg. Hierdoor kwamen de Na het doorknippen van de linten glijdt een brandweerman langs de paal naar beneden en is de post officieel geopend. aanrijtijden onder druk te staan. Scheidend commandant Timmermans was trots op het feit dat zijn brandweervrijwilligers bij de ontwikkeling van de post actief hebben meegedacht. Bij de overdracht van zijn functie zei Timmermans: Naast de opening van de post luidt de commando-overdracht het begin in van een nieuwe samenwerking tussen de gemeente Houten en de nieuwe regionale brandweerorganisatie. Onder leiding van de nieuwe postcommandant Paul van Oostrum, is de post door de korpsleden zelf naar eigen smaak en inzicht ingericht. De architect van het gebouw, Jeanne Dekkers, had gekozen voor een stoer gebouw met respect voor de omgeving. Het is een transparant gebouw geworden, waarin hout voor de stevigheid zorgt. Frank Slob noemde het bijzonder om zo maar een nieuwe duurzame brandweerpost in de schoot geworpen te krijgen. Een post die garant staat voor het op tijd komen van de brandweer. Maar een brandweerpost is meer, vond Slob. Het is ook het onderkomen van de medewerkers en een thuishaven die voor mij symbool staat voor samen uit en samen thuis. Hij wenste de vrijwilligers van de nieuwe post behouden uitrukken toe. Post Oost is in de avond, nacht en in het weekend operationeel. Evert de Graaf

13 brul B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d Grote blusoperatie in plaats van natuurbrandoefening Een op 19 mei geplande natuurbrandbestrijdingsoefening op de Leusderheide, kreeg een onverwacht realistisch verloop. Ongeveer een uur vóórdat de oefening zou beginnen brak er een echte natuurbrand uit op de Leusderheide. Niet minder dan zestien bluseenheden werden ingezet om de vuurzee te bestrijden. Ruim 40 hectare heidegebied werd door de brand verwoest. Hoewel de oorspronkelijk geplande oefening door de echte brandhaard werd doorkruist, konden volgens oefenleider en OvD Abe Vermeulen toch veel oefendoelen worden gerealiseerd. De praktijk is nog altijd de beste leerschool. Abe Vermeulen moest op woensdagavond 19 mei snel omschakelen van zijn functie als oefenleider naar zijn rol als officier van dienst. Met het oog op de door het district Eemland voorbereide oefening was hij al onderweg naar de Leusderheide om voorbereidingen te treffen, toen hij de melding binnenkreeg. Aanvankelijk werd alleen het korps Leusden gealarmeerd, maar toen Vermeulen op afstand de rookkolom boven de Leusderheide zag, schaalde hij op naar middelbrand en kort na aankomst naar grote brand. Er was sprake van een behoorlijk omvangrijke vuurhaard, die zich door de wind snel uitbreidde. Toen ik zag hoe gemakkelijk het vuur op twee plaatsen over een ruim zes meter brede zand- Brandweer weg sloeg, heb ik geen moment geaarzeld om verder op te schalen. Snelheid en slagkracht zijn cruciaal om natuurbranden onder zulke omstandigheden beheersbaar te houden. Daar is de natuurbrandbestrijdingssystematiek van de VRU ook op gebaseerd. Vermeulen was in de unieke omstandigheid dat hij een bijzonder blusvoertuig kon inzetten. Omdat op één vuurfront nog geen blusvoertuigen aanwezig waren en de brand daar wel over een zandpad dreigde te slaan, vroeg hij de bemanning van een actie militaire tank die in het gebied aan het oefenen was om de begroeiing plat te rijden, om zo het vuur in toom te houden. Die opzet slaagde. De omvang van de brand en het veiligstellen van de bluswatervoorziening, leidden uiteindelijk tot het alarmeren van 16 bluseenheden: een aanzienlijk grotere operatie dan de geplande oefening voor acht tankautospuiten. Voor de waterwinning werd ook een van de nieuwe geboorde brandputten op de Utrechtse Heuvelrug voor het eerst daadwerkelijk gebruikt. Rijdend blussen Volgens Abe Vermeulen toonde de inzet bij deze natuurbrand aan dat de Utrechtse natuurbrandbestrijdingsorganisatie professioneel getraind is en dat de vanuit de Veluwse regio s overgenomen systematiek van flankblussing goed functioneert. Ook hebben we duidelijk de meerwaarde van het rijdend blussen met dakmonitoren aangetoond. Die techniek werkt aanmerkelijk sneller dan het blussen met handstralen in het veld. Ondanks de forse omvang, konden de we brand met deze aanpak toch relatief snel indammen. Overigens was het de tweede keer dat een natuurbrandoefening door de realiteit wordt ingehaald. Op 12 april hadden we ook een oefening in deze natuurbrandoefencyclus georganiseerd. Toen moest de oefening worden afgebroken vanwege een melding van natuurbrand in Lage Vuursche. Deze keer lag de daadwerkelijke brandhaard wel heel dicht bij de oefenlocatie. De oefening hoeft niet te worden ingehaald, omdat de echte brand op alle aspecten van leiding en coördinatie, verkenning, terreinrijden, blussing, waterwinning en logistiek voldoende leerelementen bevatte. Brandweer Amersfoort presenteert handboek Het Amersfoortse brandveiligheidsproject Veilig wonen mag zich verheugen in een grote landelijke aandacht. Vanuit tal van gemeenten elders in het land is er belangstelling voor de Amersfoortse aanpak voor het vergroten van de brandveiligheid bij burgers. Brandweer Amersfoort heeft sinds kort een aan het project gewijde website online. Ook is een handboek geschreven over de aanpak, waarmee andere gemeenten hun voordeel kunnen doen. O Op 17 mei bezocht Henk Geveke, directeur Nationale Veiligheid van het ministerie van BZK, met een delegatie het Amersfoortse korps. Hij kreeg bij die gelegenheid het eerste exemplaar van het handboek overhandigd uit handen van burgemeester Van Vliet en stelde ook de website officieel in gebruik. Steeds meer brandweerkorpsen houden zich bezig met community safety, een oorspronkelijk in het Engelse Liverpool ontwikkeld samenwerkingsverband van de brandweer en sociaalmaatschappelijke organisaties met als doel het verhogen van het (brand)- veiligheidsbewustzijn van burgers. Amersfoort heeft deze systematiek drie jaar geleden geïntroduceerd onder de noemer Veilig wonen. Het korps werkt in het project samen met woningcorporaties en andere partners. Onder de vlag van het project heeft de brandweer huisbezoeken gebracht in de wijken Kruiskamp en Liendert, waarbij bewoners brandveiligheidsadviezen kregen én wanneer nodig een of meer gratis rookmelders. Brandweer Amersfoort kreeg vanwege het project Veilig Wonen regelmatig vragen over de organisatie en uitvoering van een dergelijk project. Naar aanleiding hiervan zijn het handboek en de website gemaakt. Op de website is het handboek te downloaden, maar zijn ook andere documenten en achtergrondinformatie te vinden. Uit tussentijds onderzoek van het korps is gebleken dat met het project positieve resultaten zijn geboekt. Burgers zijn zich bijvoorbeeld meer bewust van brandgevaarlijke situaties. Ook bleek dat mensen meer zijn gestimuleerd om zelf maatregelen te treffen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Inmiddels is het project Veilig wonen een volgende fase ingegaan. Na de wijken Liendert en Kruiskamp richt de aandacht zich nu op het oude stadscentrum. Op 19 mei kon ook het hoge Haagse bezoek ervaren hoe het beleid in de praktijk wordt gebracht. Directeur Veiligheid Henk Geveke bracht onder begeleiding van projectleider Bas Gul van Brandweer Amersfoort een bezoek aan het stadcentrum en voerde daarbij hoogstpersoonlijk een inspectie uit. De verwachting is dat community safetyprojecten de komende jaren fors aan Burgemeester Van Vliet overhandigt de heer Geveke het eerste exemplaar van het handboek Veilig Wonen. populariteit zullen winnen in het veiligheidsbeleid. Ook de toekomstvisie voor de Nederlandse brandweer, De brandweer over morgen is voor een belangrijk deel geënt op meer preventie en risicobeheersing via samenwerkingsverbanden tussen de brandweer en maatschappelijke partners. Ook krijgen burgers en ondernemers een aanmerkelijk grotere eigen verantwoordelijkheid in de zorg voor hun brandveiligheid. FOTO: WILCO JANSEN 13

14 brul B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d Stickers voor branddeuren Amersfoort Alle Amersfoortse organisaties die gebruiksmeldingplichtig zijn ontvangen van brandweer Amersfoort deurstickers. Doel van de stickers is om gebruikers van een ruimte te attenderen op het feit dat de deur zoveel mogelijk gesloten hoort te zijn. De sticker kan op de zijkant van branddeuren worden geplakt. Op die manier is de sticker niet meer zichtbaar als de deur gesloten is. Met de stickers wil de brandweer op een laagdrempelige manier organisaties ondersteunen bij het vergroten van de brandveiligheid van hun pand. Brandweer Amersfoort controleert het hele jaar door of organisaties voldoende brandveiligheidsmaatregelen in hun pand nemen. Tijdens deze controles is het de inspecteurs opgevallen dat branddeuren met regelmaat, al dan niet vastgezet, open staan. Voor de brandveiligheid is het echter van groot belang dat de deuren zoveel mogelijk gesloten blijven. Wat is een branddeur? Branddeuren zijn van materiaal gemaakt waardoor ze weerstand bieden tegen vuur. Hierdoor kan zo n deur het doorslaan van brand tegengaan. Dit werkt natuurlijk alleen als de deur gesloten is. Panden met branddeuren zijn ingedeeld in compartimenten. Ze sluiten een deel van een gebouw af. Brand (en rook) die in dat compartiment ontstaat, kan zo een bepaalde tijd tegengehouden worden. Hierdoor blijven vluchtroutes (langer) vrij van rook en is er meer tijd om te vluchten. In het ideale geval zorgt de deur er zelfs voor dat de brand uitgaat door zuurstofgebrek. Het is dus heel belangrijk dat de deuren zoveel mogelijk gesloten blijven. Informatie en advies Naast de stickers zijn er ook technische oplossingen mogelijk waardoor branddeuren automatisch sluiten. Voor informatie en advies hierover alsook voor andere vragen over brandveiligheid kan contact opgenomen worden met de afdeling Veiligheid. Korpsen kunnen het drukwerkbestand van de sticker digitaal opvragen bij Jessica Pepermans (communicatieadviseur) via j.pepermans@amersfoort.nl of telefonisch via Materialen rietenkapbrandbestrijding overgedragen Een feestelijke happening voor de vier korpsen die zijn gespecialiseerd in rietenkapbrandbestrijding. Op woensdag 2 juni werden de nieuwe materiaalaanhangers met valbeveiliging en blusgereedschap officieel in dienst gesteld. Rob Frek, directeur Veiligheidszorg van de VRU, overhandigde in Cothen de sleutels van de vier aanhangers aan de vertegenwoordigers van de posten Cothen- Langbroek, Werkhoven, Kockengen en Kamerik. R Rietenkapbranden komen in heel Nederland regelmatig voor, maar de manier waarop de VRU en de vier gespecialiseerde korpsen in onze regio deze taak hebben geprofessionaliseerd is wel uniek in Nederland, aldus Rob Frek. De passie en betrokkenheid waarmee de medewerkers van de betrokken korpsen deze taak hebben geprofessionaliseerd, is prijzenswaardig. We kunnen met recht trots zijn op deze specialistische brandweertaak binnen onze regio. Die lof gaat vooral uit naar de mannen van het eerste uur, Ries van Zanten uit Kockengen en Jan de Bie kalender Opleidingen oefeningen BRUL in 2010 Onze branche vráágt om opleidingen en oefeningen, zodat de brandweerfunctionarissen goed voorbereid zijn ten tijde van een ramp. Al deze opleidingen en oefeningen zijn in een handzame kalender weergegeven. Deze kalender treft u met ingang van deze editie in de VooRU. Per maand staat aangegeven welke opleidingen en oefeningen plaatsvinden. Allerlei opleidingen en oefeningen komen aan bod. Van Manschap en Bevelvoerder opleiding NIEUWE stijl tot BHV basiscursus, van oefeningen voor Grootschalige optredens tot realistische trainingen in Zweden. De kalender is samengesteld door vertegenwoordigers van de BRUL in nauwe afstemming met de korpsen. Heeft u vragen over deze kalender of wilt u informatie? De afdeling opleiden en oefenen beantwoordt ze graag. Zij zijn bereikbaar via of brandweer.o&o@vru.nl Datum Type opleiding/oefening Tijd Lopende opleidingen BRUL januari december 2010 Functiegerichte opleiding Bevelvoerder (NIEUWE STIJL) januari december 2010 Functiegerichte opleiding Manschap A (NIEUWE STIJL) april 2009 december 2010 Modulaire opleiding Manschap 1 Juli Opleidingen BRUL De opleidingen van het schooljaar 2009 / 2010 zijn afgerond. Oefeningen BRUL Er vinden geen oefeningen plaats. Augustus Vakantiereces September Onder grote belangstelling van genodigde brandweerlieden wordt de uitrusting gedemonstreerd. uit Cothen; beiden rietdekker van beroep en vrijwilliger bij de respectievelijke korpsen. Zij hebben aan het begin gestaan van de organisatorische en technische professionalisering van de rietendakbrandbestrijding. De uitrusting die de korpsen nu tot hun beschikking hebben, bestaat onder andere uit speciale bluslansen en een robuuste valbeveiliging, waardoor brandweerlieden veilig op aangetaste rieten daken hun moeilijke werk kunnen doen. Na de officiële overhandiging verzorgden twee posten een demonstratie op een mobiele rieten kap voor trainingsdoeleinden, die voor deze gelegenheid naar de kazerne Cothen-Langbroek was gereden. Oefeningen BRUL 11 september Hoogtereddingsteam 20:00-22:00 18 september Hoogtereddingsteam 20:00-22:00 Oktober Oefeningen BRUL 2 oktober Verplaatsingsoefening 09:00-13:00 9 oktober HV Zwaar 08:00-17:00 9 oktober Hoogtereddingsteam 20:00-22:00 18 oktober Zweden 20:00-22:00 25 oktober Zweden 20:00-22:00 14 NB: Wijzigingen onder voorbehoud

15 B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g Risico s op de Heuvelrug Crisisbeheersing in het groenste deel van de regio Stel, je bent een gemeente met zeven kernen, met een middelgroot inwoneraantal dat een grote geografische spreiding kent en met een grondgebied dat behoort tot de belangrijkste natuurgebieden van Nederland. Wat kan daar misgaan en hoe breng je een jonge crisisbeheersingsorganisatie op het gewenste niveau? Martijn Simons, adviseur crisisbeheersing van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, vertelt. In dit katern: Utrechtse gemeenten redelijk voorbereid op crisis pagina 16 Bomruiming Bunnik: van een leien dakje FOTO: WIL GROENHUIJSEN pagina 17 MKindertijd ontgroeid Menigeen kent het gevoel: op familiefeesten blijf je altijd het jongste kind van, in een voetbalteam raak je de titel nieuweling maar moeilijk kwijt en op je werk moet je langer koffie halen dan Guust Flater ooit heeft gemoeten. Je zult het ze niet met zoveel woorden horen zeggen, maar het ligt ze wel op de tong: dat Utrechtse Heuvelrug in 2006 ontstaan is uit een fusie van vijf Utrechtse gemeenten weten we nu zo langzaamaan wel. En ook dat het een gemeente is die hard heeft moeten werken aan hobbels aan het begin van de weg. Utrechtse Heuvelrug is nu Utrechtse Heuvelrug: een jonge gemeente die de kindertijd inmiddels ontgroeid is. Utrechtse Heuvelrug telt een kleine inwoners en beslaat een gebied van ongeveer 135 vierkante kilometer. Om een indruk te geven: dat is ruim twee keer zo groot als de gemeente Amersfoort. Een groot deel van de gemeente bestaat uit bossen, waarin vennen, oude bospaden, statige lanen, chique buitenhuizen en een enkele zandverstuiving de veelzijdigheid van het Nationaal park Utrechtse Heuvelrug illustreren. Martijn Simons zwaait er de scepter over de voorbereiding van de crisisbeheersing: Binnen de gemeente ben ik adviseur openbare orde en veiligheid en ben ik verantwoordelijk voor twee gebieden: de organisatie van de crisisbeheersing en de aanpak van sociale onveiligheid. Dat doe ik samen met een collega, de beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid, die zich ook met de APV bezighoudt. Zwaartepunten Utrechtse Heuvelrug grossiert niet in brzo-bedrijven of vitale infrastructuur, de lokale risico s zijn van een geheel andere aard. Simons: Een brand als die in het duingebied bij Bergen [en de recente brand op de Leusderheide PP] laat zien hoe bedreigend een natuurbrand kan zijn. In de bosgebieden binnen de gemeente liggen meerdere campings, recreatieterreinen en kwetsbare instellingen als Bartiméus (een instelling voor blinden en slechtzienden) en Overberg (een gesloten Utrechtse ervaring in evenementenveiligheid werpt vruchten af pagina 18

16 bgc B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g jeugdzorginstelling voor meisjes tussen de 12 en 18 jaar). Bij een natuurbrand worden deze locaties direct bedreigd, terwijl de bereikbaarheid en de ontruiming van het gebied aandachtspunten zijn. De twee genoemde instellingen vormen ook op zich een zwaartepunt omdat er sprake is van verminderd zelfredzame personen of personen met een vrijheidsbeperking. De brandweer heeft uiteraard gezorgd voor een goede voorbereiding en planvorming, maar als er wat gebeurt moet er snel en adequaat gehandeld worden. Recentelijk hebben we een convenant met de recreatieparken gesloten. Hierin is geregeld dat er een registratie wordt bijgehouden van de parkgasten, zodat de gemeente precies weet hoeveel mensen er in bepaalde periodes in de parken aanwezig zijn. Met de veiligheidsen bhv-coördinatoren van de kwetsbare instellingen hebben we jaarlijks een aantal overlegmomenten. In het kader van het proces opvang en verzorging kunnen de instellingen bij langdurige calamiteiten gebruikmaken van elkaars ruimtes en voorzieningen, maar bijvoorbeeld ook van gehandicaptenvervoer. Al deze dingen zijn we aan het organiseren. Toch vindt de gemeente dat er eigenlijk veel meer aandacht moet zijn voor het risico van een natuurbrand. Hierover zijn we met de VRU in gesprek. Ook de Denk vooruit campagne moet hierop nog worden afgestemd. Pastorale zorg Ook op andere crisisgerelateerde gebieden is Utrechtse Heuvelrug actief. Simons: Ook met predikanten zijn de lijnen kort, we hebben de beschikking over een bellijst. In november vorig jaar is er een oefening geweest rond pastorale zorg. Een predikant uit de Bijlmer kwam uitleg geven hoe de pastorale zorg na de Bijlmerramp was verlopen: wat komt daar bij kijken en hoe lang duren de naweeën van een dergelijke ramp. Daarnaast is tijdens de oefening uitleg gegeven over het rampenplan, de diverse processen en wat we voor elkaar kunnen betekenen. Utrechtse Heuvelrug is een van de eerste gemeenten die voortvarend omgaat met pastorale zorg tijdens en na een crisis. Verbeterplan Schaalvergroting betekent vaak dat er meer capaciteit ontstaat om de schouders ergens onder te zetten. Simons: Sinds enige tijd wordt er binnen de gemeente werk gemaakt van een verbeterslag van de gemeentelijke processen. We willen naar een organisatie toe waarbij de verschillende processen zelfstandig taken en verantwoordelijkheden oppakken en de afdeling OOV een faciliterende rol krijgt, bijvoorbeeld op gebied van opleiding & oefening en kennisdeling. Daartoe ben ik bezig met een professionaliseringsplan crisisbeheersing. Om te beginnen worden er sessies gehouden om de beleving van de crisisbeheersing bij de verschillende secties boven water te krijgen. Daar rolt een verbeterplan uit. Een paar belangrijke punten daaruit zijn: Voor de meeste medewerkers is crisisbeheersing een neventaak, daarom vind ik het belangrijk dat de voorbereiding en organisatie daarvan goed geregeld zijn. Ik merk bij oefeningen dat het zelfvertrouwen groeit: in Utrechtse Heuvelrug zijn we er meer dan klaar voor. Vinger aan de pols: ieder jaar gaan we kijken of elke afdeling en elk proces datgene gedaan heeft wat gedaan moest worden. Hoewel uit een meting van het basiszorgniveau bleek dat we behoorlijk goed voorbereid waren, streven we naar minimaal een 8 voor alle gemeentelijke processen. Een goed inrichtingsplan van het gemeentelijk crisiscentrum: wie zit waar in welke ruimtes en met welke middelen. Nieuw gemeentepersoneel wordt bij indiensttreding geïnformeerd welke rol ze kunnen krijgen bij de crisisbeheersing. Het tweejaarlijks houden van bereikbaarheid- en beschikbaarheidstesten. Opleiding & oefening Als laatste aandachtspunt noemt Simons het opleiden en oefenen: We gaan een dashboard opleidingen ontwikkelen met daarin per proces een overzicht van wie een cursus heeft gevolgd en wie nog niet. Binnen vier jaar willen we alle processen in de praktijk beoefend hebben. Voor de meeste medewerkers is crisisbeheersing een neventaak, daarom vind ik het belangrijk dat de voorbereiding en organisatie daarvan goed geregeld zijn. Naast het feit dat het kwaliteitsniveau in orde moet zijn, geeft dit iedereen het vertrouwen dat ze hun taak binnen de crisisbeheersing aankunnen. Ik merk bij oefeningen dat het zelfvertrouwen groeit: in Utrechtse Heuvelrug zijn we er meer en meer klaar voor. Piet Peeters FOTO: WIL GROENHUIJSEN 16 De gemeentelijke beleidsteams voldoen aan de basisvereisten voor crisismanagement. Utrechtse gemeenten redelijk voorbereid op crisis De gemeenten in de Veiligheidsregio Utrecht zijn redelijk goed voorbereid op een crisissituatie, maar moeten hun organisatie op een aantal onderdelen nog wel aanscherpen. Dat blijkt uit het regionaal beeld dat de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid in april heeft uitgebracht. De inspectie rapporteerde aan de minister van BZK over de resultaten van de RADAR-toets, waarmee de veiligheidsregio s in de afgelopen jaren systematisch zijn doorgelicht. Het was de ambitie van minister ter Horst van BZK om de organisatie van de rampenbestrijding in Nederland eind 2009 op orde te hebben. De minister kondigde bij het formuleren van haar beleid aan het gemiddelde rapportcijfer van de crisisvoorbereiding te willen opkrikken van een zes-min naar een zeven-plus. Dat is lang niet overal gelukt, zo maakt het rapport van de inspectie duidelijk, maar de regio s hebben wel forse stappen voorwaarts gemaakt in het verbeteren van hun organisatie. Zo ook de Veiligheidsregio Utrecht. Eind 2007 werd de regionale crisisorganisatie van de VRU door de inspectie onderworpen aan een praktijksimulatie, als onderdeel van wat toen nog de Algemene Doorlichting Rampenbestrijding (ADR) heette. Utrecht was een van de eerste regio s die met deze praktijksimulaties te maken kreeg, om te zien of de regio voldeed aan de basisvereisten crisismanagement. Volwaardige kolom In de latere RADAR-doorlichting werden behalve de operationele kernprocessen van de regionale hulpverleningskolommen ook de gemeentelijke processen in enkele gemeenten doorgelicht. De inspectie gaf daarmee aan de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie als een volwaardige kolom van de veiligheidsregio s te beschouwen, ook al waren er nog geen

17 landelijk vastgestelde toetsingscriteria voor die processen. De regio s die de ADR-praktijksimulatie al hadden ondergaan, hoefden die tijdens de RADAR-toetsingsronde in 2008 en 2009 niet nogmaals uit te voeren. Voor die regio s werd alleen een aparte toetsing van de gemeentelijke kolom uitgevoerd. Dat gold ook voor de regio Utrecht. De toetsing van de gemeentelijke crisisbeheersingsprocessen binnen de VRU vond plaats in het najaar van Drie gemeenten werden geselecteerd: Amersfoort, Houten en De Ronde venen. Uiteraard geeft een toets in drie gemeenten geen representatief beeld voor het collectief van 29 gemeenten, maar toch was de toets een goede indicatie voor de stand van zaken van de gemeentelijke crisisbeheersingsprocessen in de regio. Een inventarisatie van de planvorming, een alarmerings- en opkomsttest, een kennistest en interviews met de drie betrokken burgemeesters, leverden voor Utrecht het volgende beeld op. Bij de voorbereiding van de gemeentelijke crisisorganisatie is sprake van regionale samenwerking en regionale planvorming. De cruciale functies voor de gemeentelijke crisisbeheersing zijn voldoende geborgd via interne afspraken en door regionale poolvorming. Basisvereisten De gemeentelijke beleidsteams voldoen aan de landelijk vastgestelde basisvereisten voor crisismanagement, de gemeentelijke managementteams echter nog niet. Zij moeten hun opkomsttijden en personele bezetting nog afstemmen op die eisen, die overigens zijn vastgelegd in de Wet veiligheidsregio s die in oktober van kracht wordt. Hetzelfde geldt voor de opkomsttijden en de samenstelling van de diverse gemeentelijke actiecentra. Tot slot signaleerde de inspectie dat de opkomst- en uitwijklocaties voor de gemeentelijke crisisbeheersingstaken nog onvoldoende in heldere plannen zijn geborgd. Lange adem Kortom: de Utrechtse gemeenten en de VRU hebben een goede basis gelegd onder de organisatie van het gemeentelijk crisisbeheersingsapparaat, bgc B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g maar de puntjes moeten nog wel op de i worden gezet. Uit het inspectierapport Rampenbestrijding op orde blijkt dat dit beeld feitelijk voor het hele land geldt. Gertjan Bos, hoofd van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, die het rapport op 20 mei presenteerde tijdens De dag van de veiligheidsregio in Apeldoorn, zei bij die gelegenheid dat het op orde brengen van de rampenbestrijding een zaak is van lange adem. Bomruiming Bunnik: van een leien dakje Het opruimen van bommen en munitie uit de tweede wereldoorlog is voor de specialisten van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) in feite een routineklus. Toch bracht het bergen van een duizendponder in de gemeente Bunnik op 2 mei een multidisciplinair gezelschap van bijna honderd man op de been. Veiligheid en zorgvuldigheid vóór alles. De gemeente trad op als regisseur van de operatie. Ambtenaar crisisbeheersing Bart van Dijk en communicatieadviseur Robert Jongeneel vertellen over hun ervaringen met een zorgvuldig geplande actie die zij in zekere zin toch als een oefening voor de gemeentelijke crisisorganisatie beschouwen. Medio april vindt een amateur-schatzoeker met een metaaldetector een voorwerp in de weilanden bij de buurtschap Vechten bij Bunnik. Het líjkt een bom, dus belt de schatgraver de politie. Een explosievenverkenner van de politie geeft een eerste indicatie: het ís een bom en nog een joekel ook! De EODD moet het gevaarte maar nader onderzoeken en een plan maken voor de berging. Enkele weken later, op 2 mei, is de ruiming een feit. Maar dan is er op de achtergrond al een wekenlange voorbereiding met heel veel partijen aan voorafgegaan. Bart van Dijk, ambtenaar crisisbeheersing van de gemeente Bunnik: Het onderzoek van de EODD leerde dat het om een geallieerde vliegtuigbom van duizend pond ging, met een schadecirkel van vijfhonderd meter. Toen we dat wisten konden we meer in detail gaan plannen wat er moest gebeuren. Gelukkig lag de bom in een open veld, honderden meters van woonbebouwing. Gunstig voor de bevolking van Bunnik, maar niet voor treinreizigers en automobilisten op de rijksweg A12. Zowel de spoorlijn Utrecht-Arnhem als de rijksweg lagen namelijk op slechts enkele tientallen meters afstand van de vindplaats. De ruimingsoperatie zou dus vooral effecten hebben op verkeersgebied. Draaiboeken Vanuit de regiefunctie riep de burgemeester alle belanghebbende partijen bijeen in het gemeentehuis om een plan te maken. De VRU werd benaderd voor advies over de meest geëigende organisatie en dat mondde uit in een multidisciplinair projectteam, waarin naast de EODD, gemeente, politie en VRU ook ProRail, Rijkswaterstaat en het KLPD participeerden. Van Dijk vervolgt: In de voorbereiding op de ruiming hebben we als gemeente nogal wat voorwaardenscheppende activiteiten uitgevoerd. Los van het informeren van de omwonenden in de buurtschap Vechten waren we ook verantwoordelijk voor het laten bouwen van een veiligheidsconstructie van met zandzakken gevulde containers rond de ruimingslocatie en voor bronbemaling rond de werkput voor de EODD. Al met al was het een behoorlijk kostbare operatie die de gemeente zo n euro heeft gekost. Gelukkig krijgen we op basis van een nieuwe regeling van het ministerie van BZK 70 procent van het rijk vergoed. De duizendponder die onschadelijk is gemaakt in Bunnik. In de weken vóór de ruiming werden draaiboeken gemaakt waarin voor alle partijen tot in detail werd vastgelegd wat moest gebeuren en wanneer. Zoals het bezorgen van informatiebrieven bij de omwonenden, het afzetten en bewaken van de omgeving op de dag van de ruiming, het regelen van afzettingen en omleidingen voor de verkeersstroom op de A12 en het stilleggen van het treinverkeer en zelfs het instellen van een vliegverbod boven het gebied. GRIP-1 In het vooroverleg kwamen de partijen snel tot elkaar en konden soepel afspraken worden gemaakt. Van Dijk: Alle partijen waren het erover eens dat zondagochtend vroeg het beste moment voor ruiming was, omdat de impact op de verkeersstromen dan het minst zou zijn. Op D-day, zondag 2 mei, werd preventief opgeschaald naar GRIP-1. Dat was volgens Van Dijk handig omdat alle partijen dan op gestructureerde wijze in één structuur konden optrekken. In het gemeentehuis kwam een kern-beleidsteam bijeen en nabij de ruimingslocatie in Vechten werd een CoPI gevormd. Voor het gemeentelijk apparaat was dit in feite een mooie oefening van onderdelen van de crisisorganisatie, al was geen sprake van een acuut incident, vervolgt Bart van Dijk. De directe inzet van mensen en middelen was weliswaar beperkt, omdat zo n bomruiming vrijwel altijd probleemloos verloopt, maar toch FOTO: MENNO BAUSCH hebben we op de achtergrond wel gecheckt hoe het dat weekend was gesteld met de paraatheid van onze piketfuncties en waar we in geval van een eventueel alsnog noodzakelijke evacuatie mensen zouden kunnen opvangen. De wijk Vechten hoefde tijdens de berging van de vliegtuigbom niet te worden ontruimd, maar de mensen moesten wel in hun woningen blijven, aldus communicatieadviseur Robert Jongeneel. Onze inspanning was er vanaf het begin op gericht die bewoners zo goed mogelijk via brieven te informeren en op de dag zelf via een geluidswagen van de politie op de hoogte te houden van het begin en het einde van de operatie. Achteraf hebben we een enquête gehouden onder de omwonenden en hen gevraagd hoe zij de genomen maatregelen en de communicatie door de gemeente hebben ervaren. Uit de respons blijkt dat zij zeer tevreden waren over de manier waarop de bomruiming is aangepakt. Jongeneel noemt wel een leerpunt dat de gemeente zelf heeft gesignaleerd. Voor Bunnik was het de eerste keer dat we met een bomruiming werden geconfronteerd. We beschikten dus niet over draaiboeken of checklists van zaken waar we op moesten letten bij de voorbereiding. We hebben ons bij het opstellen van de draaiboeken mede gebaseerd op ervaringen van gemeenten elders in het land. In mijn ogen zou het handig zijn om voor dit soort operaties landelijk een format voor een draaiboek te maken, waar gemeenten gebruik van kunnen maken. Veel processen en taken zijn in essentie generiek. We hebben er in de voorbereiding geen last van gehad dat we zo n format niet hadden, maar het zou de voorbereiding misschien nog wat efficiënter maken. 17

18 bgc B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g Utrechtse ervaring in evenementenveiligheid werpt vruchten af Utrecht is een echte evenementenstad met een nationale uitstraling. Niet voor niets veroverde de Domstad dit jaar de tweede plaats op de ranglijst van beste evenementensteden in Nederland. De ervaring met evenementenveiligheid bij de gemeente werpt zijn vruchten af, zo blijkt uit twee topevenementen van het afgelopen voorjaar. De Utrechtse vrijmarkt op Koninginnedag en de etappefinish op de tweede dag van de Italiaanse wielerklassieker Giro d Italia op 9 mei, gaan de boeken in als incidentloze volksfeesten. 18 Probleemloze finish Giro op Croeselaan Ruim een jaar voorbereiding ging er vooraf aan de Utrechtse finish van de Giro d Italia op 9 mei. Die tijd was volgens Inge Burgers, senior adviseur Openbare Orde en Veiligheid van Gemeente Utrecht, ook wel nodig om alle afspraken tussen de vele betrokken diensten en instanties te stroomlijnen. E Er is al vroeg in het voorbereidingstraject voorgesteld om een multidisciplinair projectteam te vormen en een gezamenlijk draaiboek te maken. Uiteindelijk zijn we als gemeente ook afhankelijk van de samenwerking met andere diensten. Voor alle fysieke veiligheidsmaatregelen vertrouwden we op een goed samenspel van veel actoren, zoals de politie, de veiligheidsregio, particuliere beveiligers, aannemers en natuurlijk de Giroorganisatie zelf. De veiligheid rond het parcours was voor Openbare Orde en veiligheid het voornaamste aandachtspunt. Inge Burgers vervolgt: Kilometers dranghekken zijn langs de route geplaatst, met op tal van locaties oversteekplaatsen voor verkeer en voetgangers. Al die oversteekplaatsen moesten op de dag van de finish op tijd dicht, om te voorkomen dat verkeer of mensen op het parcours zouden komen. Belangrijk was natuurlijk dat de wijken rond het parcours voor de hulpverlening bereikbaar zouden blijven bij incidenten. Ook de communicatie naar de burgers was een belangrijk thema. We wilden de inwoners van de gebieden rond het parcours zo goed mogelijk informeren over de afsluitingen in hun omgeving, maar hen tegelijk ook verzekeren dat ze in geval van nood gewoon bereikbaar zouden blijven voor de hulpverlening. Inge Burgers en enkele collega s namen in het voortraject kennis van de aanpak van soortgelijke evenementen elders in het land, zoals de Spaanse wielerronde Vuelta die vorig jaar Assen aandeed. Ook reed projectleider Ron Looy van gemeente Utrecht vorig jaar twee weken mee met de Tour de France-karavaan, om te leren van de organisatie. Ervaringen die zo werden verzameld, werden verwerkt in het Utrechtse draaiboek voor de Giro-finish. Qua veiligheidsrisico s was de Giro volgens Inge Burgers niet vergelijkbaar met de vrijmarkt op 30 april. Hoewel beide evenementen naar schatting bezoekers hebben getrokken, waren die bij de vrijmarkt geconcentreerd op één vierkante kilometer stadscentrum met smalle straten, terwijl ze bij de Giro waren verspreid over een parcours van 34 kilometer door de stad. Burgers is tevreden over de vlekkeloze samenwerking en afstemming tussen alle partijen, die naar haar mening laat zien dat Utrecht als evenementenstad veel routine heeft in evenementenveiligheid. Maar die routine mag niet leiden tot verslapping van de aandacht. Daarom wordt ieder evenement even zorgvuldig bekeken door een multidisciplinaire veiligheidsbril. Dynamisch crowd management op Utrechtse vrijmarkt Utrecht kende dit jaar de rustigste Koninginnenacht sinds jaren. Normaliter bruist de Domstad de nacht voorafgaand aan Koninginnedag van activiteit op en rond de traditionele vrijmarkt, maar dit jaar gooiden hevige regen- en onweersbuien roet in het eten. Het waakzame conglomeraat hulpdiensten, politieagenten en gemeentelijke handhavers had dan ook een rustige nacht. Slecht weer is goed voor de openbare orde, bevestigt Judith Pijnacker, adviseur van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van Gemeente Utrecht. Een natte maar veilige vrijmarkt in Utrecht. H Het feest duurt maar twee dagen, maar de voorbereiding neemt maanden in beslag. Al in september staken vertegenwoordigers van gemeentelijke diensten, brandweer, politie en GHOR voor het eerst de koppen bij elkaar om de basis te leggen voor een multidisciplinair coördinatieplan voor 29 en 30 april. Niets wordt aan het toeval overgelaten met de verwachte tot bezoekers op maar één vierkante kilometer stadscentrum. Om het feest een feest te laten blijven, worden scenario s voorbereid, zijn politie en handhavingscontroleurs rijkelijk aanwezig en is er een CoPI (Commando Plaats Incident) stand-by op het Neude. Onze grootste zorg is de mensenmassa, vertelt Judith Pijnacker. Vooral als zich een incident voordoet op de vrijmarkt zelf of in de directe omgeving, is het een hele uitdaging om de hulpverlening snel ter plekke te krijgen en de mensen zonder paniek en veilig het gebied uit te krijgen. Daarom letten multidisciplinaire controleteams al in de opbouwfase streng op het vrijhouden van de strategische aanrijroutes voor de hulpverlening en de uitwijkruimte die op een aantal plaatsen in het vrijmarktgebied is afgebakend. De Utrechtse vrijmarkt werd dit jaar voor de achtentwintigste keer georganiseerd, maar ieder jaar leren de veiligheids- en handhavingsorganisaties weer van voorgaande edities. Zo werden dit jaar bijvoorbeeld voor het eerst crowd-watchers ingezet, getrainde waarnemers die in de gaten houden of de druk in de mensenmassa niet te groot wordt. Judith Pijnacker: We hebben er in het voortraject alles aan gedaan om te proberen verstopping van straten en pleinen te voorkómen. Bijvoorbeeld door via advisering aan de organisatoren op de verschillende evenementenpleinen de muziekoptredens op de podia zoveel mogelijk in tijd en ruimte te spreiden. Daardoor blijft er doorstroming. Dynamisch crowd management is de sleutel om problemen door stagnerende doorstroming te voorkómen. Dit jaar hoefden we door het rustige verloop niet bij te sturen. kalender Opleidingen oefeningen BGC in 2010 Per maand staat aangegeven welke opleidingen en oefeningen er plaatsvinden. Heeft u vragen over deze kalender of wilt u informatie? Neemt u dan gerust contact op via (030) of r.de.graaf@vru.nl Datum Type opleiding/oefening Doelgroep Tijd September 1 sept. Procesopleiding Milieu deel 1 Alle gemeenten sept. Workshop O & V District Eemland + Poolers (Bunschoten) sept. Procesopleiding A & O proces Alle gemeenten sept. Procesopleiding Milieu deel 2 Alle gemeenten sept. Workshop GMT Soest Soest 13:00 17:00 22 sept. Training webredacteur crisis.nl deel 1 Alle gemeenten (Nieuwegein) 13:00 16:00 29 sept. Procesopleiding O & V deel 1 Alle gemeenten sept. Training webredacteur crisis.nl deel 2 Alle gemeenten (Nieuwegein) 13:00 16:00 NB: Wijzigingen onder voorbehoud

19 G e n e e s k u n d i g e H u l p v e r l e n i n g b i j O n g e v a l l e n e n R a m p e n FOTO: LEVIEN WILLEMSE Wie doet wat bij een incident met gevaarlijke stoffen? Decontaminatie: het opvangen en ontsmetten van patiënten die besmet zijn met gevaarlijke stoffen. Het is een onderwerp waar de komende jaren veel aandacht aan besteed moet worden, stelt Robert-Jan Schouwerwou, adjunct-directeur GHOR. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat alle ketenpartijen in regionaal verband met elkaar afstemmen wie op welk moment wat doet. Maar we kunnen pas echt succesvol aan de slag als er bij alle betrokken instanties ook bestuurlijk commitment is voor dit onderwerp. T Tot voor kort was er maar weinig aandacht voor besmetting met de zogenoemde CBRN-stoffen: chemisch, biologisch, radio-actief en nucleair. Het Erasmus MC Rotterdam, Traum- Net AMC/Amsterdam en het Traumacentrum Brabant te Tilburg brengen hier langzaam maar zeker verandering in. Zij deden dit onder andere met het symposium Gevaarlijke Stoffen: een rampscenario!, dat 18 maart jl. in Utrecht plaatsvond. Schouwerwou is de organisatoren van het symposium zeer erkentelijk. Dit initiatief heeft iets in werking gezet. Het ontbreekt ziekenhuizen, ambulancepersoneel, maar ook brandweer vaak aan kennis, vaardigheden en middelen om besmette patiënten te herkennen en snel en accuraat te decontamineren. Dit symposium heeft het onderwerp op een goede manier onder de aandacht gebracht. Het bewustwordingsproces is op gang gebracht. Er is een mooie steen in het water gegooid. En nu is aan ons de taak ervoor te zorgen dat de veroorzaakte golfslag ook ergens toe zal leiden. CBRN-incidenten Jeanne de Vetter, crisiscoördinator van het Erasmus MC en een van de organisatoren van het symposium, maakt zich graag sterk voor het onderwerp. Wanneer zich een incident voordoet met gevaarlijke stoffen, is het in principe de taak van de brandweer besmette burgers ter plekke te decontamineren, legt de Vetter uit. Maar uit onderzoek blijkt dat maar liefst 80% van de aanwezige mensen zelf het rampterrein verlaat, zonder contact te hebben gehad met de aanwezige hulpverleners. Ze gaan vervolgens op eigen houtje naar de Spoedeisende Hulp (SEH) en kunnen daar andere patiënten besmetten, maar ook artsen en verpleegkundigen. Juist daarom is het zo belangrijk dat we hier aandacht aan schenken: de veiligheid van onze medewerkers staat voorop. Praktische problemen Het Erasmus MC heeft de afgelopen jaren veel kennis opgedaan op het terrein van decontaminatie, vertelt De Vetter. We hebben eind 2008 een grote oefening chemische ramp gedaan, waarbij we een grote groep In dit katern: Utrecht wijkt af van landelijk beeld Q-koorts pagina 20 VRU organiseert bijeenkomst over zorgcontinuïteit pagina 21 Gemotiveerde nieuwe SIGMAvrijwilligers zijn altijd welkom pagina 22

20 ghor G e n e e s k u n d i g e H u l p v e r l e n i n g b i j O n g e v a l l e n e n R a m p e n besmette patiënten behandelden in onze decontaminatie-unit. Van deze oefening werd een film gemaakt. Stukjes van deze film worden tegenwoordig regelmatig ter illustratie vertoond tijdens symposia of bij opleidingen. De film laat mooi zien wat je aan problemen kunt tegenkomen. Een verpleegkundige in een decontaminatiepak is bijvoorbeeld nauwelijks te verstaan voor een patiënt. Dat vergt dus een andere wijze van communiceren. Het Erasmus MC zit dichtbij het Botlekgebied, een regio met veel petrochemische industrie. De kans dat hier een ramp gebeurt met gevaarlijke stoffen is groter dan elders. Wij hebben er daarom voor gekozen een aparte ruimte te bouwen waar we besmette patiënten behandelen, FOTO: LEVIEN WILLEMSE de decontaminatie-unit. We hebben ook speciale decontaminatiepakken aangeschaft. Maar je kunt ook prima werken met een tijdelijke decontaminatieruimte en met disposable pakken. Dat bepaalt elk ziekenhuis zelf. Een goede voorbereiding gaat niet in de eerste plaats om de middelen en materialen. Het gaat ook om de kennis en de vaardigheden die je in huis hebt. Leidraad CBRN Overigens is een goede voorbereiding van belang voor alle ziekenhuizen in Nederland, benadrukt De Vetter. Gevaarlijke stoffen worden door heel Nederland vervoerd, via de weg, het water en het spoor. De kans dat waar dan ook een ongeluk gebeurt, is reëel. Ook de Utrechtse regio heeft dagelijks te maken met het vervoer van gevaarlijke stoffen, erkent Schouwerwou. In onze regio kruisen diverse belangrijke transportassen elkaar. Het Erasmus MC ontwikkelde samen met het AMC en het Sint Elisabethziekenhuis in Tilburg een leidraad CBRN; een soort handboek dat ziekenhuizen handvatten geeft hoe zij zich kunnen voorbereiden op de opvang van besmette patiënten. Alles komt aan de orde: de inrichting van een decontaminatie-unit, beschermende materialen en middelen, maar ook het opleiden van medewerkers en het ontwikkelen van protocollen voor CBRN-specifieke of bijzondere rampen. Deze protocollen beslaan een apart hoofdstuk in het Ziekenhuis Rampenopvangplan (ZIROP). Decontaminatie op de agenda De leidraad CBRN is in 2009 naar 300 ziekenhuizen in heel Nederland gestuurd. Tijdens het symposium in maart zijn nog eens 200 mappen uitgereikt. Iedereen reageert enthousiast. Ik krijg inmiddels vanuit het hele land regelmatig vragen over de voorbereiding op decontaminatie. Na het symposium zat onze mailbox tjokvol, zegt De Vetter. Ik heb het idee dat het bij iedereen op de agenda staat. Het onderwerp heeft inderdaad de aandacht, beaamt Schouwerwou. Maar we staan in onze regio nog maar aan het begin van het proces. We moeten met elkaar op regionaal niveau een visie ontwikkelen: hoe gaan we om met CBRN-incidenten en is het bijvoorbeeld nodig dat we hiervoor elk ziekenhuis in de regio maximaal te prepareren. Schouwerwou zal het onderwerp ook voorleggen in het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). Hier willen we bespreken hoe we de aandacht voor decontaminatie kunnen verbreden, bestuurlijk Bovendien kan een complete zorgvoorziening wegvallen wanneer een besmette patiënt een SEH afdeling van een ziekenhuis besmet, vult Schouwerwou aan. En dat terwijl je tijdens een ramp of incident alle opvangcapaciteit vaak hard nodig hebt. kunnen borgen en dit onderwerp gezamenlijk kunnen oppakken. Dat is juist nu van belang want met name de zorg heeft te maken met allerlei keuzes. Het zou zonde zijn als dit onderwerp door alle onrust in de zorg weer van tafel zou verdwijnen. Mariska Snakenborg FOTO: LEVIEN WILLEMSE GGD en VRU pleiten voor vaccinatie van kleinschalig gehouden dieren Utrecht wijkt af van landelijk beeld Q-koorts Anders dan in Brabant, vormen in Utrecht de vele kleinschalige bedrijven een risico voor verdere verspreiding van Q-koorts. Geen megastallen met honderden geiten, maar hobbyboeren met niet meer dan vijftig beesten. Ans van Lier, arts infectieziektebestrijding, en Cor Lamers, burgemeester van Houten en portefeuillehouder voor de witte kolom in het bestuur van de VRU, maken zich landelijk sterk voor inenting op kleine bedrijven. 20 VVoor Ans van Lier is de Q-koorts al een aantal maanden een dagtaak. Utrecht bevindt zich in het stadium waarin Brabant zich twee jaar geleden bevond, stelt zij. Om verdere verspreiding en nieuwe ziektegevallen te voorkomen, proberen GGD en VRU aandacht te krijgen voor de bijzondere situatie in de provincie. Zij willen dat in Utrecht wordt afgeweken van het landelijke beleid dat uitsluitend is gericht op de grootschalige geitenhouderij. Een positieve reactie vanuit Den Haag bleef tot nu toe echter uit, evenals een directe afwijzing. Het is vooralsnog vooral stil, aldus de infectiearts. Zij vermoedt dat dit komt doordat er nog steeds veel onbekend is over Q-koorts. Zo is nog niet bewe- zen dat het vaccin doet wat het moet doen en ook over de actieradius van de ziekte bestaat nog onduidelijkheid. Vaccineren kost veel geld. Je moet wel zeker weten wat je doet, verklaart Van Lier de terughoudendheid van de rijksoverheid. Deze maand begint de gezondheidsdienst voor Dieren samen met de GGD Midden- Nederland een onderzoek dat meer licht moet werpen op de rol die kleine bedrijven spelen in de verspreiding van Q-koorts en welke acties nodig zijn. Gezien de risico s voor de volksgezondheid zou de GGD echter graag zien dat vaccineren voorlopig het voordeel van de twijfel krijgt. Onze prioriteit is het beschermen van de mensen in de regio, aldus Van Lier. Lamers merkt dat het besmettingsgevaar van kleinschalige bedrijven, sinds hij namens de Veiligheidsregio Utrecht aanzit bij landelijke overleggen, weliswaar op de agenda staat. Maar ook hij moet vaststellen dat Utrecht nog steeds zonder vaccins zit. En dat terwijl 80 tot 90 procent van de boeren aangeeft vrijwillig mee te willen werken aan vaccinatie. Ronduit frustrerend, vindt hij. Het ministerie van LNV bekijkt de Q-koorts volgens hem ten onrechte vooral als een veterinair probleem en niet als volksgezondheidsvraagstuk. Vanuit de veterinaire invalshoek is het probleem in de zogenaamde -50 categorie niet Cor Lamers: De enige manier waarop je het virus echt kunt inkapselen is door vaccinatie. urgent en dus het schaarse vaccin niet waard. Bekeken vanuit het oogpunt van de volksgezondheid is het wel degelijk een groot probleem. En een probleem dat zich vanuit Utrecht verder lijkt te verspreiden, benadrukt Lamers.

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Bevindingen onderzoekscommissie Brand met dodelijke afloop in De Punt op 9 mei 2008 Ira Helsloot Overzicht presentatie Woord vooraf Korte herhaling: van

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat In deze brochure staan de bestuurlijke uitgangspunten voor het nog op te stellen dekkingsplan veiligheidszorg, waarover

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Beleidsnotitie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0

Beleidsnotitie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 Bijlage A bij agendapunt 09: Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 [AB20160615-09] Beleidsnotitie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 Inleiding Bij het vaststellen van het eindadvies Gemeentelijke Crisisbeheersing

Nadere informatie

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden IJsselland TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden Captain crisis campagne In december 2013 is het project Captain Crisis gelanceerd. Het GHOR-bureau hielp de zorginstellingen om:

Nadere informatie

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film VRBZO Wat doet VRBZO? Zie film Inhoud van de begroting wordt bepaald door Algemeen Bestuur (burgemeesters) Gemeenteraden geven hun zienswijze hierover Gemeentelijke bijdrage 2020: 42,6 mln Verdeling van

Nadere informatie

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Ivonne Vliek Veiligheidsregio Utrecht i.vliek@vru.nl / 088-878 4137 GHOR BGC Geneeskundige Hulpverlening Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012 Woensdag 15 Wat doet BOT-MI? februari Het BOT-mi is een samenwerkingsverband van zes ministeries en de daaraan verbonden kennisinstellingen. Het heeft expertise in huis op diverse gebieden zoals het uitvoeren

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Goed voorbereid zijn, heb je zelf in de hand Ernout van Gils Beleidsadviseur Veiligheid Beleid en Strategie Datum: 1 december 2011 INHOUD

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders

Burgemeester en Wethouders Burgemeester en Wethouders de raad der gemeente EDE Behandelend ambtenaar Ginkel, van H.J. Tel.nr. (0318) 68 08 27 Verzameling Raadsstukken registratienummer sector datum: 2010/55 631916 COA 17 augustus

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer!

brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer! I brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer! Brandweer Veiligheidsregio Utrecht zoekt vrijwilligers Werken bij de brandweer: voor sommigen is het een droom, voor anderen een roeping. Werken

Nadere informatie

Samenwerken aan Brandveiligheid

Samenwerken aan Brandveiligheid Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiderdorp Wie zijn wij als Brandweer Hollands Midden? Wat mag u van ons verwachten en hoe zijn we aan elkaar verbonden? Samenwerken aan Brandveiligheid Missie Brandweer Hollands

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Met hart en ziel Brandweer Nederland staat voor 31.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel

Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Blijvende vakbekwaamheid Brandweerpersoneel Van bijscholen en oefenen naar Blijvende vakbekwaamheid Brandweer maakt deel uit van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is

Nadere informatie

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland RAV S NOORD-HOLLAND EN FLEVOLAND KOMEN MET ÉÉN BOVENREGIONAAL GEWONDENSPREIDINGSPLAN In de provincies Noord-Holland en Flevoland zijn vijf Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV s) werkzaam, die ieder

Nadere informatie

Boerendijk AH Woerden (tijdens kantooruren)

Boerendijk AH Woerden (tijdens kantooruren) De opleidingseisen voor vrijwilligers zijn gelijk aan die voor beroepsbrandweerlieden. We verwachten van je dat je bereid bent om voor je opleiding een deel van je vrije tijd op te offeren. De basisopleiding

Nadere informatie

Sterk in maatwerk. Amsterdam-Amstelland. Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig

Sterk in maatwerk. Amsterdam-Amstelland. Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Sterk in maatwerk Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig BOCAS Brandweer Amsterdam-Amstelland 2 Jaarlijks trainen honderden brandweerlieden en bedrijfshulpverleners bij BOCAS. Het opleidingscentrum

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli

Nadere informatie

I K B E N B R A N D W E E R

I K B E N B R A N D W E E R IK BEN BRANDWEER Waar staat de brandweer voor? Wie zijn wij? Wat doen wij? En hoe willen wij gezien worden? Behulpzaam, deskundig en daadkrachtig. Dat is de brandweer. Maar wat betekent dit voor jou en

Nadere informatie

; - 3 JUNI 2009 fio^gzl. ouwaw 1- c\s. ! _^M^NT go_sterhout I

; - 3 JUNI 2009 fio^gzl. ouwaw 1- c\s. ! _^M^NT go_sterhout I ! _^M^NT go_sterhout I ; - 3 JUNI 2009 fio^gzl ouwaw 1- c\s Inspectie Openbare Orde en Veiligheid fainisterie van BirmenlandseZaken en Konmkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Inspectie

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8 Toelichting RADAR Inleiding De ambitie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is dat eind 2009 de (organisatie van de) rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde moet zijn

Nadere informatie

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers. 10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe Begroting 215 V Ą Vėiligheidsregio ^ Drenthe VOORWOORD Dit is d e t w e e d e b e g r o t i n g v a n V e i l i g h e i d s r e g i o D r e n t h e ( V R D ). Hierin is h e t v o l i e d i g e b u d g

Nadere informatie

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04. Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio

Nadere informatie

Specialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte

Specialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte Specialisten van de VRU Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte Nederland gaat de lucht in. Figuurlijk althans. De druk op de beschikbare ruimte wordt steeds groter en dus wordt er steeds hoger

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Het werken op een locatie is niet altijd zonder risico s. Theoretisch

Nadere informatie

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad Concept-raadsvoorstel Plaats X, Datum X Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân Aan: de Raad 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s (Wvr) met het daaraan gekoppelde

Nadere informatie

Veiligheidsregio in vogelvlucht. Jos Stierhout

Veiligheidsregio in vogelvlucht. Jos Stierhout Veiligheidsregio in vogelvlucht Jos Stierhout Programma Welkom door Steven van de Looij Veiligheidsregio in grote lijnen Film 24 uur veiligheidsregio Bezoek meldkamer Dieper in de organisatie Onze programma

Nadere informatie

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Datum: 25-6-13 Onderwerp Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Status Besluitvormend Voorstel Het college toestemming te verlenen tot het wijzigen

Nadere informatie

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 1, OGS Alkmaar, 17 mei 2016 Incident 17 mei 2016 Ongeval gevaarlijke stoffen aan de Kogerpolder 10, Starnmeer

Nadere informatie

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage. Voorstel AGP 10 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 november 2014 Bijlagen : 1 Steller : Christel Verschuren Onderwerp : Regionaal Crisisplan 2014 Algemene toelichting Aanleiding Voor u ligt het. Veiligheidsregio

Nadere informatie

Veel gestelde vragen 1

Veel gestelde vragen 1 In dit document zijn de antwoorden op veel gestelde vragen opgenomen. Veel gestelde vragen 1 1. Wat is een BHV-plan? Een document waarin een werkgever schriftelijk vastlegt op welke restrisico s de BHV

Nadere informatie

Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden

Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden Programma Oranje Kolom Ruud Bitter, Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC): Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden beleidsdocument Bevolkingszorg VRHM ontwikkeld. De visie BZOO (Bevolkingszorg

Nadere informatie

Veiligheidsregio Kennemerland ervaringen traject Territoriale Congruentie

Veiligheidsregio Kennemerland ervaringen traject Territoriale Congruentie Veiligheidsregio Kennemerland ervaringen traject Territoriale Congruentie Frans Schippers Directeur Veiligheidsregio Kennemerland Regionaal Commandant Kennemerland De presentatie op onderdelen Wie zijn

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 14 januari 2013 Agendapunt: 13 Datum: 20 december 2012 Contactpersoon: Adriaan Buitink Telefoon: 06-21206470 E-mail: a.buitink@vru.nl Portefeuillehouders: De heer

Nadere informatie

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Uitgangspunten Opdracht Ontwikkelen van een opleiding om vertegenwoordigers van zorginstellingen toe te rusten als liaison in het CoPI. Pilot voor vijf Limburgse

Nadere informatie

Bevolkingszorg. De weg naar een regionale organisatie

Bevolkingszorg. De weg naar een regionale organisatie Bevolkingszorg De weg naar een regionale organisatie 1 1. Inleiding In de 2 e helft van 2011 is het project Ontwikkeling Bevolkingszorg opgestart. Met dit project wordt beoogd dat de sectie Bevolkingszorg

Nadere informatie

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s De 8 meest gestelde vragen Infopunt Veiligheid Al langer wordt algemeen erkend dat de bestrijding van rampen en crisis niet binnen de eigen

Nadere informatie

AGENDAPUNT 2015.02.16/08

AGENDAPUNT 2015.02.16/08 AGENDAPUNT 2015.02.16/08 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: AED Mevrouw mr. R.G. Westerlaken-Loos en de

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

OPLEIDEN, TRAINEN, OEFENEN

OPLEIDEN, TRAINEN, OEFENEN OPLEIDEN, TRAINEN, OEFENEN OTO Waterwolftunnel 07-11-13 1 Introductie NedMobiel is ondernemer in Tol, Tunnels en Exploitatie. Wij doen dit o.a. als adviseur en projectmanager bij overheden, bedrijven en

Nadere informatie

Specialisten van de VRU. Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht

Specialisten van de VRU. Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht Specialisten van de VRU Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht In de natuurrijke gebieden in het oosten van de provincie Utrecht zijn natuurbranden in droge tijden een reëel risico. Het is een

Nadere informatie

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten Roel Kerkhoff Beleidsmedewerker GHOR Reggie Diets Regionaal Opleidingscoördinator RAV / Officier van Dienst Geneeskundig

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

VEILIGHEIDSPLAN (NAAM EVENEMENT INVULLEN)

VEILIGHEIDSPLAN (NAAM EVENEMENT INVULLEN) VEILIGHEIDSPLAN (NAAM EVENEMENT INVULLEN) Inhoud 1. Inleiding... 29 2. Procedure... 29 3. Algemene beschrijving van het evenement... 29 4. Toezicht (beveiligingswerkzaamheden)... 30 5. EHBO... 31 6. Brandveiligheid...

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg. Het betrof een aangekondigde ontruimingsoefening.

Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg. Het betrof een aangekondigde ontruimingsoefening. Evaluatie formulier ontruimen Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg vpt-efo.001.doc Datum: 14 10 2013 Korte omschrijving van de situatie: Betrof een rookontwikkeling

Nadere informatie

Aan de slag met continuïteitsplanning, crisisbeheersing en crisiscommunicatie.

Aan de slag met continuïteitsplanning, crisisbeheersing en crisiscommunicatie. Aan de slag met continuïteitsplanning, crisisbeheersing en crisiscommunicatie. Praktische cursus Operationeel Crisiscoördinator Zorginstellingen De stroom valt uit. Een lekkage in een zuurstoftank. Uitslaande

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente gouda dienst Directie (ab0100) Telefoon 0182-588725 gouda 25 april 2012 afdeling Veiligheid en Wijken Raadsnummer 757899 collegenummer 757806 steller

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 11 Datum: 17-10-11 Contactpersoon: P. van der Vlist en A.M. Buitink Telefoon: 030 240 4462/ 2404551 E-mail: p.van.der.vlist@vru.nl; a.buitink@vru.nl

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Zaaknummer: BVJL11 Onderwerp Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Collegevoorstel Inleiding Met de vaststelling van de Wet veiligheidsregio s heeft de veiligheidsregio Brabant-Noord de verplichting

Nadere informatie

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009. Procesmodellen

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009. Procesmodellen REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009 Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 Leeswijzer Begin vorig jaar is het projectteam Regionaal Crisisplan, in opdracht van de Veiligheidskoepels, gestart

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland 1. Overzicht Incident 30 mei 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Venhuizen Gemeente Drechterland GRIP 1 Omschrijving Op dinsdag

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Bestuurlijk resumé Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio MWB

Bestuurlijk resumé Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio MWB Bestuurlijk resumé Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio MWB Aanleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s in werking getreden. Deze wet bepaalt dat elke veiligheidsregio per april 2011

Nadere informatie

AGENDAPUNT VOOR HET AB

AGENDAPUNT VOOR HET AB AGENDAPUNT VOOR HET AB Agendapunt: 2014.04.02/06 Datum vergadering: 2 april 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Operationele Regeling VRU Mevrouw Westerlaken Jacqueline Buitendijk 1. Gevraagd

Nadere informatie

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie

Nadere informatie