Het effect van koelbloedigheid op morele emoties en gedrag. Bachelorthesis Forensische Psychologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het effect van koelbloedigheid op morele emoties en gedrag. Bachelorthesis Forensische Psychologie"

Transcriptie

1 Het effect van koelbloedigheid op morele emoties en gedrag Bachelorthesis Forensische Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid Forensische Psychologie Universiteit van Tilburg Auteur: Guusje Selen ANR: Eerste begeleider: M.J. Cima Datum: juni 2014

2 Abstract Morele emoties zijn een belangrijke factor in ons morele gedrag. Morele emoties zoals schaamte en schuld hebben invloed op het gedrag. Psychopaten hebben een gebrekkige emotionele ontwikkeling, zijn koelbloedig en kunnen zich slecht verplaatsen in anderen, maar weten desondanks hoe een ander zich moreel gezien zou moeten voelen. Onderzocht wordt of jongeren met hoge mate van koelbloedigheid weten hoe een ander zich zou moeten voelen in een bepaalde situatie, en of zij zelf andere emoties ervaren. Ook wordt onderzocht of de hoge mate van koelbloedigheid invloed heeft op het gedrag van de jongeren. Er wordt getest of koelbloedige jongeren vaker aangeven een immorele daad nog eens te begaan, en of koelbloedige jongeren als meer gewetenloos worden bestempeld door de ouder of leerkracht. Hiervoor is een testbatterij afgenomen bij 83 jongeren waarin verschillende aspecten van gewetensontwikkeling uitgevraagd werden. Uit het onderzoek blijkt dat koelbloedige jongeren niet significant verschillen van nietkoelbloedige jongeren wanneer zij aangeven hoe men zich zou moeten voelen. Er is wel een significant verschil tussen de groepen in schuld- en angstgevoelens die zij zelf zouden ervaren na het plegen van een immorele daad. Koelbloedige jongeren geven vaker aan een criminele daad nog eens te begaan, maar worden niet significant vaker als gewetenloos bestempeld door ouder of leerkracht. Koelbloedige jongeren weten dus wat juist is, maar zij ervaren dit zelf niet altijd zo. Steekwoorden: Morele emoties, morele ontwikkeling, koelbloedigheid, AMI, ICU, DOCI

3 Morele emoties zijn een belangrijke factor in ons morele gedrag. De negatief gewaardeerde emoties zoals schaamte, vernedering en schuld dienen als feedback op ons morele gedrag (Tangney, Stuewig, & Mashek, 2007). Bij het nemen van een morele beslissing of bij het vertonen van moreel gedrag houden we al rekening met de emoties die we als gevolg hiervan zullen ervaren. Wanneer een persoon verwacht schaamte te voelen bij het nemen van een beslissing, kan dit zijn gedrag beïnvloeden (Tangney et al., 2007). Sommige mensen zijn sterker geneigd bepaalde emoties te ervaren. Iemand die erg gevoelig is voor schaamte, zal meer geneigd zijn mogelijk anticiperende gevoelens van schaamte als gevolg van een daad mee te nemen in zijn beslissing om de daad uit te voeren (Tangney et al., 2007). Er zijn verschillende theorieën over wat precies het onderscheid is tussen schaamte en schuld. In de literatuur wordt de theorie dat schaamte betrekking heeft op de evaluatie van je zelfbeeld (ik heb dat gedaan) en schuld op de daad die je verricht hebt (ik heb dat gedaan) het meest ondersteund. Schaamte wordt over het algemeen als erger ervaren omdat het een aanslag doet op het zelfbeeld en het gevoel van eigenwaarde (Tangney et al, 2007; Tracy & Robins, 2004). Gevoelig zijn voor schuld is negatief gerelateerd aan antisociaal en risicovol gedrag en personen die geneigd zijn schuldgevoelens te ervaren geven aan minder criminele activiteiten te begaan (Tangney et al., 2007). Kinderen die in de vijfde klas gevoelig waren voor het hebben van schuldgevoelens, zonder daarbij schaamte te voelen, worden op latere leeftijd minder vaak gearresteerd, veroordeeld of geïnterneerd wanneer gecontroleerd wordt voor familie inkomen en opleidingsniveau van de moeder (Dearing, Stuewig, & Tangney, 2005). Ook bij volwassenen die een hoog risico hebben op crimineel of immoreel gedrag blijkt gevoeligheid voor schuld een beschermende factor. Gevangenen die geneigd zijn zich schuldig te voelen hebben minder kans op recidive en drugsgebruik in het eerste jaar na vrijlating (Tangney, Mashek, & Stuewig, 2006). Schaamte daarentegen blijkt positief gerelateerd te zijn aan illegaal, risicovol of anderszins problematisch gedrag (Dearing et al., 2005; Tangney et al., 2006). Het lijkt er dus op dat de emoties die men ervaart invloed hebben op moreel handelen (Dearing et al., 2005; Tangney et al., 2006). Hoe

4 emoties een rol spelen in moreel oordelen en moreel handelen is al ruime tijd onderwerp van discussie. Eén theorie stelt dat een moreel oordeel geleid wordt door intuïtie en emotie samen, het zogenaamde onderbuikgevoel. Dit idee is recentelijk veelvuldig onderzocht, onder andere door Lerner en Keltner (2001). Zij vonden dat mensen die gevoelens van angst ervaren meer pessimistisch zijn in hun beslissing dan mensen in een neutrale toestand. Personen die boos of blij zijn nemen juist meer optimistische beslissingen. Daarnaast is gevonden dat gevoelens van walging ervoor zorgen dat men een extremer moreel oordeel velt (Ugazio, Lamm, & Singer, 2012; Wheatley & Haidt, 2005). Een tweede visie op de rol van emoties is onderzocht door gebruik te maken van MRI scans. Een deelnemer krijgt verschillende scenario's voorgelegd, waarin hij de kans krijgt om meerdere levens te redden ten koste van het leven van één persoon. In het onpersoonlijke scenario moet de persoon een schakelaar omzetten om een persoon te doden. Hiermee worden vijf anderen gered van de dood. In het persoonlijke scenario zou de proefpersoon een man van een brug duwen om vijf anderen te redden. Dit leidt over het algemeen tot een verschil in handelen; mensen zijn minder bereid te handelen in het persoonlijke scenario (Greene, Sommerville, Nystrom, Darley, & Cohen, 2001). Uit neuroimaging gegevens blijkt dat bij het maken van beslissingen in het persoonlijke dilemma voornamelijk emotionele hersengebieden actief zijn. In het onpersoonlijke dilemma zijn cognitieve hersengebieden actief (Greene, Nystrom, Engell, Darley, & Cohen, 2004; Greene et al., 2001). Het lijkt er dus sterk op dat cognitieve processen een rol spelen in de uitkomst van een beslissing, en emotionele processen een rol spelen bij de evaluatie van de manier waarop de uitkomst tot stand komt. Onderzoek van Valdesolo en DeSteno (2006) ondersteunt deze resultaten. Wanneer personen met een positief, opgewekt gevoel een beslissing moeten nemen in het persoonlijke dilemma, beoordelen zij het duwen van de man als meer acceptabel dan personen die in een neutrale staat verkeren. Bij het beoordelen van het onpersoonlijke dilemma werd geen verschil gevonden. In een andere studie beoordeelden personen met bilaterale schade aan de ventromediale prefrontale cortex (vmpfc) de handeling in het persoonlijke dilemma als meer moreel acceptabel dan deelnemers

5 zonder deze hersenschade. Bij het beoordelen van het onpersoonlijke dilemma werd geen verschil gevonden (Koenigs et al., 2007). Schade aan de ventromediale prefrontale cortex leidt tot problemen met emotie regulatie en het reageren op emoties. Moll en de Oliveira-Souza (2007) geven een verklaring voor dit verschil. Patiënten met vmpfc schade zijn minder tot niet in staat om prosociale morele gevoelens te ervaren. Hierdoor beoordelen zij morele dilemma s uit het oogpunt van wat het meest nuttig is. Wanneer emotionele gebieden in de hersenen verminderde invloed hebben, verandert het oordeel over het persoonlijke dilemma. Een andere theorie is dat morele oordelen geveld worden op basis van intuïtie, zonder dat emotie daar een rol in speelt. Volgens deze theorie worden emotionele en cognitieve processen pas geactiveerd nadat een moreel oordeel is geveld of een morele beslissing is genomen (Huebner, Dwyer, & Hauser, 2006). Uit onderzoek is gebleken dat psychopaten, ondanks hun gebrekkige emotionele verwerking, acties in een onpersoonlijk dilemma als meer acceptabel bestempelen dan in een persoonlijk dilemma, hetgeen overeenkomt met het response-patroon bij gezonde deelnemers (Cima, Tonnaer, & Hauser, 2010; Jones, Happé, Gilbert, Burnett, & Viding, 2010). Psychopaten hebben een gebrekkige affectieve verwerking (Blair, 2005), maar ondanks hun gebrekkige emotionele ontwikkeling weten zij wat juist zou zijn. Emoties zouden dan geen rol spelen in het vellen van een moreel oordeel. Onderzoek bij psychopaten biedt mogelijkheden om de rol van emoties in morele oordelen te verduidelijken. Psychopaten weten hoe ze moreel moeten handelen, maar negeren de gevoelens van anderen en laten weinig medeleven en empathie zien. Het verplaatsen in anderen, voelen wat zij voelen en hier waarde aan hechten wordt affectieve moraliteit genoemd. Schaamte, schuld en empathie zijn hierbij de belangrijkste morele emoties (Eisenberg, 2000). Cognitieve moraliteit houdt in dat men zich voor kan stellen hoe een ander zich voelt, zonder zelf de emotie te ervaren (Feilhauer, Cima, Benjamins, & Muris, 2013). De affectieve kenmerken van psychopathie (oppervlakkige emoties, onverschilligheid en een gebrek aan empathie en spijt) worden 'callous-unemotional traits' (CUtrekken) genoemd en deze persoonlijkheidskenmerken vormen de belangrijkste componenten van

6 psychopathie. Uit onderzoek van Kahn, Byrd en Pardini (2013) blijkt dat deze kenmerken een belangrijke voorspeller zijn van crimineel en immoreel gedrag. Volwassenen die hoog scoren op CU trekken vertonen ernstigere en meer chronische patronen van antisociaal gedrag. Daarbij is de kans op recidive groter. Wanneer gecontroleerd wordt voor eerder crimineel gedrag en andere risicofactoren blijven de CU-trekken een belangrijke voorspeller van crimineel gedrag (Kahn et al., 2013). In de huidige studie wordt onderzoek gedaan naar de samenhang tussen affectieve moraliteit, CUtrekken en gedrag. Onderzocht wordt of jongeren die hoog scoren op de CU trekken weten hoe men zich in een bepaalde situatie zou moeten voelen. Vervolgens wordt gekeken hoe zij aangeven zich zelf in dergelijke situaties te voelen. Verwacht wordt dat jongeren met hoge mate van CU-trekken wel weten hoe anderen zich zouden moeten voelen en dat zij daarin dan niet verschillen van jongeren met lage mate van CU-trekken. Daarnaast wordt verwacht dat jongeren met hoge mate van CU-trekken aangeven zichzelf anders te voelen ofwel een andere emotie verwachten te ervaren, in tegenstelling tot jongeren met lage mate van CU-trekken. Uit onderzoek van Cimbora en McIntosh (2010) blijkt dat jongeren die veel onaangepast gedrag vertonen, aangeven zich minder schuldig en angstig en meer opgewonden en blij te voelen na het vertonen van antisociaal gedrag dan gezonde jongeren. Tot slot wordt gekeken hoe dit eventuele verschil zich uit in gedrag. Verwacht wordt dat jongeren met hoge mate van CU-trekken vaker aangeven een immorele daad nog eens uit te voeren dan jongeren met een lage mate van CU-trekken. Ook wordt gekeken of een ouder of leerkracht van de jongere een hogere mate van gewetenloosheid in het gedrag rapporteert wanneer de jongere een hoge mate van CU-trekken heeft. Tot op heden wordt in de meeste studies naar dit onderwerp gebruik gemaakt van zelfrapportage. Jongeren geven zelf aan hoe zij zich verwachten te voelen na een immorele daad. In dit onderzoek wordt, naast data verkregen door zelfrapportage, gebruik gemaakt van scores die toegekend zijn door de ouder of leerkracht. De ouder of leerkracht geeft aan of een jongere spijt toont, meeleeft met anderen, emoties toont et cetera. Verwacht wordt dat jongeren die een hoge mate van CU-trekken hebben, volgens de ouders of leerkracht ook hoog

7 scoren op gewetenloosheid in het gedrag. Het doel van deze studie is om bij te dragen aan de theorie dat psychopaten, ondanks hun gebrekkige emotionele ontwikkeling, weten wat goed en fout is maar hier niet naar handelen. Methode Deelnemers Het onderzoek is afgenomen bij 83 jongeren (41 jongens, 42 meisjes) van jaar oud (M=15.57, SD=1.51). De meerderheid van de jongeren zit op HAVO of VMBO (respectievelijk 57.8% en 34.9%). Onder de jongeren was één persoon met ADHD, de overige deelnemers hebben geen stoornis. Er zijn geen jongeren uitgesloten van deelname. In het huidige onderzoek wordt gebruik gemaakt van twee van de zeven tests die door de ondervraagden zijn ingevuld. Procedure Er is contact opgenomen scholen in het zuiden van Nederland en hiervan hebben zich 83 jongeren gemeld voor deelname. Zowel de ouders als de leerlingen zelf hebben een informatiebrief en toestemmingsformulier ontvangen. Alle ouders en jongeren hebben toestemming gegeven om deel te nemen. Alle jongeren zijn tegelijkertijd getest. De vragen en morele dilemma's waren uitgeschreven, jongeren konden de vragenlijst volledig zelfstandig invullen. De proefleider was gedurende de hele testperiode aanwezig om toezicht te houden en eventuele vragen van deelnemers te beantwoorden. Het afnemen van het onderzoek duurde ongeveer 60 minuten. Materiaal Affectieve en cognitieve moraliteit is gemeten met behulp van de AMI: Affective Morality Index (Cimbora & McIntosh, 2010). Deze lijst bestaat uit tien korte beschrijvingen van jongens die antisociale daden plegen, bijvoorbeeld het stelen van een CD, een gevecht beginnen en een leraar uitschelden. Jongeren geven na het lezen van een beschrijving aan hoe blij, opgewonden, bang, schuldig of boos de persoon in de beschrijving zich voelt. Indien van toepassing kunnen zij aangeven welke andere emotie de persoon volgens hen voelt. De schaal loopt van 1 (helemaal niet) tot 4 (heel erg). Ook wordt gevraagd of de deelnemer verwacht dat de persoon in de beschrijving de

8 handeling nog eens doet. Deze schaal loopt van 1 (zeker niet) tot 4 (zeker wel). Tot slot vraagt de AMI om aan te geven hoe de deelnemer denkt dat de meeste mensen zich zouden voelen na het plegen van de beschreven daad op een schaal van 1 (absoluut niet oké) tot 4 (helemaal oké). Feilhauer et al. (2013) hebben hier nog twee vragen aan toegevoegd die ook in dit onderzoek gebruikt zijn. Deelnemers werd gevraagd aan te geven hoe blij, opgewonden, bang, schuldig zij zich zelf zouden voelen na het plegen van de daad. Ook hier is ruimte om eventuele andere emoties te noteren. Als laatste geven deelnemers aan of zij de handeling nogmaals zouden uitvoeren. Voor beide vragen wordt dezelfde schaal gehanteerd als bij de AMI. De Cronbach's alphas van de schalen 'anderen' en 'zelf' zijn in het huidige onderzoek respectievelijk.80 en.84. De mate waarin deelnemers CU-trekken vertonen is bepaald met de ICU: Inventory of Callous- Unemotional Traits (Feilhauer, Cima, & Arntz, 2012) Deze lijst bestaat uit 24 items die gescoord worden op een schaal die loopt van 0 (helemaal niet waar) tot 3 (helemaal waar). De totaalscore van de items is een valide meting om een indicatie te geven van de CU traits (Feilhauer et al., 2012). De Cronbach's alpha van de totale schaal is.75 in het huidige onderzoek. Om na te gaan of een gebrekkige affectieve moraliteit ook door de ouders of leerkracht gerapporteerd wordt, wordt de ouder of leerkracht van de jongere gevraagd om de DOCI (Development of Conscience Interview) in te vullen. De DOCI is een scoringslijst waarop de beoordelaar voor verschillende gedragingen aan kan geven of een jongere deze vaak/regelmatig, soms of niet vertoont. De Cronbach's alpha van de gebruikte schaal is.92 in het huidige onderzoek. Resultaten Emotie Om na te gaan of er verschillen zijn in de emoties die jongeren zelf verwachten te ervaren en de emoties die zij anderen toekennen zijn een aantal paired sample t-tests uitgevoerd. Hierbij worden

9 de scores die jongeren anderen geven per emotie vergeleken met de scores die zij zichzelf geven per emotie. Jongeren geven aan dat zij verwachten zich minder blij t(81) = 11,79, p=.000 en opgewonden t(81) = 9.62, p=.000 te voelen dan anderen na het plegen van een immorele daad. Daarnaast geven zij aan dat zij verwachten zich schuldiger t(81) = -9,84, p=.000 en angstiger t(81) = -5,11, p=.000. te voelen dan anderen. Op boosheid verwachten jongeren niet te verschillen van anderen t(81) = -.52, p=.608. Om te bepalen of koelbloedigheid een effect heeft op wat jongeren verwachten dat zij zelf zullen voelen en wat zij verwachten dat anderen zullen voelen na het plegen van een immorele daad worden de verschilscores per emotie berekend door de score die jongeren zichzelf geven af te trekken van de score die zij anderen geven. Om de jongeren in te kunnen delen in groepen met hoge versus lage CU-trekken, is de mediaan van de ICU bepaald. Jongeren die onder of gelijk aan de mediaan, van 42 scoren worden als niet koelbloedig ingedeeld en jongeren die boven 42 scoren als koelbloedig. Om te bepalen of er in de analyses gecontroleerd moet worden voor geslacht en/of leeftijd, is onderzocht of geslacht en leeftijd een effect hebben op koelbloedigheid. Uit de onafhankelijke samples t-test blijkt dat er een significant effect is van geslacht, waarin de jongens significant hoger scoren dan de meisjes t(80) = 2,724, p=.008. Met betrekking tot leeftijd werd geen significant effect gevonden (p=.698). Om na te gaan of koelbloedige jongeren weten hoe men zich zou moeten voelen na het plegen van een immorele daad is een MANCOVA uitgevoerd. Hieruit blijkt dat koelbloedige jongeren niet significant verschillen van niet-koelbloedige jongeren wanneer zij aangeven hoe zij verwachten dat een ander zich voelt bij het plegen van een immorele daad, alle F's < 1.34 en alle p's >.25. Voor boosheid werd wel een significant verschil gevonden in de zin dat de koelbloedige jongeren minder boosheid aangaven dan de niet-koelbloedige jongeren (boosheid: F(1,79)=2,82, p=.0097). Wanneer vervolgens met een ANCOVA met geslacht als covariaat per emotie gekeken wordt of

10 jongeren met een hoge mate van CU-trekken significant verschillen van jongeren met lage mate van CU-trekken in de emotie die zij zelf verwachten te ervaren, blijkt dat de koelbloedige jongeren alleen significant verschillen op hun verwachte ervaring van angst (F(1,79)=4.99, p=.028) en schuld (F(1,79)=6.68, p=.012). De verschillen op blijdschap (F(1,79)=2.90, p=.093), boosheid(f(1,79)=.35, p=.557) en opwinding (F(1,79)=2.25, p=.137) zijn niet significant. Jongeren met hoge mate van CU-trekken scoren gemiddeld lager op angst en schuld dan jongeren met lage met van CU-trekken (zie tabel 2). Met een MANCOVA waarbij gecontroleerd werd voor geslacht is onderzocht of koelbloedigheid een effect heeft op het verschil dat jongeren verwachten tussen hun eigen ervaring en de ervaring van anderen na het plegen van een immorele daad. Koelbloedigheid heeft een significant effect op het verschil dat jongeren verwachten tussen hun eigen ervaring van blijdschap, F(1,79) = 7,84, p=.006, schuldgevoel, F(1,79) = 6,07, p=0.016, opgewonden zijn, F(1,79) = 8,71, p=.004, en angst F(1,79) = 5,49, p=0.022 en die van anderen. Er is geen significant effect op het verschil in boosheid die jongeren zelf verwachten te ervaren en wat zij verwachten dat anderen ervaren F(1,79) =.46, p=.498. Bij koelbloedige jongeren is het verschil tussen hoe blij, opgewonden, bang of schuldig zij zich verwachten en wat zij verwachten dat anderen voelen kleiner dan bij niet koelbloedige jongeren (zie tabel 1). De koelbloedige jongeren scoren gemiddeld hoger op blijdschap en opwinding en lager op angst en schuld dan niet koelbloedige jongeren. Gedrag Om te bepalen of er verschillen zijn in de mate waarop jongeren aangeven een immorele daad nog eens te begaan is een t-test uitgevoerd. Jongeren achten de kans dat zij een immorele daad nog eens verrichten kleiner dan de kans dat anderen een immorele daad nog eens verrichten: t(81) = 17,87, p=.000. Om na te gaan of jongeren met een hoge mate van CU-trekken vaker aangeven een immorele daad nog eens uit te voeren is een ANCOVA uitgevoerd met geslacht als covariaat. Jongeren met een

11 hoge mate van CU-trekken geven significant vaker aan dat zij de immorele daad nog eens zouden uitvoeren F(1,79) = 8.43, p=.005. Om na te gaan of jongeren met een hoge mate van CU-trekken ook als gewetenlozer beoordeeld worden door de ouders of leerkracht is een ANCOVA gedaan met geslacht als covariaat. Hieruit blijkt dat jongeren die hoog scoren op CU-trekken gemiddeld wel hoger scoren op gewetenloosheid door de ouders of leerkracht, maar dit verschil is niet significant (F(1,79)=1.20, p=.277). Discussie Dit onderzoek heeft als doel bij te dragen aan de theorie dat psychopaten wel weten wat ze zouden moeten voelen, maar dat zij zelf andere emoties ervaren. Uit de resultaten blijkt dat jongeren met een hoge mate van CU-trekken wel weten hoe zij zich zouden moeten voelen. Wanneer koelbloedige jongeren aangeven hoe zij denken dat een ander zich voelt na het plegen van een immorele daad verschilt die verwachting niet van die van nietkoelbloedige jongeren. Wanneer vervolgens gekeken wordt of koelbloedige jongeren verschillen van niet-koelbloedige jongeren in de emotie die zij zelf verwachten te ervaren, blijkt dat zij alleen van elkaar verschillen in de mate waarin zij angst en schuld ervaren. Koelbloedige jongeren ervaren minder angst en schuld dan niet-koelbloedige jongeren. Dit is deels in overeenstemming met de resultaten uit het onderzoek van Cimbora en McIntosh (2010), waarin gevonden werd dat jongeren die veel onaangepast gedrag vertonen lagere waarden van angst- en schuldgevoelens rapporteren. De resultaten van het huidige onderzoek zijn in strijd met eerder onderzoek van Feilhauer et al. (2013), waarin werd gerapporteerd dat jongeren met veel onaangepast gedrag zich ook blijer en meer opgewonden voelen. Jongeren met een lage mate van CU-trekken verwachten dat anderen zich minder angstig en schuldig voelen na het plegen van een immorele daad dan zij zelf zouden doen. Ook verwachten zij dat anderen meer blijdschap en opwinding ervaren dan zijzelf. Jongeren met een hoge mate van CU-trekken verwachten dat er minder verschillen zijn tussen de emoties die zij ervaren en de emoties die anderen ervaren. Dit lijkt in tegenstrijd met de literatuur (Cimbora &

12 McIntosh, 2010), echter is het zo dat de niet-koelbloedige jongeren een groter verschil rapporteren omdat zij verwachten zich nog schuldiger en angstiger, en juist minder blij en opgewonden te voelen dan anderen na het plegen van een immorele daad. Koelbloedige jongeren verwachten dus dat hun emotionele reactie meer overeenkomt met die van anderen, waar niet-koelbloedige jongeren juist verwachten dat anderen een minder morele emotionele reactie hebben dan zijzelf. Deze resultaten zijn mogelijk te verklaren met het feit dat in het huidige onderzoek gebruik is gemaakt van gezonde jongeren. Onderzoek waaraan psychopathische jongeren deelnemen, kan meer duidelijkheid geven over het verband tussen koelbloedigheid en de emoties die jongeren zelf verwachten te ervaren na het plegen van een immorele daad. De invloed van koelbloedigheid op gedrag is ook onderzocht. Jongeren met een hoge mate van CUtrekken geven significant vaker aan dat zij een immorele daad nog eens zouden uitvoeren. Dit is in overeenstemming met het onderzoek van Kahn et al. (2013), waarin gevonden werd dat een hoge mate van CU-trekken gepaard gaat met een grotere kans op recidive. Jongeren met een hoge mate van CU-trekken worden niet significant als gewetenlozer beoordeeld door de ouders of leerkracht. De jongeren in deze steekproef zijn dan ook niet dusdanig gewetenloos dat zij psychopathisch te noemen zijn. Om het verband tussen koelbloedigheid en gewetenloos gedrag dat geobserveerd wordt door de ouders of leerkracht verder te onderzoeken zou het verstandig zijn dit onderzoek te herhalen met jongeren waarbij een psychopathische stoornis is vastgesteld. Wellicht zijn er nog andere verklaringen te bedenken waarom ouders of leerkrachten een jongere niet als gewetenloos bestempelen, terwijl de persoon toch een hoge mate van CU-trekken heeft. Een alternatieve verklaring is dat psychopaten hun ware aard niet laten zien. Ze weten immers wat de juiste emotionele reactie is. Een andere verklaring is dat personen die hoog scoren op CU-trekken in staat zijn om het beeld dat anderen van hen hebben te manipuleren. Naar deze en eventuele andere verklaringen is verder onderzoek nodig. In de huidige studie zijn een aantal punten aan te wijzen die in vervolgonderzoek verbeterd zouden kunnen worden. De afname van de tests is niet optimaal gestandaardiseerd. De tests werden door

13 verschillende proefleiders op verschillende locaties en onder verschillende omstandigheden afgenomen. Dit kan de resultaten hebben beïnvloedt. Veel jongeren gaven aan dat zij de testbatterij te lang vonden. Hierdoor zou het zo kunnen zijn dat de tests niet zo serieus zijn ingevuld als verwacht wordt. Een pluspunt is dat de samenstelling van de steekproef erg divers is; er zijn verschillende opleidingsniveaus en leeftijden in opgenomen. In de toekomst kan onderzoek gedaan worden naar het verband tussen schaamte en koelbloedigheid. Zoals beschreven is gevoelig zijn voor schaamte positief gerelateerd aan crimineel en risicovol gedrag (Dearing et al., 2005; Tangney et al., 2006). Jongeren die hoog scoren op koelbloedigheid scoren mogelijk hoger op schaamte, wat kan leiden tot crimineel gedrag en een grotere kans op recidive. Schaamte is daarom een belangrijke factor om in vervolgonderzoek op te nemen. Dit is tevens een beperking van de huidige studie. Gezien schaamte een risicofactor is voor crimineel gedrag en recidive, is het verstandig deze emotie ook op te nemen in volgend onderzoek. Literatuur Blair, J., Mitchell, D., & Blair, K. (2005). The Psychopath: Emotion and the Brain. Malden, Blackwell Publishing. Cima, M., Tonnaer, F., & Hauser, M.C. (2010). Psychopaths know right from wrong but don't care. Social Cognitive & Affective Neuroscience, 5, doi: /scan/nsp051 Cimbora, D.M., & McIntosh, D.N. (2010). Emotional Responses to Antisocial Acts in Adolescent Males With Conduct Disorder: A Link to Affective Morality. Journal of Clinical Child & Adolescent Psychology, 32, doi: /S JCCP3202_16 Dearing, R.L., Stuewig, J., & Tangney, J.P. (2005). On the importance of distinguishing shame from guilt: Relations to problematic alcohol and drug use. Addictive Behaviors, 30, doi: /j.addbeh Eisenberg, N. (2000). Emotion, Regulation, and Moral Development. Annual Review of Psychology, 51, doi: /annurev.psych

14 Feilhauer, J., Cima, M., & Arntz, A. (2012). Assessing callous-unemotional traits across different groups of youths: Further cross-cultural validation of the Inventory of Callous-Unemotional Traits. International Journal of Law and Psychiatry, 35, doi: /j.ijlp Feilhauer, J., Cima, M., Benjamins, C., & Muris, P. (2013). Knowing Right from Wrong, but Just Not Always Feeling it: Relations Among Callous-Unemotional Traits, Psychopathological Symptoms, and Cognitive and Affective Morality Judgments in 8- to 12-Year-Old Boys. Child Psychiatry and Human Development, 44, doi: /s Greene, J.D., Nystrom, L.E., Engell, A.D., Darley, J.M., & Cohen, J.D. (2004). The Neural Bases of Cognitive Conflict and Control in Moral Judgment. Neuron, 44, Greene, J.D., Sommerville, R.B., Nystrom, L.E., Darley, J.M., & Cohen, J.D. (2001). An fmri Investigation of Emotional Engagement in Moral Judgment. Science, 293, doi: /science Huebner B., Dwyer S., & Hauser M. (2006). The role of emotion in moral psychology. Trends in Cognitive Sciences, 13, 1-6. doi: Jones, A.P., Happé, F.G.E., Gilbert, F., Burnett, S., & Viding, E. (2010). Feeling, caring, knowing: different types of empathy deficit in boys with psychopathic tendencies and autism spectrum disorder. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 51, doi: /j x Kahn, R.E., Byrd, A.L., & Pardini, D.A. (2013). Callous-Unemotional Traits Robustly Predict Future Criminal Offending in Young Men. Law and Human Behavior, 37, doi: /b Koenigs, M., Young, L., Adophs, R., Tranel, D., Cushman, F., Hauser, M., & Damasio, A. (2007). Damage to the prefrontal cortex increases utilitarian moral judgements. Nature, 446, doi: doi: /nature05631 Lerner, J.S., & Keltner, D. (2001). Fear, Anger, and Risk. Journal of Personality and Social

15 Psychology, 81, doi: //O Moll, J., & de Oliveira-Souza, R. (2007). Moral judgments, emotions, and the utilitarian brain. TRENDS in Cognitive Science, 11, doi: /j.tics Tangney, J.P.,, Mashek, D., & Stuewig, J. (2006). Working at the social-clinical-communitycriminology interface: The George Mason Univeristy inmate study. Journal of Social and Clinical Psychology, 26, doi: /jscp Tangney, J.P., Stuewig, J., & Mashek, D.J. (2007). Moral Emotions and Moral Behavior. Annual Review of Psychology, 58, doi: /annurev.psych Tracy, J.L., & Robins, R.W. (2004). Putting the Self Into Self-Conscious Emotions: A Theoretical Model. Psychological Inquiry, 15, doi: /s pli1502_01 Ugazio, G., Lamm, C., & Singer, T. (2012). The Role of Emotions for Moral Judgments Depends on the Type of Emotion and Moral Scenario. Emotion, 12, doi: /a Valdesolo, P., & DeSteno, D. (2006). Manipulations of Emotional Context Shape Moral Judgment. Psychological Science, 17, doi: /j x Wheatley, T., & Haidt, J. (2005). Hypnotic Disgust Makes Moral Judgments More Severe. Psychological Science, 16, doi: /j x

16 Tabel 1 Verschilscores van de gemiddelden tussen hoe blij, schuldig, opgewonden of angstig koelbloedige jongeren (N=38) en niet-koelbloedige jongeren (N=44) zich zelf verwachten te voelen en hoe zij verwachten dat anderen zich voelen Gemiddelde verschil Standaardfout Blijdschap niet koelbloedig koelbloedig tussen zelf en anderen Schuld niet koelbloedig koelbloedig Opwinding niet koelbloedig koelbloedig Angst niet koelbloedig koelbloedig

17 Tabel 2 Gemiddelde scores van jongeren op Angst en Schuld per groep, koelbloedig (N=38) en nietkoelbloedig (N=44) Gemiddelde score Standaardfout Angst niet-koelbloedig koelbloedig Schuld niet-koelbloedig koelbloedig

De relatie tussen de Dark Triad persoonlijkheidstrekken en morele emoties van jeugdigen

De relatie tussen de Dark Triad persoonlijkheidstrekken en morele emoties van jeugdigen 1 Running head: DARK TRIAD EN MORELE EMOTIES De relatie tussen de Dark Triad persoonlijkheidstrekken en morele emoties van jeugdigen Paulien C. Vorderman ANR: 720457 Masterthesis Psychologie en Geestelijke

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Zijn Psychopaten Beter in Liegen dan Gezonde Mensen? BACHELORTHESE PSYCHOLOGIE

Zijn Psychopaten Beter in Liegen dan Gezonde Mensen? BACHELORTHESE PSYCHOLOGIE Zijn Psychopaten Beter in Liegen dan Gezonde Mensen? BACHELORTHESE PSYCHOLOGIE Fenna Dijkema 10060367 24 mei 2014 supervisor: Prof.dr. Richard Ridderinkhof Universiteit van Amsterdam Aantal woorden: 5718

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten

Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve. distorsies bij adolescenten Samenhang tussen psychopathie en het gebruik van cognitieve distorsies bij adolescenten Bachelorthesis Forensische Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid Forensische Psychologie - Universiteit

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Morele emoties en morele cognitie als mogelijke voorspellers. voor de morele ontwikkeling van jongeren

Morele emoties en morele cognitie als mogelijke voorspellers. voor de morele ontwikkeling van jongeren Morele emoties en morele cognitie als mogelijke voorspellers voor de morele ontwikkeling van jongeren Dymphy Dekkers dr. M.J. Cima Bachelorthesis Klinische Gezondheidspsychologie Departement Ontwikkelingspsychologie,

Nadere informatie

Neurologische ontwikkeling van morele cognitie bij psychopaten

Neurologische ontwikkeling van morele cognitie bij psychopaten Neurologische ontwikkeling van morele cognitie bij psychopaten Scriptie Bacheloropleiding Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid Tilburg University Auteur: Jasper Haenen ANR: 780794 Circle:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue

Nadere informatie

Hoe hangen morele cognities samen met moreel gedrag en. morele emotie bij jeugdigen?

Hoe hangen morele cognities samen met moreel gedrag en. morele emotie bij jeugdigen? Hoe hangen morele cognities samen met moreel gedrag en morele emotie bij jeugdigen? Masterscriptie Forensische Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid Auteur: Cilia Bor ANR: 186310 Begeleider:

Nadere informatie

Dader claimt amnesie voor het delict

Dader claimt amnesie voor het delict Dader claimt amnesie voor het delict AMNESIA Dissociatieve amnesie extreme emoties fout in retrieval proces Organische amnesie neurologisch defect alcohol blackout fout in opslag Geveinsde amnesie strafmindering

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht SWR 27 september 2014 Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek van antisociaal gedrag Moran Cohn / Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek

Nadere informatie

Psychopathie bij jeugddelinquenten: Het verband met morele cognities en morele emoties

Psychopathie bij jeugddelinquenten: Het verband met morele cognities en morele emoties Psychopathie bij jeugddelinquenten: Het verband met morele cognities en morele emoties Masterthesis Forensische Psychologie Naam: Babette Josee BSc ANR: 749900 Universiteit van Tilburg Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20466 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lelieveld, Gert-Jan Title: Emotions in negotiations : the role of communicated

Nadere informatie

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017 Bloody Mary Vrouwen als dader Mars versus Venus of een beetje van beiden Anne-Marie Slotboom Universitair hoofddocent strafrecht en criminologie, VU 1 2 o Veel stereotypen over verschillen tussen mannen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN

DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN drs. Stephen Ebecilio DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN 4 juni 2015 Opvoedingstoolbox 2015 1 2 Periode van tweede rijpingsproces Adolescentie Vertraagde rijpingsproces Prefrontale

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Hedendaagse opvattingen over emoties. Emotie en gewetensvorming in de behandeling. Welke emoties? Emotie en moraliteit. Welke emoties?

Hedendaagse opvattingen over emoties. Emotie en gewetensvorming in de behandeling. Welke emoties? Emotie en moraliteit. Welke emoties? Emotie en gewetensvorming in de behandeling Hedy Stegge Vrije Universiteit Amsterdam PI Research Duivendrecht Hedendaagse opvattingen over s Functioneel (belangenbehartigers) Persoonlijk welbevinden Kwaliteit

Nadere informatie

Virtual Reality in de forensische context. Festival Forensische Zorg Stéphanie Klein Tuente

Virtual Reality in de forensische context. Festival Forensische Zorg Stéphanie Klein Tuente Virtual Reality in de forensische context Festival Forensische Zorg Stéphanie Klein Tuente 22-01-2019 1968 Sword of Damocles Kracht van Virtual Reality Realistisch, maar niet echt Je lichaam en geest reageren

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD Prof. dr. Roeljan Wiersema Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose

LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose Symposium onderzoeksresultaten 2017 Sonja Kuipers, MSc MSW RN PhD-Student Zonder

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Ontwikkeling van het brein in de adolescentie

Ontwikkeling van het brein in de adolescentie Ontwikkeling van het brein in de adolescentie Dr Lydia Krabbendam Centrum Brein en Leren VUA ac.krabbendam@psy.vu.nl 7 oktober 2010 Thema s Zelfregulatie Sociale cognitie Hoera, een blob! 1. Beelden verkregen

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN 1 Zelf Gerapporteerde Alledaagse Executieve Functies en Externaliserende Gedragsproblemen bij Adolescenten in en buiten de Jeugdhulpverlening Self-reported Everyday Executive Functioning and Externalising

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en zelfbeheersing op het Sondervick College 3 januari 2018 Uitvoering: H. van den Bogert a (leerkracht L.O. Sondervick College en Advanced

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Morele ontwikkeling en Delinquentie Eveline van Vugt Forensische Orthopedagogiek Universiteit van Amsterdam

Morele ontwikkeling en Delinquentie Eveline van Vugt Forensische Orthopedagogiek Universiteit van Amsterdam Morele ontwikkeling en Delinquentie Eveline van Vugt Forensische Orthopedagogiek Universiteit van Amsterdam Wie ben ik? Orthopedagoog & Criminoloog Praktijk: Gezinsbegeleiding Sinds 2007 verbonden aan

Nadere informatie

Autisme, wat weten we?

Autisme, wat weten we? Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:

Nadere informatie

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Het (on)meetbare brein

Het (on)meetbare brein Het (on)meetbare brein Proost op de wetenschap, SPUI25 Lukas Snoek Universiteit van Amsterdam Even voorstellen... Wie ben ik? Lukas Snoek, promovendus psychologie ("Brein & Cognitie") aan de UvA Interesse

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Ontwikkeling van het adolescentenbrein

Ontwikkeling van het adolescentenbrein Ontwikkeling van het adolescentenbrein Eveline Crone Brain & Development lab Universiteit Leiden 13 sept 1848: Een ongelooflijk verhaal.. Phineas Gage 1 Phineas Gage Phineas Gage: herstel bleef bij bewustzijn

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht

Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht NON-VERBAAL GEDRAG EN BEHANDELUITKOMST BIJ ADOLESCENTEN MET INTERNALISERENDE PROBLEMEN Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht ACHTERGROND ZonMw-programma Effectief werken in de jeugdsector Gebrek

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

TOPS: Taxonomy of Problematic Social Situations

TOPS: Taxonomy of Problematic Social Situations HANDLEIDING TOPS: Taxonomy of Problematic Social Situations Auteurs: J. J. Roest A. L. Dekker V. S. L. van Miert S. de Valk F. Bekken G. H. P. van der Helm September 2015 Inleiding Theoretische uitgangspunten

Nadere informatie

Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek.

Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek. Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen Even voorstellen.. Marouska van Ommen Promotie-onderzoek tijdens studie Geneeskunde Onderzoek bij afdelingen Neurologie en Psychiatrie, UMC Groningen

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Woensdag 29 oktober P. Deschamps Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD Begripsbepaling: Agressie Disruptive Behavior Disorders (DBD), Disruptieve Gedragsstoornissen

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication Citation for published version (APA): Metz, M. (2017). Coparenting and child anxiety General rights It

Nadere informatie

Informatie- en emotieverwerking bij het syndroom van Noonan

Informatie- en emotieverwerking bij het syndroom van Noonan V I N C E N T V A N G O G H Institute for Psychiatry Contactdag 26 maart 2011, Putten Informatie- en emotieverwerking bij het syndroom van Noonan Ellen Wingbermühle, klinisch neuropsycholoog Renée Roelofs,

Nadere informatie