Indicatoren voor hulpverleningstrajecten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Indicatoren voor hulpverleningstrajecten"

Transcriptie

1 Middelburg, maart 2015

2 Colofon SCOOP 2015 Samenstelling Ankie Smit Eric Sulkers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Kousteensedijk 7 Postbus 407 Middelburg Telefoon (0118) scoop@scoopzld.nl Lay-out SCOOP Ontwerp SCOOP Drukwerk SCOOP

3 Inhoudsopgave Inleiding...5 Meten van resultaten: resultbased accountability (rba)...5 Indicatoren voor hulpverlening aan gezinnen waar veiligheidsrisico s spelen...6 Prestatie-indicatoren Nederlands Jeugdinstituut(NJi)...9 Verbreding...9 Ondersteuningsbehoefte en kwaliteit van bestaan...12 Data...13 Afsluitend...13 Informatie...13 Literatuur...15 Bijlage 1: Integraal Jeugdbeleid 2011 resultaten en indicatoren...17

4 4

5 Indicatoren voor hulpverleningstrajecten Inleiding De transformatie in de zorg voor jeugd maakt het mogelijk in te zetten op effectieve hulpverlening en monitoring. Over de resultaten van het huidige systeem van jeugdhulp en de effectiviteit van interventies is in feite weinig bekend. De meeste interventies zijn niet bewezen effectief en de jeugdzorg zou waarschijnlijk een kwart goedkoper kunnen zonder kwaliteit te verliezen, mits we de effecten zouden meten, aldus Jan Willem Veerman, hoogleraar Jeugdzorg in een interview in Binnenlands Bestuur 1. Er is in Nederland een heel breed aanbod, maar het aanbod wordt niet systematisch ingezet en geëvalueerd met betrekking tot de effectiviteit van de interventie, noch van de werker en noch van de organisatie die het uitvoert. Hierdoor is het heel goed mogelijk dat het geld niet gaat naar daar waar de hulp het meest effectief is. Van Yperen (2013) Ook Clarijs (2014) constateert dat ondanks de grotere aandacht voor evidence based werken de effectiviteit van gebruikte methodieken niet bekend is (p. 59). Tevens stelt hij vast dat slechts van een fractie van het aanbod de effectiviteit onderzocht is en dat naar alle waarschijnlijkheid de komende tien à twintig jaar niet meer dan 10 à 20 procent van de jeugdinterventies evidence based worden. Bovendien is het niet voldoende om met evidence-based programma s te werken. De werker, en het systeem waarin wordt gewerkt zijn minstens net zoveel van invloed op de uitkomsten. Eileen Munroe (professor op het gebied van kindermishandeling en kinderbescherming, London school of economics and social science) poneerde: we need smart workers with tools, not stupid workers with smart tools. Het is belangrijk om te kijken naar resultaten van onze inspanningen, daarbij ons realiserend dat we de resultante van een complex dynamisch systeem meten. Bovendien moeten we er van uitgaan dat het niet de harde cijfers zijn die het meest van belang zijn, maar de trend die gezet kan worden door een continue verbeterproces. 1. Binnenlands Bestuur (29 augustus 2013). Jeugdzorg kan kwart goedkoper. 2. Zie oa (Smit 2008) (Sprundel, Smit en Vos 2011) (Klerk, et al. 2013) In een eerdere notitie hebben wij gepleit voor een systematische aanpak met risicotaxatie, routeteams, hulptrajecten en monitoring (Smit & Sulkers, 2013). Mede op basis van die notitie hebben de Walcherse gemeenten opdracht gegeven om een implementatieplan te maken voor een monitorings- en verbeterproces in de hulpverlening aan kinderen en gezinnen waar veiligheidsrisico s spelen. In deze notitie gaan we in op de methodiek om te komen tot indicatoren. Meten van resultaten: resultbased accountability (rba) In het boek van Clarijs (2014) wordt ResultBased Accountability (RBA) benoemd als een methode van zelfsturing door burgers (community based, bottom up en result focused methodiek). RBA kan echter ook benut worden door overheden en organisaties in het sociale domein om hun resultaten zichtbaar te maken met een beperkt aantal indicatoren, èn verbeterprocessen in te richten (Friedman 2005). Het zichtbaar maken van resultaten aan de hand van RBA is door Smit vanuit SCOOP 2 eerder toegepast in Zeeland op verschillende terreinen: voor onder andere het provinciaal en lokaal jeugdbeleid, Akkoord Zeeuwse Kenniseconomie, provinciale Onderwijsagenda, het Sociaal Akkoord, voor het netwerk loopbaanadviseurs, voor Local Board Middengebied Vlissingen en bewonersgroep Sint Maartensdijk. Een belangrijk inzicht binnen RBA is het onderscheid tussen maatschappelijke resultaten (results) en prestaties (performance) van interventies, organisaties, afdelingen of projecten. Het gaat om het verschil tussen datgene wat we nastreven voor de inwoners van onze gemeente en datgene wat een organisatie(onderdeel) heeft bijgedragen aan dat streven. 5

6 Wat is het beoogde maatschappelijke resultaat? Wat hebben we als organisatie bijgedragen aan daling werkloosheid? Daling werkloosheid 15 mensen geplaatst Dit verschil is een belangrijk verschil. Als organisatie ben je nooit alleen verantwoordelijk voor het realiseren van een maatschappelijk resultaat, je levert er een bijdrage aan. Het is wel belangrijk om als organisatie in de verantwoording zowel het maatschappelijk resultaat te benoemen als de bijdrage die daar aan geleverd wordt. Het kan zijn dat de werkloosheid stijgt, maar dat je als reïntegratiebedrijf toch evenveel of steeds meer mensen langdurig aan het werk weet te krijgen. Om zicht te krijgen op de ontwikkelingen worden er indicatoren benoemd en gemeten. Bij maatschappelijke resultaten spreken we van populatie-indicatoren (hoe gaat het met inwoners van een bepaalde leeftijd in een bepaalde regio); bij het meten van prestaties spreken we van prestatie-indicatoren (wat was de kwaliteit van de inzet en wat was het effect van die inzet). Op het gebied van jeugdbeleid zijn de populatie-indicatoren in Zeeland geformuleerd en gepresenteerd, zowel provinciaal als gemeentelijk (zie onderstaand kader voor een voorbeeld en bijlage 1 voor een totaaloverzicht). Het beginpunt ligt bij het formuleren van het maatschappelijk resultaat. Dit gebeurt aan de hand van de vraag: wat streven we na voor onze inwoners? Wat streven we na? Kinderen en jongeren zijn actief betrokken bij ontwikkelingen in Zeeland. Waaraan kunnen we zien hoe het gaat? 1. vrijwilligerswerk voor verenigingen/clubs 2. vrijwilligerswerk voor instellingen of maatschappelijke organisaties 3. lidmaatschap politieke partij 4. stemmen bij verkiezingen De gemeente Vlissingen heeft het meest nadrukkelijk gebruik gemaakt van de door Smit (2008) voor de provincie Zeeland ontwikkelde indicatoren voor het jeugdbeleid (De Klerk e.a., 2013). Het RBA-proces dat moet leiden tot verbeteringen is echter niet of nauwelijks geïmplementeerd, ook niet in Vlissingen. Zo n proces vereist dat de maatschappelijke resultaten, de populatie-indicatoren en de verhalen achter de ontwikkeling in de cijfers regelmatig besproken worden met relevante partners. Het gaat om het bespreken van de ontwikkeling, welke kant gaat het op volgens de cijfers, wat is het verhaal achter die ontwikkeling? en wie of wat zou kunnen helpen om de cijfers te verbeteren? Friedman (2005) beschrijft de stappen en instrumenten die daar bij passen. turning the curve. Het gaat altijd om het in beeld brengen van de trend in de indicatoren. Het zicht op de ontwikkeling moet gebruikt worden in het gesprek over de mate waarin het doel dichterbij komt en wat daarbij een rol speelt. Mocht er geen tijdreeks beschikbaar zijn, moet deze gemaakt worden door met elkaar vanuit het meest recente meetpunt terug te kijken en intersubjectief vast te stellen wat de ontwikkeling geweest is de afgelopen vijf jaar. Indicatoren voor hulpverlening aan gezinnen waar veiligheidsrisico s spelen Nu het gaat om het verbeteren van de veiligheid van kinderen in de thuissituatie moeten we daarvoor ook het maatschappelijk resultaat en de bijbehorende indicatoren benoemen. Wat streven we na? Alle kinderen op Walcheren zijn thuis veilig Waaraan kunnen we zien hoe het gaat? 1. veiligheidsgevoelens thuis 2. ondertoezichtstellingen 3. meldingen kindermishandeling Op het gebied van het meten van prestaties van instellingen of afdelingen met behulp van RBA zijn nog niet zo veel stappen gezet in Zeeland (netwerk loopbaanadvieurs, Technum) of elders in Nederland. Bij het benoemen van prestatie-indicatoren gaat het om gegevens die iets zeggen over a) de inzet en b) het effect. Traditioneel blijft de verantwoording in Nederland vaak beperkt tot inzet (bijvoorbeeld aantal uren begeleiding of aantal bediende klanten). De uitdaging is om indicatoren te benoemen en vervolgens systematisch te meten die iets zeggen over het effect. Bij RBA staat de RBA-matrix centraal bij het benoemen van prestatie-indicatoren (zie figuur 1). Centraal staan de vragen: - - Wie zijn onze klanten? - - Hoeveel hebben we voor hen gedaan? (inzet - kwantitatief) - - Welke kwaliteit hebben we daarbij geboden? (inzet - kwalitatief) - - Hoe veel mensen hebben er baat bij gehad? (effect - kwantitatief) - - Welk percentage van de klanten heeft er baat bij gehad en in welke zin? (effect - kwalitatief) 6

7 Figuur 1: RBA - Matrix inzet effect kwantiteit Hoeveel hebben we gedaan? # klanten bediend # activiteiten uitgevoerd kosten kwaliteit Hoeveel mensen hebben er baat bij gehad en in welke zin? Hoe goed hebben we het gedaan? aantal klanten per hulpverlener (caseload) % tevreden over bejegening aantal uren begeleiding per klant Kosten/klant % klanten dat hulptraject afrondt % verbetering vaardigheden/kennis % verbetering houding/mening % verbetering gedrag % verbetering omstandigheden Om een voorbeeld te geven van de invulling, is de RBA-matrix in figuur 2 ingevuld voor een organisatie die zich richt op (dreigende) schooluitval. Door invulling ontstaat in de rechterkolom een lijst met gewenste indicatoren zowel voor inzet van de organisatie/interventie, als voor het effect. Figuur 2: RBA - Matrix toegepast voor interventies bij (dreigende) schooluitval inzet effect KWANTITEIT Wie zijn onze klanten? # VSV Jongeren (18-23) # VSV Jongeren (12-18) # dreigende VSV jongeren (12-18) Wat zijn onze activiteiten? # begeleidingstrajecten: gesprekken, adviezen jongeren # competentietesten # verwijzingen # oudercontacten: gesprekken, adviezen ouders # plaatsingen naar werk, school, hulpverlening stimuleren # netwerkcontacten # contacten met melder # voorlichting op scholen Hoeveel mensen hebben er baat bij gehad en in welke zin? # aantal doorstromers, plaatsingen, uitvallers, etc. *) VSV = voortijdig schoolverlater KWALITEIT Welke kwaliteit bieden we? % terugkoppeling met de melder % tevreden klanten % klanten dat contact verbreekt/afhaakt % klanten dat wordt teruggebeld binnen bepaalde periode % tevreden samenwerkingspartners % scholen met voorlichting % tevreden scholen # klanten per werker (caseload) % werkers met opleidingsniveau X % werkers met 5 jaar ervaring % tevreden ouders % klanten geplaatst binnen x maanden # uren bereikbaarheid binnen kantooruren # uren bereikbaarheid buiten kantooruren # contacturen per week per jongere # contacturen met ouders per jongere Kwaliteit van de effecten % doorstromingen van VMBO naar MBO % doorstromingen naar VMBO % jongeren dat uitvalt (meldingen) % jongeren met startkwalificatie % plaatsingen naar werk % plaatsingen naar school % plaatsingen naar hulpverlening % geplaatste jongeren op koers na 1 jaar % plaatsing in een leer/werktraject % jongeren dat spijbelt % ouders dat zegt geholpen te zijn % jongeren dat zegt geholpen te zijn % verbeterde competenties 7

8 Toegepast op hulpverlening aan gezinnen waar risico s spelen komen we - uitgaande van oplossingsgericht werken en de inzet van familienetwerkberaden - tot de voorlopige invulling van de matrix in figuur 3. Nu we een wensenlijstje van prestatie-indicatoren hebben, is de vervolgstap: selectie/prioritering. Beoordeel eerst alle genoemde indicatoren op drie criteria (Friedman, 2005). 1. herkenbaarheid (snapt de buurvrouw wat we meten?); 2. zeggingskracht (zegt deze indicator ècht iets over hetgeen je wilt meten?); 3. datakwaliteit (wordt het goed en met regelmaat vastgelegd?). Start met de indicatoren die positief scoren op al deze criteria. Maak vervolgens een overzicht van de indicatoren waarvan de herkenbaarheid en zeggingskracht hoog is, maar de datakracht laag. Dat is je onderzoeksagenda. Stel je vervolgens de vraag: als je een zak met geld en tijd had, welke indicator zou je dan willen kopen? Dat is de indicator waar je zo mogelijk op moet investeren. Ook voor prestaties geldt dat deze niet alleen gemeten, maar vooral besproken moeten worden om tot verbeteringen te komen. Het gaat om cijfers, verhalen achter de cijfers, (keten)partners, mogelijke methodieken en aanpakken, leidend tot een (bijgesteld) plan. Een terugkerend proces op verschillende niveaus om te komen tot betere prestaties. Friedman (2005) geeft aan dat prestatie-indicatoren regelmatig binnen de organisatie in alle supervisory relationships besproken zouden moeten worden. Het is een cultuurverandering, waarbij - door met elkaar telkens weer de juiste vragen 3 te stellen - mensen anders gaan kijken naar klanten, cijfers en het gebruik van cijfers om prestaties te verbeteren. In sommige organisatieontwikkelingstrajecten wordt eerst gewerkt aan missie en visie, om vandaaruit naar prestatieindicatoren te gaan kijken. Dit is niet de juiste weg. Zodra het kwadrant rechtsonder is ingevuld, kan daaruit de missie afgeleid worden. De Nederlandse zorg- en welzijnsorganisaties hebben vrijwel allemaal een visie en missie op hun website staan, maar bijna niemand heeft echt een diepgaande discussie gevoerd intern en extern over de indicatoren waarop ze willen worden beoordeeld. Figuur 3: RBA-matrix toegepast op hulpverlening waar veiligheidsrisico s spelen inzet KWANTITEIT Wie zijn onze klanten? # middenrisico gezinnen met kinderen: 0-4 jaar # middenrisico gezinnen met kinderen: 5-12 jaar # middenrisico gezinnen met kinderen: jaar # hoogrisico gezinnen met kinderen: 0-4 jaar # hoogrisico gezinnen met kinderen: 5-12 jaar # hoogrisico gezinnen met kinderen: jaar Wat zijn onze activiteiten? # netwerkberaden type 1 # netwerkberaden type 2 # verwijzingen # oudercontacten # netwerkcontacten #. KWALITEIT Welke kwaliteit bieden we? # gezinnen per sleutelwerker (caseload) # werkers per gezin % werkers met opleidingsniveau X % werkers met 5 jaar ervaring % familienetwerkberaad binnen 3 maanden na aanmelding % tevreden ouders (vertrouwen/bejegening) # uren bereikbaarheid binnen kantooruren # uren bereikbaarheid buiten kantooruren # contacturen per week per gezin # aantal uren experthulp per gezin % gezinnen traject volledig en succesvol afgerond # aantal uren experthulp per gezinssysteem. effect Wie hebben er baat bij gehad en in welke zin? Kwaliteit van de effecten % verhoogde veiligheidsbeoordeling in het netwerk % afname geweldsincidenten % toename zelfredzaamheid % beoordeling kwaliteit hulp % switch naar hoogrisicotraject % switch naar laagrisicotraject % nieuwe melding binnen 6 maanden % nieuwe melding binnen 12 maanden % nieuwe melding binnen 24 maanden % ouders dat situatie als verbeterd beoordeelt 3. Friedman heeft het over 7 vragen: wie zijn onze klanten? Hoe kunnen we meten of ze baat hebben? Hoe kunnen we meten of we onze diensten goed verlenen? Wat is de trend in deze metingen voor onze organisatie/ons organisatieonderdeel? Wie zijn partners die het resultaat kunnen verbeteren? Wat zou kunnen werken om resultaten te verbeteren? Wat gaan we doen? 8

9 Prestatie-indicatoren Nederlands Jeugdinstituut (NJi) In opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) heeft het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) een handreiking geschreven om te komen tot prestatie-indicatoren in de jeugdhulp. De informatie die dat oplevert moet te benutten zijn voor de inkoop van de voorzieningen. De handreiking is een begin, bedoeld als voorschot voor discussie, waarna de handreiking wordt bijgesteld. Daarna volgen er nog pilots, die mogelijk ook weer tot wijzigingen gaan leiden. (Yperen, Wilde en Keuzenkamp 2014) Van Yperen (2013) ziet prestatie-indicatoren als instrument om zicht te krijgen op de effectiviteit, de resultaten van de zorg en kwaliteitsverbetering. Het werken met deze indicatoren moet duidelijk maken waar sterke en zwakke punten in het werkveld liggen. Ook biedt het de mogelijkheid om gerichte verbeteracties in te zetten, en helder te maken of er sprake is van een stijgende lijn in de resultaten. Ook wijst hij, net als Friedman (2005) op de rol van praktijkervaring hierbij en het belang om de prestatie-indicatoren ook te benutten in het hulpverleningsproces zelf. In de NJi- handreiking wordt net als bij RBA onderscheid gemaakt tussen het meten van maatschappelijke resultaten en het meten van prestaties van voorzieningen. Als prestatie-indicatoren voor voorzieningen noemt de handreiking uitval ( afhaken ) tevredenheid van cliënten over het resultaat realisatie van doelen probleemafname. De aanpak van Van Yperen c.s. is daarmee niet tegenstrijdig met onze aanpak. De aanpak lijkt zelfs sterk overeen te komen. Wel is de gebruikte terminologie anders en ligt de nadruk wat ons betreft op het leveren van informatie voor een gezamenlijk verbeterproces, niet op informatie voor inkoop. Een dergelijk monitorings- en verbeterproces is een zaak van lange adem. Enerzijds omdat ontwikkelingen pas met de tijd in beeld komen, anderzijds omdat het een cultuuromslag en leerproces vraagt waarin gesprekstechnieken en feedback hun plek nog moeten krijgen en doorwerken. Zelfredzaamheid Naast risicogezinnen behelst de opdracht van de Walcherse gemeenten om ook de contouren te schetsen voor een verbeterproces in hulpverlening in de bredere Wmo. De gemeenten willen graag zicht op een monitoringssysteem dat voor alle doelgroepen van de WMO benut kan worden. Vanuit RBA betekent dit éérst het beoogd maatschappelijk resultaat benoemen. Wat streeft men na voor de inwoners van Walcheren via de Wmo? Zelfredzaamheid of samenredzaamheid (Smit, 2009): mensen zelfredzaam maken met ondersteuning waar nodig. De GGD-Amsterdam heeft in samenwerking met onder andere TNO en de gemeente Rotterdam een instrument ontwikkeld om zelfredzaamheid te meten: de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM). De ZRM is ontwikkeld op basis van een Amerikaans result-based concept, de Self-Sufficiency Matrix (TNO-zelfredzaamheidmatrix 2015). De ZRM is een instrument waarmee behandelaars, beleidsmakers en onderzoekers in de (openbare) gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en gerelateerde werkvelden, de mate van zelfredzaamheid van hun cliënten eenvoudig en volledig kunnen beoordelen. Overigens zijn gezinnen waar veiligheidsrisico s spelen in veel gevallen gezinnen waar meerdere uitdagingen op verschillende domeinen spelen, zoals verslaving, werkloosheid, armoede, gezondheidsproblemen en criminaliteit. Vanuit dat oogpunt is het naast het primaire doel veiligheid belangrijk een integrale blik te hebben op het gezin en kan de zelfredzaamheidsmatrix daar ook mogelijk een tool bij zijn. Zelfredzaamheid is het vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen doen op verschillende domeinen.. Levensverrichtingen betreffen ook het zelf organiseren van de juiste hulp. Bijvoorbeeld (tijdig) naar de huisarts gaan bij lichamelijke ziekte, of (professioneel) advies vragen bij het invullen van de belastingaangifte. (TNO-zelfredzaamheidmatrix 2015) De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) heeft elf domeinen waarop de mate van zelfredzaamheid wordt beoordeeld. De domeinen van de ZRM zijn: Financiën, Dagbesteding, Huisvesting, Huiselijke relaties, Geestelijke gezondheid, Lichamelijke gezondheid, Verslaving, Activiteiten Dagelijks Leven, Sociaal netwerk, Maatschappelijke participatie, en Justitie. Deze domeinen hangen natuurlijk sterk met elkaar samen, ze hebben immers alle betrekking op het dagelijks leven, maar zijn zo gedefinieerd dat ze elkaar niet of nauwelijks overlappen. Omdat de scoringscategorieën goed zijn omschreven, is het vrij makkelijk om de ZRM min of meer betrouwbaar in te vullen en is een training van 2 uur voldoende om een hoog inter-observer agreement te krijgen. 9

10 Indicatoren voor hulpverleningstrajecten De uiteindelijke beoordeling bestaat uit 11 keer een score Het invullen van de ZRM kan plaatsvinden naar aanleiding tussen 1 en 5 (zie figuur 1a en figuur 1b). Een beoordevan een intake-, voortgang- of uitstroomgesprek. In dit laar kan met de ZRM dus relatief eenvoudig een volledig gesprek dienen dan alle domeinen van de Zelfredzaamheidoverzicht krijgen van een complex begrip met diverse en Matrix aan de orde te komen. Het is daarom aan te raden uiteenlopende facetten dat een belangrijke rol speelt in om de Zelfredzaamheid-Matrix tijdens het gesprek bij de de mate waarin een persoon een productief en kwalitatief hand te houden. Vraag per domein naar de huidige situatie goed leven kan leiden: zelfredzaamheid. Ook wordt per van cliënt, of en welke professionele hulp de cliënt ontvangt Zelfredzaamheid-Matrix 2013 domein aangegeven of er ondersteuning bij gegeven wordt voor eventuele problematiek. Vul het scoreformulier direct S.Lauriks, M.C.A. Buster, M.A.S. De Wit, S. van de Weerd, G. Tigchelaar, en T. Fassaert. informeel of formeel. na het gesprek in. (TNO-zelfredzaamheidmatrix 2015). DOMEIN Financiën 1 acute problematiek 2 niet zelfredzaam Geen inkomsten. Hoge, groeiende schulden. Onvoldoende inkomsten en/of spontaan of ongepast uitgeven. Groeiende schulden. Dagbesteding DOMEIN Geen dagbesteding en veroorgeen dagbesteding maar 1 overlast. acute problematiek geen 2 overlast. niet zelfredzaam zaakt Financiën Huisvesting Onvoldoende inkomsten Voor wonen ongeschikte Geen inkomsten. Hoge, groeien/of spontaan of ongepast huisvesting huur/hypoende schulden. uitgeven. en/of Groeiende schuldakloos en/of in nachtopvang. theek den.is niet betaalbaar en/of dreigende huisuitzetting. Huisvesting Geestelijke gezondheid Huiselijke relaties Lichamelijke Geestelijke gezondheid gezondheid Lichamelijke gezondheid 4 voldoende zelfredzaam 5 volledig zelfredzaam Komt met inkomsten aan basis Komt aan basis behoeften tegemoet behoeften tegemoet en/of gezonder uitkering. Beheert eventuele past uitgeven. Eventuele schulschulden zelf en deze verminderen. den zijn tenminste stabiel en/of 2013 bewindvoering/inkomensbeheer. De Wit, S. van de Weerd, G. Tigchelaar, en T. Fassaert. Inkomsten zijn ruim voldoende, goed financieel beheer. Heeft met inkomen mogelijkheid om te sparen. Zelfredzaamheid-Matrix S.Lauriks, M.C.A. Buster, M.A.S. Huiselijke reladagbesteding ties 3 beperkt zelfredzaam Hoogdrempelige dagbesteding of arbeidstoeleiding of tijdelijk werk en/ Laagdrempelige dagbesteding beperkt zelfredzaam of 4volgt voldoende opleiding voorzelfredzaam startof 3 arbeidsactivering. kwalificatie (havo, vwo, of mbo-2). Komt met inkomsten aan basis Komt aan basis tegemoet tegemoet en/of gehuishouden heeft behoeften veilige, toereikenin behoeften veilige, stabiele huisvesting uitkering. Beheert eventuele pastslechts uitgeven. Eventuele schul- dezonder huisvesting en (huur)contract met maar marginaal toereischulden zelf deze verminderen. denen/of zijn tenminste stabiel en/of bepalingen en/ofengedeeltelijk autokend in onderhuur of nietbewindvoering/inkomensbeheer. nome huisvesting. autonome huisvesting. Leden van het huishouden Geenvan dagbesteding en veroor- gaan Geen maar nietdagbesteding goed met elkaar om Sprake huiselijk geweld, zaakt overlast. of verwaar- en/of geen overlast.huiselijk kindermishandeling potentieel lozing. geweld, kindermishandeling of verwaarlozing. Voor wonen ongeschikte huisvesting en/of huur/hypodakloos en/of in nachtopvang. Aanhoudende geestelijke theek is niet betaalbaar gezondheidsproblemen dieen/of Een gevaar voor zichzelf of huisuitzetting. hetdreigende gedrag kunnen beïnvloeanderen en/of terugkerende den, maar geen gevaar voor Leden van het huishouden suïcide-ideatie. Ernstige moeizichzelf/anderen. Moeilijkhegaan niet goed met elkaar om Sprakeinvan lijkheden hethuiselijk dagelijksgeweld, leven den in het dagelijks functionekindermishandeling of verwaar- en/of potentieel huiselijk door geestelijke stoornis. ring door symptomen en/of lozing. geweld, kindermishandeling geen behandeling. of verwaarlozing. Leden van het huishouden Laagdrempelige dagbesteding erkennen problemen en probeof arbeidsactivering. ren negatief gedrag te veranderen. In veilige, stabiele huisvesting maar slechts marginaal toereikend en/of in onderhuur of nietmilde symptomen kunnen aanautonome huisvesting. wezig zijn en/of enkel matige functioneringsmoeilijkheden Leden van hetproblemen huishouden door geestelijke erkennen problemen en probeen/of behandeltrouw is miniren negatief gedrag te verandemaal. ren. Een (direct/ chronische) Aanhoudende geestelijke medische aandoening die die gezondheidsproblemen Een gevaar voor zichzelf of regelmatige het gedragbehandeling kunnen beïnvloeheeft direct en/of medische aananderen terugkerende vereist den, wordt maar niet geenbehandeld. gevaar voor dacht nodig. Een noodgeval/ suïcide-ideatie. Ernstige moei- Matige beperking van (lichazichzelf/anderen. Moeilijkhekritieke situatie. lijkheden in het dagelijks leven melijke) activiteiten tgv een den in het dagelijks functionedoor geestelijke stoornis. lichamelijk ring doorgezondheidprosymptomen en/of bleem. geen behandeling. Een (chronische) medische Milde symptomen kunnen aanaandoening wordt behandeld wezig zijn en/of enkel matige maar behandeltrouw is minifunctioneringsmoeilijkheden maal. De lichamelijke gezonddoor geestelijke problemen heidproblemen leiden tot een en/of behandeltrouw is minilichte beperking in mobiliteit en maal. activiteit. Heeft direct medische aandacht nodig. Een noodgeval/ kritieke situatie. Een (direct/ chronische) medische aandoening die regelmatige behandeling vereist wordt niet behandeld. Matige beperking van (lichamelijke) activiteiten tgv een lichamelijk gezondheidprobleem. Hoogdrempelige dagbesteding of arbeidstoeleiding of tijdelijk en/ Relationele problemen tussenwerk leden of het volgt opleiding voor start-(meer) van huishouden zijn niet kwalificatie (havo, vwo, of mbo-2). aanwezig en/of woont alleen. Huishouden heeft veilige, toereikende huisvesting en (huur)contract met bepalingen en/of gedeeltelijk autominimale symptomen die voorspelbanome huisvesting. re reactie zijn op stressoren in het leven en/of marginale beperking van Relationeleen/of problemen leden functioneren goedetussen behandelvan het huishouden zijn niet (meer) trouw. aanwezig en/of woont alleen. Vast werk en/of volgt opleiding hoger dan startkwalificatie (havo, 5 volledig zelfredzaam vwo, of mbo-2). Inkomsten zijn ruim voldoende, Huishouden heeft veilige, toereigoed financieel beheer. Heeft kende huisvesting en regulier met inkomen mogelijkheid om te (huur)contract en/of autonome sparen. huisvesting. Vast werk en/of volgtleden opleiding Communicatie tussen van hoger dan startkwalificatie het huishouden is consistent(havo, vwo, of mbo-2). open. Leden van het huishouden ondersteunen elkaar. Huishouden heeft veilige, toereikende huisvesting en regulier (huur)contract autonome Symptomen zijn en/of afwezig of zeldhuisvesting. zaam. Goed of superieur functioneren in een groot aantal diverse Communicatie leden activiteiten. Niet tussen meer dan de van het huishouden is consistent dagelijkse beslommeringen of open. Leden van het huishouden zorgen. ondersteunen elkaar. Symptomen zijn afwezig of zeldminimale symptomen die voorspelbazaam. Goed of superieur functioerkent behoefte aan hulp voorindehet re reactie zijn op stressoren Erneren zijn geen directe voortduin een groot of aantal diverse (chronische) medische aandoening. leven en/of marginale beperking van rende medische problemen. activiteiten. Niet meer dan de Goede behandeltrouw. functioneren en/of goede behandeldagelijkse beslommeringen of trouw. zorgen. Een (chronische) medische aandoening wordt behandeld maar behandeltrouw is minimaal. De lichamelijke gezondheidproblemen leiden tot een lichte beperking in mobiliteit en activiteit. Erkent behoefte aan hulp voor de (chronische) medische aandoening. Goede behandeltrouw. Er zijn geen directe of voortdurende medische problemen. 3 beperkt zelfredzaam 4 voldoende zelfredzaam 5 volledig zelfredzaam GGD Amsterdam. Lauriks, Buster, De Wit, Van de Weerd, Tigchelaar & Fassaert DOMEIN 1 acute problematiek 2 niet zelfredzaam Voldoet aan criteria voor verslaving. Preoccupatie met gebruiken en/of bemachtigen Voldoet aan criteria voor GGD Amsterdam. Lauriks,ernstig Buster, De Wit, verslaving. Van de Weerd, Tigchelaar & Fassaert van middelen. Onthoudingsmisbruik/ Resulterende problemen zijn of afkick1 acute problematiek verschijnselen 2 niet zelfredzaam DOMEIN Verslaving ontwijkend gedrag zichtbaar. zo ernstig dat institutionalisegebruik ontwijring of hospitalisatie noodzavoldoet resulteert aan criteriainvoor kelijk is. ken of verwaarlozen van met verslaving. Preoccupatie essentiële activiteiten van het gebruiken en/of bemachtigen Voldoet aan criteria voor dagelijks leven.onthoudingsvan middelen. ernstig misbruik/ verslaving. Resulterende problemen zijn verschijnselen of afkickbelangrijk probleem op één Verslaving ontwijkend gedrag zichtbaar. zo ernstig dat institutionaliseernstige beperkingen op alle of meer gebieden van zelfgebruik resulteert in ontwijring of hospitalisatie noodzaactiviteiten Daof bijna alle gebieden van zorg (eten, wassen, aanklekelijk is. ken of verwaarlozen van den, naar toilet gaan) en zelfzorg en complexe activiteigelijks Leven essentiële activiteiten van het ten. meerdere complexe activiteidagelijks leven. ten worden niet uitgevoerd. Belangrijk probleem op één Familie/ vrienden hebben niet Ernstige beperkingen op alle of meer gebieden van zelfde vaardigheden/ mogelijkactiviteiten Daof bijna alle gebieden van zorg (eten, wassen, aankleheden om te helpen en naugebrek aan noodzakelijke den, naar toilet gaan) en zelfzorg en complexe activiteigelijks Leven welijks contacten buiten steun ten. van familie/ vrienden en meerdere complexe activiteigeen contacten buiten eveneventuele Sociaal netwerk ten wordenfoute niet vriendenuitgevoerd. kring. Blijvend, belangrijk tuele foute vriendenkring of probleem als gevolg van niet ernstig sociaal isolement. Familie/ vrienden hebben actief of passief terugtrekken de vaardigheden/ mogelijkuit sociale heden om relaties. te helpen en naugebrek aan noodzakelijke welijks contacten buiten steun van familie/ vrienden en Maatschappelijk geïsoleerd geenvan contacten buiten eveneventuele foute vriendentoepassing door Sociaal netwerk Niet Maatschappelijke en/of sociale vaardigkring.geen Blijvend, belangrijk tuele foute vriendenkring of crisissituatie en/of in overleheden en/of gebrek probleem als gevolgaan van ernstig sociaal isolement. participatie vingsmodus. motivatie om deel te nemen. actief of passief terugtrekken uit sociale relaties. Regelmatig (meerdere keren Zeer regelmatig (maandelijks) per jaar) contact met politie Maatschappelijk geïsoleerd contact politie en/of Justitie Niet vanmet toepassing dooropenen/of zaken bij justimaatschappelijke staande en/of lopende geen sociale vaardigzaken bij justitie. crisissituatie en/of in overletie. heden en/of gebrek aan participatie vingsmodus. motivatie om deel te nemen. Justitie Zeer regelmatig (maandelijks) contact met politie en/of openstaande zaken bij justitie. Regelmatig (meerdere keren per jaar) contact met politie en/of lopende zaken bij justitie. Gebruik binnen de laatste 30 dagen. Aanwijzingen voor aan middelengebruik gerelateerde sociale, werkgerelateerde, 3 beperkt zelfredzaam emotionele of fysieke problemen. Gebruik interfereert niet met essentiële van Gebruik binnenactiviteiten de laatste 30 het dagelijks leven en/of dagen. Aanwijzingen voorbehanaan deltrouw is minimaal. middelengebruik gerelateerde sociale, werkgerelateerde, Voorziet in de meesteproblemaar niet emotionele of fysieke alle behoeften van het men.basis Gebruik interfereert niet met essentiële van is dagelijks leven activiteiten en de zelfzorg hetpeil, dagelijks behanop maarleven één ofen/of meerdere deltrouw isactiviteiten minimaal. worden complexe niet uitgevoerd. Voorziet in de meeste maar niet alle basis behoeften van het dagelijks leven de zelfzorg is Enige steun vanenfamiop peil, maarenéén of meerdere lie/vrienden enige contacten complexe activiteiten buiten eventuele fouteworden vrienniet uitgevoerd. denkring. Duidelijk probleem in maken of onderhouden van ondersteunende relaties. Enige steun van familie/vrienden en enige contacten buiten eventuele foute vriennauwelijks participerend in denkring. Duidelijk in maatschappij en/ofprobleem gebrek aan maken of onderhouden van te vaardigheden om betrokken ondersteunende relaties. raken. Incidenteel (eens per jaar) contact metparticiperend politie en/of voornauwelijks in waardelijke straf of gebrek - invrijheidmaatschappij en/of aan stelling vaardigheden om betrokken te raken. Incidenteel (eens per jaar) contact met politie en/of voorwaardelijke straf of - invrijheidstelling Cliënt heeft gedurende de laatste 30 dagen gebruikt maar er zijn geen sociale, werkgerelateerde, emotionefysieke problemen ten gevolge 4le ofvoldoende zelfredzaam van het gebruik zichtbaar. Geen aantoonbaar voortdurend of gevaarlijk middelengebruik en/of goede 30 Cliënt heeft gedurende de laatste behandeltrouw. dagen gebruikt maar er zijn geen sociale, werkgerelateerde, emotionele of fysieke problemen ten gevolge van het gebruik zichtbaar. Geen Voorziet in alle basis behoeften van aantoonbaar voortdurend of gevaarhet dagelijks leven en alleen onderlijk middelengebruik en/of goede geschikte problemen (bijvoorbeeld behandeltrouw. slordig zijn, gedesorganiseerd). middelengebruik/ misbruik 5Geen volledig zelfredzaam in de laatste 30 dagen. Geen middelengebruik/ misbruik in de laatste 30 dagen. Geen problemen van deze aard en functioneert goed op alle gebieden. Voorziet in alle basis behoeften van het dagelijks leven en alleen ondergeschikte problemen (bijvoorbeeld Voldoende van familie/ vrienslordig zijn, steun gedesorganiseerd). den en weinig contacten met eventuele foute vrienden. Geen problemen van deze aard en functioneert goed op alle gebieden. Gezond sociaal netwerk en geen foute vrienden. Voldoende steun van familie/ vrienenige participatie den enmaatschappelijke weinig contacten met eventu(bijv. adviesgroep, ele foute vrienden. steungroep) maar er zijn hindernissen zoals mobiliteit, discipline, of kinderopvang. Gezond sociaal netwerk en geen foute Actiefvrienden. participerend in de maatschappij. Zeldenmaatschappelijke (minder dan eens per jaar) Enige participatie contact met politie steungroep) en/of strafblad. (bijv. adviesgroep, maar er zijn hindernissen zoals mobiliteit, discipline, of kinderopvang. Geen contact met politie. Geen strafblad Actief participerend in de maatschappij. Zelden (minder dan eens per jaar) contact met politie en/of strafblad. Geen contact met politie. Geen strafblad GGD Amsterdam. Lauriks, Buster, De Wit, Van de Weerd, Tigchelaar & Fassaert Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs. De gebruiker mag deze uitgave niet voor willekeurige commerciële doeleinden gebruiken, aanpassen, of overbrengen. Contact: zrm@ggd.amsterdam.nl 10 GGD Amsterdam. Lauriks, Buster, De Wit, Van de Weerd, Tigchelaar & Fassaert Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs. De gebruiker mag deze uitgave niet voor willekeurige commerciële doeleinden gebruiken, aanpassen, of overbrengen. Contact: zrm@ggd.amsterdam.nl

11 Indicatoren voor hulpverleningstrajecten De Zelfredzaamheid-Matrix brengt de zelfredzaamheid van een volwassen individu in beeld. Er is een supplement voor Ouderschap (verantwoordelijkheid voor kinderen) en een voor Tijdsbesteding (voor senioren) en er zijn modules in ontwikkeling, waaronder een module voor volwassenen zelf, mijnzrm, die in 2015 online beschikbaar komt. Daarnaast wordt gewerkt aan een ZRM voor jeugdigen en voor een gezinssysteem/huishoudens. De ZRM wordt geïmplementeerd in onder andere Amsterdam, Rotterdam en Utrecht en ondersteund vanuit TNO. De ZRM is beschermd door copyright en de naam ZRM is beschermd door het merkrecht. Aanpassing is strafbaar. De ZRM mag echter wel vrij gebruikt worden, na melding en onder vermelding. ZRM-supplement: Ouderschap 2013 T. Fassaert, S. Lauriks, M.C.A. Buster, M.A.S. De Wit, S. van de Weerd, M. Schönenberger. DOMEIN 1 acute problematiek 2 niet zelfredzaam 3 beperkt zelfredzaam 4 voldoende zelfredzaam 5 volledig zelfredzaam Lichamelijke verzorging De lichamelijke veiligheid van kind(eren) is direct in gevaar door lichamelijke mishandeling of verwaarlozing lichamelijke basiszorg en/of een kind heeft in het afgelopen jaar meer dan 3 keer een ernstig ongeluk gehad in of om het huis. Beperkingen op het gebied van lichamelijke basiszorg, maar de veiligheid van kind(eren) is hierdoor niet direct in gevaar. Kind heeft regelmatig (3 keer in het afgelopen jaar) ongelukken in of om het huis. Vermoeden van lichamelijke mishandeling. Geen melding van lichamelijke mishandeling of verwaarlozing. Lichamelijke basiszorg is meestal/vaak op orde. Kind heeft meerdere keren (twee keer in het afgelopen jaar) ongelukken in of om het huis en/of enkele vermijdbare risico s voor de lichamelijke veiligheid. Lichamelijke basiszorg (kleding, voeding, hygiëne en medische zorg) is altijd op orde. Zelden (een keer in het afgelopen jaar) een ernstig ongeluk in en om het huis en geen vermijdbare risico s voor de lichamelijke veiligheid. Lichamelijke basiszorg is op orde. Geen ongelukken in of om het huis en veilige fysieke omgeving. Ouder stimuleert een gezonde leefstijl van het kind (gezonde voeding en voldoende bewegen). Sociaal-emotionele ondersteuning Het geestelijk welzijn van kind(eren) is direct in gevaar. Sprake van geestelijke mishandeling of verwaarlozing. De ouder isoleert kind(eren) en/of zet aan tot ongewenst/fout gedrag. Ouder stelt geen grenzen of stelt grenzen niet leeftijdsadequaat en/of beperkt relaties tussen kind(eren) en leeftijdgenoten en/of ouder ontmoedigt maatschappelijk wenselijk gedrag. Vermoeden van geestelijke mishandeling. Geen melding van geestelijke mishandeling of verwaarlozing. Ouder stelt leeftijdadequate grenzen maar is niet consequent en/of toont geen interesse in relaties tussen kind(eren) en leeftijdgenoten en/of is niet actief in de ontwikkeling van kind(eren). Ouder stelt consequent leeftijdsadequate grenzen en toont interesse in relaties tussen kind(eren) en leeftijdgenoten. Ouder stelt consequent leeftijdsadequate en redelijke grenzen. Bevordert relaties tussen kind(eren) en leeftijdgenoten. Vervult voorbeeldfunctie. Scholing Eén of meer leerplichtige kinderen staan niet ingeschreven bij een school en/of gaan niet naar les. Eén of meer leerplichtige kinderen zijn frequent (meer dan 5 keer per maand) zonder geldige reden afwezig en/of hebben geen mogelijkheden om huiswerk te maken. Ouders zijn niet betrokken bij school. Eén of meer leerplichtige kinderen zijn regelmatig (2-5 keer per maand) zonder geldige reden afwezig en/of hebben beperkte mogelijkheden om huiswerk te maken. Ouders zijn minimaal betrokken bij school. Er zijn geen leerplichtige kinderen of leerplichtige kinderen zijn zelden (max. 1 keer per maand) zonder geldige reden afwezig in de les en hebben voldoende mogelijkheden om huiswerk te maken. Ouders zijn voldoende betrokken bij school. Leerplichtige kinderen zijn nooit zonder geldige reden afwezig in de les. Kind heeft goede mogelijkheden om huiswerk te maken. Ouders zijn zeer betrokken bij school. Opvang Opvang van één of meer kinderen is noodzakelijk maar niet beschikbaar of opvang is ernstig beperkt op (bijna) alle gebieden van lichamelijke basiszorg en opvoedtaken. Noodzakelijke opvang van één of meer kinderen is amper beschikbaar of er is een belangrijk probleem op één of meer gebieden van lichamelijke basiszorg en meerdere opvoedtaken worden door opvang niet uitgevoerd. Noodzakelijke opvang voorziet in alle aspecten van basiszorg maar is onbetrouwbaar beschikbaar. Lichamelijke basiszorg is op orde maar één of meerdere opvoedtaken worden door opvang niet uitgevoerd. Opvang is niet noodzakelijk of voldoende en betrouwbaar beschikbaar. Opvang voorziet in alle aspecten van lichamelijk basiszorg én toereikende uitvoering opvoedtaken Hoge kwaliteit opvang is beschikbaar naar keuze en voorziet in goed ontwikkelde basiszorg en opvoedtaken. GGD Amsterdam. Fassaert, Lauriks, Buster, De Wit, van de Weerd en Schönenberger Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs. De gebruiker mag deze uitgave niet voor willekeurige commerciële doeleinden gebruiken, aanpassen, of overbrengen. Contact: zrm@ggd.amsterdam.n 20 11

12 In 2013 is een wetenschappelijk artikel verschenen op basis van onderzoek naar de interne consistentie en betrouwbaarheid van de ZRM. Het onderzoek laat zien dat het instrument één onderliggend construct meet, waarvan de interne consistentie goed is. Ook de overeenstemming tussen beoordelaars waren adequaat. (Fassaert, et al. 2013). De eerste analyse met ontwikkelingen in de tijd voor wat klanten van de maatschappelijke opvang betreft in verschillende steden en analyses van klantprofielen van de maatschappelijke opvang en klanten van de dienst werk en inkomen zijn gepresenteerd op het symposium zicht op zelfredzaamheid door onderzoekers van de GGD -Amsterdam. Ondersteuningsbehoefte en kwaliteit van bestaan Jos van Loon van Arduin, een zorginstelling in Walcheren, heeft veel betekend en ontwikkeld in de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Bij hem staan de concepten kwaliteit van bestaan en ondersteuningsdenken centraal. Van Loon gaat uit van de idee dat de kerntaak van een organisatie voor dienstverlening aan mensen met een beperking het bieden van ondersteuning is, ten einde de kwaliteit van hun bestaan te optimaliseren. Daarbij omvatten de kwaliteit van bestaan voor mensen met beperkingen dezelfde factoren en relaties als die belangrijk zijn voor elk mens. De kwaliteit van bestaan wordt vergroot door personen in staat te stellen zelf te participeren in beslissingen die hun eigen leven betreffen. De kwaliteit van bestaan wordt vergroot door personen in hun eigen plaatselijke samenleving deel te laten nemen, hen te accepteren en respecteren en volledig te integreren (inclusie). Van Loon spreekt in dit verband van de toegankelijke samenleving. Van Loon (Loon, et al. 2008) heeft op basis van de theoretische inzichten van Schalock samen met andere onderzoekers van de universiteit van Gent een wetenschappelijke gevalideerde methodiek ontwikkeld om kwaliteit van leven (Personal Outcome Scale) te meten, en een methodiek om de ondersteuningsbehoefte (Supports Intensity Scale) in kaart te brengen. Op dit moment loopt een studie of dit instrument ook in de ouderenzorg toegepast en gevalideerd kan worden. Voor de Personal Outcome Scale (POS) worden per domein 6 vragen gesteld, die de cliënt zelf beantwoordt (zelfbeoordeling) en 6 vragen die door een ander persoon beantwoord wordt (ouder, familielid, professional of ander persoon die werkt of leeft met de betreffende cliënt). Indien de persoon zelf niet in staat is de vragen te beantwoorden (al dan niet met gebruik van ondersteuning in de communicatie) zal één gesprek gehouden worden met minimaal twee personen uit het netwerk van de cliënt (beoordeling door anderen). Kwaliteit van leven (Schalock) 12

13 Het is aan iedere organisatie om zelf te bepalen of voor een cliënt alleen de zelfbeoordeling óf de beoordeling door anderen óf beide gesprekken gedaan worden. De vragen die gesteld worden, kunnen worden beantwoord met vaak, soms en zelden tot nooit, dan wel met andere woorden die een benadering geven van de kwaliteit van bestaan op de verschillende domeinen. In totaal betreft het 48 vragen. De Supports Intensity Scale (SIS) wordt afgenomen in een semigestructureerd interview bij twee of meer respondenten die de persoon om wie het gaat goed kennen. Indien de interviewer de cliënt goed kent, mag hij/zij gelijktijdig als respondent optreden. Onder bepaalde voorwaarden (communicatieve vaardigheden) kan ook de cliënt zelf één van de respondenten zijn. (Bohn, Stafleu van Loghem 2013). Het instrument om ondersteuningsbehoefte te meten (SIS) is een belangrijk en interessant instrument als voorbereiding van een ondersteuningsplan voor diverse doelgroepen met (meer structurele) ondersteuningsvragen, onder wie mensen met beperkingen en mensen met dementie. Bovendien sluit het aan bij de visie van ondersteuningsdenken en oplossingsgericht werken wat in Walcheren bij gemeenten en zorgaanbieders gemeengoed is. Data In RBA-termen lijkt het bij het meten van de inzet voor deze doelgroepen van belang om vast te leggen of de SIS is gebruikt ten behoeve van het ondersteuningsplan. Om zicht te krijgen op het effect van de ondersteuning of hulp gaat het om het regelmatig beoordelen met behulp van de Zelfredzaamheid-Matrix of de Personal Outcome Scale (POS). De POS is ontwikkeld en gevalideerd voor mensen met een verstandelijke beperking en vereist een ervaren professional die ook het conceptuele kader zich eigen gemaakt heeft. De ZRM is voor meerdere doelgroepen toepasbaar en vereist beperktere scholing. We zijn ook nog gestuit op een ander instrument, de effectenster met verschillende domeinen en sterren per doelgroep (gezinster, werk- ster, budget-ster, jongeren-ster, ouderen-ster, psychiatrie-ster). Vooralsnog lijkt de breed-inzetbare ZRM het meest aangewezen instrument voor de regio Walcheren voor het monitoren van de brede Wmo. De ZRM past bij het ondersteuningsplan zoals dat nu geïmplementeerd wordt, en zou als een aanscherping van het ondersteuningsplan gefaseerd ingevoerd kunnen worden. Uiteraard zijn aanvullende instrumenten nodig, afhankelijk van de trajecten en acties. Zo zal een risicotaxatie onderdeel moeten zijn van de informatie die op tafel ligt bij de triage bij gezinnen waar veiligheidsrisico s spelen. De mogelijke indicatoren die van belang zijn voor het meten van inzet en resultaat van de hulpverlening aan deze gezinnen zijn benoemd in dit rapport (zie pagina 8). De instrumenten die daarbij horen, moeten nog benoemd of uitgewerkt worden met de professionals en ingepast in de automatisering. Wanneer we indicatoren hebben gekozen die herkenbaar zijn en zeggingskracht hebben, geldt immers nog het derde criterium van Friedman: de datakwaliteit moet goed zijn, dat wil zeggen dat data op een vast punt, volgens een vast protocol, door goed geïnstrueerde werkers in het overgrote deel van de casussen wordt ingevoerd. Alleen dan kunnen er steekhoudende conclusies worden getrokken en het gesprek over de resultaten, de achtergronden die daarbij horen en verbeteringen plaatsvinden (zonder dat er nog vragen over de kwaliteit van de data zijn). Afsluitend Samenvattend zal een organisatie of regio die met een verbeterproces in de hulpverlening aan de slag gaat, moeten nadenken over: Hoe betrek ik het werkveld en subsidiegevers bij een inhoudelijke discussie over de keuze van de prestatieindicatoren? Hoe zorg ik ervoor dat het echt om effecten gaat en niet om inzet? Hoe zorgen we ervoor dat onze visie wordt vertaald in de prestatie-indicatoren? Hoe zorg ik ervoor dat mijn idee waarop deze visie is gebaseerd ook wordt gecheckt aan de realiteit (Zijn kinderen echt meer veilig als er vaker een netwerkstrategie is ingezet?). Hoe schep ik de randvoorwaarden voor goede data door onder andere duidelijke structuur in het zorgproces, startpunt, gedefinieerde paden, instructie en draagvlak voor het invoeren, gebruiken en bespreken van de gegevens. Wie is eigenaar van de gegevens? Hoe regel ik dat de feedback verloopt op een constructieve manier? Er zal sprake moeten zijn van continue inzet en aandacht van management, bestuurders, ICT, teamleiders en medewerkers voor monitoring en feedback om daadwerkelijk een verbeterproces te starten en aan de gang te houden. Tot slot het motto blijft: what gets measured gets done Dus wie kwaliteit wil hebben, moet kwaliteit gaan meten (en definiëren). 13

14 Informatie Wil uw organisatie of regio ook aan de slag met een dergelijk verbeterproces? Neem dan contact op met Ankie Smit of Eric Sulkers

15 Literatuur Binnenlands Bestuur. (2013, augustus 29). Jeugdzorg kan kwart goedkoper. Binnenlands Bestuur. Bohn, Stafleu van Loghem. (2013). Support Intensity Scale: Schaal intensiteit van ondersteuningsbehoeften. Opgeroepen op 1 9, 2015, van Testweb: Clarijs, R. (2014). Het is goed, dus het kan beter: een betoog in tien stappen over een succesvolle decntralisatie van jeugdzorg. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Fassaert, T., Lauriks, S., Weerd, S. v., Wit, M. d., & Buster, M. (2013). Ontwikkeling en betrouwbaarheid van de Zelfredzaamhid- Matrix. TSG, Friedman, M. (2005). Trying hard is nog good enough: how to produce measurable improvements for cutomers and communicaties. Victoria: Trafford Publishing. Klerk, A. d., Sprundel, E. v., Overbeeke, J. v., & Gorsel, W. v. (2013). Integraal Jeugdbeleid Vlissingen Eindverslag periode Middelburg: Scoop. Loon, J., Hove, G. v., Schalock, R., & Claes, C. (2008). Persoonlijke Ondersteuningsuitkomsten Schaal: individuele kwaliteit van bestaan : scoreboek. Antwerpen: Garant. Smit, A. (2008). Integraal Jeugdbeleid: resultaten en indicatoren. Middelburg: Scoop. Smit, A. (2009). Sociale Staat van Zeeland: Provinciaal rapport Middelburg: Scoop. Smit, A. e.a. (2011). Integraal Jeugdbeleid 2011: resultaten en indicatoren. Middelburg: Scoop. Smit, A. en Sulkers E. (2013). Kinderen veilig in Zeeuwse gemeenten. Middelburg: Scoop. Sprundel, E. v., Smit, A., & Vos, K. d. (2011). Monitor Economische Impuls/Kenniseconomie. Middel-burg: Scoop. TNO-zelfredzaamheidmatrix. (2015). Opgeroepen op 1 9, 2015, van Zelfredzaamheidmatrix: Waal, S. d. (2011). Een betere Zorg voor Jeugd. Decentralisatie van de Jeugdzorg als kans. Public Space Foundation: Maarssen. Maarssen.: Public Space Foundation. Yperen, T. v. (2013, juni 4). Met kennis oogten: monitoring en doorontwikkeling van integrale zorg voor jeugd. Groningen: Rijksuniversiteit Grongingen. Yperen, T. v., Wilde, E. J., & Keuzenkamp, S. (2014). Werken met prestatie-indicatoren in de jeugdhulp. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. 15

Zelfredzaamheid-Matrix

Zelfredzaamheid-Matrix Bijlage 2 Zelfredzaamheid-Matrix DOMEIN 1 - acute problematiek 2 - niet zelfredzaam 3 - beperkt zelfredzaam 4 - voldoende zelfredzaam 5 - volledig zelfredzaam Financiën Geen inkomsten. Hoge, groeiende

Nadere informatie

Bijlage: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Diemen 2015

Bijlage: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Diemen 2015 Bijlage: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Diemen 2015 Bijlage 2 Afschrijvingstermijnen hulpmiddelen en woningaanpassingen 4 jaar 5 jaar 6 jaar Autozitje voor kinderen Aankoppelbaar fietsdeel

Nadere informatie

INTEGRAAL LOOPBAAN BEGELEIDINGSPLAN

INTEGRAAL LOOPBAAN BEGELEIDINGSPLAN INTEGRAAL LOOPBAAN BEGELEIDINGSPLAN Personalia kandidaat Naam Voorletters Roepnaam Adres Postcode en woonplaats Telefoon E-mail Geslacht Geboorteplaats Burgerlijke staat Rijbewijs Vervoer BSN Identiteitsbewijs

Nadere informatie

AANMELDING CENTRALE TOEGANG NOORD-VELUWE

AANMELDING CENTRALE TOEGANG NOORD-VELUWE AANMELDING CENTRALE TOEGANG NOORD-VELUWE Postadres Centrale Toegang Noord-Veluwe: Postbus 3, 7200 AA Zutphen Waarvoor is dit formulier? Met dit formulier vraagt u bij de Centrale Toegang van de GGD Noord-

Nadere informatie

Screeningscriteria Centrale Toegang volgens processchema

Screeningscriteria Centrale Toegang volgens processchema Screeningscriteria Centrale Toegang volgens processchema 1. Toelatingscriteria Maatschappelijke Opvang Toelatingscriteria Maatschappelijke opvang 1 Score Zelfredzaamheidmatrix als toetsing verblijf binnen

Nadere informatie

Resultaatgericht werken in het sociaal domein

Resultaatgericht werken in het sociaal domein Resultaatgericht werken in het sociaal domein Eigen kracht, schalen met de klant Bepalen van de eigen kracht -Gebruik eens een schaalvraag! Wat is een schaalvraag? Hoe zet je een schaalvraag in? Netwerk

Nadere informatie

De Zelfredzaamheid-Matrix

De Zelfredzaamheid-Matrix De Zelfredzaamheid-Matrix Factsheet over het eenvoudig en gestandaardiseerd meten van zelfredzaamheid. 2 Wat is de Zelfredzaamheid-Matrix? 2 De OGz kan de ZRM goed gebruiken 3 De ontwikkeling van de ZRM:

Nadere informatie

U dient dit formulier tijdens het gepland gesprek mee te nemen. Dit formulier is onderdeel van het gesprek.

U dient dit formulier tijdens het gepland gesprek mee te nemen. Dit formulier is onderdeel van het gesprek. Geachte heer/ mevrouw, Hoe gaat het met u? Om duidelijk te krijgen hoe het op dit moment met u gaat, willen wij u vragen onderstaande vragen te beantwoorden. U mag bij elk onderwerp (het zijn er 11) in

Nadere informatie

Het Gesprek de hulpvraagverduidelijking

Het Gesprek de hulpvraagverduidelijking Het Gesprek de hulpvraagverduidelijking Datum melding: Medewerker: Datum gesprek: Gegevens cliënt Naam cliënt(en) /melders Man Vrouw Echtpaar Kinderen (aantal) Adres Postcode en woonplaats Geboortedatum

Nadere informatie

jeugdcatalogus West Brabant West Criteria Verwijsmodel GGD Amsterdam versie 2013

jeugdcatalogus West Brabant West Criteria Verwijsmodel GGD Amsterdam versie 2013 jeugdcatalogus West Brabant West Matrix Criteria Verwijsmodel GGD Amsterdam versie 2013 Werken met de matrix maatschappelijke redzaamheid Wat is de matrix maatschappelijke zelfredzaamheid? De matrix maatschappelijke

Nadere informatie

Sturen op maatschappelijk resultaat Contacta College 9 november 2017

Sturen op maatschappelijk resultaat Contacta College 9 november 2017 Sturen op maatschappelijk resultaat Contacta College 9 november 2017 drs. Ankie Smit Hoofd ZB Planbureau asmit@dezb.nl 06 23584678 MAATSCHAPPELIJK RESULTAAT EN ONDERNEMEN Werkloosheid Arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Zelfredzaamheid-matrix. Matty de Wit, Steve Lauriks, Leonie Klaufus, Wijnand van de Boom

Zelfredzaamheid-matrix. Matty de Wit, Steve Lauriks, Leonie Klaufus, Wijnand van de Boom Zelfredzaamheid-matrix Matty de Wit, Steve Lauriks, Leonie Klaufus, Wijnand van de Boom 4 februari 2015 Zelfredzaamheid-matrix DOMEIN 1 acute problematiek 2 niet zelfredzaam 3 beperkt zelfredzaam 4 voldoende

Nadere informatie

Meten is weten verbeteren

Meten is weten verbeteren Meten is weten verbeteren Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut / Rijksuniversiteit Groningen 12 juni 2014 t.vanyperen@nji.nl @tomvanyperen Deze bijdrage Jeugdhulp kan effectiever met prestatie-indicatoren

Nadere informatie

Beleidskaders. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Gemeente Coevorden

Beleidskaders. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Gemeente Coevorden Beleidskaders Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Gemeente Coevorden Voorwoord Voor u liggen de beleidskaders voor de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. Met ingang van 2015 hebben we als gemeente

Nadere informatie

Zelfredzaamheid-Matrix. Volledige en telbare beoordeling van cliënten

Zelfredzaamheid-Matrix. Volledige en telbare beoordeling van cliënten Zelfredzaamheid-Matrix Volledige en telbare beoordeling van cliënten Wat is de Zelfredzaamheid-Matrix? Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid is: Het zelf realiseren van een acceptabel niveau op belangrijke domeinen

Nadere informatie

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Algemene Gegevens Gegevens klant Naam Geboortedatum BSN Klantnummer Zijn er kinderen aanwezig? Gegevens aanbieder Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam ondersteuner Contactgegevens

Nadere informatie

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder

Nadere informatie

Van Wmo-beleid naar zorgpraktijk. Wmo-netwerkbijeenkomst 20 november 2014

Van Wmo-beleid naar zorgpraktijk. Wmo-netwerkbijeenkomst 20 november 2014 Van Wmo-beleid naar zorgpraktijk Wmo-netwerkbijeenkomst 20 november 2014 Wmo2015 waar staan we? Wmo 2015: brede wet Wmo 2007 Woningaanpassingen Vervoersvoorzieningen Rolstoelen Welzijnsbeleid Hulp bij

Nadere informatie

Zelfredzaamheidprofielen van mensen met AWBZ-begeleiding in de Peelgemeenten

Zelfredzaamheidprofielen van mensen met AWBZ-begeleiding in de Peelgemeenten Zelfredzaamheidprofielen van mensen met AWBZ-begeleiding in de Peelgemeenten 1. Inleiding De gemeenten in de Peel bereiden zich voor op de veranderingen in het sociale domein en voeren onder andere een

Nadere informatie

Rapportage POS analyse 2016

Rapportage POS analyse 2016 Rapportage POS analyse 2016 Sinds de tweede helft van 2013 wordt elke drie jaar de Persoonlijke Ondersteuningsuitkomsten Schaal (POS) afgenomen bij de cliënten van Radar. De POS meet de Kwaliteit van Bestaan

Nadere informatie

Regeling subsidie lichte ondersteuning gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie lichte ondersteuning gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie lichte ondersteuning gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische

Nadere informatie

Raad op zaterdag Eindhoven 28 januari 2017 Ronde 1 van uur

Raad op zaterdag Eindhoven 28 januari 2017 Ronde 1 van uur Raad op zaterdag Eindhoven 28 januari 2017 Ronde 1 van 10.30-11.45 uur Astrid Jansen, projectleider jeugd VNG Afke Donker, Nederlands Jeugdinstituut Gespecialiseerde jeugdhulp en meten van effecten Hoe

Nadere informatie

Deze vragenlijst meet sociaal welbevinden (functioneren in de maatschappij) op 8 verschillende gebieden. Aangemaakt op:

Deze vragenlijst meet sociaal welbevinden (functioneren in de maatschappij) op 8 verschillende gebieden. Aangemaakt op: Sociaal Welbevinden Vragenlijst Deze vragenlijst meet sociaal welbevinden (functioneren in de maatschappij) op 8 verschillende gebieden. Aangemaakt op: 03-03-2017 Aangepast op: 03-03-2017 Gedownload op:

Nadere informatie

Handleiding voor het ZRM-supplement: Tijdsbesteding. Wijnand van den Boom, Menno Segeren, Leonie Klaufus, Tjerk Kamann, Steve Lauriks, Matty de Wit

Handleiding voor het ZRM-supplement: Tijdsbesteding. Wijnand van den Boom, Menno Segeren, Leonie Klaufus, Tjerk Kamann, Steve Lauriks, Matty de Wit Handleiding voor het ZRM-supplement: Tijdsbesteding Wijnand van den Boom, Menno Segeren, Leonie Klaufus, Tjerk Kamann, Steve Lauriks, Matty de Wit 1 Handleiding voor het ZRM-supplement: Tijdsbesteding

Nadere informatie

Raad op zaterdag 24 september 2016

Raad op zaterdag 24 september 2016 Raad op zaterdag 24 september 2016 Astrid Jansen, projectleider jeugd VNG Afke Donker, Nederlands Jeugdinstituut Gespecialiseerde jeugdhulp en meten van effecten Hoe weet u of uw beleid effect heeft? Programma

Nadere informatie

De Effectenarena brengt vier ingrediënten met elkaar in verband:

De Effectenarena brengt vier ingrediënten met elkaar in verband: Effectenarena Met de Effectenarena krijg je de hoofdingrediënten van een interventie helder: activiteiten, effecten, investeerders en incasseerders. In dialoog analyseren en verbinden betrokkenen deze

Nadere informatie

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Voorlichting Dialoogtafelmethodiek Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Academische Werkplaatsen TJ Wat? Kennisinfrastructuur waarin praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Factsheet. Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet

Factsheet. Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet Factsheet Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet Colofon Uitgave Landelijke Cliëntenraad Postbus 95966 2509 CZ Den Haag T (070) 3499790 www.landelijkeclientenraad.nl info@lcr-suwi.nl Auteurs

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Toetsingskader 2019, pagina 1 Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid De Wmo-toezichthouder ziet, in opdracht van de gemeenten in Gelderland-Zuid, toe op de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Stand van zaken Sociaal Domein

Stand van zaken Sociaal Domein Stand van zaken Sociaal Domein Van transitie naar transformatie Gemeenteraad 27 oktober 2016 Voorbereiding Inhoud 2013 2020 Implementatie en borging Transformatie 1-1-2015 transitie heden Waar staan we

Nadere informatie

Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix vertaald naar te behalen resultaten

Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix vertaald naar te behalen resultaten Resultaatgebieden zelfredzaamheidsmatrix vertaald naar te behalen resultaten Rond de inkoop van individuele begeleiding is behoefte aan concreet geformuleerde resultaten die de lokale toegang (sociaal

Nadere informatie

Clientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014

Clientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014 Welbevinden Doel Het bevorderen van welzijn en de kwaliteit van leven, achteruitgang vertragen en mantelzorgers ontlasten door het dragelijk houden van de effecten van de aandoening van de cliënt en langer

Nadere informatie

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Utrecht, juli 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp Mei 209 Dit is een overzicht van de uitkomsten van de twee werksessies met gemeenten, wijkteams, zorgaanbieders en jongeren.

Nadere informatie

Resultatenoverzicht 2017

Resultatenoverzicht 2017 Resultatenoverzicht 2017 Op weg naar resultaatsturing Mechteld Beentjes Juli 2016 Waar hebben we het over? Wet maatschappelijke ondersteuning We geven maatschappelijke ondersteuning om een maatschappelijk

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Inhoud workshop Hoe is het allemaal begonnen? Het onderzoek Procesbeschrijving (zoektocht

Nadere informatie

Samen sterk in maatschappelijk werk

Samen sterk in maatschappelijk werk Samen sterk in maatschappelijk werk Wetteren Wichelen Laarne Een veranderingstraject met toekomst en vertrouwen - GBO Ons verhaal Proefproject Geïntegreerd Breed Onthaal Screenen van de zelfredzaamheid

Nadere informatie

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015 T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015 Utrecht, juni 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Een Persoonsgerichte Ondersteuningsmethodiek

Een Persoonsgerichte Ondersteuningsmethodiek Een Persoonsgerichte Ondersteuningsmethodiek De SIS en de POS in een context van methodisch bevorderen van kwaliteit van bestaan voor mensen met een verstandelijke beperking Dr. J.H.M. van Loon, Stichting

Nadere informatie

De ZRJ: wat kun je ermee?

De ZRJ: wat kun je ermee? De ZRJ: wat kun je ermee? Zelfredzaamheidschaal voor Jeugdigen Lianne Lekkerkerker & Anne Addink NJi De ZRJ: waar hebben we het over? Wie kent de ZRJ? Wie kent de ZRM? Wat meet de ZRJ? Wat is zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Beschrijving Doelstellingen Wmo Stabilisering en Groei

Beschrijving Doelstellingen Wmo Stabilisering en Groei Beschrijving Doelstellingen Wmo 2015-2018 Stabilisering en Groei Beschrijving doel Stabilisering Doel Individu in staat stellen op het hoogst haalbare niveau van participatie en zelfredzaamheid te komen

Nadere informatie

Effectmeting Jongerenwerk meet vorderingen van deelnemers aan jongerenwerk ten aanzien van de volgende leefgebieden:

Effectmeting Jongerenwerk meet vorderingen van deelnemers aan jongerenwerk ten aanzien van de volgende leefgebieden: Effectmeting Jongerenwerk Effectmeting Jongerenwerk brengt o.b.v. van een webapplicatie individuele effecten van deelname aan jongerenwerk in beeld brengt, voor de gehele doelgroep of delen daarvan. Aangemaakt

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016 Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020 Workshop 18 februari 2016 Programma 9.30 uur Welkom Toelichting VTV 2014 en Kamerbrief VWS landelijk gezondheidsbeleid Concept Positieve Gezondheid Wat is integraal gezondheidsbeleid?

Nadere informatie

Zorgaanbieder stelt samen met klant het ondersteuningsplan op. Kortdurende beschikking. klant stuurt getekend onderszoeksverslag retour (aanvraag)

Zorgaanbieder stelt samen met klant het ondersteuningsplan op. Kortdurende beschikking. klant stuurt getekend onderszoeksverslag retour (aanvraag) Handleiding Format Ondersteuningsplan SDD Vanaf januari 2016 gaat de SDD met behulp van de ZRM-methodiek indiceren. Deze handleiding is opgesteld om de bedoeling van het format voor het ondersteuningsplan

Nadere informatie

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) (Bron: GGD Amsterdam) bevat onder andere het domein huisvesting. Het afwegingskader in deze bijlage is afgeleid van deze zelfredzaamheidsmatrix.

Nadere informatie

WIE IS HET? LVB & Zelfredzaamheid: Een vergelijking tussen 010 & 020. Marie-Jolette Luijks & Leonie Harwig Symposium 2 juli 2015

WIE IS HET? LVB & Zelfredzaamheid: Een vergelijking tussen 010 & 020. Marie-Jolette Luijks & Leonie Harwig Symposium 2 juli 2015 WIE IS HET? LVB & Zelfredzaamheid: Een vergelijking tussen 010 & 020 Marie-Jolette Luijks & Leonie Harwig Symposium 2 juli 2015 Programma workshop Aanleiding onderzoek Doelgroep: Over wie hebben we het?

Nadere informatie

Ervaren Druk door Informele Zorg-plus (EDIZ-plus) Beschrijving

Ervaren Druk door Informele Zorg-plus (EDIZ-plus) Beschrijving Ervaren Druk door Informele Zorg-plus (EDIZ-plus) De EDIZ-plus vragenlijst meet de ervaren belasting (gevoelens van verplichting, problemen in combineren van taken, overschrijden van grenzen, gezondheid)

Nadere informatie

Instructie cliëntprofielen

Instructie cliëntprofielen Bijlage 4 Instructie cliëntprofielen Dit document beschrijft: 1. Inleiding cliëntprofielen 2. Proces ontwikkeling cliëntprofielen 3. Definitie cliëntprofielen 4. De cliëntprofielen op hoofdlijnen 5. De

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Outcome in zicht: JGZ? Erik Jan de Wilde, 16 maart 2015

Outcome in zicht: JGZ? Erik Jan de Wilde, 16 maart 2015 Outcome in zicht: JGZ? Erik Jan de Wilde, 16 maart 2015 Inhoud Outcome in Zicht: Wat hebben we gedaan? Outcome en de JGZ? 2 Aanleiding project Gemeenten zijn per 1 jan. 2015 wettelijk verplicht aan te

Nadere informatie

OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam

OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam G4-USER OGGZ monitor matrix Inhoud Zelfredzaamheid-Matrix Hoeveel daklozen zijn er? 4/15/2015 2 G4-USER Urban Social Exclusion

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren lokale zorg voor jeugd: geleerde lessen

Prestatie-indicatoren lokale zorg voor jeugd: geleerde lessen Prestatie-indicatoren lokale zorg voor jeugd: geleerde lessen Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut / Rijksuniversiteit Groningen t.vanyperen@nji.nl @Tomvanyperen In deze bijdrage Waar gaat het ook

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1 Utrecht, oktober 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

ALGEMENE GEGEVENS. Datum aanmelding: Dit gezinsplan is opgesteld samen met:

ALGEMENE GEGEVENS. Datum aanmelding: Dit gezinsplan is opgesteld samen met: VAN : DATUM: ALGEMENE GEGEVENS 1 Datum aanmelding: Dit gezinsplan is opgesteld samen met: 1. Samenstelling van mijn gezin (evt. genogram of sociogram invullen als bijlage) Naam Relatie tot het kind m/v

Nadere informatie

Zelftest Basisteam Jeugd -

Zelftest Basisteam Jeugd - Zelftest Basisteam Jeugd - Realisatie doelen van de jeugdwet 2015 Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Gezondheidswetenschappen Ant. Deusinglaan 1 9713 AV Groningen Uitvoeringsteam C4Youth Contactpersoon:

Nadere informatie

ZRM-klantprofielen in het Sociaal Domein

ZRM-klantprofielen in het Sociaal Domein ZRM-klantprofielen in het Sociaal Domein Een eerste ontwerp van klantprofielen op basis van Zelfredzaamheid- Matrix (ZRM) scores van bijstandsgerechtigden, kwetsbare huishoudens en mensen die zich aanmelden

Nadere informatie

Gespecialiseerde begeleiding

Gespecialiseerde begeleiding Advanced Therapy Gespecialiseerde begeleiding Ibtisam Rizkallah Charlotte Stoop 06-44464540 026-3891964 info@advancedtherapy.nl 1 Inhoud Intensieve Ondersteuning Gezin... 2 (IOG)... 2 1.1 Inhoud en doelgroep...

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Eerste contactpersoon Dr. Jos van Loon Manager Arduin / onderzoeker en prof. aan de Vakgroep Orthopedagogiek Gent

Eerste contactpersoon Dr. Jos van Loon Manager Arduin / onderzoeker en prof. aan de Vakgroep Orthopedagogiek Gent Checklist Contactgegevens Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of anderszins.

Nadere informatie

Zr, 2-L)C4.A.8 GESCAND OP 1 4 SEP. 2012. Gemeente Wormerland

Zr, 2-L)C4.A.8 GESCAND OP 1 4 SEP. 2012. Gemeente Wormerland BINNENGEKOMEN 1 4 SEP, 2012 Zr, 2-L)C4.A.8 - Integraal Toezicht Jeugdzaken Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - cot_ Lete > Retouradres Postbus 19201 3501 DE Utrecht Gemeente Wormerland t.a.v.

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een

Nadere informatie

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Sturen op kwaliteit Theorie en praktijk Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Opbouw verhaal Wat willen we in het jeugdveld Evidence-based werken en vakmensschap Samen lerend doen wat

Nadere informatie

Raad op zaterdag 30 januari 2016

Raad op zaterdag 30 januari 2016 Raad op zaterdag 30 januari 2016 Astrid Jansen, projectleider jeugd VNG Afke Donker, Nederlands Jeugdinstituut Gespecialiseerde jeugdhulp en meten van effecten Hoe weet u of uw beleid effect heeft? Programma

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Beleidskader RMC 2017-2020 Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Inleiding Voor u ligt het beleidskader RMC van de regio Zuidoost-Brabant. RMC staat voor Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Gemeenten

Nadere informatie

Toetsingskader Veilig Thuis 2015

Toetsingskader Veilig Thuis 2015 Toetsingskader Veilig Thuis 2015 Utrecht, juni 2015 De foto op de voorkant betreft geen personen in de jeugdhulp en is uitsluitend ter illustratie Toetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

Nadere informatie

Inhoud 1. Intensieve Ondersteuning Gezin (IOG) Inhoud en doelgroep Beoogd eindresultaat Werkwijze Aanpak

Inhoud 1. Intensieve Ondersteuning Gezin (IOG) Inhoud en doelgroep Beoogd eindresultaat Werkwijze Aanpak Inhoud 1. Intensieve Ondersteuning Gezin (IOG)... 2 1.2 Inhoud en doelgroep... 2 1.3 Beoogd eindresultaat... 3 1.4 Werkwijze... 3 1.5 Aanpak... 3 1.6 Door wie... 4 1.7 Duur... 4 1.8 Waar... 4 1.9 Op welke

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak 1 2 1. Samenvatting Inleiding Kinderen hebben recht op bescherming tegen kindermishandeling, zo staat in het VN- Kinderrechtenverdrag (IVRK). Toch komt kindermishandeling in Nederland nog steeds op grote

Nadere informatie

Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie

Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Bewezen effectief werken. Korte introductie

Bewezen effectief werken. Korte introductie Bewezen effectief werken Korte introductie Gert van den Berg Brussel, 20 maart 2018 Programma Evidence-based werken Werken aan verbetering Databank en Commissie * Voorbeelden Verdere ontwikkeling 2 Achtergrond

Nadere informatie

Ondersteunen bij dagelijkse bezigheden

Ondersteunen bij dagelijkse bezigheden Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij dagelijkse bezigheden Crebonummer: 92661 en 92662 Opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

REACTIE OP HET ADVIES VAN DE WMO ADVIESRAAD DE BILT INZAKE CONCEPT GEZONDHEIDSNOTA

REACTIE OP HET ADVIES VAN DE WMO ADVIESRAAD DE BILT INZAKE CONCEPT GEZONDHEIDSNOTA 1. We zouden graag zien dat de komende jaren de samenwerking op dit terrein wordt verstevigd. Zo kan de gemeente de interactie tussen instellingen als scholen en sportclubs onderling faciliteren en het

Nadere informatie

Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp

Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp Utrecht, november 2015 Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie

Nadere informatie

Onderzoeksformulier Beschermd Wonen

Onderzoeksformulier Beschermd Wonen Onderzoeksformulier Beschermd Wonen U ontvangt dit formulier, omdat u een melding heeft gedaan of wilt doen voor Beschermd Wonen. Dit formulier kunt u zelf als aanvrager invullen samen met uw hulpverlener

Nadere informatie

Onderzoeksformulier Beschermd Wonen Regiogemeenten

Onderzoeksformulier Beschermd Wonen Regiogemeenten Onderzoeksformulier Beschermd Wonen Regiogemeenten Voor een eenduidige werkwijze zullen we vanaf 2019 met dit formulier gaan werken. Indien u een overdracht aan de gemeente Nissewaard voor Beschermd Wonen

Nadere informatie

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Presentatie Monitoring. Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers

Presentatie Monitoring. Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers Presentatie Monitoring Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers Commissie Sociaal Domein, 28 april 2015 Programma 1. Doel van de presentatie 2. Wat moeten we tot stand brengen 3. Drie

Nadere informatie

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg?

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg? Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg? Zo regelt Heerlen de toegang tot de Wmo, jeugdhulp en participatie Bent u professional in de zorg of heeft u in uw (vrijwilligers)werk met de zorg te maken? Wilt

Nadere informatie

Versie: 1 juli BIJLAGE 4: Resultaatsgebieden en activiteiten

Versie: 1 juli BIJLAGE 4: Resultaatsgebieden en activiteiten BIJLAGE 4: Resultaatsgebieden en activiteiten Beschrijving van de doelgroep De doelgroep, die in aanmerking komt voor een Maatwerkvoorziening(en), kan als volgt gekenmerkt worden: De inwoner is 18 jaar

Nadere informatie

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017 Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017 In beweging komen Ontwikkelen Meedoen Met lef! Oktober, 2016 1. Inleiding In 2015 en 2016 gingen wij Meiinoar op reis en die reis gaat verder. De reis wordt intensiever

Nadere informatie

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

!7: ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING !7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING )NKOOPBELEID,ANGDURIGE :ORG +LANTVERSIE Uitgangspunten en inkoopdoelen 2015 Verpleging en Verzorging (V&V) U hebt recht op langdurige zorg als dat nodig is. Denk aan

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

Samenvatting Het draait om het kind

Samenvatting Het draait om het kind Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige

Nadere informatie

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016 Subsidieplafonds Subsidieplafonds 1 0360_15 Subsidieplafonds V1 Subsidieplafonds 2 Subsidieplafonds Beoogd Maatschappelijk Effect stelling Bedrag Jaarlijkse subsidie Samenredzaamheid 1. Ambitie Bewoners

Nadere informatie

Inspectie indicatoren Waarderingskader

Inspectie indicatoren Waarderingskader Inspectie indicatoren Waarderingskader Een samenwerkingsverband wordt ook bezocht door de inspectie voor het onderwijs. Zie hier het inspectiekader voor samenwerkingsverbanden. Kwaliteitsaspect 1 Resultaten

Nadere informatie

Mariëlle Dekker Directeur Augeo Foundation

Mariëlle Dekker Directeur Augeo Foundation Mariëlle Dekker Directeur Augeo Foundation Per 1/12/2013: 47.932 gebruikers groei t.o.v. oktober is 21% 120.000 90.000 5619 (Overige gebruikers) 60.000 6696 (TKM) 35617(cursist) 30.000 Van wij zijn en

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Rapport Zeeuws-Vlaanderen

Rapport Zeeuws-Vlaanderen Rapport Zeeuws-Vlaanderen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Vragenlijst Impacttool Sociale Kaart

Vragenlijst Impacttool Sociale Kaart 1 Vragenlijst Impacttool Sociale Kaart Door Mellouki Cadat (Movisie) en Cemil Yilmaz (IZI Solutions) Deze vragenlijst is een onderdeel van het Impacttool Sociale Kaart. Met de vragenlijst wordt de kwalitatieve

Nadere informatie

Verwerving opvang, wonen en herstel terugblik en vooruitblik - 24 april 2017

Verwerving opvang, wonen en herstel terugblik en vooruitblik - 24 april 2017 Verwerving opvang, wonen en herstel terugblik en vooruitblik - 24 april 2017 Agenda Terugblik; arrangementen op basis van resultaatgebieden marktconsultaties Vooruitblik verlenging overeenkomst marktconsultaties

Nadere informatie

Informatie en instructie zelfredzaamheidscore

Informatie en instructie zelfredzaamheidscore Informatie en instructie zelfredzaamheidscore 1. Inleiding op het onderzoek Tegen de achtergrond van het voorgenomen overheidsbeleid om de lagere ZZP s af te schaffen, heeft ActiZ behoefte aan meer inzicht

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1 Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond 22 januari 2013 14/02/2013 1 Headlines/voorlopige conclusies Deel I: Tussenevaluatie Buurtteams Jeugd en Gezin Pilot Ondiep/Overvecht 14/02/2013 2 Facts en figures

Nadere informatie

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Monitoring van trajecten in de opvang: het MONTRA model Marielle Beijersbergen & Judith Wolf 27 maart 2014 Inleiding De Academische werkplaats Opvang en Herstel heeft opdracht gegeven tot het ontwikkelen

Nadere informatie