Rapportage POS analyse 2016

Transcriptie

1 Rapportage POS analyse 2016 Sinds de tweede helft van 2013 wordt elke drie jaar de Persoonlijke Ondersteuningsuitkomsten Schaal (POS) afgenomen bij de cliënten van Radar. De POS meet de Kwaliteit van Bestaan van een persoon op basis van specifieke indicatoren, de domeinen van Kwaliteit van Bestaan. De uitkomsten van de POS kunnen vervolgens op drie niveaus aangewend worden om het ondersteuningsproces te optimaliseren: Bij de evaluatie van het individuele ondersteuningsplan van de cliënt; Als spiegel -informatie voor de integrale teams, als input voor reflectie en doorontwikkeling; In de vorm van managementinformatie om randvoorwaarden te optimaliseren en (bijvoorbeeld) te kunnen anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen. In dit verslag informeren we u graag over de meest recente resultaten en willen we u tevens deelgenoot maken van onze toekomstplannen met betrekking tot de POS. Resultaten scores cliënten Wlz en WMO Sinds het voorjaar van 2015 hebben we bij 615 cliënten de POS afgenomen. Daarvan hebben 500 cliënten een indicatie vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ), en 115 cliënten hebben recht op ondersteuning vanwege een beschikking in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Tabel 1. POS score Radar Totaal (615 cliënten) Gemiddeld ervaren de cliënten hun Kwaliteit van Bestaan als goed (score 114,3) waarbij opvalt dat de cliënten vanuit de WMO (115,4) hoger scoren dan cliënten vanuit de WLZ (score 114,1). Verderop in dit verslag zullen we daar dieper op ingaan. Scores uitgesplitst naar financieringsvorm Uiteraard is er ook méér specifieke informatie voorhanden om enigszins nuance in bovenstaande cijfers aan te kunnen brengen. In tabel 2 zijn de POS scores zijn uitgesplitst naar de verschillende financieringsvormen: 1

2 Tabel 2. POS scores Totaal uitgesplitst naar financieringsvorm Uit deze gegevens blijkt dat op vrijwel alle onderliggende domeinen goed gescoord wordt. Het domein Sociale Inclusie scoort redelijk. Zoals u in deze tabel kunt zien scoren de WMO cliënten (de rode staven) op de domeinen Persoonlijke Ontwikkeling, Zelfbepaling, Sociale Inclusie en rechten hoger scoren dan de WLZ cliënten. Voor de domeinen Persoonlijke Relaties en Emotioneel-, Fysiek- en Materieel Welbevinden geldt het omgekeerde. Voor gedetailleerde informatie verwijzen we u graag naar de bijlage POS tabellen. Meting 2014 versus 2015/2016 Van 278 cliënten hebben we twee metingen ter beschikking. De eerste meting dateert uit 2014 en de tweede uit eind 2015 /eerste helft Een toename van de ervaren Kwaliteit van Bestaan is waar te nemen, zowel in de totalen (tabel 3) als op de meeste domeinen (tabel 3a) : Tabel 3. POS scores Totaal in 2014 vs. 2015/2016 Tabel 3a. POS scores 2014 vs. 2015/2016 per domein AWBZ versus WMO Dan wordt het natuurlijk interessant om gegevens verder uit te splitsen. In de totale groep bevinden zich 32 cliënten die voorheen (in 2014) via een AWBZ indicatie ambulant ondersteund werden door Radar en tegenwoordig (vanaf 2015) een beschikking vanuit de WMO hebben. De verschuivingen die in POS hebben plaatsgevonden zien er als volgt uit: 2

3 T a b e l 4 S Tabel 4. Scores Ambulant/WMO Totaal (32 cliënten) Tabel 4a. Scores Ambulant/WMO per domein AWBZ versus WLZ De overige 246 cliënten hadden in 2014 een AWBZ indicatie die in de loop van 2015 is overgegaan naar de WLZ. En alhoewel niet zo groot als bij de ambulante cliënten, ook bij deze groep cliënten constateren we een toename van de ervaren Kwaliteit van Bestaan: Tabel 5. Scores AWBZ/WLZ Totaal (246 cliënten) Tabel 5a. Scores AWBZ/WLZ per domein Factoren van invloed op Kwaliteit van Bestaan Radar is niet de enige zorgorganisatie die werkt met de POS. Onderzoek van zowel professor Jos van Loon van collega-instelling Arduin als Sozialwerk St. Georg uit Gelsenkirchen in Duitsland toont aan dat een aantal factoren nadrukkelijk van invloed is op de ervaren Kwaliteit van Bestaan bij cliënten. Daarbij kunt u bijvoorbeeld denken aan: Leeftijd. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt de (subjectief) ervaren Kwaliteit van Bestaan bij die persoon af. Wonen. De ervaren Kwaliteit van Bestaan van mensen in een begeleid wonen situatie is hoger dan die van mensen woonachtig in klassieke residentiële voorzieningen. Geslacht. Gemiddeld ervaren vrouwen een lagere Kwaliteit van Bestaan dan mannen. Deze factoren zijn volgens de onderzoekers moeilijk tot niet te beïnvloeden. Overigens kunnen we deze stellingen staven vanuit onze ervaringen. 3

4 Scores per leeftijdsgroep Uit onze analyse blijkt dat de 113 cliënten van 18 tot en met 30 jaar gemiddeld aanzienlijk hoger scoren dan de 165 cliënten van 60 jaar en ouder: Tabel 6. Scores Totaal cliënten jaar vs. > 60 jaar Tabel 6a. Scores cliënten jaar vs.> 60 jaar per domein Hierbij kunnen we ervan uitgaan dat cliënten met een WMO beschikking niet in een woonvorm woonachtig zijn, terwijl cliënten met een WLZ indicatie dat grotendeels wél zijn, dan kunnen we eveneens deze onderlinge verschillen tegen het licht houden: Tabel 7. Scores cliënten jaar WLZ vs. WMO Tabel 7a. Scores cliënten ouder dan 60 jaar WLZ vs. WMO Hieruit blijkt dat de ervaren Kwaliteit van Bestaan van cliënten in een begeleid wonen (WMO) situatie gemiddeld hoger is dan die van cliënten woonachtig in klassieke residentiële voorzieningen (WLZ). Toekomst onderzoek POS Even terug naar de eerder genoemde onderzoekers en hun bevindingen. Het wordt dus interessant om uit zoeken welke factoren van (de ervaren) Kwaliteit van Bestaan wél te beïnvloeden zijn, want juist dáár kun je als organisatie je pijlen op richten om het ondersteuningsproces te optimaliseren. In dat opzicht herbergt ons Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) een schat aan informatie die wellicht samenhangt met de realisatie van Kwaliteit van Bestaan van onze cliënten. Het zou interessant zijn om de relatie te ontdekken tussen de uitkomsten van de POS en bijvoorbeeld: Zorg- en dwangmaatregelen Meldingen Incidenten Cliënten (MIC) De netwerkkaart De ondersteuningsbehoefte, gegevens uit de Supports Intensity Scale (SIS) 4

5 De mate van betrokkenheid van de cliënt bij de totstandkoming van alle onderdelen van het zorgproces De mate van betrokkenheid van het netwerk bij de ondersteuning Etc. Een gestructureerde aanpak zou kunnen leiden tot nieuwe inzichten waarmee we in meerdere opzichten ons voordeel kunnen doen. Dat vraagt enerzijds om frequente maar tevens goede POS interviews (als basis) en anderzijds het opzetten van een denktank om de mogelijkheden van de POS verder te onderzoeken. Voor wat betreft de POS interviews prijzen we ons gelukkig met gemotiveerde, goed opgeleide medewerkers die hier op gestructureerde basis mee aan de slag gaan en waarbij voortdurend aandacht is voor hun competentieontwikkeling. Voor wat betreft het opzetten van de denktank zullen we uiterlijk 2017 de verbinding leggen tussen onze eigen afdeling expertise en wetenschappers/onderzoekers als professor van Loon, de universiteit van Gent en wie ons verder nog van dienst kan zijn om uiteindelijk geen enkele mogelijkheid van de POS onbenut te laten. Maastricht, 26 augustus 2016 Angelien Frehen Peter Caelen 5

6 Bijlage: POS tabellen Voor elke tabel geldt dat N= het aantal geïnterviewde cliënten. RADAR TOTAAL 6

7 CLUSTER MAASTRICHT 7

8 CLUSTER HEUVELLAND 8

9 CLUSTER HEERLEN 9

10 CLUSTER KERKRADE 10

11 CLUSTER BRUNSSUM NUTH ONDERBANKEN 11

12 CLUSTER LANDGRAAF 12

13 RADAR TOTAAL / LEEFTIJDSGROEPEN 13