Voorstellen voor een nationaal actieplan voor e inclusie tegen 2020

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorstellen voor een nationaal actieplan voor e inclusie tegen 2020"

Transcriptie

1 Voorstellen voor een nationaal actieplan voor e inclusie tegen 2020 Update van de studie MIIS/2010/02 Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof Périne Brotcorne en Gérard Valenduc met de medewerking van Jan Dekelver en Laure Van Hoecke December 2013 Studie in opdracht van POD Maatschappelijke integratie Fondation Travail Université vzw Rue de l Arsenal, 5 B 5000 Namur

2 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Inhoud Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Bestaat de digitale kloof nog? Internetverbreiding De evolutie van de patronen van het internetgebruik Hoofdstuk 2 Evaluatie van de acties die sinds 2005 werden ondernomen Herhaling: evaluatie van de eerste fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof Evaluatie van het luik sensibilisatie Evaluatie van het luik opleiding Evaluatie van het luik toegang voor iedereen Evaluatie van het luik transversale acties Evaluatie van de methodologie en de opvolging van de eerste fase Overzicht van de belangrijkste acties die op federaal niveau zijn ondernomen sinds Federale projecten ondersteund door de POD Maatschappelijke Integratie De acties van de FOD Economie Een overzicht van de voornaamste evoluties in Vlaanderen: mediawijs en e inclusief beleid Het beleidsbegrip mediawijsheid De strategische doelstellingen Overzicht van de belangrijkste veranderingen in Wallonië sinds Ontwikkeling van het Waalse OCR netwerk Evolutie van het Plan mobilisateur TIC (PMTIC) Overzicht van de belangrijkste veranderingen in het Brussels Gewest sinds Hoofdstuk 3 De nieuwe gedaanten van digitale uitsluiting De evolutie van het gebruik van het internet in België Overzicht van de gebruiksdomeinen van online diensten Nieuwe gebruiksvormen en hun impact op maatschappelijke integratie Ontwikkeling van digitale vaardigheden: de notie digitale geletterdheid De recente conceptontwikkeling De verschillende aspecten van digitale geletterdheid Evolutie van de doelgroepen van de acties voor digitale insluiting Europese beleidslijnen in het kader van de Digitale Agenda De twee krachtlijnen van pijler Concrete acties... 40

3 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Hoofdstuk 4 Voorstellen voor een strategisch actieplan E inclusie Visie van het plan Doelstellingen van het plan A. Op individueel vlak: bevordering van de toegankelijkheid en bruikbaarheid van vaste en mobiele digitale technologieën en diensten als een basisrecht voor alle burgers en de meest kwetsbaren in het bijzonder B Op collectief vlak: steun aan de openbare computerruimten in de strijd voor digitale inclusie C. Digitale technologieën ten dienste van de sociale samenhang D. De toe eigening van digitale technologieën democratiseren ten behoeve van professionele, sociale en persoonlijke projecten van zoveel mogelijk burgers E. De ontplooiing van digitale technologieën in een perspectief van duurzame ontwikkeling promoten F. Anticiperen op de technologische evolutie en de opkomst van nieuwe factoren inzake kwetsbaarheid of uitsluiting Coördinatie, communicatie en evaluatie Coördinatie Communicatie Evaluatie Bijlage... 59

4 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Inleiding De POD Maatschappelijke Integratie heeft de uitvoering van een update van de voorbereidende studie voor de nieuwe fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof toevertrouwd aan de Fondation Travail Université. De oorspronkelijke studie die in werd uitgevoerd, bestond uit de evaluatie van de eerste fase van het plan ( ) en voorstellen voor een strategisch e inclusieplan Deze studie werd gepubliceerd op de website van de POD Maatschappelijke Integratie. Een ontwerpplan werd vervolgens ter consultatie voorgelegd in 2011, tijdens een periode waarin de federale regering in lopende zaken was, na de federale verkiezingen van De vraag tot updating vanuit de POD Maatschappelijke Integratie betreft in hoofdzaak drie punten: De analyse van recente, voornamelijk Belgische en Europese, werken en programma s ter bestrijding van de digitale kloof; Overleg met actoren op het terrein over de visie die moet worden opgenomen in de nieuwe versie van het plan, de doelgroepen, de te behalen doelstellingen; De formulering van aanbevelingen over de onderdelen van het plan, de opvolging en de communicatie, met inbegrip van een perspectief op langere termijn, conform de Digitale Agenda 2020 van de Europese Unie. De update werd tussen september en december 2013 uitgevoerd door Périne Brotcorne en Gérard Valenduc (Fondation Travail Université), in samenwerking met Jan Dekelver (Thomas More en KU Leuven) en Laure Van Hoecke (LINC vzw en Mediawijs.be). De POD Maatschappelijke Integratie heeft een toezichtcomité opgericht. Op 9 en 11 december 2013 werden er twee workshops georganiseerd, waarbij een aantal actoren op het terrein werden geraadpleegd over een ontwerpversie van de geactualiseerde aanbevelingen. Voor de lijst met de deelnemers aan deze workshops: zie bijlage. Een aantal deelnemers hadden reeds deelgenomen aan de workshops die in het kader van de studie 2010 waren georganiseerd; de overige deelnemers waren nieuwkomers. Het doel van de workshops was om de geactualiseerde en gereviseerde versie van de actiepunten van het plan te bespreken, te valideren en aan te vullen. Het verslag is opgedeeld in vier hoofdstukken. Het eerste betreft de vraag of de digitale kloof nog steeds bestaat. Uit de analyse van de statistieken blijkt het antwoord hierop bevestigend. De kloof is echter zowel kleiner met een toenemende verspreiding van het internet onder alle bevolkingsgroepen als dieper geworden, omdat digitale uitsluiting een groter risico op sociale uitsluiting met zich meebrengt. In het verslag wordt daarom voorgesteld om de uitdrukking digitale kloof te vervangen door een notie van digitale inclusie. In het tweede hoofdstuk wordt de balans opgemaakt van de acties ten voordele van de digitale inclusie. Eerst wordt er een beknopte evaluatie gegeven van de acties die werden ondernomen tussen 2005 en 2010, tijdens de eerste fase van het plan. Vervolgens wordt er een overzicht gegeven van de belangrijkste vernieuwingen die op federaal niveau en in de drie Gewesten werden doorgevoerd sinds 2010; er is hier geen sprake van een nieuwe inventaris, zoals in 2010, maar eerder van het identificeren van de veranderingen die zich tussen 2011 en 2013 hebben voltrokken in de federale beleidslijnen. 1 Brotcorne P., Dekelver J., Mertens L., Nicolay K., Valenduc G., Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof , Verslag MIIS/2010/02, POD Maatschappelijke intergatie, Brussel, Dit document bestaat ook in het Frans: Préparation de la deuxième phase du plan national de lutte contre la fracture numérique

5 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen In het derde hoofdstuk komen de nieuwe gedaanten van de digitale uitsluiting aan bod. In dit deel wordt de recente evolutie van het gebruik van internet en van online diensten in België onderzocht. Hierbij wordt aangetoond dat de notie van digitale vaardigheid is uitgegroeid tot een breder concept van digitale geletterdheid. Deze vaststelling steunt op werken die op Europees niveau zijn uitgevoerd in het kader van de Digitale Agenda In dit hoofdstuk worden ook de huidige doelgroepen van het digitale inclusiebeleid besproken. De objectieven van het Belgische actieplan voor e inclusie worden getoetst aan die van de pijler Ontwikkeling van een digitale cultuur, vaardigheden en integratie van de Agenda Het vierde hoofdstuk bevat de bijgewerkte visie van het nationale actieplan e inclusie 2020, de voorgestelde doelstellingen en actielijnen, samen met aanbevelingen voor de coördinatie, communicatie en evaluatie. Dit hoofdstuk werd voorgelegd aan de actoren op het terrein. Het plan heeft betrekking op de interventiegebieden die doorgaans de samenwerking tussen de federale, gewestelijke, gemeenschaps en lokale overheden vergen, alsook ook een betrokkenheid vanwege het verenigingsleven. Om voor de hand liggende institutionele redenen wordt onderwijs, een bevoegdheid van de gemeenschappen, niet opgenomen in het toepassingsgebied van de voorstellen en aanbevelingen; levenslang leren echter, wat vaak een samenwerking veronderstelt tussen verschillende actoren en beleidsniveaus, wordt echter wel opgenomen in het plan.

6 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Hoofdstuk 1 Bestaat de digitale kloof nog? Uit de laatste statistieken (2012) over de toegang tot het internet onder de Belgische bevolking is gebleken dat de verdere verbreiding van ICT tot een dubbele transformatie van de digitale kloof heeft geleid. Enerzijds is die kloof gevoelig kleiner geworden omdat hij steeds minder personen treft. Anderzijds is de kloof dieper geworden omdat het risico op sociale uitsluiting voor de niet gebruikers groter is geworden. 1.1 Internetverbreiding In België heeft de verbreiding van het internet zich de voorbije zeven jaar, van 2005 tot 2012, aan een constant tempo voortgezet (+41% over de hele periode, ofwel gemiddeld +5% per jaar). Volgens de jaarlijkse enquête rond de toegang tot ICT en de aanwending ervan door gezinnen, personen en ondernemingen gerealiseerd door ADSEI/Statbel in het kader van de Eurostat enquête m.b.t. de informatiemaatschappij, lag het aantal internetgebruikers 2 onder de Belgische bevolking tussen 15 en 75 jaar op 81% in 2012, tegenover 58% in In 2012 beschikte 78% van de gezinnen over een internetaansluiting, in 2005 was dat nog 50% 3. De leeftijdsgroep jaar de jongste en oudste mensen uitgesloten dus telt momenteel 90% internetgebruikers. Drie vierde van hen gebruikt het internet vrijwel dagelijks. De grafieken van afbeelding 1 tonen deze evolutie ten opzichte van een reeks sociaaldemografische variabelen voor drie referentiejaren: 2012, de meest recente gegevens op het ogenblik dat dit verslag werd opgesteld; 2009, het jaar met de meest recente gegevens op het ogenblik van de voorstelling van het nieuwe plan , in oktober 2010; uit een vergelijking tussen de jaren 2012 en 2009 kunnen de verschillen tussen de eerste versie van en de huidige versie worden afgeleid; 2005, het jaar van het eerste nationale plan ter bestrijding van de digitale kloof; uit de vergelijking met 2005 kan de evolutie ten opzichte van de allereerste metingen worden afgeleid Van alle ICT indicatoren werd hier enkel rekening gehouden met de indicatoren die verband houden met de internetverbreiding en het internetgebruik. Uit statistieken blijkt immers dat slechts heel weinig mensen een computer gebruiken zonder het internet te gebruiken, en dat heel weinig mensen het internet enkel gebruiken via andere middelen dan de computer. Dit verslag beroept zich op gegevens die verzameld en gepubliceerd werden door de FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI/Statbel: met enquêtes die de Eurostat database over de informatiemaatschappij voeden. Het moet wel gezegd dat de meetnauwkeurigheid in 2012 lager ligt dan in 2005: toen namen Belgische respondenten deel aan de Eurostat enquête, terwijl dat er in 2012 slechts waren. Een van de gevolgen van deze beperktere steekproef is dat bij de meeste gegevenskruisingen de resultaten voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onder de drempel van de statistische betrouwbaarheid vallen.

7 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Afbeelding 1 Evolutie van de verhouding Internetgebruikers (volgens de Eurostat definitie*) in de Belgische bevolking, Leeftijd Geslacht Mannen Vrouwen Allen Opleidingsniveau (**) Inkomstenniveau Laag Gemiddeld Hoger e kwartiel 2e kwartiel 3e kwartiel 4e kwartiel Geslacht en opleidingsniveau Geslacht en leeftijd M-laag V-laag M-gem V-gem M-hoog V-hoog M16-24 V16-24 M25-54 V25-54 M55-74 V

8 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Beroepsstatuut Geografische lokalisatie Inactieven en gepens. Werklozen Arbeiders Bedienden Dichte agglom Gemiddelde dichtheid Rurale zone "Objectief 1" zone Gewestelijke lokalisatie Gezinssamenstelling (***) Wallonië Brussel Vlaanderen Zonder kind Met kind(eren) 1 volw + kind(eren) 2 volw +kind(eren) 3 volw +kind(eren) (*) Gebruiker volgens Eurostat = iemand die Internet gebruikt heeft gedurende de voorbije drie maanden. In de praktijk zijn er maar 3% onder hen die internet gedurende de doorgaande week niet gebruikt hebben, zodat deze definitie als regelmatige gebruikers geldig is. (**) Laag opleidingsniveau = maximum lager secundair onderwijs (ISCED 0 2) ; gemiddeld = secundair of postsecundair onderwijs (ISCED 3 4) ; hoog = hoger onderwijs (ISCED 5 6). (***) De indicator is de verhouding huishoudens (niet individuen) die een actieve Internetaansluiting hebben. Source : Statbel en Eurostat, berekening FTU De door Eurostat geleverde cijfers zijn heel duidelijk: het stijgende aantal internetgebruikers is zichtbaar in alle sociaaldemografische categorieën die doorgaans gebruikt worden om ongelijkheden in de ICT te meten: leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, inkomen, arbeidssituatie, geografische locatie, gezinssamenstelling. Bij de interpretatie van die grafieken kunnen enkele bijkomende opmerkingen worden geformuleerd: De kloven tussen mannen en vrouwen concentreren zich onder mensen met een laag opleidingsniveau en onder 55 plussers (waar men ook minder gediplomeerde vrouwen aantreft). Voor de andere scholingsniveaus en leeftijdscategorieën is de kloof op basis van geslacht de voorbije jaren nagenoeg volledig dichtgereden. Voor de toegang tot internet voor personen uit de laagste inkomensklasse (1ste kwartiel) werd pas tussen 2009 en 2012 de kaap van de 50% gerond. Inkomen blijft een zeer grote discriminerende factor voor de toegang tot internet.

9 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen De geografische ongelijkheid is pas recent afgevlakt. De situatie van mensen in plattelandsgebieden (lage bevolkingsdichtheid) en in economisch achtergestelde regio s ( doelstelling 1 gebieden) was tot 2009 niet bepaald gunstig, maar in de voorbije drie jaren heeft zich ook daar de kentering duidelijk ingezet. Wat de verschillen tussen Wallonië enerzijds en Brussel en Vlaanderen anderzijds betreft, kunnen we vaststellen dat die de voorbije zeven jaren sterk zijn weggewerkt. Uit de gegevens over de internetaansluiting van gezinnen blijkt dat de aanwezigheid van kinderen in het gezin een gunstige factor is voor de aanwezigheid van een internetaansluiting. Uit deze gegevens komt ook heel duidelijk een kwetsbare groep naar voren: de eenoudergezinnen (een alleenstaande volwassene met één of meer kinderen), waarvan slechts 80% een aansluiting heeft, tegenover 93% voor alle gezinnen met kinderen. De kloof tussen eenoudergezinnen en het gemiddelde van gezinnen met kind(eren) is echter sterk weggewerkt: in 2005 bedroeg het verschil nog 36%, in 2012 is dat nog maar 13%. In de voorbije zeven jaren wordt de grootste groei waargenomen bij de groepen die traditioneel de laagste gebruikerspercentages vertonen: bij de senioren (+92% bij de 55 tot 64 jarigen, + 250% bij de 65 tot 74 jarigen), de eenoudergezinnen (+82%), de werkzoekenden (+67%), de inwoners van plattelandsgebieden (+69%) en Walen (+51%). Ter herinnering: het gemiddelde groeicijfer is 41%. Dat wijst op een inhaaleffect bij deze groepen. Om een duidelijker beeld te krijgen van het fenomeen van de digitale kloof, moet men kijken naar de verschillen tussen de verschillende categorieën voor dezelfde sociodemografische variabele. Voor elke variabele is het relevant om na te gaan of de uiterste categorieën ondertussen dichter bij het gemiddelde aanleunen. Die berekening (van de relatieve verschillen ten opzichte van het gemiddelde) werd gedaan voor een reeks variabelen uit afbeelding 1. Afbeelding 2 Vermindering van de digitale kloof van de eerste graad: evolutie van de relatieve afwijking in vergelijking met het gemiddelde van het gebruikerspercentage, voor enkele sociodemografische variabelen (*) Leeftijd Geslacht Mannen Vrouwen

10 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Opleidingsniveau van de 25 54jarigen Inkomstenniveau (**) Laag Gemiddeld Hoog e kwartiel 2e kwartiel 3e kwartiel 4e kwartiel Geslacht en opleidingsniveau Geografische lokalisatie H-laag F-laag H-gem F-gem H-hoog F-hoog Dichte agglomeratie Gemiddelde dichtheid Rurale zone "Objectief 1" zone (*) relatieve afwijking voor een categorie = (gebruikerspercentage binnen de categorie gemiddelde percentage) / gemiddelde percentage (**) geen beschikbare data vóór 2007 Source : Statbel en Eurostat, berekening FTU Uit deze grafieken blijkt dat de negatieve verschillen ten opzichte van het gemiddelde tussen 2005 en 2012 kleiner zijn geworden voor alle onderzochte sociaaldemografische variabelen, behalve voor de laagste inkomens (eerste kwartiel gegevens 2007 en 2012). Als we kijken naar de digitale kloof in de eerste graad, dus de kloof met betrekking tot de ongelijkheden in de toegang tot ICT, kunnen we stellen dat de algemene doelstelling van het plan om het aandeel burgers dat vandaag niet in staat is om ICT te gebruiken met een derde te verminderen werd ingelost. Het percentage niet gebruikers op de totale bevolking werd immers met meer dan één derde verminderd: van 42% tot 15% van de bevolking, wat neerkomt op een relatieve daling van 64%. Het aantal gezinnen zonder een internetaansluiting werd meer dan gehalveerd (van 50 % naar 22%). Het moge duidelijk zijn dat deze resultaten niet enkel mogen worden toegeschreven aan de maatregelen die werden getroffen in het kader van het plan. De Europese verklaring van Riga, die België in juni 2006 heeft onderschreven, stelt duidelijkere doelstellingen voorop: de digitale kloof tussen 2005 en 2010 halveren, en dan vooral ten voordele van de volgende doelgroepen: oudere personen, gehandicapte personen, mensen met een laag opleidingsniveau, werkzoekenden, etnische minderheden en inwoners van minder ontwikkelde

11 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen gebieden, maar ook de verschillen tussen de geslachten 5. In België toont afbeelding 2 dat de doelstellingen van de verklaring van Riga in 2012 werden ingelost voor bepaalde doelgroepen: de 55 tot 64 jarigen, de inwoners van plattelandsgebieden, de werkzoekenden, de laaggeschoolden, maar ook de verschillen tussen mannen en vrouwen. Voor andere doelgroepen, met name personen uit gezinnen met een laag inkomen, werden deze doelstellingen nog lang niet bereikt. In België bestaan er twee regionale enquêtes die elk jaar het ICT gebruik onder de bevolking opvolgen: dit gebeurt in Wallonië door het Agence Wallonne des Télécommunications (AWT) (Baromètre TIC de la Wallonnie) en in Vlaanderen door iminds (voorheen het IBBT) (Digimeter). Deze twee enquêtes maken elk gebruik van een eigen methodologie die verschilt van die van de ADSEI/Eurostat. Dit kan bijgevolg behoorlijk grote verschillen in de ramingen opleveren. Bovendien beschikt Vlaanderen ook over gegevens over het internetgebruik via de enquête over de Sociaal culturele verschuivingen in Vlaanderen (SCV). Ten opzichte van bovenstaande gegevens wijken de resultaten van het AWT doorgaans niet significant af van die van de ADSEI voor het Waals Gewest. We merken echter een grotere kloof tussen mannen en vrouwen op in de enquête van het AWT (86% 73% in 2012, t.o.v. 78% 76% de ADSEI). Dit verschil handhaaft zich door de jaren heen. In Vlaanderen zijn de resultaten van de enquête over de SCV s iets minder uitgesproken dan die van de ADSEI. Dit kan verklaard worden door de hogere leeftijdsdrempel (die op 18 in plaats van 15 jaar ligt). De resultaten van de Digimeter van iminds daarentegen geven een veel hoger percentage (91% regelmatige internetgebruikers onder de Vlaamse bevolking), dat alleen kan worden verklaard door een zeer verschillende bemonsteringsmethode. De resultaten van de Digimeter zijn niet opgenomen in de statistieken database van het Vlaams Gewest (VRIND, Vlaamse regionale indicatoren). 1.2 De evolutie van de patronen van het internetgebruik Zodra ze de toegangsdrempel tot het Internet overschreden hebben, gebruiken de meeste surfers het regelmatig. Binnen de groep van 16 tot 74 jarigen die het Internet in de loop van de laatste drie maanden gebruikt hebben (definitie door Eurostat van het woord gebruiker ), hebben 97% van deze gebruikers het minstens een keer per week gebruikt in 2012 (92% in 2005). Er is geen beduidende variatie naargelang de verschillende sociaaldemografische categorieën. Onder deze gebruikers identificeert het onderzoek van Statbel/Eurostat een groep trouwe gebruikers: personen die het internet dagelijks of bijna dagelijks gebruiken. Zij vertegenwoordigen 80% van de gebruikers. De laatste jaren is het percentage trouwe gebruikers beduidend gestegen, nl. van 66% in 2005 naar 80% in Dit percentage overstijgt het gemiddelde van de leeftijdscategorie van 16 tot 34 jaar, waaronder personen met een diploma hoger onderwijs, van de gezinnen met een hoog inkomen (4de kwartiel) en van de studenten. Dit percentage is beduidend lager dan het gemiddelde bij de 65+ ers, bij de laaggeschoolde vrouwen en bij gezinnen met een laag inkomen (1ste kwartiel). De recentste statistieken over de plaatsen met toegang tot internet dateren van De meeste Internetgebruikers hebben thuis toegang tot het Internet (95% in 2011). Dit percentage is de laatste jaren gestegen (81% in 2005). De enige categorieën die lichtjes van het gemiddelde afwijken, zijn werkzoekenden (87%) en mensen uit een gezin met een laag inkomen (84%). Toegang tot het Internet op het werk komt veel minder vaak voor dan toegang tot het Internet thuis. Binnen de leeftijdscategorie van jaar d.i. de categorie van de werkende mens gebruikten slechts 55% van de respondenten internet op het werk in 2011 (40% in 2005). Het negatieve effect van de leeftijd 5 De berekeningsmethode die in Riga werd voorgesteld, is tegen 2010 de verschillen tussen het gemiddelde van de bevolking en bepaalde benadeelde groepen met de helft verminderen. Het is deze methode die werd gebruikt in afbeelding 2.

12 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen op het internetgebruik is minder uitgesproken: 56% bij de jarigen en 53% bij de jarigen in 2011, tegenover respectievelijk 42% en 37% in Binnen dezelfde leeftijdscategorie gebruikten iets meer mannen dan vrouwen internet op het werk (57% tegenover 54%) en uitgesproken meer kenniswerkers dan handarbeiders (75% tegenover 27%); het grootste verschil had betrekking op het onderwijsniveau: 79% van de respondenten met een diploma hoger onderwijs tegenover 21% van de respondenten met ten hoogste een diploma lager middelbaar onderwijs. Personen die internet enkel op het werk gebruikten, zonder dat ze er thuis toegang tot hadden, vertegenwoordigden nog maar 1% van de gebruikers in 2011, tegenover 12% in De plaatsen waar internet gebruikt wordt, zijn de laatste jaren heel uiteenlopend: vandaag hebben 25% van de gebruikers toegang tot het internet binnen hun kennissenkring (buren, vrienden, ouders), tegenover 8% in Dit percentage is het hoogst bij personen jonger dan 35 jaar, studenten en werkzoekenden. De belangrijkste tendens sinds 2009 is de snelle uitbreiding van mobiel internet, dat wil zeggen de toegang tot internet vanaf laptops, tablets en smartphones, via Wi Fi of mobiele (3G) netwerken. Dit fenomeen was nauwelijks meetbaar in In 2012 maakten meer dan de helft van de internetgebruikers gebruik van mobiel internet, dat wil zeggen van toepassingen die het mogelijk maken om zich buiten het werk of thuis aan te sluiten op het internet; 39% maakte gebruik van mobiel internet op een laptop, 34% gebruikte hiervoor intelligente mobiele telefonie, 12% tablets en 8% andere apparaten (agenda s, e readers, draagbare spelconsoles, enz.). Deze cijfers tonen onder andere aan dat vele gebruikers meer dan één toegangsmiddel gebruiken. De grootste gebruikers van mobiel internet via laptop en tablet zijn personen jonger dan 35 jaar (61% van de jarigen, 51% van de jarigen). Zij gebruikten ook het vaakst intelligente telefonie (48% van de gebruikers tussen 16 en 24 jaar en 44% van de gebruikers tussen 25 en 34 jaar). Een laatste opmerking betreft de toegang tot online diensten voor personen met beperkte fysieke of cognitieve vermogens. Op dit vlak (e accessibility) is de situatie in de voorbije jaren niet voldoende geëvolueerd. Volgens de Toegankelijkheidsmonitor 2013 beantwoorden slechts 14,6% van de Belgische websites op een steekproef van 373 websites een gewogen eindcijfer van minstens 75%, de drempelwaarde om te kunnen spreken van een behoorlijk toegankelijke website. Nochtans vormen deze criteria, zoals voorgeschreven door Anuysurfer, de basisvereisten van de Europese Commissie (zie aanbeveling A4).

13 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Hoofdstuk 2 Evaluatie van de acties die sinds 2005 werden ondernomen 2.1 Herhaling: evaluatie van de eerste fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof Deze sectie bevat fragmenten uit de samenvatting van het verslag van 2010 over de evaluatie van de acties die tussen 2005 en 2010 werden ondernomen in het kader van de eerste fase van het nationale plan ter bestrijding van de digitale kloof. Deze eerste fase bestond uit vier onderdelen: bewustmaking, vorming, toegang voor iedereen, transversale acties Evaluatie van het luik sensibilisatie Dit luik beoogt, vooral door sensibilisatiecampagnes in verschillende media, een vermindering van het aandeel van de bevolking dat het praktische nut van ICT niet kent, dat denkt dat die technologieën ingewikkeld in gebruik zijn en dat geen vertrouwen heeft in ICT. De overheid organiseerde zelf allerhande sensibilisatiecampagnes. Naast de overheden ontwikkelden ook talloze terreinwerkers sensibilisatie activiteiten, o.a. de Digitale week/la Semaine numérique, die gezamenlijk in de drie Gewesten van het land wordt georganiseerd, en een groot aantal digitale kloof initiatieven in de kijker zet. Deze sensibilisatie acties beantwoorden aan de stand van zaken van de digitale kloof op het moment dat het plan werd uitgewerkt ( ),. In die tijd toonden de enquêtes aan dat de meeste niet internetgebruikers er het nut niet van inzagen of het veel te ingewikkeld vonden. Sensibilisatie alleen volstaat thans niet meer, omdat het publiek dat toegang heeft tot de klassieke of elektronische informatiemedia inmiddels al door die acties werd bereikt. Om andere, moeilijker te bereiken doelgroepen aan te kunnen spreken, moet de sensibilisatie ingepast worden in een breder aanbod, en kunnen rekenen op een begeleiding op maat en op langere termijn. Tenslotte blijft het moeilijk om een uitspraak te doen over het effect van algemene sensibilisatie acties. Ze hebben zeker bijgedragen aan de veranderde houding van de bevolking ten opzichte van ICT, maar het is onmogelijk om hun effect apart te bekijken. Het tweede streefdoel betreft de centralisatie van de informatie aangaande alle initiatieven ter bestrijding van de digitale kloof. De ontwikkeling van een nationale database van initiatieven ter bevordering van de digitale insluiting werd, ondanks enkele verdienstelijke pogingen, door de overheid als doelstelling niet gehaald. Ondertussen namen terreinwerkers het voortouw en creëerden zelf verschillende regionale netwerken en samenwerkingsplatforms. Een vorm van vernetting tussen de bestaande platforms behoort tot de verzuchtingen van de terreinwerkers. Het kan het aanknopingspunt en startpunt worden voor de centralisatie van informatie over de digitale kloof Evaluatie van het luik opleiding Op dit terrein streeft het plan drie doelstellingen na: alle jongeren een ICT opleiding geven, burgers die iets willen leren over ICT autodidactische instrumenten aanbieden, de inrichting van ICTopleidingen voor achtergestelde doelgroepen bevorderen. Wat de eerste doelstelling betreft, werden initiatieven vooral door de bevoegde gewestelijke en gemeenschappelijke overheden genomen. Over het belang van onderwijs en vorming om de digitale ongelijkheden weg te werken, bestaat geen enkele twijfel, noch onder deskundigen, noch onder de terreinwerkers. Om alle jongeren een doeltreffende ICT opleiding te kunnen geven, zijn een grote betrokkenheid van het schoolsysteem en begeleidingsstructuren voor jongeren cruciaal maar hier is nog een lange weg te gaan. Uit de evaluatiegegevens die de onderzoekers verzamelden, blijkt dat de

14 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen betrokkenheid van het schoolsysteem heel ongelijk is tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap, en dit ten nadele van de laatste. De overheid nam, in tegenstelling tot de terreinwerkers, weinig initiatief aangaande de ontwikkeling van autodidactische leermiddelen. Maar bij nader toezien lijkt zelfscholing niet de meest geschikte leermethode voor een sociaal kwetsbaar of cultureel achtergesteld publiek. Deze mensen hebben vooral nood aan een fysieke persoon, die hen geruststelt en begeleidt in het leerproces. De overheid heeft veel aandacht besteed aan de inrichting van ICT opleidingen voor kansengroepen, meer in het bijzonder voor werkzoekenden, terwijl de aandacht van de terreinwerkers vooral ging naar laaggeschoolden en senioren. Indien beide initiatieven geenszins in vraag worden gesteld, valt het niettemin betreuren dat de initiatieven die door de terreinwerkers werden ontwikkeld vaak met financiële onzekerheden moesten afrekenen, hetgeen negatieve gevolgen had op het bereik en impact van hun inspanningen Evaluatie van het luik toegang voor iedereen Het plan streeft drie doelstellingen na met behulp van acht concrete acties: iedere burger een publieke toegang tot het internet garanderen, en dat dicht bij huis en voor een redelijke kostprijs; de uitrusting en aansluiting van gezinnen stimuleren en aantrekkelijke toepassingen voor de burger ontwikkelen; computers ter beschikking stellen aan een betaalbare prijs. De eerste doelstelling betrof de creatie van een publieke toegang tot het internet dicht bij de woonplaats van de burger. Hiertoe werd oprichting van OCR/EPN s aangemoedigd. Voor het beleid werd het een belangrijk wapen in de strijd tegen de digitale kloof. Ook de terreinwerkers lieten zich op dit gebied niet ongemoeid en namen talrijke initiatieven. Het nut en belang van deze maatregelen is de voorbije vijf jaar aan verandering onderhevig geweest. Vandaag is het minder de bedoeling om toegang te bieden aan mensen die er geen hebben, maar eerder om een omgeving te scheppen die niet alleen technisch, maar ook en vooral pedagogisch en professioneel van een degelijk niveau is. Het bestaande OCR/EPN s concept kan aan die nieuwe doelstellingen tegemoet te komen voor zover er aan een reeks voorwaarden wordt voldaan: de erkenning en professionalisering van het beroep van OCR/EPN animator (multimediawerker), de verankering in de plaatselijke educatieve en sociaalculturele sector en het verenigingsleven, en een structurele financiële ondersteuning. Voor de tweede doelstelling (de aansluiting van gezinnen stimuleren en aantrekkelijke diensten aanbieden) waren de acties van FEDICT het meest zichtbaar. Toch neemt het belang van maatregelen van het type internet voor iedereen pack af naarmate het internet meer verspreid raakt. Hun doeltreffendheid is trouwens beperkt omdat die maatregelen zijn gebaseerd op fiscale stimulansen die meer voordelen opleveren voor de middenklasse dan voor echt achtergestelde groepen. Mensen die thuis nog niet zijn uitgerust, worden bovendien geconfronteerd met een nood aan ondersteuning en omkadering in hun gebruik die het probleem van de materiële toegankelijkheid overtreft. De aantrekkelijkheid van de online overheidsdiensten is er fors op vooruitgegaan op alle beleidsniveaus. Sommige toepassingen werden echter gestraft door de tergend trage start van het gebruik van de elektronische identiteitskaart (eid). Wat tot slot de recyclage van overheidscomputers betreft, kunnen op federaal niveau enkel beperkte realisaties worden genoteerd. Op dit terrein is de sector van de sociale economie nog het actiefst gebleken. Het reële effect van deze acties moet opnieuw worden geëvalueerd, want de recyclage mag zich niet langer beperken tot de renovatie van afgedankt materiaal, maar moet in de ruimere context van een duurzame of groene informatica (green IT) worden geplaatst.

15 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen Evaluatie van het luik transversale acties Het plan streeft drie doelstellingen na, met behulp van acht concrete acties: de verscheidenheid aan software bevorderen, de burgers het recht op traditionele diensten garanderen, een verhoogde toegankelijkheid tot en kennis van ICT voor een achtergesteld publiek. De doelstelling om de verscheidenheid aan types software te bevorderen, bestond voornamelijk uit acties ter bevordering van vrije software, en dat zowel op overheids als verenigingsniveau, en vooral ten gunste van OCR/EPN s. Deze doelstelling werd vaak opgevat als de bevordering van vrije software. Maar inzake het gebruik van vrije software bestaat er verdeeldheid onder de terreinwerkers. Het verband met de dichting van de digitale kloof en het gebruik van vrije software is nier voor iedereen vanzelfsprekend. De doelstelling om iedereen een toegang tot de traditionele kanalen voor publieke diensten te garanderen, is een politiek principe dat niet operationeel werd geformuleerd. De evaluatie van deze doelstelling is bijgevolg niet mogelijk. Het onderzoek dat werd verricht, betrof steeds onderwerpen die kaderden in de doelstellingen van het plan. Wat hun politieke verlenging betreft, kenden ze echter een verschillende afloop. Wat de e toegankelijkheid betreft, werden de vooropgestelde doelstellingen slechts gedeeltelijk gehaald. De websites van de overheid vertonen nog steeds grote tekortkomingen ten opzichte van de aanbevelingen van de Europese Commissie. Het label AnySurfer kon niet worden toegekend aan alle websites die werden vermeld in de programma s van de federale regering en de federale entiteiten. De situatie is nog slechter op gemeentelijke vlak. Ook de websites van de privésector vertonen in België een grote achterstand inzake het e toegankelijkheid. Daar moeten we nog aan toevoegen dat het luik transversale acties algemeen gesteld eerder een variarubriek lijkt dan een samenhangend geheel van maatregelen Evaluatie van de methodologie en de opvolging van de eerste fase Het plan voorzag verschillende middelen voor de evaluatie en opvolging, maar hiervan werd slechts de oprichting van een cel digitale kloof binnen de POD Maatschappelijke Integratie effectief ook uitgevoerd. De cel digitale kloof was operationeel gedurende de hele duur van het plan. Meer algemeen valt er een tekort aan zichtbaarheid en aan coördinatie van het plan te betreuren. Dat heeft er met name toe geleid dat de initiatieven die door anderen op het werkveld werden genomen te weinig in de aandacht stonden, en dat er maar weinig gelegenheid was voor kennisdeling. In een land dat op institutioneel vlak zo complex is als België, is het plan een belangrijke stap voorwaarts omdat het een gemeenschappelijke visie schenkt op het gebied van toegang, bekwaamheid, regelgeving en sociaal beleid. 2.2 Overzicht van de belangrijkste acties die op federaal niveau zijn ondernomen sinds Federale projecten ondersteund door de POD Maatschappelijke Integratie Sinds 2010 heeft de POD Maatschappelijke Integratie drie oproepen tot indiening van projecten op federaal niveau gelanceerd voor gerichte acties, met name op het vlak van opleiding en begeleiding, toegespitst op kansarme doelgroepen, en jongeren in het bijzonder. a) Doelstellingen en resultaten van de projectoproepen In 2010 deed de POD Maatschappelijke Integratie een projectoproep om pilootprojecten te financieren voor de opleiding en begeleiding van jongeren die bedreigd worden door marginalisering

16 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen met betrekking tot het gebruik van ICT. Deze oproep, getiteld Bruggen bouwen tussen de digitale wereld van jongeren en de informatiesamenleving berustte op de conclusies van een studie die de POD een jaar eerder had uitgevoerd onder de noemer Offline jongeren en de digitale kloof. Over het risico op ongelijkheden bij Digital Natives. 6 Deze studie gaf aan dat het vanuit jeugdsector en de bijzondere jeugdzorg aan initiatieven ontbreekt die het potentieel van de digitale technologie, met name Web 2.0, als sociaaleducatief hulpmiddel gebruiken om kansarme jongeren te (her)integreren in de maatschappij Dankzij deze financiering konden actoren uit de jeugdsector, de bijzondere jeugdzorg en de sectoren van maatschappelijk welzijn en levenslang leren 32 praktische initiatieven op touw zetten in Vlaanderen en Wallonië. Hiermee werd er een concreet gevolg gegeven aan de actiepunten die in de studie werden aangehaald in verband met het belang van de nauwe samenhang tussen de digitale inclusie en de sociale integratie van jongeren met sociale loskoppeling, om zo hun digitale uitsluiting efficiënter te kunnen aanpakken. In de praktijk richtten deze projecten zich tot zwakkere jongeren uit vrij uiteenlopende doelgroepen. Er werden met name projecten uitgetekend voor jongeren met een visuele of mentale handicap, zoals een online spel voor jongeren met een verstandelijke handicap en opleidingen voor sociaal zwakkere jongeren met een visuele beperking en hun naaste familie, ter verbetering van hun levenskwaliteit en participatie in de samenleving. Ook werden er projecten uitgewerkt ten voordele van jonge asielzoekers: hulp bij het ontwerpen van een autobiografische blog waarin deze jongeren vertellen over hun ervaringen als migranten, een project van interculturele dialoog tussen autochtone jongeren en asielzoekers tijdens een opleiding over het maken thematische reportages op digitaal formaat. De meeste initiatieven die in het kader van deze projectoproep werden geselecteerd, hadden één kenmerk gemeen: de aandacht ging uit naar de begeleiding van deze jongeren bij het creëren en produceren van digitale content van welke aard dan ook, nl. muziek, audio of audiovisuele reportages, redactie en minder naar een kritische consumptie van digitale media. Deze experimenten hadden dus tot doel deze jongeren te helpen om te evolueren van een digitale omgeving, die vaak beperkt is tot de consumptie van ICT, naar meer digitale participatie, waardoor zij een actief burgerschap ontwikkelen op diverse maatschappelijke domeinen. Centraal in de educatieve doelstellingen van de meeste projecten stond dus de uitbreiding van de handelingsmogelijkheden van deze jongeren. Digitale technologieën zijn voor deze jongeren dus een soort ankerpunt voor meer burgerparticipatie en meer handelingsmogelijkheden in de openbare ruimte. Veel van deze projecten komen overigens tot stand via een samenwerking tussen actoren/professionele begeleiders op het vlak van digitale media en actoren van maatschappelijk welzijn en levenslang leren. De kruisbestuiving van vaardigheden is essentieel bij deze projecten; zij biedt een doeltreffend antwoord op geïdentificeerde behoeften. Zonder deze samenwerking is het voor de afzonderlijke verenigingen niet mogelijk om deze oplossing aan te reiken. In 2012 lanceerde de POD Maatschappelijke Integratie een nieuwe projectoproep om gerichte acties te financieren voor de digitale inclusie van kansengroepen in een perspectief van professionele en sociale activering. De titel van deze projectoproep ICT inzetten om kwetsbare groepen professioneel en sociaal te activeren vertolkt de expliciete ambitie van de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie: Publieke en private organisaties aanmoedigen om het potentieel van ICT te benutten om aansluiting te vinden bij de arbeidsmarkt. Wanneer sociale activering wordt beschouwd, lijkt het 6 Brotcorne P., Mertens L. en Valenduc G. (2009). Offline jongeren en de digitale kloof. Over het risico op ongelijkheden bij digitale natives, POD Maatschappelijke integratie, Brussel.

17 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen inderdaad een tussenstap die op langere termijn de kansen op de arbeidsmarkt vergroot. 7 De argumenten die in deze projectoproep worden uitgewerkt, benadrukken daarom ook het belang van ICT voor de inzetbaarheid en de nuttige sociale participatie, zoals de oproep stelt. De doelgroepen bestaan uit mensen die in armoede leven en die al lange tijd niet werken en aansluiting zoeken bij de arbeidsmarkt en uit jongeren (16 24) die de overstap naar de arbeidsmarkt zullen maken. Deze projectoproep heeft geleid tot de financiering van 26 doelgerichte initiatieven in België. In 2013 lanceerde de POD Maatschappelijke Integratie deze projectoproep opnieuw. Dit titel bleef ongewijzigd, nl. ICT inzetten om kwetsbare groepen professioneel en sociaal te activeren, maar de doelstellingen en de doelgroepen werden beperkt. Dit keer ging het vooral om het inzetten van ICT om OCMW cliënten professioneel te activeren. Er treffend aan herinnerend dat OCMW cliënten zich binnenkort verplicht moeten inschrijven bij de VDAB, ACTIRIS of FOREM, wil de staatssecretaris met deze oproep deze mensen basis ICT vaardigheden aanleren, zodat zij zich kunnen inschrijven op de website, hun dossier van de RVA kunnen raadplegen, leren solliciteren en een goede motivatiebrief leren schrijven. Een tweede verschil ten opzichte van de vorige oproep, is de expliciete stimulering van samenwerking tussen de OCMW s en organisaties actief in de strijd tegen de digitale kloof zodat zij elk vanuit hun eigen expertise, bruggen slaan en sterke projecten opzetten voor de mensen in armoede. Voor deze laatste projectoproep zijn zopas 22 initiatieven gefinancierd voor het hele Belgische grondgebied, waarvan slechts 6 OCMW s. b) Enkele gemeenschappelijke tendensen Naast de diversiteit aan initiatieven die door deze laatste twee oproepen werden gefinancierd, zijn er ook gemeenschappelijke tendensen merkbaar. Deze getuigen van een zekere evolutie in de manier waarop digitale inclusie wordt aangepakt. De actoren op het terrein hebben immers meer aandacht voor de voorwaarden voor het succes en de doeltreffendheid van dergelijke initiatieven. Ten eerste bieden bepaalde initiatieven die voortvloeien uit deze laatste twee projectoproepen voortaan naast het klassieke opleidings en begeleidingsaanbod voor computer en internetvaardigheden ook een meer innovatieve en/of ludieke benadering van de leeractiviteiten. Dat geldt bijvoorbeeld voor het project Iedereen sociaal en professioneel online van de Katholieke Hogeschool Limburg, dat digitale vaardigheden aanleert door middel van een serious game en het project Digisterk van de gemeente Mol, waarbij ervaringsdeskundigen mensen in extreme armoede initiatiecursussen ICT geven. Het project Médiamorphose, een initiatief van de vzw Le Monde des Possibles, is bedoeld om werkzoekenden van allochtone origine op een participatieve manier te laten proeven van IT beroepen door hen thematische reportages te laten maken in de sector zelf. Andere geselecteerde projecten bieden naast het conventionele gebruik van digitale apparatuur ook initiaties tot het gebruik van mobiele technologieën zoals tablets en smartphones. Ten tweede richten bijna alle geselecteerde initiatieven zich expliciet op de professionele activiteit van hun doelgroepen, zoals gevraagd werd in de projectoproepen. Een niet te verwaarlozen aantal projecten houdt bovendien rekening met het ruimere perspectief van sociale activering. Professionele activering wordt in een aantal gevallen zelfs als voorwendsel gebruikt om experimenten te ontwikkelen voor een bredere maatschappelijke integratie en participatie van de doelgroepen. We zouden een hele reeks voorbeelden kunnen opsommen, maar we beperken ons tot onderstaande: De oprichting door vzw Banlieue van een beveiligd sociaal netwerk ten behoeve van laaggeletterde personen. Hierdoor kan deze doelgroep een conventioneel sociaal netwerk leren 7 Uittreksel uit de projectoproep 2012 van de POD Maatschappelijke Integratie ICT inzetten om kwetsbare groepen professioneel en sociaal te activeren.

18 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen gebruiken met aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens, e reputatie, digitale identiteit enz. vanuit een volledig beveiligd soort sociaal netwerk. Het project van de Luikse vzw ENAIP richt zich op het gevangeniswezen en heeft als primair doel het herstel van het zelfvertrouwen en het doorbreken van het sociale isolement van de gevangenen. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om nog meer toekomstige cursussen te overwegen. Derhalve is de ontwikkeling van digitale vaardigheden voor een betere integratie op de arbeidsmarkt lang niet de enige doelstelling van vele projecten. Bijkomend doel is vaak om meer transversale sociale vaardigheden zoals zelfvertrouwen, zelfstandigheid, kritisch denken en uiteindelijk actief burgerschap bij de begunstigden van deze acties te ontwikkelen. Bovendien wordt er, parallel aan de prioriteit voor de opleiding en ondersteuning van de doelgroepen, meer aandacht besteed aan het opzetten van netwerken van verschillende bestaande initiatieven op het terrein op lokaal of stedelijk niveau met de bedoeling om de zichtbaarheid van de acties te verhogen en een consistente aanpak van het probleem aan te moedigen. Een aantal door de POD gefinancierde projecten wijzen ook daadwerkelijk in die richting. Dit is met name het geval voor het Digiplan voor Leuvense Basiswerking, een initiatief van de vzw Buren Voor Wijken. Eén van de doelstellingen hiervan is het creëren van een algemeen platform dat de lokale opleidingsinitiatieven voor digitale inclusie voor volwassenen verenigt. In dit kader is het ook opvallend dat steeds meer projecten op het terrein transversaliteit centraal plaatsen in hun aanpak. Dit impliceert een nauwe samenwerking tussen de actoren uit de sector van het maatschappelijk welzijn en de socioprofessionele werking enerzijds en de meer specifieke sector van de multimedia aansturing en vorming anderzijds. Het bundelen van hun vaardigheden helpt om een geïntegreerde aanpak te ontwikkelen van de begeleiding met betrekking tot het gebruik van ICT, waarbij deze instrumenten in de eerste plaats worden gezien als een middel ten behoeve van de professionele en/of persoonlijke projecten van de begunstigden. Dat is met name het geval van het ambitieuze project Allemaal digitaal van het OCMW van Puurs. Dit initiatief bevordert de samenwerking tussen het OCMW, de bibliotheek, de VDAB en zelfs een aantal gemeentescholen om een structureel en duurzaam kader te scheppen voor het gebruik van digitale technologieën op al deze locaties. Het beoogt daarnaast ook de uitwisseling van goede pedagogische praktijken. Het initiatief Digisterk dat gecoördineerd wordt door de dienst Samenlevingsopbouw van de gemeente Mol, kadert ook binnen dit samenwerkingsperspectief. In het kader van dit project werd zelfs een overlegplatform voor alle deelnemende partners opgericht voor de volledige duur van het project, om de efficiëntie en continuïteit ervan te waarborgen. Dit bundelen van vaardigheden heeft overigens ook tot gevolg dat professionals op het vlak van socioprofessionele integratie, maatschappelijk welzijn en levenslang leren de grenzen van hun eigen digitale kunnen leren te herkennen, zodat zij hun publiek op optimaal kunnen begeleiden in hun ICTleertraject. Daarom voorzien deze samenwerkingsinitiatieven niet alleen in opleidingen ten behoeve van de doelgroepen, maar ook steeds vaker in opleidingen voor het sociale middenveld, zodat zij op hun beurt overdragers van digitale vaardigheden worden ten behoeve van hun doelgroepen. Dat is met name om er maar één te noemen het geval van het project Iedereen digitaal, een samenwerkingsinitiatief tussen een intergemeentelijke bibliotheek en twee OCMW s. Dit project leidt hulpverleners op om meer ICT te gebruiken in de uitoefening van hun beroep. Deze opleidingen worden gegeven door instructeurs van het OpenLeercentrum van de bibliotheek. Tot besluit kan worden opgemerkt dat de projectoproepen van de POD Maatschappelijke Integratie sinds 2010 doorgaans hebben gezorgd voor vele originele, innovatieve en soms werkelijk uitdagende experimenten ten behoeve van zowel kansarme groepen als het sociale middenveld. Toch is het

19 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen belangrijk te onderstrepen dat deze initiatieven helaas meestal niet langer dan één jaar standhouden (de subsidieperiode door de POD). Het ontbreekt hun immers aan structurele en duurzame financieringsmogelijkheden. Als de initiatiefnemers er niet in slagen om alternatieve financieringsbronnen te vinden op langere termijn, blijven deze projecten veroordeeld tot de experimentele fase De acties van de FOD Economie De DG Informatiemaatschappij van de FOD Economie is verantwoordelijk voor de Belgische coördinatie van de uitvoering van de Europese Digitale Agenda (Digital Agenda 2020). Zoals we verder zullen zien, is digitale inclusie als één van de zeven pijlers van deze Europese strategie gerelateerd aan een aantal prioriteiten van de pijler nr. 6, die betrekking heeft op digitale vaardigheden (zie sectie 3.4). In het kader van de Digitale Agenda 2020 organiseerde de FOD Economie Going local, een initiatief dat erin bestond om nationale en regionale actoren te sensibiliseren voor deze digitale strategie en om hun initiatieven te promoten en te coördineren (via de nationale rondetafel Going local in oktober 2011 in Brussel, gevolgd door twee regionale rondetafels in Antwerpen en Namen in november 2011). Tijdens de nationale rondetafel konden deelnemers kiezen uit zes workshops, waarvan één over digitale inclusie. Tijdens deze workshop werden ook de krachtlijnen van het Strategisch e inclusieplan voorgesteld, die reeds werden geformuleerd in ons vorig verslag. De inspanningen van de FOD Economie in het kader van de zesde pijler van de Digitale Agenda 2020 spitsen zich vooral toe op de zgn. e skills, d.w.z. de digitale kwalificaties in het kader van economische activiteiten die vanuit twee invalshoeken worden belicht: enerzijds de kwalificaties van de professionele ICT gebruikers (ICT users skills), die hen in staat moeten stellen om op een efficiënte en creatieve manier met ICT om te gaan binnen hun beroepsactiviteiten, en anderzijds de kwalificaties van de ICT practici (ICT practitioners skills) die verband houden met diverse beroepen in de informatica, het internet en de nieuwe media. Dit laatste aspect is bijzonder belangrijk in België omdat de Belgische economie kampt met een chronisch tekort aan IT professionals enerzijds en een afkeer van studenten voor informatica opleidingen aan universiteiten en hogescholen anderzijds. De FOD Economie heeft twee duidelijke initiatieven genomen: De organisatie van het seminarie E skills, een sleutel tot het concurrentievermogen van ondernemingen in december Dit seminarie heeft bijgedragen aan het opstellen van een balans op nationaal niveau en in de drie gewesten. De deelname aan de Europese lancering van de Grand coalition for digital jobs and skills in maart Dit initiatief is bedoeld om in alle lidstaten de basis en voortgezette opleidingen tot ICT beroepen te promoten alsook tot beroepen die intensief gebruik maken van ICT, onder meer via samenwerkingsverbanden met diverse actoren, en om rond deze prioriteit een consensus te vinden tussen de economische actoren en beleidsmakers. In het kader van deze samenwerking hebben de lidstaten zich onder andere geëngageerd om in hun opleidingsprogramma s voor ICTspecialisten het Europese referentiesysteem e competence framework 2.0 op te nemen. Andere recente initiatieven van de FOD Economie hebben indirect betrekking op digitale inclusie. Vermeldenswaardig zijn de ontwikkeling en actualisering van een nieuw model van de Barometer van de informatiemaatschappij (2012 en 2013) en de benoeming van een Belgische persoonlijkheid tot lid van de Europese groep Digital Champions (Mevr. Saskia Van Uffelen), die tevens woordvoerder wordt voor de Belgische initiatieven in het kader van de Digitale Agenda Daarnaast heeft de FOD Economie in november 2013 een informatiecampagne voor de consument getiteld Telefoon, gsm, internet, tv: durf vergelijken op touw gezet. In samenwerking met lokale

20 Voorstellen voor een nationaal actieplan e inclusie tegen overheden 8 worden meldpunten georganiseerd voor burgers om hen te helpen meer inzicht te krijgen in hun gebruikersprofiel en om de operator te vinden die het best bij hen past. Tegelijkertijd heeft de FOD Economie een handleiding gepubliceerd voor het tariefvergelijkingsprogramma van het regulerend orgaan van de telecommunicatiesector (BIPT) ( 2.3 Een overzicht van de voornaamste evoluties in Vlaanderen: mediawijs en e inclusief beleid In het kader van een Nationaal Actieplan Digitale Insluiting is het opportuun om het beleid in Vlaanderen inzake digitale inclusie en mediawijsheid te onderzoeken. Dit hoofdstuk wil de oorsprong van het begrip mediawijsheid in Vlaanderen schetsen, het verband met de term e inclusie leggen en een beknopt overzicht bieden van initiatieven en betrokken actoren in Vlaanderen van 2011 t.e.m Een belangrijk aandachtspunt bij dit artikel is dat de focus beperkt werd tot de initiatieven van het Vlaamse beleid en dan voornamelijk de beleidsdomeinen media en onderwijs aangezien zij de meeste activiteit ontplooid hebben tijdens de voorbije beleidsperiode. De basis voor dit artikel is dan ook de conceptnota mediawijsheid van ministers Lieten en Smet. Dit heeft belangrijke implicaties voor de inhoud van dit hoofdstuk. Hoewel de conceptnota mediawijsheid een belangrijk aangrijpingspunt is voor het Vlaamse beleid op vlak van mediawijsheid en de acties hieromtrent, zijn er ook andere waardevolle initiatieven die hierdoor niet worden beschreven. Allereerst ga ik slechts zijdelings in op initiatieven die binnen een gemeentelijke/stedelijke of bovenlokale/provinciale context ontwikkeld werden. Ook bepaalde landelijke initiatieven, zoals This is it! My story van Kifkif, I@school van Mediaraven, het Anysurferlabel, de Digitale Week en vele anderen, worden niet besproken gezien deze vanuit hun eigen structurele subsidiestromen, bijvoorbeeld cultuur, jeugd of welzijn tot stand komen. Tevens worden projecten gesteund door (foundations van) bedrijven hier afgezien van één voorbeeld niet expliciet beschreven Het beleidsbegrip mediawijsheid Op beleidsniveau is vanaf het begin van de huidige beleidsperiode veel aandacht voor mediawijsheid en e inclusie in de verschillende beleidsplannen en brieven. In het regeerakkoord van 2009 Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden wordt alvast de nadruk gelegd op de nood aan het wegwerken van de digitale kloof en op mediageletterdheid: Het is elementair dat elke Vlaming kan participeren aan de vooruitstrevende informatiemaatschappij die Vlaanderen wil zijn. De digitale kloof moet weggewerkt worden. Onze ambitie is om ervoor te zorgen dat ook kwetsbare doelgroepen voldoende mediatoegang hebben en voldoende mediageletterd zijn. Elke Vlaamse woning moet daarom beschikken over een internetaansluiting tegen democratisch tarief. Mediagebruikers moeten de nodige vaardigheden kunnen verwerven om adequaat met de nieuwe media om te gaan. 11 Het begrip mediawijsheid wordt voor de eerste keer uitgebreid besproken in de beleidsnota van Minister van Media, Ingrid Lieten. Deze nota stelt dat bijzondere aandacht zal besteden worden aan het begrip mediawijsheid. Om dit begrip te duiden verwijst zij naar de definitie van de Raad van Cultuur uit 2005 in de Nederlanden: Mediawijsheid is het geheel van kennis, vaardigheden De begeleiders van Openbare Computerruimten die deelnamen aan de raadplegingsworkshop van actoren op het terrein op 9 en 11 december beklaagden zich erover dat de OCR s niet formeel betrokken waren bij deze campagne van de FOD Economie. Zij beschouwen dit als een gebrek aan coördinatie van de initiatieven van de overheden op het vlak van digitale inclusie. Deze sectie werd opgesteld door Laure Van Hoecke, coördinatrice van LINC vzw. Voor een meer uitgebreide analyse kan de lezer terecht bij de veldtekening mediawijsheid die gepubliceerd wordt door het kenniscentrum mediawijsheid, Mediawijs.be, eind januari Mediawijs.be zal begin 2014 ook een white paper publiceren op basis van de resultaten van deze veldtekening. De Vlaamse Regering , Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden, 73.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

MIIS/2010/02 Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof 2011-2015. Operationele samenvatting

MIIS/2010/02 Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof 2011-2015. Operationele samenvatting 6.10.2010 MIIS/2010/02 Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof 2011-2015 Operationele samenvatting Périne Brotcorne Jan Dekelver Luc Mertens Karine

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Een stand van zaken van ICT in België in 2012

Een stand van zaken van ICT in België in 2012 Een stand van zaken van ICT in België in 2012 Brussel, 20 november 2012 De FOD Economie geeft elk jaar een globale barometer van de informatie- en telecommunicatiemaatschappij uit. Dit persbericht geeft

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2015

Welzijnsbarometer 2015 OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL "Cultuur aan de macht" de sociale rol van cultuur en kunst 26 november 2015 Welzijnsbarometer 2015 Marion

Nadere informatie

online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan 111.000 mensen. Iedereen

online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan 111.000 mensen. Iedereen Iedereen online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan 111.000 mensen. 96 Telenet Jaarverslag 2012 Duurzaamheid Telenet Foundation Telenet Foundation

Nadere informatie

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Kinderarmoede in het Brussels Gewest OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017 PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017 Armoede-indicatoren in België in 2016 (EU-SILC) Werklozen, eenoudergezinnen en huurders meest kwetsbaar voor armoede Vandaag publiceert de Algemene Directie Statistiek

Nadere informatie

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK De resultaten op de vraag naar het voorkomen van hinder (voor de precisie vraagstelling, zie bijlage), zijn als volgt : Tabel 1: Het voorkomen

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

HET BRUSSELS GEWEST ONDERTEKENT DE EERSTE INSCHAKELINGSCONTRACTEN!

HET BRUSSELS GEWEST ONDERTEKENT DE EERSTE INSCHAKELINGSCONTRACTEN! PERSDOSSIER PRIMEUR: EEN JOB VOOR 12 MAANDEN VOOR DE MEEST KWETSBARE BRUSSELSE JONGEREN HET BRUSSELS GEWEST ONDERTEKENT DE EERSTE INSCHAKELINGSCONTRACTEN! KABINET VAN MINISTER GOSUIN 13/07/2016 Inhoud

Nadere informatie

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT) Terugkoppeling van de workshops Chris De Nijs (VRT) Vaardig genoeg voor de 21 ste eeuw? Samen aan de slag met de Vlaamse PIAAC resultaten Brussel - 20 maart 2014 Workshop 1: Basisvaardigheden voor de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars

Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars Persdossier 7 juni 2017 : 255 miljoen euro voor de Brusselaars Didier Gosuin Brussels Minister van Economie, Tewerkstelling en Beroepsopleiding 1 Het Brussels Gewest vereenvoudigt de tewerkstellingssteun

Nadere informatie

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES «WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES Brussel wordt gekenmerkt door een grote concentratie van armoede in de dichtbevolkte buurten van de arme sikkel in het centrum van de stad, met name

Nadere informatie

Digitale inclusie bij beleid en burger

Digitale inclusie bij beleid en burger Digitale inclusie bij beleid en burger Axelle Asmar & Chantal Wauters IMEC-SMIT VUB Digitale inclusie in België Federaal onderzoeksproject IDEALiC IMEC-SMIT VUB & UCL in samenwerking met Belspo Onderzoek

Nadere informatie

De FOD Economie publiceert zijn Barometer van de informatiemaatschappij 2013

De FOD Economie publiceert zijn Barometer van de informatiemaatschappij 2013 De FOD Economie publiceert zijn Barometer van de informatiemaatschappij 2013 Brussel, 25 juni 2013 De FOD Economie publiceert jaarlijks een globale barometer van de informatiemaatschappij. De resultaten

Nadere informatie

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009 Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel ChanceArt 10 december 2009 Inhoud 1. De naakte cijfers 2. Decenniumdoelstellingen 3. Armoedebarometers 4. Armoede en cultuurparticipatie 5. Pleidooi

Nadere informatie

Een meer gelijke verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen, maar...

Een meer gelijke verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen, maar... Een meer gelijke verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen in Vlaanderen, maar... Van Dongen, W. 2010. Naar een meer democratische verdeling van beroepsarbeid en beroepsinkomen

Nadere informatie

De honden en katten van de Belgen

De honden en katten van de Belgen ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 31 juli 2007 De honden en katten van de Belgen Highlights Ons land telde in 2004 1.064.000 honden en 1.954.000 katten; In vergelijking

Nadere informatie

MIIS/2010/02 Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof

MIIS/2010/02 Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof 17.10.2010 MIIS/2010/02 Voorbereiding van de tweede fase van het nationale actieplan ter bestrijding van de digitale kloof 2011-2015 Eindrapport Périne Brotcorne Jan Dekelver Luc Mertens Karine Nicolay

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Oudenburg Ettelgemsestraat 18 8460 Oudenburg Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI OCMW/RMID- SCP /2015 2 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

FEDERALE PRIJS ARMOEDEBESTRIJDING 2017 *** Reglement

FEDERALE PRIJS ARMOEDEBESTRIJDING 2017 *** Reglement FEDERALE PRIJS ARMOEDEBESTRIJDING 2017 *** Reglement Artikel 1 Hoofdstuk 1: voorwerp van het reglement Dit reglement bepaalt het doel, de deelnemingsvoorwaarden, de selectieprocedure en de toekenningcriteria

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

De honden en katten van de Belgen

De honden en katten van de Belgen ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 juli 2010 De honden en katten van de Belgen Enkele conclusies Ons land telde in 2008 1.167.000 honden en 1.974.000 katten; In vergelijking

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van Poperinge Veurnestraat 22 8970 Poperinge Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI Aantal 2 OCMW/STOF-SCP/2018 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van MESEN Markt 1 8957 Mesen Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI MESEN/RMID-SCP/2017 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte Voorzitter, Hierbij

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Projectoproep voor de lancering van een Belgisch platform «Digitalisering voor ontwikkeling» (Digital for Development, D4D)

Projectoproep voor de lancering van een Belgisch platform «Digitalisering voor ontwikkeling» (Digital for Development, D4D) Projectoproep voor de lancering van een Belgisch platform «Digitalisering voor ontwikkeling» (Digital for Development, D4D) 1 Inleiding Meer dan ooit is onze toekomst digitaal. Op Europees niveau speelt

Nadere informatie

Opleidings- en begeleidingscheques

Opleidings- en begeleidingscheques Opleidings- en begeleidingscheques De Maatregel Om werknemers ertoe aan te zetten een leven lang te leren, draagt de Vlaamse overheid financieel een steentje bij. Sinds september 2003 1 kunnen werknemers

Nadere informatie

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Tom Vandenbrande Op het vlak van de gelijke vertegenwoordiging van kansengroepen op de arbeidsmarkt bengelt Vlaanderen aan de staart van het Europese peloton.

Nadere informatie

De evolutie in TV- en video-kijken op nieuwe schermen. CIM Other Screen Monitor

De evolutie in TV- en video-kijken op nieuwe schermen. CIM Other Screen Monitor Centrum voor Informatie over de Media VZW De evolutie in TV- en video-kijken op nieuwe schermen CIM Other Screen Monitor 2015-2016 17/01/2017 Avenue Herrmann-Debrouxlaan, 46 Brussel 1160 Bruxelles België

Nadere informatie

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) SOCIAALDEMOGRAFISCHE FOCUS Deel economie en maatschappij Brussel, oktober

Nadere informatie

Interview met minister Joke Schauvliege

Interview met minister Joke Schauvliege Interview met minister Joke Schauvliege over de rol en de toekomst van etnisch-culturele federaties in Vlaanderen. Dertien etnisch-cultureel diverse federaties zijn erkend binnen het sociaalcultureel werk.

Nadere informatie

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011 De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau

Nadere informatie

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Situering Onze maatschappij houdt ons graag een ideaalbeeld voor van een gezonde levensstijl, waarbij

Nadere informatie

Statistiekensynthese internet & e-government in Vlaanderen

Statistiekensynthese internet & e-government in Vlaanderen Statistiekensynthese internet & e-government in Vlaanderen februari 2009 Lieselot Vandenbussche Campus Vijfhoek O.-L.-Vrouwestraat 94 2800 Mechelen Tel. 015 36 93 00 Fax 015 36 93 09 www.memori.be Inhoudstafel

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse

Nadere informatie

R A P P O R T Nr. 87 --------------------------------

R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- Europese kaderovereenkomst betreffende inclusieve arbeidsmarkten Eindevaluatie van de Belgische sociale partners ------------------------ 15.07.2014

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

-Een buurt kan hoog scoren op de dimensie demografie maar laag op de dimensie huisvesting, er zijn buurten die hoog scoren op werkloosheid en

-Een buurt kan hoog scoren op de dimensie demografie maar laag op de dimensie huisvesting, er zijn buurten die hoog scoren op werkloosheid en 1 2 3 4 -Een buurt kan hoog scoren op de dimensie demografie maar laag op de dimensie huisvesting, er zijn buurten die hoog scoren op werkloosheid en huisvesting, maar niet op demografie. Elke kansarme

Nadere informatie

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar Brussel, 3 mei 2018 Eind april telt het Brussels Gewest 89.367 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad van 15,9%.

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie De Global Entrepreneurship Monitor (GEM) is een jaarlijks onderzoek dat een beeld geeft van de ondernemingsgraad van een land. GEM

Nadere informatie

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden Mei 2018: De jeugdwerkloosheid daalt 5 jaar ononderbroken De daling van de werkloosheid zet zich verder in Brussel. Eind mei telt het Brussels Gewest 87.912 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap Artikel 24 - Onderwijs Schriftelijke communicatie Het Belgian Disability Forum (BDF) is een vzw die thans 18 lidorganisaties telt en meer dan 250.000

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden Juli 2018: opnieuw daling van Brusselse werkloosheid Eind juli telt het Brussels Gewest 90.673 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad van 16,2%. Het is geleden van het jaar 2000 dat

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996

PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996 PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996 Samenvatting - Na het IALS onderzoek van 1996 (International Adult Literacy Survey) naar de vaardigheden van volwassenen

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.5.2018 COM(2018) 366 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het programma Creatief Europa

Nadere informatie

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat' I B O Een werknemer op maat gemaakt Eén van de kernopdrachten van de VDAB bestaat uit het verstrekken van opleiding. Het tekort aan specifiek geschoold personeel en de versnelde veranderingen in de werkomgeving

Nadere informatie

FOCUS "Senioren en het OCMW"

FOCUS Senioren en het OCMW FOCUS "Senioren en het OCMW" Nummer 11 Mei 2015 1. Inleiding In België leeft 15,1% van de bevolking onder de armoededrempel. Dit percentage ligt nog hoger binnen de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar. 18,4

Nadere informatie

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21 WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils De manier waarop individuele arbeidsmarktposities (werkzaam, werkloos of niet-beroepsactief) op gezinsniveau worden gecombineerd, kan belangrijke

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische

Nadere informatie

Naar e-inclusieve digitaliseringsprocessen. Een radicaal digitaal programma op maat van elke burger

Naar e-inclusieve digitaliseringsprocessen. Een radicaal digitaal programma op maat van elke burger Naar e-inclusieve digitaliseringsprocessen Een radicaal digitaal programma op maat van elke burger Programma 9u45 Inleiding studiedag en toelichting white paper e-inclusie in Vlaanderen: een toekomstvisie

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Luk Joossens, Stichting tegen Kanker, tel.: 02/7433706, gsm: 0486 88 91 22.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Luk Joossens, Stichting tegen Kanker, tel.: 02/7433706, gsm: 0486 88 91 22. Brussel, 19 december 2006 De resultaten van een grootschalige enquête over de rookgewoonten in 2006. Drie vierde van de bevolking is voorstander van rookvrije restaurants. Het percentage rokers blijft

Nadere informatie

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 1. OPDRACHTEN VAN HET OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN 1.1 Wettelijke basis De opdrachten van het Observatorium staan opgesomd

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hoeveel bedraagt het leefloon en hoeveel mensen moeten ermee rondkomen? Laatste aanpassing: 28/06/2019

Nadere informatie

Reglementering van het participatief budget voor de projectoproep Participatieve Duurzame Wijken

Reglementering van het participatief budget voor de projectoproep Participatieve Duurzame Wijken Reglementering van het participatief budget voor de projectoproep Participatieve Duurzame Wijken Update na de vergadering van 28 februari 2017 1. Algemeen kader Het participatief budget van de Participatieve

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 februari 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 februari 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 februari 12 STEEDS MEER BELGEN HEBBEN TOEGANG TOT INTERNET In 11 had 77% van de huishoudens internettoegang, meestal via breedband. Dat blijkt uit de resultaten van de ICT enquête

Nadere informatie

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 september 2007 Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming Vormingsinspanningen van Belgische ondernemingen in 2005 62,5%

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009-517- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 60 van 29

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd. Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie DREAM-project Evaluatie DREAM-project De Vlaamse overheid ondersteunt een aantal initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap en de ondernemerszin.

Nadere informatie

Brussel, 21 augustus 2013

Brussel, 21 augustus 2013 Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) Brussel, 21 augustus 2013 "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014"

Nadere informatie