HET STABILITEITSPROGRAMMA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET STABILITEITSPROGRAMMA"

Transcriptie

1 HET STABILITEITSPROGRAMMA VAN BELGIË ( )

2 Voorwoord Het Belgisch stabiliteitsprogramma legt de krachtlijnen en doelstellingen vast voor het budgettair beleid voor de periode Het moet samen gelezen worden met het nationaal hervormingsprogramma. In het kader van de onderhandelingen voor de vorming van een federale regering werd in oktober 2011 een akkoord gesloten over een verdere staatshervorming. In de voorliggende tekst worden de krachtlijnen van dit akkoord uiteengezet. Nog niet alle budgettaire gevolgen zijn echter becijferd in het stabiliteitsprogramma, aangezien een aantal modaliteiten nog moeten worden bepaald. Dit programma werd opgemaakt met de herziene Opinion on the content and format of Stability and Convergence Programmes van 24 januari 2012 als leidraad. Het bouwt verder op de engagementen aangegaan in het programma Het houdt rekening met het regeerakkoord en het in het kader van de regeringsonderhandelingen op federaal niveau uitgewerkt meerjarenplan Het is geïnspireerd op het advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën van maart Dit programma werd op 28 april 2012 goedgekeurd door de federale ministerraad en overlegd met de gemeenschappen en gewesten op de interministeriële conferentie voor financiën en begroting van 30 april.

3 Inhoudstafel 1 Inleiding Economische toestand en macro-economische hypothesen De internationale context Conjunctuurevolutie in België Vooruitzichten Sectorale balansen Saldo en schuld van de gezamenlijke overheid Traject Traject op middellange termijn Verdeling van de inspanning over de entiteiten Realisaties De begroting Op het niveau van entiteit I Initiële begroting 2012, meerjarenbegroting (december 2011) Begrotingscontrole 2012 (maart 2012) Maatregelen op het niveau van entiteit II Het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap De Vlaamse Gemeenschap Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Duitstalige Gemeenschap De Franse Gemeenschapscommissie De begroting op middellange termijn Structurele verbetering van het saldo in lijn met de Europese verplichtingen Afbouw van de overheidsschuld in lijn met de Europese verplichtingen... 52

4 4 Vergelijking met het stabiliteitsprogramma en sensitiviteitsanalyse Vergelijking met het stabiliteitsprogramma Sensitiviteitsanalyse Houdbaarheid van de overheidsfinanciën Beleidsstrategie Lange termijn budgettaire vooruitzichten en gevolgen van de vergrijzing Contingent liabilities Kwaliteit van de overheidsfinanciën Het verhogen van de arbeidsmarktdeelname Een fiscaliteit ten gunste van de werkgelegenheid Een billijkere en groenere fiscaliteit Een grotere efficiëntie en een strenge opvolging van de uitgaven Institutionele aspecten van de overheidsfinanciën Versterkte begrotingsprocedures De zesde staatshervorming... 76

5 1 Inleiding Algemene beleidslijnen Op 6 december 2011 trad een nieuwe regering aan. Het regeerakkoord is opgebouwd rond drie grote krachtlijnen: een staatshervorming met een belangrijke overdracht van bevoegdheden naar de gemeenschappen en gewesten, een grotere fiscale autonomie voor de gewesten en een hervorming van de bijzondere financieringswet; een sanering van de overheidsfinanciën om tot een gezonde financiële basis te komen en te voldoen aan de Europese vereisten; sociale en economische hervormingen om het hoofd te bieden aan de belangrijke uitdagingen van de toekomst, onder meer de vergrijzing. De nieuwe staatshervorming moet de structuren van het land slagkrachtiger maken om de belangrijke sociaal-economische uitdagingen aan te gaan. Belangrijke structurele hervormingen werden ondertussen geconcretiseerd. Ze hebben onder meer betrekking op een aanpassing van de werkloosheidsreglementering, het optrekken van de minimumleeftijd voor vervroegd pensioen en het betaalbaar houden van de gezondheidszorgen. De regering wil zich, binnen de EU2020-strategie, inzetten voor een beleid gericht op het verbeteren van de economische slagkracht om zo de welvaartsstaat te behouden. Krachtlijnen voor de overheidsfinanciën Net als in andere landen werden de Belgische openbare financiën geraakt door de financieeleconomische crisis van Het tekort liep dat jaar op tot 5,6 % van het bbp. Op 2 december 2009 werd tegen België, voor het eerst sinds de economische en monetaire unie van start is gegaan, een procedure bij buitensporige tekorten aangespannen. Tegen deze achtergrond heeft de Raad van de Europese Unie van 2 december 2009 de Belgische overheid aanbevolen uiterlijk in 2012 aan de voorwaarden te voldoen om een einde te maken aan de procedure bij buitensporige tekorten. 1

6 Ondertussen werd reeds een belangrijke stap gezet naar het normaliseren van de overheidsfinanciën. In 2011 werd het tekort beperkt tot 3,7 % van het bbp (2,8 % in structurele termen). Dit resultaat is in lijn met de doelstelling van het programma (3,6 % van het bbp). De regering engageert zich om het tekort in 2012 terug te brengen onder de grens van 3 %. Teneinde een zekere marge te hebben, werd de begroting opgemaakt met een doelstelling van 2,8 %. In lijn met de aanbevelingen van de Raad van de Europese Unie wil België op die manier in 2012 de voorwaarden realiseren om een einde te maken aan de procedure bij buitensporige tekorten. Het tekort van de gezamenlijke overheid zal in de periode stapsgewijs worden afgebouwd om in 2015 een nominaal evenwicht te bereiken. Met dit traject (en op basis van de gehanteerde macro-economische hypothesen) zou de MTO (medium-term objective) in 2015 gehaald worden en wordt ook de minimale vereiste voor verbetering van het structureel tekort gerespecteerd. In de periode wordt ook voldaan aan de vereiste inzake schuldafbouw. Het geschetste traject leunt dicht aan bij dit van het stabiliteitsprogramma De groeiramingen werden echter grondig naar beneden toe herzien. Het gekozen traject impliceert dus een belangrijke bijkomende inspanning. Indien de groeivooruitzichten tot 2015 gevoelig zouden verslechteren, komt het aan de Regering toe om, op basis van een verslag van de Afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën, de begrotingsvooruitzichten opnieuw te evalueren en om in dat geval na te gaan of het behoud van een doelstelling van strikt nominaal evenwicht in 2015 niet neerkomt op een budgettair te restrictieve oriëntatie. Omgekeerd, indien de groei hoger zou blijken dan wat momenteel voorzien is voor de komende jaren, zou het respecteren, van het globale normatieve traject kleinere verbeteringen van de structurele saldi vergen. 2

7 Het is belangrijk om de doelstelling op het niveau van de gezamenlijke overheid te ventileren over de verschillende entiteiten. De basisidee achter het hier aangehouden traject is dat tegen 2015 alle overheidsgeledingen zo goed als in evenwicht zijn. In de praktijk wordt voor de periode , rekening houdend met de investeringscyclus van de lokale overheden, uitgegaan van een licht overschot van 0,1 % van het bbp voor entiteit II. De concrete modaliteiten inzake de bijdrage van de gemeenschappen en gewesten aan de sanering zullen geconcretiseerd worden, onder andere bij het afronden van de nieuwe tekst voor de bijzondere financieringswet. Tabel 1: Belangrijkste gegevens stabiliteitsprogramma Als % bbp Reële BBP-groei 1,9 0,1 1,3 1,7 1,8 Vorderingensaldo -3,7-2,8-2,15-1,1 0,0 Structureel saldo -2,8-2,1-1,2-0,3 0,6 Schuldgraad 98,0 99,4 97,8 95,5 92,3 De regering zal de nodige maatregelen nemen om deze doelstellingen te halen. Bij de opmaak van de begroting 2013 zal het meerjarenplan geactualiseerd worden. De bestaande mechanismen van regelmatige begrotingscontroles en budgettaire voorzichtigheid zullen worden behouden en waar nodig versterkt. Ze vormen immers, gecombineerd met het nemen van structurele maatregelen, belangrijke hefbomen om het halen van de vooropgezette doelstelling veilig te stellen. 3

8 Versterken van de competitiviteit De federale regering heeft van het versterken van de competitiviteit een hoofddoelstelling gemaakt. In overleg met de sociale partners zal een interfederaal actieplan worden opgesteld dat dat concrete maatregelen zal oplijsten volgens 6 assen die overeenkomen met de doelstellingen van het nationaal hervormingsprogramma. Het betreft (i) het bevorderen van kwaliteitsvolle en duurzame jobs, (ii) het ondersteunen van de bedrijven en hun ontwikkeling, (iii) het garanderen van een ambitieus concurrentiebeleid, (iv) het versterken van onderzoek en ontwikkeling en de omslag naar innovatie, (v) het ondersteunen van de omslag naar een meer duurzame economie, en (vi) het bevorderen van een gunstig klimaat voor ondernemerschap. Tot begin juni 2012 worden hiertoe voorbereidende werkzaamheden georganiseerd in een werkgroep waarin de verschillende gefedereerde entiteiten zijn vertegenwoordigd. Vanaf juni 2012 wordt het politiek debat gevoerd, samen met de sociale dialoog, om tegen eind juli 2012 een concreet actieplan te hebben. Vervolgens zullen de maatregelen worden uitgewerkt en opgevolgd door een trimesteriële monitoring. 4

9 2 Economische toestand en macro-economische hypothesen 2.1 De internationale context In de editie van de World Economic Outlook van april 2012 heeft het IMF de groeiverwachting voor de wereldeconomie in 2012 licht naar boven herzien tot 3,5 % (1,4 % in de industrielanden en 5,7 % in de ontwikkelingslanden), ten opzichte van een raming van 3,3 % in januari. In de World Economic Outlook van september 2011 werd nog uitgegaan van 4,0 %. Een belangrijke reden voor deze gemengde vooruitzichten is het feit dat de eurozone een milde recessie ingaat. Vertrekkend van een hoog niveau, kent de activiteit in de opkomende economieën en de ontwikkelingslanden een zwakke vertraging, in het bijzonder omwille van de gevolgen van de economische evolutie in Europa. De Amerikaanse economie heeft daarentegen de neiging om iets gunstiger te evolueren dan verwacht. In Japan lijkt het vooruitzicht van een gematigde groei in 2012 zich te bevestigen. Wat de eurozone betreft, gaat de Europese Commissie in zijn Interim Forecast van februari 2012 uit van een negatieve bbp-groei van -0,3 % in 2012 (ten opzichte van een raming van +0,5 % in de herfstvooruitzichten van 2011). In de eerste jaarhelft zou er een lichte recessie zijn. Een heropleving van de economie wordt pas verwacht voor de tweede helft van Deze negatievere vooruitzichten voor de eurozone in 2012 kunnen onder meer verklaard worden door de vertraging van de groei die reeds was ingezet in het laatste kwartaal van 2011, door de pakketten aan nieuwe begrotingsmaatregelen die ingevoerd zijn sinds de laatste vooruitzichten en door het feit dat een aantal maatregelen om de crisis in de eurozone te bestrijden vertraging opgelopen hebben, wat de terugkeer van het vertrouwen afgeremd heeft. De indicator van het vertrouwen van de gezinnen en de bedrijven in de eurozone is echter terug gestegen in januari en februari en heeft zich gestabiliseerd in maart. 5

10 Hoewel de groei in bijna alle EU-lidstaten vertraagt, blijft er toch een duidelijk groeiverschil tussen de lidstaten. Terwijl Griekenland (-4,4 %) en Portugal (-3,3 %) een diepe recessie doormaken, zien sommige van de nieuwe lidstaten hun groei nog steeds boven de 2 % uitkomen. Duitsland en Frankrijk, de twee grootste economieën van de eurozone, zien hun economische activiteit in 2012 toenemen met respectievelijk 0,6 % en 0,4 %. Een hoge graad van onzekerheid weegt op de economische vooruitzichten op korte termijn, hoofdzakelijk omwille van de problematiek van de overheidsschulden en de interactie tussen de financiële sfeer en de reële economie. Bovendien zouden geostrategische spanningen kunnen wegen op de energieprijzen. 2.2 Conjunctuurevolutie in België In het eerste kwartaal van 2011 zette de Belgische economie nog een sterke groeiprestatie neer (0,9 %, ten opzichte van het voorgaande trimester), maar koelde daarna af in navolging van de internationale conjunctuur. In het tweede kwartaal werd nog een bescheiden groei opgetekend (0,3 %), maar in het derde en vierde kwartaal kromp de economie licht (-0,1 %). Op jaarbasis werd in 2011 toch nog een groei van 1,9 % behaald. De Nationale Bank van België peilt maandelijks naar het vertrouwen van zowel de consumenten als de bedrijven in de Belgische economie. In 2011 was de algemene trend van de algemene synthetische curve van de maandelijkse conjunctuurenquête duidelijk negatief tot en met november. Vanaf december 2011 en dit tot in februari 2012 ging de curve terug omhoog. In maart is de conjunctuurbarometer licht gedaald (bruto gegevens). 6

11 Grafiek 1: Algemene synthetische curve van de maandelijkse conjunctuurenquête Bron: Nationale Bank van België 2.3 Vooruitzichten Een ontwerp van economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau van midden maart 2012 dient als basis voor het traject in het voorliggende stabiliteitsprogramma. Deze vooruitzichten van het Federaal Planbureau zijn wat betreft de korte termijn (2011 en 2012) gebaseerd op de economische begroting van februari 2012, weliswaar aangepast om rekening te houden met de meest recente macro-economische evoluties en met de gevolgen van de maatregelen die tijdens de begrotingscontrole van maart 2012 genomen zijn. Tabel 2: Externe omgeving: Basishypotheses Interestvoet korte termijn (jaarlijks gemiddelde) 1,4 0,9 1,7 2,3 2,9 Interestvoet lange termijn (jaarlijks gemiddelde) 3,9 3,6 3,5 3,8 3,9 Euro in USD x 100 (jaarlijks gemiddelde) 139,2 134,3 134,7 134,7 134,7 Nominale effectieve wisselkoers (2000=100) 102,4 101,5 101,9 101,9 101,9 Bbp-groei wereld (exclusief EU) 4,4 4,3 4,7 5,4 5,6 Bbp-groei EU 1,6-0,1 1,2 2,1 2,1 Groei van relevante buitenlandse markten 5,3 1,6 3,7 4,9 5,2 Groei van wereldimport in volume (exclusief EU) 8,8 5,9 6,7 8,2 8,6 Olieprijzen (USD per vat Brent) 111,4 120,6 114,1 118,5 123,1 Bron: Federaal Planbureau 7

12 Het Federaal Planbureau verwacht voor 2012 in België een bbp-groei van +0,1 %, na de groei met 1,9 % in Het laatste consensusvooruitzicht in het Belgian Prime News van maart 2012, dat de gemiddelde vooruitzichten weergeeft die de grote financiële instellingen in België hanteren, verwacht in 2012 een nulgroei voor België ten opzichte van een krimp van -0,4 % voor het eurogebied als geheel. Vanaf 2013 zou de jaarlijkse reële bbp-groei hernemen onder impuls van de groei op de wereldmarkten. Desondanks zou de groei onder de 2 % blijven op middellange termijn. Voor de jaren 2013, 2014 en 2015 wordt de Belgische groei geraamd op respectievelijk 1,3 %, 1,7 % en 1,8 %, terwijl er voor de groei in de EU wordt uitgegaan van respectievelijk 1,2 %, 2,1 % en 2,1 %, op basis van de projectie op middellange termijn van het IMF van september In de projectie van het Federaal Planbureau is de internationale omgeving voor de jaren gebaseerd op de economische vooruitzichten van de Consensus Economics van februari Voor de jaren daarna gaat de projectie uit van een internationale omgeving die sterk geïnspireerd is door de middellange termijn projectie van het Internationaal Monetair Fonds van september Daaruit volgt dat de weerhouden hypothesen voor de wereldgroei iets sterker zijn, vooral in 2013, dan deze van de Common external assumptions. Wat de evolutie van de externe vraag aan de Unie betreft, zijn de door het Federaal Planbureau gebruikte hypothesen voorzichtig vergeleken met de voorlopige Common external assumptions van maart; ze zijn iets gunstiger dan de definitieve van 10 april. De hypothesen van de wisselkoers of van de aardoliekoers zijn volledig conform aan deze die weerhouden zijn door de Commissie. 8

13 Tabel 3: Gedetailleerde macro-economische vooruitzichten op middellange termijn % verandering, tenzij anders aangegeven ESR code In miljard 1. Bbp-groei tegen constante prijzen B1*g 327,7 1,9 0,1 1,3 1,7 1,8 2. Bbp in lopende prijzen (in miljarden euro) B1*g 369,4 4,2 2,2 3,5 3,6 3,6 Componenten van het reële bbp 3. Consumptieve bestedingen van de particulieren P.3 171,3 0,8-0,2 0,2 1,0 1,3 4. Consumptieve bestedingen van de overheid P.3 73,8 0,8 0,4 2,0 1,7 1,7 5. Bruto vaste kapitaalvorming P.51 66,8 5,0 0,4 1,2 1,5 2,1 6. Veranderingen in voorraden en netto aankoop activa P.52 + P.53 1,9 1,9 2,0 2,0 2,0 1,9 7. Uitvoer van goederen en diensten P.6 275,9 5,0 0,4 2,4 3,5 4,0 8. Invoer van goederen en diensten P.7 263,9 5,0 0,5 2,0 3,0 3,7 Bijdrage tot de groei van het reële bbp 9. Finale bestedingen (3+4+5) - 1,6 0,1 0,9 1,2 1,5 10. Veranderingen in voorraden en netto aankoop activa P.52 + P.53-0,3 0,0 0,1 0,0-0,1 11. Externe balans goederen en diensten B.11-0,1 0,0 0,4 0,5 0,4 Bron: Federaal Planbureau De consumptieve bestedingen van de particulieren zouden in 2012 dalen (-0,2 %) na de stijging met 0,8 % in De groei van de andere belangrijkste componenten van de finale binnenlandse bestedingen zou positief blijven in Echter, binnen de bruto vaste kapitaalvorming zouden de investeringen in woongebouwen nog afnemen. Zowel de groei van de invoer als de groei van de uitvoer zouden sterk vertragen in De importgroei (+0,5 %) zou weliswaar iets hoger zijn dan de exportgroei (+0,4 %). Vanaf 2013 zou er terug een positieve bijdrage moeten zijn van de netto-uitvoer tot de groei van het reële bbp. Tabel 4: Prijsevolutie op middellange termijn % verandering (2005=100) 1. Deflator bbp 112,7 2,3 2,2 2,2 1,9 1,8 2. Deflator consumptieve bestedingen van de particulieren 114,1 3,4 2,9 1,9 1,8 1,8 3. Evolutie HICP 115,2 3,5 3,0 1,9 1,8 1,8 4. Deflator consumptieve bestedingen van de overheid 120,6 2,9 2,6 2,3 1,9 1,7 5. Deflator investeringen 115,1 2,2 2,0 1,7 1,8 1,9 6. Deflator uitvoer van goederen en diensten 113,3 5,1 4,0 1,7 2,1 2,1 7. Deflator invoer van goederen en diensten 116,4 6,7 4,6 1,2 2,2 2,4 Bron: Federaal Planbureau 9

14 De stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) versnelde in 2011 tot 3,5 %. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de sterke stijging van de energieprijzen. In 2012 zou de stijging van de geharmoniseerde prijsindex iets zwakker zijn omwille van een mindere groei van de energieprijzen. Bij de interpretatie van de indexevolutie in 2012 moet er trouwens ook rekening gehouden worden met de impact van de door de regering doorgevoerde bevriezing voor 9 maand van opwaartse indexeringen van de variabele energieprijzen. Ook in de toekomst zou de olieprijs in belangrijke mate het prijsniveau bepalen. Hier spelen echter een aantal onzekerheden op internationaal vlak. Indien zich geen nieuwe internationale prijsschokken voordoen, zou de inflatie zich stabiliseren vanaf 2013, om uit te komen op gemiddeld ongeveer 1,8 % per jaar. Tabel 5: Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt % verandering tenzij anders vermeld niveau 1. Binnenlandse werkgelegenheid 4547,4 (a) 1,2 0,2 0,3 0,7 1,0 2. Aantal gewerkte uren 6636,2 (b) 1,7-0,2 0,6 0,8 0,9 3. Werkloosheidsgraad (% definitie Eurostat) 7,2 7,2 7,5 7,8 7,8 7,5 4. Arbeidsproductiviteit per persoon 72,1 (c) 0,6-0,1 1,0 1,0 0,8 5. Arbeidsproductiviteit per uur 49,4 (c) 0,2 0,2 0,6 0,9 0,9 6. Beloning van werknemers (ESR-code D.1) 190,9 (d) 4,7 3,4 3,6 3,7 3,5 7. Beloning per werknemer 50,1 (c) 3,4 3,3 3,4 2,8 2,3 (a) duizenden; (b) miljoen uren; (c) EUR; (d) miljard EUR Bron: Federaal Planbureau De werkgelegenheid in België heeft tot nu toe vrij goed stand gehouden ondanks de economische crisis. Gemiddeld over het jaar nam de werkgelegenheid in 2011 sterker toe dan de beroepsbevolking, waardoor de geharmoniseerde werkloosheidsgraad (definitie Eurostat) afnam tot 7,2 %. Midden 2011 viel deze jobcreatie echter stil door de terugval van de economische activiteit. In de loop van 2012 zou de werkgelegenheid uitgedrukt in duizenden personen slechts in beperkte mate hernemen, terwijl het arbeidsvolume in aantal gewerkte uren zou afnemen. De groei van de werkgelegenheid zou in 2012 in ieder geval lager uitvallen dan de groei van de beroepsbevolking, met een stijging van het aantal werklozen als gevolg. De geharmoniseerde werkloosheidsgraad zou bijgevolg oplopen tot 7,5 % in

15 Onder impuls van de conjunctuurherneming vanaf 2013 zou de banencreatie opnieuw hoger moeten zijn. Dit zou zich vertalen in een groei van de binnenlandse werkgelegenheid met 0,3 procentpunt in 2013, met 0,7 procentpunt in 2014 en met 1,0 procentpunt in Door de verbetering van de arbeidsmarkt zou de geharmoniseerde werkloosheidsgraad zich, na een piek van 7,8 % in 2013, stabiliseren in 2014 en terug afnemen tot 7,5 % in Sectorale balansen De vorderingensaldi van de verschillende sectoren zijn weergegeven in Tabel 6. Het betreft hier cijfers bij ongewijzigd beleid. Tabel 6: Sectorale balansen In % bbp ESR code Vorderingenoverschot (+) of tekort (-) ten opzichte van het buitenland B.9 2,0 1,5 2,2 2,6 2,6 waaronder: - Balans van goederen en diensten 1,5 1,0 1,7 2,1 2,2 - Balans van de primaire inkomens en overdrachten 0,6 0,6 0,5 0,5 0,5 - Kapitaalrekening -0,1-0,1-0,1-0,1-0,1 2. Vorderingenoverschot (+) of tekort (-) van de privésector B.9 5,9 4,2 5,4 5,6 5,7 3. Vorderingenoverschot (+) of tekort (-) van de gezamenlijke overheid EDP B.9-3,7-2,7-3,1-3,0-3,0 4. Statistische discrepantie -0,2-0,1-0,1-0,1-0,1 Bron: Federaal Planbureau 11

16 3 Saldo en schuld van de gezamenlijke overheid 3.1 Traject Traject op middellange termijn Conform de aanbevelingen van de Raad van de Europese Unie met betrekking tot het beëindigen van de procedure bij buitensporige tekorten in 2012 engageert de Belgische regering zich om het tekort in 2012 terug te brengen onder de 3 %. Zowel bij de opmaak van de initiële begroting als bij de begrotingscontrole werd, teneinde een zekere marge te hebben, een doelstelling van 2,8 % gehanteerd. Het hanteren van voorzichtige groeiramingen en het aanhouden van een reserve onderstrepen deze ambitie. De procedure bij buitensporige tekorten tegen België Sinds 2 december 2009 is België het voorwerp van een procedure bij buitensporige tekorten. Om een einde te maken aan deze situatie, vroeg de Raad in haar aanbeveling van 2 december 2009 met name aan België om het begrotingstekort vanaf 2012 op een geloofwaardige en houdbare manier onder de grens van 3 % van het bbp te brengen en om een jaarlijkse structurele begrotingsinspanning te leveren van gemiddeld 0,75 % van het bbp tijdens de periode Op basis van een mededeling van de Europese Commissie die de ondernomen acties om het tekort te verminderen evalueerde, achtte de Raad in juli 2011 dat België tot dan conform de aanbevelingen had gehandeld. De Belgische overheden zijn vervolgens blijven waken over het respecteren van deze aanbevelingen. Vermindering van het tekort tot onder de grens van 3 % van het bbp in 2012 en de voortzetting van de sanering van de openbare financiën 12

17 In december 2011 heeft de nieuwe federale regering de begroting voor het jaar 2012 gepresenteerd. Deze begroting voorziet om het tekort van de gezamenlijke overheid terug te brengen tot 2,8 % van het bbp in 2012, om zo de aanbeveling van de Raad te respecteren. In maart 2012 werd een begrotingscontrole uitgevoerd om de macro-economische en budgettaire parameters te actualiseren, in het bijzonder in het kader van de verslechtering van de economische vooruitzichten. De doelstelling van een begrotingstekort van 2,8 % van het bbp in 2012 werd bevestigd. Om deze doelstelling te halen werd een bijkomende begrotingsinspanning gerealiseerd van 1,8 miljard EUR, evenwichtig gespreid over ontvangsten en uitgaven. Bovendien zijn de Belgische overheden, in afwachting van deze begrotingscontrole, tegemoet gekomen aan de vraag van de Europese Commissie van begin januari 2012 door de uitgaven te bevriezen voor een bedrag gelijk aan 1,3 miljard EUR en zo te verzekeren dat de aanbeveling zou worden gerespecteerd. De Europese Commissie had het begrotingstekort immers geraamd op 3,2 % van het bbp in 2012 en vroeg om bijkomende maatregelen te nemen. In haar mededeling van 11 januari 2012 was de Europese Commissie dus van mening dat België opnieuw effectieve actie heeft ondernomen om het buitensporige tekort binnen de termijn en op een houdbare wijze te corrigeren. Daarenboven is, ondanks de sterke neerwaartse herziening van de groeivooruitzichten, de begrotingsdoelstelling voor 2012 behouden. Dit behoud vereiste een significante bijkomende budgettaire inspanning. Jaarlijkse structurele begrotingsinspanning Volgens de macro-economische en budgettaire hypothesen die aan de basis liggen van dit programma zou het structurele saldo in 2012 met 0,7 % van het bbp verbeteren. 13

18 Volgens de projecties van maart 2012 van het Federaal Planbureau zou de verbetering van het structureel saldo over de periode ,6 % van het bbp bedragen, hetzij iets meer dan gemiddeld 0,5 % van het bbp per jaar. De impact van de genomen maatregelen wordt echter voor een deel niet vertaald in het saldo omdat er moet rekening worden gehouden met niet-discretionaire factoren die aanleiding geven tot een verslechtering van het saldo, zoals de effecten van de vergrijzing. De structurele inspannig beloopt ongeveer 2% van het bbp indien men een bottom-up benadering volgt en uitgaat van de impact van de genomen maatregelen. 1 Hiermee wordt de aanbeveling van de Raad (een structurele begrotingsinspanning van gemiddeld 0,75% bbp) benaderd. De daaropvolgende jaren zal in naleving van de Europese verplichtingen het tekort verder afgebouwd worden en moet het met minimaal 0,5 % per jaar stapsgewijs naar de MTO gebracht worden2. Zo zal het tekort voor de gezamenlijke overheid in 2013 worden teruggebracht tot 2,15 % van het bbp en vervolgens tot 1,1 % in 2014 om in 2015 een evenwicht te realiseren. Dit traject respecteert de Europese verplichtingen inzake afbouw van het tekort. Het weerhouden traject voor de gezamenlijke overheid komt grotendeels overeen met wat werd voorgesteld in het vorige stabiliteitsprogramma, namelijk een stelselmatige vermindering van het vorderingentekort tot een nominaal evenwicht wordt bereikt in De groeivooruitzichten werden in eerste instantie voor 2012, maar ook voor de daaropvolgende jaren gevoelig naar beneden toe herzien. Ondanks de lagere groei (over de periode bedraagt het groeiverlies 4,1 pp) vasthouden aan het vooropgesteld traject veronderstelt een aanzienlijke bijkomende inspanning. Indien de groeivooruitzichten tot 2015 gevoelig zouden verslechteren, komt het aan de Regering toe om, op basis van een verslag van de Afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën, de - 1 Zie ook European Commission : Update of the budgetary situation in Belgium after the March 2012 budgetary control exercise (maart 2012). - 2 Zie Verordening (EU) Nr. 1175/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid, Art 1.5) waarin het Artikel 2bis van de Verordening (EG) nr. 1466/97 wordt gewijzigd. 14

19 begrotingsvooruitzichten opnieuw te evalueren en om in dat geval na te gaan of het behoud van een doelstelling van strikt nominaal evenwicht in 2015 niet neerkomt op een budgettair te restrictieve oriëntatie. Omgekeerd, indien de groei hoger zou blijken dan wat momenteel voorzien is voor de komende jaren, zou het respecteren, van het globale normatieve traject kleinere verbeteringen van de structurele saldi vergen. Voorts zal de regering, indien zij vóór 2015 kan rekenen op vervroegde terugbetalingen van participaties in de financiële sector en op eventuele meerwaarden, die bedragen integraal besteden aan de versnelde afbouw van de schuld Verdeling van de inspanning over de entiteiten Advies van de Afdeling Financieringsbehoeften 3 In een institutionele structuur zoals België waar heel wat bevoegdheden en financiële middelen gedecentraliseerd zijn, dient de budgettaire saneringsinspanning optimaal verdeeld te worden. De Hoge Raad van Financiën heeft in zijn advies een traject voorgesteld waarbij beide entiteiten en de subsectoren van Entiteit II, waaronder elk gewest en elke gemeenschap, in 2015 naar een begrotingsevenwicht gaan. De Hoge Raad wijst er in zijn advies echter op dat een dergelijk evenwicht slechts kan worden bereikt door de twee entiteiten als de verdeling van de saneringsinspanning evenwichtig gebeurt. Dit evenwicht kan slechts worden gevonden als een aantal lasten van Entiteit I naar Entiteit II worden overgedragen, aangezien de federale overheid momenteel het overgrote deel van de schuldkosten draagt (historische schuld) en eveneens de sociale uitkeringen moet waarborgen, waarbij ze momenteel ook het grootste deel van de vergrijzingskosten draagt. Teneinde een evenwichtige verdeling van de begrotingssanering te realiseren geeft de Hoge Raad aan dat de maximale omvang van de overdracht tussen de entiteiten van financiële lasten tot 2015 zou kunnen oplopen tot 1 % bbp. - 3 Hoge Raad van Financiën Afdeling Financieringsbehoeften van de overheid. Advies : Begrotingstraject voor het stabiliteitsprogramma

20 De in dit programma weerhouden verdeling In dit stabiliteitsprogramma wordt, rekening houdend met de investeringscyclus van de lokale overheden, uitgegaan van een evenwicht voor Entiteit II in 2013, gevolgd door een beperkt overschot (0,1% van het bbp) voor de jaren 2014 en Tabel 7: Vorderingensaldo per Entiteit Als % bbp Gezamenlijke overheid -3,7-2,8-2,15-1,1 0,0 - Entiteit I -3,4-2,4-2,15-1,2-0,1 - Entiteit II -0,3-0,4 0,0 0,1 0,1 De respectieve doelstellingen van entiteit I en entiteit II zijn vanaf 2014 geconditioneerd door de overdracht van lasten van entiteit I naar entiteit II. Die overdracht kan onder andere worden geconcretiseerd via de hervorming van de bijzondere financieringswet. Om het traject naar het evenwicht in 2015 te vrijwaren, zullen de verschillende entiteiten de gepaste inspanningen leveren. Daartoe zal de regering zich baseren op het verslag van de Hoge Raad van Financiën van april

21 3.2 Realisaties 2011 De begroting 2011 voor entiteit I werd in het voorjaar 2011 opgemaakt. Deze baseerde zich voor de doelstellingen op het advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van maart De Afdeling adviseerde om het tekort te beperken tot 3,7 % van het bbp. De doelstelling voor 2011 werd iets scherper gezet op 3,6 % van het bbp. Volgens de op 30 maart gepubliceerde ramingen van het INR sluit het resultaat inzake vorderingensaldo voor 2011 (-3,7 % van het bbp) vrij goed aan bij de doelstelling die in het stabiliteitsprogramma was vooropgesteld (-3,6 % van het bbp). Tabel 8: Vorderingensaldo en schuldgraad in 2011 Als % bbp Stab progr Realisaties Gezamenlijke overheid -5,6-3,8-3,6-3,7 Entiteit I -4,9-3,1-3,1-3,4 Federale overheid -4,2-3,0-3,1-3,4 Sociale zekerheid -0,7-0,1 0,0-0,1 Entiteit II -0,7-0,7-0,5-0,3 De federale overheid realiseerde in 2011 een tekort van 3,4 % van het bbp, een verslechtering ten opzichte van het resultaat van De sociale zekerheid sloot het jaar af met een beperkt tekort van 0,1 % van het bbp. Hierbij moet rekening gehouden worden met de impact van de bijzondere toelage ingesteld door artikel 173 van de programmawet van 23 december De gemeenschappen en gewesten wisten in 2011 het tekort terug te brengen tot 0,2 % van het bbp. De verbetering ten opzichte van 2010 (0,5 % van het bbp) werd gerealiseerd ondanks het in aanmerking nemen in hun kapitaaluitgaven van de in het kader van de ontbinding van de gemeentelijke holding toegestane schuldovername en schuldkwijtschelding (0,2 % bbp). Anderzijds zijn de in het kader van de bijzondere financieringswet aan de gemeenschappen en gewesten getransfereerde personenbelasting en BTW toegenomen met 0,5 % bbp. 17

22 De rekeningen van de lokale overheden sloten net als in 2010 het jaar af met een beperkt tekort. Bij de publicatie van de EDP-tabellen van maart 2012 werden de rekeningen van de lokale overheden voor de periode grondig herzien. Toelichting bij de methodologische herziening van de opmaak van de lokale overheidsstatistieken 4 Ter gelegenheid van de raming in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten die op 30 maart 2012 werd verstrekt aan Eurostat heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de methodologie voor de opmaak van de statistieken voor de lokale overheden, zoals aangekondigd bij haar vorige publicatie, grondig gewijzigd en de kwaliteit van deze statistieken beduidend verbeterd. De gebrekkige kwaliteit van de ESR95 rekeningen voor de lokale overheden was reeds verschillende jaren een aandachtspunt voor het INR, de Hoge Raad van Financiën en Eurostat. De gebruikte methode was immers gebaseerd op detailgegevens van enquêtes voor een referentiejaar die werden aangevuld met gegevens van tegenpartijen, administratieve informatie en externe studiën. De laatste gegevens inzake de rekeningen of budgetten dateerden van 2000 voor de provincies, 2003 voor de gemeenten en 1997 voor de OCMW s. Gezien de referentiejaren uit een ver verleden dateerden die deels werden geëxtrapoleerd nam de onzekerheid over de betrouwbaarheid van de statistieken toe. Zowel het INR, de Hoge Raad van Financiën als Eurostat, waren van oordeel dat dit een suboptimale situatie was en dat moest worden gezocht naar een structurele oplossing om de kwaliteit van de lokale overheidsstatistieken te verzekeren. Het INR had sinds 2004 reeds herhaaldelijk zowel in haar jaarlijkse publicaties als door middel van brieven aan de bevoegde ministers opgeroepen om de situatie te verbeteren. - 4 Bron : Hoge Raad van Financiën

23 Voor de herziening van de opmaak van de lokale statistieken was het essentieel om tijdig over kwaliteitsvolle basisgegevens te kunnen beschikken. Om statistieken voor de lokale overheden te kunnen opmaken, dient het INR tijdig te beschikken over de rekeningen van de provincies, de gemeenten, de OCMW s, de lokale politiezones en alle andere lokale entiteiten die tot de overheidssector behoren. Deze rekeningen moeten door de bevoegde overheden ter beschikking worden gesteld op een geïnformatiseerde, geharmoniseerde en individuele wijze. In de loop van 2011 zijn steeds meer toezichthoudende overheden overgegaan tot het verstrekken van gedetailleerde gegevens over de rekeningen van de lokale entiteiten, wat het INR heeft toegelaten haar werkmethode te wijzigen 5. De herziening van de methodologie voor de opmaak van de rekeningen van de lagere overheden verbetert het financieringssaldo van zowel de lokale als gezamenlijke overheid over de periode structureel met gemiddeld ongeveer 0,2 % bbp. De opwaartse herziening komt zowel voort uit een opwaartse herziening van de ontvangsten van de lokale overheden, in het bijzonder door een herziening van de ontvangsten uit lokale belastingen en de ontvangen dividenden, als uit een neerwaartse herziening van de uitgaven, tengevolge van vooral een neerwaartse bijstelling van de sociale uitkeringen en de intermediaire consumptie. De neerwaartse herziening van de sociale uitkeringen is onder meer een gevolg van de stijging van het belang van de leeflonen die worden uitbetaald als lonen sinds Vermits de gegevens van de loonmassa waren gebaseerd op informatie van de RSZPPO, die ook deze leeflonen omvatten, en er geen indicatie was van de toename van deze wijze van uitkering van het leefloon, werden deze uitgaven dubbel in rekening gebracht in de uitgaven. - 5 Een gedetailleerde methodologische nota over de nieuwe methode en de beschikbare basisinformatie is terug te vinden in de jaarlijkse publicatie van de rekeningen van de overheid op de website van de Nationale Bank van België. 19

24 Tabel 9: De evolutie van de overheidsfinanciën In % bbp Reële evolutie Ontvangsten 48,1 48,9 49,4-3,6 4,0 2,2 Fiscale en parafiscale ontvangsten 45,2 45,7 46,0-3,5 3,6 1,6 Directe belastingen 15,2 15,6 15,9-9,8 5,1 3,1 Gezinnen 12,5 12,7 12,7-5,6 4,0 1,4 Bedrijven 2,6 2,9 3,1-26,0 10,6 10,7 Andere 0,0 0,0 0,0 20,7-3,5-17,7 Indirecte belastingen 12,5 12,8 12,6-2,1 5,2-0,6 Kapitaalbelastingen 0,7 0,7 0,7-6,3 9,6 3,9 Sociale bijdragen 16,8 16,6 16,7 2,0 0,7 1,8 Andere 2,9 3,2 3,5-4,3 10,6 10,0 Lopende uitgaven exclusief interestlasten 46,7 46,6 46,8 5,5 2,0 1,4 Lonen 12,8 12,6 12,6 3,3 1,2 0,7 Werkingsmiddelen 3,9 3,8 3,7 4,3 0,6-0,9 Sociale prestaties 25,3 25,0 25,2 6,6 1,2 1,3 Andere 4,8 5,1 5,2 6,8 4,3 3,1 Kapitaaluitgaven 3,4 2,8 3,1 23,0-15,7 13,0 Primair saldo -2,0-0,4-0,4 Interestlasten 3,6 3,4 3,3 Vorderingensaldo -5,6-3,8-3,7 Schuldgraad 95,8 96,0 98,0 Het gewicht van de ontvangsten is toegenomen van 48,9 % van het bbp tot 49,4 %. Deze toename is voor een deel toe te schrijven aan de evolutie van de fiscale ontvangsten. De inkohieringen van de vennootschappen zijn aanzienlijk positiever dan in 2010 en bevestigen de verschuiving tussen kohieren en voorafbetalingen. De andere fiscale en parafiscale ontvangsten zijn ongeveer constant gebleven in termen van het bbp. De andere ontvangsten zijn gestegen als gevolg van de vergoedingen betaald door de financiële instellingen in het kader van de financiële crisis, en de ontvangen dividenden. Zowel de uitgaven voor lonen als werkingsmiddelen en de uitgaven voor sociale prestaties zijn in reële termen minder snel gegroeid dan het bbp. De toename van het gewicht van de kapitaaluitgaven en hun vrij sterke stijging in reële termen is grotendeels toe te schrijven aan de schuldovername en kwijtschelding die de gewesten toegestaan hebben in het kader van de vereffening van de gemeentelijke holding. Daarnaast veren ook de investeringsuitgaven van de lokale overheden op. 20

25 De schuldgraad bedroeg 98 % eind 2011, dit staat voor een toename met 2,0 % ten opzichte van Op basis van het gerealiseerde tekort en de andere parameters die in aanmerking komen voor de endogene schuldevolutie zou de schuldgraad zich in 2011 ongeveer gestabiliseerd hebben, en zelfs lichtjes gedaald zijn. De opgetekende stijging komt dus volledig op rekening van exogene factoren. De in 2011 verstrekte leningen aan Griekenland (0,3 % bbp), de Belgische deelname aan het wederzijds steunmechanisme via het EFSF aan Portugal en Ierland (0,2 % bbp) en de verwerving van de aandelen van Dexia (1,1 % bbp) hebben gezorgd voor een verdere stijging van de schuldgraad. 3.3 De begroting Op het niveau van entiteit I Initiële begroting 2012, meerjarenbegroting (december 2011) België heeft zich geëngageerd om het tekort van de gezamenlijke overheid in 2012 te beperken tot 2,8 % van het bbp. Dit engagement om in 2012 een tekort voor de gezamenlijke overheid te hebben van 2,8 % van het bbp is ook als dusdanig opgenomen in het regeerakkoord van de federale regering. Hierbij verbindt de federale regering zich om het tekort voor entiteit I tot 2,4 % van het bbp te beperken. Dit engagement betekent dat de beleidsniveaus van entiteit II zich houden aan een tekort van maximum 0,4 % van het bbp. De initiële begroting 2012 die de federale regering heeft opgesteld in december 2011 werd opgemaakt in een meerjarenperspectief en behelst de periode De leidraad bij deze begrotingsopmaak was het stabiliteitsprogramma van april De federale overheid heeft het hierin voorgestelde traject gevolgd. De basiscijfers voor de initiële begroting waren afkomstig van het Monitoringcomité van de federale overheid dat een raming had gemaakt van het vorderingensaldo bij ongewijzigd reglementair kader. Er werd hierbij uitgegaan van een economische groei van 0,8 % in 2012, en van 2,1 % in 2013 en

26 Op basis van deze cijfers was er nood aan inspanningen ten belope van 11,3 miljard EUR voor 2012, van 13,2 miljard EUR voor 2013 en van 15,9 miljard EUR voor 2014 om te komen tot het genormeerd tekort zoals voorgesteld door de Hoge Raad van Financiën in zijn advies van maart De maatregelen die werden genomen bij de initiële begroting kunnen worden onderverdeeld in uitgavenmaatregelen, inkomstenmaatregelen, en andere maatregelen (zie onderstaande tabel). Het totaal van de maatregelen zorgde ervoor dat het gewenst tekort zoals voorgesteld door de Hoge Raad van Financiën voor entiteit I werd gehaald. In het kader van het Regeerakkord werd een budgettair meerjarenplan bepaald tot In dit plan neemt het aandeel van de uitgavenverminderingen toe van 42% in 2012, tot 48% in 2013 en tot 52% in Het aandeel van ontvangsten daalt van 34% in 2012, tot 31% in 2013 en tot 28% in Het aandeel van diverse maatregelen evolueert van 24% in 2012, naar 21% in 2013 en naar 20% in Tabel 10: Maatregelen initiële begroting (In miljoen EUR) Uitgaven % % % Ontvangsten % % % Andere % % % Totaal nieuwe maatregelen Technische correcties Institutioneel akkoord Totaal incl. technische correcties Winst interestlasten Nieuwe maatregelen Totaal na inrekenen interestlasten Het meerjarenperspectief laat ook toe om het structureel karakter van de genomen maatregelen in de verf te zetten. De geraamde impact van de maatregelen exclusief technische correcties loopt op van 10,5 miljard EUR in 2012 tot 15,5 miljard EUR in

27 Uitgaven De uitgaven worden op verschillende vlakken beperkt, namelijk bij de primaire uitgaven, bij de fiscale uitgaven en in de sociale zekerheid. Daarnaast is er ook een impact van de usurperende bevoegdheden. Een gedetailleerd overzicht van de verschillende maatregelen wordt gegeven in bijlage. Vooreerst werd het MMA-fonds (het fonds voor de milieuvriendelijke maatregelen betreffende de autovoertuigen) op 31/12/2011 afgeschaft (opbrengst van 328 miljoen EUR in 2012 tot 397 miljoen EUR in 2014). Ten tweede werden een aantal verminderingen van de dotatie aan de NMBS-groep beslist, zoals het verminderen van de investeringsdotatie in 2012 (203 miljoen EUR) en een beperking van de exploitatie- en investeringsdotaties (vermindering met 50 miljoen EUR in 2012 tot 100 miljoen EUR in 2014). Ten derde worden de kredieten van het DGOS (Directoraat-generaal ontwikkelingssamenwerking) vastgelegd op hun bedrag van 2011, wat een besparing oplevert van 145 miljoen EUR in 2012 en 2013 en 310 miljoen EUR in Ten vierde zijn er belangrijke extra-besparingen bij de administraties, onder meer een vermindering van de personeelskredieten (opbrengst 120 miljoen EUR in 2012 tot 215 miljoen EUR in 2014) en van de werkings- en investeringskredieten (met 51 miljoen EUR in 2012 tot 153 miljoen EUR in 2014). Er wordt bovendien rekening gehouden met het opnemen door de gemeenschappen en gewesten van een groter deel van de pensioenlasten van hun statutaire ambtenaren, de zogenaamde responsabiliseringsbijdrage (opbrengst van 89 miljoen EUR in 2012 tot 116 miljoen EUR in 2014). Ook zijn er belangrijke structurele maatregelen genomen op het vlak van overheidspensioenen (opbrengst van 212 miljoen EUR in 2013 en 424 miljoen EUR in 2014). De belastingsverminderingen voor energiebesparende uitgaven in een woning zullen worden verminderd vanaf Dit geeft een netto-opbrengst van 260 miljoen EUR in 2013 en 520 miljoen EUR in Ook wordt het systeem van aftrekken in de personenbelasting vereenvoudigd (opbrengst 56 miljoen EUR in 2013 en 116 miljoen EUR in 2014). 23

28 Het grootste deel van de uitgavenbeperking gebeurt bij de sociale zekerheid. Ten eerste wordt de groeinorm van de ziekteverzekering aangepast (opbrengst zal miljoen EUR bedragen in 2012, miljoen EUR in 2013 en miljoen EUR in 2014). Bovendien worden extra-besparingen doorgevoerd binnen de ziekteverzekering en de sociale zekerheid, ten belope van 823 miljoen EUR in 2012, van 745 miljoen EUR in 2013 en van 828 miljoen EUR in Daarnaast is er nog steeds een onderbenutting binnen de gezondheidszorg ten belope van 320 miljoen EUR. De benutting van de welvaartsenveloppes in de stelsels van de loontrekkenden en van de zelfstandigen wordt voor 2013 en 2014 beperkt tot 60 % (opbrengst van respectievelijk 123 miljoen EUR en 245 miljoen EUR). Ook wordt het systeem van dienstencheques aangepast (opbrengst van 106 miljoen EUR in 2013 en 120 miljoen EUR in 2014). Daarenboven zullen de openbare instellingen van de sociale zekerheid en de derden-instanties aan een strikte uitgavencontrole worden onderworpen (opbrengst van 141 miljoen EUR in 2012 tot 234 miljoen EUR in 2014). Daarnaast zijn er een aantal structurele maatregelen genomen die een belangrijke impact op de uitgaven hebben. Het systeem van tijdskrediet en loopbaanonderbreking werd hervormd (opbrengst van 52 miljoen EUR in 2012 tot 125 miljoen EUR in 2014). Ook de arbeidsmarkt wordt hervormd door verschillende ingrepen, zoals de aanpassing van het systeem van wachtuitkeringen (opbrengst van 131 miljoen EUR in 2012 tot 136 miljoen EUR in 2014) van werkloosheid, onder meer door een versterking van de degressiviteit van de uitkeringen en aansporingsmaatregelen (opbrengst van 116 miljoen EUR in 2012 tot 332 miljoen EUR in 2014). Usurperende bevoegdheden zijn bevoegdheden die eigenlijk onder de gewesten en gemeenschappen vallen, maar waarvoor de federale overheid nog uitgaven doet. In de federale meerjarenbegroting werd hiervoor een besparing voorzien van 250 miljoen EUR in 2012 en van 300 miljoen EUR in 2013 en Het overleg met de gemeenschappen en gewesten hierover is gestart met de interministeriële conferentie van financiën en begroting van 27 maart 2012 en wordt verdergezet in werkgroepen. 24

29 Inkomsten Een gedetailleerd overzicht van de inkomstenmaatregelen in de meerjarenbegroting wordt gegeven in bijlage. De inkomstenmaatregel met de grootste budgettaire impact is de hervorming van het systeem van notionele intrestaftrek (opbrengst van miljoen EUR in 2012 tot miljoen EUR in 2014). Daarnaast is er de harmonisatie van de roerende voorheffing naar 21 %, en naar 25 % voor roerend inkomen boven EUR (totale opbrengst 917 miljoen EUR in 2012 tot 943 miljoen EUR in 2014). Andere belangrijke maatregelen zijn het aanpassen van de meerwaardebelasting bij vennootschappen (150 miljoen EUR opbrengst in 2012, vervolgens 180 miljoen EUR) en het uitsluiten van notarissen en gerechtsdeurwaarders van bepaalde BTW-vrijstellingen (opbrengst van 100 miljoen EUR in 2012 tot 109 miljoen EUR in 2014). Ook is de berekening van de opbrengsten van de gratis terbeschikkingstelling van een privéwoning door vennootschappen aangepast (opbrengst van 170 miljoen EUR in 2012 tot 177 miljoen EUR in 2014). Daarnaast zijn de accijnzen op tabak verhoogd (jaarlijkse opbrengst van 158 miljoen EUR) en wordt op betaaltelevisie een BTW-tarief van 21 % geheven (opbrengst van 84 miljoen EUR in 2012 tot 92 miljoen EUR in 2014). Tot slot is de berekening van het voordeel in natura bij de terbeschikkingstelling van bedrijfsvoertuigen aangepast (opbrengst van 200 miljoen EUR in 2012 tot 210 miljoen EUR in 2014). Andere Onder de diverse maatregelen vallen een aantal belangrijke posten die geld opbrengen voor de begroting (een overzicht is in bijlage gegeven). De strijd tegen fiscale en sociale fraude wordt opgevoerd (opbrengst 720 miljoen EUR in 2012, 1 miljard EUR in 2013 en 1,5 miljard in 2014). Een recurrente aanvullende bankentaks wordt geheven (100 miljoen EUR opbrengst in 2012, 2013 en 2014). Ook wordt in 2012 een opbrengst voorzien uit het depositobeschermingsfonds ten belope van 476 miljoen EUR en 159 miljoen EUR in De procedure voor de aangifte van successiedossiers wordt veranderd (opbrengst van 150 miljoen EUR in 2012, 156 miljoen EUR in 2014). Daarenboven werd rekening gehouden met een aantal terugverdieneffecten door de verhoogde werkgelegenheidscreatie als gevolg van de structurele maatregelen (263 miljoen EUR in 2012 tot 630 miljoen EUR in 2014). 25

30 Tot slot zijn er een aantal niet-fiscale ontvangsten, zoals de nucleaire rente (jaarlijks 300 mio EUR), het buitengewoon dividend van Belgacom (jaarlijks 96 mio EUR), een recurrente ontvangst van de Nationale Bank van België (jaarlijks 100 mio EUR) en de veiling van 4Glicenties (opbrengst in 2012 van 80 miljoen EUR) Begrotingscontrole 2012 (maart 2012) In februari 2012 heeft het Monitoringcomité een nieuw rapport opgesteld, waarbij de meest recente informatie met betrekking tot inkomsten en uitgaven van entiteit I werd opgenomen. Door de verslechtering van de economische toestand was het noodzakelijk dat bijkomende maatregelen werden genomen om de begrotingsdoelstelling voor 2012 te bereiken. Bij de begrotingscontrole van maart 2012 werd voor het begrotingsjaar 2012 een bijkomende inspanning geleverd van 1,8 miljard EUR. Ten opzichte van de cijfers vóór conclaaf werden er een aantal technische aanpassingen aan de initiële ramingen doorgevoerd (0,3 miljard EUR). De primaire uitgaven werden (exclusief bijdrage aan het ESM en de evenwichtsdotatie aan de sociale zekerheid) met 0,2 miljard EUR gereduceerd. Er werden voor een 0,4 miljard bijkomende fiscale ontvangsten beslist en voor eenzelfde bedrag nieuwe niet-fiscale ontvangsten. Het lagere interestpeil liet toe om de interestlasten met een 0,1 miljard EUR naar beneden toe te herzien. In de sociale zekerheid werden voor een 0,1 miljard EUR aan nieuwe besparingsmaatregelen genomen. De 250 miljoen EUR voor de usurperende bevoegdheden die werden opgenomen in de initiële begroting worden bevestigd. Er werden twee buffers aangelegd die de doelstelling moeten veilig stellen. In de economische begroting van februari werd uitgegaan van een beperkte reële groei van 0,1 % voor De regering heeft echter beslist een conjunctuurreserve aan te leggen van 350 miljoen EUR. Er werd dus impliciet uitgegaan van een beperkte inkrimping (0,1 %) van de economie. Dit stemt overeen met de ramingen van de NBB en de interim raming van de Europese Commissie die op het moment van de begrotingscontrole beschikbaar waren. 26

Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING:

Hoge Raad van Financiën, afdeling Financieringsbehoeften van de Overheid PERSMEDEDELING: Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING: Advies Begrotingstraject voor het Stabiliteitsprogramma 2012-2015 Dit Advies is het eerste van de nieuw samengestelde

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2015 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN SYNTHESE EN AANBEVELINGEN Dit Advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de overheid kadert in de voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2019-2022 dat eind april 2019 moet worden overgemaakt

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 72e jaargang, nr. 1, 1e kwartaal Het Stabiliteitsprogramma van België ( )

Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 72e jaargang, nr. 1, 1e kwartaal Het Stabiliteitsprogramma van België ( ) Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 72e jaargang, nr. 1, 1e kwartaal 2012 Het Stabiliteitsprogramma van België (2012-2015) 19 Documentatieblad 72e jaargang, nr. 1, 1e kwartaal

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2017 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2016 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

HET STABILITEITSPROGRAMMA

HET STABILITEITSPROGRAMMA HET STABILITEITSPROGRAMMA VAN BELGIË (2013-2016) Voorwoord Het Belgisch stabiliteitsprogramma legt de krachtlijnen en doelstellingen vast voor het budgettair beleid voor de periode 2013-2016. Het moet

Nadere informatie

Economische ontwikkelingen en overheidsfinanciën in 2012. Economische ontwikkelingen in België en evolutie van de rentevoeten

Economische ontwikkelingen en overheidsfinanciën in 2012. Economische ontwikkelingen in België en evolutie van de rentevoeten Published on Rapports annuels (http://5046.lcl.fedimbo.be) Accueil > Printer-friendly PDF Economische ontwikkelingen en overheidsfinanciën in 2012 Economische ontwikkelingen in België en evolutie van de

Nadere informatie

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten Sessie 2: Opmaak van de regionale economische middellangetermijnprojecties Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten Vincent Frogneux, FPB 20 november 2018 Overzicht Historiek Economische en

Nadere informatie

Werkgeversbijdragen - 25% (schokeffect economie) -6,3. Werknemersbijdragen - 25% (gespreid in de tijd) -3,0

Werkgeversbijdragen - 25% (schokeffect economie) -6,3. Werknemersbijdragen - 25% (gespreid in de tijd) -3,0 [#VK2014] Verlagen sociale lasten Venn.B : lager tarief ipv NIA -6,3-3,0 Werkgeversbijdragen - 25% (schokeffect economie) -6,3 Werknemersbijdragen - 25% (gespreid in de tijd) -3,0-3,0 +6,0 Verlaging nominaal

Nadere informatie

België scoorde in blessuretijd: de cijfers

België scoorde in blessuretijd: de cijfers De verheerlijking van lopende zaken tegen het licht gehouden 2 juni 2013 Tijdens de jaren 2010 en 2011 was er in België geen volwaardige federale regering. In 2012 leverde België wel de nodige structurele

Nadere informatie

De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing

De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Stefan Van Parys Bruno Eugène INTERN Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Recente budgettaire evoluties en beoordeling ervan ten opzichte van de Stabiliteitsprogramma s (oktober 2012)

Recente budgettaire evoluties en beoordeling ervan ten opzichte van de Stabiliteitsprogramma s (oktober 2012) Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 72e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2012 Recente budgettaire evoluties en beoordeling ervan ten opzichte van de Stabiliteitsprogramma s (oktober

Nadere informatie

HET STABILITEITSPROGRAMMA

HET STABILITEITSPROGRAMMA HET STABILITEITSPROGRAMMA VAN BELGIË (2014-2017) Voorwoord Het stabiliteitsprogramma van België legt de krachtlijnen en de doelstellingen vast voor het begrotingsbeleid in de periode 2014-2017. Het moet

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

MINISTER GEENS ONTVANGT ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR FINANCIEN OVER DE RECENTE BUDGETTAIRE EVOLUTIES

MINISTER GEENS ONTVANGT ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR FINANCIEN OVER DE RECENTE BUDGETTAIRE EVOLUTIES Federale Overheidsdienst FINANCIEN Brussel, 8 november 2013 De Minister van Financiën Persbericht MINISTER GEENS ONTVANGT ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR FINANCIEN OVER DE RECENTE BUDGETTAIRE EVOLUTIES Minister

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

HET STABILITEITSPROGRAMMA

HET STABILITEITSPROGRAMMA HET STABILITEITSPROGRAMMA VAN BELGIË (2015-2018) Voorwoord Het stabiliteitsprogramma van België legt de krachtlijnen en de doelstellingen vast voor het begrotingsbeleid in de periode 2015-2018. Het moet

Nadere informatie

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN SYNTHESE EN AANBEVELINGEN Dit Advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de overheid kadert in de voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2017-2020 dat eind april 2017 moet worden overgemaakt

Nadere informatie

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan? Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan? Hoe heeft de sociale zekerheid de economische crisis van 2009 en 2012 doorstaan? Die twee jaar bedraagt de economische groei respectievelijk -2,8% en

Nadere informatie

Recente geschiedenis van de Belgische overheidsfinanciën

Recente geschiedenis van de Belgische overheidsfinanciën Recente geschiedenis van de Belgische overheidsfinanciën Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Luc Van Meensel Patrick Bisciari Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën DS.16.08.374_NL Structuur

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

HET STABILITEITSPROGRAMMA VAN BELGIË (2011-2014)

HET STABILITEITSPROGRAMMA VAN BELGIË (2011-2014) HET STABILITEITSPROGRAMMA VAN BELGIË (2011-2014) Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Economische toestand en macro-economische hypotheses... 3 2.1 Inleiding... 3 2.2 Economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau...

Nadere informatie

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist. BEGROTING 2017 door het College van Burgemeester en Schepenen VERSLAG EN COMMENTAAR van dhr. C. Beoziere, Schepen van Financiën Het project van de begroting 2017 werd opgesteld in overeenstemming met het

Nadere informatie

Bijwerking van het advies van maart 2011 ten gevolge van de gewijzigde economische context

Bijwerking van het advies van maart 2011 ten gevolge van de gewijzigde economische context Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 71e jaargang, nr. 3, 3e kwartaal 2011 Bijwerking van het advies van maart 2011 ten gevolge van de gewijzigde economische context HOGE RAAD VAN

Nadere informatie

HOGE RAAD VAN FINANCIEN

HOGE RAAD VAN FINANCIEN HOGE RAAD VAN FINANCIEN AFDELING «FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID» ADVIES RECENTE BUDGETTAIRE EVOLUTIES EN BEOORDELING ERVAN TEN OPZICHTE VAN HET STABILITEITSPROGRAMMA NOVEMBER 2013 De Leden van

Nadere informatie

Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4.

Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4. Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final} EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.11.2018 C(2018) 8011 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 21.11.2018 over het ontwerpbegrotingsplan van België {SWD(2018) 511 final} NL NL ALGEMENE OVERWEGINGEN ADVIES VAN DE

Nadere informatie

Uitdagingen voor de sociale zekerheid vanuit een macro-economisch perspectief

Uitdagingen voor de sociale zekerheid vanuit een macro-economisch perspectief Uitdagingen voor de sociale zekerheid vanuit een macro-economisch perspectief LBC-NVK en ACV West-Vlaanderen, lezingen over de toekomst van onze sociale zekerheid Kortrijk, 9 november 2017 Jan Smets, Gouverneur

Nadere informatie

SYNTHESE. Budgettaire evoluties van de Gezamenlijke Overheid

SYNTHESE. Budgettaire evoluties van de Gezamenlijke Overheid SYNTHESE Budgettaire evoluties van de Gezamenlijke Overheid Het vorderingensaldo van de Gezamenlijke Overheid is in 2014 met 0,3 procentpunt bbp verslechterd tot 3,2% bbp en overschreed bijgevolg tijdelijk

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

Advies. Tussentijds advies over het begrotingsbeleid van de Vlaamse gemeenschap

Advies. Tussentijds advies over het begrotingsbeleid van de Vlaamse gemeenschap Brussel, 16 juni 2009 160609_Begrotingsadvies 2009_ tussentijds Advies Tussentijds advies over het begrotingsbeleid van de Vlaamse gemeenschap 2009 2014 Inleiding Volgens de gebruikelijke procedure brengt

Nadere informatie

ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD

ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD ONS ENGAGEMENT VOOR UW TOEKOMST ONTCIJFERD UW TOEKOMST ONTCIJFERD we creëren sociale welvaart met vier bouwstenen 1 meer jobs 2 stijgende koopkracht 3 sociale zekerheid voor iedereen 4 een toekomst voor

Nadere informatie

Evaluatie van begroting 2013

Evaluatie van begroting 2013 Evaluatie van begroting 2013 Toelichting Vlaams Parlement 29 januari 2013 Inhoudstafel 2 Initiële begroting 2013 Moeilijke begrotingsopmaak Welke keuzes werden gemaakt Eenmalige factoren Evaluatie door

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Gepubliceerd. CRB evalueert interprofessioneel akkoord 2003-2004. Arbeidsmarktbeleid. Inhoud van het Technisch Verslag 2003

Gepubliceerd. CRB evalueert interprofessioneel akkoord 2003-2004. Arbeidsmarktbeleid. Inhoud van het Technisch Verslag 2003 Gepubliceerd Arbeidsmarktbeleid CRB evalueert interprofessioneel akkoord 2003-2004 CRB (2003).. Brussel: CRB, CRB 2003/1000 CCR 11. De ontwikkeling van de uurloonkosten en de werkgelegenheid loopt volgens

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

Begrotingstraject ter voorbereiding van het stabiliteitsprogramma synthese

Begrotingstraject ter voorbereiding van het stabiliteitsprogramma synthese Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 74 ste jaargang, nr. 1, 1 ste kwartaal 2014 Begrotingstraject ter voorbereiding van het stabiliteitsprogramma 2014-2017 - synthese HOGE RAAD

Nadere informatie

REKENHOF. Onderzoek van de begroting 2016 van de Vlaamse Gemeenschap

REKENHOF. Onderzoek van de begroting 2016 van de Vlaamse Gemeenschap REKENHOF Onderzoek van de begroting 2016 van de Vlaamse Gemeenschap Vlaams Parlement, Commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting 17 november 2015 1. Normnaleving 1. Normnaleving Doelstellingen overheden

Nadere informatie

ADVIES BEGROTINGSTRAJECT TER VOORBEREIDING VAN HET STABILITEITSPROGRAMMA HOGE RAAD VAN FINANCIEN

ADVIES BEGROTINGSTRAJECT TER VOORBEREIDING VAN HET STABILITEITSPROGRAMMA HOGE RAAD VAN FINANCIEN HOGE RAAD VAN FINANCIEN AFDELING «FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID» ADVIES BEGROTINGSTRAJECT TER VOORBEREIDING VAN HET STABILITEITSPROGRAMMA 2013-2016 MAART 2013 1 De Leden van de Afdeling: J. SMETS,

Nadere informatie

Perscommuniqué van het Federaal Planbureau

Perscommuniqué van het Federaal Planbureau Brussel, 19/05/06 Meer informatie Francis Bossier (F), fb@plan.be, 02/507.74.43 Ingrid Bracke (NL), ib@plan.be, 02/507.74.45 Vincent Geortay vg@plan.be 02/507.73.39 0478/283.487 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel

Nadere informatie

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30december1992 Brussel, 23 maart 2017 Verslag nr. 2017102 Verslag aan de Regering Afgeleverd op eigen initiatief

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Advies over de begroting 2018

Advies over de begroting 2018 Advies over de begroting 2018 Hans Maertens, ondervoorzitter SERV Erwin Eysackers, studiedienst SERV 12 juli 2017 Overzicht 2 Gunstig macro-economisch klimaat Belgische overheidsfinanciën onvoldoende verbeterd

Nadere informatie

Advies begrotingstraject voor het Stabiliteitsprogramma

Advies begrotingstraject voor het Stabiliteitsprogramma Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 72e jaargang, nr. 1, 1e kwartaal 2012 Advies begrotingstraject voor het Stabiliteitsprogramma 2012-2015 HOGE RAAD VAN FINANCIËN Afdeling Financieringsbehoeften

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Begrotingstraject ter voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma synthese

Begrotingstraject ter voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma synthese Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 75 ste jaargang, nr. 1, 1 ste kwartaal 2015 Begrotingstraject ter voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2015-2018 - synthese HOGE RAAD

Nadere informatie

Voorstelling van het verslag van maart 2015 van de HOGE RAAD VOOR FINANCIËN AFDELING "FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID"

Voorstelling van het verslag van maart 2015 van de HOGE RAAD VOOR FINANCIËN AFDELING FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID Voorstelling van het verslag van maart 2015 van de HOGE RAAD VOOR FINANCIËN AFDELING "FINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE OVERHEID" Evolutie van het Europese wetgevende kader De "Six Pack" Preventief gedeelte:

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies)

Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies) Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies) Databronnen Uitgaven : geboekte ontvangsten - aanrekeningen (bron : boekhoudsysteem + ecomptes) Ontvangsten : geboekte netto vastgestelde rechten (bron

Nadere informatie

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011 Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2004 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Perscommuniqué. De evolutie van de Belgische economie tegen 2006, bestudeerd door het Federaal Planbureau

Perscommuniqué. De evolutie van de Belgische economie tegen 2006, bestudeerd door het Federaal Planbureau Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué 18 mei 2001 De evolutie van de Belgische economie tegen 2006, bestudeerd door het Federaal Planbureau De groei van de wereldeconomie

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Databronnen Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgaven: Geboekte uitgaven - aanrekeningen (bronnen = boekhoudsystemen Phoenix, Stesud,

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

technisch verslag CRB 2012-1603

technisch verslag CRB 2012-1603 technisch verslag CRB 2012-1603 CRB 2012-1603 DEF CM/V/CVC/SDh Technisch verslag van het secretariaat over de maximale beschikbare marges voor de loonkostenontwikkeling 21 december 2012 2 CRB 2012-1603

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies)

Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies) Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies) Databronnen Door de lokale besturen geboekte ontvangsten en uitgaven die via de digitale rapportering verwerkt worden in de BBC-database van het Agentschap

Nadere informatie

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2018 ingediend op 17 (2017-2018) Nr. 1 27 april 2018 (2017-2018) Toelichtingen bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

verslag CRB

verslag CRB verslag CRB 2019-0440 Actualisering van het Technisch verslag over de maximaal beschikbare marge ingevolge de herziening van de inflatie- en groeivooruitzichten in februari 2019 CRB 2018-0440 Actualisering

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015

bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2015 ingediend op 17-A (2014-2015) Nr. 1 24 april 2015 (2014-2015) Toelichtingen bij de aanpassing van de middelenbegroting en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november 25--24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 25 Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november Na de aanmerkelijke stijging in oktober, is

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Overheidsschuld < 60% van het bruto binnenlands product (BBP) Overheidstekort (zogenaamde vorderingensaldo) < 3% van het BBP

Overheidsschuld < 60% van het bruto binnenlands product (BBP) Overheidstekort (zogenaamde vorderingensaldo) < 3% van het BBP ESR 95 EN DE LOKALE BESTUREN Directiecomité VVSG 28.9.2009 DC 2009_128 1. Stabiliteitspact en ESR 95 Om toe te treden tot de eurozone op 1.1.1999 moesten de landen voldoen aan een aantal economische criteria.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Databronnen Boekhoudprogramma s van de gemeenten. Methodes gebruikt bij het ontbreken van gegevens Belangrijkste correcties om over te gaan naar

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Directie Interne en Externe Communicatie Keizerslaan, 7-9 - 1000 Brussel Tel. 02 515 42 81 www.rva.be Brussel, 8 mei Persmededeling Stijging van de volledige werkloosheid,

Nadere informatie

Waar staan we? Enkele begrippen verduidelijkt Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? 30 JAAR DEFICITS EN SCHULD IN BELGIË. Inhoud van de lezing

Waar staan we? Enkele begrippen verduidelijkt Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? 30 JAAR DEFICITS EN SCHULD IN BELGIË. Inhoud van de lezing UNIVERSITEIT DERDE LEEFTIJD LEUVEN 3 JAAR DEFICITS EN SCHULD IN BELGIË Inhoud van de lezing Enkele begrippen verduidelijkt Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? Prof. André Decoster Centrum voor Economische

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2005 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

BEGROTING EN HERVORMINGEN

BEGROTING EN HERVORMINGEN BEGROTING EN HERVORMINGEN NALEVING VAN DE EUROPESE BEGROTINGSVERBINTENISSEN VAN BELGIË VERDERZETTEN VAN DE STRUCTURELE HERVORMINGEN INZETTEN OP DE STRATEGISCHE INVESTERINGEN ZATERDAG 15.10.2016 - BRUSSEL

Nadere informatie

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Schema 1 Overzicht van het Belgische begrotingskader

Schema 1 Overzicht van het Belgische begrotingskader SYNTHESE Dit Advies van de Hoge Raad van Financiën, Afdeling Financieringsbehoeften van de Overheid (hierna: de Afdeling) bestaat uit twee delen. In Deel I ( Evaluatie van het Samenwerkingsakkoord van

Nadere informatie

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE WEKELIJKSE PUBLICATIE NATIONALE BANK VAN BELGIE DEPARTEMENT ALGEMENE STATISTIEK SYNTHESE VAN DE PROGNOSES 998 r r Realisaties NBB EC OESO EC OESO (veranderingspercentages tov het voorgaande jaar) A BBP

Nadere informatie

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten 2018-2023 1 Top-down model Overzicht presentatie 1. Databank 2. Model 2.1 Structuur 2.2 Kern 2.3 Arbeidsmarkt 2.4 Huishoudrekeningen

Nadere informatie

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN SYNTHESE EN AANBEVELINGEN In dit advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de Overheid van de Hoge Raad van Financiën (hierna: de Afdeling) worden de recente budgettaire evoluties besproken. Vooraleer

Nadere informatie

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 DE WERELD EN EUROPA IN 2017: De economische groei versnelde Het monetaire beleid bleef ondersteunend...

Nadere informatie

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN net ILGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30december1992 Brussel, 26 juli 2018 Verslag nr. 2018103 Verslag aan de regering Uitgebracht op eigen initiatief

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau actualiseert zijn economische vooruitzichten voor de periode

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau actualiseert zijn economische vooruitzichten voor de periode Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué 26 mei 2003 Het Federaal Planbureau actualiseert zijn economische vooruitzichten voor de periode 2003-2008 Wereldwijde en Europese

Nadere informatie