Inhoudstafel. Afkortingen en citeerwijzen 21 Woord vooraf van Stafhouder Hugo Vandenberghe 23 Inleiding 25. Deel I.

Transcriptie

1 Afkortingen en citeerwijzen 21 Woord vooraf van Stafhouder Hugo Vandenberghe 23 Inleiding 25 Deel I. Algemeen deel 29 Voorafgaande beschouwingen 31 Hoofdstuk 1. Begrippenanalyse 33 A. Burgerlijk procesrecht 33 B. Sanctioneren en sancties Sanctioneren en sancties in het maatschappelijk leven Sanctioneren en sancties in het recht Sanctioneren en sancties in het procesrecht Sanctioneren en sancties in het burgerlijk procesrecht 39 C. Rechtsvordering, vordering in rechte, vordering, vorderingsrecht 42 D. Niet-ontvankelijkheid 44 E. Subjectief recht 45 F. Toelaatbaarheid als synoniem van ontvankelijkheid 46 G. Verweermiddelen, excepties, middelen van niet-ontvankelijkheid 48 H. Verval en vervaltermijn; termijnen van orde 51 I. Verjaring 60 J. Vormgebrek 63 K. Nietigheid, absolute en relatieve nietigheid 64 L. Proceseconomie 70 M. Aanhangigheid 71 N. Samenhang 72 O. Onsplitsbaarheid 74 P. Aanleg 74 Q. Gezag van gewijsde & kracht van gewijsde 75 Hoofdstuk 2. Doelstellingen van het burgerlijk procesrecht 79 A. Behoorlijke rechtsbedeling (met inbegrip van een goed procesverloop) mogelijk maken 79 B. Verwezenlijking van de doelstellingen van het burgerlijk procesrecht Functionele versus conceptuele benadering Terechtkomen voor de juiste rechter als doelstelling: bevoegdheid Toegang tot de rechter afsluiten voor wie geen rechtsvordering heeft en bevordering van juiste uitoefeningswijze van de rechtsvordering als doelstellingen 87 Maklu 5

2 4. Accusatoir v. inquisitoriaal systeem Onherroepelijke v. remedieerbare sancties 90 Hoofdstuk 3. Basisprincipes van het burgerlijk procesrecht 93 A. Toegang tot de rechter 94 B. Onafhankelijkheid Het onafhankelijkheidsbegrip van het EHRM Aanknopingspunt: het begrip rechter Afwezigheid van uitwendige druk Onafzetbaarheid Verbod van mogelijkheid om injuncties of aanbevelingen aan rechters te richten aangaande aan hun beoordeling onderworpen zaken (injunctieverbod) Verbod van ongelijke invloed op de samenstelling van een arbitraal college Het verbod van schending van het gezag van gewijsde (definitieve aard van rechterlijke uitspraken) Verbod van schending van het onafhankelijkheidsvereiste in onverschillig welke jurisdictionele aanleg Verbod van schijn van afhankelijkheid Geen verbod van benoeming door de uitvoerende of wetgevende macht Geen verbod van verkiezing van rechters Geen verbod van aanwijzing van rechters door het lot Geen vereiste van professionalisme Geen vereiste van levenslang mandaat Geen verbod van prejudiciële vraagstelling Besluit m.b.t. de rechterlijke onafhankelijkheid in de Straatburgse rechtspraak 110 C. Onpartijdigheid Begripsomschrijving Onpartijdigheid als algemeen rechtsbeginsel rechtsaard draagwijdte wettelijke grondslag Onpartijdigheid objectief en subjectief aspect Straatburgse rechtspraak Onpartijdigheid wraking onttrekking 118 D. Eerlijk proces 130 E. Recht van verdediging Recht van verdediging begrip, rechtsaard en draagwijdte Gevolgen van het recht van verdediging voor de rechtsverhouding tussen advocaat en cliënt Recht van verdediging en tussenkomst Recht van verdediging, gelijke behandeling en wijze van aanspreking van partijen Maklu

3 5. Recht van verdediging als synoniem van recht van tegenspraak Recht van verdediging en beslissing gegrond op middel niet aangevoerd door partijen nieuwe middelen ambtshalve vervanging van middelen Recht van verdediging en stavingstukken Recht van verdediging en (wering van) conclusies Miskenning van het recht van verdediging voor het eerst opgeworpen in cassatie Recht van verdediging niet antwoorden op een verweer afleiding van rechtsgevolgen Recht van verdediging in arbitrage Recht van verdediging en deskundigenonderzoek Recht van verdediging sanctionering Misbruik van het recht van verdediging 149 F. Wapengelijkheid 149 G. Beschikkingsbeginsel 150 H. Motiveringsverplichting 155 I. Openbaarheid 161 Deel II. Het geding: inleiding en berechting van de vordering 163 Hoofdstuk 4. De gedinginleidende akte 165 A. Dagvaarding 165 B. Verzoekschrift Eenzijdig verzoekschrift Verzoekschrift op tegenspraak 174 C. Keuze tussen dagvaarding of verzoekschrift 177 D. Vrijwillige verschijning 182 Hoofdstuk 5. Bevoegdheid 185 A. Begripsomschrijving 185 B. Inleidende beschouwingen i.v.m. bevoegdheid 186 C. Materiële bevoegdheid 195 D. Vraagtekens bij het openbare orde karakter van de materiële bevoegdheid 196 E. Waarde van de vordering 199 F. Bevoegdheidsregels inzake tegenvorderingen en vorderingen tot tussenkomst 203 G. Bevoegdheid, aanhangigheid en samenhang 203 H. Territoriale bevoegdheid 205 I. Bevoegdheidsincidenten 207 J. Regeling van rechtsgebied 210 Maklu 7

4 K. Verdelingsincidenten 210 Hoofdstuk 6. Rechtsmacht 213 A. Rechtsmacht 213 B. De afbakening tussen de rechtsmacht van de gewone rechter en de administratieve rechter 214 C. De afbakening tussen de rechtsmacht van de overheidsrechter en de arbiter 216 D. Bevoegdheid van de buitenlandse rechter 222 E. Ontstentenis van rechtsmacht wegens de exceptie van dading 223 F. Ontstentenis van rechtsmacht vanwege de opdracht van paritaire overlegorganen 223 Hoofdstuk 7. Ontvankelijkheid 225 A. Het middel van niet-ontvankelijkheid De verknochtheid van de niet-ontvankelijkheid met de rechtsvordering Soorten niet-ontvankelijkheid De opwerping van het middel van niet-ontvankelijkheid 228 a. Op te werpen in welke stand van het geding? 228 b. Ambtshalve? Beperking van het debat tot een middel van niet-ontvankelijkheid 232 B. Niet-ontvankelijkheid ratione personae Begripsomschrijving en wettelijke basis Rechtspersoonlijkheid als ontvankelijkheidsvoorwaarde 234 a. Rechtspersoonlijkheid natuurlijke personen 234 b. Rechtspersoonlijkheid rechtspersonen entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid 236 b.1. Feitelijke verenigingen; nul ne plaide par procureur; naamlening 236 b.2. Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid 238 b.3. Absolute en relatieve ontstentenis van rechtspersoonlijkheid; regulariseerbaarheid 238 b.4. Gevolgen van veroordeling van entiteit zonder rechtspersoonlijkheid 239 b.5. Het optreden in rechte van vakbonden (Handelings)bekwaamheid als ontvankelijkheidsvoorwaarde? Hoedanigheid 246 a. Algemene opmerkingen 246 b. Hoedanigheid en optreden door de titularis van het beweerd subjectief recht 248 c. Hoedanigheid en optreden van iemand die niet de (oorspronkelijke) houder van het beweerd subjectief recht is Maklu

5 d. Hoedanigheid en rechtspersonen; organieke vertegenwoordiging; conventionele procesvertegenwoordiging 254 e. Niet-inschrijving in het handelsregister of de Kruispuntbank der Ondernemingen als probleem van hoedanigheid 257 f. Hoedanigheid, sanctionering en noodzaak tot regulariseerbaarheid Belang 265 a. Het belang als ontvankelijkheidsvoorwaarde 265 b. Het belangvereiste en collectieve acties in het Belgisch recht 269 b.1. Collectieve acties begripsomschrijvingen probleemschets 269 b.2. Enkele randopmerkingen over het belangvereiste voor het Grondwettelijk Hof en de Raad van State 274 b.3. Waarheen met het collectief actierecht? 277 C. Niet-ontvankelijkheid ratione temporis Algemene opmerkingen ontijdigheid Laattijdige proceshandelingen 287 a. Laattijdige inleiding van de vordering 287 a.1. Laattijdige inleiding van de vordering: tergend of roekeloos? 287 a.2. Laattijdige inleiding van de vordering: positie van de mandataris; verhouding tussen advocaat en gerechtsdeurwaarder 288 b. Laattijdige opwerping van een exceptie 291 c. Laattijdige uitoefening van rechtsmiddelen 291 c.1. Laattijdig aangewende rechtsmiddelen: gevolgen teloorgang der rechtsvordering gerechtelijke vakantie 291 c.2. Laattijdig aangewende rechtsmiddelen: uitzonderingen onsplitsbaarheid 294 c.3. Laattijdig aangewende rechtsmiddelen: uitzonderingen overmacht 298 c.4. Laattijdig aangewende rechtsmiddelen: valse uitzonderingen 301 c.4.1. Het voorleggen van grieven tijdens het debat maar buiten de beroepstermijn 301 c.4.2. Vonnissen alvorens recht te doen of vonnissen inzake bevoegdheid 302 c.5. Laattijdig instellen van een rechtsmiddel: tergend of roekeloos? 307 c.6. Welke gebeurtenissen doen de termijn om een rechtsmiddel aan te wenden lopen (en voor of tegen wie)? 308 c.6.1. Betekening van een gerechtsdeurwaardersexploot Gevolgen Onsplitsbaarheid 308 Maklu 9

6 c.6.2. Kennisgeving bij gerechtsbrief: doet zij de termijnen lopen? 309 c.6.3. Kennisgeving bij gerechtsbrief: vanaf welk tijdstip loopt de termijn? 313 c.7. Wat is de datum waarop een rechtsmiddel geacht wordt te zijn ingesteld? 319 c.8. Laattijdig aangewende rechtsmiddelen: betekening en kennisgeving overige problemen 321 c.8.1. Exploot van betekening opgesteld aan de hand van een eensluidend verklaard afschrift i.p.v. de uitgifte 321 c.8.2. Woonstkeuze: gevolgen van miskenning ervan voor de termijnen 322 c.8.3. Doet een (naar bewering) ongeldige betekening de termijnen lopen? Gevolgen van een (naar bewering) ongeldige betekening 326 c.8.4. Stuit een ongeldige betekening de verjaring? 333 c.9. Laattijdig aangewend rechtsmiddel wegens niet-betaling van rolrecht? Voorbarige proceshandelingen 339 a. Voorziening in cassatie tegen een beslissing die geen eindbeslissing is 339 b. Enkele andere gevallen van voorbarigheid 341 D. Niet-ontvankelijkheid ratione materiae Algemene opmerkingen Subjectief recht waaraan nooit een rechtsvordering verbonden was Subjectief recht waaraan geen rechtsvordering meer verbonden is ingevolge afstand of vroegere rechterlijke uitspraak Verkeerde vordering voor verkeerde rechter Verkeerde vordering voor juiste rechter Vordering tegen verkeerde partij ontstentenis van rechtsband quid bij overleden verweerder? Nieuwe vordering Rolrecht niet (tijdig) betaald Onontvankelijkheid omdat het recht geen rechterlijke uitspraak meer wil die de maatschappelijke rust zou verstoren Vormgebreken of andere problemen die verband houden met toegang tot de rechter, waarbij onontvankelijkheid de gepaste sanctie is 361 a. Wettelijke beperking van toegang tot de rechter door filtermechanismen 362 b. Andere wettelijke drempels en uitsluitingen: onontvankelijkheid ratione summae en wettelijke uitsluitingen van aanwending van een rechtsmiddel 367 E. Besluit m.b.t. ontvankelijkheid Maklu

7 Hoofdstuk Nietigheid 373 A. Grondslagen, gevolgen en werkingssfeer van de nietigheid De grondslagen van nietigheid De gevolgen van nietigheid 375 a. Voorwaardelijk en proportioneel 375 b. Zo beperkt mogelijk personele beperking 377 c. Zo beperkt mogelijk beperking in functie van concrete omstandigheden neutraliseerbare gevolgen 377 d. Regulariseerbaar waar mogelijk en wenselijk De werkingssfeer van de nietigheidssanctie en de verzachtingsregeling 380 a. Het begrip proceshandelingen 380 a.1. Definitie 380 a.2. Nietigheid van akten problemen i.v.m. de dagvaarding 381 b. Nietigheid en vonnissen 382 c. Regels van rechterlijke organisatie 384 B. Nietigheid versus niet-ontvankelijkheid Niet-ontvankelijkheid en vormgebreken 388 a. De verknochtheid tussen vormgebreken en nietigheid 388 b. Toepassingsgevallen: onontvankelijkheid na vormgebreken, waarbij dit niet de gepaste sanctie is 390 b.1. Ondertekening van processtukken 390 b.1.1. De akte tot wraking (art. 835 Ger. W.) 390 b.1.2. Ondertekening door een advocaat die niet vermeldt dat hij advocaat is 393 b.1.3. Indien een probleem van ondertekening van een processtuk geen verband houdt met de toegang tot de rechter, gaat het hooguit om een nietigheid. Aangewezen remediëring. 396 b.2. Verkeerde adressering of verkeerde betekeningswijze van processtukken 398 b.3. Verkeerde wijze van indiening (verzending per post of per fax i.p.v. neerlegging ter griffie door afgifte aldaar) 401 b.4. Ontbrekende stempel : kopie van beslissing werd niet voor eensluidend verklaard door griffie van gerecht dat beslissing gewezen heeft (bij aanvoering van schending van gezag van gewijsde) 407 b.5. De voorafgaande betekening van het verzoekschrift in de cassatieprocedure Niet-ontvankelijkheid c.q. nietigheid wegens termijnoverschrijding 410 Maklu 11

8 C. Termijnen voorgeschreven op straffe van nietigheid Wachttermijnen Vervaltermijnen 418 D. De verzachtingen van de nietigheidssanctie Pas de nullité sans texte 423 a. Uitdrukkelijk bevelen van nietigheid : de wettekst maakt uitdrukkelijk melding van een sanctie 423 b. Uitdrukkelijk bevelen van nietigheid : de wettekst maakt geen melding van een sanctie criteria om uit te maken wanneer wel of geen aanleiding bestaat tot nietigheid 426 c. Casuïstiek: enkele wetsbepalingen waarvan in de rechtspraak werd aangenomen dat miskenning ervan aanleiding geeft tot nietigheid 430 c.1. De betekening in het buitenland: art c.2. De advocaat zetelend als vervanger om een rechtscollege voltallig te maken: art. 321 en d. Casuïstiek: miskenning van enkele wetsbepalingen en enkele procesrechtelijke handelingen of onthoudingen waarover de rechtspraak oordeelde dat géén aanleiding bestond tot nietigheid 434 d.1. Opgave van algemeen rolnummer in conclusies: art d.2. Ondertekening van verzoekschrift tot hoger beroep: art d.3. Niet-geparafeerde verbeteringen of schrappingen in exploot van gerechtsdeurwaarder Pas de nullité sans grief Cessante ratione legis, cessat dispositio (het normdoel werd bereikt) Ius est vigilantibus De regularisatie van vormgebreken 447 a. Ontbrekende handtekening 448 b. Ontbrekende datum 448 c. Ontbrekende eedformule 448 d. Ontbrekende volmacht 449 e. Ontbrekende vermelding van de rechter die van de zaak kennis moet nemen 450 E. Besluit m.b.t. nietigheid 451 Hoofdstuk 9. Verloop van het geding 453 A. Mededeling van de stukken 453 B. Inleidingszitting 456 C. Korte debatten (art. 735 Ger. W.) 457 D. Voorlopige maatregelen (art. 19, lid 2, Ger. W.) 463 E. Ingereedheidbrenging Maklu

9 1. Algemeen. De uitgangspunten van de hervormingen van 1992 en Conclusie: begrip. Conclusie versus pleitnota en pleidooi 465 a. De pleitnota: mogelijkheden en beperkingen 468 b. De pleitnota versus pleitnotities Conclusies: akkoord tussen partijen (de regeling van art. 747, 1, Ger. W.) Conclusies: de regeling van art. 747, 2, Ger. W Rechtsaard van de conclusietermijnen De ambtshalve wering uit het debat van laattijdige conclusies 478 a. De ambtshalve wering uit het debat: algemeen 478 b. De ambtshalve wering uit het debat: gevolgen van de sanctie 479 c. De ambtshalve wering uit het debat als sanctie wegens deloyale procesvoering 480 d. De laattijdige conclusie als voor verzachting in aanmerking komende nietigheid 482 e. De ambtshalve wering uit het debat: ambtshalve impliceert geen automatisme 488 f. Andere niet uit het debat te weren conclusies Conclusies: de juiste draagwijdte van art. 745 Ger. W.; neerlegging en mededeling Conclusies: tegen het procedureel extremisme 497 F. Tussenvorderingen 501 G. Terechtzitting 501 H. Beraad 507 I. Heropening van het debat 509 J. Vonnis Vonnis op tegenspraak Vonnis bij verstek 517 a. Verstek in burgerlijke zaken 517 b. Niet tijdig betekend verstekvonnis 520 K. Gerechtskosten 525 L. Uitvoerbaarheid bij voorraad 530 Hoofdstuk 10. Bewijs 537 A. Algemeen deel van het bewijsrecht Doelstellingen van het bewijs: waarheidsvinding met eerbiediging van het recht Analyse van enkele bewijsrechtelijke begrippen 545 a. Bewijs 545 b. Bewijslast 545 c. Bewijsrisico 546 d. Bewijsmiddel 546 e. Bewijswaarde 547 Maklu 13

10 f. Bewijswaardering 548 g. Bewijskracht 548 h. Bewijsvoering 550 i. Bewijsgaring 550 j. Vrij bewijs 550 k. Gereglementeerd bewijs 551 l. Geoorloofd bewijs 551 m. Onrechtmatig bewijsmiddel 552 n. Onrechtmatig verkregen bewijsmiddel 552 o. Wettelijke waarheid 552 p. Waarheidsplicht 552 q. Negatief bewijs 553 r. Titel en akte Algemene kenmerken van het bewijsrecht Taak van de partijen (en hun raadslieden) m.b.t. het bewijs Geoorloofdheid van bewijsmiddelen 561 B. Bijzonder deel van het bewijsrecht: de bewijsmiddelen Overlegging van stukken (art. 877 Ger. W.) Schriftonderzoek Valsheidsprocedure Getuigenbewijs en (al dan niet anonieme) schriftelijke verklaringen van derden Deskundigenonderzoek Verhoor van partijen Eedaflegging Plaatsopneming Vaststelling van overspel bij gerechtsdeurwaarder Gerechtelijke bekentenis Buitengerechtelijke bekentenis Vermoedens 619 C. Enkele aspecten van bewijs in handelszaken 624 D. Bewijs en technologie Geschrift Handtekening Kopie Begin van bewijs bij geschrift De telefax als bewijsmiddel De elektronische handtekening Elektronische post Beeldmateriaal Geluidsopnames Maklu

11 Hoofdstuk 11. Taak van de rechter 653 A. Samenstelling van de zetel 656 B. Ontstentenis van (vermelding van) verplichte bijstand van de griffier 672 C. Problemen i.v.m. tussenkomst van het Openbaar Ministerie 674 D. Weglating van enkele andere verplichte vermeldingen 679 E. Verzuim om uitspraak te doen over een punt van de vordering 684 F. Miskenning van de bewijskracht van akten 687 G. Toekenning van algemene en als regel geldende draagwijdte aan rechtspraak of rechtsleer 690 H. Miskenning van verplichting tot heropening van het debat 692 I. Onduidelijkheden of materiële vergissingen in vonnissen: Vordering tot uitlegging of verbetering 696 J. Besluit van hoofdstuk 11: mogen partijen het slachtoffer zijn van overtreding door de rechter van procesrechtelijke normen? 698 Hoofdstuk 12. Taak van de partijen 703 A. Verbod van procesrechtsmisbruik & deloyale procesvoering Begripsomschrijving en aard van de sanctie tergend of roekeloos geding Geen procesrechtsmisbruik of deloyaal procesgedrag zonder fout. Abundans cautela non nocet. Over nutteloze kosten 713 a. Nutteloze kosten in het algemeen 713 b. Nutteloze kosten, woonstkeuze en betekeningen in het buitenland 715 c. Nutteloze kosten en de interventie van de slotenmaker Geen procesrechtsmisbruik of deloyaal procesgedrag zonder fout. Aard van de fout. Over deontologische inbreuken Geen beperking wat betreft de stand van het geding Burgerlijke aansprakelijkheid van de advocaat wegens deloyaal handelen Geldboetes opgelegd aan advocaten? Besluit i.v.m. het verbod van procesrechtsmisbruik & deloyale procesvoering 729 B. Verplichte verzoeningspogingen? 730 Hoofdstuk 13. Kort geding 737 A. Keuze voor het kort geding: probleem van bevoegdheid, rechtsmacht, gegrondheid of ontvankelijkheid? 739 B. Urgentie 747 C. De basis van de uitspraak in kort geding: belangenafweging verlating van het vereiste van de schijn van recht 750 D. De kortgedingrechter en het familierecht 753 E. Aanhangigheid 754 Maklu 15

12 F. Verhouding kortgedinguitspraak en uitspraak van bodemrechter 755 G. Grenzen van de rechtsmacht van de kortgedingrechter 756 Hoofdstuk 14. Gebruik der talen in gerechtszaken 759 A. Probleemstelling uitgangspunten (niet-)toepasselijkheid van nietigheidsleer onwenselijke discussies over plaats- en straatnamen e.d.m. 759 B. (Vervolg van een) pleidooi voor toepassing van de verzachtingsregeling op taalkwesties afwezigheid van onwenselijke gevolgen hiervan 768 C. Gebruik der talen in citaten en stavingstukken 778 D. Gebruik der talen: enkele overige vraagstukken en toepassingen Gebruik der talen in de Brusselse context Taalwijziging bij eenstemmig verzoek der partijen Vormvereisten m.b.t. een verzoek tot taalwijziging Gebruik der talen en derdenverzet Gebruik der talen en buitenlanders Gebruik der talen en tolken Gebruik der talen en woonstkeuze Gebruik der talen en arbitrage 792 Hoofdstuk 15. Dwangsom 795 A. Algemeen Begrippen 795 a. Definitie 795 b. Terminologie Eenvormige Benelux-wet betreffende de dwangsom 796 B. Rechtsaard van de dwangsom Indirect executiemiddel Voorwaardelijkheid Bijkomende veroordeling Definitief karakter Drukkingsmiddel zonder indemnitair karakter 797 C. De veroordeling tot de dwangsom Onaantastbare beoordelingsbevoegdheid van de rechter 800 a. Omschrijving 800 b. De rechter kan niet ambtshalve een dwangsom opleggen 800 c. De rechter kan de dwangsom ambtshalve verhogen 801 d. Wijze van vaststelling van de hoogte en modaliteiten van de dwangsom 801 e. Het verlenen van een termijn 804 f. Bepaling van een maximum Bevoegde rechter 812 a. Algemene opmerkingen Maklu

13 b. Taak en bevoegdheid van de beslagrechter inzake dwangsommen 812 c. De strafrechter In welke stand van het geding kan een dwangsom worden gevorderd? 815 a. Verzet of hoger beroep 815 b. De latere procedure gericht op het verkrijgen van een dwangsom Verbeurte van de dwangsom 832 a. Het betekeningsvereiste 832 b. Niet voldoen aan de hoofdveroordeling 837 c. Bewijsregeling 839 d. Invloed van redelijkheid en billijkheid 841 e. De invloed van een later aangewend rechtsmiddel of van een latere bodemprocedure 844 D. Hoofdveroordelingen die al dan niet met een dwangsom versterkt kunnen worden Het begrip hoofdveroordeling Veroordeling om iets te doen, iets te geven of iets na te laten Voorwaarden waaraan de hoofdveroordeling moet voldoen 849 a. De opgelegde prestatie moet mogelijk zijn 849 b. Het moet gaan om een uitspraak waarin een veroordeling vervat ligt 850 c. De fundamentele rechten en vrijheden moeten in acht genomen worden 851 d. Verbod van rechtsmisbruik Veroordeling tot betaling van een geldsom 852 E. Mildering van de dwangsom bij onmogelijkheid om aan de hoofd veroordeling te voldoen Grondslag van de milderingsbevoegdheid De rechter die de dwangsom heeft opgelegd Dwangsomrechter versus executierechter Op vordering van de veroordeelde Wijze van aanpassing De onmogelijkheid 861 Deel III. Rechtsmiddelen 867 Hoofdstuk 16. Hoger beroep 869 A. Wijze van inleiding: dagvaarding of verzoekschrift 869 B. De (laat)tijdigheid van het hoger beroep 871 C. De verschijningstermijn 874 D. Korte debatten (art Ger. W.) 875 Maklu 17

14 E. Door wie kan hoger beroep worden ingesteld? 877 F. Waartegen kan of moet het hoger beroep gericht zijn? 879 G. Tegen wie kan of moet het hoger beroep worden gericht? 887 H. Devolutieve werking van het hoger beroep 889 I. Relatieve werking van het hoger beroep 902 J. Beperkt hoger beroep 904 K. Overige problemen i.v.m. de ontvankelijkheid van het hoger beroep 906 L. Vormvoorschriften m.b.t. de inhoud van de beroepsakte 906 M. Tegenvordering voor het eerst in hoger beroep 911 N. Tussenkomst voor het eerst in hoger beroep 914 O. De quasi-tussenkomst voor het eerst in hoger beroep 916 P. Andere elementen voor het eerst in hoger beroep opgeworpen 918 Q. Het incidenteel beroep 918 R. Taak van de appèlrechter 926 S. Misbruik van het recht op hoger beroep 927 T. Overige meldenswaardige problemen i.v.m. hoger beroep 931 Hoofdstuk 17. Verzet 933 A. Verzet: basisregels 933 B. Dagvaardingstermijnen en wijze van inleiding van het verzet 936 C. (Beperking van) gevallen van verzet 937 D. (On)ontvankelijkheid van het verzet 939 E. Verzet en onsplitsbaarheid 940 F. Verzet en tijdigheid ratione temporis 942 G. Opposition sur opposition ne vaut 942 H. Motivering van de verzetsakte 943 I. Verzet en hoger beroep 945 Hoofdstuk 18. Derdenverzet 947 A. Algemene opmerkingen over het derdenverzet aard en gevolgen 947 B. Beslissingen waartegen derdenverzet mogelijk is 953 C. Benadeling van rechten 954 D. Voor wie staat derdenverzet (niet) open? 956 E. Enkele procedurele bijzonderheden i.v.m. het derdenverzet Vormvereisten Dagvaardingstermijn Dagvaarding tegen alle partijen Rechter die de bestreden beslissing gewezen heeft Verdere behandeling of aanhouden van de zaak 965 F. Derdenverzet en arbitrage Maklu

15 Hoofdstuk 19. Cassatieberoep 971 A. Inleidende opmerkingen 971 B. Feit en recht 972 C. Niet-ontvankelijke voorziening 974 D. Nieuw middel 974 E. Onduidelijk middel 977 F. Vermelding geschonden wetsbepalingen 979 G. Middel zonder belang 982 H. Enkele andere meldenswaardige gevallen 982 Hoofdstuk 20. Verhaal op de rechter 985 Hoofdstuk 21. Herroeping van het gewijsde 993 Hoofdstuk 22. Intrekking ingevolge vernietigingsarrest van het Grondwettelijk Hof 1001 Hoofdstuk 23. Intrekking van een cassatiearrest wegens onregelmatigheid in de betekening van de voorziening 1005 Beknopte bibliografie 1007 Handboeken, monografieën en verzamelwerken 1007 Bijdragen in verzamelwerken, artikelen en annotaties 1012 Trefwoordenregister 1043 Maklu 19