Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Flexibilisering schooltijden primair onderwijs Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 november 2003 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 1 heeft op 22 oktober 2003 overleg gevoerd met minister Van der Hoeven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 september 2003 over flexibilisering schooltijden primair onderwijs (29 029, nr. 1). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Cornielje (VVD), voorzitter, Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Karimi (GroenLinks), Van Bommel (SP), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (Christen- Unie), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Eijsink (PvdA), Leerdam (PvdA), ondervoorzitter, Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA) en Visser (VVD). Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Ferrier (CDA), Verbeet (PvdA), Rijpstra (VVD), Van der Laan (D66), Boelhouwer (PvdA), Halsema (Groen- Links), Lazrak (SP), Tonkens (GroenLinks), Van Oerle-van der Horst (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA), Szabó (VVD), Varela (LPF), Nawijn (LPF), Adelmund (PvdA) en De Grave (VVD). De heer Van Bommel (SP) is van mening dat niet vol te houden is dat hetgeen de minister voorstelt de kwaliteit van het onderwijs bevordert en het belang van de kinderen voorop stelt. Nederland is het enige land in de beschaafde wereld dat tot de conclusie is gekomen dat een vierdaagse lesweek goed is voor het onderwijs en dat dat in het belang van de kinderen is. De schoolleiders zijn voor een vierdaagse schoolweek, omdat zij te maken hebben met personele problemen. Leerkrachten kunnen zich er wellicht ook goed in vinden, maar voor ouders is het een probleem en voor de leerlingen ook. De situatie in het primair onderwijs wordt door de problemen in de personele sfeer steeds slechter. De heer Van Bommel vindt dat de minister een onderwijsbeleid voert dat niet goed is voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij kan dan ook beter zeggen dat zij geen geld en geen mensen heeft en dat zij de problemen niet op kan lossen en niet praten over flexibiliteit en dergelijke. De heer Van Bommel meent dat deze voorstellen geen recht doen aan het debat dat verleden jaar is gevoerd over dit probleem en aan de motie-van der Vlies c.s. die destijds is ingediend. Het probleem van het lerarentekort was destijds ook in discussie, maar toen werd niet gedacht aan deze oplossing. Er moet voor worden gezorgd dat meer mensen geïnteresseerd zijn in een baan in het onderwijs en dat scholen meer mogelijkheden krijgen om personeel aan te trekken en vast te houden. Dan worden de problemen werkelijk opgelost. Hij vindt dit geen goede oplossing. Mevrouw Kraneveldt (LPF) is blij met het voornemen van de minister om de schooltijden in het primair onderwijs te flexibiliseren. Zij denkt dat dit voornemen past in het idee van meer vrijheid voor scholen om het onderwijs zo in te richten, dat het beter is toegespitst op de unieke situatie van KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2003 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 1

2 de verschillende scholen. De minister geeft aan dat de maatregelen die zij in haar brief noemt, een tussenstap zijn. Aan welke vervolgstappen denkt de minister? Op welke termijn wenst zij deze te realiseren? De minister stelt dat een schoolweek in de onderbouw niet langer mag zijn dan 23 uur. Als de urenverdeling tussen onder- en bovenbouw gelijk wordt getrokken en in ieder schooljaar 940 uur les wordt gegeven, geeft dat bij een schoolweek van vijf dagen een belasting voor de leerling van 23,5 uur per week. Mevrouw Kraneveldt meent dat een half uur extra geen probleem zal zijn. Dat kan dan ook gewoon vrij worden gegeven. De minister kan wel voor de onderbouw een bovengrens van 940 uur vaststellen en voor de bovenbouw een ondergrens van 940 uur. Dan kunnen scholen, als zij dat willen, de uren gelijkelijk verdelen en is de belasting voor het jonge kind niet groter dan in het voorstel van de minister. Veel partijen hebben bezwaren geuit tegen een vierdaagse schoolweek. Mevrouw Kraneveldt begrijpt die bezwaren wel, maar zij deelt ze niet. Als zij bij haar rekensom namelijk uitgaat van een vierdaagse lesweek, zou dat een belasting per dag geven van ongeveer 5,8 uur voor een leerling. Dat moet te doen zijn als een school een goede, pedagogisch verantwoorde verdeling kan maken tussen leren, spelen en fysiek iets doen. Een groot deel van de scholen zal niet opteren voor een vierdaagse schoolweek, maar zij ziet liever dat een school een vierdaagse schoolweek goed regelt, zodat ouders weten wat zij kunnen verwachten, dan dat zo nu en dan kinderen naar huis worden gestuurd, omdat scholen het rooster niet rond kunnen krijgen. Bij dat laatste is niemand gebaat. Mevrouw Kraneveldt vindt het belangrijk dat de ouders invloed uit kunnen oefenen op de schooltijden van hun kinderen. Die invloed moet duidelijk omschreven zijn. Zij vindt het goed dat ouders en personeel via de medezeggenschapsraad instemmingsbevoegdheid krijgen, maar een probleem is dan wel dat een kleine meerderheid het zou kunnen bepalen voor een vrij grote minderheid. Dat zou wellicht kunnen worden ondervangen door te werken met een twee derde meerderheid voor zulke zwaarwegende zaken. Het lijkt haar verder goed om wettelijk vast te leggen dat een school slechts aan het begin van een schooljaar de schooltijden mag wijzigen en dat ruim van tevoren aan moet kondigen, zodat ouders ruimschoots op tijd opvang kunnen regelen voor hun kinderen. Mevrouw Hamer (PvdA) is het eens met het eerste voorstel dat de minister in haar brief noemt, de handhaving van de minimum onderwijstijd van 7520 uur over acht leerjaren. Het tweede voorstel gaat over het maximum aantal uren per schooldag. Als dat wordt vrijgegeven, kan er een vierdaagse schoolweek komen. Zij wil echter vasthouden aan de vijfdaagse schoolweek. Kinderen in Nederland kunnen zich in de loop van de dag namelijk minder goed concentreren dan in meeste andere landen, aangezien in veel landen de opvang tussen de middag goed is geregeld en de kinderen even kunnen uitrusten en bijkomen, terwijl de kinderen in Nederland of heen en weer moeten naar huis of in een halfuurtje hun boterham naar binnen moeten proppen en dan nog even op het schoolplein mogen lopen. Daardoor krijgen zij minder rust en kunnen zij zich s middags minder goed concentreren. Over het lerarentekort komt nog een debat. Mevrouw Hamer vindt dat dat probleem niet mag worden overgeheveld naar de kinderen, die minder dagen per week les krijgen, of naar de ouders, die in de problemen zullen komen als het gaat om opvang op die vijfde dag. Ook de opvang is in Nederland namelijk slechter geregeld dan in de meeste onringende landen. Verder blijkt uit allerlei enquêtes dat ouders en het merendeel van de kinderen een vierdaagse schoolweek niet zien zitten. Daarom vraagt zij de minister dit deel van haar voorstel in te trekken. Het derde voorstel van de minister is meer flexibiliteit bieden in de urenverdeling tussen onder- en bovenbouw. Van mevrouw Hamer mogen scholen zelf bepalen hoeveel uren zij willen geven in de onder- en boven- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 2

3 bouw, als het maar valt binnen de bandbreedte van die totale 7520 uur en die vijf dagen. Het vierde voorstel van de minister betreft een aanscherping van de Wet medezeggenschap onderwijs. Mevrouw Hamer zou verder willen gaan en ook vastleggen dat de medezeggenschapsraad wel instemmingsbevoegdheid heeft als het gaat om de lestijden, maar dan op basis van een uitspraak van alle ouders, zodat voorkomen wordt dat een kleine minderheid niet zijn stem heeft kunnen laten horen. De heer Van der Vlies (SGP) merkt op dat het gaat om de kwaliteit van het onderwijs, om het leggen van de verantwoordelijkheden daar waar ze het best passen en om autonomievergroting. Er is uiteraard wel een referentie naar de praktische problemen in de scholen en als die langs deze lijn kunnen worden opgelost, vindt hij dat prima, maar dat is een nevenpunt. De maatschappelijke discussie is nu te veel gefocust op de vierdaagse schoolweek. Dat is namelijk niet het voorstel. Het voorstel is ruimte te maken voor die scholen die goede redenen hebben om daar in samenspraak met ouders toe over te gaan. Die vierdaagse schoolweek zal niet overal worden ingevoerd, maar de keuzemogelijkheid wordt verlegd van de regering naar de scholen. Dat past goed in de beoogde autonomievergroting en deregulering. Uiteraard moeten de belangen van de leerlingen voorop staan. De heer Van der Vlies vindt de voorstellen van de minister acceptabel, maar hij wil graag weten wat het einddoel van de minister is. Veel scholen hebben een streekfunctie. Het is dan lastig, bijvoorbeeld vanwege het leerlingenvervoer, als kinderen uit één gezin verschillende lestijden hebben. Deze situatie kan nu opgelost worden. Natuurlijk moet elk plan, van welke school ook, goed worden gemotiveerd en onderbouwd. Er moet altijd sprake zijn van een evenwichtige verdeling van de activiteiten over de dagen heen en binnen een dag. Niet alles kan worden vrijgegeven. Daarom is het eerste voorstel van de minister ook correct, maar de heer Van der Vlies vraagt zich wel af waarom zij vasthoudt aan het minieme verschil in de urenverdeling tussen onder- en bovenbouw. Hij kan zich verder wel wat voorstellen bij het vastleggen van een instemmingsbevoegdheid van de ouders. Er komt echter nog een discussie ten principale over de rol van ouders in het onderwijs en over de medezeggenschapsstructuur. Daar kan dit punt dan bij worden meegenomen. Mevrouw Lambrechts (D66) merkt op dat er weinig in de brief van de minister staat dat haar niet aanspreekt. De voorstellen zijn goed in lijn met wat eerder is afgesproken, of het nu gaat om het maximale aantal uren van 7520 of om de flexibilisering en de ruimte die scholen daarbij krijgen. Het verschil in uren voor de onder- en bovenbouw had wellicht kunnen worden opgeheven. Zeker voor het speciaal onderwijs zou een uitzondering moeten worden gemaakt, omdat daar altijd vervoerd wordt en het lastig is om de bussen op verschillende tijden te laten rijden. Zij vindt het verder goed dat ouders instemmingsrecht krijgen. Op al die punten herkent zij het overleg dat hierover eerder is gevoerd. Mevrouw Lambrechts heeft lang moeten zoeken om te zien waar die vierdaagse schoolweek vandaan komt. Er zijn alleen indirecte beschrijvingen in de brief, waaruit kan worden opgemaakt dat een vierdaagse schoolweek mogelijk wordt. Voor de kleuters is al sprake van een partiële leerplicht. Zij vindt dat dat zo moet blijven en ook dat het mogelijk moet zijn om af en toe een vrije dag in te roosteren. Dat is echter iets anders dan de mogelijkheid bieden om structureel een vierdaagse schoolweek in te voeren. Als er een lerarentekort is, kan het nodig zijn tijdelijk een vierdaagse schoolweek in te voeren, maar dat mag alleen als er geen andere optie is. De kans is namelijk groot dat de kinderen die het onderwijs het hardst nodig hebben, de kinderen met achterstanden en kinderen die Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 3

4 wonen in de gebieden waar het lerarentekort het grootst is, het eerst te maken zullen krijgen met een vierdaagse schoolweek. Er zijn voorstellen gedaan om tussenschoolse opvang onder de verantwoordelijkheid van Onderwijs te brengen. Mevrouw Lambrechts vindt het jammer dat dat niet is gebeurd. De heer Slob (ChristenUnie) meent dat het centrale punt van de discussie over de flexibilisering van de schooltijden de vraag is of de Kamer de scholen de ruimte durft te geven om met die flexibilisering aan de slag te gaan. Wat hem betreft mag de minister haar voorstellen verder uitwerken. Hij is er namelijk van overtuigd dat veel scholen vast zullen houden aan de schooltijden zoals die nu gelden. Deze voorstellen bieden hen echter mogelijkheden om er wat flexibeler mee om te gaan, zodat zij eventuele calamiteiten kunnen tackelen. De belangen van kinderen moeten een belangrijke factor vormen bij de afwegingen die ook scholen zullen moeten gaan maken als het gaat om de ruimte die ze gaan krijgen. Hij vindt de brief van de minister op dat punt wat mager. Het is van belang dat er aandacht is voor onderwijskundige onderbouwing van de keuzes die worden gemaakt. De heer Slob vindt het goed dat de minister de medezeggenschapsraad een grote bevoegdheid wil geven als het gaat om de schooltijden. Hij gaat ervan uit dat een medezeggenschapsraad op het moment dat er keuzes worden gemaakt, de ouders zal horen en zal kijken hoe er in de school over gedacht wordt. Het zal nooit zo zijn dat een klein clubje gaat beslissen voor de rest. De inspectie zal moeten toezien hoe scholen hier in de praktijk mee om zullen gaan. Als het vertrouwen dat aan scholen wordt gegeven niet op een goede manier wordt opgepakt, is er een nieuwe situatie en zal moeten worden bezien hoe de Kamer daarmee omgaat. De heer Jan de Vries (CDA) is van mening dat schooltijden niet in Den Haag moeten worden vastgesteld, maar dat dat de verantwoordelijkheid van de scholen is. Daarbij speelt het belang van de organisatie en de inzet van het personeel een rol, evenals de kwaliteit van het onderwijs en het belang en de belasting van de leerlingen. Hij is blij met het voorstel van de minister om de minimale schooltijd over acht jaar 7520 uur te laten. Ook het afschaffen van het maximale aantal uren per schooldag heeft zijn steun. Het heeft hem verbaasd dat er nogal wat ophef is ontstaan over dit voorstel, alsof dit ertoe zou leiden dat er een vierdaagse schoolweek komt. Dat is niet het doel van de minister. Bovendien blijft een evenwichtige verdeling verplicht. Daarbij is niet zozeer het aantal uren per dag relevant, als wel de inrichting van het dagprogramma. De scholen zijn volgens hem uitstekend in staat om daar een goede balans in te vinden. De heer De Vries heeft niet de indruk dat scholen massaal over zullen stappen naar die vierdaagse schoolweek. De behoefte aan flexibilisering van de schooltijden heeft een geheel andere achtergrond. Hij heeft ook niet gezien dat er een enorme maatschappelijke onrust is over de vraag of er een vier- of vijfdaagse schoolweek moet zijn en of de regering zich daarmee zou moeten bemoeien. Ouders zijn het erover eens dat de scholen dat zelf moeten bepalen. Daar willen zij echter wel wat over te zeggen hebben. Daarom is het goed dat de minister voorstelt om de medezeggenschap van de ouders te verbeteren. Hij vraagt zich overigens wel af waarom de urenverdeling tussen onder- en bovenbouw in stand moeten worden gehouden. In het definitieve voorstel voor wetswijziging kan de minister wat hem betreft dat onderscheid opheffen. Als het gaat om schooltijden is het aspect van de tussentijdse opvang ook relevant voor ouders en voor de school. De heer De Vries hoopt dat het kabinet nu duidelijke keuzes wil maken op dit punt, ook als het gaat om de verantwoordelijkheid van de school. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 4

5 De heer Balemans (VVD) heeft er moeite mee dat het voorstel van de minister vooral lijkt ingegeven door het lerarentekort. Dat probleem wordt nu opgelost door het neer te leggen op het bordje van de ouders en de schoolgaande kinderen. De overheid moet echter proberen haar eigen problemen op te lossen. Hij ondersteunt dan ook de inspanningen van de minister om het beroep van leraar aantrekkelijk te maken en te zorgen voor instroom. In het onderwijs staat het belang van het kind centraal. Iedereen moet zich inzetten voor het maximale onderwijs voor de kinderen. Door de afschaffing van de maximale onderwijstijd van 5,5 uur per dag, wordt de deur opengezet naar een vierdaagse schoolweek. Dat is niet het streven van de minister, maar het kan er wel het gevolg van zijn. Als wordt vastgehouden aan het totale aantal uren in zowel onder- als bovenbouw in die periode van acht jaar, betekent dat dat de kinderen per onderwijsdag zwaarder worden belast. Een langere schooldag zal echter nauwelijks enig kennisrendement opleveren. De druk om alles te gaan doen in vier in plaats van vijf dagen draagt bovendien niet bij aan een rustig leerklimaat en het onthaasten van kinderen. Na acht jaar wordt het totaal aantal uren dan wel gehaald, maar het gewenste kennisniveau wellicht niet. Hoe kijkt de minister aan tegen deze effecten van haar voorstel? Een groot deel van de ouders in Nederland zijn tweeverdieners of anderhalfverdieners. Zij zullen bij een vierdaagse schoolweek moeten kiezen voor of een dag minder werken of kinderopvang regelen. Beide betekenen echter een financiële strop. Hoe beoordeelt de minister die financiële consequenties van het voorstel voor ouders? Of heeft de minister misschien nog ruimte op de begroting om dit te compenseren? Mevrouw Van Gent (GroenLinks) merkt op dat de Kamer met de meeste punten van de minister akkoord gaat, maar dat er op één punt geen meerderheid is, namelijk de vierdaagse schoolweek. Daarom adviseert zij de minister dat onderdeel uit haar voorstel te halen. Zij is het eens met de huidige regeling van de schooltijden en het totaal aantal uren, maar vraagt wel of binnen de huidige regeling een zesdaagse schoolweek mogelijk is en of er ten aanzien van de schoolvakantie flexibilisering mogelijk is. Het tweede voorstel van de minister gaat over de vierdaagse schoolweek, hoewel daar in de brief niet expliciet over wordt gesproken. Er wordt zeer verschillend gedacht over zo n vierdaagse schoolweek. Als die mogelijkheid wordt geboden, zullen met name scholen die te kampen hebben met een groot lerarentekort noodgedwongen daartoe overgaan. Wat echt moet worden opgelost, het lerarentekort, wordt daar echter niet mee opgelost. Mevrouw Van Gent heeft grote bezwaren tegen een vierdaagse schoolweek, vanwege de combinatie van arbeid en zorg. Zij ziet grote lacunes als het gaat om de tussenschoolse opvang en het adequaat regelen van kinderopvang. Er kan dan wel worden gezegd dat het geen plicht is en dat het vrij wordt gelaten, maar een school kan bijna niet vrij kiezen aangezien er een groot lerarentekort is. Dat is het grote probleem bij het primair onderwijs. Zij verwacht van de minister dan ook vergaande voorstellen om het lerarentekort op te lossen. Verder moeten er nu snel voorstellen komen op het punt van de tussenschoolse opvang. Daar wordt al heel lang over gesproken, maar het is nog steeds niet geregeld. Antwoord van de minister De minister wil naar maatwerk dat lokaal georganiseerd kan worden. Daarbij gaat het inderdaad om de vraag of je de scholen in staat durft te stellen om tot een verantwoorde keuze te komen als het gaat om de schooltijden. Dat leidt tot verschillen, aangezien de scholen verschillende keuzes zullen maken. Zij constateert dat er op een aantal punten overeen- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 5

6 stemming is: dat de scholen meer ruimte moeten krijgen als het gaat om de schooltijden, dat het belang van de leerling en de kwaliteit van het onderwijs voorop moeten staan en dat de ouders betrokken moeten worden bij de beslissingen op schoolniveau. Haar voorstel regelt de randvoorwaarden waarbinnen dat moet gebeuren. Er mag niet worden getornd aan de minimum onderwijstijd van 7520 uur over acht leerjaren. Daarvoor is hetzelfde aantal leraren nodig als nu. Dit voorstel is dan ook geen oplossing voor het lerarentekort. Het geeft de scholen wel ruimte om organisatorisch de zaak anders in te delen. Verder wil de minister de verdeling van de uren in de onder- en bovenbouw niet helemaal loslaten. Zij vindt namelijk dat jonge kinderen niet even zwaar belast mogen worden als oudere kinderen. Daarom biedt zij een bandbreedte aan: 3680 uur les in de onderbouw. Zij neemt in de verdere voorbereiding de opmerkingen van de Kamer mee, zoals het voorstel van mevrouw Kraneveldt: voor de onderbouw maximaal 940 uur en voor de bovenbouw minimaal 940 uur. De school blijft verplicht om de activiteiten evenwichtig over de schooldag te verdelen en de verdeling tussen werktijden en rusttijden aan te geven. Dan gaat het om het lesrooster. Het gevolg daarvan kan zijn dat de kinderen niet 5,5 uur op school zitten, maar 6 of 7 uur. Er zijn nu al verschillen tussen scholen wat de begin- en eindtijden betreft. De onderbouw moet in de huidige situatie 3520 uur les krijgen, met maximaal 5,5 uur per dag. Dat is 880 uur per jaar. Dat kan in vier dagen, maar ook in vijf of zes dagen. Scholen kiezen nu soms ook al voor een vierdaagse lesweek. Die vrijheid is er voor de onderbouw. Als de Kamer daarvan af wil, wordt er dus meer geregeld dan er op dit moment is geregeld. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Op dit moment werkt 12% van de scholen in groep één met een vierdaagse schoolweek. In groep twee is dat 5%, in groep drie 0,7% en in groep vier 0,2%. Voor de bovenbouw geldt een vijfdaagse schoolweek. Er zijn nu al variaties in de schooltijden. De lestijden van kinderen zijn echter niet hetzelfde als de tijden dat het personeel werkt of de school open is. Er zijn ook verschillen in lestijden tussen onder- en bovenbouw. De minister vindt dat die verschillen moeten blijven bestaan. Overwegingen bij het inrichten van de schooltijden kunnen de behoefte van de leerlingenpopulatie zijn, wat de kinderen aan kunnen, hoe er voor kan worden gezorgd dat de achterstanden zo goed mogelijk kunnen worden weggewerkt en de wensen van de ouders om de schooltijden sluitend in te kunnen passen in een arrangement van voorzieningen. Er zijn al brede schoolarrangementen. Er worden in het kader van de verlengde schooldag ook andere combinaties gezocht van binnen- en buitenschoolse activiteiten. De minister bevestigt dat de tussenschoolse opvang nog steeds niet afdoende is geregeld. Zij is van plan om met haar collega van Sociale Zaken daar valt die opvang onder te kijken hoe dit goed kan worden geregeld. Het gaat daarbij echter om de financiën. Op dit moment is noch in de miljoenennota, noch op een andere begroting geld hiervoor gereserveerd. Verder gaat het om de vraag wie verantwoordelijk is voor die tussenschoolse opvang. Op dit moment zijn dat de ouders, waarbij de scholen de ouders in de gelegenheid moeten stellen om die opvang te regelen. Als de tussenschoolse opvang de verantwoordelijkheid van de scholen wordt, heeft dat financiële en andere consequenties. Zij is niet bereid om een verantwoordelijkheid bij scholen te leggen, die niet is afgedekt met voldoende middelen. De minister heeft voorgesteld om in de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 expliciet vast te leggen dat de medezeggenschapsraad instemmingsbevoegdheid heeft ten aanzien van de vaststelling en wijziging van schooltijden. Dat geldt dan zowel voor de ouders als voor het personeel. Daarmee wil zij wettelijk vastleggen dat scholen ouders erbij moeten betrekken. Hoe ze dat doen, wil zij niet centraal regelen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 6

7 In de motie, die de aanleiding was voor deze voorstellen, wordt gesteld dat er nog een discussie moet komen over meer ruimte voor scholen wat betreft hun organisatie en inrichting. Dat gaat echter verder dan de reikwijdte van deze brief. Nadere gedachtewisseling De heer Van Bommel (SP) is van mening dat er vijf dagen per week les moet worden gegeven. In het primair onderwijs was de arbeidsduurverkorting een probleem en werkt personeel graag minder dagen per week. Dat kan een aanleiding zijn voor een vierdaagse schoolweek. Hij blijft dan ook tegen dat onderdeel van de voorstellen. Wat betreft de medezeggenschap wijst de Vereniging openbaar onderwijs terecht op de patstelling die kan ontstaan, omdat er als het gaat om schooltijden sprake kan zijn van botsende belangen tussen leerkrachten en ouders. Die vereniging doet dan ook de suggestie om wat betreft dit onderdeel in de medezeggenschapsraad te komen tot een adviesrecht voor het personeel en instemmingsrecht voor de ouders. Mevrouw Kraneveldt (LPF) is niet expliciet een warm voorstander van een vierdaagse schoolweek, maar zij wil scholen die het graag willen de ruimte geven om die te realiseren. Een meerderheid van de Kamer wil echter vasthouden aan die vijfdaagse schoolweek. Dat respecteert zij en zij raadt de minister aan om daar dan ook rekening mee te houden in haar wetsvoorstel. Zij zou het namelijk jammer vinden als de goede voorstellen die in deze brief staan, geen doorgang zouden kunnen vinden, omdat de Kamer vanwege dat ene principiële punt niet met het wetsvoorstel in zou kunnen stemmen. Mevrouw Hamer (PvdA) blijft hechten aan een vijfdaagse schoolweek. De minister wil met het vrijlaten daarvan het lerarentekort niet oplossen, maar het was wel de aanleiding voor scholen om deze discussie te starten. Het lerarentekort moet echter op een andere manier worden opgelost. Er mag van haar wel meer flexibiliteit komen tussen de onderen bovenbouw, maar zij wil geen ruimte voor een vierdaagse schoolweek, in ieder geval niet voor de bovenbouw. Mevrouw Hamer is ongerust over de reactie van de minister als het gaat om de tussenschoolse opvang. Zij ziet namelijk niet in hoe de minister het geld daarvoor snel bij elkaar kan krijgen. De heer Van der Vlies (SGP) merkt op dat als het gaat om het heetste punt van deze discussie, die vier- of vijfdaagse schoolweek, iedereen ongemoeid wil laten wat er nu is, maar uitbreiding wil voorkomen. Het gaat maar om 0,7% voor groep drie, maar dat zijn nog altijd 60 scholen. Het kan niet zo zijn dat die 60 scholen het wel mogen, maar de rest niet. Hij wil de andere scholen die ruimte ook geven. De heer Van der Vlies geeft de scholen gelijk die niet de verantwoordelijkheid willen dragen voor de tussenschoolse opvang als zij daar niet voor geëquipeerd worden. Daar hangt een prijskaartje aan. Mevrouw Lambrechts (D66) vraagt welke verdere stappen de minister wil zetten. Op veel onderdelen is overeenstemming, maar op één onderdeel, de vierdaagse schoolweek, is geen draagvlak in de Kamer. Zij vraagt de minister voortvarend verder te gaan met de punten waarvoor wel draagvlak is, zonder de deur open te zetten naar een vierdaagse schoolweek. Mevrouw Lambrechts zou graag zien dat regie en financiën voor de tussenschoolse opvang zo snel mogelijk worden overgedragen aan Onderwijs. Anders is het namelijk niet goed te regelen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 7

8 De heer Slob (ChristenUnie) concludeert dat de verantwoordelijkheid wat betreft de schooltijden wordt neergelegd op een plek waar die hoort te liggen, bij de scholen en de ouders. Hij heeft het vertrouwen dat de scholen en de ouders daar op een goede manier mee om zullen gaan. Wat hem betreft kan de minister dan ook doorgaan met de uitwerking van haar voorstellen. De heer Slob is bang dat als de vierdaagse schoolweek onmogelijk wordt gemaakt, de bestaande gevallen benadeeld worden. Er is in de groepen drie en vier nauwelijks belangstelling voor een vierdaagse schoolweek. Hij meent dan ook dat als het vrijgegeven wordt, dat waarschijnlijk ook bij de bovenbouw zo zal zijn en maar een klein percentage daar gebruik van zal maken. Hij is er voor om ze die ruimte te geven. De heer Jan de Vries (CDA) hoopt dat de minister in haar definitieve wetsvoorstel vasthoudt aan haar voornemens. Haar inzet is goed en geeft ruimte aan de scholen. De keuze hoort bij de school en daarbij hoeft geen sprake te zijn van een principieel onderscheid tussen onder- en bovenbouw. De heer Balemans (VVD) heeft er geen problemen mee dat in de onderbouw een vierdaagse schoolweek mogelijk is, maar hij wil geen vierdaagse schoolweek invoeren voor de bovenbouw. Bij een aantal scholen wordt het nu gedoogd. Hij vindt dat de problemen van die scholen moeten worden opgelost, zodat dat niet meer nodig is. Mevrouw Van Gent (GroenLinks) vraagt aan de minister wat zij uit gaat werken. Als de minister vasthoudt aan de vierdaagse schoolweek voor de bovenbouw wat een meerderheid van de Kamer niet ziet zitten zal de Kamer daar dwars voor gaan liggen. Mevrouw Van Gent vindt de toezegging van de minister dat zij zal gaan praten met minister De Geus over de tussenschoolse opvang een lege huls, aangezien de minister al zei dat er geen geld voor is. Zij betreurt het dat de minister niet meer inzet toont. De minister merkt op dat de schooltijden het personeel direct aangaan en dat zij daarom vindt dat het personeel ook instemmingsrecht moet hebben als het gaat om die schooltijden. Dat zal ook geen problemen opleveren, want in geval van stakende stemmen is een voorstel normaal gesproken niet aangenomen en kan het ook niet worden ingevoerd. Als voor de onderbouw echt een maximum van 940 uur per jaar zou gaan gelden, komt bijna de helft van de scholen in de problemen, want scholen programmeren nu veel meer tijd dan het minimum. De minister wil daarom voor een ander alternatief gaan en niet meer spreken over een maximum in de onderbouw en een minimum in de bovenbouw, maar alleen over een minimum in de bovenbouw van 940 uur. Zij zal dit verder uitwerken in het wetsvoorstel. De minister zal bij de begrotingsbehandeling terugkomen op de tussenschoolse opvang. De minister wil dat voor de onderbouw de huidige mogelijkheid van een vierdaagse schoolweek blijft bestaan. Er zijn nu wel situaties waarbij van de tijden wordt afgeweken in de bovenbouw of waarbij scholen aangeven dit graag te willen. Zij kan nu niets anders doen dan het te verbieden. Als zij doet wat een deel van de Kamer wil, kan zij dat probleem niet oplossen. In haar wetsvoorstel neemt de minister de mogelijkheid van een vier Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 8

9 daagse schoolweek in de bovenbouw gewoon mee. Als de Kamer het daar niet mee eens is, kan zij het eruit amenderen. De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Cornielje De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Kler Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 9

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005 Nr. 163 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 733 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 ten behoeve van meer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 687 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs vanwege overheveling taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 412 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met wijziging omzetmoment eerste 12 maanden prestatiebeurs en afschaffing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 068 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs om meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005 Nr. 232 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2004 Nr. 103 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 24 578 MAVO/VBO/VSO Nr. 67 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 november 2004 Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 187 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 760 Meerjarenplan Alfabetisering 2003 2006 Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Cornielje

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 629 Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte) Nr.

Nadere informatie

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 44 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 december 2005 Ter voorbereiding van een algemeen overleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 Nr. 116 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 25 828 Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs 19 637 Vluchtelingenbeleid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 817 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 989 Cultuurnota 2005 2008 25 434 Structuurversterking filmindustrie Nr. 9 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 augustus 2004 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 837 Jaarnota Integratiebeleid 2004 Nr. 5 1 Samenstelling: Leden: Klaas de Vries (PvdA), Vos (Groen- Links), Hofstra (VVD), Lambrechts (D66),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 Nr. 234 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 Nr. 211 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 Nr. 237 LIJST

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2006 Nr. 163 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 856 Wijziging van de Mediawet in verband met een nieuwe financieringsstructuur voor de regionale publieke omroep Nr. 11 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 121 VERSLAG

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 666 Voorstel van wet van de leden Hamer, Dijsselbloem en Kraneveldt houdende opneming in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 862 Premievrijstelling bij in dienst nemen en in dienst houden van oudere werknemers Nr. 42 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen Nr. 142 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 16 mei 2006 De vaste commissie voor Economische Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005 Nr. 161 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 558 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2004 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Den Haag, 12 april 2006 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport OVERZICHT van stemmingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 22 januari 2004 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen Nr. 40 1 Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Hofstra (VVD), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 546 Vermindering regeldruk OCW Nr. 5 1 Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Cornielje (VVD), voorzitter, Lambrechts (D66),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 850 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met het verlenen van een financiële tegemoetkoming aan personen die een ouderdomspensioen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 430 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet inzake het buiten toepassing laten van de korting op het ouderdomspensioen voor vrouwen die in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 854 De moord op de heer Th. van Gogh Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 10 november 2004 De vaste commissies voor Justitie 1 en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 3 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 295 Positionering algemene ziekenhuizen Nr. 68 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 april 2004 In de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 260 Visumverlening in Schengenverband Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 16 december 2003 De commissie voor de Rijksuitgaven 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 19 1 Samenstelling:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 25 733 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs Nr. 108 1 Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Cornielje (VVD), voorzitter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 061 Meerjarennota emancipatiebeleid Nr. 28 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 juni 2004 De vaste commissie voor Sociale Zaken en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 IXB Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2003 Nr. 20 1 Samenstelling: Leden: Rosenmöller

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 410 Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 2004 Nr. 38 1 Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Van Bommel (SP),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 676 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met buitenschoolse opvang Nr. 5 BRIEF

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 24 095 Frequentiebeleid Nr. 107 1 Samenstelling: Leden: Verbugt (VVD), Giskes (D66), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), B. M. de Vries (VVD),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning Nr. 9 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 december 2004 In de vaste commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 845 Uitwisseling van opsporings- en terrorisme-informatie Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 10 november 2003 De commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 283 Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (zelfbinding) Nr. 7 NADER VERSLAG Vastgesteld 16 mei 2003 Na kennis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning) Nr. 123 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 Nr. 205 LIJST

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 484 Interculturalisatie van de gezondheidszorg Nr. 12 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 maart 2005 In de vaste commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 471 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 Nr. 202 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 978 Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2003) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 2 oktober 2003 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 30 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 30 juni 2005 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 245 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 504 Plan van Scholen 2003 2005 Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 18 oktober 2002 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2008 2009 F 31 744 Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 Nr. 255 VERSLAG

Nadere informatie

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

T.a.v. de MR deelraad NHJ locatie V. Betreft: Voorstel andere schooltijden Beste MR leden.

T.a.v. de MR deelraad NHJ locatie V. Betreft: Voorstel andere schooltijden Beste MR leden. T.a.v. de MR deelraad NHJ locatie V. Betreft: Voorstel andere schooltijden Beste MR leden. Na de wetswijziging in 2006 hebben de scholen meer vrijheid gekregen de schooltijden zelf in te richten. Vanaf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 281 Invoering van de bachelor-masterstructuur in het Hoger Onderwijs Nr. 1 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 30 oktober 2003 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006 Nr. 177 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 Nota over de toestand van s Rijks financiën 34 775 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 760 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 925 Wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van de bachelor-mastersturctuur in het hoger onderwijs (Aanpassingswet invoering

Nadere informatie

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 799 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de wijziging van bepalingen voor de financiële verslaggeving door verzekeringsmaatschappijen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 23 235 Thuiszorg Nr. 75 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 4 augustus 2004 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nadere informatie

Begrotingsbehandeling OCW 1 e termijn

Begrotingsbehandeling OCW 1 e termijn Begrotingsbehandeling OCW 1 e termijn 11-10-2006 School is een waardengemeenschap Ook het openbaar onderwijs is niet neutraal, maar actief pluriform Daarom is godsdienstonderwijs, een levensbeschouwelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 27 470 Museale collecties van het Rijk 30 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 019 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter bevordering van het gebruik van elektronische communicatiemiddelen bij de besluitvorming

Nadere informatie

Beleidsplan continurooster OBS Samen Een

Beleidsplan continurooster OBS Samen Een Beleidsplan continurooster OBS Samen Een Februari 2019 Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2. Waarom het 5 gelijke dagen model? 3. Uitwerking 5 gelijke dagen 4. Overig 5. Instemmingsbevoegdheid 6. Vaststelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 255 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering strekkende tot aanpassing van de eisen te stellen aan de motivering van de bewezenverklaring

Nadere informatie

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER ANDERE SCHOOLTIJDEN

VEEL GESTELDE VRAGEN OVER ANDERE SCHOOLTIJDEN VEEL GESTELDE VRAGEN OVER ANDERE SCHOOLTIJDEN Waarom de overstap naar andere schooltijden? We verwachten dat bij invoering van Andere Schooltijden met korte middagpauze er meer rust en regelmaat voor de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 823 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijkonderwijs onder vervallenverklaring

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 228 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met de mogelijkheid voor verhuurder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 430 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet inzake het buiten toepassing laten van de korting op het ouderdomspensioen voor vrouwen die in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 258 Wijziging van de wijze van aanpassing van de kinderbijslag, de wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 314 Beleidsbrief Cultuur 2004 2007 Nr. 11 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 8 december 2004 De vaste commissie van Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 402 Wijziging van de Mediawet in verband met additionele bezuinigingen op de rijksomroepbijdrage, verbeteringen in de financiële verslaglegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 187 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 21 501-28 Defensieraad 28 676 NAVO Nr. 29 1 Samenstelling: Leden: Klaas de Vries (PvdA), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Karimi

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 23 972 Bestrijding (langdurige) werkloosheid 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 67 1 Samenstelling: Leden: Noorman-den

Nadere informatie

Uw brief van. 10 februari 2006

Uw brief van. 10 februari 2006 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 6 maart 2006 PO/KO/06/9735 Uw brief van 10 februari 2006 Uw kenmerk 2050607850 Onderwerp

Nadere informatie