Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Transcriptie

1 Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar Hoofdstuk 3: Gegevens onderwijseenheden, integrale toetsen Postpropedeutische fase

2 Inhoud OWE BM5A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2)... 3 Toetsprogramma OWE BM5A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2)... 5 OWE BM5A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) Toetsprogramma OWE BM5A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) OWE BM5B: Moleculair en Biochemisch onderzoek (praktijk) Toetsprogramma BM5B: Moleculair en Biochemisch onderzoek (praktijk) OWE BM5C: Moleculair en Biochemisch onderzoek (theorie) Toetsprogramma BM5C: Moleculair en Biochemisch onderzoek (theorie) BM5C OWE BM6A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2) Toetsprogramma OWE BM6A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2) OWE BM6A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) Toetsprogramma OWE BM6A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) OWE BM6B: Interacties tussen mens, plant, en micro-organisme (praktijk) Toetsprogramma BM6B: Interacties tussen mens, plant en micro-organisme (praktijk) BM6B OWE BM6C: Interacties tussen mens, plant en micro-organisme (theorie) Toetsprogramma OWE BM6C: Interacties tussen mens, plant en micro-organismen (theorie) BM6C OWE BM8: Biotechnologie Toetsprogramma OWE 8: Biotechnologie (BM8) OWE BM9: Moleculaire plantenbiologie Toetsprogramma OWE 9: Moleculaire plantenbiologie (OWE BM9) OWE 10: Transcriptomics, proteomics & metabolomics in de moleculaire pathogenese Toetsprogramma OWE 10: Biomedisch Onderzoek: transcriptomics, proteomics & metabolomics in de moleculaire pathogenese (BM10) OWE 11: Stage Biologie en Medisch Toetsprogramma OWE 11: Stage Biologie en Medisch (BM11) OWE 11: Stage klinische cytologie Toetsprogramma OWE 11: Stage klinische cytologie (M11Kc) OWE 11: Stage medische microbiologie Toetsprogramma OWE 11: Stage medische microbiologie (M11Mm) OWE 11 Stage Bio-Nano: Introductie in de Bio-Nanotechnologie Toetsprogramma OWE 11: Stage Bio-Nano: Introductie in de Bio-Nanotechnologie OWE12: Afstudeeropdracht Biologie en Medisch Toetsprogramma OWE 12: Afstudeeropdracht Biologie en Medisch (BM12) Integrale Toets afstudeerfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek

3 Titel OWE OWE BM5A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2) ECU BM5A1: professional skills-1 (level 2) Code BM5A Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Plan van aanpak (PvA) Literatuurverslag (V) Poster (Po) Coachingsopdracht (Co) 6. Studiepunten, studielast 10 stp 280 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1-4. Studenten die OWE BM5A1 volgen doen dit in de context van OWE BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens 9. Algemene omschrijving Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid of MBOdiploma niveau 4 en OWE 3 en 4 zijn gevolgd. Deelnemers aan verkorte route voor MLOers of VWOers. Palet minor: Propedeuse Chemie, Bio-informatica Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Er geldt een aanwezigheidsplicht voor workshops en werkbespreking. Voor deelname aan de workshop solliciteren is het maken van de voorbereidende opdracht een vereiste. In deze OWE werk je aan beroepsproducten passend bij biologisch en medisch laboratorium onderzoek. De beroepsproducten in deze OWE zijn vooral gericht op literatuur analyse en het lezen van internationale wetenschappelijke literatuur. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren Kwaliteitsbeheer Rapporteren en presenteren Samenwerken Leiden/begeleiden Adviseren Sturen professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens BM5A1-PvA Plan van aanpak (PvA) BM5A1-V Literatuurverslag (V) BM5A1-Po Poster (Po) BM5A1-Co Coachingsopdracht (Co) BM5A1-LPO SCV St Solliciteren (St) BM5A1-IPV1 IPV periode 1 BM5A1-IPV2 IPV periode 2 BM5A1-FG1 Funct. gesprek 1 (FG1) Weging Eindcijfer: (PvA + V + Po) / 3 Compensatiemogelijkheden - 3

4 Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)- tentamens IPV, functioneringsgesprekken, workshops, en beroepsproducten moeten afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten 5,5 zijn. Periode 1 of 2, herkansing tijdens periode 2 of 3 Voor deelname aan de workshops en deeltentamens IPV is er één kans per studiejaar (OER art. 7.3) 13. Verplichte - literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen. 17. Activiteiten Zie werkvormen Ondersteunend vak Werkbespreking Plan van aanpak Werkopdrachten leidend naar producten zoals plan van aanpak, literatuurverslag en poster. Interpretatie van onderzoeksresultaten Het trekken van de juiste conclusies uit resultaten Beschrijven van resultaten Ondersteunend vak LPO SCV: solliciteren Workhop SCV Werkwijze: werkbespreking Workshop ten behoeve van het solliciteren naar een stageplek of een toekomstige baan Werkwijze: workshop Coaching 19. Les- / Contacturen Werkwijze: opdracht Geprogrammeerde contacttijd: 4 lesuren per week, 28 lesuren per periode, 56 lesuren per semester = 42 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 238 klokuren 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal: 280 klokuren Periode 1 en 2 (semester 1) n.v.t. 4

5 Toetsprogramma OWE BM5A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM5A1-PvA Naam: Plan van aanpak Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusief vereiste controles) Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Zie beoordelingsformulier plan van aanpak De student wordt met het beoordelingsformulier beoordeeld. 55% van de te behalen punten zijn nodig voor een voldoende (5,5). Ondergrens: 5,5 Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 5

6 Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. Competentie 10: Adviseren Adviseert over de aanschaf en het gebruik van materialen, apparatuur: Begrijpt wensen en praktische eisen Adviseert over aanschaf van reagentia op basis van productspecificaties en verkoopvoorwaarden. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Code: BM5A1-V Naam: Literatuurverslag Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Zie beoordelingsformulier literatuurverslag 55% van de te behalen punten zijn nodig voor een voldoende (5,5). Code: BM5A1-Po In de context van: OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen Zie beoordelingsformulier Poster 55% van de te behalen punten zijn nodig voor een voldoende (5,5). 6

7 Naam: Poster Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5, Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Code: BM5A1-IPV1 BM5A1-IPV2 Naam: In de context van OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) Competentie 8: Samenwerken Houdt zich aan regels Heeft een duidelijk inbreng in de groep Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een voldaan. 7

8 IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/ niet voldaan Ondergrens: Voldaan Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief om actief conflicten op te lossen Is aware of the intercultural differences within the professional community kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Code: BM5A1-Co Naam: Coaching opdracht Competentie 9: Leiden/ begeleiden Coaching Past zijn manier van begeleiden aan, aan het niveau en persoonlijkheid van zijn medestudent Weet anderen te motiveren. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) Toepassen coaching wordt beoordeeld met behulp van: - Beoordelingsformulier coaching, af te tekenen door SLB-er. Alle criteria van het beoordelingsformulier coaching moeten minimaal beoordeeld zijn met een voldoende voor een voldoende beoordeling van de coaching opdracht. Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BM5A1-LPO-SCV-St Naam: LPO SCV Solliciteren Competentie 8: Samenwerken Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner. Deelname aan workshop solliciteren wordt afgetekend. Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. Voor deelname is het maken van de voorbereidende opdracht een vereiste. 8

9 Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. Toont Hbo werkhouding Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BM5A1-FG1 Naam: Funct.gespr.1 Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Toont Hbo werkhouding Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Zie onderstaand beoordelingsformulier Functioneringsgesprekken, niveau 2. Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 9

10 Beoordelingsformulier Plan van Aanpak (niveau 2) Naam:... Klas:. Datum:. Gerelateerd aan comp./ indicator Beoordelingscriterium Inhoud (80 punten) Max aantal punten Het abstract beschrijft alle relevante informatie van het plan , 1.2.5, De introductie beschrijft de achtergrond en de context van het te uit te voeren onderzoek Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn beschreven , 1.2.4, , De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes beschreven De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die 15 leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd , De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van 15 alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken , De benodigde materialen zijn overzichtelijk weergegeven. Ok / k.o Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel tijd aan de verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ Ok / k.o. het project in totaal duren , De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn beschreven. Ok / k.o. Opmaak/schrijfstijl (20 punten) De student hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en 10 wetenschappelijke stijl De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust van 5 samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen , Het rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APAnormen) De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, abstract, inleiding, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen, literatuurlijst (volgens APA-normen). Totaal aantal punten 100 Cijfer (totaal aantal punten / 10) 15 Ok / k.o. Aantal punten Feedback Naam en handtekening beoordelaar 10

11 Beoordelingslijst Literatuurverslag Naam student:. Student nr: Klas:.... Onderwerp:.. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar. Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is. 11

12 Competentie Trefwoord onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten Definiëren van achtergrondinformatie en aanvullende vragen (1.2.1., ) De student identificeert de relevante aspecten van het onderwerp dat in het review besproken wordt. De selectie van onderwerpen/aspecten die besproken worden is zeer relevant Literatuur onderzoek(35 punten) Punten: Selecteren van literatuur ( (1.2.2.)) De student selecteert natuurwetenschappelijk literatuur die relevant is voor het onderwerp. De student verzamelt een brede selectie aan relevante literatuur en kan deze in het verslag correct integreren. Punten: Samenhang (1.3.5.) De onderwerpen die in het review besproken worden plaatst de student in een grotere context m.b.t onderzoek en maatschappelijke betekenis. De manier waarop de review verwijst naar de grotere context is zeer logisch en bondig. Punten: Wetenschappelijke discussie De discussie van de literatuur is wetenschappelijk correct. en de informatie uit verschillende bronnen is logisch gecombineerd Analyse resultaten(25 punten) (3.3.5.) Punten: Conclusies (3.3.3) De student concludeert over de stand van de kennis in het onderzoeksveld, mogelijke toekomstige vragen en geeft advies (indien van toepassing) en de conclusie is logisch gebaseerd op de algemene introductie van het onderwerp en op verschillende specifieke aspecten die in het verslag aan de orde gekomen zijn Punten:

13 Schrijven (6.2.1/6.3.1): spelling, zinsbouw en wetenschappelijke stijl: Het rapport bevat weinig maar structurele fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Het rapport bevat zeer weinig fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Punten: Rapporteren (30 puten) Schrijven (6.2.1/6.3.1): Structuur Het review begint met een algemene inleiding op het thema en de onderwerpen die besproken worden, gevolgd door een gestructureerde discussie van de specifieke onderwerpen. Het rapport eindigt met een algemene conclusie gebaseerd op de specifieke onderwerpen Er is een goed samenhangende en logische overgang tussen de verschillende delen van het rapport. Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Afbeeldingen en tabellen Afbeeldingen en/of tabellen worden gebruikt om de boodschap te visualiseren en te ondersteunen. Ze bevatten beschrijvingen die duidelijk zijn zonder de tekst te moeten lezen. Tekst en afbeeldingen dragen optimaal bij aan het vertellen van één verhaal. Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Samenvatting De samenvatting is een afspiegeling van de inhoud van het rapport. De samenvatting geeft bondig de inhoud van het rapport weer.. en wekt het interesse van de lezer om het hele rapport te lezen Punten: Total aantal punten (max. 90 pt): Opmerkingen: 13

14 Naam en handtekening HAN docent Datum Indicatie cijfer: 0 49 punten: 5, punten: 5,6 6, punten: 6,6 7, punten: 7,6 8, punten: 8,

15 Beoordelingsformulier Poster (niveau 2) Naam:.. Klas: Datum:. Onderwerp: Gerelateerd aan competentie/ indicator Beoordelingscriteria Inhoud (max 50 pt) Max aantal punten 100 Aantal punten Opmerkingen: , , Voldoende en correcte achtergrond informatie is gegeven zodat de poster begrepen kan worden Een duidelijk doel / onderzoeksvraag is gegeven Er is een duidelijke theoretische samenhang en geeft blijk van integratie in een groter geheel Experimenten en technieken worden theoretisch onderbouwd en sluiten aan bij de opdracht Opmaak (max 24 punten) De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: goede pakkende titel en poster leesbaar op 2m afstand 4 duidelijke structuur, geen zoekplaatje! , niet te veel tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal 4 voldoende informatieve figuren 4 rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst 4 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl , , Cijfer (aantal punten / 10) Feedback Discussie (max 26 punten) De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen. Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag. De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner. De student heeft de vragenlijst aan de achterkant van het beoordelingsformulier ingevuld Voldaan Niet voldaan Naam en paraaf beoordelaar: 15

16 Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 2 Naam:.... Klas:.Datum: Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden: Agenda: Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld. niet voldaan voldaan De agenda is volgens afspraken op tijd verspreid. De agenda omvat de gewenste bespreekpunten en is overzichtelijk. Voorzitterschap: De student leidt de agenda in en bewaakt de agenda. De student geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te houden. De student vat belangrijke punten regelmatig samen. Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt en laat deelnemers standpunten inbrengen. De student stimuleert dat iedereen naar elkaars standpunten luistert. Zorgt dat er besluiten worden genomen en afspraken genotuleerd worden. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening tutor 16

17 Beoordelingsformulier Notulen Jaar 2 Naam:..... Klas:. Datum:. Competentie Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2: niet voldaan voldaan Vermelding: Aanwezigen, datum, plaats, tijd vergadering, voorzitter en notulist. Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt. Iemand die niet bij de vergadering is geweest moet de kern er uit op kunnen maken. Informatie is in heldere taal weergegeven. Actielijst is toegevoegd. Notulen zijn volgens afspraken op tijd verspreid. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening tutor 17

18 Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam: Klas:. Datum:.. Gerelateerd aan comp. indicatoren Beoordelingscriteria Niet voldaan voldaan Inhoud: Criteria voor onderzoekspresentatie n.v.t. De student geeft het doel van de presentatie aan. De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct. Presentatie: Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe. De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie. Maakt oogcontact met het publiek. Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar. Discussie: 6.2.3, Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek , Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. Eindbeoordeling Alle criteria zijn voldaan Feedback Naam en handtekening beoordelaar 18

19 Beoordelingsformulier POP Eind Jaar 2 voor stage Naam student:. Klas: Datum: Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. niet voldaan voldaan Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. Kansen en bedreigingen worden benoemd. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening Slb-er (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 19

20 Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 2 Naam:.. Klas:. Datum:. Competentie-indicator Beoordelingscriterium Niet voldaan Voldaan Houdt zich aan regels Maakt concrete afspraken en houdt zich aan hieraan Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. De student maakt zelfstandig afspraken, komt deze na en heeft zich voorbereid. De student kan aantonen dat hij/ zij actief aan de in zijn/haar POP beschreven leerdoelen gewerkt heeft Beheert en archiveert gegevens in labjournaal en i.v.t. andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten Toont hbo-werkhouding: handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn) Feedback: In het portfolio zijn de documenten overzichtelijk gearchiveerd en duidelijk gekoppeld aan de competenties die ermee bewezen worden. De student kijkt methodisch kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen en formuleert hoe hij/ zijn hier in de toekomst mee om wil gaan. Hij/zij reflecteert zowel op studiehouding als op beroepscompetenties. De student toont een actieve houding en motivatie. Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn studie en kan zich daarbij aanpassen aan verschillende omstandigheden. Hij/zij handelt integer. Naam en handtekening SLB-er: 20

21 Beoordelingsformulier coaching In te vullen door SLB-er Naam coach: Klas:. Datum:. Goed Voldoende Onvoldoende Beschrijving van activiteiten en daarbij horende verantwoording besteedde uren. Student heeft minimaal 10 uur aan coaching besteed. Ingevulde evaluatieformulier(en) zijn aanwezig. N.v.t. N.v.t. Het coachingsverslag ziet er verzorgd uit. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach bereidde de bijeenkomst(en) goed voor. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan mijn niveau. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach was goed in staat mij te motiveren. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach luisterde goed naar mij. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach stelde vragen aan mij. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach liet mij uitpraten. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft twee tips en twee tops geformuleerd naar aanleiding van het coachingstraject. Feedback Eindoordeel Naam en paraaf SLB-er 21

22 Beoordelingsformulier coaching, niveau 2 (in te vullen door gecoachte) Naam student:. Klas: Datum:.. Goed Voldoende Onvoldoende De coach bereidde de bijeenkomsten goed voor. De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan jouw niveau. De coach gaf constructieve feedback. De coach was goed in staat om mij te motiveren. De coach daagde mij uit om te leren van mijn fouten. Met de coach kon ik goede afspraken maken. Eindoordeel Feedback Naam en paraaf SLB-er 22

23 Titel OWE OWE BM5A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) ECU BM5A2: professional skills-2 (level 2) Code BM5A Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Plan van aanpak (PvA) Onderzoeksverslag (V) Presentatie (Pr) Interviewverslag (Iv) 6. Studiepunten, studielast 10 stp 280 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1-4. Studenten die OWE BM5A2 volgen doen dit in de context van OWE BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid of MBO-diploma niveau 4 en OWE 3, 4 en L2S1a/b zijn gevolgd. Deelnemers aan verkorte route voor MLOers of VWOers. Palet minor: Propedeuse Chemie, Bio-informatica 9. Algemene omschrijving Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de werkbespreking. Voor beoordeling interviewverslag (Iv) is aanwezigheid bij de workshop interviewtechnieken verplicht. In deze OWE werk je onder andere aan beroepsproducten passend bij biologisch en medisch laboratorium onderzoek. De beroepsproducten in deze OWE zijn vooral gericht op resultaatanalyse en het lezen van internationale wetenschappelijke literatuur ten bate van een resultaat gestuurde discussie. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren Resultaat analyseren Rapporteren en presenteren Kwaliteitsbeheer Planmatig en projectmatig werken Adviseren Samenwerken Sturen van de professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens BM5A2-PvA Plan van aanpak (PvA) BM5A2-V Onderzoeksverslag (V) BM5A2-Pr Presentatie (Pr) BM5A2-IPV3 IPV periode 3 (IPV3) BM5A2-IPV4 IPV periode 4 (IPV4) BM5A2-It Interviewen (It) BM5A2-Et Ethiek (Et) BM5A2-FG2 Funct. Gesprek 2 (FG2) BM5A2-HBO HBO-competentiekaart Weging Eindcijfer: (PvA + V + Pr) / 3 23

24 13. Verplichte - literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software - Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)- tentamens - IPV, functioneringsgesprekken, beroepsproducten en HBO-competentiekaart moeten afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten 5,5 zijn. Periode 3 of 4, herkansing tijdens of eind periode 4 Voor deelname aan de workshops en deeltentamens en IPV is er één kans per studiejaar (OER art. 7.3) 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen. 17. Activiteiten Zie werkvormen Ondersteunend vak werkbespreking Ondersteunend vak Interviewtechnieken Ondersteunend vak Ethiek Werkopdrachten leidend naar producten zoals plan van aanpak, literatuurverslag en poster. Interpretatie van onderzoeksresultaten Het trekken van de juiste conclusies uit resultaten Beschrijven van resultaten en discussie. Werkwijze: werkbespreking Interviewtechnieken Werkwijze: workshop Ethiek 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Werkwijze: Werkwijze: hoor-/werkcollege Geprogrammeerde contacttijd: 4 lesuren per week, 28 lesuren per periode, 56 lesuren per semester = 42 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 238 klokuren Totaal: 280 klokuren Periode 3 en 4 (semester 2) n.v.t. 24

25 Toetsprogramma OWE BM5A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM5A2-PvA Naam: Plan van aanpak Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusief vereiste controles) Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. Competentie 10: Adviseren Adviseert over de aanschaf en het gebruik van materialen, apparatuur: Begrijpt wensen en praktische eisen. Zie beoordelingsformulier plan van aanpak De student wordt met het beoordelingsformulier beoordeeld. Cesuur: 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 25

26 Adviseert over aanschaf van reagentia op basis van productspecificaties en verkoopvoorwaarden. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Code: BM5A2-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 2: Experimenteren Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.) Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; maakt gebruik van data analyse (indien van toepassing) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. In de context van: Zie beoordelingsformulier onderzoeksverslag Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 1: Inleiding legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit; plaatst dit in de overkoepelende context; beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek; legt de strategie om het doel te bereiken uit; de gekozen methodiek wordt kort benoemd en verantwoord. 2: Materiaal en Methodes beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen;* de beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles. 3: Resultaten begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment; beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is; * verbindt en verheldert de resultaten in de tekst; ruwe data is afwezig, alleen geanalyseerde data in overzichtelijke figuren en tabellen (met bijbehorende legenda). 4: Discussie interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid; bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten; vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. 5:Conclusie herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen; Cesuur: 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 26

27 OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 6:Schrijfvaardigheden hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl (SI eenheden, symbolen, nomenclatuur worden correct toegepast). 7:Opbouw de opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen; rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). In de context van: OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) of Code: BM5A2-Pr Naam: Presentatie Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Vraag verhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles) Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en micro-organismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen). Zie beoordelingsformulier presentatie Inhoud beschrijft het doel van de opdracht en het doel komt overeen met de opdracht; leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context; presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze; principe van een immunologische methode is uitgelegd; voordelen en nadelen van de methode worden besproken; een toepassing van de techniek worden besproken. De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. Presentatie er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart); maakt overzichtelijke en duidelijke dia's; past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in de gehele presentatie betekenen onvoldoende); Cesuur: 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 27

28 In de context van: OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) beschrijft gegevens zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint zinvol (b.v. animaties); spreekt op professionele en overtuigende wijze; de dia's ondersteunen de verbale boodschap. Discussie gaat inhoudelijke discussie met het publiek aan; laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner; onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten. In de context van: BM5A2-Pr: OWE s BM5B en BM5C, moleculair en biochemisch onderzoek (voor de studenten die OWE BM5B en BM5C volgen) of Code: BM5A2-IPV3 BM5A2-IPV4 Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/ niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie 8: Samenwerken Houdt zich aan regels Heeft een duidelijk inbreng in de groep Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief om actief conflicten op te lossen Is aware of the intercultural differences within the professional community BM6A2-Pr: OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en micro-organismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen). De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een voldaan. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 28

29 Code: BM5A2-It Naam: LPO SCV Interviewen Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BM5A2 Et Naam: Ethiek Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): - hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; - brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; - is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; - opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is zich bewust van de internationale afspraken voor het uitvoeren van fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek Forms an educated opinion towards the ethical aspects of the profession. Deelname aan de workshop LPO SCV interviewtechnieken is verplicht. Zie onderstaand beoordelingsformulier Interviewverslag Deelname workshops ethiek is verplicht. Zie onderstaand beoordelingsformulier Interviewverslag Deelname aan de workshop en inleveren van de opdracht is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Code: BM5A2-HBO Naam: HBO-competentiekaart Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Competentie 6: Rapporteren en presenteren Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2. Presentatie Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken / communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. Zie onderstaand beoordelingsformulier Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan. 29

30 Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 9: Leiden/ begeleiden Vergaderen Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden. Ondergrens: Voldaan Code: BM5A2-FG2 Naam: Funct.gesprek 2 Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Toont Hbo werkhouding Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Zie onderstaand beoordelingsformulier Functioneringsgesprekken, niveau 2. Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 30

31 Beoordelingsformulier Plan van Aanpak (niveau 2) Naam:... Klas:. Datum:. Gerelateerd aan comp./ indicator Beoordelingscriterium Max aantal punten Aantal punten Inhoud (80 punten) Het abstract beschrijft alle relevante informatie van het plan , 1.2.5, , 1.2.4, , De introductie beschrijft de achtergrond en de context van het te uit te voeren onderzoek Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn beschreven. De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes beschreven De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd , De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken , De benodigde materialen zijn overzichtelijk weergegeven. Ok /k.o Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel tijd aan de verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ het project in totaal duren , De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn beschreven. Ok /k.o. Ok /k.o. Opmaak/schrijfstijl (20 punten) De student hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen , Het rapport omvat een literatuurlijst In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APAnormen). 31

32 De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, abstract, inleiding, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen, literatuurlijst (volgens APA-normen). Ok /k.o. Totaal aantal punten 100 Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback Naam en handtekening beoordelaar 32

33 Beoordelingsformulier Presentatie Jaar 2 voor cijferbeoordeling Naam:.. Klas:.. Datum:.. Gerelateerd aan competentieindicatoren Beoordelingscriteria Max. aantal punten Gescoord aantal punten Inhoud (totaal aantal punten: 60) Criteria voor onderzoekspresentatie Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze: 1.2.3, overkoepelende context 10 - doel 2.2.1, strategie en experimentele uitvoering (inclusieve controles) , , , , , resultaten - conclusie - discussie in vergelijking met verwachtingen en/of literatuurwaardes. - discussie van experimentele problemen - verbetervoorstellen Criteria voor literatuurpresentatie Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context Presenteert informatie over het onderwerp op inhoudelijk correcte wijze , De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. 10 Presentatie (totaal aantal punten: 20) Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) Maakt overzichtelijke en duidelijke dia s Spreekt op professionele en overtuigende wijze De dia s ondersteunen de verbale boodschap. Discussie (totaal aantal punten: 20) Voert een vakinhoudelijke discussie 8.1.4, Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten. Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) 10 Feedback 33

34 Naam en handtekening beoordelaar 34

35 Beoordelingsformulier voor het onderzoeksverslag Chemie, Biologie en Medisch laboratorium onderzoek (B&M) en Bio-informatica. Naam: Klas: Studentnummer: Datum:... Vormgeving en taalgebruik Vormgeving De indeling, samenvatting, figuren en tabellen en literatuurlijst zijn vormgegeven volgens de richtlijnen. Competentie indicator Taalgebruik Competentie indicator Samenvatting Onvoldoende = niet aangetoond voldoende Er zijn nauwelijks taal/spelfouten. Ruim voldoende - bovengemiddeld niveau Het voorgaande plus: het taalgebruik is correct, eenduidig en sluit aan bij de doelgroep (lezers). Excellent Het voorgaande plus: het verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier Onvoldoende = niet aangetoond Inhoud voldoende De samenvatting bevat de volgende onderdelen: context doel aanpak resultaten conclusie. Voldoende - bovengemiddeld niveau Het voorgaande plus: De samenvatting kan als een zelfstandig geheel gelezen worden. Excellent V / NV Aantal punten Aantal punten Inleiding De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de aanpak en hypothese komt niet duidelijk naar voren. De onderzoeksvraag en hypothese worden ingeleid. De inleiding geeft voldoende voorkennis om de resultaten naderhand te begrijpen. Het voorgaande plus: de inleiding blinkt uit in helderheid en structuur Materialen en Methoden Beschrijft de gebruikte methode/materiale n zodanig dat de experimenten door een ander herhaald kunnen worden. Het voorgaande plus: beschrijft de gebruikte methode/materiale n zodanig dat alleen onderscheidende en essentiële informatie is gegeven. 35

36 Resultaten Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. Figuren en tabellen zijn vrijwel altijd compleet. Het voorgaande plus: alle relevante resultaten om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn in de tekst beschreven. Bijschriften bij figuren en tabellen zijn helder. Het voorgaande plus: de tekst is een goed lopend verhaal. De figuren en tabellen zijn zelfverklarend De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. Het voorgaande plus: de beschrijving is volledig en correct. Het voorgaande plus: de beschrijving geeft blijk van inzicht in het resultaat. Discussie De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gebruikte methode en de resultaten worden benoemd. Problemen in de uitvoering van de experimenten worden benoemd en verbetervoorstellen worden gemaakt. De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gebruikte methode en de resultaten worden bediscussieerd. Problemen in de uitvoering van de experimenten worden bediscussieerd en passende verbetervoorstellen worden gemaakt Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data? Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de onderzoeksvraag wel of niet kan worden beantwoord met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Al het voorgaande en plaatst de resultaten in de bredere context van het onderzoek. De discussie is een goed lopend verhaal Maakt voorstellen voor vervolgonderzoek anders dan herhaling van eigen experimenten. Er worden concrete en bij de onderzoeksvraag aansluitende aanbevelingen voor vervolgonderzoek beschreven. Er worden aanbevelingen voor vervolg onderzoek beschreven buiten de kaders van het eigen onderzoek en 36

37 Conclusie Literatuur Totaal aantal punten dit is onderbouwd met de literatuur Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag op basis van de argumenten beschreven in de discussie Er worden literatuurbronnen gebruikt. Dit is een mix van internetbronnen, boeken en wetenschappelijke artikelen. Gebruikt hoofdzakelijk wetenschappelijke artikelen. Alle theorie en beweringen worden ondersteund door literatuurbronnen. Gebruikt hoofdzakelijk wetenschappelijke artikelen Cijfer (totaal aantal punten / 10) Opmerkingen / feedback Datum Naam en handtekening docent 37

38 Beoordelingsformulier Interviewverslag Naam:... Klas:... Datum:. Naam:... Naam:... Evaluatie criteria Max aantal punten Gescoord aantal punten Randvoorwaarden Het verslag is ingeleverd voor de (tijdens de les) gestelde deadline Een lopend verslag, geen vraag antwoord. V / NV Knock out V / NV Knock out V / NV Knock out Het verslag (exclusief het reflectiedeel) telt woorden De reflectie telt woorden per persoon Content Inleiding (doel interview, wie is geïnterviewd door wie en een reden 10 om de geïnterviewde te ondervragen staat vermeld, overzicht van de thema's uit het verslag). De student kan zijn tekst afstemmen op het publiek (los zakelijke toon, 10 actief taalgebruik, zonder teveel jargon) Inhoudelijke beoordeling van de thema's. 30 De tekst is ingedeeld in thema s, die voorzien zijn van een titelkopje. Reflectie bestaat uit tenminste 3 nieuwe en relevante ervaringen, 10 inzichten, meningen of beslissingen Iedere individuele auteur licht deze nieuwe ervaringen, inzichten, 5 meningen of beslissingen concreet toe Afsluiting met daarin van iedere student een persoonlijke conclusie (wat heeft dit interview mij opgeleverd voor de verdere keuzes in mijn (studie)loopbaan en wat vond ik van het werk van deze 10 laborant/onderzoeker en deze organisatie wat spreekt mij aan en wat niet). Stijl Correct gebruik van spelling, en interpunctie, per 1000 <3 fouten. 5 V / NV V / NV V / NV De zinnen zijn correct geformuleerd (congruent, geen spreektaal, begrijpelijk en concreet, actief geschreven met de juiste lengte) Indeling in paragrafen en alinea's Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling: (totaal aantal punten / 10) 10 Feedback Naam en paraaf beoordelaar 38

41 Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam: Klas:. Datum:.. Gerelateerd aan comp. indicatoren Beoordelingscriteria Niet voldaan voldaan Inhoud: n.v.t. Criteria voor onderzoekspresentatie De student geeft het doel van de presentatie aan. De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct. Presentatie: Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe. De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe. Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie. Maakt oogcontact met het publiek. Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar. Discussie: 6.2.3, Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek , Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. Eindbeoordeling Alle criteria zijn voldaan Feedback Naam en handtekening beoordelaar 41

44 OWE BM5B: Moleculair en Biochemisch onderzoek (praktijk) Titel OWE ECU BM5B: Molecular and Biochemical research (practical) Code BM5B Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Labjournaal Producten 6. Studiepunten, 10 stp studielast 280 SBU 7. Samenhang met Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1-4. andere OWE en OWE BM5B is onderdeel van het thema moleculair en biochemisch onderzoek waartoe ook de OWE-en BM5A en BM5C behoren. Kennis en competenties geoefend binnen het thema (in OWE BM5A, BM5B en BM5C) kunnen worden getoetst in deze OWE. 8. Ingangseisen OWE 3 (BM3) en OWE 4 (BM4) zijn gevolgd, of MLO-diploma, of deelnemer aan m.b.t. de verkorte route voor VWO ers of MLO ers. (deel)tentamens Palet minor: Propedeuse Chemie, Bio-informatica 9. Algemene omschrijving Voor deelname aan deeltentamen P1 en P2 beoordeling geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Deelname aan de Praktijklessen is alleen toegestaan indien het deeltentamen veiligheid is behaald. Bij instromers in hoofdfase geldt dat ze veiligheid in het eerste jaar van inschrijving dienen te behalen. Een belangrijk aspect binnen de life sciences is het identificeren van belangrijke genen en het vervolgens maken van bijbehorende (recombinant) eiwitten. Dit soort experimenten vindt plaats zowel in een industriële/biotechnologische omgeving als in een medische/academische omgeving. Voordat eiwitten geproduceerd kunnen worden zal eerst het bijbehorende gen in kaart gebracht moeten worden. Als deze informatie beschikbaar is zal het DNA verkregen, en eventueel gemodificeerd, moeten worden. Door het DNA te isoleren en vervolgens te kloneren kan het overgebracht worden naar een geschikt expressie systeem. Het eiwit zal zo tot expressie gebracht worden waarna isolatie, zuivering en karakterisatie van het eiwit volgen. Het eiwit moet nu getest worden op functionaliteit. Deze lijn van genetica en klonering tot eiwitexpressie staat centraal in deze module. In het eerste deel van het semester staat het werken met DNA en genetische analyse centraal. Het tweede deel van het semester zal zich richten op eiwitten, eiwitexpressie, zuivering en karakterisatie van eiwitten. ( Analyseren en Produceren uit de Biodiscovery-keten) In deze module zal ingegaan worden op de praktijk waarin het werken met DNA en eiwitten centraal staat. Het hele proces van genen amplificeren, vervolgens het tot expressie brengen van eiwitten tot het analyseren van eiwitten komt aan bod. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren resultaten Analyseren 44

45 Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren 11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering Deeltentamens BM5B-P1 Praktijk 1 (P1) BM5B-P2 Praktijk 2 (P2) Weging Eindcijfer: (P1+P2)/2 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden Cijfers van P1 en P2 moeten 5.5 zijn tentamen Frequentie (deel)- tentamens periode 2 of periode 4. Voor deelname aan het deeltentamen P1 en P2, is er maar 1 kans per studiejaar. (OER art. 7.3) 13. Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software Zie #OnderwijsOnline 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen Ondersteunend vak Praktijk Kloneringsstrategieën Eiwit expressies Eiwit/metaboliet zuivering, detectie en Karakterisering 19. Les- / Contacturen Werkwijze: practicum en werkbespreking Geprogrammeerde contacttijd: 10 praktijkuren/week geeft 70 lesuren/periode = 140 lesuren/ semester = 105 klokuren praktijk Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 175 klokuren 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal: 280 klokuren Periode 1 en 2 (semester 1) Periode 3 en 4 (semester 2) n.v.t 45

46 Toetsprogramma BM5B: Moleculair en Biochemisch onderzoek (praktijk) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: BM5B-P1 Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5.5 Indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Competentie 1: ontwerpen Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Competentie 2: experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie Bediscussieerd de uitvoering en de resultaten van het experiment Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. Deelname aan de Praktijklessen is alleen toegestaan indien het deeltentamen veiligheid is behaald. Bij instromers in hoofdfase geldt dat ze veiligheid in het eerste jaar van inschrijving dienen te behalen. 46

47 Competentie 5: Beheer en administratie Beheer Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden. Code: BM5B-P2 Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5.5 In de context van: Het uitvoeren van een kloneringsstrategie om te komen tot over expressie van een eiwit zoals in de gegeven onderzoekscasus. Dit eiwit zal waar nodig gezuiverd, gekarakteriseerd, gekwantificeerd en getest op activiteit worden. Competentie 1: ontwerpen Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Competentie 2: experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 47

48 Data processing Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten IJkt (calibreert?)bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden. In de context van: Het uitvoeren van een kloneringsstrategie om te komen tot over expressie van een eiwit zoals in de gegeven onderzoekscasus. Dit eiwit 48

49 zal waar nodig gezuiverd, gekarakteriseerd, gekwantificeerd en getest op activiteit worden. 49

50 Beoordelingsformulier Praktijk niveau 2 Naam student:. Klas:.. Datum:.. Gerelateerd aan competenties/ indicatoren 1.2.3, , , , , Beoordelingscriterium Onvoldoende Voldoende Goed Uitmuntend Aantal punten Voorbereiding De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheidsen milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles Voorbereiding/Labwerk De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) Labwerk , 2.2.3, ; De student: voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen (i.v.t.); kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij , , , 7.2.3, Labwerk De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Afhankelijk aantal criteria dat men mist Voldoet aan alle criteria De meeste voorberekeningen en antwoorden / voorstellen zijn correct Niet voldaan Voldaan - Voldoet niet aan minstens één criterium: Loopt vaak uit Voldoet aan alle criteria Loopt soms uit experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen Loopt nooit uit Alle voorberekeningen en antwoorden/ voorstellen zijn correct experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen Is buitengewoon efficiënt Labwerk 4.1.1, De student werkt volgens de veiligheidsen milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn , Labwerk/labjournaal De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Niet voldaan Niet voldaan Voldaan Voldaan 50

51 Gerelateerd aan competenties/ indicatoren , , , 3.2.3, , , Beoordelingscriterium Onvoldoende Voldoende Goed Uitmuntend Aantal punten Labjournaal/meetrapport De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit , Labjournaal/meetrapport Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten Voldoet niet De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie bevatten fouten De resultatenanalyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist De resultaten-analyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist en buitengewoon helder Feedback Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Naam en paraaf beoordelaar 51

52 OWE BM5C: Moleculair en Biochemisch onderzoek (theorie) Titel OWE ECU BM5C: Molecular and Biochemical research (theory) Code BM5C Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) - Producten 6. Studiepunten, 10 stp studielast 280 SBU 7. Samenhang met Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1-4. andere OWE en OWE BM5C is onderdeel van het thema moleculair en biochemisch onderzoek waartoe ook de OWE-en BM5A en BM5B behoren. Kennis en competenties geoefend binnen het thema (in OWE BM5A, BM5B en BM5C) kunnen worden getoetst in deze OWE. 8. Ingangseisen OWE 3 (BM3) en OWE 4 (BM4) zijn gevolgd, of MLO-diploma, of deelnemer aan m.b.t. de verkorte route VWO-ers en MLOers. (deel)tentamens Palet minor: propedeuse Chemie, Bio-informatica 9. Algemene omschrijving Internationalisering 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Een belangrijk aspect binnen de life sciences is identificeren van belangrijke genen en het vervolgens maken van bijbehorende (recombinant) eiwitten. Dit soort experimenten vindt plaats zowel in een industriële/biotechnologische omgeving als in een medische/academische omgeving. Voordat eiwitten geproduceerd kunnen worden zal eerst het bijbehorende gen in kaart gebracht moeten worden. Als deze informatie beschikbaar is zal het DNA verkregen, en eventueel gemodificeerd, moeten worden. Door het DNA te isoleren en vervolgens te kloneren kan het overgebracht worden naar een geschikt expressie systeem. Het eiwit zal zo tot expressie gebracht worden waarna isolatie, zuivering en karakterisatie van het eiwit volgen. Het eiwit moet nu getest worden op functionaliteit. Deze lijn van genetica en klonering tot eiwitexpressie staat centraal in deze module. In het eerste deel van het semester staat het werken met DNA en genetische analyse centraal. Het tweede deel van het semester zal zich richten op eiwitten, eiwitexpressie, zuivering en karakterisatie. ( Analyseren en Produceren uit de Biodiscovery-keten) In deze module zal ingegaan worden op de theoretische achtergrond met betrekking tot biochemie, celbiologie, moleculaire biologie en de bijbehorende bio-informatica, moleculaire en biochemische technieken. 52

53 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren 12. Tentaminering Deeltentamens BM5C-T Thematoets (T) BM5C-K1 Kennistoets 1 (K1) BM5C-K2 Kennistoets 2 (K2) Weging Eindcijfer: (K1 + K2 + T)/3 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden Cijfers van K1, K2 en T moeten 5.5 zijn tentamen Frequentie (deel)- tentamens K1: Blok 1, herkansing tijdens blok 2, blok 3, herkansing tijdens blok 4. K2, T: Blok 2, herkansing blok 3, blok 4, herkansing blok Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software Zie #OnderwijsOnline 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen Ondersteunend vak Biochemie I Energiecarriers (ATP, NADH), vrije energie, oxidatiereductie Fotosynthese Metabole routes: Glycolyse Citroenzuurcyclus Ademhalingsketen en Fermentatieve routes Transport, opslag en afbraak van vetten en vetzuren Gluconeogenese Glycogeen-synthese en afbraak Pentose-fosfaat-route Integratie van stofwisselwegen Ondersteunend vak Biochemie II Ondersteunend vak Moleculaire Biologie Werkwijze: hoor/werkcollege Aminozuren en vouwing Afbraak van aminozuren Posttranslationale modificatie en protein targeting Eiwitinteracties en toepassingen Structuureiwitten en globulaire eiwitten Biologische activiteiten van eiwitten Zuurstof bindende eiwitten Enzymen en enzymkinetiek Werkwijze: hoor/werkcollege Mendeliaanse Genetica Stambomen analyse Genetische variatie 53

54 DNA replicatie, transcriptie, translatie, mutatie en reparatie Bacteriële genetica Genomisch DNA isolatie van planten en dieren Plasmide DNA isolatie uit bacteriën Recombinant DNA technieken Merkeranalyse met STR Genetische modificatie Vectoren Regulatie genexpressie van pro- en eukaryoten Epigenetica Transposons Genomics: genoom structuur Toepassingen van DNA technologie Ondersteunend vak Cel biologie Ondersteunend vak Moleculaire en Biochemische technieken Ondersteunend vak Bio-informatica Werkwijze: hoor/werkcollege Cellen en organellen van plant en dier Extracellulaire matrix Celcyclus Cytoskelet Intercellulair transport Membraantransport Celcommunicatie en signaaltransductie Werkwijze: hoor/werkcollege DNA zuiverings-, detectie- en analysetechnieken Recombinant DNA technologie PCR technieken en Primerdesign Plant breeding Plant en mammalian transformatie Functionele gen analyse Pedigree analyse Eiwit expressie, extractie, zuivering en detectie Enzym activiteit en kinetiek Genetische modificaties Werkwijze: hoor/werkcollege Databases + database searches Wetenschappelijke literatuur zoeken m.b.v PubMed PDB, α-helix en β-sheet, 1D-4D BLAST, Multiple alignments Orthologen/Paralogen/Homologen, Fylogenie 19. Les- / Contacturen Werkwijze: hoor/werkcollege Geprogrammeerde contacttijd: 9.5 theorie/tutoruren/week, =67 lesuren/periode = 50 klokuren/periode = 100 klokuren/semester Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 180 klokuren 54

55 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal: 280 klokuren Periode 1 en 2 (semester 1) Periode 3 en 4 (semester 2) n.v.t. 55

56 Toetsprogramma BM5C: Moleculair en Biochemisch onderzoek (theorie) BM5C Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM5C-K1 Naam: Kennistoets 1 Vorm: Schriftelijk Individueel Meerkeuze en/of open vragen Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Biochemie I: - Vrije Energie, ATP en NADH - Glycolyse en fermentatie - Gluconeogenese - Pentose fosfaat route - Glycogeen; synthese en afbraak - Citroenzuurcyclus - Ademhalingsketen en oxidatieve fosforylering - fotosynthese - Vetzuren, triglyceriden, lipoproteïnen, vetweefsel, lipolyse, β- oxidatie en ketogenese - Afbraak van aminozuren; glucogene en ketogene aminozuren. - Integratie van metabolisme Biochemie I: De student: - heeft kennis van en inzicht in fotosynthese - kan energierijke verbindingen benoemen en uitleggen door welke chemische structuren deze energierijk zijn (oxidatie, reductie, energierijke elektronen, overdraagbare groepen); - kan de conversie van energie van glucose naar ATP via glycolyse, citroenzuurcyclus, ademhalingsketen en oxidatieve fosforylering uitleggen; - kan van gegeven metabolieten aangeven welke het meest geoxideerd of gereduceerd is en wat de consequentie hiervan voor energievrijzetting is; - kan de stappen van de glycolyse, citroenzuurcyclus, ademhalingsketen en oxidatief fosforylering herkennen, inclusief structuurformules van de metabolieten en namen van de enzymen; - kan het proces van anaerobe ademhalingsketen uitleggen, benoemen in welke organismen deze voorkomt en wat het verschil met aerobe ademhalingsketen uitleggen; - kan de verschillende fermentatieroutes uitleggen en uitleggen wat de verschillen in mechanisme en energiebalans (kwantitatief en in tijd) tussen aerobe glucoseverbranding en fermentatie zijn; kan de structuurformules van betrokken metabolieten tekenen; kan benoemen in welke cellen/ organismen fermentatie voorkomt; - kan de processen van vetopname, transport in het lichaam, vetopslag en vetverbranding uitleggen, vorming van ketonbodies; - kan de rollen van lipoproteinen benoemen; - kan de verschillen tussen rode en witte spieren benoemen; - kan het principe van Coricyclus uitleggen; - kan de stappen van de pentosefosphaatcyclus benoemen en uitleggen wat de rol van deze metabole route is; - kan het principe en de basisstappen van de afbraak van aminozuren uitleggen: verwijderen van stickstof, urea cycle, glucogene en ketogene aminozuren; - kan de stappen van gluconeogenese herkennen, inclusieve de betrokken enzymen; Cesuur: Meerkeuze: 70% van het maximale aantal punten. Open vragen: 55% van het maximale aantal punten Toetsmatrijs: Biochemie I 50% Moleculaire Biologie 50% 56

57 - kan de stappen van synthese en afbraak van glycogeen uitleggen, inclusieve de betrokken enzymen. Moleculaire Biologie: Genetica Moleculaire biologie (Recombinant) DNA technieken Genomics Moleculaire Biologie: Genetica: De student heeft: kennis van de wetten van Mendel en overerving van eigenschappen; kennis van genetische begrippen zoals, dominant, recessief, geslachtsgebonden, allelen, genen, genotype, fenotype, locus, eigenschap, wildtype, mutant, hemizygoot, loss of function, gain of function; kennis van chromosomen en chromosoom afwijkingen m.b.t. structuur en aantal; kennis van overeenkomsten en verschillen tussen mitose en meiose. Moleculaire biologie: De student heeft: kennis en inzicht van de opbouw en eigenschappen van de biomoleculen DNA en RNA; inzicht in de relatie tussen eigenschappen van biomoleculen en hun lokalisatie en functie in cel; kennis en inzicht in replicatieproces en alle moleculen die daarbij betrokken zijn; kennis en inzicht in transcriptieproces en alle moleculen die daarbij betrokken zijn; kennis en inzicht van de genetische code; kennis en inzicht van de verschillen tussen bacteriën en eukaryoten m.b.t. replicatie en transcriptie; kennis en inzicht in translatieproces; kennis en inzicht van DNA mutaties en de consequenties hiervan op eiwitniveau; kennis en inzicht in de reparatie processen van het DNA. kennis van bacteriële genetica, transformatie, transductie en conjugatie; kennis van plant transformatie; Recombinant DNA technieken: De student heeft: kennis en inzicht in de volgende DNA technieken: DNA isolatie, DNA digestie, DNA gel electroforese, PCR, Sequencen, Southern blotting, Hybridisatie; kennis en inzicht van de volgende recombinant DNA technieken: plasmide isolatie, ligatie, transformatie; 57

58 kennis en inzicht in de toepassingen van DNA technieken zoals: moleculaire merkers, DNA typing, maken van genomische banken, maken van cdna banken, whole genome sequencing; kennis van CRISPR-cas en RNAi technieken. Code: BM5C-K2 Naam: Kennistoets 2 Vorm: Schriftelijk Individueel Meerkeuze en/of open vragen Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Biochemie II: - Aminozuren, structuur formules, verschillende ion vormen, - pk en pi definities, indeling in groepen. - Posttranslationale modificatie en protein targeting - Peptiden en proteïnen, primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuur - Eiwitinteracties en toepassingen - Structuur en functie van eiwitten - Proteïne functies; zuurstof bindende proteïnen. - Enzymen en enzymkinetiek; enzyminhibitoren Genomics: De student heeft: kennis en inzicht van genexpressie in prokaryoten; kennis en inzicht van genexpressie in eukaryoten; kennis van gene silencing en RNA interferentie; kennis van epigenetische processen; Kennis van de organisatie van DNA in chromosomen. kennis van de organisatie van het genoom; kennis van transposons; kennis en inzicht in het Humane Genoom Project; kennis van de genoomopbouw van pro- en eu-karyoten. Biochemie II: De student: kan de basisstructuur van aminozuren tekenen en kan de verschillende groepen van restgroepen beschrijven en een voorbeeld tekenen; herkent aminozuren aan de hand van structuurformules, kan de naam en de groep benoemen; kan verschillende ionvormen van aminozuren bij verschillende ph opschrijven; beschrijft definitie van pk en pi, kan de pi op basis van pk waardes berekenen; beschrijft de bindingen en interacties die leiden tot primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuur van eiwitten; herkent de secundaire basisstructuren; kan de verschillende posttranlationale modificaties en het effect op de eigenschappen en functie van eiwitten benoemen; kent de principes van protein targeting (signal sequences, signal patches, gated transport, transmembrane transport, vesicular transport); beschrijft de opbouw van verschillende structuureiwitten (bv. collagen, kerating,) en relateert deze aan de functie; beschrijft de opbouw van globulaire eiwitten (modules, domains); legt uit wat eiwitfamilies zijn en wat geconserveerde eiwit(sequenties) zijn, kan deze herkennen; beschrijft de functie en werkwijze van zuurstof bindende eiwitten (hemoglobin, myoglobin, F-hemoglobine, sickle Cesuur: Meerkeuze: 70% van het maximale aantal punten. Open vragen: 55% van het maximale aantal punten Toetsmatrijs: Biochemie II 50% Cel Biologie 50% 58

59 cell hemoglobine) en hoe deze gereguleerd worden (allostere regulatie, Bohr effect, cooperativiteit); kent de klassen van enzymen en kan op basis van een reactie aangeven welke klasse enzym deze katalyseert; kan de basisprincipes van een enzym gekatalyseerde reactie beschrijven (verlagen activeringsenergy, rol transition state); kan uitleggen wat Km, Kcat, v, en Vmax zijn en kan deze bepalen/ berekenen op basis van gegeven parameters zoals v, [E], [S]; kent de basisformules in de enzymkinetiek (Michelis- Menten-vergelijking, relatie kcat en vmax); kent de definitie van international enzyme Units en kan deze berekenen; kan van een Lineweather Burk plot Km en vmax aflezen; beschrijft de werkwijze van competetive, noncompetetive en uncompetetive inhibitoren en hun invloed op Km en vmax; kan op basis van een Michelis-Menten of Lineweather Burk plot met en zonder enzyminhibitor aangeven om welke klasse inhibitor het gaat. Code: BM5C-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 1 Cel Biologie: Competentie 1: Ontwerpen Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusief vereiste controles) Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Competentie 2: Experimenteren Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren Cel Biologie: De student heeft kennis van Cellen en organellen van plant en dier Extracellulaire matrix Celcyclus; celdeling en mitose Cytoskelet Intercellulair transport; eiwit sortering, vesicle transport, pathways. Membraanstructuur en transport over het membraan Celcommunicatie en signaaltransductie 1. ontwerpen: De student: legt strategieën en methoden uit die in de onderzoekscasus gebruikt worden; is in staat de onderzoeksvraag en/of hypothese uit te leggen; kent de moleculaire en biochemische principes van het project. 2. Experimenteren: De student: kan alle gebruikte materialen en methoden uitleggen en verklaren; Cesuur: Voor een voldoende (5,5) moet 55% van het maximale aantal punten behaald zijn. Toetsmatrijs: Verschillende onderdelen van de theorie, tutor en praktijk komen aan bod : ontwerpen: % experimenteren: 25-45% resultaten analyseren en labrekenen: 25-55% Veiligheid 1-5% 59

60 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5, Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.) Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. In de context van: De praktijk casus betreffende klonerenings-strategieën, eiwitexpressie en eiwitzuivering Celbiologie Moleculaire Biologie Biochemie Moleculaire en Biochemische technieken beargumenteert de controles die van belang zijn voor het project en de uitgevoerde praktijk; kan een kloneringsstrategie opzetten en uitwerken (inclusief. primer design, PCR, restrictie digesties, ligeren, gastheren, tags en vectoren); kan uitleggen welke primers, sequenties en/of constructen geschikt zijn /ontworpen kunnen worden op basis van DNA sequenties en motiveert welke controles hierbij nodig zijn; kan uitleggen hoe genen tot overexpressie gebracht worden om de gewenste producten te verkrijgen; kent de chemische eigenschappen van geproduceerde eiwitten en kan op basis hiervan methodes benoemen, beschrijven en uitleggen om deze eiwitten te isoleren, zuiveren, detecteren en kwantificeren. kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen in bacteriën, humane cellen en planten cellen als men werkt aan bovenstaande punten. 3. Resultaten analyseren: De student: kan verkregen resultaten en soort gelijke resultaten op een correcte manier interpreteren; trekt juiste conclusies uit verkregen en voorgedragen casus resultaten; kan berekeningen maken aan de hand van verkregen en voorgedragen casus resultaten. Theorie: De student: heeft kennis van de bio-informatica principes; heeft kennis van DNA technieken (moleculaire technieken); heeft kennis van Eiwit technieken (biochemische technieken). kan zijn verworven theoretische kennis van en praktische vaardigheden met betrekking tot celbiologie, moleculaire biologie en biochemie toepassen in een theoretische casus. 60

61 Titel OWE OWE BM6A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2) ECU BM6A1: professional skills-1 (level 2) Code BM6A Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Plan van aanpak (PvA) Literatuurverslag (V) Poster (Po) Coachingsopdracht (Co) 6. Studiepunten, studielast 10 stp 280 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1-4. Studenten die OWE BM6A1 volgen doen deze OWE in de context van de OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en micro-organismen 8. Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens 9. Algemene omschrijving Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid of MBO-diploma niveau 4 en OWE 3 en 4 zijn gevolgd. Deelnemers aan verkorte route voor MLOers of VWOers. Palet minor: Propedeuse Chemie, Bio-informatica Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Er geldt een aanwezigheidsplicht voor workshops en werkbespreking. Voor deelname aan de workshop solliciteren is het maken van de voorbereidende opdracht een vereiste. In deze OWE werk je aan beroepsproducten passend bij biologisch en medisch laboratorium onderzoek. De beroepsproducten in deze OWE zijn vooral gericht op literatuur analyse en het lezen van internationale wetenschappelijke literatuur. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren Kwaliteitsbeheer Rapporteren en presenteren Samenwerken Leiden/begeleiden Adviseren Sturen professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens BM6A1-PvA Plan van aanpak (PvA) BM6A1-V Literatuurverslag (V) BM6A1-Po Poster (Po) BM6A1-Co Coachingsopdracht (Co) BM6A1-LPO SCV St Solliciteren (St) BM6A1-IPV1 IPV periode 1 BM6A1-IPV2 IPV periode 2 61

62 BM6A1-FG1 Funct. gesprek 1 (FG1) Weging Eindcijfer: (PvA + V + Po) / 3 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden IPV, functioneringsgesprekken, workshops, en tentamen beroepsproducten moeten afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten 5,5 zijn. Frequentie (deel)- tentamens Periode 1 of 2, herkansing tijdens periode 2 of 3 Voor deelname aan de workshops en deeltentamens IPV is er één kans per studiejaar (OER art. 7.3) 13. Verplichte - literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen. 17. Activiteiten Zie werkvormen Ondersteunend vak werkbespreking Werkopdrachten leidend naar plan van aanpak, literatuurverslag en poster. Interpretatie van onderzoeksresultaten Het trekken van de juiste conclusies uit resultaten Beschrijven van resultaten Ondersteunend vak LPO SCV: solliciteren Workhop SCV Werkwijze: werkbespreking Workshop ten behoeve van het solliciteren naar een stageplek of een toekomstige baan Werkwijze: workshop Coaching 19. Les- / Contacturen Werkwijze: opdracht Geprogrammeerde contacttijd: 4 lesuren per week, 28 lesuren per periode, 56 lesuren per semester = 42 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 238 klokuren 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal: 280 klokuren Periode 1 en 2 (semester 1) n.v.t. 62

63 Toetsprogramma OWE BM6A1: beroepscompetenties-1 (niveau 2) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM6A1-PvA Naam: Plan van aanpak Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusief vereiste controles) Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. Competentie 10: Adviseren Adviseert over de aanschaf en het gebruik van materialen, apparatuur: Zie beoordelingsformulier plan van aanpak De student wordt met het beoordelingsformulier beoordeeld. 55% van de te behalen punten zijn nodig voor een voldoende (5,5). 63

64 Begrijpt wensen en praktische eisen Adviseert over aanschaf van reagentia op basis van productspecificaties en verkoopvoorwaarden. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Code: BM6A1-V Naam: Literatuurverslag Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en microorganismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Zie beoordelingsformulier literatuur verslag 55% van de te behalen punten zijn nodig voor een voldoende (5,5). Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Code: BM6A1-Po Naam: Poster Vorm: Groep Schriftelijk In de context van: OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en microorganismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) Competentie 1: Ontwerpen Vraagverhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Zie beoordelingsformulier Poster 55% van de te behalen punten zijn nodig voor een voldoende (5,5). 64

65 Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Code: BM6A1-IPV1 BM6A1-IPV2 Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 In de context van OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en microorganismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) Competentie 8: Samenwerken Houdt zich aan regels Heeft een duidelijk inbreng in de groep Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een voldaan. 65

66 Beoordeling: Voldaan/ niet voldaan Ondergrens: Voldaan Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief om actief conflicten op te lossen Is aware of the intercultural differences within the professional community. laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Code: BM6A1-Co Naam: Coaching opdracht Competentie 9: Leiden/ begeleiden Coaching Past zijn manier van begeleiden aan, aan het niveau en persoonlijkheid van zijn medestudent Weet anderen te motiveren. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) Toepassen coaching wordt beoordeeld met behulp van: - Beoordelingsformulier coaching, af te tekenen door SLBer. Alle criteria van het beoordelingsformulier coaching moeten minimaal beoordeeld zijn met een voldoende voor een voldoende beoordeling van de coaching opdracht. Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BM6A1-LPO-SCV-St Naam: LPO SCV Solliciteren Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Competentie 8: Samenwerken Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. Toont Hbo werkhouding Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Deelname aan workshop solliciteren wordt afgetekend. Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. Voor deelname aan de workshop solliciteren is het maken van de voorbereidende opdracht een vereiste. Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: 66

67 Voldaan Code: BM6A1-FG1 Naam: Funct.gespr.1 Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Toont Hbo werkhouding Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Zie onderstaand beoordelingsformulier Functioneringsgesprekken, niveau 2. Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 67

68 Beoordelingsformulier Plan van Aanpak (niveau 2) Naam:... Klas:. Datum:. Gerelateerd aan comp./ indicator Beoordelingscriterium Max aantal punten Aantal punten Inhoud (80 punten) Het abstract beschrijft alle relevante informatie van het plan , 1.2.5, De introductie beschrijft de achtergrond en de context van het te uit te voeren onderzoek Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn beschreven , 1.2.4, , De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes beschreven De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die 15 leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd , De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van 15 alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken , De benodigde materialen zijn overzichtelijk weergegeven. Ok / k.o Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel tijd aan de verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ Ok / k.o. het project in totaal duren , De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn beschreven. Ok / k.o. Opmaak/schrijfstijl (20 punten) De student hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en 10 wetenschappelijke stijl De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust van 5 samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen , Het rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APAnormen) De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, abstract, inleiding, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen, literatuurlijst (volgens APA-normen). Totaal aantal punten 100 Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback 15 Ok / k.o. Naam en handtekening beoordelaar 68

69 Beoordelingslijst Literatuurverslag Naam student:. Student nr: Klas:.... Onderwerp:.. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar. Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten Literatuur onderzoek(35 punten) Definiëren van achtergrondinformatie en aanvullende vragen (1.2.1., ) De student identificeert de relevante aspecten van het onderwerp dat in het review besproken wordt. De selectie van onderwerpen/aspecten die besproken worden is zeer relevant Punten: Selecteren van literatuur ( (1.2.2.)) De student selecteert natuurwetenschappelijk literatuur die relevant is voor het onderwerp. De student verzamelt een brede selectie aan relevante literatuur en kan deze in het verslag correct integreren. 69

70 Punten: Samenhang (1.3.5.) De onderwerpen die in het review besproken worden plaatst de student in een grotere context m.b.t onderzoek en maatschappelijke betekenis. De manier waarop de review verwijst naar de grotere context is zeer logisch en bondig. Punten: Analyse resultaten(25 punten) Wetenschappelijke discussie (3.3.5.) De discussie van de literatuur is wetenschappelijk correct. en de informatie uit verschillende bronnen is logisch gecombineerd Punten: Conclusies (3.3.3) De student concludeert over de stand van de kennis in het onderzoeksveld, mogelijke toekomstige vragen en geeft advies (indien van toepassing) en de conclusie is logisch gebaseerd op de algemene introductie van het onderwerp en op verschillende specifieke aspecten die in het verslag aan de orde gekomen zijn Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): spelling, zinsbouw en wetenschappelijke stijl: Het rapport bevat weinig maar structurele fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Het rapport bevat zeer weinig fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Rapporteren (30 puten) Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Structuur Het review begint met een algemene inleiding op het thema en de onderwerpen die besproken worden, gevolgd door een gestructureerde discussie van de specifieke onderwerpen. Het rapport eindigt met een algemene conclusie gebaseerd op de specifieke onderwerpen Er is een goed samenhangende en logische overgang tussen de verschillende delen van het rapport. Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Afbeeldingen en tabellen Afbeeldingen en/of tabellen worden gebruikt om de boodschap te visualiseren en te ondersteunen. Ze bevatten beschrijvingen die duidelijk zijn zonder de tekst te moeten lezen. Tekst en afbeeldingen dragen optimaal bij aan het vertellen van één verhaal. Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Samenvatting De samenvatting is een afspiegeling van de inhoud van het rapport. De samenvatting geeft bondig de inhoud van het rapport weer.. en wekt het interesse van de lezer om het hele rapport te lezen 70

71 Punten: Total aantal punten (max. 90 pt): Opmerkingen: Naam en handtekening HAN docent Datum. Indicatie cijfer: 0 49 punten: 5, punten: 5,6 6, punten: 6,6 7, punten: 7,6 8, punten: 8,

72 Beoordelingsformulier Poster (niveau 2) Naam:.. Klas: Datum:. Onderwerp: Gerelateerd aan competentie/indica tor Beoordelingscriteria Max aantal punten Aantal punten Opmerkingen: , , , Inhoud (max 50 pt) Voldoende en correcte achtergrond informatie is gegeven zodat de poster begrepen kan worden Een duidelijk doel / onderzoeksvraag is gegeven Er is een duidelijke theoretische samenhang en geeft blijk van integratie in een groter geheel Experimenten en technieken worden theoretisch onderbouwd en sluiten aan bij de opdracht Opmaak (max 24 punten) De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: goede pakkende titel en poster leesbaar op 2m 4 afstand duidelijke structuur, geen zoekplaatje! niet te veel tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal 4 voldoende informatieve figuren 4 rapport bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst 4 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl , , Cijfer (aantal punten / 10) Feedback Discussie (max 26 punten) De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen. Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag. De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner. 4 De student heeft de vragenlijst aan de achterkant van het beoordelingsformulier ingevuld Voldaan Niet voldaan Naam en paraaf beoordelaar: 72

75 Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam: Klas:. Datum:.. Gerelateerd aan comp. indicatoren n.v.t. Beoordelingscriteria Inhoud: Criteria voor onderzoekspresentatie De student geeft het doel van de presentatie aan. Niet voldaan voldaan De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct. Presentatie: Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe. De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe. Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie. Maakt oogcontact met het publiek. Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar. Discussie: 6.2.3, Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek , Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. Eindbeoordeling Alle criteria zijn voldaan Feedback Naam en handtekening beoordelaar 75

76 Beoordelingsformulier POP Eind Jaar 2 voor stage Naam student:. Klas: Datum: Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. niet voldaan voldaan Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening Slb-er (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 76

78 Beoordelingsformulier coaching In te vullen door SLB-er Naam coach: Klas:. Datum:. Goed Voldoende Onvoldoende Beschrijving van activiteiten en daarbij horende verantwoording besteedde uren. Student heeft minimaal 10 uur aan coaching besteed. Ingevulde evaluatieformulier(en) zijn aanwezig. Het coachingsverslag ziet er verzorgd uit. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach bereidde de bijeenkomst(en) goed voor. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan mijn niveau. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach was goed in staat mij te motiveren. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach luisterde goed naar mij. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach stelde vragen aan mij. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: De coach liet mij uitpraten. En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft twee tips en twee tops geformuleerd naar aanleiding van het coachingstraject. Feedback Eindoordeel N.v.t. N.v.t. Naam en paraaf SLB-er 78

79 Beoordelingsformulier coaching, niveau 2 (in te vullen door gecoachte) Naam student:. Klas: Datum:.. De coach bereidde de bijeenkomsten goed voor. De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan jouw niveau. De coach gaf constructieve feedback. Goed Voldoende Onvoldoende De coach was goed in staat om mij te motiveren. De coach daagde mij uit om te leren van mijn fouten. Met de coach kon ik goede afspraken maken. Eindoordeel Feedback Naam en paraaf SLB-er 79

80 Titel OWE OWE BM6A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) ECU BM6A2: professional skills-2 (level 2) Code BM6A Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Plan van aanpak (PvA) Onderzoeksverslag (V) Presentatie (Pr) Interviewverslag (Iv) 6. Studiepunten, studielast 10 stp 280 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE 1-4. Studenten die OWE BM6A2 volgen doen deze OWE in de context van de OWE s BM6B en BM6C, interacties tussen mens, plant en micro-organismen 8. Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens 9. Algemene omschrijving Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid of MBO-diploma niveau 4 en OWE 3, 4 en L2S1a/b zijn gevolgd. Deelnemers aan verkorte route voor MLO-ers of VWO-ers. Palet minor: Propedeuse Chemie, Bio-informatica Voor beoordeling van IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de werkbespreking. Voor beoordeling interviewverslag (Iv) is aanwezigheid bij de workshop interviewtechnieken verplicht. In deze OWE werk je onder andere aan beroepsproducten passend bij biologisch en medisch laboratorium onderzoek. De beroepsproducten in deze OWE zijn vooral gericht op resultaatanalyse en het lezen van internationale wetenschappelijke literatuur ten bate van een resultaat gestuurde discussie. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren Resultaat analyseren Rapporteren en presenteren Kwaliteitsbeheer Planmatig en projectmatig werken Adviseren Samenwerken Sturen van de professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens BM6A2-PvA Plan van aanpak (PvA) BM6A2-V Onderzoeksverslag (V) BM6A2-Pr Presentatie (Pr) BM6A2-IPV3 IPV periode 3 (IPV3) BM6A2-IPV4 IPV periode 4 (IPV4) BM6A2-It Interviewen (It) BM6A2-Et Ethiek (Et) BM6A2-FG2 Funct. Gesprek 2 (FG2) BM6A2-HBO HBO-competentiekaart Weging Eindcijfer: (PvA + V + Pr) / 3 80

81 Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)- tentamens - IPV, functioneringsgesprekken, beroepsproducten en HBO-competentiekaart moeten afgevinkt zijn met voldaan en cijfers toetsen/beroepsproducten moeten 5,5 zijn. Periode 3 of 4, herkansing tijdens of eind periode 4 Voor deelname aan de workshops en deeltentamens en IPV is er één kans per studiejaar (OER art. 7.3) 13. Verplichte - literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen. 17. Activiteiten Zie werkvormen Ondersteunend vak werkbespreking Werkopdrachten leidend naar plan van aanpak, onderzoeksverslag en presentatie. Beschrijven van resultaten Interpretatie van onderzoeksresultaten Het trekken van de juiste conclusies uit resultaten Ondersteunend vak Interviewtechnieken Ondersteunend vak Werkwijze: workshop Interviewtechnieken Werkwijze: workshop Ethiek \19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Ethiek Werkwijze: hoor-/werkcollege Geprogrammeerde contacttijd: 4 lesuren per week, 28 lesuren per periode, 56 lesuren per semester = 42 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 258 klokuren Totaal: 238 klokuren Periode 3 en 4 (semester 2) n.v.t. 81

82 Toetsprogramma OWE BM6A2: beroepscompetenties-2 (niveau 2) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM6A2-PvA Naam: Plan van aanpak Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusief vereiste controles) Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Tekst Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. Competentie 10: Adviseren Adviseert over de aanschaf en het gebruik van materialen, apparatuur: Begrijpt wensen en praktische eisen. Zie beoordelingsformulier plan van aanpak De student wordt met het beoordelingsformulier beoordeeld. Cesuur: 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 82

83 Adviseert over aanschaf van reagentia op basis van productspecificaties en verkoopvoorwaarden. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Code: BM6A2-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en microorganismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 2: Experimenteren Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.) Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; maakt gebruik van data analyse (indien van toepassing) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Discussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. Zie beoordelingsformulier onderzoeksverslag Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 1: Inleiding legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit; plaatst dit in de overkoepelende context; beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek; legt de strategie om het doel te bereiken uit; de gekozen methodiek wordt kort benoemd en verantwoord. 2: Materiaal en Methodes beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen;* de beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles. 3: Resultaten begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment; beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is; * verbindt en verheldert de resultaten in de tekst; ruwe data is afwezig, alleen geanalyseerde data in overzichtelijke figuren en tabellen (met bijbehorende legenda). 4: Discussie interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid; bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten; vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. 5:Conclusie Cesuur: 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 83

84 In de context van: OWE s BM6B en BM6c, interacties tussen mens, plant en microorganismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen; maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 6:Schrijfvaardigheden hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl (SI eenheden, symbolen, nomenclatuur worden correct toegepast). 7:Opbouw de opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen;* rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). Code: BM6A2-Pr Naam: Presentatie Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Vraag verhelderen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles) Understands and applies intermediate English literature relevant to the given context. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling OWE s BM6B en BM6C, interacties tussen mens, plant en micro-organismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) Zie beoordelingsformulier presentatie Inhoud beschrijft het doel van de opdracht en het doel komt overeen met de opdracht; leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context; presenteert informatie over volgende onderwerpen op inhoudelijk correcte wijze; principe van een immunologische methode is uitgelegd; voordelen en nadelen van de methode worden besproken; een toepassing van de techniek worden besproken. De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. Presentatie er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart); maakt overzichtelijke en duidelijke dia's; past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in de gehele presentatie betekenen onvoldoende); Cesuur: 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. 84

85 Is aware of internationally accepted codes of scientific conduct. In de context van: OWE s BM6B en BM6C, interacties tussen mens, plant en microorganismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) beschrijft gegevens zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint zinvol (b.v. animaties); spreekt op professionele en overtuigende wijze; de dia's ondersteunen de verbale boodschap. Discussie gaat inhoudelijke discussie met het publiek aan; laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner; onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten. Code: BM6A2-IPV3 BM6A2-IPV4 Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/ niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie 8: Samenwerken Houdt zich aan regels Heeft een duidelijk inbreng in de groep Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief om actief conflicten op te lossen Is aware of the intercultural differences within the professional community In de context van: BM6A2-Pr: OWE s BM6B en BM6C, interacties tussen mens, plant en micro-organismen (voor de studenten die OWE BM6B en BM6C volgen) De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten en sluit aan bij de gesprekspartner; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een voldaan. Code: BM6A2-It Naam: Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) Deelname aan de workshop LPO SCV interviewtechnieken is verplicht. Zie onderstaand beoordelingsformulier Zie onderstaand beoordelingsformulier. 85

86 LPO SCV Interviewen Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BM6A2 Et Naam: Ethiek Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling - hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; - brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; - is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen. Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Neemt initiatief voor gesprek Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11. Sturen professionele ontwikkeling Is zich bewust van de internationale afspraken voor het uitvoeren van fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek Forms an educated opinion towards the ethical aspects of the profession. Deelname lessen ethiek is verplicht. Deelname aan de lessen en inleveren van de opdracht is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Code: BM6A2-HBO Naam: HBO-competentiekaart Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Competentie 6: Rapporteren en presenteren Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2. Presentatie Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken / communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 9: Leiden/ begeleiden Vergaderen Zie onderstaand beoordelingsformulier Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan. 86

87 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden. Ondergrens: Voldaan Code: BM6A2-FG2 Naam: Funct.gesprek 2 Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Toont Hbo werkhouding Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student. Zie onderstaand beoordelingsformulier Functioneringsgesprekken, niveau 2. Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende. Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan 87

88 Beoordelingsformulier Plan van Aanpak (niveau 2) Naam:... Klas:. Datum:. Gerelateerd aan comp./ indicator Beoordelingscriterium Max aantal punten Aantal punten Inhoud (80 punten) Het abstract beschrijft alle relevante informatie van het plan , 1.2.5, De introductie beschrijft de achtergrond en de context van het te uit te voeren onderzoek Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn beschreven , 1.2.4, , De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes beschreven De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die 15 leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd , De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van 15 alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken , De benodigde materialen zijn overzichtelijk weergegeven. Ok /k.o Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel tijd aan de verschillende Ok /k.o. experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ het project in totaal duren , De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn Ok /k.o. beschreven. Opmaak/schrijfstijl (20 punten) De student hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en 10 wetenschappelijke stijl De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust van 5 samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen , Het rapport omvat een literatuurlijst. 5 In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APAnormen) De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, abstract, inleiding, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen, literatuurlijst (volgens APA-normen). Ok /k.o. Totaal aantal punten 100 Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback 15 Naam en handtekening beoordelaar 88

89 Beoordelingsformulier Presentatie Jaar 2 voor cijferbeoordeling Naam:.. Gerelateerd aan competentieindicatoren Beoordelingscriteria Inhoud (totaal aantal punten: 60) Klas:.. Datum:.. Max. aantal punten Gescoord aantal punten Criteria voor onderzoekspresentatie Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze: 1.2.3, overkoepelende context 10 - doel 2.2.1, strategie en experimentele uitvoering (inclusieve controles) , , , , , resultaten - conclusie - discussie in vergelijking met verwachtingen en/of literatuurwaardes. - discussie van experimentele problemen - verbetervoorstellen Criteria voor literatuurpresentatie Leidt de presentatie in vanuit de overkoepelende context Presenteert informatie over het onderwerp op inhoudelijk correcte wijze , De informatie is zelfstandig verworven uit verschillende wetenschappelijk betrouwbare bronnen. De bronnen zijn volgens richtlijnen vermeld. Presentatie (totaal aantal punten: 20) Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) Maakt overzichtelijke en duidelijke dia s Spreekt op professionele en overtuigende wijze De dia s ondersteunen de verbale boodschap. Discussie (totaal aantal punten: 20) Voert een vakinhoudelijke discussie 8.1.4, Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) 10 Feedback Naam en handtekening beoordelaar Beoordelingsformulier voor het onderzoeksverslag Chemie, Biologie en Medisch laboratorium onderzoek (B&M) en Bio-informatica. 89

90 Naam: Studentnummer: Klas: Datum:... Vormgeving en taalgebruik Vormgeving De indeling, samenvatting, figuren en tabellen en literatuurlijst zijn vormgegeven volgens de richtlijnen. Competentie indicator Taalgebruik Competentie indicator Samenvatting Onvoldoende = niet aangetoond voldoende Er zijn nauwelijks taal/spelfouten. Ruim voldoende - bovengemiddeld niveau Het voorgaande plus: het taalgebruik is correct, eenduidig en sluit aan bij de doelgroep (lezers). Excellent Het voorgaande plus: het verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier Onvoldoende = niet aangetoond Inhoud voldoende De samenvatting bevat de volgende onderdelen: context doel aanpak resultaten conclusie. Voldoende - bovengemiddeld niveau Het voorgaande plus: De samenvatting kan als een zelfstandig geheel gelezen worden. Excellent V / NV Aantal punten Aantal punten Inleiding De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de aanpak en hypothese komt niet duidelijk naar voren. De onderzoeksvraag en hypothese worden ingeleid. De inleiding geeft voldoende voorkennis om de resultaten naderhand te begrijpen. Het voorgaande plus: de inleiding blinkt uit in helderheid en structuur Materialen en Methoden Beschrijft de gebruikte methode/materiale n zodanig dat de experimenten door een ander herhaald kunnen worden. Het voorgaande plus: beschrijft de gebruikte methode/materiale n zodanig dat alleen onderscheidende en essentiële informatie is gegeven

91 Resultaten Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. Figuren en tabellen zijn vrijwel altijd compleet. Het voorgaande plus: alle relevante resultaten om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn in de tekst beschreven. Bijschriften bij figuren en tabellen zijn helder. Het voorgaande plus: de tekst is een goed lopend verhaal. De figuren en tabellen zijn zelfverklarend De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd. Het voorgaande plus: de beschrijving is volledig en correct. Het voorgaande plus: de beschrijving geeft blijk van inzicht in het resultaat. Discussie De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gebruikte methode en de resultaten worden benoemd. Problemen in de uitvoering van de experimenten worden benoemd en verbetervoorstellen worden gemaakt. De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gebruikte methode en de resultaten worden bediscussieerd. Problemen in de uitvoering van de experimenten worden bediscussieerd en passende verbetervoorstellen worden gemaakt Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data? Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de onderzoeksvraag wel of niet kan worden beantwoord met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Al het voorgaande en plaatst de resultaten in de bredere context van het onderzoek. De discussie is een goed lopend verhaal Maakt voorstellen voor vervolgonderzoek anders dan herhaling van eigen experimenten. Er worden concrete en bij de onderzoeksvraag aansluitende aanbevelingen voor vervolgonderzoek beschreven. Er worden aanbevelingen voor vervolg onderzoek beschreven buiten de kaders van het eigen onderzoek en dit is onderbouwd met de literatuur. 91

92 Conclusie Literatuur Totaal aantal punten Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag op basis van de argumenten beschreven in de discussie Er worden literatuurbronnen gebruikt. Dit is een mix van internetbronnen, boeken en wetenschappelijke artikelen. Gebruikt hoofdzakelijk wetenschappelijke artikelen. Alle theorie en beweringen worden ondersteund door literatuurbronnen. Gebruikt hoofdzakelijk wetenschappelijke artikelen Cijfer (totaal aantal punten / 10) Opmerkingen / feedback Datum Naam en handtekening docent 92

93 Beoordelingsformulier Interviewverslag Naam:... Klas:... Datum:. Naam:... Naam:... Evaluatie criteria Max aantal punten Gescoord aantal punten Randvoorwaarden Het verslag is ingeleverd voor de (tijdens de les) gestelde deadline Een lopend verslag, geen vraag antwoord. Het verslag (exclusief het reflectiedeel) telt woorden De reflectie telt woorden per persoon Content Inleiding (doel interview, wie is geïnterviewd door wie en een, reden om de interviewer te ondervragen staat vermeld, overzicht van de thema's uit het verslag). De student kan zijn tekst afstemmen op het publiek (los zakelijke toon, actief taalgebruik, zonder teveel jargon) Inhoudelijke beoordeling van de thema's. De tekst is ingedeeld in thema s, die voorzien zijn van een titelkopje. Reflectie bestaat uit tenminste 3 nieuwe en relevante ervaringen, inzichten, meningen of beslissingen Iedere individuele auteur licht deze nieuwe ervaringen, inzichten, meningen of beslissingen concreet toe Afsluiting met daarin van iedere student een persoonlijke conclusie (wat heeft dit interview mij opgeleverd voor de verdere keuzes in mijn (studie)loopbaan en wat vond ik van het werk van deze laborant/onderzoeker en deze organisatie wat spreekt mij aan en wat niet). Stijl Correct gebruik van spelling, grammatica en interpunctie, per 1000 <3 fouten. De zinnen zijn correct geformuleerd (congruent, geen spreektaal, begrijpelijk en concreet, actief geschreven met de juiste lengte) V / NV Knock out V / NV Knock out V / NV Knock out Indeling in paragrafen en alinea's V / NV V / NV V / NV Totaal aantal punten 100 Eindbeoordeling: (totaal aantal punten / 10) 10 Feedback Naam en paraaf beoordelaar 93

94 Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 2 Naam:.... Klas:.Datum: Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden: Agenda: Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld. niet voldaan Voldaan De agenda is volgens afspraken op tijd verspreid. De agenda omvat de gewenste bespreekpunten en is overzichtelijk. Voorzitterschap: De student leidt de agenda in en bewaakt de agenda. De student geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te houden. De student vat belangrijke punten regelmatig samen. Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt en laat deelnemers standpunten inbrengen. De student stimuleert dat iedereen naar elkaars standpunten luistert. Zorgt dat er besluiten worden genomen en afspraken genotuleerd worden. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening tutor 94

96 Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam: Klas:. Datum:.. Gerelateerd aan comp. indicatoren n.v.t. Beoordelingscriteria Inhoud: Criteria voor onderzoekspresentatie De student geeft het doel van de presentatie aan. Niet voldaan voldaan De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct. Presentatie: Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe. De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe. Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie. Maakt oogcontact met het publiek. Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar. Discussie: 6.2.3, Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek , Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. Eindbeoordeling Alle criteria zijn voldaan Feedback Naam en handtekening beoordelaar 96

99 Titel OWE OWE BM6B: Interacties tussen mens, plant, en micro-organisme (praktijk) ECU BM6B: Interactions between human, plant, and micro-organism (practical) Code BM6B Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Labjournaals Producten 6. Studiepunten, studielast 10 stp 280 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens OWE BM6B is onderdeel van het thema interacties tussen men, plant en microorganisme waartoe ook de OWE-en BM6A en BM6C behoren. Kennis en competenties geoefend binnen het thema (in OWE BM6A, BM6B en BM6C) kunnen worden getoetst in deze OWE. OWE 3 (BM3) en OWE 4 (BM4) zijn gevolgd, of MLO-diploma, of deelnemer aan de verkorte voor VWO ers of MLO ers. Palet minor: Propedeuse Chemie, Bio-informatica 9. Algemene omschrijving Voor deelname aan deeltentamen P1 en P2 beoordeling geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Deelname aan de Praktijklessen is alleen toegestaan indien het deeltentamen veiligheid is behaald. Bij instromers in hoofdfase geldt dat ze veiligheid in het eerste jaar van inschrijving dienen te behalen. Centraal in dit thema staat de verscheidenheid aan interacties die plaats vinden tussen mens, plant en micro-organisme. Het gevolg van deze interacties kan zowel een gunstig als ongunstig effect hebben op één of meerdere organismen. Om deze verschillende interacties goed te kunnen begrijpen wordt in dit thema de plantenbiologie, humane biologie, microbiologie en immunologie behandeld. Onder andere infectieziekten en antibiotica-resistentie, het aangeboren en verworven immuunsysteem en de plantrespons op interne en externe signalen zijn onderwerpen die aan bod komen. In periode 1 (eerste deel semester) staan de plantenbiologie en de microbiologie centraal. In periode 2 (tweede deel semester) staan de celkweek, immunologie en de histologie centraal. Beide perioden worden afgesloten met een onderzoek waarin onder andere de rol van curcumine, een actieve plantenstof van de kurkumaplant Curcuma longa, wordt bestudeerd in de context van de plantenbiologie, de microbiologie, de celkweek/immunologie of de histologie. De focus ligt op Ontdekken uit de Biodiscovery-keten. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren resultaten Analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken 99

100 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren 12. Tentaminering Deeltentamens BM6-P1 Praktijk 1 (P1) BM6-P2 Praktijk 2 (P2) Weging Eindcijfer: (P1+P2)/2 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden Cijfers van P1 en P2 moeten 5.5 zijn tentamen Frequentie (deel)- tentamens Periode 2 of periode 4 Voor deelname aan het deeltentamen P1 en P2, is er maar 1 kans per studiejaar. (OER art. 7.3) 13. Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen Zie #OnderwijsOnline literatuur 15. Software Zie #OnderwijsOnline 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen Ondersteunend vak Praktijk plantenbiologie Cel- en weefselkweek van planten Plantenfysiologie Biobased economy Fytopathologie Ondersteunend vak Praktijk microbiologie Ondersteunend vak Praktijk histologie Ondersteunend vak Praktijk celkweek/immunologie Ondersteunend vak Theorie van de praktijk Werkwijze: practicum en werkbespreking Algemene microbiologische technieken Diagnostisch onderzoek naar pathogene microorganismen Onderzoek naar antimicrobiële activiteit Onderzoek naar antimicrobiële resistentie Werkwijze: practicum en werkbespreking Weefselbewerking, fixatie, antigeniciteit Paraffine- en vriescoupes Histologische kleuringen Microscopie Werkwijze: practicum en werkbespreking Dierlijke celkweek, suspensie en hechtende cellen Flow cytometrie ELISA Functionele immunologische testen Werkwijze: practicum en werkbespreking Cel- en weefselkweek van planten Plantenfysiologie Biobased economy Fytopathologie Algemene microbiologische technieken Diagnostisch onderzoek naar pathogene microorganismen 100

101 Onderzoek naar antimicrobiële activiteit Onderzoek naar antimicrobiële resistentie Weefselbewerking, fixatie, antigeniciteit Paraffine- en vriescoupes Histologische kleuringen Microscopie Dierlijke celkweek, suspensie en hechtende cellen Flow cytometrie ELISA Functionele immunologische testen 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Werkwijze: hoor/werkcollege Geprogrammeerde contacttijd: 10 praktijkuren, 2 lesuren theorie van de praktijk = 84 lesuren per periode = 168 lesuren per semester = 126 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 154 klokuren Totaal: 280 klokuren Periode 1 en 2 (semester 1) Periode 3 en 4 (semester 2) n.v.t 101

102 Toetsprogramma BM6B: Interacties tussen mens, plant en micro-organisme (praktijk) BM6B Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Code: BM6B-P1 Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5.5 Competentie 1: ontwerpen Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Competentie 2: experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. Cesuur Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. De praktijk planten en praktijk microbiologie worden afzonderlijk beoordeeld. Voor beide praktijkbeoordelingen geldt 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. De cijfers van praktijk planten en van praktijk microbiologie moeten 5.5 zijn P1 = (praktijk planten + praktijk microbiologie)/2 Deelname aan de Praktijklessen is alleen toegestaan indien het deeltentamen veiligheid is behaald. Bij instromers in hoofdfase geldt dat ze veiligheid in het eerste jaar van inschrijving dienen te behalen. 102

103 Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden. Code: BM6B-P2 Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: In de context van: - Cel- en weefselkweek van planten - Plantenfysiologie - Biobased economy - Fytopathologie - Algemene microbiologische technieken - Diagnostisch onderzoek naar pathogene micro-organismen - Onderzoek naar antimicrobiële activiteit - Onderzoek naar antimicrobiële resistentie Competentie 1: ontwerpen Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Competentie 2: experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk niveau II. De praktijk celkweek/immuno en praktijk histologie worden afzonderlijk beoordeeld. Voor beide praktijkbeoordelingen geldt 55% van de punten zijn nodig voor een voldoende. De cijfers van praktijk celkweek/immuno en van praktijk histologie moeten 5.5 zijn P2 = (praktijk celkweek/immuno + praktijk histologie)/2 103

104 Cijfer Ondergrens: Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten IJkt (calibreert?) bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2): Deelname aan de Praktijklessen is alleen toegestaan indien het deeltentamen veiligheid is behaald. Bij instromers in hoofdfase geldt dat ze veiligheid in het eerste jaar van inschrijving dienen te behalen. 104

105 Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden. In de context van: - Weefselbewerking, fixatie, antigeniciteit - Paraffine- en vriescoupes - Histologische kleuringen - Microscopie - Dierlijke celkweek, suspensie en hechtende cellen - Flow cytometrie - ELISA - Functionele immunologische testen 105

106 Beoordelingsformulier Praktijk niveau 2 Naam student:. Klas:.. Datum:.. Gerelateerd aan competenties/ indicatoren , , , , , Beoordelingscriterium Voorbereiding De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheidsen milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles Voorbereiding/Labwerk De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) , 2.2.3, ; , , , , , Labwerk De student: voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo-metingen met elkaar overeen komen (i.v.t.); kan te alle tijden verantwoorden welke stap van de methode hij/zij uitvoert; doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) en houdt wijzigingen van de geplande werkzaamheden in zijn labjournaal bij. Labwerk De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Labwerk De student werkt volgens de veiligheidsen milieuregels, en laat werkplekken en gebruikte apparatuur opgeruimd en schoon achter; signaleert als reagentia bijna op zijn , Labwerk/labjournaal De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op correct wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Onvoldoende Afhankelijk aantal criteria dat men mist Niet voldaan Voldoet niet aan minstens één criterium: Loopt vaak uit Niet voldaan Niet voldaan Voldoende Goed Uitmuntend Aantal punten Voldoet aan alle criteria Voldoet aan alle criteria Loopt soms uit De meeste voorberekeningen en antwoorden / voorstellen zijn correct Voldaan - experimentel e resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtinge n Loopt nooit uit Voldaan Voldaan Alle voorberekeningen en antwoorden/ voorstellen zijn correct experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen Is buitengewoon efficiënt

107 Gerelateerd aan competenties/ indicatoren , , , 3.2.3, , , Beoordelingscriterium Labjournaal/meetrapport De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit , Labjournaal/meetrapport Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving, resultaten en conclusie kunnen begrijpen. Totaal aantal punten Onvoldoe nde Voldoet niet Voldoend e De resultaten -analyse, conclusie en foutendis cussie bevatten fouten Goed Uitmuntend Aantal punten De resultaten -analyse, conclusie en foutendisc ussie zijn juist De resultaten-analyse, conclusie en foutendiscussie zijn juist en buitengewoon helder Feedback Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Naam en paraaf beoordelaar 107

108 Titel OWE OWE BM6C: Interacties tussen mens, plant en micro-organisme (theorie) ECU BM6C: Interactions between human, plant, and micro-organism (theory) Code BM6C Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) - Producten 6. Studiepunten, studielast 10 stp 280 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit OWE Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens 9. Algemene omschrijving OWE BM6C is onderdeel van het thema interacties tussen men, plant en microorganisme waartoe ook de OWE-en BM6A en BM6B behoren. Kennis en competenties geoefend binnen het thema (in OWE BM6A, BM6B en BM6C) kunnen worden getoetst in deze OWE. OWE 3 (BM3) en OWE 4 (BM4) zijn gevolgd, of MLO-diploma, of deelnemer aan de verkorte route voor VWO-ers en MLOers. Palet minor: Propedeuse Chemie, Bio-informatica Centraal in dit thema staat de verscheidenheid aan interacties die plaats vinden tussen mens, plant en micro-organisme. Het gevolg van deze interacties kan zowel een gunstig als ongunstig effect hebben op één of meerdere organismen. Om deze verschillende interacties goed te kunnen begrijpen wordt in dit thema de plantenbiologie, humane biologie, microbiologie en immunologie behandeld. Onder andere infectieziekten en antibiotica-resistentie, het aangeboren en verworven immuunsysteem en de plantrespons op interne en externe signalen zijn onderwerpen die aan bod komen. In periode 1 (eerste deel semester) staan de plantenbiologie en de microbiologie centraal. In periode 2 (tweede deel semester) staan de immunologie en de humane biologie centraal. De focus ligt op Ontdekken uit de Biodiscoveryketen. Uiteindelijk wordt de opgedane kennis tijdens dit thema (zowel praktijk als theorie) als een geïntegreerd geheel getoetst. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren 12. Tentaminering Deeltentamens BM6C-T Thematoets (T) BM6C-K1 Kennistoets 1 (K1) BM6C-K2 Kennistoets 2 (K2) Weging Eindcijfer: (K1 + K2 + T)/3 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden Cijfers van K1, K2 en T moeten 5.5 zijn tentamen 108

109 Frequentie (deel)- tentamens K1: Blok 1, herkansing tijdens blok 2, blok 3, herkansing tijdens blok 4. K2, T: Blok 2, herkansing blok 3, blok 4, herkansing blok Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen Ondersteunend vak Immunologie I Fysieke barrières, aangeboren en verworven immuunsysteem Cellen en organen van het immuunsysteem Aangeboren immuunsysteem: complement systeem, NK cellen en fagocytose Antilichamen Verworven immuunsysteem: antigeen presentatie en B en T cel activatie Ondersteunend vak Immunologie II Ondersteunend vak Humane Biologie 1: weefsels Ondersteunend vak Humane Biologie 2: organen en orgaansystemen Ondersteunend vak Cytologie Ondersteunend vak Microbiologie Werkwijze: hoor/werkcollege en tutor Immuniteit tegen bacteriën Immuniteit tegen virussen B en T cel ontwikkeling Tolerantie Transplantatie Immunologische technieken: ELISA, flowcytometrie, immuunhistochemie, immuunfluorescentie, cel isolatie en functionele assays Werkwijze: hoor/werkcollege en tutor Macroscopische en microscopische bouw van cellen en weefsels Basisweefsels (epitheel, bind, spier, zenuw) Werkwijze: hoor/werkcollege en tutor Macroscopische en microscopische bouw van cellen en weefsels Organen en orgaansystemen Werkwijze: hoor/werkcollege en tutor Analyse van cytologische preparaten Werkwijze: hoor/werkcollege Morfologie en structuur van micro-organismen De wisselwerking tussen micro-organismen en andere organismen, Besmetten, infecteren en verspreiden (pathogenese). Infecterende micro-organismen Infectieziekten Antimicrobiële middelen ter bestrijding van infecties Gevoeligheidsbepalingen in het laboratorium 109

110 Resistentie tegen antimicrobiële middelen Ondersteunend vak Plantenbiologie Ondersteunend vak Data-analyse Werkwijze: hoor/werkcollege en tutor Plantenweefselkweek Plantstructuren Voeding en transport Bodem en nutriënten Reproductie Biotechnologie en biobased economy Reactie op interne en externe signalen Werkwijze: hoor/werkcollege en tutor Beschrijven en ordenen van meetgegevens Statistische technieken nodig bij de analyse van de praktijkresultaten 19. Les- / Contacturen Werkwijze: werkcollege Geprogrammeerde contacttijd: 9 theorie/tutor/workshop-lesuren per week, 63 lesuren per periode = 126 lesuren per semester = 94,5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 185,5 klokuren 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal: 280 klokuren Periode 1 en periode 2 (semester 1) Periode 3 en periode 4 (semester 2) n.v.t. 110

111 Toetsprogramma OWE BM6C: Interacties tussen mens, plant en micro-organismen (theorie) BM6C Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM6C-K1 Naam: Kennistoets 1 Vorm: Schriftelijk Individueel Meerkeuze en/of open vragen Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Plantenbiologie Microbiologie Plantenbiologie De student: - kan verschillende structuren (o.a. organen, weefsels, cellen) van een plant herkennen en benoemen; - kan de functies van de verschillende structuren in planten benoemen; - kan een plant zien als onderdeel van de biobased economy; - kan een plant zien als onderdeel van de biotechnologie; - kan de opname en transport van voedingsstoffen (o.a. mineralen, water, en suikers) in planten en de respons hierop benoemen; - kan de relatie tussen bodem- en plant nutriënten benoemen; - kan de reproductie (o.a. levenscycli, bloeiwijzen) in planten benoemen; - kan de relaties tussen interne en externe signalen en de ontwikkeling van planten benoemen. Microbiologie De student: - kan de verschillende onderdelen en de bijbehorende functies van micro-organismen herkennen, benoemen en uitleggen; - kan diverse kleuringen van micro-organismen uitleggen, en de resultaten verklaren en herkennen; - Heeft kennis en inzicht van de principes en mechanismen van (biochemische) diagnostische testen gebruikt ter determinatie van bacteriën; - Heeft kennis en inzicht van de principes en mechanismen van de verschillende (electieve en selectieve) kweekmedia; - heeft kennis van de microbiële diversiteit; - kan verschillende microbiële symbioses benoemen en uitleggen; - heeft kennis van en inzicht in humane microbiota / microbioom; - kan uitleggen hoe het proces van besmetten en infecteren (pathogenese) verloopt; - kan verschillende infecterende micro-organismen herkennen en benoemen; - kan verschillende soorten infecties noemen; - kan verspreiding van infectieziekten (epidemiologie) uitleggen; Cesuur: Meerkeuze: 70% van het maximale aantal punten. Open vragen: 55% van het maximale aantal punten Toetsmatrijs: Plantenbiologie 30-35% Microbiologie 30-35% Immunologie I 30-35% 111

112 - kan de werkingsmechanismen waarop antimicrobiële middelen op het micro-organisme ingrijpen uitleggen; - kent methoden ter bepaling van de gevoeligheid van bacteriën; - kent de ongevoeligheidmechanismen van bacteriën tegen antimicrobiële middelen, waaronder resistentieontwikkeling; - heeft kennis van de antibiotica-resistentieproblematiek; - heeft kennis en inzicht van de theorie van de praktijk microbiologie. Immunologie I Immunologie I De student: - heeft kennis en inzicht in de cellen en componenten van het immuunsysteem en hun functie, fysieke barrières, aangeboren immuunsysteem, verworven immuunsysteem; - heeft kennis en inzicht in fagocyten (neutrofielen en macrofagen, fagocytose, mechanismen van doden), opsonisatie; - heeft kennis en inzicht in NK cellen; - heeft kennis en inzicht in het complementsysteem; - heeft kennis en inzicht in de bouw en functie van antilichamen: bouw en functie, V(D)J recombinatie; - heeft kennis en inzicht in antigeenpresentatie, MHC moleculen; - heeft kennis en inzicht in de activatie van T cellen, wanneer en hoe worden de cellen geactiveerd, welke cytokinen zijn betrokken en wat is de functie van de verschillende T cellen. Code: BM6C-K2 Naam: Kennistoets 2 Vorm: Schriftelijk Individueel Meerkeuze en/of open vragen Weging: Plantenbiologie Algemeen De student: - heeft kennis van veiligheid; - heeft kennis van labrekenen. Plantenbiologie De student: - kan verschillende structuren van een plant herkennen en benoemen; - kan de functies van de verschillende structuren in planten benoemen; - kan een plant zien als onderdeel van de biobased economy; - kan een plant zien als onderdeel van de biotechnologie; - kan de opname en transport van voedingsstoffen in planten benoemen; - kan de relatie tussen bodem- en plant nutriënten benoemen; - kan de reproductie (o.a. levenscycli, bloeiwijzen) in planten benoemen; Cesuur: Meerkeuze: 70% van het maximale aantal punten. Open vragen: 55% van het maximale aantal punten Toetsmatrijs: Microbiologie 4-6% Plantenbiologie 4-6% Immunologie I 4-6% Humane biologie/cytologie 55-60%% Immunologie II 25-30% 112

113 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5 Microbiologie Immunologie I - kan de relaties tussen interne en externe signalen en de ontwikkeling van planten benoemen. Microbiologie De student: - kan de verschillende onderdelen en de bijbehorende functies van micro-organismen herkennen, benoemen en uitleggen; - kan diverse kleuringen van micro-organismen uitleggen, en de resultaten verklaren en herkennen; - heeft kennis en inzicht van de principes en mechanismen van de (biochemische) diagnostische testen gebruikt ter determinatie van bacteriën; - heeft kennis en inzicht van de principes en mechanismen van de verschillende (electieve en selectieve) kweekmedia; - heeft kennis van de microbiële diversiteit; - kan verschillende microbiële symbioses benoemen en uitleggen; - kan uitleggen hoe het proces van besmetten en infecteren (pathogenese) verloopt; - kan verschillende infecterende micro-organismen herkennen en benoemen; - kan verschillende soorten infecties noemen; - kan verspreiding van infectieziekten (epidemiologie) uitleggen; - kan de werkingsmechanismen waarop antimicrobiële middelen op het micro-organisme ingrijpen uitleggen; - kent methoden ter bepaling van de gevoeligheid van bacteriën; - kent de ongevoeligheidmechanismen van bacteriën tegen antimicrobiële middelen, waaronder resistentieontwikkeling; - heeft kennis van de antibiotica-resistentieproblematiek; - heeft kennis en inzicht van de theorie van de praktijk microbiologie. Immunologie I De student: - heeft kennis en inzicht in de cellen en componenten van het immuunsysteem en hun functie, fysieke barrières, aangeboren immuunsysteem, verworven immuunsysteem; - heeft kennis en inzicht in fagocyten (neutrofielen en macrofagen, fagocytose, mechanismen van doden), opsonisatie; - heeft kennis en inzicht in NK cellen; - heeft kennis en inzicht in het complementsysteem; 113

114 - heeft kennis en inzicht in de bouw en functie van antilichamen: bouw en functie, V(D)J recombinatie; - heeft kennis en inzicht in antigeenpresentatie, MHC moleculen; - heeft kennis en inzicht in de activatie van T cellen, wanneer en hoe worden de cellen geactiveerd, welke cytokinen zijn betrokken en wat is de functie van de verschillende T cellen. Humane biologie Cytologie Immunologie II Humane biologie: De student - heeft kennis van en inzicht in de bouw en functie van cellen en organellen; - heeft kennis van en inzicht in de vier basisweefsels (epitheel, bind, spier, zenuw); - heeft kennis van en inzicht in organen en orgaansystemen; - heeft kennis van en inzicht in weefselbewerking, fixatie, antigeniciteit; - heeft kennis van en inzicht in paraffine- en vriescoupes; - heeft kennis van en inzicht in histologische kleuringen; - heeft kennis van en inzicht in microscopie; - heeft kennis van en inzicht in theorie van de praktijk histologie. Cytologie: De student - heeft kennis van en inzicht in de morfologie van cellen; - heeft kennis van en inzicht in cytologische preparaten van epitheel van de long en de cervix; - heeft kennis van en inzicht in cytologische kleuringen Immunologie II De student: - heeft kennis en inzicht in hoe het immuunsysteem een bacteriële en virale infectie opruimt; - heeft kennis en inzicht in de wisselwerking antigeen en antistof in vitro (fixatie/morfologie/antigeniciteit); - heeft kennis en inzicht in de vorming en het gebruik van monoklonale en polyklonale antilichamen; - heeft kennis en inzicht in immunologische technieken: ELISA, flowcytometrie, immuunhistochemie, immuunfluorescentie, cel isolatie en functionele assays; - heeft kennis en inzicht in het proces / de ontwikkeling van T cellen en hun TCR; - heeft kennis en inzicht in het proces / de ontwikkeling van B cellen en hun BCR; 114

115 - heeft kennis en inzicht in immunologische tolerantie en transplantatie. Code: BM6C-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusief vereiste controles) Kent overkoepelende context van eigen onderzoek Competentie 2: Experimenteren Maakt voorberekeningen Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.) Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. In de context van: Plantenbiologie, microbiologie, humane biologie/histologie en immunologie/celkweek Algemeen De student: - heeft kennis van veiligheid; - heeft kennis van labrekenen. De student: - kan de verworven theoretische kennis van en praktische vaardigheden met betrekking tot plantenbiologie, microbiologie, humane biologie en immunologie integreren en toepassen in een theoretische casus /opdracht waarbij ontwerpen, experimenteren en resultaten analyseren aan bod komt. 1. Ontwerpen: De student: - legt strategieën en methoden uit die in een casus/opdracht gebruikt worden; - is in staat de onderzoeksvraag en/of hypothese in de casus/opdracht uit te leggen; - kent de achterliggende principes van het onderzoek in de casus/opdracht. 2. Experimenteren: De student: - kan alle gebruikte materialen en methoden in de casus/opdracht uitleggen en verklaren; - beargumenteert de controles die van belang zijn voor het project en de uitgevoerde praktijk. 3. Resultaten analyseren: De student: - kan verkregen resultaten en soort gelijke resultaten in de casus/opdracht op een correcte manier beschrijven, ordenen en interpreteren; - trekt juiste conclusies uit verkregen en voorgedragen resultaten in de casus/opdracht; - kan berekeningen maken en statische technieken gebruiken aan de hand van verkregen en voorgedragen resultaten in de casus/opdracht. Cesuur: Voor een voldoende (5,5) moet 55% van het maximale aantal punten behaald zijn. Toetsmatrijs: Ontwerpen: % Experimenteren: 25-45% Resultaten analyseren, data analyse en (Lab)rekenen: 25-45% Veiligheid 1-5% 115

116 Titel OWE OWE BM8: Biotechnologie ECU BM8: Biotechnology Code BM Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting Doelgroep Biotechnologie 3. Beroepstaak/bero epstaken Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek. 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten 6. Studiepunten, studielast 7. Samenhang met andere OWE en 8. Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens 9. Algemene omschrijving N.v.t. Eindverslag (R) Presentatie (Pr) Plan van Aanpak, Literatuurverslag 30 stp 840 SBU Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit B5-6. In het bijzonder de laboratorium- en computervaardigheden van B5 en B6 worden hier in een complexer model toegepast. BM5A, B en C en BM6A, B en C zijn met redelijk succes gevolgd. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. De beoordeling van P1 is een knock-out. Het behalen van P1 is voorwaarde voor deelname aan de praktijk in periode 2 (P2) De biotechnologie is een opkomend beroepenveld waar analisten van grote waarde kunnen zijn. Om de student voor te bereiden op dit beroepenveld wordt de course biotechnologie (BM8) aangeboden. Een biotechnologisch bedrijf bestaat uit verschillende afdelingen: moleculaire biologie, upstream processing, en downstream processing. Het doel van de course is de student kennis laten maken met deze afdelingen aan de hand van een praktijkgericht probleem uit het werkveld. Verscheidene technieken wordt de student geleerd binnen deze afdelingen. Moleculaire biologie: de student zal moleculaire biologische technieken en kennis bijgebracht worden zoals CRISPR-Cas9, bio-informatica technieken, expressie gastheren (organismen), expressie systemen (vectoren), en het transformeren van organismen. Upstream processing: de student zal leren over fermentatie technologie en proces optimalisatie, het ontwerpen van media, en het ontwerpen van experimenten. Downstream processing: de student zal biochemische eigenschappen van eiwitten en metabolieten leren (verdieping op course B5) en hoe deze kennis te gebruiken in de praktijk. Verschillende zuiveringstechnieken als FPLC, HPLC en GC zullen aan bod komen. Analytisch chemische technieken zullen aan bod komen om zo bv eiwitten te kunnen karakteriseren. Uiteindelijk is de student bekwaam en inzetbaar op alle afdelingen binnen een biotechnologisch bedrijf. In het kader van de Biodiscoveryketen ligt de nadruk in deze course, en in de biotechnologie in het algemeen, op de productie van biomoleculen. Thematoets: Theorie + praktijk + tutoropdrachten Kennistoets 1 = Moleculaire biologie + Upstream processing: het kunnen produceren van eiwitten/metabolieten Kennistoets 2 = Downstream processing: het kunnen zuiveren van eiwitten/metabolieten De OWE wordt éénmaal gegeven: in het eerste semester in de Engelse taal. De toetsing van de Nederlandstalige opleiding is, indien gewenst, in het Nederlands. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren 116

117 Analyseren van resultaten Beheer en administratie Rapporteren / presenteren Planmatig en Projectmatig werken Samenwerken in een team Begeleiden/leiden Sturen van professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren 12. Tentaminering Deeltentamens BM8-V Onderzoeksverslag (V) Weging BM8-Pr Presentatie (Pr) BM8-T Thematoets (T) BM8-P1 Praktijk (P1) BM8-P2 Praktijk (P2) BM8-K1 Kennistoets 1 (K1) BM8-K2 Kennistoets 2 (K2) BM8-IPV IPV Eindcijfer = (T + K1+ K2 + Pr + R + 2*P2)/7 Compensatie-mogelijkheden - Instap-voorwaarden tentamen IPV moet afgevinkt zijn met voldaan. De cijfers van P1, P2 en toetsen/beroepsproducten moeten 5.5 zijn Frequentie (deel)-tentamens Tentamens in periode 1 en 2, herkansing tijdens periode 2 of Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software - Voor het deeltentamen P1, P2 en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen Ondersteunend vak Moleculaire biologie CRISPR-Cas9 Post-translationele modificatie van eiwitten en chaperones. Expressie gastheren Expressie systemen Bio-informatica Ondersteunend vak Upstream processing Ondersteunend vak Downstream processing Praktijk Werkwijze: hoorcollege Design of Experiments Fermentatie technologie Process design Media optimalisatie Werkwijze: hoorcollege Biochemie (eiwitten) Analytische chemie Zuiveringstechnieken (oa FPLC, HPLC, GC) Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Werkwijze: Praktijk 117

118 19. Les- / Contacturen Geprogrammeerde contacttijd: Periode 1: Theorie = 3x2u per week x 8 weken = 48 uur Praktijk = 65u max Expert/tutor = 2u per week x 8 = 16u Periode 2: Theorie = 2x2u per week x 7 = 28u Gereserveerd voor uitloop = 8u Praktijk = 2x5u per week x 8 weken = 80u Expert/tutor = 2u per week x 8 = 16u Totaal contacturen = 261 uur Totaal uren zelfstudie = 579 uur 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal: 840u Periode 1 en 2 n.v.t. in totaal 12 per klas i.v.m. materialen tijdens de praktijk fermentatieweek 118

119 Toetsprogramma OWE 8: Biotechnologie (BM8) Executing scientific research Part exam Competences and indicators Assessment criteria Weighting / Cut off value Code: BM8-T Name: Theme test Form: Individual Writing Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM8-V Name: Report Form: Competence 1: Design of experimental set up (level II/III) Defining the research question Independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Competence 2: Experimenting (level III) Preparation Performs calculations prior to beginning lab work Is able to explain the theory behind all steps of the experiments Independently chooses the necessary experimental controls. Competence 3: Results analysis Conclusions and discussion Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature Suggests follow-up experiments. Competence 3: Results analysis (level II) Data processing Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion Performs error analysis in the correct manner (if applicable) Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). Competence 1: Design Independently searches for, selects and processes information from relevant sources for scientific research Links own research with the overarching research project. Competence 2: Experimenting Can justify all steps of the experiments theoretically Competence 3: Results analysis 1: Experimental Design The student is able to: analyzing bioinformatics data to setup further experiments; understand the meaning of experimental design as an efficient procedure for planning experiments; understand for what kind of experiments experimental design can be applied ; understand that with a well-chosen experimental designs maximizes the amount of "information" that can be obtained for a given amount of experimental effort; design a process optimization experiment using experimental design. 2: Experimenting The student: knows the principle of fermentation technology; knows the principle of medium design and can calculate end-concentrations; knows the principle of growth kinetics; knows the principle of process control; knows the principle of using different chromatography techniques; knows the principle in purifying different kinds of compounds like: sugars, fats, proteins. 3: Results analysis The student: knows the principle of the statistics used in the research assignments; is able to interpret bioinformatics data; is able to interpret data from analytical chemistry tools like FPLC, HPLC, LCMS, GCMS See assessment form Internship report BML, Life Science, Chemistry & Bioinformatics in OWE BM11. Toetsmatrijs: 1: Experimental design ~20% 2: Experimenting ~40% 3: Results analysis ~40% See assessment form Internship report in OWE BM11. 55% for Satisfactory (5.5) 119

120 Group of 2 Writing Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM8-Pr Name: Presentation Form: Group of 2 Oral Weighting: Discusses the execution and experimental results Makes proposals for improving the execution of the research Makes proposals for follow-up experiments Independently carries out results analysis according appropriate methods; uses statistics (if applicable) Independently assesses the usability of results based on accuracy and reliability Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and overarching research project Discusses results relative to other experiments and compares them with the results in literature. Competence 4: Quality control /Uses controls to evaluate the reliability of the results. Competence 5: Management and administration Manages and archives data in lab journal (purpose, experiments description, changes, results, conclusion, future proposals) and if applicable in other ways so that others can use these. Competence 6: Reporting and presenting Reports on the research in the form of a report/lab journal according to internationally accepted criteria (product criteria lab journal and report level 3): uses correct spelling, grammar, sentence structure and scientific style provides clear and logical structure in more complex texts. There is cohesion between text components; structure of text is in accordance with professional standards; report has a reference list. In the text the reader is referred to sources in the bibliography describes results so that the reader can understand these; uses for this purpose clearly labelled figures and tables; describes all relevant data from the research in a summary that can be read independently. Competence 3: Results analysis (level II) Data processing Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusions and discussion Performs error analysis in the correct manner (if applicable) Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. 1: reporting and presenting Indicates the goal of the presentation and the goal matches the assignment. Presentation structure has a beginning middle end with logical coherence. The presented figures/tables are correctly depicted and complete. 2: results analysis level II Results are presented in a critical and impartial manner and analyzed statistically. Presented results are interpreted on accuracy and reliability. See Assessment form Presentation. 55% is sufficient (5.5) 120

121 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM8-P1 BM8-P2 Name: Practical 1 Practical 2 Form: Individual Practical Weighting: P1: 0 P2: 2 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Competence 3: Results analysis (level III) Conclusion and discussion Suggests follow-up experiments Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context Independently discusses results in relation to their other experiments and compares these to published literature. Competence 6: Reporting and presenting Presentation Presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear and persuasive manner; applies general presentation techniques and answers questions. (level III) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Competence 2: Experimenting Preparation Performs calculations prior to beginning lab work Is able to explain the basic steps of the experiments Selects, with guidance, necessary experimental controls Ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions Is able to explain the theory behind all steps of the experiments Independently ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions. Execution Carries out the experiment within the given time Carries out experiments according to the protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is doing at all times Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered Is able to master new techniques quickly Carries out experiments following protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is able to deviate from/adjust the protocol where needed; is aware of what he/she is doing at all times Works on multiple experiments at the same time, and can complete these experiments within the given time frame; adept at switching tasks and keeps a clear overview of all activities Trouble shoots if problems are encountered in the experiments Is able to master new techniques quickly. Competentie 3: Resultaten analyseren: Discusses the execution of the experiment and results.. A correlation/association between the results and the question/aim of the research question is made. 3: results analysis level III Relates own research to the overall research on melanoma. Proposes a new follow-up hypothesis or follow-up experiments. Skills The student: is able to answer questions concerning the methodology of different protocols; controls if all materials are ready for use at the start of an experiment; executes the experiment according the guidelines of the protocols; is able to explain the underlying principle of each step in a protocol; standardizes equipment at the start of the experiment; solves simple problems by himself; makes sure that targets are met and that goals are reached and if necessary adapts the working activities; anticipates to changing circumstances ; executes experiments according to plan and, if necessary, under time pressure; demonstrates his ability to execute more experiments simultaneously; works according to safety and health regulations; leaves his bench cleaned and tidy; starts on time, is prepared and has an active working attitude; shows integrity, adaptability, perseverance and is motivated. Laboratory notebook The student: has his aim, hypothesis, methods, controls, safety and environmental regulations, and calculations noted in his notebook; keeps track of changes in his methods; See Assessment form Practical. 55% is sufficient (5.5). This will result in a k.o. when <55% and an okay in >=55% The evaluation of P1 is a knock-out. Successful completion of P1 is a prerequisite for participation in P2. P1 = first 10 weeks (period 1) P2 = second 10 weeks (periode 2) 121

122 Code: BM8-K1 Name: Knowledge test 1 Form: Individual Writing Multiple choice Suggests improvements to improve the execution of the research Independently carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable) Independently evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Competence 4: Quality (level 2) Is aware of the health and safety rules and works according to these rules Calibrates advanced equipment before beginning experiments. Competence 5: Management and Administration (level 3) Encodes chemicals and samples; stores these in the correct manner Contributes to an efficiently functioning lab (tidies up, reports when reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment and solves minor malfunctions). Administration Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can use it. Competence 7: Methodology Works according to plan, also under time constraints Ensures that goals are reached and if necessary, makes adjustments to activities Is flexible in changing circumstances. Knowledge of Module 1: Production of proteins/metabolites encodes and stores chemicals and samples according to the appropriate method and records this in his notebook; has analyzed his results according to the appropriate method; executes the proper error analysis. A justified conclusion is drawn. The laboratory notebook is up to scratch and representative. Knowledge of the following topics: 1. Different types of expression hosts 2. Different types of expression systems 3. Capable of extracting data from BioIT data 4. Process design (mathmetical equations) 5. Fermentation technology (incl. media) 6. Design of Experiments Test matrix: 1: ~20% 2: ~20% 3: ~10% 4: ~20% 5: ~20% 6: ~10% Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade:

123 Code: BM8-K2 Name: Knowledge test 2 Form: Individual Writing Multiple choice Knowledge of Module 2: Downstream processing The student has knowledge of: 1. Different analytical tools like FPLC, HPLC, GC, LCMS, GCMS; also the mathematical processes of these techniques 2. Biochemistry amino acids, post-translation modification, secretion 3. extraction of fats, sugars, and proteins using analytical chemistry tools 4. setting up analytical experiments/assays in characterizing molecules and calculations using these assays Test matrix: 1. ~30% 2. ~30% 3. ~20% 4. ~20% Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM8-IPV Name: IPV Form: Individual IPV Weighting: 0 Evaluation: Sufficient /insufficient Minimum passing grade: V Competence 8: Co-operating Functioning in a group Adheres to the rules Makes a valuable contribution to the group Makes clear agreements with others and keeps to these Recognizes their own role in a group; is aware of other roles in the group and works efficiently in the team structure. Works harmoniously with others. Communication Is able to communicate about their assignment with peers and lecturers applying basic rules of communication: Maintains eye contact with conversation partner Gives others opportunity to speak Accepts and gives feedback Takes initiative in the conversation Verbally expresses their opinion/message clearly Is active in conflict resolution. / Is skilled in conflict resolution Interacts with conversation partner/ensures the message is understood Keeps conversation on topic. Competence 6: Reporting and presenting In English: Is able to conduct discussions on work-related subjects. The student: has prepared the meetings by specifying the answers to the week assignments which are discussed and the assignments which are reviewed (k.o.); can demonstrate the specified answers to the assignment to the tutor after setting a date (in writing or presentation): in all assignments all issues addressed are answered (k.o.); fulfils his roles (chair, minute taker, etc.) (k.o.); recognizes own role and input in the group and knows the other roles in the team; adjusts own work to the work of others; The student adheres to the rules agreed on (k.o.) asks questions and shares knowledge regarding the assignment, during tutor meetings. The student verbalizes clearly and audibly, maintains eye contact; focuses on the aim of the talk; let s others finish, interacts with his conversation partner and checks if the message is understood; gives group and class members feedback and is open to receiving feedback; offers a positive contribution to the group process by taking initiative and actively resolve conflicts. All projects assignments are sufficient and all k.o. criteria and 70% of the other criteria need to be Satisfactory. for assessments project assignments the score sheets of: Assessment form Plan of Approach; Assessment form Literature research See degree charter Life sciences Group members evaluate the student's effort and involvement as positive 123

124 Evaluation form Practical work with lab journal BM8 Name:.. Class:.. Date: Competence/indicator Evaluation criteria Points Insufficient Sufficient Good Excellent LAB ACTIVITIES , , , , , , points Is able to explain the basic steps of the experiments; Selects, with guidance, necessary experimental controls. 8 points Ensures that all requirements are present before beginning the experiment and that calculations have been made. If applicable calibrates and knows how advanced equipment works before beginning experiments. Is able to explain more than the basic, but not all steps of the experiments; Independently selects standard experimental controls 10 points and independently makes solutions. Is able to explain all of the experiments; Independently selects advanced experimental controls 14 points , , , points 4 points The experimental results are reproducible when different experiments are carried out more than one time 3 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. 6 points The experimental results meet the theoretical expectations / literature values and the student is able to deviate from/adjust the protocol where needed to obtain reproducible results that match with theoretical expectations 5 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems independently. 0-2 points 4 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems. 0-5 points 6 points 8 points 12 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Knockout 124

125 Leaves all work places organized and tidy and reports when reagents are (almost) finished. and: works at an always organized work place, and: solves problems with equipment , , , , , points 0-5 points 0-2 points Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook , , , , , , , , , , , , points 0-5 points 0-5 points 6 points 8 points Works on one experiment at Works on multiple experiments at the same time and finishes the same time this within the planned time; also under time constraints. 6 points 8 points If needed (changing circumstances: makes adjustments to project plan to reach the project goal. 3 points 4 points LAB JOURNAL 10 points Works on multiple experiments at the same time and finishes them without organisational problems. 10 points and: sets priorities in working activities 5 points Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the week. 6 points 8 points 10 points Each laboratory session contains aim, M&M, any deviations from those, used apparatus and manufacturers of used kits 6 points 8 points 12 points Each laboratory session contains results, processing of data and interpretations/discussion 6 points 8 points 10 points Knockout 125

126 5.3.2., , , , points conclusions and suggestions for follow-up research) at the end of the week. 6 points and: the conclusions with respect to the reliability and accuracy of the results and interpretation of the results with respect to the research question are scientifically correct. 8 points and: the error discussion and suggested follow-up experiments are meaningful. 12 points Overall assessment All criteria need to be sufficient; 60 points for the lab activities and 40 points for the lab journal; number of points divided by 10 Feedback Name and signature assessor 126

127 Assessment Presentation: Biotechnology (BM8) Student name:... Student nr: Class:..... Related to comp./ indicators Assessment criteria Puts the research question in the framework of the overall project / overall science question and indicates the aim of this study. Not present Sufficient Good Complete Very good , Explains the strategy to reach the aim and describes for each of the experimental steps presented the main aspects of the experimental execution Describes the results obtained. Makes a selection of representative results and lists other results , , , , 8.1.4,. Concludes on the basis of results of part experiments on the part question (if possible). Discusses the execution of the experiments and the results, and the consequences for follow-up experiments Points (/max 40) Presentation (20 points) Shows structure in his presentation (introbody-close) Uses clear and structures slides or other visual products: - uses correct spelling, grammar, syntax; - describes results so that the reader understands these; uses for this clearly labelled illustrations and tables; - uses the visual properties of PowerPoint if useful for communicating the message animations). Speaks audibly and clearly; Stands upright and moves hands loosely, uses them (at ease) or on his back; Makes eye and verbal contact with the public and checks if the message is understood. Points (/max 20) Discussion (max 20) Maintains eye contact with the conversation partner. Allows others to finish and interacts with the conversation partner , Answers questions correctly , Supports own opinion clearly with clear arguments and checks if the message came across. Total number of points Points (/max 20) Final grade (total number of points / 8) 127

128 Feedback Name and signature evaluator Date: 128

129 Beoordelingsformulier Plan van Aanpak (niveau 2) Naam:... Klas:. Datum:. Gerelateerd aan comp./ indicator Beoordelingscriterium Max aantal punten Aantal punten Inhoud (80 punten) Het abstract beschrijft alle relevante informatie van het plan , 1.2.5, De introductie beschrijft de achtergrond en de context van het te uit te voeren onderzoek Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn beschreven , 1.2.4, , De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes beschreven De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die 15 leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd , De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van 15 alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken , De benodigde materialen zijn overzichtelijk weergegeven. Ok /k.o Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel tijd aan de verschillende Ok /k.o. experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ het project in totaal duren , De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn Ok /k.o. beschreven. Opmaak/schrijfstijl (20 punten) De student hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en 10 wetenschappelijke stijl De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust van 5 samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen , Het rapport omvat een literatuurlijst. 5 In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APAnormen) De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: titel, auteurs, abstract, inleiding, doel, theoretische onderbouwing, flowcharts, protocollen, bestellijst, tijdsschema, verwachtingen, literatuurlijst (volgens APA-normen). Ok /k.o. Totaal aantal punten 100 Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback 15 Naam en handtekening beoordelaar 129

130 Assessment Report Literature Review Student:. Student nr: Class:.... These criteria apply as knock-out criteria and must be assessed as satisfactory before the points list can be filled in. Unsatisfactory Satisfactory Letter type, size, justification and line spacing are consistent, page numbers are present and the structure is clear. The report contains a reference list. These sources are referred to in the text. Notes regarding the following assessment form: Points can be given for each key word. Under the indicators the range of the number of points to be given is indicated. As a result a weighting is implemented to the different indicators. 55 points= all the criteria are assessed as adequate; 75 points= when all activities are reviewed just above average, 100 points= all activities can be evaluated as excellent. The category excellent has been left blank for many competency indicators, however, points indicating excellent may be given. If you assess a student as excellent, one or more examples must be given which demonstrate this. Competence Keyword Unsatisfactory Satisfactory above average excellent Number of given points Defining background information and additional questions (1.2.1., ) The student identifies the relevant aspects of the subject that is discussed in the review. The selection of subjects/aspects that are discussed is very relevant. Literature study (35 points) Results analysis (25 points) Points: Literature selection ( (1.2.2.)) The student selects scientific literature that is relevant to the subject. The student gathers a broad selection of relevant literature and can integrate this appropriately in the report. Points: Cohesion (1.3.5.) The subjects that are discussed in the review are placed in a greater context in relation to research and society. The manner in which the review refers to the greater context is very logical and concise. Points: Scientific discussion (3.3.5.) The discussion of the literature is scientifically correct. and the information from various sources is logically combined Points: Conclusion (3.3.3) The student concludes about the current status of knowledge in the field of research, possible knowledge gaps and gives advice (if applicable)...and the conclusion is logically based on the general introduction of the subject and at various specific aspects that are presented in the report Points:

131 Reporting (30 points) Writing (6.3.1): spelling, sentence structure and scientific style: The report contains few but consistent errors in spelling, sentence structure or writing style. The report contains very few spelling, grammar, and writing style errors. Points: Writing (6.3.1): Structure The review begins with a general introduction to the theme and the subjects that are discussed, followed by a structured discussion of the specific subjects. The report ends with a general conclusion based on the specific subjects. There is good cohesion and logical transition between the different parts of the report. Points: Writing (6.3.1): Figures and tables Pictures and/or tables are used to visualise and support the message. The captions describe them clearly, independently of the text. Text and pictures work together to communicate the message of the entire story. Points: Writing (6.3.1): Summary The summary is a reflection of the contents of the report. The summary concisely presents the contents of the report. and interests the reader in reading the rest of the report Points: Be accountable for one s own actions The student was regularly assisted with writing the reported. The student has selected most of the literature independently and has received only general feedback. The student has selected literature and independently written the report. Points: Total number of points Grade (total points/10): Feedback: Name and Signature HAN lecturer Date 131

132 Beoordelingslijst Literatuurverslag: Biotechnologie (BM8) Naam student:. Student nr: Klas:.... Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. onvoldoende voldoende Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar. Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten Literatuur onderzoek(35 punten) Definiëren van achtergrondinformatie en aanvullende vragen (1.2.1., ) De student identificeert de relevante aspecten van het onderwerp dat in het review besproken wordt. De selectie van onderwerpen/aspecten die besproken worden is zeer relevant Punten: Selecteren van literatuur ( (1.2.2.)) De student selecteert natuurwetenschappelijk literatuur die relevant is voor het onderwerp. De student verzamelt een brede selectie aan relevante literatuur en kan deze in het verslag correct integreren. Punten:

133 Samenhang (1.3.5.) De onderwerpen die in het review besproken worden plaatst de student in een grotere context m.b.t onderzoek en maatschappelijke betekenis. De manier waarop de review verwijst naar de grotere context is zeer logisch en bondig. Punten: Analyse resultaten(25 punten) Wetenschappelijke discussie (3.3.5.) De discussie van de literatuur is wetenschappelijk correct. en de informatie uit verschillende bronnen is logisch gecombineerd Punten: Conclusies (3.3.3) De student concludeert over de stand van de kennis in het onderzoeksveld, mogelijke toekomstige vragen en geeft advies (indien van toepassing) en de conclusie is logisch gebaseerd op de algemene introductie van het onderwerp en op verschillende specifieke aspecten die in het verslag aan de orde gekomen zijn Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): spelling, zinsbouw en wetenschappelijke stijl: Het rapport bevat weinig maar structurele fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Het rapport bevat zeer weinig fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl. Rapporteren (30 puten) Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Structuur Het review begint met een algemene inleiding op het thema en de onderwerpen die besproken worden, gevolgd door een gestructureerde discussie van de specifieke onderwerpen. Het rapport eindigt met een algemene conclusie gebaseerd op de specifieke onderwerpen Er is een goed samenhangende en logische overgang tussen de verschillende delen van het rapport. Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Afbeeldingen en tabellen Afbeeldingen en/of tabellen worden gebruikt om de boodschap te visualiseren en te ondersteunen. Ze bevatten beschrijvingen die duidelijk zijn zonder de tekst te moeten lezen. Tekst en afbeeldingen dragen optimaal bij aan het vertellen van één verhaal. Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Samenvatting De samenvatting is een afspiegeling van de inhoud van het rapport. De samenvatting geeft bondig de inhoud van het rapport weer.. en wekt het interesse van de lezer om het hele rapport te lezen 133

134 Punten: Verantwoording eigen werk De student werd structureel geholpen bij het schrijven van het rapport De student heeft de meeste literatuur zelfstandig geselecteerd en heeft alleen algemene feed-back ontvangen. De student heeft literatuur geselecteerd en heeft het rapport zelfstandig geschreven Punten: Total aantal punten: Cijfer: totaal aantal punten/10 Opmerkingen: Naam en handtekening HAN docent Datum 134

135 Titel OWE OWE BM9: Moleculaire plantenbiologie ECU BM9: Plant Biology Code BM Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting Moleculaire Plantenbiologie. 3. Beroepstaak/ beroepstaken Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek 4. Centrale beroepstaak N.v.t. 5. (Beroeps) Producten Onderzoeksverslag Carotenoïden of bio-informatica opdracht (Vct) Onderzoeksverslag Groei en Ontwikkeling (Vgo) Poster (Po) 6. Studiepunten, studielast 30 stp 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE en Verdieping en uitbreiding van onderwerpen uit het 2 e jaar maar nu toegespitst op planten. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamen s 9. Algemene omschrijving De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend en BM5 en BM6 zijn met redelijk succes gevolgd, praktijk en IPV voldaan Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Gewassen voor de Toekomst Planten zijn van onschatbare waarde; ze geven ons voedsel, zuurstof, bouwmaterialen, kleding en brandstof. Zonder planten zou ons leven onmogelijk zijn. Sinds het begin van de landbouw, zo n 6000 jaar geleden, hebben we door middel van domesticatie planten veranderd en aangepast voor onze voedselvoorziening. Plantenveredeling, het maken van kruisingen gevolgd door selectie, wordt nu zo n 100 jaar uitgevoerd en heeft ervoor gezorgd dat er nu planten zijn die makkelijker te telen zijn en hogere opbrengsten geven. Met de komst van de Moleculaire Biologie en Genomics is het de laatste 10 jaar mogelijk om belangrijke processen in de planten te bestuderen en om de gewassen nog verder te verbeteren, zodat er voedsel voor iedereen is in de toekomst. Deze nieuwe gewassen zijn hard nodig omdat onze voedselproductie bedreigd wordt door een vermindering van het landbouwareaal, klimaatverandering en plantenziekten die de oogst vernietigen, terwijl de menselijke populatie blijft groeien. Om onze voedselproductie te waarborgen in de toekomst moeten er planten ontwikkeld worden die nog efficiënter kunnen groeien, een hogere voedingswaarde hebben en die resistent zijn tegen een groot aantal plantenziekten en beter om kunnen gaan met abiotische stress. Om deze uitdaging aan te gaan, gaan we de voedingswaarde van verschillende gewassen onderzoeken door de aanwezigheid van speciale secondaire metabolieten te bepalen. Wij zullen kijken of wij het aanmaken van secundaire metabolieten kunnen beïnvloeden met behulp van CRISPR/Cas technologie. Tijdens praktijk kijken wij ook of we met de merkeranalyse de genen, die bij de productie van secondaire metabolieten zijn betrokken, op de genetische map kunnen zetten. Daarnaast gaan we de groei en ontwikkeling van planten onder verschillende stress situaties bestuderen in een eigen experiment. Als een eind product van de course zullen de studenten een poster maken waarin beschreven wordt hoe een gewas met de 135

136 huidige moleculaire technieken verbeterd kan worden zodat deze voor de toekomst geschikt gemaakt kan worden. In het kader van de Biodiscoveryketen ligt in deze course de nadruk op de ontdekking ( Discovery ) van plantenstoffen voor diverse toepasssingen en de analyse hiervan. De OWE wordt tweemaal gegeven, in beide semesters in de Engelse taal. De toetsing van de Nederlandstalige opleiding is, indien gewenst, in het Nederlands. 10. Competenties Vraagverheldering Experimenteren Onderzoeksresultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Samenwerken Sturen professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Tentaminering Deeltentamens BM9-Vct Onderzoeksverslag Carotenoïden (Vct) BM9-Vgo Onderzoeksverslag Groei en Ontwikkeling( Vgo) BM9-Po Poster (Po) BM9-P Praktijk (P) BM9-K Kennistoets test (K) BM9-T Thematoets (T) BM9-IPV IPV Weging (Vct +Vgo + Po + P + 2*T + K)/7 Compensatiemogelijkheden - Instapvoorwaarden tentamen IPV moet voldaan zijn en alle toetsen en beroepsproducten moeten 5.5 zijn. Frequentie (deel)- tentamens K: periode 1, herkansing periode 2, periode 3, herkansing tijdens periode 4. T: periode 2, herkansing periode 3, periode 4, herkansing eind periode 4 Po : periode 2 of periode 4, herkansing in overleg. Vct: periode 1 of periode 3, herkansing in overleg Vgo: periode 2 of periode 4, herkansing in overleg P: periode 2 of periode 4 IPV: periode 2 of periode 4 Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3) 13. Verplichte Zie OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software MapChart, JoinMap, MapQTL 136

137 16. Overig materiaal 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen Ondersteunend vak Moleculaire Planten Biologie Ondersteunende theoretische workshops Ondersteunende workshops Technieken Ondersteunende Praktijk Workshop SCV Evolutie van planten en van het genoom Groei en ontwikkeling Plant biochemie Plant-pathogeen-milieu interactie Plantenfysiologie Domesticatie Klassieke en moleculaire veredeling Moleculaire markers en MAS Plant transformatie en GMOs Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Werkvorm: hoorcollege Plant identificatie Genetics QTL-mapping Vector constructie CRISPR-Cas Gastcolleges over nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijke planten onderzoek en moleculaire plantenveredeling Werkvorm: hoorcollege qpcr HPLC Bio-informatica Gene mapping Werkwijze: hoorcollege Onderzoek naar Carotenoïden in verschillende gewassen Onderzoek naar genexpressie gedurende groei en ontwikkeling tijdens stress Eigen weefselkweek onderzoek Transformatie petunia en tabak Protoplasten isolatie en platting Protoplasten transformatie CRISPR-Cas QTL analyse Werkwijze: praktijk Stagevoorbereiding/solliciteren Voor deelname aan de workshop solliciteren is het maken van de voorbereidende opdracht een vereiste. Werkwijze: training 137

138 19. Les- / Contacturen Geprogrammeerde contacttijd: 20,7 lesuren per week, 144 lesuren per periode 1 = 108,75 klokuren 19,9 lesuren per week, 139 uren per periode 2 = 104,25 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: Periode 1 = 310,50 klokuren Periode 2 = 315,75 klokuren 20. Onderwijsperiode 21. Max. aantal deelnemers Totaal 840 klokuren Periode 1 en 2 In semester 1 is er een maximaal aantal deelnemers aan de praktijk en tutor van 30. In semester 2 is er geen maximaal aantal deelnemers. 138

139 Toetsprogramma OWE 9: Moleculaire plantenbiologie (OWE BM9) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM9-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk Open vragen Individueel Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen (Niveau II/ III) Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren (niveau III) Maakt voorberekeningen Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen en media. Competentie 3: Resultaten analyseren (niveau II/III) Validatie Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Data processing Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Conclusie en discussie Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. In de context van: Evolutie van planten en van het genoom Groei en ontwikkeling Plant biochemie Plant-pathogeen interactie Plant-milieu interactie Plantentfysiologie Domesticatie Klassieke en moleculaire veredeling Toepassen van kennis en vaardigheden van de volgende onderwerpen: Evolutie van planten De student: kan de evolutie van planten beschrijven en de belangrijkste stappen hiervan verklaren; kan de overgang van planten van water naar land bediscussiëren; kan de levenscyclus van de verschillende plantgroepen verklaren aan de hand van hun evolutie; kan vorm van planten en de functie van de verschillende organen aan de hand van hun evolutieproces verklaren; kan de evolutionaire verwantschappen en verschillen tussen de verschillende groepen planten beschrijven. Groei en ontwikkeling De student: kan de gemeenschappelijke ontwikkeling van hogere planten beschrijven; kan de verschillen en overeenkomsten tussen de ontwikkeling, organisatie en activiteit van het scheut- en wortel meristeem uitleggen en verklaren; kan beschrijven hoe interne signalen de celgroei coördineren gedurende de ontwikkeling van de plant; kan beschrijven hoe de ontwikkeling van organen gereguleerd wordt en door welke genen dat gebeurt; kan ontwikkeling van het bloem meristeem en de bloem organen beschrijven a.d.h.v. de genen die hierbij betrokken zijn; kan de ontwikkeling van de mannelijke en vrouwelijke gametofyt van een bedektzadige beschrijven; kan de bestuiving en fertilisatie van verschillende bloemen beschrijven en verklaren. Ontwerpen, Experimenteren en resultaten analyseren in de context van Klassieke en moleculaire veredeling Molecular markers en MAS Plant transformatie and GMOs Thematoets: De volgende onderdelen in de context Moleculaire Plantenbiologie worden evenredig gerepresenteerd in de toets: - Moleculaire Plantenveredeling - Genetica en Gene mapping - Plant trasformatie en GMOs - praktijk onderwerpen - Gastcolleges 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5). 139

140 Code: BM9-Vct BM9-Vgo Naam: BM9-Vct: Research report Carotenoids BM9-Vct: Research report Growth and development Vorm: Schriftelijk Groep Weging: Vct: 1 Vgo: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Molecular markers en MAS Plant transformatie en GMOs Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Plant Identification Genetics qpcr Bio-informatica Gene mapping Planten cel en weefselkweek Sequencing technologie Moleculaire evolutie Gastcolleges CRISPR-Cas9 Competentie 1: Ontwerpen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren (2.3.2.) Zorgt er (zelfstandig) voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyse Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Plant Identification qpcr Bio-informatica Gene mapping Planten cel en weefselkweek Sequencing technologie Moleculaire evolutie Gastcolleges CRISPR-Cas9 Zie evaluatieformulier Research report Course 9. Zie evaluatieformulier Research report Course 9. 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5). 140

141 Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten Competentie 5: Beheer en Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau II/ III): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau III): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. Code: BM9-Po Naam: In de context van: Vct: Verslag Carotenoids Vgo: Groei en Ontwikkeling Competentie 1: Ontwerpen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Zie evaluatieformulier Poster Course 9: A new crop. Zie evaluatieformulier Poster Course 9: A new crop. 141

142 Poster Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5, Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyse Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden (niveau II). Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau II): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau II/III): hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5). 142

143 Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 8: Samenwerken in team houdt oogcontact met gesprekspartner; neemt initiatief voor gesprek; brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden; sluit aan bij gesprekspartner; houdt gespreksdoel in het oog Code: BM9-P Naam: Praktijk Vorm: Praktijk Groep Labjournaal: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 In de context van: Toepassen van de kennis van moleculaire veredeling voor de verbetering van een gewas. Competenties worden beoordeeld op niveau II (minimum) en niveau III Competentie 2: Experimenteren Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. Zie evaluatieformulier Practical work Course 9. Zie evaluatieformulier Practical work Course 9. 60% praktijk 40% lab journaal Cesuur: 55% van het maximum aantal te behalen punten is voldoende (5.5). 143

144 Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Analyseren resultaten Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitscontrole Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. Competentie 5: Beheer en Administratie Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op) Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden In de context van: - Groei en ontwikkeling - Biochemie - Plant fysiologie - Plant abiotic stress 144

145 - Plant cel- en weefselkweek - Moleculaire evolutie - HPLC: Carotenoiden - qpcr: Gen expressie Code: BM9-K Naam: Kennistoets Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Kennis van de Moleculaire Plantenbiologie In de context van: Evolutie van planten Groei en ontwikkeling Plant biochemie Plant-pathogeen interactie Plant-milieu interactie Plantenfysiologie Domesticatie Evolutie van het genoom Genetics Planten cel en weefselkweek Secondaire metabolieten Moleculaire evolutie Gastcolleges Heeft kennis van de volgende onderwerpen: Plant Identificatie De student: kan de verschillende plantorganen beschrijven; kan de uiterlijke kenmerken van verschillende planten families beschrijven; kan voorbeelden van planten en gewassen geven uit de verschillende plantenfamilies. Evolutie van planten De student: kan de evolutie van planten van alg tot angiosperm beschrijven. Groei en ontwikkeling De student: kan de ontwikkeling van de plant van embryo tot plant beschrijven en de genen die hierbij betrokken zijn benoemen evenals hun functie; kan de bestuiving en bevruchting beschrijven; kan de ontwikkeling van de bloem beschrijven en de genen die hierbij betrokken zijn benoemen evenals hun functie; kan de overeenkomsten en verschillen tussen scheut- en wortel meristeem beschrijven. Plant Biochemie De student: kent belangrijke metabole routes en waar deze in de cel plaatsvinden; kent fotosynthese, fotorespiratie en GS-GOGAT systeem Secondaire metabolieten De student: kent verschillende secundaire metabolieten en hun functie. Plant-pathogeen interactie De student: kan de levenscyclus van de verschillende pathogenen groepen beschrijven en voorbeelden van organismen noemen; kan de verschillende manieren van de verdediging van de plant benoemen; kan het zig-zag model beschrijven Plant-milieu interactie (stress) Kennistoets: De volgende onderdelen in de context Moleculaire Plantenbiologie worden evenredig gerepresenteerd in de toets: - Planten metabolisme - Planten fysiologie - Plant-pathogeen interactie - Plant identificatie en domesticatie - Evolutie van planten 145

146 De student: kan de verschillende vormen van abiotische stress benoemen en het effect op de plant en de reactie van de plant beschrijven. Code: BM9-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep Houdt zich aan regels Heeft een duidelijk inbreng in de groep Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert open en helder met collega s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Probeert conflicten actief op te lossen / Weet goed met conflicten om te gaan Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. Plantenfysiologie Domesticatie en Ontstaan van de landbouw De student: kan het proces van domesticatie beschrijven; kan de verschillenden domesticatie eigenschappen van de plant benoemen en voorbeelden hiervan geven. Plant cel- en weefselkweek De student: heeft kennis van de hormonen en groeibevorderende stoffen die gebruikt worden bij cel en weefselkweek van planten. Plant transformatie De student: kan de DNA overdracht van Agrobacterium naar de plant beschrijven; heeft kennis van verschillende transformatie technieken voor genetische modificatie van planten. Rhizobium De student: kan de interactie tussen een plant en Rhizobium en de stikstoffixatie door Rhizobium beschrijven. De student: heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.); kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.); voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.); herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af; houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.); stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; houdt het gespreksdoel in het oog; laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een voldaan. 146

147 Houdt gespreksdoel in het oog. toetst of de boodschap is overgekomen; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback; levert een positieve bijdrage aan het groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) 147

148 Evaluation form Practical work with lab journal BM9 Name:.. Class:.. Date: Competence/indicator Evaluation criteria Points Insufficient Sufficient Good Excellent LAB ACTIVITIES , , , , , , points Is able to explain the basic steps of the experiments; Selects, with guidance, necessary experimental controls. 8 points Ensures that all requirements are present before beginning the experiment and that calculations have been made. If applicable calibrates and knows how advanced equipment works before beginning experiments. Is able to explain more than the basic, but not all steps of the experiments; Independently selects standard experimental controls 10 points and independently makes solutions. Is able to explain all of the experiments; Independently selects advanced experimental controls 14 points , , , points 4 points The experimental results are reproducible when different experiments are carried out more than one time 3 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. 6 points The experimental results meet the theoretical expectations / literature values and the student is able to deviate from/adjust the protocol where needed to obtain reproducible results that match with theoretical expectations 5 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems independently. 0-2 points 4 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems. 0-5 points 6 points 8 points 12 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Knockout 148

149 Leaves all work places organized and tidy and reports when reagents are (almost) finished. and: works at an always organized work place, and: solves problems with equipment , , , , , points 0-5 points 0-2 points Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook , , , , , , , , , , , , points 0-5 points 0-5 points 6 points 8 points Works on one experiment at Works on multiple experiments at the same time and finishes the same time this within the planned time; also under time constraints. 6 points 8 points If needed (changing circumstances: makes adjustments to project plan to reach the project goal. 3 points 4 points LAB JOURNAL 10 points Works on multiple experiments at the same time and finishes them without organisational problems. 10 points and: sets priorities in working activities 5 points Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the week. 6 points 8 points 10 points Each laboratory session contains aim, M&M, any deviations from those, used apparatus and manufacturers of used kits 6 points 8 points 12 points Each laboratory session contains results, processing of data and interpretations/discussion 6 points 8 points 10 points Knockout 149

150 5.3.2., , , , points conclusions and suggestions for follow-up research) at the end of the week. 6 points and: the conclusions with respect to the reliability and accuracy of the results and interpretation of the results with respect to the research question are scientifically correct. 8 points and: the error discussion and suggested follow-up experiments are meaningful. 12 points Overall assessment All criteria need to be sufficient; 60 points for the lab activities and 40 points for the lab journal; number of points divided by 10 Feedback Name and signature assessor 150

151 Evaluation form Poster BM9: A New Crop for the Future Name student:. Crop:. Related to competency/ Evaluation criteria Insufficient Sufficient Good Excellent Points indicator Content (max 48pts) 1.2.1, Crop information Justification of suggested improvement Description of Technology Gene construct: Size, Genes and their Origin Promotors and Selection markers (give Gene bank accession numbers) 1.3.3, Transformation , Regeneration and Tissue culture Layout (max 18 pts) The structure of the poster is according to guidelines used in the workfield Guidelines: No too much text. Just enough for a clear story Catchy title Clear overall structure and Readable at m distance Understandable text and logical tables and figures Report contains list of references that are noted in the text Correct spelling and grammar. Text in a scientific manner. Discussion (max 34) 6.3.1, PPTs tutor assignment Insuff / Sufficient Good Excellent Knock-out Discussion of Improvement/Technology Clear explanation of the content of the poster Student gives accurate answers to the questions. The student keeps eye contact during the discussion Originality and Complexity of the Idea Final mark (score / 10) Feedback Name and signature assessor 151

152 Evaluation form Research report BM9 Name:.. Report title:.. Competence /indicator Evaluation criteria Insufficient Sufficient Good Points Contents Summary/Abstract Describes in words what the purpose, approach, findings and originality of the research. Introduction Finds, selects and describes individually which information from relevant scientific literature is required to answer the research questions ; Describes theoretical background and motivation for research Independently describes the goals of the different research projects , Independently explains the strategy to achieve the research goals Material and methods , Describes performed experiments in such a way that someone else could repeat the experiment (less than 6 points: knockout) Describes experimental controls Results 3.3.1, Independently describes the results and refers to figures and tables and explains what is visible in figures and tables (less than 6 points: knockout) 1.2.3, 2.3.1, Starts each results section with short description of goal/reason for the experiment Ends each results section with short interpretation or conclusion of results 3.2.1, Uses appropriate methods, and, if applicable, statistics, to analyze results Adds appropriate title, axis titles, legend and figure legend to each figure and table. Figures and tables should be understood without carefully reading the results sections. Discussion Repeats research goals and performed experiments to achieve this. Independently interprets the relevance of each of the results based on reliability and accuracy Compares results and discusses results by comparing with expectations and literature. Conclusion and perspectives Summarizes end conclusions of research

153 3.2.4, Describes based on own results and conclusions which experiments could be done in the future. Style Report is written in scientific style, according to spelling and grammar rules. More than 8 mistakes per page: report won t be evaluated Order of sections is according to international rules: Title, authors, abstract./summary, introduction, material and methods, results, conclusion and discussion, prospects, references 1.2.2, Report contains a list of references and refers to references in text Ok / k.o Ok / k.o Total number of points: 100 Mark (number of points/10) Feedback Name and signature assessor 153

154 Titel OWE OWE 10: Transcriptomics, proteomics & metabolomics in de moleculaire pathogenese ECU 10: Transcriptomics, proteomics & metabolomics in Molecular Pathogenesis Code BM Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Doelgroep afstudeerrichting Biomedisch Onderzoek 3. Beroepstaak/be Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek. roepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Short communication (Sc) Verdediging projectvoorstel (Pv) 6. Studiepunten, studielast 30 stp 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE en 8. Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamen s 9. Algemene omschrijving Deze OWE is het vervolg op de ontwikkelde competenties en kennis uit BM5 en BM6. De ontwikkelde laboratorium- en analysevaardigheden worden hier in een complexer model toegepast. BM5A, B en C en BM6A, B en C zijn met redelijk succes gevolgd. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. In deze course worden verschillende modelsystemen gebruikt om onderzoek te doen naar tumor ontwikkeling. Het semester zal opgesplitst worden in twee blokken. In het enen blok zal in de praktijk voornamelijk gewerkt worden met celkweek en in het andere blok zal voornamelijk met de nematode Caenorhabditis elegans gewerkt worden. In beide gevallen zal gekeken worden naar de biologische processen die bijdragen aan kanker. De onderzoeksvraagstellingen komen van diverse wetenschappelijke instelling zoals het onderzoek van dr. A Zijlstra (VanderBilt University, Nashvill, VS) en het onderzoek van prof. A. Woollard (University of Oxford, Oxford, UK). In het kader van de biodisocoveryketen ligt in deze course de nadruk op de ontdekking en analyse van moleculen en processen die een rol spelen bij de ontwikkeling van kanker. Thematoets BLM model: Melanoma and microenvironment + praktijk + tutoropdrachten to study BLM model Thematoets C.elegans model: Developmental biology + Moleculaire diagnostiek + praktijk + tutoropdrachten to study C.elegans model Kennistoets 1 = Module 1: Pathogenesis: cells turning ill Kennistoets 2 = Module 2: Fighting pathogenesis: immunology of infectious diseases and Cancer Om de studenten kennis te laten maken met het internationale werkveld zal er gewerkt worden aan een tweetal opdrachten van internationale opdrachtgevers. Onze Engelstalige Life Sciences opleiding en de Nederlandstalige opleiding zullen hier gezamenlijk aan werken. Zoals elk jaar verwachten wij een aantal instromers vanuit bevriende internationale onderwijsinstellingen zoals HoghSchule Bonn Rhein Siegh (Duitsland) en Dundee University (Schotland). Deze uitwisselingsstudenten geven de opleiding karakter en daagt onze studenten uit om samen te werken met studenten met een andere (internationale) achtergrond. 154

155 Voertaal tijdens de course is Engels, de toetsing van de Nederlandstalige opleiding is, indien gewenst, in het Nederlands. 10. Competenties Ontwerpen Experimenteren Analyseren van resultaten Beheer en administratie Rapporteren / presenteren Planmatig en Projectmatig werken Samenwerken in een team Begeleiden/leiden Sturen van professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren 12. Tentaminering Deeltentamens BM10-Sc Short communication (Sc) BM10-Pv Verdediging projectvoorstel (Pv) BM10-Tb Thematoets BLM model (Tb) BM10-Tc Thematoets C.elegans model (Tc) BM10-P Praktijk (P) BM10-K1 Kennistoets 1 (K1) BM10-K2 Kennistoets 2 (K2) BM10 IPV IPV Weging Eindcijfer = (Tb + Tc + K1+ K2 + Pv + Sc + 2*P)/8 Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)- tentamens - IPV moet afgevinkt zijn met voldaan, hieronder vallen ook de workshops professionele leergemeenschap. De cijfers van Praktijk toetsen/beroepsproducten moeten 5.5 zijn Tentamens in periode 1 of 2, herkansing tijdens periode 2 of 3. Tentamens in periode 3 of 4, herkansing tijdens of eind periode 4 Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). 13. Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen - literatuur 15. Software Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen Ondersteunend vak Pathogenese: celbiologie van kanker Carcinogenese Signaal transductie GTPases Celdeling en apoptosis Carcinogenese (hallmarks of cancer) Post-translationele modificatie van eiwitten en chaperones. Cel-cel adhesie en cel-matrix adhesie Signalling in kanker 155

156 Cell polariteit Ondersteunend vak Beheersing van de pathogenese: immunologie van infectie ziekten en kanker Ondersteunend vak Wetenschappelijke benaderingen om pathogenese te bestuderen. Werkwijze: hoorcollege Immunologie Virologie Nomenclatuur Werkwijze: hoorcollege Moleculaire diagnostiek (o.a. immunofenotypering en DNA diagnostiek) ~omics Ontwikkelingsbiologie van C. elegans Statistiek Chromatografie Wetenschappelijk schrijven 19. Les- / Contacturen Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Praktijk Werkwijze: Praktijk Workshop SCV Stagevoorbereiding / solliciteren Voor deelname aan de workshop solliciteren is het maken van de voorbereidende opdracht een vereiste. Werkwijze: training Geprogrammeerde contacttijd: 10 praktijkuren per week, 11,4 theorie-uren per week geeft 150 lesuren per periode = 112,5 klokuren per periode Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 307,5 klokuren per periode 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Totaal: 420 klokuren per periode maakt 840 uur totaal over het hele semester Periode 1 en 2, 3 en 4 In semester 1 is er een maximaal aantal deelnemers aan de praktijk en tutor van 60. In semester 2 is er geen maximaal aantal deelnemers. 156

157 Toetsprogramma OWE 10: Biomedisch Onderzoek: transcriptomics, proteomics & metabolomics in de moleculaire pathogenese (BM10) Executing scientific research Part exam Competences and indicators Assessment criteria Weighting /Cut off value Code: BM10-Tb Name: Theme test Form: Individual Writing Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM10-Tc Name: Theme test Form: Individual Writing Competence 1: Design of experimental set up (level II/III) Defining the research question Independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Competence 2: Experimenting (level III) Performs calculations prior to beginning lab work. Preparation Is able to explain the theory behind all steps of the experiments Independently chooses the necessary experimental controls. Competence 3: Results analysis Conclusions and discussion Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature Suggests follow-up experiments. Competence 3: Results analysis (level II) Validation Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Data processing Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Conclusions and discussion Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) Performs error analysis in the correct manner (if applicable). Competence 1: Design of experimental set up (level II/III) Defining the research question Independently identifies relevant background information required to answer the research question. Gathering information and developing a research plan Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources. Competence 2: Experimenting Preparation 1: Experimental Design The student: is able to explain research questions of tumour development and progression; understands the molecular principles of ALCAM-related research; understands the components of the tumour microenvironment and its relation to tumour progression and metastasis. Understands the scientific model (organism) used and can relate this to other models used. 2: Experimenting The student: can calculate end-concentrations; knows the principle of culturing BLM cells; knows the principle of RNA isolation, cdna synthesis and qpcr; knows the principle of gelatine zymography; knows the principle of HPLC; understands the principle of ~omics experiments. 3: Results analysis The student: knows the principle of the statistics used in the research assignments; is able to mention the proper controls; is able to interpret QPCR, Zymography, ~omics data. 1: Experimental design The student: understands the C. elegans-related research in the context of developmental biology; understands the multidisciplinary approach to study tumor development and progression indicated with the provided articles of the research assignments. Understands the scientific model (organism) used and can relate this to other models used. 1: Experimental design ~20% 2: Experimenting ~60% 3: Results analysis ~20% 55% is sufficiënt (5.5) 1: Experimental design ~15% 2: Experimenting ~50% 3: Results analyses ~15% 4:Molecular Diagnostics ~15% 55% is sufficiënt (5.5) 157

158 Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM10-Sc Name: Short communication Form: Group Writing Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: Performs calculations prior to beginning lab work Is able to explain the theory behind all steps of the experiments Independently chooses the necessary experimental controls. Competence 3: Results analysis Conclusions and discussion Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature Suggests follow-up experiments. Experimenting (level III) Competence 3: Results analysis (level II) Validation Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Data processing Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Conclusions and discussion Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) Performs error analysis in the correct manner (if applicable). Competence 1: Design of experimental set up (level II) Gathering information and developing a research plan Searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources Forms a hypothesis based on the (intermediate) research question Integrates information into a comprehensive research plan (e.g. justifying the chosen method, describing necessary controls and availability of equipment) Is aware of the broader research context of their own experiments. Competence 2: Experimenting Independently chooses the necessary experimental controls. (level III; level II: selects, with guidance). Competence 3: Results analysis Data processing Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). (level II). Validation Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. (level II) Performs error analysis in the correct manner. (level II = level III). 2: Experimenting The student: can calculate end-concentrations; knows the principle of culturing C. elegans; knows the principle of RNAi; knows the principle of Western blotting; knows the principle of Immunofluorescence; is able to mention the proper controls. 3: Results analysis The student: is able to interpret RNAi, Immunofluoresence data and Western blot data. 4: Molecular Diagnostics The student: knowledge of Molecular Diagnostic tools and its application Layout All components of a short communication are presented coherently and professional knowledge is applied. English and the preferred spellings are those of the Oxford English Dictionary. Paper is written in the third person in an objective, formal, and impersonal style. AI units, symbols are presented correctly. Body of the paper: organized into logical sections. 1. Summary 2. Materials and methods 3. Results 4. Discussion and conclusion 5. List of references In general: content should be scientifically correct. See Assessmentform Short communication. 55% is sufficient (5.5) 158

159 Code: BM10-Pv Name: Defence project proposal Form: Group Oral Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) (level II) and the broader research context. (level III). Competence 5: Management and Administration Administration Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can understand it. Competence 6: Reporting and presenting Text Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house (HLO) guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level II) Is familiar with and applies the international conventions of scientific and academic writing. Reporting Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to in-house international guidelines (product criteria for lab journal and research report. (level III). Competence 3: Results analysis (level II) Validation Evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Data processing Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). Conclusions and discussion Performs error analysis in the correct manner (if applicable) Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. Competence 3: Results analysis (level III) Conclusion and discussion Suggests follow-up experiments Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context Independently discusses results in relation to their other experiments and compares these to published literature. Competence 6: Reporting and presenting Presentation Presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear and persuasive manner; applies general presentation techniques and answers questions. (level III). 1: reporting and presenting Indicates the goal of the presentation and the goal matches the assignment. Presentation structure has a beginning middle end with logical coherence. The presented figures/tables are correctly depicted and complete. 2: results analysis level II Results are presented in a critical and impartial manner and analyzed statistically. Presented results are interpreted on accuracy and reliability. A correlation/association between the results and the question/aim of the research question is made. 3: results analysis level III relates own research to the overall research on melanoma. Proposes a new follow-up hypothesis or follow-up experiments. See Assessment form Project proposal. 55% is sufficient (5.5) 159

160 Code: BM10-P Name: Practical Form: Individual Practical Weighting: 2 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Competence 2: Experimenting Preparation Performs calculations prior to beginning lab work Is able to explain the basic steps of the experiments Selects, with guidance, necessary experimental controls Ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions Is able to explain the theory behind all steps of the experiments Independently ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions Carries out the experiment within the given time Carries out experiments according to the protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is doing at all times Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered Is able to master new techniques quickly Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren: Discusses the execution of the experiment and results Suggests improvements to improve the execution of the research Independently carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable) Independently evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Competence 4: Quality (level 2) Is aware of the health and safety rules and works according to these rules Calibrates advanced equipment before beginning experiments. Competence 5: Management and Administration (level 3) Skills The student: is able to answer questions concerning the methodology of different protocols; controls if all materials are ready for use at the start of an experiment; executes the experiment according the guidelines of the protocols; is able to explain the underlying principle of each step in a protocol; standardizes equipment at the start of the experiment; solves simple problems by himself; makes sure that targets are met and that goals are reached and if necessary adapts the working activities; anticipates to changing circumstances ; executes experiments according to plan and, if necessary, under time pressure; demonstrates his ability to execute more experiments simultaneously; works according to safety and health regulations; leaves his bench cleaned and tidy; starts on time, is prepared and has an active working attitude; shows integrity, adaptability, perseverance and is motivated. Laboratory notebook The student: has his aim, hypothesis, methods, controls, safety and environmental regulations, and calculations noted in his notebook; keeps track of changes in his methods; encodes and stores chemicals and samples according to the appropriate method and records this in his notebook; has analyzed his results according to the appropriate method; executes the proper error analysis. A justified conclusion is drawn. The laboratory notebook is up to scratch and representative. See Assessment form Practical. 55% is sufficient (5,5) 160

161 Code: BM10-K1 Name: Knowledge test 1 Form: Individual Writing Encodes chemicals and samples; stores these in the correct manner Contributes to an efficiently functioning lab (tidies up, reports when reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment and solves minor malfunctions). Administration Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can use it. Competence 7: Methodology Works according to plan, also under time constraints Ensures that goals are reached and if necessary, makes adjustments to activities Is flexible in changing circumstances. Knowledge of Module 1: Pathogenesis-Cells turning ill Knowledge of the following cell biology topics: 7. Carcinogenesis (hallmarks of Cancer, Signal transduction, GTPases, Cell cycle and apoptosis. 8. Post-translational modification of proteins and chaperons Cell-Cell and Cell-Matrix adhesion 9. Wnt signalling in colon cancer development 1: ~80% 2: ~10% 3: ~10% 55% is sufficiënt Weighting: 1 Evaluation: Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM10-K2 Name: Knowledge test 2 Form: Individual Writing Weighting: 1 Knowledge of Module 2: Fighting pathogenesis: immunology of infectious diseases and Cancer. The student has knowledge of: pathogens: viruses, infection process, replication, disease development. the immunity to pathogens viruses, bacteria. Tolerance. vaccination. primary and secondary immunodeficiency. immunity to cancers. Migration Allergy and auto immunity ~50% Virology ~ 50% Immunology 55% is sufficient (multiple choice part 70%) Evaluation: 161

162 Mark Minimum passing grade: 5.5 Code: BM10-IPS Name: IPS Form: Individual IPS Weighting: 0 Evaluation: Sufficient /insufficient Minimum passing grade: V Competence 8: Co-operating Functioning in a group Adheres to the rules Makes a valuable contribution to the group Makes clear agreements with others and keeps to these Recognises their own role in a group; is aware of other roles in the group and works efficiently in the team structure. Works harmoniously with others. Communication Is able to communicate about their assignment with peers and lecturers applying basic rules of communication: Maintains eye contact with conversation partner Gives others opportunity to speak Takes initiative in the conversation Verbally expresses their opinion/message clearly Interacts with conversation partner/ensures the message is understood Accepts and gives feedback Is active in conflict resolution. / Is skilled in conflict resolution Keeps conversation on topic. Competence 6: Reporting and presenting In English: Is able to conduct discussions on work-related subjects. The student: has prepared the meetings by specifying the answers to the week assignments which are discussed and the assignments which are reviewed (k.o.); can demonstrate the specified answers to the week assignment to the tutor after setting a date (in writing or presentation): in all assignments all issues addressed are answered (k.o.); fulfils his roles (like chair, minute taker, etc.) (k.o.); recognises own role and input in the group and knows the other roles in the team; adjusts own work to the work of others; The student adheres to the rules agreed on (k.o.) asks questions and shares knowledge regarding the assignment, during tutor meetings. The student verbalizes clearly and audibly, maintains eye contact; focuses on the aim of the talk; let s others finish, interacts with his conversation partner and checks if the message is understood; gives group and class members feedback and is open to receiving feedback; offers a positive contribution to the group process by taking initiative and actively resolve conflicts. Group members evaluate the student's effort and involvement as positive All projects assignments are sufficient and all k.o. criteria and 70% of the other criteria need to be Satisfactory. 162

163 Evaluation form Practical work course 10 Name:.. Class:. Date: Competence/indicator Evaluation criteria Insufficient Sufficient Good Excellent Points , , , , , , , , , points 0-3 points Is able to explain the basic steps of the experiments; Selects, with guidance, necessary experimental controls. 8 points Ensures that all requirements are present before beginning the experiment and that calculations have been made, makes solutions. If applicable calibrates and knows how advanced equipment works before beginning experiments. 4 points - The experimental results are reproducible when different experiments are carried out more than one time 3 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered. Is able to explain more than the basic, but not all steps of the experiments; Independently selects standard experimental controls 10 points and independently makes solutions. Is able to explain the all of the experiments; Independently selects advanced experimental controls 14 points 6 points The experimental results meet the theoretical expectations / literature values and the student is able to deviate from/adjust the protocol where needed to obtain reproducible results that match with theoretical expectations 5 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems independently. 0-2 points 4 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems. 0-5 points 6 points 8 points 12 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Knockout 163

164 , , , , , points 0-5 points 0-2 points Leaves all work places organized and tidy and reports when reagents are (almost) finished. 6 points Works on one experiment at the same time and finishes this within the planned time; also under time constraints. 6 points If needed (changing circumstances: makes adjustments to project plan to reach the project goal. and: works at an always organized work place, 8 points Works on multiple experiments at the same time 8 points 3 points 4 points LAB JOURNAL Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook , , , , , , , , , , , , , , , , points 0-5 points 0-5 points 0-5 points and: solves problems at machines 10 points Works on multiple experiments at the same time and finishes them without organisational problems. 10 points and: sets priorities in working activities 5 points Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the week. 6 points 8 points 10 points Each laboratory session contains aim, M&M, any deviations from those, used apparatus and manufacturers of used kits 6 points 8 points 12 points Each laboratory session contains results, processing of data and interpretations/discussion 6 points 8 points 10 points conclusions and suggestions for follow-up research) at the end of the week. 6 points and: the conclusions with respect to the reliability and accuracy of the results and interpretation of the results with respect to the research question are scientifically correct. 8 points and: the error discussion and suggested follow-up experiments are meaningful. 12 points Knockout 164

165 Overall assessment All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10 Feedback Name and signature assessor 165

166 Assessment form Short communication Course 10 Name:.. Class:.. Date: Competence Criteria writing: The paper is written in correct scientific English. The language English and the preferred spellings are those of the Oxford English Dictionary. maximum points 10 Points rewarded A reference list is given and good (cross-) references in the text (to references). Knock-out Knock-out All components of the short communication (see assignment short communication) are presented coherently. Professional knowledge is applied in the correct manner. Knock-out Knock-out Abstract Abstract of not more than 250 words: comprehensively covers the aims of the work, methods used, results obtained, and conclusions reached. 10 Introduction Background information related to the assignment is presented and gives enough information to understand the research Normal and pathogenic function and role of important gene(s) is presented a clear and well formulated hypothesis/research question is presented. Materials and methods Methods describes how the key-steps of the experiment and performed and can be repeated by others including controls. Samples and/or biological materials are presented in an understandable way. Results The research performed is described in a logical order. Only results of key experiments are given. Experiments are introduced and correctly explained, individual experiments are connected in order to tell a story. The text should complement the figures or tables. The presented figures/tables are correctly depicted and supplemented with a legend clarifying its content. The content of the figures/tables is described in the text and uses statistics if applicable. Discussion The discussion section answers the question that was originally posed (=objective of the experiment)/ confirms or rejects the hypothesis/draws conclusions The discussion clearly reflects the performed research to a wider perspective. 10 The error discussion is clearly presented and contains comments on precision and reliability of the results. 5 Mark = 100 pts/10 max. 100 pts 166

167 Overall assessment Feedback All knock-out criteria should be met and the mark should be 5.5 to pass Name and signature assessor 167

168 Assessment form Project proposal Course 10 Name:.Class:..Date:. Competence Criteria maximum points Points rewarded Indicates the goal of the presentation and the goal matches the assignment. Presentation structure has a beginning middle end with logical coherence. The presented figures/tables are correctly depicted and complete. The presentation is suited to the level of the target audience in both language and terminology in correct scientific English Clear and definite conclusions are drawn. Engages in a professional discussion with the audience. Has contact with the audience (eye contact/verbal/nonverbal). Attitude: stands straight and moves hands freely. Varies his speaking. Speaks clearly and intelligibly. Volume is appropriate for the space/venue and audience. The (PowerPoint) slides are balanced in terms of text and use of graphics. Use a pointer correctly. A correlation/association between the results and the question/aim of the research question is made. Results are presented in a critical and impartial. Knock-out Presented results are interpreted on accuracy and reliability Relates own research to cancer research. 8 Proposes a new follow-up hypothesis Proposes and explains the follow-up experiments to push the fundamental OR applied research on cancer forward. The proposed research is feasible and justified with convincing arguments Proposes and explains other experimental techniques than used in this module Overall assessment Feedback 55 points are required to pass, Mark = total number of points / 10 Name and signature assessor 168

169 Titel OWE OWE 11: Stage Biologie en Medisch ECU 11: Internship Biology and Medical Code BM Doelgroep Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, niveau 3 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Stage POP Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 6. Studiepunten, studielast 30 stp / EC 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE en De stage sluit aan op de gevolgde OWE s van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens 9. Algemene omschrijving - Propedeuse behaald - Minimaal 50 stp in het 2 e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2 e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de stagedocent. Indien voldaan is aan de ingangseisen, mag de stage pas worden gestart na officiële goedkeuring van de opdracht, afgegeven door de stagecoördinator. De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen in een zelfstandig onderzoeksproject als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Studenten kunnen stage lopen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de afstudeeropdracht wordt vervuld. 10. Competenties Ontwerpen van experimentele opzet Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Samenwerken Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering Deeltentamens BM11-PB Portfolio assessment (PB) BM11-V Verslag (V) BM11-P Praktische werkzaamheden (P) Weging (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Compensatiemogelijkheden - Instap-voorwaarden Alle deeltentamens moeten voldoende zijn ( 5.5) tentamen Frequentie (deel)- tentamens Wordt het hele jaar aangeboden. 2 kansen per jaar. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk op de laatste 169

170 stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. 13. Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen Zie #OnderwijsOnline literatuur 15. Software Overig materiaal 17. Activiteiten Zie werkvormen. 18. Werkvormen De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de afstudeeropdracht wordt vervuld. 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Tijdens de stageperiode wordt een intervisie bijeenkomst georganiseerd waaraan actieve deelname verplicht is. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase n.v.t. 170

171 Toetsprogramma OWE 11: Stage Biologie en Medisch (BM11) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: BM11-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren (2.3.3). Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, (maar kan hiervan afwijken indien nodig); weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. Competentie 3: Resultaten analyseren (3.3.4) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren/presenteren Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken en communicatie houdt oogcontact met gesprekspartner; laat anderen uitpraten brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden; sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen; houdt gespreksdoel in het oog; Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen Benoemt zijn sterke en zwakke kanten Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op. Zie beoordelingsformulier Portfolio Zie beoordelingsformulier Portfolio Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn ( 5.5). Het portfolio staat inclusief onderzoeksverslag op het digitale portfolio (DPF). 171

172 (11.3.2) Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Code: BM11-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden , (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek , (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. ( Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten.) Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit , (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden , (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen , (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig) Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren , (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment ,(3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Stage Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie Zie beoordelings-formulier Werkzaamheden Biologie, Medische Research en Chemie. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 172

173 3.2.3., (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) (5.3.2.) Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen/gebruiken Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op) Competentie 6: Rapporteren/presenteren (6.3.2). Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond (6.3.2; aan diverse groep) op heldere (6.3.2; en overtuigende) wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; maakt contact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van een presentatie programma als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; (6.3.2; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan) Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten / project minimaal wekelijks resulterend in een lange termijn werkplan Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. 173

174 Code: BM11-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep Houdt zich aan regels Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan (8.3.1). Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden , (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project) , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica Zie beoordelings-formulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 174

175 Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). 175

176 Beoordelingslijst werkzaamheden stage Biologie, Medische Research en Chemie Naam student: Stageplaats: Studentnummer: Klas:.. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden Aantal gewerkte dagen is 90 of meer Professionele Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt ontwikkeling: integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde Werkhouding medewerker (11.3.3) Kwaliteitsbeheer: Veiligheid (4.1.1) Beheer & administratie: Labjournaal (adm) (5.2.5, 5.3.2) Regels (5.2.2) Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen Verwerkt informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega s het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen van werktafel, bestellen van materialenpparaten uitzetten, en correct gebruik van apparatuur etc. Onvoldoende Voldoende Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagebegeleider Datum Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent (examinator) tijdens het stage assessment. Dit eindcijfer kan afwijken van het berekende cijfer. De reden van afwijken wordt beschreven in het blokje opmerkingen. Cijfer Opmerkingen 176

177 Competentie + indicatoren Trefwoord ontwerpen (5 pnt) experimenteren (45 pnt) Inwerken (1.2.1, 1.2.2, 1.3.1) Onvoldoende Voldoende Bovengemiddeld Excellent - verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega s/ literatuur. Punten komt met - komt met juiste Ontwerpen voorstellen voor voorstellen voor (1.2.4, 1.3.3, de aanpak van het de aanpak van 1.3.4) onderzoek het onderzoek Punten Voorbereiden (2.1.3, 2.2.2, 2.3.2, 2.1.5) - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. en doet dit zelfstandig Punten Tempo van werken 2.2.4, 2.3.4) - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden Punten: Beheersing technieken (2.2.1,2.3.1, 2.2.3,2.3.3, 2.2.5, 2.3.5) - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens)... doet poging tot trouble shooting en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden lost praktische problemen effectief op (trouble shooting) Punten: Aantal gegeven punten 177

178 Dataprocessing (3.2.1, 3.3.1) - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding) doet dit zelfstandig Punten: resultaten analyseren (15 pnt) Validatie (3.1.2, 3.3.2) - doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid doet dit zelfstandig Punten: Conclusie en discussie (3.1.4, 3.2.2, 3.2.4, 3.3.5, 3.2.3, 3.3.4) - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit doet dit zelfstandig en maakt voorstellen voor vervolgexperimenten en legt verbanden met andere deelexperimenten en literatuurwaarden Punten: beheer en administratie (5 pnt) rapporteren/ presenteren (10 pnt) Beheer (5.2.1, 5.2.2, 5.3.1) - codeert monsters/oplossingen/ chemicaliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn en draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (lost kleine storingen op) Punten: Presentatie (6.2.3, 6.3.2) - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden. presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze Punten:

179 planmatig projectmatig werken (10 pnt) Plannen (7.2.1, 7.3.1) - plant en organiseert zijn werkzaamheden onder begeleiding doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in Punten: Uitvoeren (7.2.2, 7.2.3,7.3.2) - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk); - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig en stelt prioriteiten Punten: samenwerken (10 pnt) Functionere n in groep (8.1.1, 8.2.1, 8.3.1, 8.1.2) - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team. en gaat hier adequaat mee om en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen en heeft een duidelijke inbreng in het team Punten: Communica tie (8.1.3,8.1.4, 8.1.6, ) - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) en doet dit open en helder Punten: Aantal punten totaal Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (aankruisen wat van toepassing is)* Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksver slag gewerkt * dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag 179

180 Beoordelingslijst stageverslag Biologie, Medische Research, Chemie en Bio-informatica Naam student: Stageplaats: Studentnummer: Klas:.. Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer student (aantal punten / 10) 180

181 Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord Onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Aantal gegeven punten Vormgeving (6.3.1) Het verslag voldoet aan de algemeen geldende vormgevingseisen. Het lay-out van het verslag is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. Punten: Taalgebruik (6.3.1) Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) en is ondersteunend voor een helder en samenhangend verhaal. Punten: Samenvatting (6.3.1) De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. Punten: Inleiding (1.2.1, 1.3.1, 1.3.2, 1.3.5) De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. Punten: Materialen en methoden 2.3.1, 5.3.2) Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. Punten: Resultaten (6.3.1, 3.2.1, 3.3.1) Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. Punten: Resultaten (6.3.1, 3.2.1, 3.3.1) Rapport bevat leesbare figuren. Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten:

182 Discussie (3.1.2, 3.3.2, 3.1.4, 3.2.3, 3.3.4, 3.2.4, 3.3.5) Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Punten: Discussie (3.1.2, 3.3.2, 3.1.4, 3.2.3, 3.3.4, 3.2.4, 3.3.5) Er worden aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Er worden duidelijke en volledig doordachte aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: Discussie (3.1.2, 3.3.2, 3.1.4, 3.2.3, 3.3.4, 3.2.4, 3.3.5) De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten De discussie bevat volledige en correcte uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van alle resultaten Punten: Conclusie (3.2.2, 3.3.3) In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. alsmede op het overkoepelend project Punten: Literatuur (1.2.1, 1.2.2, 1.3.1) Het verslag bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Punten: Mate waarin student zelfstandig aan het verslag heeft gewerkt Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Punten Aantal punten totaal 182

183 BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut voor toegepaste Biowetenschappen en Chemie Student: Stagedocent: Studentnummer: OWE 11-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: Werkzaamheden: Verslag: Eindcijfer: (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Naam en handtekening stagedocent Datum

184 Beoordelingsformulier portfolio & assessment Naam: Datum: Deel 1: Checklist portfolio Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te zijn in het portfolio. Onderdeel portfolio Aanwezig Definitieve POP Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider Zelf geformuleerde leerdoelen n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider Reflectieverslag Onderzoeksverslag Alle onderdelen aanwezig: Deel 2: assessment portfolio Comp , , , Beoordelingscriterium Het portfolio is toegankelijk en compleet. Het reflectieverslag bevat een duidelijke terugblik op eigen handelen en ontwikkeling in relatie tot het POP. Onvoldoende Voldoende Goed Uitmuntend Aantal punten Portfolio De structuur en inhoudsopgave ontbreken, het is bijzonder lastig documenten te vinden. Het is soms lastig documenten te vinden en de structuur ontbreekt hier en daar. Alle documenten zijn vindbaar en het is gestructureerd. Alle documenten zijn vindbaar en het is bijzonder netjes en gestructureerd Het verslag bevat een onvolledige terugblik en vooruitblik waarin niet alle onderdelen van het POP aan bod komen. Het verslag bevat een terugblik en vooruitblik van de belangrijkste onderdelen uit het POP. Het verslag bevat een volledige en kritische terugblik en vooruitblik in relatie tot het POP. Het verslag bevat een buitengewoon nauwkeurige en kritische terugblik en vooruitblik met daarin een duidelijke koppeling naar het POP

185 Assessment 2.2.3, 2.3.3, , 3.1.4, 3.2.3, 3.3.4, , 1.3.5, 3.3.3, , De student kan de gebruikte technieken theoretisch toelichten. De student kan vragen naar aanleiding van het stageverslag beantwoorden. De student kan reflecteren op de inhoud van het onderzoek. Het onderzoek was van voldoende hoog niveau doordat het inhoudelijk complex was, of doordat de experimentele handelingen complex waren. De student communiceert op een heldere en prettige manier. Totaal aantal punten: De student heeft regelmatig moeite met het uitleggen van de achtergrond van een techniek. De student beantwoordt regelmatig vragen over eigen experimenten en resultaten niet correct. De student kan elke stap uit de gebruikte technieken uitleggen en verantwoorden. De student kan de gebruikte technieken in een overkoepelend theoretisch kader plaatsen. De student heeft correcte ideeën over het verbeteren van de gebruikte technieken voor vervolgonderzoek De student weet het antwoord op vragen over zijn eigen experimenten en resultaten. De student weet het antwoord op vragen over onderwerpen die zijdelings met het zijn onderzoek te maken hebben. De student weet het antwoord op vragen over een overkoepelend thema of onderzoek De student heeft moeite met het bedenken van alternatieve opties. De student bedenkt alternatieve experimenten. De student bedenkt een alternatieve onderzoekslijn. De student bedenkt een alternatieve onderzoeksvraag en onderzoekslijn De inhoud van het onderzoek was eenvoudig en de experimenten zijn lineair (achtereenvolgens) uitgevoerd. De student heeft vaak moeite met het helder formuleren en structuren van zijn antwoorden. De inhoud van het onderzoek was eenvoudig maar er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. De inhoud van het onderzoek was redelijk complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. De inhoud van het onderzoek was zeer complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd De student formuleert antwoorden op een begrijpelijke manier en beantwoord over het algemeen de vraag van de assessor. De student sluit in zijn antwoorden goed aan op de vragen van de assessor. De student sluit in zijn antwoorden zo goed aan op de vragen van de assessor dat er een dialoog ontstaat Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10): Feedback: Naam en paraaf assesor: 185

186 Beoordelingsformulier POP voor stage Naam:. Studentnummer:. Klas:. Datum: Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. niet voldaan voldaan Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 186

187 Titel OWE OWE 11: Stage klinische cytologie ECU 11: Internship: clinical cytology Code M11Kc Doelgroep Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, niveau 3 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek beroepstaken 4. Centrale N.v.t. beroepstaak 5. (Beroeps) Producten Stage POP Casus-verslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 6. Studiepunten, studielast 30 stp 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE en De stage sluit aan op de gevolgde OWE s van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens 9. Algemene omschrijving Propedeuse is behaald. Minor Klinische Cytologie is gevolgd. Minimaal 50 stp zijn behaald in het 2 e studiejaar van de hoofdfase en de praktijkbeoordelingen in het tweede studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien voldaan is aan de ingangseisen, mag de stage pas worden gestart na officiële goedkeuring van de opdracht. De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Studenten kunnen stage lopen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de afstudeeropdracht wordt vervuld. 10. Competenties Ontwerpen van experimentele opzet Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Samenwerken in een team Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering Deeltentamens M11Kc-P Praktische werkzaamheden (P) M11Kc-V Verslag (V) M11Kc-PB Portfolio-assessment (PB) M11Kc-TT Theorietoets klinische cytologie (TT) M11Kc-PT Praktijktoets klinische cytologie (PT) M11Kc-Tgem Gemiddelde theorietoets en praktijktoets (Tgem) Weging (1 x cijfer portfolio-assessment + 2 x cijfer praktische werkzaamheden + 1 x cijfer verslag + 2 x Kc-Tgem) / 6 Compensatiemogelijkheden Het gemiddelde cijfer van de theorietoets klinische cytologie en praktijktoets klinische cytologie 5,5 waarbij de deelcijfers

188 Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)- tentamens De deeltentamens verslag, praktische werkzaamheden en portfolio moeten voldoende zijn. Het gemiddelde cijfer van de klinische cytologie theorie en klinische cytologie praktijk 5,5 waarbij de deelcijfers 5.0. M11Kc-TT en PT: Periode 4, herkansing periode 4. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk op de laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. 13. Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen Zie #OnderwijsOnline literatuur 15. Software Overig materiaal 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen De Slb er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). Tijdens de stageperiode wordt de module Klinische Cytologie gevolgd: tijdens terugkomdagen wordt in theorie- en praktijklessen een onderwerp uit de klinische cytologie behandeld; op de stageplaats bestudeert de student in theorie en praktijk van het aan de orde zijnde onderwerp. Daarnaast is het gewenst dat de student de reeds behandelde onderwerpen oefent en herhaalt zodat hij/zij de nodige kijkervaring opdoet. Ook de kennis van de cervixcytologie dient tijdens de stage bijgehouden te worden. 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Halverwege de stage wordt er een intervisiebijeenkomst georganiseerd die verplicht is voor alle studenten. De begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. 10 lesdagen (terugkomdagen) klinische cytologie = 70 contacturen. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase n.v.t. 188

189 Toetsprogramma OWE 11: Stage klinische cytologie (M11Kc) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: M11Kc-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren (2.3.3). Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, (maar kan hiervan afwijken indien nodig); weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. Competentie 3: Resultaten analyseren (3.3.4) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren/presenteren Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken en communicatie houdt oogcontact met gesprekspartner; laat anderen uitpraten brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden; sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen; houdt gespreksdoel in het oog; Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen Benoemt zijn sterke en zwakke kanten Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op. Zie beoordelingsformulier Portfolio. Zie beoordelingsformulier Portfolio. Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn ( 5.5). Het portfolio staat inclusief onderzoeksverslag op het digitale portfolio (DPF). 189

190 (11.3.2) Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Code: M11Kc-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden , (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek , (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. ( Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten.) Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit , (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden , (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen , (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig) Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren , (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Stage Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Stage Medische Diagnostiek. 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende (5.5). 190

191 3.2.1.,(3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) (5.3.2.) Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen/gebruiken Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op) Competentie 6: Rapporteren/presenteren (6.3.2). Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond (6.3.2; aan diverse groep) op heldere (6.3.2; en overtuigende) wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; maakt contact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van een presentatie programma als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; (6.3.2; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan) Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 191

192 Code: M11Kc-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten / project minimaal wekelijks resulterend in een lange termijn werkplan Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep Houdt zich aan regels Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan (8.3.1). Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden , (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica. 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende (5.5). 192

193 Ondergrens: 5,5 Code: M11Kc-TT Naam: Theorietoets klinische cytologie Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Cijfer (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project) , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Competentie 3: Resultaten analyseren , (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment , (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek , (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project) , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren De student kan de volgende processen beschrijven, herkennen en theoretisch verantwoorden: introductie in de klinische cytopathologie: toepassing, grenzen en caveats, celtypen - en patronen, dd s en verslaglegging; cytologie van de thoracale organen: Long brush/spoeling/tbna, EUS/EBUS FNA; Mediastinum en thoraxwand; Indicaties en mogelijkheden, patronen, verslaglegging; aspiratiecytologie van de mamma en de oksellymfklieren; indicaties en mogelijkheden, patronen, verslaglegging; cytologische analyse van spontane urine en BWA; celbeelden, gradering, bewerkingsmethoden, verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de speekselklier en cysteuze afwijkingen; Indicaties en mogelijkheden, verwerking, patronen, dd s en verslaglegging, lymfklier; 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende (5.5). 193

194 Ondergrens: 5,0 Code: M11Kc-PT Naam: Praktijktoets klinische cytologie Vorm: Schriftelijk Individueel Screenen van preparaten (microscopie). Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,0 Code: M11Kc-Tgem Naam: Gemiddelde Theorietoets en Praktijktoets klinische cytologie Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)/ Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Competentie 3: Resultaten analyseren , (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment , (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek , (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project) , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)/ Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). immunocytochemie in de dd van pleuravocht en ascites: celblokprocedure, techniek, celtypen en panels, kwaliteitscontrole, pitfalls en verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de schildklier; cytologische analyse van vochten(pleura en ascites): patronen, celtypen, mesotheelreacties, dd s, caveats en verslaglegging. De student kan de volgende processen beschrijven, herkennen en theoretisch verantwoorden aan de hand van microscopische preparaten: cytologie van de thoracale organen: Long brush/spoeling/tbna, EUS/EBUS FNA; Mediastinum en thoraxwand; Indicaties en mogelijkheden, patronen, verslaglegging; aspiratiecytologie van de mamma en de oksellymfeklieren; indicaties en mogelijkheden, patronen, verslaglegging; cytologische analyse van spontane urine en BWA; celbeelden, gradering, bewerkingsmethoden, verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de speekselklier en cysteuze afwijkingen; Indicaties en mogelijkheden, verwerking, patronen, dd s en verslaglegging, lymfklier; immunocytochemie in de dd van pleuravocht en ascites: celblokprocedure, techniek, celtypen en panels, kwaliteitscontrole, pitfalls en verslaglegging; aspiratiecytologie van hals en hoofd: de schildklier; cytologische analyse van vochten(pleura en ascites): patronen, celtypen, mesotheelreacties, dd s, caveats en verslaglegging. Screenen van 18 preparaten, 10 punten per preparaat; 99 van de 180 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). Zie theorietoets en praktijktoets klinische cytologie. Zie theorietoets en praktijktoets klinische cytologie. Het gemiddelde cijfer van de theorietoets klinische cytologie en praktijktoets klinische cytologie 5.5 waarbij de deelcijfers 5.0. Vorm: Administratief Weging: 2 Beoordeling: 194

195 Cijfer Ondergrens: 5,5 195

196 Beoordelingslijst werkzaamheden stage Klinische Cytologie Naam student: Stageplaats: Studentnummer: Klas:.. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden Aantal gewerkte dagen is 90 of meer Professionele Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt ontwikkeling: integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde Werkhouding medewerker (11.3.3) Kwaliteitsbeheer: Veiligheid (4.1.1) Beheer & administratie: Labjournaal (adm) (5.2.5, 5.3.2) Regels (5.2.2) Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen Verwerkt informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega s het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen van werktafel, bestellen van materialen, apparaten uitzetten, en correct gebruik van apparatuur etc. Onvoldoende Voldoende Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagebegeleider Datum Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent (examinator) tijdens het stage assessment. Dit eindcijfer kan afwijken van het berekende cijfer. De reden van afwijken wordt beschreven in het blokje opmerkingen. Cijfer Opmerkingen 196

197 Competentie + indicatoren Trefwoord Onvoldoende Voldoende Bovengemiddeld Excellent Aantal gegeven punten ontwerpen (5 pnt) experimenteren (45 pnt) Inwerken (1.2.1, 1.2.2, 1.3.1) - verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega s/ literatuur. Punten Ontwerpen (1.2.4, 1.3.3, 1.3.4) - komt met voorstellen voor de aanpak van het onderzoek - komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het onderzoek Punten Voorbereiden (2.1.3, 2.2.2, 2.3.2, 2.1.5) - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. en doet dit zelfstandig Punten Tempo van werken 2.2.4, 2.3.4) - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden Punten: Beheersing technieken (2.2.1,2.3.1, 2.2.3,2.3.3, 2.2.5, 2.3.5) - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens)... doet poging tot trouble shooting en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden lost praktische problemen effectief op (trouble shooting) Punten:

199 planmatig projectmatig werken (10 pnt) Plannen (7.2.1, 7.3.1) - plant en organiseert zijn werkzaamheden onder begeleiding doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in Punten: Uitvoeren (7.2.2, 7.2.3,7.3.2) - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk); - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig en stelt prioriteiten Punten: samenwerken (10 pnt) Functionere n in groep (8.1.1, 8.2.1, 8.3.1, 8.1.2) - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team. en gaat hier adequaat mee om en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen en heeft een duidelijke inbreng in het team Punten: Communica tie (8.1.3,8.1.4, 8.1.6, ) - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) en doet dit open en helder Punten: Aantal punten totaal Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (aankruisen wat van toepassing is)* Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksver slag gewerkt * dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag 199

200 Beoordelingslijst stageverslag Biologie, Medische Research, Chemie en Bio-informatica Naam student: Stageplaats: Studentnummer: Klas:.. Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer student (aantal punten / 10) 200

203 BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut voor toegepaste Biowetenschappen en Chemie Student: Stagedocent: Studentnummer: OWE 11-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: Werkzaamheden: Verslag: Theorie Klinische cytologie: Praktijk Klinische cytologie: Eindcijfer: (1 x cijfer portfolio-assessment + 2 x cijfer praktische werkzaamheden + 1 x cijfer verslag + 2 x Kc-Tgem) / 6 De deeltentamens verslag, praktische werkzaamheden en portfolio moeten voldoende zijn. Het gemiddelde cijfer van de klinische cytologie theorie en klinische cytologie praktijk 5,5 waarbij de deelcijfers 5.0. Naam en handtekening stagedocent Datum

206 Beoordelingsformulier POP voor stage Naam:.. Klas:.. Studentnummer: Datum: Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. niet voldaan voldaan Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 206

207 OWE 11: Stage medische microbiologie Titel OWE ECU 11: Internship: medical microbiology Code M11Mm Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten 6. Studiepunten, studielast 7. Samenhang met andere OWE en 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Voltijd studenten Hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Stage POP Casus-verslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 30 stp 840 SBU De stage sluit aan op de gevolgde OWE en van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. Propedeuse is behaald. Minor Medische microbiologie is gevolgd. Minimaal 50 stp zijn in het 2 e studiejaar van de hoofdfase gehaald en de praktijkbeoordelingen in het tweede studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. 9. Algemene omschrijving Indien voldaan is aan de ingangseisen, mag de stage pas worden gestart na officiële goedkeuring van de opdracht. De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen in een zelfstandig onderzoeksproject als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Studenten kunnen stage lopen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de afstudeeropdracht wordt vervuld. 10. Competenties Ontwerpen van experimentele opzet Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Samenwerken in een team Sturen professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens M11Mm-PB Portfolio assessment (PB) M11Mm-V Verslag (V) M11Mm-P Praktische werkzaamheden (P) Weging (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Compensatie-mogelijkheden - Instap-voorwaarden Alle deeltentamens moeten voldoende zijn ( 5.5). tentamen Frequentie (deel)-tentamens 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. 207

208 Inleveren verslag en portfolio uiterlijk op de laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. 13. Verplichte Zie #OnderwijsOnline literatuur 14. Aanbevolen Zie #OnderwijsOnline literatuur 15. Software Overig - materiaal 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen De SLB-er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). 19. Les- / Contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers Tijdens de stageperiode wordt een intervisiebijeenkomst georganiseerd waaraan actieve deelname verplicht is. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase. n.v.t. 208

209 Toetsprogramma OWE 11: Stage medische microbiologie (M11Mm) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: M11Mm-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren (2.3.3). Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, (maar kan hiervan afwijken indien nodig); weet te allen tijde exact wat hij/zij doet Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. Competentie 3: Resultaten analyseren (3.3.4) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren/presenteren Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken en communicatie houdt oogcontact met gesprekspartner; laat anderen uitpraten brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden; sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen; houdt gespreksdoel in het oog; Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen Benoemt zijn sterke en zwakke kanten Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op. Zie beoordelingsformulier Portfolio. Zie beoordelingsformulier Portfolio. Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn ( 5.5). Het portfolio staat inclusief onderzoeksverslag op het digitale portfolio (DPF). 209

210 (11.3.2) Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten.. Code: M11Mm-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden , (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek , (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. ( Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten.) Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit , (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden , (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen , (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig) Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren , (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Stage Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Stage Medische Diagnostiek. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 210

211 3.2.1.,(3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) (5.3.2.) Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen/gebruiken Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op) Competentie 6: Rapporteren/presenteren (6.3.2). Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond (6.3.2; aan diverse groep) op heldere (6.3.2; en overtuigende) wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; maakt contact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van een presentatie programma als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; (6.3.2; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan) Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 211

212 Code: M11Mm-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten / project minimaal wekelijks resulterend in een lange termijn werkplan Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep Houdt zich aan regels Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan (8.3.1). Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden , (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 212

213 Cijfer Ondergrens: 5, (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project) , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). 213

214 Beoordelingslijst werkzaamheden stage Medische Diagnostiek Naam student: Stageplaats: Studentnummer: Klas:.. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden Aantal gewerkte dagen is 90 of meer Professionele Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt ontwikkeling: integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde Werkhouding medewerker (11.3.3) Kwaliteitsbeheer: Veiligheid (4.1.1) Beheer & administratie: Labjournaal (adm) (5.2.5, 5.3.2) Regels (5.2.2) Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen Verwerkt informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega s het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen van werktafel, bestellen van materialenapparaten uitzetten, en correct gebruik van apparatuur etc. Onvoldoende Voldoende Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagebegeleider Datum Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent (examinator) tijdens het stage assessment. Dit eindcijfer kan afwijken van het berekende cijfer. De reden van afwijken wordt beschreven in het blokje opmerkingen. Cijfer Opmerkingen 214

215 Competentie + indicatoren Trefwoord ontwerpen (5 pnt) experimenteren (45 pnt) Inwerken (1.2.1, 1.2.2, 1.3.1) Onvoldoende Voldoende Bovengemiddeld Excellent - verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega s/ literatuur. Punten komt met - komt met juiste Ontwerpen voorstellen voor voorstellen voor (1.2.4, 1.3.3, de aanpak van het de aanpak van 1.3.4) onderzoek het onderzoek Punten Voorbereiden (2.1.3, 2.2.2, 2.3.2, 2.1.5) - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. en doet dit zelfstandig Punten Tempo van werken 2.2.4, 2.3.4) - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden Punten: Beheersing technieken (2.2.1,2.3.1, 2.2.3,2.3.3, 2.2.5, 2.3.5) - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens)... doet poging tot trouble shooting en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden lost praktische problemen effectief op (trouble shooting) Punten: Aantal gegeven punten 215

217 planmatig projectmatig werken (10 pnt) Plannen (7.2.1, 7.3.1) - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in Punten: Uitvoeren (7.2.2, 7.2.3,7.3.2) - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk); - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig en stelt prioriteiten Punten: samenwerken (10 pnt) Functionere n in groep (8.1.1, 8.2.1, 8.3.1, 8.1.2) - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team. en gaat hier adequaat mee om en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen en heeft een duidelijke inbreng in het team Punten: Communica tie (8.1.3,8.1.4, 8.1.6, ) - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) en doet dit open en helder Punten: Aantal punten totaal Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (aankruisen wat van toepassing is)* Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksver slag gewerkt * dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag 217

218 Beoordelingslijst stageverslag Biologie, Medische Research, Chemie en Bio-informatica Naam student: Stageplaats: Studentnummer: Klas:.. Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer student (aantal punten / 10) Competentie Trefwoord Vormgeving (6.3.1) Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Onvoldoende voldoende bovengemiddeld excellent Het verslag voldoet aan de algemeen geldende vormgevingseisen. Het lay-out van het verslag is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling. Punten: Taalgebruik (6.3.1) Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten). - Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) en is ondersteunend voor een helder en samenhangend verhaal. Punten: Aantal gegeven punten Samenvatting (6.3.1) De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden. Punten:

219 Inleiding (1.2.1, 1.3.1, 1.3.2, 1.3.5) De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren.. Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen. Punten: Materialen en methoden 2.3.1, 5.3.2) Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen. Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. Punten: Resultaten (6.3.1, 3.2.1, 3.3.1) Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. Punten: Resultaten (6.3.1, 3.2.1, 3.3.1) Rapport bevat leesbare figuren. Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. Punten: Discussie (3.1.2, 3.3.2, 3.1.4, 3.2.3, 3.3.4, 3.2.4, 3.3.5) Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur. Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur. Punten: Discussie (3.1.2, 3.3.2, 3.1.4, 3.2.3, 3.3.4, 3.2.4, 3.3.5) Er worden aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Er worden duidelijke en volledig doordachte aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. Punten: Discussie (3.1.2, 3.3.2, 3.1.4, 3.2.3, 3.3.4, 3.2.4, 3.3.5) De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten De discussie bevat volledige en correcte uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van alle resultaten Punten: Conclusie (3.2.2, 3.3.3) In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. alsmede op het overkoepelend project Punten: Literatuur (1.2.1, 1.2.2, 1.3.1) Het verslag bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. 219

220 Punten: Mate waarin student zelfstandig aan het verslag heeft gewerkt Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt Punten Aantal punten totaal 220

221 BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut voor toegepaste Biowetenschappen en Chemie Student: Stagedocent: Studentnummer: OWE 11-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: Werkzaamheden: Verslag: Eindcijfer: (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Naam en handtekening stagedocent Datum.. 221

224 Beoordelingsformulier POP voor stage Naam:.. Klas: Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. Studentnummer: Datum:.. niet voldaan voldaan Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 224

225 OWE OWE 11 Stage Bio-Nano: Introductie in de Bio-Nanotechnologie Minor Bio-Nano: Introduction in Bio-Nanotechnology Code M11BNT 1., Chemie 2. Doelgroep Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie 3. Beroepstaak/ Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek. beroepstaken 4. Centrale beroepstaak n.v.t. 5. (Beroeps) Producten Stage POP Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag Portfolio (PA) 6. Studiepunten 30 stp / EC 840 SBU 7. Samenhang met andere OWE-en De stage sluit aan op de gevolgde OWE s van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. Gedurende de stage Bio-Nanotechnologie wordt gewerkt aan een uitgebreid project met theoretische ondersteuning. 8. Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Propedeuse is behaald. Minimaal 50 stp in het 2 e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2 e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien een minor voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag is ingeleverd bij de begeleidende docent. 9. Algemene omschrijving De stage Bio-Nanotechnologie richt zich op de interface tussen biomedische technologie en chemie, in deze zin dan ook verbredend en verdiepend. Als rode draad door de stage loopt een project waarbij nanotechnologie een grote rol speelt en afhankelijk van de opdrachtgever, chemische/fysische eigenschappen van deeltjes of interactie van nanomaterialen met biologische systemen zal worden bestudeerd. Als ondersteuning van de praktijk worden er theoriemodules gegeven waaronder Zelforganisatie, Bioconjugatie, Analyse van nanomaterialen, Eiwitten als nanomaterialen, Biologische interacties van nanomaterialen en Monitoring en targeting van nanomedicijnen. De tutorbijeenkomsten behandelen verschillende weektaken en de gekozen contextgebieden zijn: farma, bioinspired en biobased. Deze verdieping en verbreding kunnen worden gezien als terugkomdagen. Deze stage bouwt voort op chemische, biologische en medische courses uit het tweede jaar en verdieping/specialisatie vanuit de Major. De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen in een zelfstandig onderzoeksproject, als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. 10. Competenties Ontwerpen van experimentele opzet Experimenteren Resultaten analyseren Kwaliteitsbeheer Beheer en administratie Rapporteren en presenteren Planmatig en projectmatig werken Samenwerken (multidisciplinair) Sturen professionele ontwikkeling 225

226 11. Beoordelings-criteria Zie bijgevoegd toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. 12. Tentaminering Deeltentamens M11BNT-PB Portfolio assessment (PB) M11BNT-V Onderzoeksverslag (V) M11BNT-P Praktische werkzaamheden (P) Weging Eindcijfer: (2xP + V + PB)/4 Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel) tentamens - Alle deeltentamens moeten voldoende zijn ( 5.5). 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk op de laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na de laatste stagedag. 13. Verplichte literatuur Zie #OnderwijsOnline 14. Aanbevolen literatuur Zie #OnderwijsOnline 15 Software Zie #OnderwijsOnline 16. Overig materiaal In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. 17. Activiteiten Zie werkvormen 18. Werkvormen De Slb-er begeleidt de student bij aanmelding Bio-Nanostage, waarbij deze moet passen bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student, bv student heeft minor CHP gevolgd en wil zich verdiepen in Nanotechnologie & Targettherapie. De student werkt minimaal 60 dagen aan een geselecteerd project, zie ook bijlage. Eventueel kan de uitvoering van het project ook buiten de HAN plaats vinden en wordt de verdieping/verbreding gevolgd in de vorm van terugkomdagen. Tijdens de stageperiode wordt een intervisie bijeenkomst georganiseerd waaraan actieve deelname verplicht is. Ondersteunend vak Nanotechnologie en toepassingen Zelforganisatie Bioconjugatie Analyse van Nanomaterialen Eiwitten als Nanomateriaal Biologische interactie van Nanomaterialen Monitoring (Oncologie) en targeting van Nanomedicijnen Werkvorm: hoorcollege en tutor 19. Les/ contacturen Periode 3: Tutor: 3 lesuren per week (aansluitend) Theorie Zelforganisatie: 9 lesuren Theorie Bioconjugatie: 9 lesuren Theorie Analyse van nanomaterialen: 7 lesuren, één uur per week. Gastcollege: 3 lesuren Periode 4: Tutor: 3 lesuren per week (aansluitend) Theorie Nanomaterialen en biologische interactie: 9 lesuren Theorie Oncologie en targeting van nanomedicijnen: 9 lesuren Theorie: Eiwitten als nanomaterialen: 7 lesuren, één uur per week. Gastcollege: 3 lesuren 226

227 Voor een overzicht van het gehele studiepad Bio-Nanostage, zie bijlage Studiepad Totaal: 840 klokuren 20. Onderwijs-periode Periode 3 en Maximum aantal deelnemers Het aantal aanmeldingen wordt ingedeeld in twee groepen op basis van hun achtergrond; (bio)medisch en chemie. Voor beide richtingen moet wel een stageplek beschikbaar zijn of waarvoor de student een stageplek heeft verworven. Afhankelijk van projecten kan hierin nog aanpassing plaats vinden. 227

228 Toetsprogramma OWE 11: Stage Bio-Nano: Introductie in de Bio-Nanotechnologie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Competenties met indicatoren Beoordelingscriteria Waardering / Cesuur Code: M11BN-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen Benoemt zijn sterke en zwakke kanten Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Competentie 6: Rapporteren/presenteren Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (gedeeltelijk). Zie beoordelingsformulier Portfolio. Zie beoordelingsformulier Portfolio. Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende zijn ( 5.5). Het portfolio staat inclusief onderzoeksverslag op het digitale portfolio (DPF). Ondergrens: 5,5 Code: M11BN-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. ( Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten.) Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding Maakt voorberekeningen Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen (2.3.3.) Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Stage Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie. Zie beoordelingsformulier Werkzaamheden Biologie, Medische Research en Chemie. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 228

229 Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project) (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur) (5.3.2.) Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op) Competentie 6: Rapporteren/presenteren (6.3.2). Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond (6.3.2; aan diverse groep) op heldere (6.3.2; en 229

230 overtuigende) wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen: er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart); spreekt duidelijk en verstaanbaar; maakt contact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt; maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten; verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt mogelijkheden van een presentatie programma als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap; (6.3.2; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan) Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken) Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep Houdt zich aan regels Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie Houdt oogcontact met gesprekspartner Laat anderen uitpraten Staat open voor en geeft feedback Neemt initiatief voor gesprek Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden Sluit aan bij gesprekspartner Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. 230

231 Code: M11BN-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet , (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project) , (3.3.4.) Bediscussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2) Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. Zie beoordelingsformulier Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). 231

232 Beoordelingslijst werkzaamheden stage Biologie en Medische Research en Chemie Naam student: Studentnummer: Stageplaats: Klas:.. Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden Aantal gewerkte dagen is 90 of meer Professionele Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt ontwikkeling: integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde Werkhouding medewerker (11.3.3) Kwaliteitsbeheer: Veiligheid (4.1.1) Beheer & administratie: Labjournaal (adm) (5.2.5, 5.3.2) Regels (5.2.2) Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen Verwerkt informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega s het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen van werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten, en correct gebruik van apparatuur etc. Onvoldoende Voldoende Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagebegeleider Datum Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent (examinator) tijdens het stage assessment. Dit eindcijfer kan afwijken van het berekende cijfer. De reden van afwijken wordt beschreven in het blokje opmerkingen. Cijfer Opmerkingen 232

233 Competentie + indicatoren Trefwoord Onvoldoende Voldoende Bovengemiddeld Excellent Aantal gegeven punten ontwerpen (5 pnt) experimenteren (45 pnt) Inwerken (1.2.1, 1.2.2, 1.3.1) - verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider. en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega s/ literatuur. Punten Ontwerpen (1.2.4, 1.3.3, 1.3.4) - komt met voorstellen voor de aanpak van het onderzoek - komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het onderzoek Punten Voorbereiden (2.1.3, 2.2.2, 2.3.2, 2.1.5) - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt. en doet dit zelfstandig Punten Tempo van werken 2.2.4, 2.3.4) - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden Punten: Beheersing technieken (2.2.1,2.3.1, 2.2.3,2.3.3, 2.2.5, 2.3.5) - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens)... doet poging tot trouble shooting en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden lost praktische problemen effectief op (trouble shooting) Punten:

235 planmatig projectmatig werken (10 pnt) Plannen (7.2.1, 7.3.1) - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in Punten: Uitvoeren (7.2.2, 7.2.3,7.3.2) - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk); - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig en stelt prioriteiten Punten: samenwerken (10 pnt) Functionere n in groep (8.1.1, 8.2.1, 8.3.1, 8.1.2) - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team. en gaat hier adequaat mee om en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen en heeft een duidelijke inbreng in het team Punten: Communica tie (8.1.3,8.1.4, 8.1.6, ) - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen) en doet dit open en helder Punten: Aantal punten totaal Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (aankruisen wat van toepassing is)* Veel begeleiding nodig Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt * dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag 235

236 Beoordelingslijst stageverslag Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bio-informatica Naam student: Stageplaats: Studentnummer: Klas:.. Aantal punten totaal Aanvullend commentaar Naam en handtekening stagedocent Datum Cijfer student (aantal punten / 10) 236

239 BEOORDELINGSFORMULIER STAGE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut voor toegepaste Biowetenschappen en Chemie Student: Stagedocent: Studentnummer: OWE 11-stage Beroepstaak: Stagebedrijf: Portfolio: Werkzaamheden: Verslag: Eindcijfer: (1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4 Naam en handtekening stagedocent Datum

242 Beoordelingsformulier POP voor stage Naam:. Studentnummer:. Klas:. Datum: Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten. niet voldaan voldaan Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd. Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie) 242

243 Bijlage Studiepad Stage Bio-Nanotechnologie 243

Nog meer weergeven