De invoering van Goed Gelezen!

Transcriptie

1 De invoering van Goed Gelezen! Het invoeringsprogramma Goed Gelezen! Begrijpend en studerend lezen is een leesmethode waarin de kinderen zich leerstrategieën eigen maken. Het is belangrijk om wat tijd te reserveren om goed met de methode te leren werken. Daarvoor is dit invoeringsprogramma opgesteld, waarmee u en de kinderen de methode leren kennen. Tijdens het invoeringsprogramma doet u een week langer over een blok: in plaats van 5 weken duurt het blok 6 weken. Het programma kan worden doorlopen: aan het begin van het schooljaar waarop voor het eerst met Goed Gelezen! wordt gewerkt, of aan het eind van het schooljaar vóór het eerste jaar dat met Goed Gelezen! wordt gewerkt. Als het invoeringsprogramma voor de zomervakantie wordt gevolgd, kunt u in het nieuwe schooljaar direct op de gewone manier met Goed Gelezen! beginnen. Dit invoeringsprogramma is uitsluitend nodig in het eerste jaar dat u met Goed Gelezen! Begrijpend en studerend lezen werkt. U gebruikt één blok uit het leerlingenboek als voorbeeld om inzicht te krijgen in de werkwijze van de gehele methode. Als u de eerste versie van Goed Gelezen! kent, kunt u uiteraard ook gebruikmaken van dit invoeringsprogramma, maar veel van de werkwijze zal u bekend voorkomen. Als u voor het eerst met Goed Gelezen! gaat beginnen in groep 4, is er geen specifiek invoeringsprogramma nodig. Goed Gelezen! Begrijpend en studerend lezen Leerlingenboek groep 6 Malmberg 6 Een apart invoeringsprogramma voor Goed Gelezen! Voortgezet technisch lezen is niet nodig. Het invoeringsprogramma is erop gericht de belangrijkste kenmerkende elementen van Goed Gelezen! Begrijpend en studerend lezen onder de aandacht te brengen. Aan de orde komen: inhoud organisatie didactiek. Tijdens het eerste jaar dat u met Goed Gelezen! werkt, maakt u uitgebreid nader kennis met alle onderdelen van de methode die in de lesbeschrijvingen worden toegelicht. Zo raakt u al werkende goed thuis in Goed Gelezen! Tijdens het invoeringsprogramma beperkt u zich tot enkele aandachtspunten. Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch 1

2 De invoering van Goed Gelezen! Waaruit bestaat Goed Gelezen!? Een overzicht van de methode vindt u terug in de Algemene Handleiding of in de kennismakingsbrochure. De structuur en organisatie van Goed Gelezen! worden toegelicht in hoofdstuk 5 van de Algemene Handleiding, bladzijde Goed Gelezen! heeft een eigen website waarop informatie, nieuwe werkbladen en vaakgestelde vragen te vinden zijn: Goed Gelezen! bestaat uit twee onderdelen: Begrijpend en studerend lezen (BSL): groep 4 8; Voortgezet technisch lezen (VTL): groep 4 6. De onderdelen kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt. Het is dus mogelijk dat u voor het voortgezet technisch leesonderwijs niet over Goed Gelezen! VTL beschikt. Goed Gelezen elezen! Goed Gelezen elezen! 4 4 Voortgezet technisch lezen Leerlingenboek groep 4 Malmberg Begrijpend en studerend lezen Leerlingenboek groep 4 Malmberg 2 Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch

3 In de praktijk Groep 4 De methode begint in groep 4. De leerkracht van groep 4 die voor het eerst met Goed Gelezen! gaat werken, moet inhoud, didactiek en organisatie van Goed Gelezen! natuurlijk wel goed leren kennen. We verwijzen daarvoor ook naar de handleiding van groep 4. Hierin bestudeert u vooral het hoofdstuk Goed Gelezen! in het kort in het jaargroepgedeelte (bladzijde 5-8) en vervolgens de Algemene Handleiding. Goed Gelezen! is afgestemd op de gangbare methoden voor aanvankelijk lezen. Het instapniveau in groep 4 is AVI-2. Voor kinderen die dat niveau niet bereikt hebben, biedt de methode een aantal extra mogelijkheden, zoals voorinstructie, de luistercd s waarop de teksten uit het leerlingenboek voorgelezen worden, de printbladen met vragen naar letterlijk begrip bij de teksten als alternatief voor de opdrachten uit het leerlingenboek, et cetera. Daarnaast adviseren we u dan ook met Goed gelezen! Voortgezet technisch lezen te werken. Groep 5 8 U bepaalt eerst of u voor of na de zomervakantie het invoeringsprogramma wilt volgen. Het weekoverzicht gaat ervan uit dat u dit invoeringsprogramma vanaf het begin van het schooljaar doorloopt. Als u voor de zomervakantie voorafgaand aan het eerste schooljaar Goed Gelezen! het invoeringsprogramma wilt doorlopen, gebruikt u blok 6 uit de methode. Doelen van het invoeringsprogramma: De leerkracht en de kinderen kennen het verschil tussen de verschillende typen lessen uit het leerlingenboek. De leerkracht en de kinderen kennen bij de bakkaarten het verschil tussen: bolletjeskaarten (eenvoudigste niveau); sterretjeskaarten (gemiddeld niveau); ruitjeskaarten (bovengemiddeld niveau); computerkaarten voor alle niveaus. De leerkracht en de kinderen hebben een keer gewerkt met de toepassingsles en de (digitale) bloktoets. Opmerking U bespreekt de lessen volgens de handleiding van het leerjaar. De bijzondere aandachtspunten voor het invoeringsprogramma staan hieronder beschreven. U wordt telkens verwezen naar korte hoofdstukjes van de Algemene Handleiding. Per week moet u voor dit invoeringsprogramma, net als voor de reguliere lessen, een boeken een bakles van ieder ongeveer 45 minuten plannen. De boek- en baklessen van één blok worden normaal gesproken in een periode van 5 weken doorgewerkt. Tijdens het invoeringsprogramma gebruikt u voor een blok minimaal 6 weken, zodat de kinderen en u zelf beter leren werken met Goed Gelezen!. Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch 3

4 Week 1 Blok 1 Les 1 Ieder blok begint met de Octo Dit ga je leren in blok 1 (bladzijde 6). Dit ga je leren in blok 1 Woordwijzers Let op woorden als hij, ze en die. Deze woorden wijzen naar andere woorden. 6 Details In een tekst staan veel details. Niet alle details zijn even belangrijk. Dit kan ik al Je mag kiezen tussen twee spellen. De spellen lijken op elkaar. Je let op de details. Wat zie je al? Op plaatjes bij de tekst zie je vaak belangrijke details. Wat weet je al? Niet alle details zijn hetzelfde. Je kunt details met elkaar vergelijken. Wat ga je doen? Je zoekt naar hetzelfde bij verschillende details. Je zoekt naar verschillen tussen dezelfde details. De Octo is een visueel hulpmiddel waarin de leerstof van het komende blok wordt gepresenteerd. Ook de Algemene Handleiding ordent de informatie met visuele organisers. De Octo speelt bij het begin van elke les een (soms beperkte) rol. In de afsluitende les van ieder blok vullen de kinderen zelf de lege plekken in de Octo aan. Hiermee geven ze aan wat ze in het blok hebben geleerd. Een kopieerblad met de Octo van elk blok zit in de kopieermap. Zie voor nadere informatie: Algemene Handleiding, hoofdstuk 3.10, bladzijde 24. Les 1 is een les waarbij u gebruikmaakt van directe instructie. U geeft eerst instructie, leest gezamenlijk de tekst, en de kinderen maken de opdrachten. Zie de Algemene Handleiding voor de verschillende lesmodellen, bladzijde 18. De directe instructie vindt plaats als interactief onderwijzen. Leest u daarvoor in de Algemene Handleiding hoofdstuk 3.3, bladzijde Wijs de kinderen op de kleuren aan de bovenrand van de bladzijden. De stap voor het lezen is oranje, lezen heeft een blauwe band en na het lezen een groene. voor het lezen lezen na het lezen Nadere informatie over het stappenplan vindt u in de Algemene Handleiding hoofdstuk 3.2, bladzijde Het denkplaatje in de linkerbovenhoek (bladzijde 7). Een denkplaatje is een visuele afbeelding van het leesdoel die in de les centraal staan. Het gebruik van de denkplaatjes wordt in de lesbeschrijving uitgelegd. Er zijn kopieerbladen van de denkplaatjes in de kopieermap opgenomen. 4 Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch

5 Week 1 Zie ook Goed Gelezen! in het kort, in het jaargroepgedeelte (bladzijde 5 8), en de Algemene Handleiding, hoofdstuk 3.6, bladzijde De stappen voor het lezen (bladzijde 7). Tijdens de stap voor het lezen oriënteren kinderen zich op de tekst die wordt gelezen. Het is niet nodig tijdens het actualiseren van de voorkennis ( Wat weet je al? ) uitgebreid op het thema van de tekst in te gaan. In de tekst kunnen de gebruikte woorden misschien om een toelichting vragen. De uitbreiding van de woordenschat vindt plaats tijdens de voorinstructie. In de lesbeschrijving van de voorinstructie staat altijd een toelichting op de woorden. U maakt in het invoeringsprogramma kennis met de voorinstructie tijdens les 3. De symbolen bij de opdrachten laat u tijdens deze les voor wat ze zijn. In week 3 van het invoeringsprogramma worden ze besproken. Blok 1 Bakles 1 Na de eerste boekles volgt op een later moment in de week een zogenoemde bakles. Hierin laat u de aangeboden oefenstof verwerken. De kaarten van een blok verwerken de oefenstof van een eerder blok, zodat kinderen er echt zelfstandig mee aan de slag kunnen. Tijdens het invoeringsprogramma is die oefenstof niet aangeboden, maar in tegenstelling tot de reguliere werkwijze met Goed Gelezen! laat u de kinderen tijdens de bakles nog niet geheel zelfstandig werken. U bent daarom beschikbaar om individuele kinderen te helpen. Aandachtspunten voor de bakles: De organisatie van het werken met de kaarten. U regelt de manier waarop kinderen de beschikking krijgen over een kaart. Tijdens de bakles kunnen meer kaarten gemaakt worden, afhankelijk van het tempo van ieder kind. Per blok zijn 33 kaarten beschikbaar op drie niveaus, waaronder 6 kaarten die op de computer worden verwerkt. U verdeelt voor deze les de kinderen in drie niveaus (zwakke lezers gemiddelde lezers betere lezers). Deze indeling kunt u in latere lessen veranderen. voor zwakkere lezers voor gemiddelde lezers voor betere lezers Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch 5

6 Week 1 De computerkaarten zijn geschikt voor alle niveaus; door de ondersteuningsmogelijkheden van de computer zijn ze ook geschikt voor de zwakke lezers. De computerkaarten kunnen desgewenst in tweetallen worden gemaakt. U organiseert hoe kinderen met deze kaarten werken (in het eigen lokaal of elders). Regel hoe de kinderen omgaan met een kaart die niet af is (zelf bewaren, terugplaatsen in de bak, laten noteren wie met welke kaart bezig is). Spreek af hoe kinderen kaarten omruilen die zijn gemaakt. 1 Nadere informatie over de bakkaarten vindt u in de Algemene Handleiding, hoofdstuk 4.3, bladzijde 29. Deel de registratiekaart uit de kopieermap uit. Hierop noteert elk kind welke kaart hij gemaakt heeft. De kleurenrand van de kaarten komt overeen met het boek. Ook de stappen zijn gelijk aan die van het boek. De stap voor het lezen neemt u met de kinderen door. Maak duidelijk dat de stappen altijd moeten worden gedaan. U bent als leerkracht echter niet in de gelegenheid te controleren of de kinderen echt de stappen voor het lezen zetten. Het is tijdens het invoeringsprogramma niet erg als de opdrachten niet allemaal af zijn. De symbolen bij de opdrachten laat u tijdens deze les voor wat ze zijn. In week 3 van het invoeringsprogramma worden ze besproken. 6 Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch

7 Week 2 Blok 1 Les 2 Les 2 is een les ontdekkend leren. In het leerlingenboek staat het symbool leesmaatjes, dat aangeeft dat de les in tweetallen wordt gemaakt. Bij een les ontdekkend leren maakt u de opdracht en de manier van samenwerken duidelijk. Vervolgens gaan de kinderen in tweetallen aan de slag. Ze lezen de tekst en maken de opdrachten. Zie de Algemene Handleiding voor de verschillende lesmodellen, bladzijde 18. Bij ontdekkend leren laat u de instructie aansluiten op de leesstrategieën van kinderen. De instructie komt na het lezen en nadat de kinderen de opdrachten hebben gemaakt. In een les ontdekkend leren wordt gebruikgemaakt van werkvormen van samenwerkend leren. Nadere informatie vindt u in de Algemene Handleiding, hoofdstuk 3.4, bladzijde en hoofdstuk 6.4, bladzijde Niet alle groepen zullen bekend zijn met werkvormen van samenwerkend leren. Indien uw groep en uzelf hiervan niet op de hoogte zijn, adviseren wij u tijdens het invoeringsprogramma (ook bij andere lessen) af en toe gebruik te maken van de voorbeelden van werkvormen op bladzijde 21. In Goed gelezen! in het kort wordt voor iedere jaargroep beschreven welke werkvormen in dat jaar aan bod komen. U bespreekt bij les 2 van het invoeringsprogramma vooral de stap lezen. Laat de Octo nog eens bekijken. Vraag de kinderen de les eens in zijn geheel te bekijken. Na twee of drie minuten controleert u of de kinderen de stappen voor het lezen hebben gebruikt. Goed Gelezen! heeft bij elke les een leesvraag opgenomen om activiteiten tijdens het lezen te stimuleren (herbezinning op het doel van het lezen, aanpassen van de leesstrategie, formuleren van de verhaallijn). U wijst de kinderen op de leesvraag op bladzijde 11, en laat zien dat de leesvraag tijdens het lezen van de tekst altijd nog een keer benadrukt wordt. Wat bespreekt u verder na afloop van les 2? De kleuren aan de bovenrand van de bladzijden: Wat betekenen de kleuren? Het denkplaatje in de linkerbovenhoek: Wat betekent het plaatje? Waar is het voor? Zie je ergens in het boek nog andere denkplaatjes? Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch 7

8 Week 2 Blok 1 Bakles 2 Na elke boekles volgt een bakles. Dat is na een les ontdekkend leren dus ook het geval. Zorg ervoor dat tijdens de baklessen van het invoeringsprogramma alle kinderen een keer een computerles maken. De bakles is bedoeld als lesuur zelfstandig werken (45 minuten). De bakles kan worden opgenomen in de weektaak, in een blokperiode of in een uur zelfstandig werken (Algemene Handleiding, hoofdstuk 3.5, bladzijde 22). Voor kinderen die moeite hebben met het werken in een schrift kunt u vanaf de cd-rom invulbladen printen van de bolletjeskaarten. Deze invulbladen bevatten precies dezelfde opdrachten als de papieren bakkaart, alleen is er ruimte om de vragen direct te beantwoorden. 8 Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch

9 Week 3 Blok 1 Voorinstructie les 3 Een aantal zwakke lezers neemt u apart voor de voorinstructie van les 3. U reserveert hiervoor ongeveer 30 minuten. Wenselijk is dat de voorinstructie één dag voor de echte instructie wordt gegeven. De voorinstructie staat beschreven in de lesbeschrijving in het jaargroepgedeelte van de handleiding (Les 3, Voorinstructie). Een belangrijk deel van de voorinstructie is de aandacht voor de woordenschat (Algemene Handleiding, hoofdstuk 3.9, bladzijde 23-24). Daarnaast worden de kinderen voorbereid op de tekst en op het lesdoel van de boekles. Voorinstructie Feit of mening? Voorbereiding stap voor het lezen Les 3 Blok 1 Blok 1 Les 3 Les 3 is net als les 1 een les directe instructie. U dient bij uzelf vast te stellen of u voldoende op de hoogte bent van de wijze waarop directe instructie wordt gegeven. In de kopieermap is een observatieblad opgenomen waarop u voor uzelf de diagnose kunt stellen. Deze diagnose maakt u bij deze les op. Ook vindt u in de kopieermap een observatieblad voor het leesgedrag van kinderen. Voor één of twee kinderen vult u het observatieblad in. U bladert als voorbereiding op les 3 het boek door en let daarbij op de tekstsoorten. In een bijlage van de Algemene Handleiding vindt u een overzicht van de soorten teksten. Hoofddoel oordelend begrip Lesdoel voorbereiden op de instructie van de les Materiaal leerlingenboek bladzijden 6 en Organisatie aan de instructietafel of in een kleine groep Woordenschat computerprogrammeur (iemand die programma s voor de computer maakt) sportverslaggever (journalist die in de krant over sport schrijft) manifestatie (met voorbeelden toelichten, demonstratie, feest of tentoonstelling) acteur (toneelspeler) U neemt de tekst met de kinderen door. Wijs de kinderen op de titel van de tekst. Vraag de kinderen of zij uit de illustraties kunnen opmaken waar de tekst over gaat of welke beroepen worden gekozen. Ga na of kinderen al eens hebben nagedacht over een mogelijk beroep dat ze willen kiezen. Vertel dat in de tekst veel verschillende kinderen aan het woord komen. Hierdoor lijkt de tekst een beetje op een toneelstuk. stap lezen U leest een deel van de tekst voor. De kinderen lezen onder uw leiding de rest van de tekst. Elk kind neemt een rol voor zijn rekening. Indien te weinig kinderen deelnemen aan de instructie verdeelt u de rollen anders. stap na het lezen Nieuw is de leerlijn voor Begrijpend luisteren. In veel lessen is een oefening opgenomen die inspeelt op het bereiken van de leesdoelen via het beluisteren (voorlezen) van een tekst. Zie de Algemene Handleiding, hoofdstuk 3.13, bladzijde 26. Kernpunten Bespreek de mening van de kinderen. Vraag de U leert de kinderen de tekst goed te lezen en kinderen met welk kind ze het niet eens zijn. verklaart de moeilijke woorden. Welk beroep zouden ze zeker nooit kiezen? Laat uitleggen welke argumenten daarvoor gelden. Leg uit dat in de tekst feiten staan. Feiten kunnen gecontroleerd worden door navraag te doen. Zoek al lezend naar feiten: ze zijn met de trein mee, zijn vader is conducteur, je moet veel weten over verschillende vakken. Attendeer de kinderen op het denkplaatje Balans. Dit denkplaatje symboliseert het onderscheid tussen feiten en meningen. Goed Gelezen! Handleiding BSL groep 6 Malmberg s-hertogenbosch 19 Tijdens deze les heeft u vooral aandacht voor de stap na het lezen en voor de differentiatievormen in Goed Gelezen!. U licht de symbolen toe die bij de opdrachten staan (samenwerken met je leesmaatje en de stap uit je boek - opdrachten, waarvoor andere teksten nodig zijn dan het leerlingenboek van Goed Gelezen!). Lees over de verschillende Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch 9

10 Week 3 soorten vragen de Algemene Handleiding nog eens na: hoofdstuk 3.8, bladzijde 23. Hoofdstuk 4 van de Algemene Handleiding is in zijn geheel aan differentiatie gewijd. U kiest één of meer leerlingen uit voor het werken met de volgende materialen die horen bij deze les 3. - Een blad met opdrachten die gebruikmaken van Meervoudige intelligentie (kopieermap, blok 1, les 3). Deze opdrachten kunnen door alle kinderen worden gedaan in plaats van de reguliere opdrachten uit het leerlingenboek. In een bijlage van de Algemene Handleiding vindt u een overzicht van de werkvormen Meervoudige intelligentie. - Vragen over letterlijk begrip (te vinden op het leerkrachtendeel van het computerprogramma en op de site zijn bestemd voor de (zeer) zwakke lezers. Met behulp van deze vragen kunt u kinderen mee laten doen met Goed Gelezen! door teksten samen te laten lezen of deze voor te lezen. De verwerking van de les beperkt zich tot eenvoudige vragen voor het letterlijk begrip. - De luistercd waarop de teksten van het leerlingenboek zijn ingesproken. U kunt zwakke of dyslectische lezers op deze manier de tekst van tevoren of na afloop nog eens laten beluisteren. - Bekijk de remediërende oefenstof in de kopieermap. Deze oefenstof kan op een apart tijdstip worden doorgewerkt onder begeleiding van een remedial teacher (klassenassistent, stagiair) of in plaats van de bakkaarten, terwijl u het kind begeleidt. De verwijzing naar deze remediërende materialen vindt plaats aan de hand van de resultaten op de bloktoets. - In de Algemene Handleiding, hoofdstuk 4, bladzijde vindt u meer over remediëring. De afsluiting van de les vindt u terug onder Waar kun je dit bij gebruiken? in het leerlingenboek (bladzijde 18). Bij elke les vindt u onder dit kopje één voorbeeld van een toepassing opgenomen. De stippellijn suggereert dat er nog tal van andere toepassingsvormen te vinden zijn. Ga met de kinderen na welke toepassingen u kunt bedenken. In de handleiding worden hier vaak ook suggesties voor gegeven. Als u werkt met Goed Gelezen! VTL (groep 4 6) kunt u ervoor kiezen deze leergang in het invoeringsprogramma te betrekken. U heeft een leerlingenboek met een werkboekje ter beschikking. U reserveert per week een half uur voor de les uit het leerlingenboek, en een half uur waarin de kinderen zelfstandig uit het werkboekje werken. U moet vaststellen welke kinderen deelnemen aan de VTL-lessen. Voor 90% van de 10 Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch

11 Week 3 kinderen zult u al weten of ze wel of geen behoefte hebben aan voortgezet technisch leesonderwijs. Voor die enkele leerling waar u bij twijfelt, kunt u de checklist gebruiken op bladzijde 6-7 van het jaargroepgedeelte van de handleiding van Goed Gelezen! VTL (de rode map). De lesbeschrijving vindt u in de handleiding VTL. Groep 7 en 8 geven geen instructie VTL meer, maar zorgen ervoor dat de technische leesvaardigheid op peil blijft tijdens de zogenaamde Stap in je rol -les. Zie hiervoor de handleiding BSL van de jaargroep; de teksten die hiervoor nodig zijn, vindt u in de kopieermap achter het tabblad Stap in je rol. In een bijlage van de Algemene Handleiding (bladzijde 49 50) zijn de werkvormen voor VTL opgenomen. Deze kunt u ook gebruiken voor het opstellen van een handelingsplan voor zwakke lezers. Blok 1 Bakles 3 Tijdens deze bakles laat u de kaarten verder verwerken. Let op of de gekozen niveaus (bolletje sterretje ruitje) goed aansluiten bij het niveau van de kinderen. Kinderen mogen ook wel eens een kaart uit een ander niveau kiezen als het onderwerp ze aanspreekt of om vast te stellen of ze dat ook aankunnen. Introduceer het antwoordenboekje. De kinderen kunnen nu zelf de kaarten nakijken. Print voor kinderen die moeite hebben met het werken in het schrift de invulbladen bij de bolletjeskaarten uit. U vindt deze printbladen op de cd-rom en op de site Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch 11

12 Week 4 Blok 1 Les 4 De vierde les is net als les 2 een les ontdekkend leren. De kinderen lezen de tekst en doen de opdrachten. U observeert de les en sluit met uw instructie aan op de aanpak van de kinderen. Wat betreft het al of niet bereiken van de leesdoelen vindt u in de lesbeschrijving aanwijzingen onder het kopje Leerpunten. Tijdens het invoeringsprogramma let u echter in het bijzonder op of de bespreekpunten uit dit invoeringsprogramma duidelijk genoeg zijn. Blok 1 Bakles 4 Tijdens deze bakles laat u de kaarten verder verwerken. Leest u nog eens de Algemene Handleiding, hoofdstuk 3.5, bladzijde 22 na. 12 Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch

13 Week 5 Blok 1 Les 5 Dit is een toepassingsles ( Stap uit je boek ). De bedoeling is dat kinderen wat ze in dit blok geleerd hebben, toepassen in zelfgekozen teksten. Natuurlijk vindt u in de kopieermap een reservetekst voor les 5. Gebruik die tekst alleen als kinderen echt geen eigen tekst bij de hand hebben. Les 5 geeft u conform de handleiding. Bij de Stap uit je boek -les hoort het afmaken van de Octo Wat heb je geleerd in blok 1?. Hierbij heeft u het kopieerblad uit de kopieermap nodig. Blok 1 Overzichtsles 5 Bij de Stap uit je boek -les 5 hoort geen bakles, maar de bloktoets. In dit invoeringsprogramma gebruikt u echter de tweede les van deze week om al het materiaal dat aan de orde is geweest nog eens door te laten nemen door de kinderen. Het gaat in ieder geval om de volgende materialen: Uit de kopieermap: - bakkaarten blok 1 (waarop de kinderen voor zichzelf geregistreerd hebben welke kaarten ze gedaan hebben); - voor enkele kinderen een opdracht rond Meervoudige intelligentie; - de ingevulde Octo Dit heb ik geleerd in blok 1; De zelfgekozen tekst die gebruikt is in boekles 5, de toepassingsles (of het gebruikte kopieerblad bij les 5); Als u ook met VTL werkt, het ingevulde werkboekje van blok 1; Misschien een opdracht uit het leerlingenboek of een kopie van een bakkaart. Deze materialen verzamelt u in een map. Samen vormen ze het leesportfolio. In de kopieermap is als laatste blad bij ieder blok een Portfolioblad te vinden, dat de kinderen zelf invullen (met uw hulp, zie de toelichting in de handleiding bij les 5). In Goed Gelezen! is het leesportfolio de brede toets. Kinderen kunnen (thuis) laten zien wat ze kunnen aan de hand van een zelf samengestelde map. Uw commentaar maakt deel uit van het portfolio. Zie voor het portfolio de Algemene Handleiding, hoofdstuk 7, bladzijde 41. Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch 13

14 Week 6 Blok 1 Toets Tijdens het reguliere werken met Goed Gelezen! heeft u in vijf weken een blok afgerond. In het invoeringsprogramma neemt u meer tijd om met de materialen kennis te maken, en doet u in week 6 de bloktoets. Deze toets is gericht op het toetsen van de leesdoelen uit ieder blok en kent dezelfde werkwijze en vraagstelling als toetsen uit uw bestaande leerlingvolgsysteem. De school heeft de keuze tussen (papieren) toetsboekjes en digitale toetsen die automatisch worden nagekeken. De toetsen zijn verder exact hetzelfde. U laat de kinderen de toets van blok 1 maken. Als u gekozen heeft voor de digitale toetsen kunt u de teksten voor laten lezen. U kunt dit voor ieder kind apart aan- of uitzetten. Op grond van de prestaties op de toets krijgt u vanuit de digitale toets een cijfer, en advies over extra hulp (een verwijzing naar baklessen en naar de remediërende materialen in de kopieermap). Als u de papieren toetsen gebruikt, kunt u de antwoorden en de normering vinden in de handleiding, achter het tabblad Antwoorden en toetsen. U maakt gebruik van de Toetsregistratiebladen in de kopieermap achter tabblad Algemeen om vast te stellen of de kinderen behoefte hebben aan remediëring. Algemene Handleiding, hoofdstuk 7 is gewijd aan de toetsen. U leest hier meer over breed en smal toetsen en het portfolio. En dan En dan bent u goed toegerust om met Goed Gelezen! te werken. En stelt u zich gerust als niet alles uit het invoeringsprogramma aan de orde is geweest. Als u werkt met Goed Gelezen! zijn tal van zaken al gauw bekend. Neemt u zich voor over een half jaar de Algemene Handleiding nog eens te lezen. Kijk eens of u dan nog nieuwe zaken tegenkomt. Bezoek van tijd tot tijd eens onze site Hier houden we u op de hoogte van ervaringen en vernieuwingen. 14 Goed Gelezen! Invoeringsprogramma Malmberg s-hertogenbosch