Resultaten van een telefoonenquête. Methode

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Resultaten van een telefoonenquête. Methode"

Transcriptie

1 H U I S A R T S & O N D E R Z O E K Z I J N B E L G I S C H E H U I S A R T S E N G E Ï N T E R E S S E E R D I N S P I R O M E T R I E I N D E E I G E N P R A K T I J K? Resultaten van een telefoonenquête V. VAN DER STIGHELEN, N.BOFFIN, D.PAULUS, D.LEGRAND, P.VAN ROYEN Naast anamnese en klinisch onderzoek benadrukken recente richtlijnen het belang van spirometrisch longfunctieonderzoek voor een juiste diagnose en inschatting van de ziekte-ernst bij astma en COPD. Maar hoe staan huisartsen tegenover dit onderzoek? Vinden ze het zinvol en haalbaar in de huisartsenpraktijk? Bezitten ze een spirometer, en zo ja, gebruiken ze die dan ook? En zijn huisartsen ten slotte voldoende opgeleid om een goed spirometrisch onderzoek te doen? Uit de resultaten van dit beschrijvend onderzoek blijkt dat een derde van de huisartsen een spirometer in de praktijk heeft, maar dat slechts de helft hem echt gebruikt. screenen op obstructief longlijden in de huisartsenpraktijk aan de hand van spirometrisch onderzoek het aantal niet-gediagnosticeerde astma- en COPD-gevallen aanzienlijk kan beperken 9,10. Omdat weinig is geweten over de interesse van huisartsen in het zelf uitvoeren van een spirometrisch onderzoek, wilden we in dit beschrijvend onderzoek nagaan in welke mate Belgische huisartsen een spirometer* bezitten en gebruiken, of zij spirometrie in de huisartsenpraktijk zinvol en haalbaar achten en wat hun interesse en voorkeuren zijn inzake spirometrieopleiding. Sommige studies wijzen erop dat screenen op obstructief longlijden in de huisartsenpraktijk aan de hand van spirometrisch onderzoek het aantal niet-gediagnosticeerde astma- en COPD-gevallen aanzien- Chronisch obstructief longlijden (COPD) en astma zijn frequente en mogelijk levensbedreigende gezondheidsproblemen. Momenteel staat COPD wereldwijd op de vierde plaats als doodsoorzaak. Verwacht wordt dat in de volgende jaren de prevalentie van en de mortaliteit ten gevolge van deze ziekte verder zullen stijgen 1. Daarnaast wijzen meerdere studies op een reële toename van de prevalentie van astma 2. Een tijdige en correcte diagnose van beide aandoeningen heeft duidelijke voordelen voor de patiënt, zowel wat de kwaliteit van leven als het ziektebeloop betreft. Zo is het nut van rookstop bij COPD en van medicamenteuze therapie bij mild en matig astma voldoende aangetoond 1,2. Toch is minder dan de helft van de astma- en COPD-lijders als dusdanig gekend 3. De meeste patiënten met luchtwegklachten raadplegen hiervoor eerst hun huisarts. Ook patiënten met licht en matige astma of COPD worden doorgaans door de huisarts begeleid. Recente richtlijnen benadrukken, naast anamnese en klinisch onderzoek, het belang lijk kan beperken van spirometrisch longfunctieonderzoek voor een juiste diagnose en inschatting van de ziekte-ernst, zowel bij astma als COPD 1-6. Er is overtuigende evidentie dat spirometrie nuttig én uitvoerbaar is in de huisartsenpraktijk 7, en dat resultaten van spirometrisch onderzoek het beleid bij en de behandeling van longpatiënten wijzigt 8. Enkele studies wijzen er bovendien op dat * Met een spirometer bedoelen we een modern kleine elektronisch toestel dat kan worden aangesloten op een computer en dat een betrouwbare meting geeft van FEV 1, FVC en FEV 1 /FVC. Methode Uit de bestanden van de voormalige Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH) en de Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG), die samen alle Belgische huisartsen bevatten, selecteerden we at random zeshonderd huisartsen. Zij ontvingen een brief met een korte uitleg over de bedoeling van de studie en de aankondiging dat een telefonisch interview zou worden afgenomen. Enkele dagen later namen twee onderzoekers contact op met de geselecteerde artsen. Minstens drie pogingen werden ondernomen om elke arts te contacteren. Artsen die het interview meer dan drie keer uitstelden, werden verondersteld niet te willen meewerken aan het onderzoek. We ontwikkelden op basis van het werk van O Dowd L. et al 11 een telefonische vragenlijst, aangepast aan de Belgische context, met twaalf vragen over verschillende topics: bezit van een spirometer, gebruik ervan in de dagelijkse praktijk (frequentie en indicatie), hinderpalen voor en voordelen van spirometrie, alternatieven (piekstroom, verwijzing), in het verleden genoten oplei- Huisarts Nu april 2006; 35(3) 141

2 ding en interesse in verdere opleiding (inhoud en vorm). Het waren gesloten vragen met, afhankelijk van de vraag, een wisselend aantal mogelijke antwoorden. Vijftien huisartsen toetsten de vragenlijst op haalbaarheid en duidelijkheid. De gegevens werden geanalyseerd met SPSS We testten de verschillen in proporties met een Pearson s chi-kwadraattest of een variantieanalyse (ANOVA) voor continue variabelen. Resultaten Respons en representativiteit Uit de initiële steekproef van zeshonderd huisartsen vermeldden er 102 (17 %) niet langer als dusdanig werkzaam te nooit gebruikt zijn, en konden er 87 (14,5%) na meerdere pogingen niet worden bereikt. Van de 411 gecontacteerde huisartsen weigerden er 114 (28 %) om geïnterviewd te worden. De reële respons op onze enquête bedroeg 60 % (297 op 498). We controleerden de representativiteit van de respondenten voor de volledige steekproef. Er waren geen significante verschillen in leeftijd, geslacht of praktijkorganisatie tussen de onderzochte en de volledige populatie Belgische huisartsen. Van de respondenten was 24 % vrouw, 70 % werkte als soloarts en het gemiddelde jaar van afstuderen was 1982 (SD 8,6). Bezit en gebruik spirometer Van de Belgische huisartsen die aan de enquête deelnamen, hadden er 103 (35 %) op het ogenblik van de enquête een spirometer in de praktijk. Deze huisartsen weken qua geslacht, jaar van afstuderen of praktijkorganisatie niet significant af van de totale huisartsenpopulatie. Van de 103 spirometerbezitters gebruikten er 53 (51 %) effectief hun spirometer, 26 (25 %) hadden het toestel vroeger wel gebruikt, maar deden dat niet meer en 23 (22 %) hadden het (zo goed als) nooit gebruikt. Twee derde van de spirometers was afkomstig van een farmaceutische firma (66 op 103). De voornaamste reden waarom de beschikbare spirometer niet werd gebruikt, was tijdgebrek (49 %; n=24) en onvoldoende kennis en vertrouwdheid met het toestel (28 %; n=12). Drie vierde (75 %; n=37) van de artsen die een spirometer bezaten maar niet gebruikten, overwoog hergebruik in de toekomst. Van de 103 spirometerbezitters gebruikten er 53 hun spirometer, 26 hadden het toestel vroeger wel gebruikt, maar deden dat niet meer, en 23 hadden het (zo goed als) Twee derde van de huisartsen vond dat spirometrie behoort tot hun takenpakket. Bezitters van een spirometer waren significant vaker van mening dat huisartsen spirometrie moeten uitvoeren Kenmerken van gebruik Huisartsen die in de eigen praktijk spirometrisch onderzoek verrichtten, deden dat bij de diagnostiek van de helft van de patiënten, zowel bij vermoeden van astma als van COPD (mediaan 5 op 10). Spirometrie werd herhaald bij de follow-up van drie op tien astma- en COPD-patiënten (mediaan 3 op 10). Er was een grote variatie tussen verschillende huisartsen (range 0-10 voor de vier variabelen). De meeste huisartsen maakten gebruik van drie parameters bij een spirometrische oppuntstelling: FEV 1 (éénsecondewaarde) (83 %; n=45); (F)VC (geforceerde vitale capaciteit) (59 %; n=32); FEV 1 /FVC (52 %; n=28). Een reversibiliteittest gebeurde minder vaak (31 %; n=16). Drie vierde van alle respondenten (72 %; n=215) gebruikte een piekstroommeter. Huisartsen die spirometrie uitvoerden, gebruikten minder vaak een piekstroommeter (OR 0,5; 95 % BI 0,26-0,98) (zie tabel 1). Van hen gebruikten er toch 32 de piekstroommeter (60 %; n=32). Zestig (20 %) huisartsen gebruikten geen spirometer of piekstroommeter. Problemen en voordelen Tijdgebrek (52 %; n=28) en problemen met het plannen van een spirometrie tijdens de consultatie (43 %; n=24) werden het meest aangehaald als factoren die beletten om een nuttig geacht spirometrisch onderzoek uit te voeren. Moeilijkheden bij de interpretatie van de resultaten (15 %; n=8) en problemen bij het uitvoeren van de test (11 %; n=6) waren minder belangrijk. Als grootste voordelen van het zelf uitvoeren van spirometrie, vermeldden de artsen vooral een meer accurate diagnostiek (54 %; n=29) en behandeling (48 %; n=26). Sommige huisartsen (28 %; n=15) waren van oordeel dat spirometrie de patiënt meer motiveert. Enkelen zagen als voordeel dat er minder (17 %; n= 9) of meer gericht (15 %; n=8) naar de longarts werd verwezen. Visie op spirometrie Wij stelden alle 297 huisartsen vier vragen over hun visie op spirometrie in de eerste lijn. Twee derde (67 %; n=194) van de huisartsen vond dat spirometrie behoort tot hun takenpakket (zie tabel 2). Bezitters van een spirometer waren significant vaker van mening dat huisartsen 142 Huisarts Nu april 2006; 35(3)

3 spirometrie moeten uitvoeren (OR 4,3; 95 % BI 2,23-8,4). Drie vierde van de huisartsen (78 %, n=226) achtte een vergoeding voor spirometrie wel nodig, bezitters significant vaker dan niet-bezitters (OR 2,04; 95 % BI 1,04-4,07). De meeste respondenten (85 %; n=251) stelden dat een specifieke opleiding in spirometrie noodzakelijk is. Minder dan één op vier huisartsen (24 %; n=70) oordeelde dat centra waar huisartsen in eigen beheer spirometrisch onderzoek kunnen laten uitvoeren, een goed alternatief zijn voor spirometrie in de eigen praktijk. In de groep spirometerbezitters was er geen significant verschil tussen gebruikers en niet-gebruikers. Tabel 1: Gebruik piekstroommeter en spirometer. Tabel 2: Visie op spirometrie. 1. Spirometrie behoort tot het takenpakket van de huisarts 2. Vergoeding voor spirometrie is nodig 3. Opleiding is nodig voor wie spirometrie wil doen 4. Centra voor spirometrie in eigen beheer zijn goed alternatief Tabel 3: Opleiding spirometrie. Huisarts met enige vorm van opleiding in spirometrie Meer opleiding is nuttig Bezitters N=103 (%) 86 (85) 87 (85) 87 (85) 22 (21) Bezitters N=103 (%) 63 (61) 78 (76) Tabel 4: Verband tussen opleiding en gebruik van spirometer. Gebruikt Gebruikt spirometer geen spirometer N=53 (%) N=243 (%) Gebruikt piekstroommeter 32 (60) 183 (75) Gebruikt geen piekstroommeter 21 (40) 60 (25) Niet-bezitters N=194 (%) 108 (56) 139 (72) 164 (85) 48 (25) Niet-bezitters N=194 (%) 38 (20) 134 (70) Opleiding Ongeveer één derde van de respondenten (34 %; n=101) had ooit enige opleiding in spirometrie gevolgd (zie tabel 3). Meestal gebeurde dit in het recente verleden (77 %; n=78 na 2000). Bijna de helft van deze opleidingen was georganiseerd door een farmaceutische firma (49 %; n=49); de andere werden gegeven door wetenschappelijke verenigingen en universiteiten (19 %; n=19) of kaderden in lokale navormingsactiviteiten (22 %; n=22). Huisartsen die een spirometer bezaten, volgden vaker een opleiding (OR 6,38; 95 % BI 3,63-11,28) (zie tabel 4). Van de huisartsen die op het moment van de bevraging hun spirometer gebruikten, hadden Totaal N=297 (%) 194 (67) 226 (78) 251 (85) 70 (24) Totaal N=297 (%) 101 (34) 212 (72) Spirometer Spirometer (ooit) gebruikt nooit gebruikt N=80 (%) N=23 (%) Opleiding gevolgd 55 (69) 8 (35) Geen opleiding gevolgd 25 (31) 15 (65) er twee op drie enige navorming gevolgd (66 %; n=36). Huisartsen die een spirometer hadden, zonder hiervoor een opleiding te hebben gevolgd, gebruikten hem significant minder (OR 4,13; 95 % BI 1,41-12,37). De spirometrieopleiding omvatte steeds (100 %; n=101) de interpretatie van de resultaten en bijna altijd de praktische uitvoering van het onderzoek (88 %; n=89). Vaak werden ook richtlijnen voor indicatiestelling van spirometrie behandeld (71 %; n=72). De meeste huisartsen (73 %; n=74) waren tevreden over de gevolgde opleiding. Vele huisartsen (71 %; n=212) vonden meer navorming over spirometrie wellicht zinvol, maar steeds met aandacht voor de drie bovenvermelde aspecten, met name interpretatie van de resultaten, praktische uitvoering van het onderzoek en richtlijnen voor indicatiestelling. Spirometriebezitters waren significant meer geïnteresseerd in opleiding dan niet-bezitters (OR 3,13; 95 % BI 1,79-5,50). Aan de artsen met interesse voor navorming (n=212) werd gevraagd onder welke vorm zij deze liefst georganiseerd willen zien. Er was een duidelijke voorkeur (86 %; n=182) voor opleiding en praktische training in kleine groepen. Een beperkte groep (14 %; n=30) koos uitsluitend voor vorming via audiovisueel materiaal (cd, video, internet). Iets meer huisartsen (23 %; n=48) opteerden voor een combinatie van training in kleine groepen, met ondersteuning via audiovisueel materiaal. Huisarts Nu april 2006; 35(3) 143

4 Bespreking In onze studie beschikt een derde van de huisartsen over een spirometer in de praktijk. Slechts de helft van deze toestellen wordt echt gebruikt. Een telefoonenquête bij 95 huisartsenpraktijken in Engeland in 1999 gaf resultaten die zeer gelijklopend zijn met de onze: een minderheid van de praktijken had een spirometer, ongeveer de helft ervan gebruikte hem wel, maar eerder voor de diagnosestelling dan voor de follow-up van obstructief longlijden 12. Even zelden werd reversibiliteit getest. En toch meenden de meeste huisartsen dat spirometrie hoorde te gebeuren. In een studie bij huisartsen in de Verenigde Staten en Canada bleek dat bij 68 % van de astmapatiënten nooit een spirometrisch onderzoek was uitgevoerd 13. Verschillende onderzoeken tonen aan dat de diagnosestelling van COPD en astma door huisartsen significant afwijkt van de bestaande richtlijnen. Een recent onderzoek bij Belgische huisartsen vond dat slechts 45 % van de COPDdiagnosen bij huisartsen was onderbouwd met spirometrie, en dat in slechts 28 % van de op spirometrie gebaseerde diagnosen, de huisarts het onderzoek zelf had uitgevoerd 14. Dit onderzoek vertoonde evenwel een slechte responsgraad bij huisartsen (15 %), hetgeen bovendien doet vermoeden dat de in spirometrie geïnteresseerde huisartsen oververtegenwoordigd waren. Anderzijds bevestigt dit onderzoek wel de resultaten van onze telefoonenquête, want ook hier gebruikten huisartsen hun spirometer slechts bij de helft van de patiënten die ervoor in aanmerking kwamen. Twee derde van de huisartsen vindt dat spirometrie tot hun takenpakket behoort. Het frequente gebruik van een piekstroommeter kan erop wijzen dat er inderdaad een behoefte is om de longfunctie te objectiveren. Bij deze studie zijn enkele bemerkingen te maken. We hebben alleen gepeild naar het gebruik van de spirometer in de eigen praktijk. In welke mate spirometrische evaluatie van patiënten na verwijzing naar de tweede lijn gebeurt, kan op geen enkele manier worden beoordeeld. Het gaat hier bovendien om een telefoonenquête. Het is dus mogelijk dat de antwoorden die we kregen een te rooskleurig beeld geven van de werkelijkheid. Wellicht worden er minder spirometers gebruikt en is er minder interesse in navorming. Nochtans menen we met onze studie een representatief overzicht te kunnen geven van het bezit en gebruik van spirometers in Belgische huisartsenpraktijken. Zeker is dat zelfs De belangrijkste hinderpalen voor gebruik van de spirometer zijn het gebrek aan tijd en (in mindere mate) aan kennis. Verder is er een duidelijke vraag naar opleiding als huisartsen een spirometer in hun bezit hebben, zij deze lang niet altijd gebruiken waar nodig. De belangrijkste hinderpalen voor gebruik zijn het gebrek aan tijd en (in mindere mate) aan kennis. Misschien kan een of andere financiële tegemoetkoming de gespendeerde tijd compenseren. Verder is er een duidelijke vraag naar opleiding. Aangezien ook andere studies het belang van training en kwaliteitsbewaking benadrukken 11,15, ligt het voor de hand dat hieraan wordt gewerkt. De onlangs opgestarte itol-spirometrie (interactieve thematische opleiding via internet) met handsonsessies in kleine groep, is hier een goed voorbeeld van. Besluit Slechts een minderheid van de Belgische huisartsen in ons onderzoek voert zelf spirometrisch onderzoek uit. Toch vinden de meesten dat dit behoort tot hun taak, en blijkt hun interesse in opleiding groot. Een financiële en wetenschappelijke ondersteuning is dan ook aangewezen om de bestaande hinderpalen uit de weg te ruimen. AUTEURS V. Van der Stighelen is huisarts te Mol-Wezel en verbonden aan de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek van Domus Medica vzw; N. Boffin is socioloog en stafmedewerker aan de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek van Domus Medica vzw; D. Paulus is huisarts en hoogleraar aan het Centre Universitaire de Médecine Générale (CUMG) van de UCL te Brussel en verbonden aan de groep Aanbevelingen van de Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG); D. Legrand is medewerker aan het Centre Universitaire de Médecine Générale (CUMG) van de UCL te Brussel; P. Van Royen is professor huisartsgeneeskunde en diensthoofd van het Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Antwerpen. S u m m a r y Use of and interest in spirometry in Belgian general practice: A telephone survey VAN DER STIGHELEN V, BOFFIN N, PAULUS D, LEGRAND D, VAN ROYEN P. We used a telephone questionnaire to interview a random sample of 600 Belgian primary care physicians about their possesion and use of a spirometer. Twelve 144 Huisarts Nu april 2006; 35(3)

5 questions covered different topics, as the possession of a spirometer, its use in daily practice (frequency and indications), barriers to and advantages of office spirometry, need for remuneration, interest in alternatives for spirometry in general practice, past training and interest in future CME sessions (content and implementation). About one third of belgian GP s has a spirometer in the practice. Only half of the devices is used, more for diagnosis than for follow-up, as much for asthma as for COPD. Shortage of time, and to a lesser degree lack of knowledge, are the main reasons for not (more frequently) using the spirometer. Nevertheless, 67 % of the interviewed GP s esteem spirometry to form part of their task, and 71% of them express interest in further training in spirometry, with a marked preference for practical training in small groups. MeSH Attitude of Health Personnel Education Equipment and Supplies Questionnaires Spirometry L i t e r a t u u r 1 Pauwels RA, Buist AS, Calverley PMA, et al. Global strategy for the diagnosis, management, and prevention of chronic pulmonary disease. Am J Respir Crit Care Med 2001;163: GINA Workshop Report. Global strategy for asthma management and prevention, updated April NIH Publication No Zaas D, Wise R, Wiener C. Airway obstruction is common but unsuspected in patients admitted to a General Medicine Service. Chest 2004;125: Kegels E, De Sutter A, Michels J, Van Peer W. Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering: Astma bij volwassenen. Huisarts Nu 2003;32: Geijer RMM, Thiadens HA, Smeele IJM, et al. NHG-Standaard COPD en Astma bij volwassenen: Diagnostiek. Huisarts Wet 2001;44: Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Bloomington (MN): Institute for Clinical Systems Improvement (ICSI), Schermer TRJ, Folgering HTM, Bottema BJAM, Jacobs JE, et al. The value of spirometry for primary care: asthma and COPD. Prim Care Respir J 2000; 9: Chavannes N, Schermer T, Akkermans R, Jacobs JE, et al. Impact of spirometry on GPs diagnostic differentiation and decision-making. Respir Med 2004;98: den Otter JJ, van Dijk B, van Schayck CP, et al. How to avoid underdiagnosed asthma/chronic obstructive pulmonary disease? J Asthma 1998;35: Buffels J, Degryse J, Heyrman J, Decramer M. Office spirometry significantly improves early detection of COPD in general practice. Chest 2004;125: O Dowd L, Fife D, Tenhave T, Panettieri R. Attitudes of physicians toward objective measures of airway function in asthma. Am J Med 2003;114: Dowson LJ,Yeung A, Allen MB. General practice spirometry in North Staffordshire. Monaldi Arch Chest Dis 1999;54: Fried RA, Miller RS, Green LA, et al.the use of objective measures of asthma severity in primary care: a report from ASPN. J Fam Pract 1995;41: Decramer M, Bartsch P, Pauwels R, Yernault JC, and the COPD advisory board. Management of COPD according to guidelines. A national survey among Belgian Physicians. Monald Arch Chest Dis 2003;59: Eaton T, Withy S, Garrett J, Mercer J, et al. Spirometry in primary care practice. Chest 1999;116: Deze studie werd gesponsord door AstraZeneca Huisarts Nu april 2006; 35(3) 145

Conflict van belangen

Conflict van belangen Validering van de 1-week papierenversie en 1-week smartphoneapplicatie van de Control of Allergic Rhinitis and Asthma Test (CARAT) de Jong C. 1, Baretta H. 1, van der Molen T. 1, de Kroon J. 1, van Heijst

Nadere informatie

Externe validering van een chronic obstructive pulmonary disease (COPD) diagnostische vragenlijst

Externe validering van een chronic obstructive pulmonary disease (COPD) diagnostische vragenlijst Externe validering van een chronic obstructive pulmonary disease (COPD) diagnostische vragenlijst Daniel Kotz Maastricht University Department of General Practice School for Public Health and Primary Care

Nadere informatie

COPDnet transmuraal ketenzorgmodel

COPDnet transmuraal ketenzorgmodel COPDnet transmuraal ketenzorgmodel integrale zorg in een geïntegreerde zorgketen LAN, Conferentie, 19 januari 2018 dr. A.J. (Alex) van t Hul Uitgangspunten/ aannames: 1. Uitkomsten van zorg voor mensen

Nadere informatie

NHG-standaarden Astma bij volwassenen en COPD

NHG-standaarden Astma bij volwassenen en COPD Richtlijnen NHG-standaarden Astma bij volwassenen en COPD Roeland M.M. Geijer, Mariska K. Tuut, Johannes C.C.M. in t Veen, Berna D.L. Broekhuizen, Niels H. Chavannes en Ivo J.M. Smeele* + Gerelateerd artikel

Nadere informatie

Astma en COPD: kernpunten voor management.

Astma en COPD: kernpunten voor management. Astma en COPD: kernpunten voor management. Dr.J.Buffels, Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde, K.U.Leuven. Januari 2008 Inleiding Deze tekst is een zeer beknopte herhaling van kernpunten inzake

Nadere informatie

Een case-finding onderzoek in de huisartsenpraktijk. 6-9 en case-finding 5-10. Beide methodes zijn complementair

Een case-finding onderzoek in de huisartsenpraktijk. 6-9 en case-finding 5-10. Beide methodes zijn complementair H U I S A R T S & O N D E R Z O E K V R O E G T I J D I G E D E T E C T I E V A N C O P D Een case-finding onderzoek in de huisartsenpraktijk J. VANDEVOORDE, S.VERBANCK, L.GIJSSELS, D.SCHUERMANS, D.DEVROEY,

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Resultaten uit vijf Vlaamse opleidingspraktijken

Resultaten uit vijf Vlaamse opleidingspraktijken Kwaliteit en haalbaarheid van spirometrie in de eerste lijn Resultaten uit vijf Vlaamse opleidingspraktijken P. Boeckxstaens, E. Vandedrinck, A. De Sutter Achtergrond Spirometrie is een valabel instrument

Nadere informatie

Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts

Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts Wat is nieuw in longfunctie? Jan Willem van den Berg Longarts Oude situatie Referenties dateren uit de jaren 50-60 Groep mijnwerkers en staalarbeiders (ECCS) Vrouwen niet als referentie geïncludeerd (globaal

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker Relatie tussen patiëntkenmerken en inhalatietechniek bij astma en COPD patiënten CAHAG conferentie 19 januari 2017 M.T. Lieshout, E.I. Metting, P. Hagedoorn, S. Schokker, E. Van Heijst, T. Klemmeier, M.R.

Nadere informatie

Introductie Boehringer Ingelheim

Introductie Boehringer Ingelheim Introductie Boehringer Ingelheim Kenmerken Boehringer Ingelheim Familiebedrijf, sinds 1885, Ingelheim am Rhein, Duitsland Niet beursgenoteerd, lange termijn strategie 145 vestigingen in 45 landen Ruim

Nadere informatie

The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society

The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society Historische context Nomenclatuur van longfunctie onderzoek onder vuur Geen evidentie dat weerstandsmeting nuttig is in de diagnostiek

Nadere informatie

Longzorg: alles onder controle?

Longzorg: alles onder controle? Longzorg: alles onder controle? Onno van Schayck Het meten van de integrale Gezondheidstoestand van COPD De laatste onderzoeksresultaten te bespreken op het gebied van de effectiviteit van de ziektelastmeter.

Nadere informatie

Accuraatheid en precisie van spirometers

Accuraatheid en precisie van spirometers Tjard Schermer, Eddy Verweij, Riet Cretier, Annelies Pellegrino, Patrick Poels Onderzoek Accuraatheid en precisie van spirometers Samenvatting Schermer TR, Verweij EH, Cretier E, Pellegrino A, Poels PJ.

Nadere informatie

Hoe kunnen we op een veilige manier minder antibiotica gebruiken? Een e-learning voor huisartsen.

Hoe kunnen we op een veilige manier minder antibiotica gebruiken? Een e-learning voor huisartsen. 1 18 november 2016 Hoe kunnen we op een veilige manier minder antibiotica gebruiken? Een e-learning voor huisartsen. Sibyl Anthierens, An De Sutter, Samuel Coenen Voor de Werkgroepen Ambulante praktijk

Nadere informatie

Oorspronkelijke stukken. t.r.j.schermer, h.t.m.folgering, j.e.jacobs, n.h.chavannes, j.hartman, c.van weel en b.j.a.m.bottema

Oorspronkelijke stukken. t.r.j.schermer, h.t.m.folgering, j.e.jacobs, n.h.chavannes, j.hartman, c.van weel en b.j.a.m.bottema Oorspronkelijke stukken Spirometrisch onderzoek bij patiënten met chronisch obstructief longlijden in de huisartspraktijk en in een longfunctielaboratorium even betrouwbaar, maar niet onderling uitwisselbaar*

Nadere informatie

Ondersteuning van astma zelfmanagement in de huisartsenpraktijk via internet: Karakteristieken van patiënten en het PatiëntCoach webportaal

Ondersteuning van astma zelfmanagement in de huisartsenpraktijk via internet: Karakteristieken van patiënten en het PatiëntCoach webportaal Ondersteuning van astma zelfmanagement in de huisartsenpraktijk via internet: Karakteristieken van patiënten en het PatiëntCoach webportaal Jaap K. Sont, associate professor Afdeling Medische Besliskunde

Nadere informatie

Samenvatting van de standaard Astma bij volwassenen (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Samenvatting van de standaard Astma bij volwassenen (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap voor de praktijk Samenvatting van de standaard Astma bij volwassenen (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap R.M.M.Geijer, I.J.M.Smeele en A.N.Goudswaard Zie ook de artikelen op bl.

Nadere informatie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie Werkwijze Interpretatie van spirometrie Document ID NVLA 160620 ww IntSpir Document titel Interpretatie van spirometrie Publicatiedatum Juni 2016 Versie 1.0 Herzieningsdatum Juni 2021 Doel Het standaardiseren

Nadere informatie

pneumologie informatiebrochure Piekstroommeting

pneumologie informatiebrochure Piekstroommeting pneumologie informatiebrochure Piekstroommeting Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. De piekstroommeter 4 3. Beperkingen piekstroommeting 5 4. Uitvoering piekstroommeting 6 5. Contactgegevens bij vragen 6 6.

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Samenwerking tussen de huisarts en tweedelijns zorg

Samenwerking tussen de huisarts en tweedelijns zorg 1 Samenwerking tussen de huisarts en tweedelijns zorg Een beschrijving van de astma/copd dienst in Groningen, de patiënten populatie en crosssectionele verschillen 1 Metting EI, 1 Riemersma RA 1, Boetje

Nadere informatie

Health-related quality of life and comorbidity in COPD patients in general practice van Manen, J.G.

Health-related quality of life and comorbidity in COPD patients in general practice van Manen, J.G. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health-related quality of life and comorbidity in COPD patients in general practice van Manen, J.G. Link to publication Citation for published version (APA): van

Nadere informatie

Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen

Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen Floor Borlée, Joris IJzermans, Christel van Dijk, Dick Heederik, Lidwien Smit Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Universiteit

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Nurse versus physician-led care for the management of asthma

Nurse versus physician-led care for the management of asthma TRAM onderzoek Nurse versus physician-led care for the management of asthma Maarten C Kuethe1, Anja A P H Vaessen-Verberne1, Roy G Elbers2, Wim MC Van Aalderen3 1. Paediatrics, AMPHIA Hospital, Breda,

Nadere informatie

status meting in Ketenzorgproject COPD regio Dordrecht

status meting in Ketenzorgproject COPD regio Dordrecht http://www.torito.nl/agenda/http://www.torito.nl/agenda/health status meting in Ketenzorgproject COPD regio Dordrecht Artikel Caravisie / augustus N. de Graaf, verpleegkundig specialist longziekten; R.

Nadere informatie

Chronisch obstructief longlijden (COPD)

Chronisch obstructief longlijden (COPD) Chronisch obstructief longlijden (COPD) Handleiding bij het organiseren van een evaluatie van uw medische praktijk 1 Voorbereiding voor een ICHO praktijk project & Master na master 1 Laatste bijwerking:

Nadere informatie

VRAGEN OVER GESTELDE VEEL COPD

VRAGEN OVER GESTELDE VEEL COPD VEEL GESTELDE VRAGEN OVER COPD VEEL GESTELDE VRAGEN OVER COPD Assoc. Prof. Dr. N.H. Chavannes Prof.dr. P.N.R. Dekhuijzen 2013 2013 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV, Houten Alle

Nadere informatie

Astma monitoring & E-health anno 2012. TRENDS XXII, Garderen

Astma monitoring & E-health anno 2012. TRENDS XXII, Garderen Astma monitoring & E-health anno 2012 TRENDS XXII, Garderen Eric de Groot, ISALA Zwolle Rijn Jöbsis, MUMC + Maastricht Leerdoelen monitoring astma Mate van astmacontrole staat centraal Eén ideaal instrument

Nadere informatie

Conflict van belangen

Conflict van belangen Steroïden en luchtwegverwijders: aparte inhalers of één langwerkend combinatiepreparaat? - een studieprotocol - Baretta H.J. 1, Metting E.I. 1, van Boven J.F. 1, Flokstra-de Blok B.M.J. 1, van der Molen

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Spirometrie in de Nederlandse huisartsenpraktijk

Spirometrie in de Nederlandse huisartsenpraktijk ceerde uwi s geen eerstekeusantibioticum te geven moeten nader worden onderzocht. Dankbetuiging De auteurs zijn de huisartsenpost Rotterdam-Zuid en de huisartsen die deelnamen aan het onderzoek zeer erkentelijk

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kinderen met astma die daar regelmatig klachten van hebben, krijgen vaak het advies van een arts om dagelijks medicijnen te gebruiken. Die medicijnen zijn meestal corticosteroïden

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Thorax/buik/organen. Circulatie en ademhalingsstelsel Longaandoeningen

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Thorax/buik/organen. Circulatie en ademhalingsstelsel Longaandoeningen Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Lung Information Needs Questionnaire (LINQ) Longziekten Informatie Behoefte Questionnaire Juli 2015 Review: 1. Dijcks B 2. Jungen MJH Invoer: Bokhorst ML

Nadere informatie

COPD Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

COPD Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg COPD Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Heldere afspraken over de manier waarop zorgverleners u helpen en ondersteunen bij uw chronische ziekte. Inleiding Bij u is de diagnose COPD (Chronic

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes?

Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes? Part A: Glycated hemoglobin A1c as a screening tool for detection of type 2 diabetes? Part B: Evaluation of point-of-care instruments for glycated hemoglobin A1c testing in an ambulant hospital setting

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Toestemming en bezwaar: Hoe wordt het patiënten gevraagd? Wat vinden ze daarvan? Nader gebruik lichaamsmateriaal en data die hieruit voorkomen

Toestemming en bezwaar: Hoe wordt het patiënten gevraagd? Wat vinden ze daarvan? Nader gebruik lichaamsmateriaal en data die hieruit voorkomen Toestemming en bezwaar: Hoe wordt het patiënten gevraagd? Wat vinden ze daarvan? Marjanka K Schmidt & Susanne Rebers Division Molecular Pathology Division Psychosocial Research and Epidemiology Nader gebruik

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Astma & COPD Uitgangspunten LTA en locale werkafspraak: Controle-eis LTA: Diagnostiek astma/copd (door huisarts) Controle bij astma en COPD

Astma & COPD Uitgangspunten LTA en locale werkafspraak: Controle-eis LTA: Diagnostiek astma/copd (door huisarts) Controle bij astma en COPD Astma & COPD Uitgaande van de Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Astma & COPD van 2002 (coproductie NHG: Nederlands Huisartsen Genootschap en NVALT: Nederlandse Vereniging voor Artsen voor Longziekten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

De complexe weg naar de diagnose astma of COPD

De complexe weg naar de diagnose astma of COPD B E S C H O U W I N G De complexe weg naar de diagnose astma of COPD Annelies Lucas Inleiding De diagnostiek van astma en COPD is niet gemakkelijk. Er is geen eenduidige maat voor, zoals een HbA1c voor

Nadere informatie

Hoeveel gezondheid levert onze gezondheidszorg op?

Hoeveel gezondheid levert onze gezondheidszorg op? Hoeveel gezondheid levert onze gezondheidszorg op? Ann Van den Bruel Senior Clinical Research Fellow Department of Primary Care Health Sciences University of Oxford Declaration Alma Ata 1978 Gezondheid

Nadere informatie

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen Voor: begeleider/presentator Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd. Interline januari 2010 INTERLINE

Nadere informatie

Dubbeldiagnose. Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts

Dubbeldiagnose. Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts Dubbeldiagnose Paul Bresser, longarts Anaïs van Essen-Rubingh, huisarts Quiz 1 COPD is een aandoening van Jonge mensen Oudere mensen Beiden Quiz 2 Astma is een aandoening van Jonge mensen Oudere mensen

Nadere informatie

Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen met astma in Nederland?

Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen met astma in Nederland? Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Walter Balemans, kinderlongarts Antonius ziekenhuis, Nieuwegein CAHAG conferentie, januari 2017 Gewetensvraag Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor April 2007

Factsheet Astma-/COPD-Monitor April 2007 Factsheet Astma-/COPD-Monitor April 7 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, Meer dan helft astmapatiënten heeft ziekte niet onder

Nadere informatie

Vijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd:

Vijf gedragsthema s lopen als een rode draad door de begeleiding van de patiënt met astma/copd: Praktijkondersteuning bij COPD en astma Doel van praktijkondersteuning is het ophogen en/of verdieping van kennis bij de patiënt en het daaraan verbonden zelfmanagement 1. De begeleiding richt zich in

Nadere informatie

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 1 Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit 2 Structure of the presentation - What is intercultural mediation through the internet? - Why

Nadere informatie

Geen aanwijsbaar klinisch nut voor het jarenlang in stand houden van periodieke controles van COPDpatiënten door een huisartsenlaboratorium*

Geen aanwijsbaar klinisch nut voor het jarenlang in stand houden van periodieke controles van COPDpatiënten door een huisartsenlaboratorium* Onderzoek Geen aanwijsbaar klinisch nut voor het jarenlang in stand houden van periodieke controles van COPDpatiënten door een huisartsenlaboratorium* Lisette van den Bemt, Tjard R.J. Schermer, Ivo J.M.

Nadere informatie

Regionaal formularium astma / COPD

Regionaal formularium astma / COPD Regionaal formularium astma / COPD Dr. V. van der Meer, huisarts / kaderarts astma COPD Drs. R. Roelofsen, huisarts / kaderarts i.o. astma COPD Welk middel en device kiest u? Mw. A, 40 jaar Astma, nieuw

Nadere informatie

Respiratoire revalidatie.

Respiratoire revalidatie. Respiratoire revalidatie Iris.coosemans@uzleuven.be Inactiviteit bij COPD Pitta, AJRCCM 2005 Gevolgen van inactiviteit COPD Ventilatoire noden Flow limitatie Air Trapping Hyperinflatie Dyspnoe Deconditionering

Nadere informatie

Diagnostic accuracy of FEV 1 /FEV 6 -based microspirometry to assess airflow obstruction in primary care. A systematic literature review

Diagnostic accuracy of FEV 1 /FEV 6 -based microspirometry to assess airflow obstruction in primary care. A systematic literature review Diagnostic accuracy of FEV 1 /FEV 6 -based microspirometry to assess airflow obstruction in primary care. A systematic literature review Tjard Schermer, Erik Bischoff, Patrick Poels, Alan Crockett, Lisette

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur

Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur Ketenzorg astma en het opzetten van een astmaspreekuur CAHAG cursus 22 maart en 14 april 2016 Gijs van der Bijll Jacob van Dijke Programma Leerdoelen en opzet van de workshop In gesprek aan de hand van

Nadere informatie

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te. De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te Stoppen The Influence of the Innovation Characteristics on the Intention of

Nadere informatie

Farmacogenetica en bijwerkingen Personalised medicine: een huisartsen visie op farmacogenetica

Farmacogenetica en bijwerkingen Personalised medicine: een huisartsen visie op farmacogenetica Farmacogenetica en bijwerkingen Personalised medicine: een huisartsen visie op farmacogenetica Symposium 25 jaar Lareb Dr. Isa Houwink, Huisarts en Postdoc onderzoeker Afdeling Klinische genetica, Sectie

Nadere informatie

Implementatie van de CAT in de huisartspraktijk: gevolgen voor aanpak en beleid van COPD- patiënten

Implementatie van de CAT in de huisartspraktijk: gevolgen voor aanpak en beleid van COPD- patiënten Implementatie van de CAT in de huisartspraktijk: gevolgen voor aanpak en beleid van COPD- patiënten Eyckmans Liesje, Universiteit Antwerpen Promotor: Prof. Paul Van Royen, Universiteit Antwerpen Master

Nadere informatie

5.1.1. Beschrijving algemene patiëntenpopulatie... 32 5.1.2. Aantal spirometrie-onderzoeken... 33 5.1.3. Beschrijving studiepopulatie... 33 5.1.4.

5.1.1. Beschrijving algemene patiëntenpopulatie... 32 5.1.2. Aantal spirometrie-onderzoeken... 33 5.1.3. Beschrijving studiepopulatie... 33 5.1.4. Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 3 2. Literatuuronderzoek... 4 2.1. Prevalentie en ernst van chronische luchtwegaandoeningen... 4 2.2. Nut van opsporen en behandelen van astma en COPD...

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie

IMPLEMENTATIE VAN SPIROMETRIE IN DE HUISARTSENPRAKTIJK BALEN-CENTRUM

IMPLEMENTATIE VAN SPIROMETRIE IN DE HUISARTSENPRAKTIJK BALEN-CENTRUM INTERUNIVERSITAIR CENTRUM VOOR HUISARTSENOPLEIDING IMPLEMENTATIE VAN SPIROMETRIE IN DE HUISARTSENPRAKTIJK BALEN-CENTRUM Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de Huisartsgeneeskunde

Nadere informatie

EVALUATIE REGIONALE TRANSMURALE AFSPRAKEN COPD REGIO UTRECHT

EVALUATIE REGIONALE TRANSMURALE AFSPRAKEN COPD REGIO UTRECHT EVALUATIE REGIONALE TRANSMURALE AFSPRAKEN COPD REGIO UTRECHT Mari-Liis Päeva m.paeva@students.uu.nl Introductie De drie Utrechtse ziekenhuizen (UMCU Utrecht, Diakonessenhuis en St Antonius ziekenhuis)

Nadere informatie

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Samenwerking en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg

Samenwerking en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg Samenwerking en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg Een beschrijvend/ evaluatief onderzoek naar de samenwerking en communicatie tussen huisartsen en specialisten binnen de anderhalvelijnszorg ZIO,

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Politiek burgerschap van migranten in Berlijn: De weerbarstige relatie tussen sociaal kapitaal en integratie van Turken, Italianen, Russische Joden en Aussiedler

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

GROEPSPRAKTIJKEN VAN VLAAMSE HUISARTSEN

GROEPSPRAKTIJKEN VAN VLAAMSE HUISARTSEN HUISARts NU RESEARCH GROEPSPRAKTIJKEN VAN VLAAMSE HUISARTSEN Samenstelling en gestructureerde samenwerking N. BOFFIN IS SOCIOLOOG EN STAFMEDEWERK- STER VAN DE WVVH-AFDELING ONDERZOEK; R. CUYPERS IS JURISTE

Nadere informatie

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda University of Groningen Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

List of publications. List of publications 213

List of publications. List of publications 213 List of publications List of publications 213 Publications in English Bekkema N., Veer A. de, Hertogh C. & Francke A. Perspectives of people with mild intellectual disabilities on care-relationships at

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

Achtergrond Waarom een zorgstandaard naast richtlijnen en protocol en?

Achtergrond Waarom een zorgstandaard naast richtlijnen en protocol en? Achtergrond Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) is een groeiend gezondheids(zorg)probleem. Vooral voor de patiënt zelf is COPD een grote last die in toenemende mate de kwaliteit van leven beperkt.

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker De mening van zorgprofessionals over inhalatiemedicatie instructie - Een focusgroep onderzoek - Hester Hoving Vera Otermann Studenten Geneeskunde Huisartsgeneeskunde UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële)

Nadere informatie

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens Longziekten en respiratoire revalidatie Prof Dr W. Janssens Definitie Respiratoire revalidatie is gericht op patienten met chronische longaandoeningen met klachten en gereduceerde activiteiten van het

Nadere informatie

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen?

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen? Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen? TRANZO ZORGSALON 14 oktober 2010 Marjolein Lugtenberg TRANZO, UvT/ PZO, RIVM Richtlijnen o Ter verbetering van kwaliteit van zorg o Bron van evidence-based

Nadere informatie

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Praktijkvoorbeeld: Eerstelijns ketenzorg astma in Maastricht-Heuvelland CAHAG conferentie 15 jan 2015. Maud van Hoof en Geertjan Wesseling

Praktijkvoorbeeld: Eerstelijns ketenzorg astma in Maastricht-Heuvelland CAHAG conferentie 15 jan 2015. Maud van Hoof en Geertjan Wesseling Praktijkvoorbeeld: Eerstelijns ketenzorg astma in Maastricht-Heuvelland CAHAG conferentie 15 n 2015 Maud van Hoof en Geertn Wesseling Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

Kwaliteitsbevorderend praktijkproject: Vroegtijdige diagnose van COPD door middel van spirometrie

Kwaliteitsbevorderend praktijkproject: Vroegtijdige diagnose van COPD door middel van spirometrie Kwaliteitsbevorderend praktijkproject: Vroegtijdige diagnose van COPD door middel van spirometrie Aerts Joke, Katholieke Universiteit Leuven Promotor: Prof. Dr. Vandevoorde, Vrije Universiteit Brussel

Nadere informatie

Het belang van ondersteuning van mensen uit de naaste omgeving voor mensen met astma of COPD Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Het belang van ondersteuning van mensen uit de naaste omgeving voor mensen met astma of COPD Geeke Waverijn & Monique Heijmans Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het belang van ondersteuning van mensen uit de naaste omgeving voor mensen met astma of, Geeke Waverijn & Monique Heijmans,

Nadere informatie

Met behulp van de nieuwe draagbare. diagnostiek van obstructieve longaandoeningen g in de huisartspraktijk mogelijk.

Met behulp van de nieuwe draagbare. diagnostiek van obstructieve longaandoeningen g in de huisartspraktijk mogelijk. Met behulp van de nieuwe draagbare elektronische spirometer is betrouwbare diagnostiek van obstructieve longaandoeningen g in de huisartspraktijk mogelijk. Degryse J, Buffels J, et al. BPCRG Spring meeting

Nadere informatie

ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep

ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep ERS European Spirometry Driving Licence Werkgroep Uitnodiging om deel te nemen aan een online enquäte naar spirometrie training Geachte medewerker in de gezondheidszorg die betrokken is bij spirometrie-onderzoek:

Nadere informatie

PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door

PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door onderzoek Context Belang van praktijkonderzoek (en het

Nadere informatie

Ziektelast hoe meet en bespreek ik dit? Annerika Slok, MSc

Ziektelast hoe meet en bespreek ik dit? Annerika Slok, MSc Ziektelast hoe meet en bespreek ik dit? Annerika Slok, MSc Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Spirometrie bij de huisarts:

Spirometrie bij de huisarts: Spirometrie bij de huisarts: De invloed van een korte online opfrissing Anneleen Huybrechts, KU Leuven Promotor: Prof. Dr. Johan Buffels, KU Leuven Master of Family Medicine Masterproef Huisartsgeneeskunde

Nadere informatie

Achtergronden casusschetsen astma/ copd

Achtergronden casusschetsen astma/ copd Achtergronden casusschetsen astma/ copd 7 augustus 2000 Inleiding Dit Interline programma is gemaakt voor groepen die (meer dan) een jaar geleden het longproject hebben gevolgd. Het is gedeeltelijk een

Nadere informatie