Psychologie. 1. Psychodynamische benadering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychologie. 1. Psychodynamische benadering"

Transcriptie

1 Psychologie 1. Psychodynamische benadering 1.1 Inleiding De psychodynamische benaderingen vormen de oudste psychotherapeutische benaderingen. Zij stammen af van de theorie van Sigmund Freud. Freud concentreerde zich op het innerlijk van de patiënt. Hij ondersteunde de patiënt om onbewuste zaken toe te laten in het bewuste. Later is de methode van de klassieke psychoanalyse verruimd in de psychoanalytische therapie waarbij therapeut en patiënt op een stoel tegenover elkaar zitten en waarbij er meer interactie is tussen beiden. Weggestopt verleden De verschillende vormen van psychodynamische therapie hebben een aantal overeenkomsten: ze gaan ervan uit dat patiënten vaak niet weten waarom ze iets doen, dat onbewuste gevoelens en wensen een rol spelen, dat ze moeilijke en angstwekkende gevoelens hebben weggestopt of dat ze er juist door overspoeld worden. Psychodynamische therapieën proberen onbewuste en moeilijk te hanteren wensen, motieven, gevoelens en gedachten bewust te maken en proberen de patiënt te leren ze te hanteren. We herhalen keer op keer onze problemen bij personen die in feite niets met die problemen te maken hebben. Dit verschijnsel wordt overdracht genoemd: we dragen iets van vroeger over op de situatie waarin we nu leven. Dit gebeurt meestal onbewust. In een psychodynamische therapie krijgen gevoelens en conflicten de ruimte die samen uit het verleden en nu nog actief zijn. Het is de bedoeling dat de patiënt leert deze gevoelens toe te laten, zodat hij ze opnieuw beleeft. Zo leert hij de gevoelens te benoemen, te begrijpen en ze alsnog te verwerken of te hanteren. 1.2 De theorie van Freud Sigmund Freud is waarschijnlijk de bekendste therapeut ter wereld. Het behandelen van een stoornis met een psychologische techniek was erg nieuw voor die tijd. Mensen met een psychiatrische stoornis werden heel lang gezien als slecht, crimineel of als lichamelijk ziek. Als een detective Freud gebruikte eerst hypnose om onbewuste conflicten boven water te halen. Later gebruikte hij de techniek van de vrije associatie, waarbij de patiënt in een ontspannen houding, liggend op een divan, in een veilige sfeer wordt aangemoedigd alles te zeggen wat er in hem opkomt, ook al lijkt het nog zo onbelangrijk. Freud was als een detective bezig om onbewuste zaken aan het licht te brengen en ze een plaats te geven. Onbewuste zaken hoefden niet meer weggestopt te blijven en konden gewoon bij de patiënt horen.

2 Freud probeerde alles te begrijpen. Hij vond niets gek, maar zocht naar een verklaring voor wat onbegrijpelijk leek. Hij probeerde de betekenis van elk gedrag, van elk symptoom, van elke opmerking te achterhalen. Hij geloofde dat dromen symbolen bevatten van onbewuste wensen, gevoelens en herinneringen. Darwin zag mensen als dieren die voortgedreven worden door natuurkrachten die uiteindelijk zijn gericht op overleving van de soort. Wat de mens volgens Freud echter onderscheidt van andere diersoorten, is de moeite die het kost om zijn natuurlijke seksuele en agressieve driften in gezonde, goede banen te leiden. Vier modellen In de loop van de tijd heeft de psychoanalyse allerlei veranderingen ondergaan. De Wolf onderscheidt hierin vier visies, vier modellen die verschillende uitgangspunten hanteren en die tot verschillende soorten therapieën leiden: 1. Het driftmodel dat het accent legt op verdrongen problemen uit de kindertijd die terug te voeren zijn op seksuele en agressieve driften. 2. Het objectrelatiemodel, dat de nadruk legt op de eerste relaties in de vroege kindertijd en op de manier waarop deze relaties een deel van onszelf zijn geworden, verinnerlijkt zijn. 3. Het zelfpsychologisch model, waarbij de aandacht niet zozeer uitgaat naar conflicten, maar naar tekorten. Deze tekorten leiden tot een zwakken identiteit, een zwak zelfgevoel. 4. Het interactioneel model legt de nadruk niet meer op innerlijke conflicten, maar op problematische conflicten tussen mensen. Men kijkt meer naar interpsychische problemen. Er wordt nagegaan hoe problematische interacties verklaard kunnen worden vanuit een diepliggend interactieschema in de persoon Het driftmodel: es, ego en superego Het driftmodel stelt dat de mens wordt voortgedreven door seksuele en agressieve driften. De seksuele drift is een levensdrift, een positieve drift die is gericht op genieten. Het werkt volgens het lustprincipe: het is gericht op behoeftebevrediging. Door deze levensdrift hebben we zin in dingen. Als we deze drift onderdrukken, worden we gespannen, dof, depressief en doods. De agressieve drift is een destructieve drift, gericht op de dood. Iedereen van ons wordt voortgedreven door zowel een levens- als een doodsdrift. Blinde krachten De driften zijn blinde, aangeboren, biologische krachten. Freud noemde ze daarom het es. Es is onbepaald. Het is een het. Het kenmerkt ons niet persoonlijk, maar het hoort bij onze soort. Iedereen heeft hetzelfde es. Het es bepaalt ons temperament. De driften zijn onze motor. Uitgestelde behoeftebevrediging Het is de kunst om gedurende ons leven onze behoeften te bevredigen, zonder daarbij anderen of onszelf in de problemen te brengen. Het ik moet de baas zijn

3 Om frustraties te leren verdragen moet het kind een ik, door Freud ego genoemd, ontwikkelen dat het es de baas is. Een goed functioneren mens is in staat zijn behoeftebevrediging uit te stellen, rekening te houden met de werkelijkheid en met anderen. Hij heeft daarin een bepaald vertrouwen en een bepaalde rust. Hij kan zoeken naar een goed moment om zich te uiten en ontwikkelt strategieën om de dingen te bereiken die hij wil. Hoe ontwikkelder ons ego is, hoe beter we de discipline kunnen opbrengen om ons es een uitgestelde behoeftebevrediging te laten verdragen. Verboden en geboden in het superego Behalve het ego ontwikkelt zich in de kindertijd nog een derde aspect binnen onze persoonlijkheid: het superego. Dit superego bevat geboden en verboden die vanuit de omgeving zij geïnternaliseerd, dat wil zeggen dat zij onderdeel van onszelf zijn geworden. Het superego bevat ook ideaalbeelden over hoe wij zouden moeten zijn. Het superego stuurt ons van binnenuit. Het zorgt voor bestraffende maatregelen als we onze driften op een onacceptabele wijze uiten, of als we geen rekening met anderen houden. Het superego kan ook gebrekkig ontwikkeld zijn. Dan ontbreekt het gewetensvol handelen. Zowel impulsen en wensen uit het es als eisen vanuit het superego zijn krachten die druk uitoefenen op ons ego: het es wil bevrediging en dat moet het ego regelen, het superego wil aan allerlei eisen voldoen, dat moet het ego ook regelen. Veel van deze krachten kunnen we niet onder ogen zien. In onze persoonlijkheid is dus sprake van een permanente dynamiek waarmee wij moeten kunnen omgaan. Er is sprake van psychodynamische activiteit Ontwikkelingsfasen van es, ego en superego Freud onderscheidde 5 fasen: 1. De orale fase 2. De anale fase 3. De fallische fase 4. Latentiefase 5. Genitale fase De orale fase Tijdens de orale fase is de bevrediging van de driften gericht op het ontvangen via de mond (drinken, sabbelen, bijten). Als een baby te weinig heeft ontvangen (liefde en aandacht) kunnen de babybehoeften blijven domineren. De anale fase

4 De anale fase is de periode van de zindelijkheidstraining, de periode waarin het kind een eigen wil krijgt en zijn ontlasting onder controle leert houden. Het kind beleeft plezier aan het bezig zijn met ontlasting en met de macht die het hiermee heeft. Dit is de koppigheidsfase waarin een kind een evenwicht moet zien te vinden tussen zijn eigen wil en die van de omgeving. Het ego ontwikkelt zich. Het kind ervaart dat het zichzelf en anderen kan controleren, dat het macht heeft. Kinderen die hun wil te weinig mochten uiten, kunnen als volwassenen bijvoorbeeld dwangmatig ingaan tegen alles wat met gezag te maken heeft. Kinderen die hun wil nooit begrensd zagen, kunnen moeite krijgen met discipline en opdrachten. De fallische fase Tijdens de fallische fase, in de kleutertijd, staat het geslachtsverschil centraal. Kleuters vinden het prettig hun genitaliën aan te raken. Ze kunnen ook jaloers worden op de speciale band die vader en moeder hebben en zich hier tussenwurmen. De fallische fase speelt ook een rol in relaties. Als er in deze fase iets niet goed gaat, zou je later problemen kunnen krijgen met liefdesrelaties, met seksuele trouw en met jaloezie. De fantasie komt tot bloei en het superego wordt gevormd. De latentiefase De persoonlijkheidsstructuur, met es, ego en superego, is min of meer uitgekristalliseerd. In deze fase is er wat psychodynamiek betreft wat meer rust. Het kind kan de blik meer op de buitenwereld richten en aandacht besteden aan school en leeftijdgenoten. De genitale fase In de puberteit en adolescentieperiode worden driften en conflicten weert actiever en kunnen oude conflicten opnieuw actueel worden bij het aangaan van volwassen rollen, zoals in relaties en werk. Als alles goed gaat, rijpt iemand uit tot een volwassen persoon die volwassen relaties kan aangaan op het gebied van werk, liefde en vriendschap. Regressie en fixatie Als de conflicten uit de verschillende fasen niet goed zijn opgelost, blijven ze actief. Vooral bij stress kan regressie (terugval) naar gedrag uit een kinderlijke fase optreden. Ons volwassen leven draagt volgens deze theorie sporen van de kindertijd. Het is de kunst om de manier waarop je in de vroege kindertijd gevormd bent dusdanig in je volwassen leven voort te zetten of om te buigen dat je er de minste problemen en de meeste voldoening door krijgt Afweermechanismen Als het misgaat in de kindertijd, ontwikkel je in de volwassenheid vaak minder goede aanpassingsstrategieën. Om gevoelens van angst onder de oppervlakte te houden, ontwikkelen we afweermechanismen. Het gebruik van een afweermechanisme heeft als voordeel dat het je helpt je minder angstig te voelen. Een nadeel kan echter zijn dat het veel energie kost. Een

5 afweermechanisme wordt pas een probleem als er veelvuldig minder werkzame afweermechanismen gebruikt worden en als de persoonlijke ontwikkeling erdoor wordt geblokkeerd. Verdringing Bij verdringing worden angstwekkende wensen, gedachten, impulsen weggestopt, maar ze blijven wel invloed uitoefenen. Reactieformatie Bij reactieformatie wordt een angstwekkende impuls onschadelijk gemaakt door het omgekeerde ervan in het bewuste toe te laten. Als je boze gevoelens hebt voor je moeder doe je misschien juist extra aardig tegen haar door grote bossen bloemen voor haar mee te nemen. Isolering Bij isolering wordt een ontoelaatbaar of angstwekkend gevoel afgesplitst van de rest van je persoon. Een gebeurtenis wordt bijvoorbeeld wel geregistreerd, maar je gevoel is er van afgesplitst. Intellectualisering Intellectualisering lijkt op isolering. Moeilijke innerlijke zaken worden met veel interessante en moeilijke woorden weggepraat. Projectie Bij projectie wordt een onacceptabele impuls bij jezelf geprojecteerd op een ander. Je ziet bij anderen zaken waar je bij jezelf bang voor bent. Splitsing Bij splitsing wordt iets of iemand gezien als of helemaal goed of helemaal slecht, of afwisselend als slecht en goed. Dit mechanisme wordt gebruikt als het te veel angst oproept om zowel iemands goede of slechte kanten te zien. Rationalisatie Bij rationalisatie wordt een impuls die eigenlijk wordt afgekeurd (door het superego) toch uitgeleefd en vervolgens goedgepraat. Je probeert fout gedrag met mooie praatjes recht te breien. Bij rationalisatie ben je niet aanspreekbaar op je gedrag, je redeneert eromheen. Verplaatsing Als je een impuls die gericht is op een bepaalde persoon, uit bij iemand anders, spreken we van verplaatsing. Boosheid op een collega wordt bijvoorbeeld niet geuit uit angst voor een conflict, maar thuis krijgt je partner vervolgens de volle laag om een kleinigheid. Sublimatie

6 Sublimatie is een afweermechanisme dat Freud aanraadde. Het ego kanaliseert hierbij je behoeften op zo n manier dat iedereen tevreden is, zowel jijzelf (je es en je superego) als je omgeving. Je zet een behoefte om in maatschappelijk gewaardeerd gedrag. Afweer en weerstand Er is een verschil tussen afweer en weerstand. Afweer heeft te maken met het afweren van gevoelens in de patiënt zelf. Weerstand is verzet tegen de therapie of tegen een gesprek over je eigen functioneren. Weerstand is naar buiten gericht. Afweer is gericht op het weghouden van een innerlijk conflict Therapieën vanuit het driftmodel De klassieke psychoanalyse gaat uit van het driftmodel en van de es- ego- superego- structuur van de persoonlijkheid. Het onbewuste conflict moet heel langzaam bewust worden. Het moet worden opengelegd. Er wordt ook wel gesproken van een openleggende of van een ontdekkende therapie of van een psychoanalyse. Het probleem wordt geanalyseerd doordat de onbewuste dynamiek die achter de problemen schuilgaat onder de loep wordt genomen. Abstinentieregel De psychoanalyticus zit aan het hoofdeinde en is niet zichtbaar voor de patiënt. Voor de therapeut geldt de zogenaamde abstinentieregel. Hij moet zich neutraal opstellen, geen persoonlijke mededelingen doen, niet te vriendschappelijk, maar ook niet koel reageren, zodat het proces van vrije associatie zo weinig mogelijk verstoord wordt. De therapeut probeert in een vrij zwevende aandacht alles op te merken wat de patiënt van zichzelf laat zien, zonder dat de patiënt iets van de beleving van de therapeut merkt. Overdracht De psychoanalyse roept het afweermechanisme verplaatsing of overdracht op: de patiënt moet zij oude, steeds terugkerende conflicten verplaatsen naar de therapiesituatie zodat die geëxploreerd en geanalyseerd kunnen worden. De therapeut probeert zaken met elkaar in verband te brengen en het proces te ondersteunen. Langdurig proces Het bewust worden en integreren van een onbekend, angstwekkend conflict is een langdurige, intensieve zaak. De patiënt zal weestanden vertonen en afweermechanismen gebruiken, omdat het ego het conflict onbewust wil houden. Eigenlijk wil de patiënt niet weten wat er met hem aan de hand is. Kortere trajecten De laatste jaren worden kortdurende psychodynamische therapieën steeds populairder. De patiënt moet hierbij in staat zijn om nogal wat spanning te verdragen, moet goed naar zichzelf kunnen kijken en in staat zijn tot kritische reflectie.

7 De therapeut heeft een actievere rol, stelt gerichter vragen en benoemt sneller weerstanden, verlangens en teleurstellingen, afweer, emoties en fantasieën Overdracht en tegenoverdracht Overdracht is het beleven van gevoelens bij iemand die horen bij een ander, meestal bij iemand uit het verleden. Je draagt gevoelens en gedrag die gericht zijn op de ene persoon, over op een andere persoon. Overdracht is te herkennen als er sprake is van gevoelens of gedrag dat te heftig is of niet passend bij de situatie of persoon. Bij alle psychoanalytische en psychodynamische therapieën speelt overdracht een positieve rol. Juist omdat het zich ook voordoet in de therapie, kan er iets mee gedaan worden. Aangezien de therapeut ook een mens is met onbewuste gevoelens en met een verleden, kan hij ook met overdrachtsgevoelens te maken krijgen. De patiënt roept bij hem dan iets van vroeger op. Dat wordt tegenoverdracht genoemd Therapeutische technieken en houding bij het driftmodel De therapeutische houding bij de klassieke psychoanalytische therapieën is een neutrale houding. De volgende technieken zijn hierbij van belang: Met vrij zwevende aandacht bij het verhaal van de patiënt betrokken blijven. Stimuleren van de patiënt. Open kunnen staan voor eigen reacties en gevoelens. De beleving van de patiënt kunnen exploreren. Verbanden zien tussen verschillende zaken. Herhalingspatronen kunnen waarnemen en duiden. Duiden en interpreteren. Open kunnen staan voor verschillende mogelijke interpretaties. De symbolische betekenis van gedrag, dromen, gevoelens en gedachten kunnen verkennen. Respectvol kunnen omgaan met weerstanden van de cliënt. Het kunnen doorwerken van verschillende afweermechanismen en betekenislagen in de patiënt. 1.3 Het objectrelatiemodel Het objectrelatiemodel benadrukt het belang van de eerste relaties uit ons leven. Het legt minder nadruk op innerlijke driften. Onder een objectrelatie wordt een innerlijke representatie verstaan van de relatie met een belangrijke ander. Met object wordt een persoon bedoeld. Binnen- en buitenwereld door elkaar Bij een baby lopen binnen- en buitenwereld nog door elkaar. Hij heeft nog weinig besef dat hij los van zijn moeder en anderen bestaat. Moeder wordt ervaren als een verlengstuk van zichzelf. Het proces van separatie- individuatie: het kind moet leren omgaan met separaties, met gescheidenheid, en moet een eigen identiteit (individuatie) gaan ontwikkelen. Eerste relaties

8 De eerste relaties hebben veel invloed op de manier waarop we later in het leven staan. Ze zijn verinnerlijkt en vormen in die zin een soort blauwdrukken, over hoe relaties in elkaar zitten. Deze schema s of innerlijke representaties, ook wel aangeduid als innerlijke objecten, weerspiegelen de wijze waarop het kind zijn omgeving heeft beleefd. Separatie- individuatie Het proces van losmaking vraagt om een voldoende mate van holding. Het moet zich op een veilige manier vastgehouden hebben gevoeld. Dat vasthouden moet zowel letterlijk gebeuren (fysiek koesteren en beschermen) als figuurlijk door het kind niet aan zijn lot over te laten en door emotionele steun, maar grenzen te bieden. Transitional objects Transitional objects of overgangsobjecten kunnen gebruikt worden om de frustraties en angsten wat in te dammen. Dit kan een knuffel of een doekje zijn. Emotionele objectconstantie Moeder doet niet altijd wat het wil. Het is een opgave voor het kind om moeder te leren zien als iemand met verschillende, meer en minder leuke eigenschappen en gedragingen. Het kind moet emotionele objectconstantie bereiken: voelen dat moeder een en dezelfde blijft, ook al wisselen haar gedrag en stemming ten opzichte van het kind. Als het goed gaat, heeft een kind rond een jaar of 4 het vermogen ontwikkeld om met ambivalenties, met tegenstrijdige gevoelens, om te gaan. Mahler Mahler spreekt van de psychologische geboorte van het kind. Rond 36 maanden zou het kind een ik hebben ontwikkelend en ervaart het zich als een apart bestaand persoon. Als alles goed gaat, ontstaat er emotionele objectconstantie, het kind beseft dat anderen los van hem bestaan. Bij een gezonde ontwikkeling ontstaat een geïntegreerde, innerlijke representatie van anderen. Bij een gestoorde ontwikkeling blijft er sprake van een gebrekkig, gesleten ik, dat zich niet goed kan afgrenzen van de omgeving. Klein Ook Melanie Klein benadrukt de moeite met het ontwikkelen van een eigen ik. Zij bespreekt de mogelijk sterke angsten voor verdwijning van het eigen ik. Het zeer jonge kind ervaart zichzelf nog niet als zelfstandig bestaande eenheid. Het zou dan het gevoel krijgen niet te bestaan, te verdwijnen of vernietigd te worden. Het kan deze gevoelens nog niet relativeren. Winnicott Van Winnicott komt de term good enough mother. Moeder moet goed genoeg zijn. Een kind moet leren omgaan met frustraties en scheidingen. Een moeder die goed genoeg is, voorkomt geen angsten en frustraties, maar creëert wel een holding environment, dat wil zeggen dat ze het kind (emotioneel) helpt zijn gevoelens op te vangen.

9 Emotioneel corrigerende ervaringen Omdat het ego niet goed ontwikkeld en gesepareerd is, werkt het krijgen van inzicht niet. Er moet eerst enig basisvertrouwen groeien. Daarvoor is een zogenaamde emotioneel corrigerende ervaring nodig. Het gaat hierbij om ik- opbouw en niet om het krijgen van inzicht in zichzelf. De therapeut moet tekorten bij een patiënt aanvullen. Patiënten voelen zich dus aan 2 kanten bedreigd: er is angst voor het alleen zijn, voor verlating en er is angst voor het vernietigd worden door een ander. 1.4 De zelfpsychologie: Kohut en Stern De zelfpsychologie is vooral uitgewerkt door Kohut en Stern. Zij houden zich bezig met narcistische problematiek bij patiënten die veel waardering nodig hebben, een zwak ik hebben en zeer slecht tegen afwijzing kunnen. Volgens Kohut en Stern hebben deze patiënten te weinig bevestiging gehad als kind. Zij zijn onvoldoende bevestigd, gespiegeld, door de primaire verzorger. Het kind moet enerzijds voldoende bevestigd worden en anderzijds gecorrigeerd worden in almachtsgevoelens. Als de behoefte aan almacht te veel is gestimuleerd kan het kind blijven steken in een grandioos zelf. Als het te weinig is bevestigd, stelt het te weinig idealen en heeft het te weinig zelfvertrouwen. In de therapie moet het zelf weer gerestaureerd worden doordat de therapeut de patiënt op een goede manier spiegelt. Beleving spiegelen Stern benadrukt dat een gezonde, spiegelende relatie met de primaire verzorger nodig is voor de ontwikkeling van een verbal self, een persoon die kan vertellen hoe hij zich voelt en weet heeft van zijn eigen belevingswereld. Vanuit de benadering van Stern is het belangrijk dat ouders een kind leren hoe het zich voelt, dat zij de ervaringen van het kind spiegelen en er woorden aan geven. 1.5 Psychodynamische therapieën Psychoanalytische therapieën, het gaat hier om verstoorde separatie- individuatieproblematiek, waarbij de ik- opbouw verstoord is. Freuds patiënten waren vooral neurotisch, dat wil zeggen dat zij een redelijk stevig ontwikkeld ego hadden en enige spanning konden hanteren. Een neurotisch iemand is in staat kritisch naar zichzelf te kijken, naar wat er zich in hem afspeelt. De klassieke psychoanalytische therapieën worden niet geschikt geacht voor patiënten met een erg zwak ego of zelf, zoals bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen, of patiënten die neigen naar een psychose. Er is geen duidelijk afgegrensd ik dat zichzelf kan verkennen. De therapeutische relatie zal veel angst oproepen. De therapeut stelt zich dan ook minder afstandelijk op, want dat zou sterke separatie- angsten kunnen oproepen die de therapie blokkeren. De therapeut stelt zich dus steunender en actiever op. Om aan te geven wanneer welke therapie geschikt is, een steunende of meer openleggende,

10 gebruikte De Wolf het volgende schema waarin de kenmerken van patiënten bij beide types therapieën staan aangegeven: Openliggende therapie - sterke motivatie - lijden - kunnen hanteren van angst - goede frustratietolerantie - inzicht - goede realiteitstoetsing - betekenisvolle relaties met anderen - goede impulscontrole - vermogen tot abstract en symbolisch denken - afstand kunnen nemen van zichzelf: in staat tot zelfreflectie Steunende therapie - egodefecten - ernstige levenscrisis - lage angsttolerantie - lage frustratietolerantie - gebrek aan inzicht - zwakke realiteitstoetsing - zwakke relaties met anderen - zwakke impulscontrole - concreet magisch denken - gebrek aan afstand, gebrekkige zelfreflectie Therapeutische technieken en houding De therapeut is verzorgender. Hij vult iets aan wat de patiënt heeft moeten ontberen. Belangrijke interventies en houdingsaspecten zijn: steunen structureren benoemen fungeren als transitional object angsten van patiënten kunnen opvangen en verdragen de patiënt een veilige omgeving bieden waarin hij zichzelf leert kennen het innerlijk van de patiënt op een bevestigende manier kunnen spiegelen een geschikt identificatiefiguur zijn het verhelderen van gevoelens interpreteren aanbieden van correctief emotionele ervaringen Berk wijst erop dat het verschil tussen steunende en ontdekkende therapieën kleiner wordt. 1.6 Neofreudianen en door Freud geïnspireerde ontwikkelingen Bekende benaderingen zijn die van Alfred Adler, Carl Gustav Jung, de Transactionele Analyse van Eric Berne en de ontwikkelingstheorie van Erik Erikson. Men duidt Adler en Erikson ook aan als neofreudianen. Hun theorie ligt dicht tegen die van Freud aan, maar ze hebben hun eigen uitbreiding of accenten gelegd Jung

11 De Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung wan een leerling van Freud, die zijn eigen analytische theorie ontwierp. Hij ging ervan uit dat er een collectief onbewuste is ontstaan in de evolutie en bevat beelden en symbolen die algemeen menselijk zijn. Archetypes Jung noemt de beelden in het collectief onbewuste archetypes. De specifieke beelden die onze archetypes opvullen, zijn per persoon en per cultuur verschillend. Volgens Jung openbaart het collectief onbewuste met zijn archetypes zich ook in sprookjes, volksverhalen en in religieuze geschriften. Ook in de kunst zien we vaak archetypes terug. Jung geloofde in de helende kracht de archetypes. Jungeaanse therapeuten gebruiken vaak creatieve middelen, omdat dit een betere toegang zou geven tot onbewuste processen dan de gewone taal. Ook sprookjes, dromen en verhalen worden in de therapie gebruikt. Persona en schaduw Verder benadrukt Jung dat we leren om in het sociale leven rollen te spelen, maar dat we hierdoor andere aspecten van onszelf marginaliseren. In de manier waarop wij ons presenteren naar buiten, toont zich onze persona. De eigenschappen die onderontwikkeld zijn en die we niet goed kennen vormen onze schaduwpersoonlijkheid. Bij mannen bevinden zich in de schaduwpersoonlijkheid vaak vrouwelijke eigenschappen. Deze noemt Jung de anima. Vrouwen hebben juist vaker mannelijke eigenschappen opgeslagen, in de animus. Hoe ouder we worden, des te meer aspecten uit onze schaduwpersoonlijkheid we dienen op te nemen in onze bewuste persoonlijkheid. De creatieve vormen die men gebruikt in de jungeaanse therapie spreken weel mensen tot de verbeelding, maar de achterliggende theorie heeft veel kritiek ontvangen. Men vindt hem vaag en het zou eerder een vorm van religie betreffen dan een degelijk onderbouwde vorm van psychotherapie Transactionele Analyse De Canadese psychiater Eric Berne ontwierp de transactionele analyse, een benadering die doet denken aan die van het es, ego en superego. Berne onderscheidt 3 verschillende ego- posities. In een ego- positie verhouden we ons op een bepaalde manier met anderen. Ego- posities hebben we ontwikkeld door ervaringen in de kindertijd. Berne onderscheidt 3 ego- posities: de ouder, de volwassene en het kind. Gezonde mensen zijn in staat afwisselend verschillende ego- posities in te nemen, al naar gelang de situatie. Spelletjes en scripts Bij problemen en stoornissen heeft iemand te weinig flexibiliteit in het wisselen van verschillende ego- posities. In de kinderjaren heb je jouw rol in het leven geleerd in een soort levensplan. We denken als kind dat we bijvoorbeeld een zielig slachtoffer zijn en gedragen ons daarnaar, vervolgens blijven we de positie van zielig slachtoffer keer op keer in ons leven innemen.

12 De TA (transactionele analyse) heeft psychoanalytische elementen, maar er zijn ook verschillen. De TA richt zich vooral op de manier waarop mensen communiceren, terwijl de psychoanalyse zich vooral richt op intrapsychische processen. De TA heeft ook een veel optimistischere mensvisie dan de psychoanalyse. De TA wordt veel gebruikt bij allerlei vormen van psychosociale begeleiding, coaching en supervisie. 1.7 Nieuwe ontwikkelingen Colijn e.a. geven een overzicht van recentere ontwikkelingen op psychodynamisch gebied, zoals verschillende kortdurende therapieën en zeer confronterende therapieën, zoals die van Davanloo. Overeenkomst met cliëntgerichte therapieën Sommige psychodynamische therapieën groeien steeds meer in de richting van de cliëntgerichte benadering. Hierbij ligt het accent op een empathische, respectvolle holding door de therapeut. Een combinatie van steunend en ontdekkend Er bestaan ook kortdurende steunend- ontdekkende therapieën. Patiënten die deelnemen aan deze therapie moeten enige controle over impulsen hebben, negatieve gevoelens enigszins kunnen verdragen, in staat zijn een relatie aan te gaan, enigszins naar zichzelf kunnen kijken, niet psychotisch of suïcidaal zijn en geen ernstige persoonlijkheidsstoornis hebben of verslaafd zijn. Narratieve therapie Nog een andere benadering, namelijk de hermeneutisch georiënteerde psychoanalyse, gaat ervan uit dat we het nodig hebben een goed en begrijpelijk verhaal, van vroeger tot nu, over ons leven te maken. Deze vormen kunnen als een narratieve therapie gezien worden, waarbij het er niet om gaat dat de patiënt de waarheid over iets ontdekt, maar om het vormen van een eigen verhaal dat zin en betekenis heeft voor de cliënt. 1.8 Psychodynamische visies op depressie Er zijn verschillende psychodynamische manieren van kijken naar een depressie. Verlies Een belangrijke verklaring voor depressie is dat het zelf is aangetast door een verlies. De agressie vanwege het verlies wordt tegen zichzelf gericht. Verstoorde separatie- individuatie Mahler verklaart d depressie door en slecht verlopen separatie- individuatieproces, vooral het ervaren van een veilige band met de moeder als de wereld verkend gaat worden. Het is de fase waarin een kind als een quasi- zelfstandig persoon de wereld verkent, maar nog moet kunnen terugvallen op een bevestigende moeder. Bij een depressie is er een behoefte aan autonomie en een angst voor verlating. Angst voor eigen destructiviteit Klein veronderstelt dat een depressie te maken heeft met angsten voor de eigen destructiviteit en primitieve agressie. De negatieve gevoelens zijn vroeger onvoldoende opgevangen en de patiënt heeft deze niet kunnen integreren.

13 Schuldgevoel over agressieve impulsen De Wolf haalt Jacobsen aan die erop wijst dat depressieve patiënten handelen alsof zij het waardeloze, verloren, liefdesobject zijn. Het zelf wordt ervaren als slecht. Er is sprake van een hard, sadistisch superego. Dit sluit aan bij wat Freud in Das ich und das es opmerkte, namelijk dat depressieve patiënten eens streng superego hebben. Leven voor een ander De Wolf citeert ook Arieti, die stelt dat depressieve patiënten niet van zichzelf zijn, en daarom ook niet voor zichzelf leven. Zij leven voor iemand anders. Er ontstaat een schuldgevoel als ze dingen doen die tegen de verwachtingen van de belangrijke anderen ingaan. 1.9 Psychodynamische benaderingen door social workers Elke social worker heeft te maken met overdracht en tegenoverdracht en zal deze begrippen moeten kennen. Ook de verschillende afweermechanismen zijn terug te vinden in de praktijk. Social workers moeten hiermee kunnen omgaan. Holding Sommige instellingen hanteren psychodynamische uitgangspunten waarbij cliënten de gelegenheid krijgen er alles uit te gooien. De omgeving moet dan een holding environment oftewel een containment vormen voor deze cliënten. Vooral bij kinderen met een hechtingsstoornis worden dergelijke holdings gebruikt. Ook bij cliënten met een zwak ego en sterke driften worden soms psychodynamische ideeën toegepast. Een kliniek kan bijvoorbeeld een holding environment vormen die het ego van cliënten ondersteunt en hen leert emoties op een acceptabele manier te uiten, bijvoorbeeld in sport. Overdracht en tegenoverdracht In de Ruyterstee, een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, moeten de groepsleiders leren omgaan met overdracht en tegenoverdracht. Zij moeten zich bewust worden van tegenoverdracht, de gevoelens die kinderen en jongeren bij hen oproepen en die misschien onafgewerkte zaken uit het eigen verleden activeren. Groepsleiders moeten naar zichzelf kunnen kijken als er moeilijkheden met de kinderen zijn, zij moeten dit kunnen koppelen aan hun eigen interne ouderrepresentanten. Nauta: de intensieve contacten met kinderen en jeugdigen in een kinderpsychiatrie roepen bij groepsleiders dikwijls heftige reacties op. Het is goed om tegenoverdracht te voelen en er vervolgens iets mee te doen, omdat het verhelderend werkt en helpt om ingewikkelde kinderen te leren begrijpen en hun behandelrelaties te ontwarren. Elke groepsleider weet en heeft gevoeld hoe splijtingsfenomenen werken, vanuit het kind gezien is de ene groepsleider wit en de ander zwart, de een is de slechte moeder en ander helemaal de goede.

14 Vaak wordt de mentor geïdealiseerd en worden de conflicten gereserveerd voor een collega groepsleider. 2. Cognitief- gedragstherapeutische benaderingen 2.1 Inleiding Hierbij ziet men een stoornis als een denk- en gedragsprobleem. De therapie richt zich dan ook op het veranderen van het denken van de cliënt en op het aanleren van of stimuleren tot nieuw gedrag. Behaviorisme en cognitieve psychologie De wortels van de cognitieve gedragstherapie liggen in 2 psychologische stromingen, namelijk het behaviorisme en de cognitieve psychologie. De cognitieve psychologie ziet de mens als een informatie verwerkend systeem, als een soort computer. Ons gedrag wordt beïnvloed door onze interne software die bepaalde interpretaties genereert voor datgene wat we meemaken. Attributies Het toeschrijven van een gebeurtenis aan een bepaalde oorzaak noemen we attributie. Abramson heeft een speciale attributietheorie van depressie geformuleerd. Bij het attributieproces worden 3 dimensies onderscheiden. 1. Stabiel versus instabiel: als de oorzaak permanent aanwezig is of tijdelijk. Een tijdelijk attributie is bijvoorbeeld slecht geslapen, dit is een verklaring. Wat een ongelikte beer is de verklaring permanent. Je schrijft het niet toe aan een onveranderlijke karaktereigenschap. 2. Intern versus extern: wordt de oorzaak aan jezelf toegeschreven of aan de omgeving. 3. Globaal versus specifiek: globaal; niemand vindt mij aardig. Specifiek; ik moet wat vriendelijker kijken. Voor elke gebeurtenis zijn verschillende combinaties van attributies mogelijk. Locus of control De manier waarop je gebeurtenissen attribueert, heeft te maken met je locus of control. Deze term komt van de psycholoog Heider en geeft aan waar je het controlepunt legt over zaken die je meemaakt. Aangeleerde hulpeloosheid Als je denkt geen invloed te kunnen uitoefen op je situatie, kun je in een toestand komen van geleerde hulpeloosheid, een begrip dat komt van Seligman. Je hebt het gevoel overgeleverd te zijn aan de omstandigheden. Automatische verklaringen Vaak hebben we niet in de gaten dat we een bepaalde verklaring kiezen voor wat we meemaken ten koste van andere verklaringen. Dat gebeurt automatisch.

15 De cognitieve psychologie gaat ervan uit dat niet de dingen zelf bepaalde emoties en gedrag oproepen, maat dat onze emoties en ons gedrag voorkomen uit de manier waarop we over die dingen denken. Doordat je nieuw gedrag uitprobeert en leert, doe je andere ervaringen op en wordt het gemakkelijker om op andere gedachten te komen. 2.2 Gedragstherapie Gedragstherapeuten stellen dat iemand met problemen op de een of andere manier verkeerd gedrag heeft geleerd, of bepaald gedrag helemaal niet heeft geleerd. Gedragstherapeuten zien emotionele problemen als gedragsproblemen: de cliënt gaat te veel zaken uit de weg, doet de verkeerde dingen of onderneemt te weinig. Hij moet iets afleren of iets aanleren. Over gevoelens praten is niet effectief Gedragstherapeuten lossen problemen niet op door met cliënten veel over gevoelens te praten. Gedragstherapeuten gaan veel doen met cliënten. Zij geven cliënten allerlei denk- en doe- opdrachten en zij leren cliënten nieuwe vaardigheden. Exposure Volgens gedragstherapeuten moeten cliënten juist die dingen leren doen die zij niet kunnen. In vakjargon heet dat exposure: blootstelling aan datgene waar je bang en benauwd voor bent. De therapeut stimuleert exposure en helpt de cliënt om gedrag dat als moeilijk wordt ervaren gemakkelijker te maken. Exposure: in vivo en in vitro Er bestaan 2 vormen van exposure, namelijk exposure in vivo en exposure in vitro. Bij exposure in vivo zoek je in het echte leven datgene op waar je bang voor bent. Exposure in vitro houdt in dat je gedrag in een kunstmatige situatie leert. 3 vormen van leren Gedragstherapeuten hebben verschillende vormen van leren onderzocht. De bekendste zijn: a. Klassieke conditionering b. Operante conditionering c. Model- leren Klassieke conditionering Klassieke conditionering is onderzocht en beschreven door de Rus Ivan Pavlov en de Amerikaanse psycholoog John B. Watson. Het gaat om een vorm van reflexmatig associatief leren. Bekend zijn de experimenten met honden. Elke hond scheidt speeksel af als hij voedsel ziet of ruikt. Dat is een bestaande reflexmatige reactie, oftewel een ongeconditioneerde respons. Als vlees enige tijd systematisch wordt gekoppeld aan een nieuwe stimulus, doordat er iedere keer als de hond vlees krijgt ook een bel gaat, zal de hond op den duur ook speeksel afscheiden als hij uitsluitend de bel hoort. De nieuwe stimulus wordt dan een geconditioneerde stimulus. De geleerde reflex wordt de geconditioneerde respons genoemd.

16 Klassiek conditioneren van emoties Klassieke conditionering bleek niet alleen reflexmatige responsen te kunnen conditioneren, maar ook bij het ontstaan van emotionele reacties werkzaam te zijn. Watson leerde een baby van 11 maanden op deze manier een angst voor een wit laboratoriumratje. Contiguïteit bij klassieke conditionering niet altijd nodig Men dacht aanvankelijk dat de geconditioneerde stimulus bijna gelijktijdig met de ongeconditioneerde stimulus gepresenteerd moet worden. Dit wordt het principe van de contiguïteit genoemd. Soms wordt een associatie tussen 2 stimuli gelegd waarbij vrij veel tijd tussen beide stimuli verloopt. De respons hoeft niet per se een reflexmatige, biologisch bepaalde, respons te zijn. Het gaat om 2 stimuli, 2 situaties die met elkaar verbonden worden. Ook kan het zijn dat de respons in eerste instantie uitblijft, maar dat pas later, als de associatie opnieuw geactiveerd wordt, blijkt dat de conditionering heeft plaatsgevonden. Klassieke conditionering als het leren van betekenissen Uiteindelijke kwam men erachter dat er bij klassieke conditionering ook cognitieve processen werkzaam zijn. Het gaat niet puur om reflexmatig leren, maar om het leren van betekenissen. Betekenissen kunnen ook worden toegevoegd aan situaties en gebeurtenissen doordat je bepaalde informatie hebt of doordat je er bepaalde fantasieën over had. Contingentie in plaats van contiguïteit In plaats van contiguïteit gaat men er nu van uit dat contingentie tussen stimuli belangrijk is voor klassieke conditionering: je moet een logische samenhang ervaren. Deze logische samenhang kun je ook ervaren als beide stimuli niet vlak na elkaar optreden. Klassieke conditionering is een manier waarop mensen samenhang in gebeurtenissen ervaren. Deze samenhang hoeft niet per se te kloppen met een feitelijke samenhang. Cue- exposure en klassieke conditionering In de verslavingszorg wordt klassieke conditionering gebruikt bij cue- exposure. De cliënt wordt dan in de kliniek blootgesteld aan de drugs of aan alcoholische dranken waaraan hij verslaafd is. Deze cues staan bijvoorbeeld op een tafel en de cliënt loopt ernaartoe, kijkt ernaar, ruikt eraan en pakt ze vast. Er treedt dan automatisch een conditioneringsreactie op: de trek of de zucht wordt geactiveerd. Bij herhaaldelijke oefening zak het middel minder sterk de respons om te moeten gebruiken oproepen, zeker als het weerstaan van het middel een beloning oplevert, als het niet gebruiken geassocieerd wordt met iets prettigs. De cliënt leert bovendien omgaan met zijn zucht of trek. Extinctie en spontaal herstel Als de koppeling tussen de geconditioneerde en de ongeconditioneerde stimulus lange tijd uitblijft, dooft de respons uit. Dit noemt men extinctie.

17 Toch zijn dit soort conditioneringen sterk. Men gaat ervan uit dat een eenmaal geleerde relatie nooit helemaal verdwijnt en gemakkelijk weer kan terugkomen als er weer enkele koppelingen zijn gelegd. Soms is er ook sprake van spontaan herstel en komt de reactie weer terug. Generalisatie en differentiatie De aangeleerde reactie kan zich ook uitbreiden naar stimuli en situaties die verwant zijn aan de geconditioneerde stimulus: kleine Albert was niet alleen bang voor een witte rat, maar ook voor een heleboel andere witte, pluizige zaken. Zijn reactie generaliseerde ook naar andere stimuli. Differentiatie is het omgekeerde van generalisatie: een mens of dier leert dan genuanceerder te reageren op bepaalde stimuli. Als een peuter bang is voor alle honden, vanwege een akelige ervaring kunnen deze ouders zelf een hond nemen en het kind hier prettige ervaringen mee laten opdoen. Therapeutische mogelijkheden van klassieke conditionering 1. Het optreden van een geconditioneerde stimulus kan worden beïnvloed. De cliënt kan leren om moeilijke situaties uit de weg te gaan, zodat de geleerde respons niet getriggerd, geactiveerd wordt. 2. De CS kan anders geëvalueerd worden: men kan een andere betekenis geven aan de stimulus. 3. De associatiesterkte tussen CS en OCS kan worden beïnvloed door de cliënt te confronteren met de CS zonder dat de OCS optreedt. 4. De evaluatie van de OCS- representatie kan worden beïnvloed, door bijvoorbeeld geruststellende informatie aan de cliënt te geven. 5. De geconditioneerde respons kan ook direct worden beïnvloed, door de cliënt bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen te leren of door medicatie Operante conditionering Operante conditionering is vooral ontwikkeld door de Amerikaanse pscholoog Skinner. Bij deze vorm van leren gaat het niet om associatief leren, maar om gedrag dat in frequentie toeneemt afhankelijk van het gevolg van dat gedrag. Als op bepaald gedrag een beloning volgt, neemt het gedrag toe. Als het genegeerd wordt, of als er straf volgt, neemt het af. Wat zijn we nu eigenlijk aan het doen? De verdienste van de behavioristen is dat zij ons hebben geleerd concreet te kijken naar wat we feitelijk aan het doen zijn. We doen vaak wat anders dan wat we denken dat we doen. We belonen soms ongewenst gedrag en negeren gewenst gedrag, ook al is dat niet onze bedoeling. Bekrachtigingsschema s Gedragstherapeuten hebben ontdekt dat nieuw gedrag het snelst wordt geleerd door iedere keer, direct nadat een deel ervan is vertoond, een beloning te geven. Het gedrag moet continu bekrachtigd worden, op een onvoorspelbare manier. Gedrag blijft het langst in stand als het, eenmaal aangeleerd, variabel beloond wordt. Continu of variabel

18 Als er nieuw, complex gedrag geleerd moet worden, kun je dit gedrag het beste splitsen in kleine stapjes en dit stapje voor stapje trainen en belonen. Elk deelstapje wordt dan beloond, totdat grote gehelen geleerd zijn. Dit wordt shaping genoemd. Voorgaande vormen van belonen of bekrachtigen vormen enkele bekrachtigingsschema s. Continue bekrachtiging: elk gewenst gedrag wordt bekrachtigd. Vaste ratioschema s: de bekrachtiging wordt toegediend na een vast aantal responsen. Variabele ratioschema s: de bekrachtiging wordt na een willekeurig aantal responsen toegediend. Vast intervalschema: de bekrachtiging wordt toegediend op vaste tijdstippen. Variabel intervalschema: de bekrachtiging wordt toegediend op variabele tijdstippen. Continue en vaste bekrachtiging leiden tot het snel aanleren van gedrag, maar als de bekrachtiging achterwege blijft, leidt het ook weer tot een snelle extinctie van het gedrag. Vaste ratioschema s zijn minder effectief bij het in stand houden van gedrag dan variabele schema s. Straffen is minder effectief dan belonen Ongewenst gedrag kan afgeleerd worden door het te negeren of door het te bestraffen. Het beste is om ongewenst gedrag zo veel mogelijk te negeren en veel positieve aandacht te geven aan gewenst gedrag Verschillende operante technieken Belonen en straffen kan op 2 manieren gebeuren: positief en negatief. Beloningen versterken het gedrag, straffen doen het afnemen. Positieve bekrachtiging: Het gedrag leidt tot iets prettigs voor de cliënt; Het gedrag neemt toe. Negatieve bekrachtiging: Het gedrag leidt tot het vermijden van iets vervelends; Het vermijdingsgedrag neemt toe. Positieve straf: Het gedrag leidt tot iets onaangenaams; Het gedrag neemt af. Negatieve straf: Het gedrag leidt tot het verliezen van iets aangenaams; Het gedrag neemt af. Tweefactorentheorie Fobieën kunnen ontstaan doordat je ergens een rotervaring mee had, bijvoorbeeld een auto- ongeluk. Door klassieke conditionering krijg je dan angst voor auto s. Als je een rotervaring hebt gehad met iets wat je regelmatig tegenkomt in je leven, is het goed datgene juist niet te gaan vermijden. Vermijden versterkt de angst. Deze benadering van een fobie noemde Mowrer de tweefactorentheorie.

19 Mix van verschillende bekrachtigers en straffen Gedragstherapeutische programma s zijn meestal een mix van positieve en van negatieve straffen. Positieve straffen worden zelden gebruikt, omdat ze te veel ander ongewenst gedrag kunnen oproepen. Straffen die wel bruikbaar zijn, zijn onder andere time- out, boete en overcorrectie. Time- out betekent dat iemand uit een situatie wordt gehaald die hij prettig vindt. Boetes zijn eveneens een vorm van negatieve straf. Hierbij moet de cliënt iets inleveren. Overcorrectie is nog een ander soort straf, waarbij iemand ongewenst gedrag extra moet goedmaken. Functieanalyse Een gedragstherapeutisch programma begint altijd met een functieanalyse, waarbij het probleemgedrag concreet in kaart wordt gebracht. Er wordt nauwkeurig bekeken wat er aan het probleemgedrag voorafgaat, wat de aanleiding is en welke gevolgen het gedrag heeft. 2.3 Model- leren Deze vorm van leren is vooral uitgewerkt door de Canadese psycholoog Albert Bandura. Hij ontdekte dat mensen ook veel leren door imitatie. 2.4 Sociale vaardigheidstrainingen Een door social workers veel gebruikte toepassing van gedragstherapeutische principes is de sociale- vaardigheidstraining. Hiervan is vooral de Goldsteintraining sterk gedragstherapeutisch opgezet. De goldsteintraining is een sociale- vaardigheidstraining die oorspronkelijk is ontworpen was voor zwakbegaafde cliënten. De training werkt met operante technieken en model- leren. Een groot aantal sociale vaardigheden is gesplitst in kleine deelvaardigheden die stuk voor stuk geleerd worden. Er wordt veel uitgelegd en veel geoefend. De moeilijkheidsgraad wordt geleidelijk opgebouwd. Er wordt voortdurend positief bekrachtigd. De vaardigheden oefent men in verschillende situaties. Dit toepassen in verschillende situaties noemt men transfertraining. Op deze manier vindt generalisatie plaats naar verschillende situaties. De standaard training bestaat uit het leren van 9 vaardigheden: kennismaken, luisteren, iets vragen, nee zeggen, een praatje beginnen, iets bespreken, kritiek ontvangen, kritiek geven en omgaan met gevoelens. Voorbeeld van vaardigheid praatje maken uit een Goldsteintraining: Praatje beginnen 1. Bedenk of je hier een praatje kunt maken (dit is een cognitieve activiteit) 2. Kijk de ander aan 3. Begin over iets wat jullie samen zien of horen 4. Let op de reactie van de ander 5. Beslis of je door wilt praten of niet 2.5 Cognitieve psychologie

20 De cognitieve psychologie ontwikkelde zich vanaf de jaren 60. Het ontstond als een reactie op het behaviorisme. Cognitief psychologen ontdekten dat cognitieve zaken, zoals aandacht, geheugen en waarneming, verschillend zijn bij mensen met verschillende problemen en dat zij bij hen tot eenzijdige cognities leiden. Een stoornis of probleem gaat dus samen met verstoord, disfunctioneel denken. In de cognitieve therapie worden ongezonde manieren van denken vervangen door functionelere manieren van denken. Men ontdekte dat hierbij ook geëxperimenteerd moet worden met nieuw gedrag. Als het denken en doen tegelijk aangepakt worden, geeft dat de beste resultaten De mens als computer Binnen de CoGB ziet men de mens als een informatie- verwerkend systeem, een soort computer met hardware en software, de denkprogramma s die iemand tijdens zijn leven in geprogrammeerd heeft en die meer of minder functioneel kunnen zijn. Een schema is een gedachte, een idee, dat je steeds gebruikt om dingen die je meemaakt te begrijpen. De dingen die je meemaakt, orden je dan met dit schema of je evalueert ze vanuit de irrationele gedachte. Ons informatie verwerkend systeem bestaat uit een groot aantal cognitieve schema s, die zich tijdens ons leven gevormd hebben en die geactiveerd worden door wat er in het hier en nu gebeurt. Dit activeren wordt ook wel triggeren genoemd Albert Ellis en Aaron Beck Zij ontwikkelden een cognitieve therapie waarbij Ellis vooral aandacht had voor allerlei irrationele gedachten en Beck zich aanvankelijk richtte op onderliggende cognitieve basisschema s bij een depressie. Een irrationele gedachte is een gedachte die niet klopt met de werkelijkheid of waar je je niet prettig bij voelt. De benadering van Ellis wordt de Rationeel- Emotieve Therapie (RET) genoemd en wordt veel toegepast door therapeuten en social workers. Beide vormen van therapie veronderstellen dat: a. Cliënten zich bewust kunnen worden van hun automatische, onbewuste gedachten. b. Irrationele of disfunctionele gedachten met oefeningen en huiswerkopdrachten bijgesteld kunnen worden Het ABC- en het G- schema Albert Ellis ontwikkelde het ABC- schema om irrationele gedachten op te sporen. A: de aanleiding, gebeurtenis, activating event. Wat er gebeurde voordat een negatief gevoel ontstond. B: datgene wat je denkt, je opvattingen, je beliefs. De manier waarop je de feitelijke gebeurtenis interpreteert. C: de gevolgen van wat je denkt, de consequenties.

21 Deze onderdelen worden zorgvuldig in kaart gebracht. Je kunt hierbij het beste beginnen met A, feitelijk aanleiding. Daarna wordt gekeken naar de consequenties. Pas daarna wordt nagegaan welke gedachten ten grondslag liggen aan de consequenties. De cliënt moet leren dat er een verschil is tussen feiten en gedachten over die feiten. De feiten zijn niet te veranderen, maar je gedachten daarover wel. Nadat A,B en C duidelijk zijn, wordt verdergegaan met het therapeutische gedeelte: het uitdagen en veranderen van de gedachten waardoor je je zo akelig voelt. Dat gebeurt opnieuw in een aantal stappen: D, E en G. D: uitgaan van de irrationele gedachten bij B. E: het formuleren van betere, functionelere, effectievere gedachten. G: nieuw gedrag. Dit vloeit voort uit het feit dat je andere opvattingen onder E hebt bedacht. Op het ABC- schema zijn allerlei variaties bedacht, bijvoorbeeld verschillende G- schema s. G- schema s worden door social workers veel gebruikt. De vijf G s die vaak gebruikt wordnen zijn: gebeurtenis, gedachten, gevoel, gedrag en gevolg. Vele variaties zijn mogelijk, als de kern maar aanwezig is, namelijk dat gedachten de gevoelens en het gedrag beïnvloeden en dat gedachten vervangen kunnen worden door andere, betere gedachten. 1. G: gebeurtenis 6. G: gedachten die niet helpen 2. G: gevoel 7. G: grijp die gedachten 3. G: gedrag 8. G: gebruik je gedachten 4. G: gevolgen 9. G: ga aan de slag 5. G: geef oplossingen 10. G: ga door met oefenen Niet ieder kind kan met zo n schema overweg Aaron Beck: cognitieve therapie De benadering van Beck lijkt sterk op die van Ellis, maar die van Beck is specifieker op bepaalde stoornissen toegespitst en onderzocht. De theorie en therapie van Beck is vooral onderzocht voor angststoornissen en depressies. Een verklaring voor het niet habitueren van mensen met een angststoornis is dat ze weliswaar overal gevaar zien, maar er niet aan wennen, omdat ze het tegelijkertijd ook op alle mogelijke manieren proberen te vermijden. Akelige herinneringen Depressieve cliënten hebben veel last van akelige herinneringen. Ze onthouden vooral vervelende zaken. Cliënten met angststoornissen richten zich op een enge toekomst, cliënten met een depressie kijken naar een rotverleden en hebben amper besef van een hoopvolle toekomst. De ernst van een depressie lijkt samen te hangen met de mate waarin onplezierige herinneringen worden opgehaald. In plaats van vervelende herinneringen op te halen zal de cognitieve gedragstherapeut heel concreet kijken naar gebeurtenissen in het verleden en aanknopingspunten zoeken voor een andere

2 Training of therapie/hulpverlening?

2 Training of therapie/hulpverlening? Bewustwording wordt de sleutel voor veranderen Peter is een zeer opvallende leerling die voortdurend conflicten heeft met medeleerlingen en de schoolleiding. Bij een leerlingbespreking wordt opgemerkt

Nadere informatie

Spiegelingen uit diverse werelden

Spiegelingen uit diverse werelden Spiegelingen uit diverse werelden De twee koningskinderen hadden elkaar zo lief, alleen het water, tussen hen, was zo diep. 1 Er zijn spiegelingen uit diverse werelden. Alles wat je niet wilt ervaren of

Nadere informatie

VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN

VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN 1 Examen /20 1. Wat is binnen de theorie van de psychoanalyse belangrijk? Duid het juiste antwoord aan. ( /1) a. Het statistisch meten b. Het begrijpen c. Gemiddelden

Nadere informatie

Summer University Psychoanalyse 2017

Summer University Psychoanalyse 2017 Summer University Psychoanalyse 2017 Sacha de Reuver 3 juli t/m 7 juli 2017 UvA Wat is psychoanalyse? Mensbeeld Verzameling theorieën over psychisch functioneren Therapeutisch proces Klassieke Psychoanalyse

Nadere informatie

Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag.

Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag. Feedbackvragen Casus Martijn Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag. Bij Martijn is sprake van sociaal isolement, somberheid, niet eten. Dat duidt

Nadere informatie

GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag Analyse van operant geconditioneerd gedrag DSM-IV Evidence based behandelingen

GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag Analyse van operant geconditioneerd gedrag DSM-IV Evidence based behandelingen Samenvatting *('5$*67+(5$3,(LQ92*(/9/8&+7 Wegbereiders Gedragstherapie Pavlov Watson Skinner Belangrijke Gedragstherapeuten Wolpe Emmelkamp Beck GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

Delfin EMDR en hypnotherapie cognitieve therapie Page 1 of 5

Delfin EMDR en hypnotherapie cognitieve therapie Page 1 of 5 Delfin EMDR en hypnotherapie cognitieve therapie Page 1 of 5 DE THEORIE DE PRAKTIJK OVEREENKOMSTEN Cognitieve therapie Naast een paar grote verschillen heeft de moderne hypnotherapie veel overeenkomsten

Nadere informatie

Ronald van Assen. Een ervaringsverhaal. 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk Ronald van Assen ISBN

Ronald van Assen. Een ervaringsverhaal. 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk Ronald van Assen ISBN 1 Ronald van Assen 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk 2014 Ronald van Assen ISBN 978-9-07876-142-6 redactie: Jan Matse correctie: Hella de Groot grafisch ontwerp: Robert Nieman www.tobivroegh.nl

Nadere informatie

Zelfcoaching? Gebruik de R.E.T.!

Zelfcoaching? Gebruik de R.E.T.! Zelfcoaching? Gebruik de R.E.T.! Individuele Coaching wordt steeds bekender tegenwoordig. Er wordt door veel mensen ingezien welke toegevoegde waarde het kan hebben. Een voordeel van coaching is onder

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Oefening 3: Keuzes maken

Oefening 3: Keuzes maken Oefening 3: Keuzes maken In oefening 2 heeft u gezien dat keuzes gemaakt kunnen worden op basis van belangrijkheid en urgentie. Wat belangrijk is wordt deels extern bepaald en is deels persoonlijk. De

Nadere informatie

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. -----

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. ----- Test: Je persoonlijke afweerprofiel Met de volgende test kun je bepalen welk afweermechanisme je het meest gebruikt. Iedereen gebruikt alle afweervormen, maar er bestaan verschillen in de frequentie waarmee

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Visie (Pedagogisch werkplan)

Visie (Pedagogisch werkplan) Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen

Nadere informatie

Oplossingsgericht en waarderend coachen.

Oplossingsgericht en waarderend coachen. Oplossingsgericht en waarderend coachen. Coaching is die vorm van professionele begeleiding waarbij de coach als gelijkwaardige partner de cliënt ondersteunt bij het behalen van zelfgekozen doelen. Oplossingsgericht

Nadere informatie

Cursusspel. GGNet Communicatie

Cursusspel. GGNet Communicatie Cursusspel Bij GGNet worden verschillende dingen (activiteiten) gedaan om mensen te helpen. Bepaalde therapieën (zo word het wel genoemd om je ergens mee te leren omgaan) of cursussen. Denk aan muziektherapie,

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Freud + leer

Werkstuk Maatschappijleer Freud + leer Werkstuk Maatschappijleer Freud + leer Werkstuk door een scholier 1004 woorden 25 februari 2006 5,8 15 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Freud -> Arts in wenen die gespecialiseerd was in zenuwziekten

Nadere informatie

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg 1 Inhoud Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg Praktijk: Tineke Pilon Consequenties voor praktijk: alles is liefde 2 Definitie Gehechtheidsband Met

Nadere informatie

Welkom! Bij de kennismaking met Acceptance and Commitment Therapy (ACT)

Welkom! Bij de kennismaking met Acceptance and Commitment Therapy (ACT) Welkom! Bij de kennismaking met Acceptance and Commitment Therapy (ACT) Even mezelf voorstellen Boeken - Jansen, G.: Denk wat je wilt, doe wat je droomt - Jansen, G.: Leef! - Jansen, G.: Laat los: ruimte

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Vier stromingen rondom paradigma s

Vier stromingen rondom paradigma s Vier stromingen rondom paradigma s De verdieping van het thema paradigma wordt hier langs vier stromingen nader uitgewerkt: (1) NLP neuro-linguïstisch programmeren (2) RET rationele effectiviteitstraining

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Kortdurende motiverende interventie en cognitieve gedragstherapie Een effectieve behandeling

Nadere informatie

Omgaan met weerstanden Gedreven mensen bevlogen scholen. 28 april 2017 Lieve Peeters

Omgaan met weerstanden Gedreven mensen bevlogen scholen. 28 april 2017 Lieve Peeters Omgaan met weerstanden Gedreven mensen bevlogen scholen 28 april 2017 Lieve Peeters Omgaan met weerstand Wie in huis de trekker is van veranderingen, weet dat je dan kunt rekenen op een hoeveelheid weerstand

Nadere informatie

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden. Echter, soms heeft iemand extreme persoonlijke eigenschappen en vertoont hij hinderlijk gedrag. Dit kan zo ernstig zijn dat

Nadere informatie

Belemmerende gedachten vervangen door helpende

Belemmerende gedachten vervangen door helpende Belemmerende gedachten vervangen door helpende 1 Inleiding We beginnen met een voorbeeld: Gebeurtenis of situatie: Je vraagt je collega om je te helpen bij een klus, die over een uur klaar moet zijn. Je

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten Susanne Hühn Het innerlijke kind angst loslaten Inhoud Inleiding 7 Hoe ontstaat angst? 11 Wegen uit de angst 19 Het bange innerlijke kind leren kennen 35 Meditatie Het bange innerlijke kind leren kennen

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 13 Inleiding 15

Inhoud. Voorwoord 13 Inleiding 15 Inhoud Voorwoord 13 Inleiding 15 1 Een eerste oriëntatie 21 1 Algemene situering 21 2 Psychodynamische psychotherapie 29 3 De invloed van de setting 35 4 Steunende en ontdekkende groepstherapie 36 5 Daar

Nadere informatie

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende sgebieden Ontwikkeling 4-6 jaar 7-9 jaar 10-12 jaar Taal Opbouwen basiswoordenschat. Woordenschat en zinsbouw neemt sterk toe. Redelijk tot goed

Nadere informatie

1.1 Relatie verslaving

1.1 Relatie verslaving 1.1 Relatie verslaving Typering Iemand wordt relatieverslaafd genoemd als hij denkt niet zonder relatie te kunnen leven. Soms zijn mensen zo afhankelijk van een relatie, dat ze er alles voor doen om die

Nadere informatie

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding Methodisch werken binnen Lang Verblijf woonzorg en dagbesteding 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Gentle Teaching 4 Middelen 5 Voor wie is Gentle Teaching? 5 3. Competentievergrotend werken 6 Middelen

Nadere informatie

Systemisch perspectief

Systemisch perspectief Systemisch perspectief Elk mens is deel van een systeem: gezin, familie, vrienden, werk, maatschappij. Ook de mensen die er niet meer zijn, hebben hierin hun plek. In ons thuisgezin vinden we de oorsprong

Nadere informatie

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al: Niet meer overgeven Vaak is de eerste zin die de klant uitspreekt een aanwijzing voor de hulpvraag. Paula zat nog maar net toen ze zei: ik ben bang om over te geven. Voor deze angst is een mooie naam:

Nadere informatie

Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten)

Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) Deze folder geeft u informatie over de dagbehandeling SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten). Voor wie?

Nadere informatie

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Informatie voor cliënten en hun verwijzers Mentaliseren Bevorderende Therapie voor cliënten met een borderline

Nadere informatie

Contact maken, verbinding houden Auteur: Lidy Evertsen

Contact maken, verbinding houden Auteur: Lidy Evertsen 1 Contact maken, verbinding houden Auteur: Lidy Evertsen Contact maken, verbinding hebben: we praten er vaak over, net als over liefhebben en houden van. Maar, voor velen van ons is het niet altijd eenvoudig

Nadere informatie

Wacht maar tot ik groot ben!

Wacht maar tot ik groot ben! www.geerttaghon.be Wacht maar tot ik groot ben! Omgaan met agressie bij kleine kinderen Geert Taghon 2013 Ontwikkeling kleine kind De wereld leren kennen en zich hieraan aanpassen (adaptatie) Processen

Nadere informatie

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1 faalangst de baas! training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER FAALANGST DE BAAS! TRAINING 3 faalangst de Baas! training

Nadere informatie

Voor kinderen die graag willen leren hoe ze op een posi eve manier kunnen omgaan met las ge of vervelende situa es en gebeurtenissen!

Voor kinderen die graag willen leren hoe ze op een posi eve manier kunnen omgaan met las ge of vervelende situa es en gebeurtenissen! Voor kinderen die graag willen leren hoe ze op een posi eve manier kunnen omgaan met las ge of vervelende situa es en gebeurtenissen! Irene Dekker Werkboek ik RET het zelf! www.praktijkliberi.nl info@praktijkliberi.nl

Nadere informatie

FEED BACK COMMENTAAR GEVEN EN ONTVANGEN MARIETA KOOPMANS

FEED BACK COMMENTAAR GEVEN EN ONTVANGEN MARIETA KOOPMANS FEED BACK COMMENTAAR GEVEN EN ONTVANGEN MARIETA KOOPMANS INHOUD Inleiding 7 1 Zelfonderzoek feedback geven en ontvangen 9 Checklist feedback geven en ontvangen 11 2 Communicatie en feedback 15 Waarnemen,

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie

Nadere informatie

Herstel en Balans. Kanker zet je leven op zijn kop. De rol van de psycholoog. Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010

Herstel en Balans. Kanker zet je leven op zijn kop. De rol van de psycholoog. Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010 Herstel en Balans De rol van de psycholoog Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010 Kanker zet je leven op zijn kop 1 Kanker, gevolgen voor de patiënt Heftige emoties. Verlies van controle

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6; CONDITIONERING EN LEREN.

HOOFDSTUK 6; CONDITIONERING EN LEREN. HOOFDSTUK 6; CONDITIONERING EN LEREN. TERUGBLIK OP DE THEMA S Biologische factoren zijn cruciaal bij veel aspecten van het leren. Zo zorgt de biologie van een dier ervoor dat sommige relaties in de omgeving

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. 1-1. HET PROBLEEM Pesten en plagen worden vaak door elkaar gehaald! Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. Als je gepest bent, heb je ervaren dat pesten

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

De Inner Child meditatie

De Inner Child meditatie De Inner Child meditatie copyright Indra T. Preiss volgens Indra Torsten Preiss copyright Indra T. Preiss Het innerlijke kind Veel mensen zitten met onvervulde verlangens die hun oorsprong hebben in hun

Nadere informatie

OEFENINGEN: NEEM UW GEDACHTEN ONDER DE LOEP

OEFENINGEN: NEEM UW GEDACHTEN ONDER DE LOEP OEFENINGEN: NEEM UW GEDACHTEN ONDER DE LOEP Denken, voelen en doen staan sterk met elkaar in verband. Via uw gedachten kunt u invloed uitoefenen op hoe u zich voelt. Op deze manier kunt u ongewenste gevoelens

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen 1. Kijkt veel naar andere kinderen. 1. Kan speelgoed met andere kinderen 1. Zoekt contact met andere kinderen 1. Kan een emotionele

Nadere informatie

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. De cliënt krijgt een groot vel papier en kleurkrijt. De opdracht is: Teken je gezin van herkomst rond de etenstafel. Een werkvorm

Nadere informatie

Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant

Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant 3 3.1 Schemagerichte cognitieve gedragstherapie in groepsverband De schemagerichte cognitieve gedragstherapie in groepsverband

Nadere informatie

Bijlage 17: Informatie voor de individuele behandelaar

Bijlage 17: Informatie voor de individuele behandelaar Bijlage 17: Informatie voor de individuele behandelaar N.b.: stuur deze informatie (inclusief de drie bijlagen) naar de individuele behandelaar vóórdat de training van start gaat Emotieregulatietraining

Nadere informatie

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? - Normaal begaafde kinderen van 4 tot 13 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Zuid, die in hun gedrag signalen afgeven die mogelijk duiden op een problematische

Nadere informatie

Emoties, wat is het signaal?

Emoties, wat is het signaal? Emoties, wat is het signaal? Over interpretatie en actieplan dr Frits Winter Functie van Emoties Katalysator, motor achter gedrag Geen emoties, geen betrokkenheid, geen relaties Te veel emoties, te veel

Nadere informatie

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014 Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische stoornissen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,

Nadere informatie

Omgaan met een moeilijke klas. Susan de Bruin

Omgaan met een moeilijke klas. Susan de Bruin Omgaan met een moeilijke klas Susan de Bruin SWV Amsterdam Zuid-Oost 31 oktober Welkom 39 jaar 10 jaar leerkracht SBAO te Alkmaar Susan de Bruin 6 jaar werkzaam bij Gedragpunt Ambulant begeleider & Trainer

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

VISIE OP PROBLEEMGEDRAG

VISIE OP PROBLEEMGEDRAG VISIE OP PROBLEEMGEDRAG INLEIDING Bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) kunnen zorgprofessionals en anderen terecht voor expertise over ernstig en aanhoudend probleemgedrag. Het gaat om probleemgedrag

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

Omgaan met weerstanden Binnen gedeeld leiderschap. 4 mei 2018 Lieve Peeters

Omgaan met weerstanden Binnen gedeeld leiderschap. 4 mei 2018 Lieve Peeters Omgaan met weerstanden Binnen gedeeld leiderschap 4 mei 2018 Lieve Peeters Omgaan met weerstand Bij veranderingen, maar ook binnen gedeeld leiderschap, kan je rekenen op een hoeveelheid weerstand In deze

Nadere informatie

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16 Inhoud Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7 Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11 Activiteit 03: Acting out 16 Activiteit 04: Schuld 22 Activiteit 05: Angst 26 Activiteit 06: Verdriet

Nadere informatie

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering Albert Schweitzer ziekenhuis mei 2009 pavo 0202 Inleiding Als u last heeft van een burn-out door stress op het werk kunt u de therapiegroep werkstresshantering

Nadere informatie

WERKWIJZE VOOR HET WERKEN MET EMDR VANUIT KLACHTEN ( LINKSOM )

WERKWIJZE VOOR HET WERKEN MET EMDR VANUIT KLACHTEN ( LINKSOM ) WERKWIJZE VOOR HET WERKEN MET EMDR VANUIT KLACHTEN ( LINKSOM ) 1. Inventariseer de klachten/symptomen Verzamel informatie over de symptomen, waarvan de patiënt last heeft (angstklachten, depressieve stemming,

Nadere informatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme

Nadere informatie

Cambriana online hulpprogramma

Cambriana online hulpprogramma Dit is deel 1 van het online hulpprogramma van Cambriana. Verwerking van een scheiding 'Breaking up is hard to do' Neil Sedaka Een scheiding is een van de pijnlijkste ervaringen die je kunt meemaken in

Nadere informatie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse of TA is de term die gebruikt wordt voor de persoonlijkheidstheorie en tevens psychotherapeutische behandelmethode zoals

Nadere informatie

Theorie en filosofie. 2.1 Theorie

Theorie en filosofie. 2.1 Theorie Theorie en filosofie 2 De belangrijkste uitgangspunten van de RET, het verband tussen gevoel, gedachte en gedrag; de centrale plaats van het denken, de filosofische grondslag, en de empirische onderbouwing.

Nadere informatie

Angstige leerlingen in de klas en het Vriendenprogramma. Drs. N.E. de Vries

Angstige leerlingen in de klas en het Vriendenprogramma. Drs. N.E. de Vries Angstige leerlingen in de klas en het Vriendenprogramma. Drs. N.E. de Vries Aandachtspunten in de klas Het Vriendenprogramma Onderdelen Vriendenprogramma in de klas Online programma s voor jongeren Aandachtspunten

Nadere informatie

Kliniek Ouder & Kind

Kliniek Ouder & Kind Kliniek Ouder & Kind Voor wie? Heb je last van heftige emoties zoals verdriet, somberheid, wanhoop, angst, boosheid of een wisseling van heftige emoties (dan weer blij, dan weer boos, dan weer verdrietig)

Nadere informatie

De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent

De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk. 2013 Universitair Ziekenhuis Gent De Obsessief-Compulsieve stoornis: behandeling in de praktijk Dr. Leyman Lemke Deswarte Annelies 2013 Universitair Ziekenhuis Gent Inhoud workshop Kapstok: Het neurotische lussenmodel (NLM) (R. Schacht

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

therapieën [ therapie voor positieve gedragsverandering ]

therapieën [ therapie voor positieve gedragsverandering ] therapieën [ therapie voor positieve gedragsverandering ] In het noorden en oosten van Nederland behandelen en begeleiden wij kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke beperking. Therapieën

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit Iedere tiener is weleens somber en verdrietig, en vaak is het in één, twee dagen voorbij zonder dat je als

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Oefeningen

Hoofdstuk 9 Oefeningen Hodstuk 9 De eerste stap in werken aan jezelf is ook meteen de belangrijkste stap: Het durven onderkennen van je innerlijke conflicten en dat je daardoor je emoties nog niet voor je kan laten werken. De

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: De Beleving uit zich in Gedrag en Vaardigheden

Hoofdstuk 4: De Beleving uit zich in Gedrag en Vaardigheden Hodstuk 4: Voor een geestelijk welbevinden van de wereld is het noodzakelijk dat we leren herkennen op welke manier onze capaciteiten en vaardigheden zijn beïnvloed, waardoor we bepaalde gedragingen onderdrukken

Nadere informatie

Interpersoonlijke psychotherapie

Interpersoonlijke psychotherapie Interpersoonlijke psychotherapie in een groep een behandelprotocol voor depressie Dina Snippe, Opleider-supervisor IPT en groepspsychotherapie Cora Versteeg, supervisor IPT en groepspsychotherapeut i.o.

Nadere informatie

Affirmaties, welke passen bij mij?

Affirmaties, welke passen bij mij? Affirmaties, welke passen bij mij? Veel mensen maken gebruik van affirmaties, om hun gevoel, zelfbeeld en gedachten positief te beïnvloeden. Regelmatig hoor ik van cliënten, dat hoe vaak ze ook affirmeren,

Nadere informatie

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Betrokken bij Buiten Welkom Het puberbrein als basis 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Pubers Welk (puber)gedrag valt jou het meest op? We zijn allemaal puber geweest Leef je in!

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN In deze huiswerkopdracht wordt uitgelegd wat leefregels en ik-ben-opvattingen zijn en het belang ervan bij het doorbreken van gewoontepatronen. Een voorbeeld van Marjolijn illustreert hoe leefregels en

Nadere informatie

NBVH Symposium 25 maart Ellen de Jong & Louis Crijns

NBVH Symposium 25 maart Ellen de Jong & Louis Crijns NBVH Symposium 25 maart 2017 Ellen de Jong & Louis Crijns In elke Volwassene zit een Kind Inner Child Therapie & Contextuele Therapie Wat is Inner Child Therapie? Inner Child Therapie biedt een therapeutische

Nadere informatie

Caroline Penninga-de Lange Je kind in balans

Caroline Penninga-de Lange Je kind in balans Je kind in balans Caroline Penninga-de Lange Je kind in balans Op weg naar emotionele stabiliteit UITGEVERIJ BOEKENCENTRUM ZOETERMEER Van Caroline Penninga-de Lange verschenen eerder bij Uitgeverij Boekencentrum:

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven Wat is een trauma? Trauma kan cultuurafhankelijk zijn Cultuur bepaalt reactie Cultuur aspecten:

Nadere informatie

Toelichting zeven dimensies

Toelichting zeven dimensies Toelichting zeven dimensies Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs December 2009 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inhoudsopgave Zeven dimensies 3 1. De kwaliteitsdimensies

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep Therapie en training, iets voor jou? Als je bij De Hoenderloo Groep komt wonen, heb je vaak al veel meegemaakt in je leven. Het valt niet altijd

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Kernkwaliteiten zoals ontwikkeld en beschreven door D. Ofman. 1. Inleiding. 2. Kernkwaliteiten. 3. Kernkwaliteit en valkuil. 4.

Kernkwaliteiten zoals ontwikkeld en beschreven door D. Ofman. 1. Inleiding. 2. Kernkwaliteiten. 3. Kernkwaliteit en valkuil. 4. Kernkwaliteiten zoals ontwikkeld en beschreven door D. Ofman 1. Inleiding 2. Kernkwaliteiten 3. Kernkwaliteit en valkuil 4. Omgekeerde proces 5. Kernkwaliteit en de uitdaging 6. Kernkwaliteit en allergie

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie