Brandweer Kennemerland de heer E.W. Kleijn via

Transcriptie

1 Petromark Automotive Chemicals B.V. De heer J.P. Bianchi Rooswijkweg ME VELSEN-NOORD verzenddatum Onderwerp Definitieve maatwerkbepaling Activiteitenbesluit, Lijndenweg 25A te Beverwijk Uw referentie Uw verzoek van 10 maart 2017 Ons kenmerk MDI/DMI/MTU/ODIJ-Z Contactpersoon De heer M.T.M. Diependaal Doorkiesnummer C.c. Brandweer Kennemerland de heer E.W. Kleijn via Geachte heer Bianchi, Op 13 maart 2017 hebben wij uw verzoek voor het opstellen van maatwerk voor de tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen in loods 1 van de inrichting gelegen aan Lijndenweg 25A te Beverwijk ontvangen. U heeft op ons verzoek de aanvraag op 10 april 2017 aangevuld met de benodigde tekeningen. Gronden van het verzoek In uw verzoek geeft u aan dat u gevaarlijke stoffen tijdelijk wil opslaan conform artikel 4.7, vijfde lid, van de Activiteitenregeling nader uitgewerkt in de voorschriften tot en met van de PGS 15 versie Het betreft hier opslag in een zogenaamde paardenbox. De eerste muur wordt gevormd door de aanwezige kluis en deze is zonder meer brandwerend uitgevoerd. De tweede muur (buitenmuur) is aan de binnenzijde bekleed met brandvertragende materialen op een zodanige wijze dat deze tenminste een WBDBO heeft van 60 minuten. Uw verzoek ziet er op toe dat een muur (buitenzijde van het pand) niet brandwerend wordt uitgevoerd. Het betreft hier met name de overheaddeur die in deze muur niet brandwerend is uitgevoerd. U geeft aan dat dit gedeelte van de muur niet brandwerend behoeft te zijn omdat: er slechts LQ-goederen worden opgeslagen er geen aanstraling door vuur van buitenaf te verwachten is er vanuit de ruimte een directe doormelding plaatsvindt conform het gestelde in voorschrift van de PGS 15 waardoor snel op een calamiteit kan worden gereageerd het personeel van Petromark aantoonbaar is getraind om te werken met gevaarlijke stoffen in de opslag geen ADR-3 geclassificeerde stoffen aanwezig zijn na sluitingstijd om aanstraling van buitenaf te voorkomen door een brandend voertuig voor de overheaddeur een parkeerverbod is ingesteld in combinatie met een wegsleepregelingsaanduiding op de hoek van het pand een aanrijblok zal worden aangebracht. Wettelijke basis voor het opstellen van maatwerkvoorschriften

2 Uw bedrijf valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit en is op grond van artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit een zogenaamd type B-inrichting. Dit betekent dat uw bedrijf moet voldoen aan het gestelde in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften opstellen op grond van het zorgplichtartikel 2.1, tweede lid onder l uit het Activiteitenbesluit, als zaken niet uitputtend zijn geregeld. In voorschrift 1.6 van de PGS 15 is opgenomen dat de voorschriften voor het opslaan van gevaarlijke stoffen voor het merendeel van de situaties toepasbaar zijn. Er zijn echter ook situaties waarbij deze algemene eisen niet toepasbaar zijn omdat er sprake is van een specifieke situatie en deze situatie zich moeilijk in eenduidige regels laat beschrijven. In sommige gevallen wordt dit zelfs bij de betreffende voorschriften uit de PGS 15 aangegeven. In dergelijke gevallen kan met het bevoegd gezag worden besloten tot gemotiveerd afwijken en worden vervolgens de eventuele extra voorschriften en beperkingen duidelijk vastgelegd (bijv. in maatwerk). Op grond van bovenstaande concluderen wij dat de voorschriften uit de Activiteitenregeling en de PGS 15 niet uitputtend zijn geregeld. Wettelijk kader Op grond van artikel 4.1 van het Activiteitenbesluit in samenhang met voorschrift 4.7, vijfde lid, van de Activiteitenregeling nader uitgewerkt in de voorschriften tot en met van de PGS 15 versie 2011 moet de tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvinden in een zogenaamde brandwerende paardenbox. Op grond van voorschrift 1.6 van de PGS 15 concluderen wij dat dit voorschrift niet in alle zaken voorziet en dat daarom de opslag in een paardenbox niet uitputtend is geregeld. Op grond hiervan concluderen wij dat wij bevoegd zijn voor het opstellen van maatwerk. Advies van de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) Naar aanleiding van uw verzoek hebben wij de VRK gevraagd om advies te geven. Hieronder is het advies samengevat weergegeven: Om het gebruik van de ruimte nabij de overheaddeur als tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen te kunnen laten dienen, adviseer ik u om de volgende maatregelen voor te schrijven: Het tijdelijk opslaan van ADR geclassificeerde goederen in de ruimte nabij de overheaddeur, mag alleen gebeuren door en onder toezicht van het opgeleide en getrainde personeel Buiten werktijd, bij de afwezigheid van opgeleid personeel, moeten de ADR-geclassificeerde goederen worden opgeslagen in de daarvoor geschikte PGS kluizen in de opslagruimte. Overwegingen Gelet op het feit dat er een doormelding is vanuit de tijdelijke opslagruimte naar een 24-uurs bezette post zijn wij van mening dat er vrij snel kan worden opgetreden bij calamiteiten buiten werktijden. Tijdens werktijden zijn mensen aanwezig die getraind zijn in het omgaan met gevaarlijke stoffen. Verder heeft het bedrijf maatregelen getroffen om aanstraling van de opslag door brand van binnen of van buiten te voorkomen. Om die redenen zij wij met de VRK van mening dat in deze specifieke situatie en gelet op de omstandigheden en voorzieningen kan worden afgeweken van het gestelde in de voorschriften van de Activiteitenregeling. Het advies om ADR-geclassificeerde goederen op te slaan in de kluizen onderschrijven wij met name voor ADR 3, 4.1, 4.2, 4.3 en 5.2. Met betrekking tot de gevaarsclassificaties van ADR 8 en/of 9 merken wij op dat voor deze stoffen op basis van de laatste

3 versie van de PGS 15 geen brandwerende voorzieningen meer worden verlangd. Gezien de getroffen voorzieningen en het feit dat ADR-geclassificeerde goederen die brand bevorderend zijn na werktijd in een kluis worden opgeslagen, kunnen wij onder voorwaarden instemmen met het verzoek. Procedure Het besluit tot het opleggen van maatwerkvoorschriften doorloopt de voorbereidingsprocedure op grond van hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht. U heeft overeenkomstig artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht na bekendmaking van het voornemen uw zienswijze kunnen inbrengen. Van deze gelegenheid heeft u geen gebruik gemaakt. Besluit Wij besluiten daarom om op basis van de bovenstaande overwegingen, het feit dat er geen zienswijzen zijn binnengekomen en op grond van artikel 2.1, tweede lid onder l uit het Activiteitenbesluit de volgende maatwerkvoorschriften aan de inrichting gelegen aan Lijndenweg 25A te Beverwijk op te leggen: M.1 In afwijking van het gestelde in artikel 4.1 van het Activiteitenbesluit in samenhang met voorschrift 4.7, vijfde lid, van de Activiteitenregeling nader uitgewerkt in voorschrift van de PGS 15 versie 2011 is het toegestaan om de buitenzijde van de wand met de overheaddeur niet brandwerend uit te voeren mits voldaan is aan de voorwaarden uit de voorschriften M.2 tot en met M.7. M.2 Tijdens werkzaamheden moet deskundig personeel aanwezig zijn dat aantoonbaar is opgeleid voor het omgaan met gevaarlijke stoffen M.3 In de ruimte voor de tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen is een doormelding aanwezig conform het gestelde in voorschrift van de PGS 15 M.4 Na sluitingstijd dienen de volgende gevaarlijke stoffen met ADR-classificaties 3, 4.1, 4.2, 4.3 en 5.2 te worden opgeslagen in de daarvoor bestemde kluizen binnen de inrichting. Toelichting Dit voorschrift is niet van toepassing op gelimiteerde en/of vrijgestelde hoeveelheden gevaarlijke stoffen (respectievelijk LQ en E conform het ADR) in gesloten transportverpakkingen, deze stoffen hebben namelijk geen ADR-etiket nummer 3. M.5 Ter plaatse van de overheaddeur is een parkeerverbod ingesteld met een wegsleepwaarschuwing M.6 Op de hoekpunt van het gebouw is een aanrijbeveiliging geplaatst in de vorm van een zogenaamd betonnen stapelblok met de afmeting 160x80x80cm. M.7 De tijdelijke opslagplaats in loods 1 moet worden gebruikt conform de tekeningen en behorende bij de aanvraag voor maatwerk.

4 Hoogachtend, namens het dagelijks bestuur van Omgevingsdienst IJmond, L.A. Pannekeet directeur Deze brief is geautomatiseerd verwerkt

5 Bezwaarmogelijkheden en voorlopige voorziening Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift indienen bij het dagelijks bestuur van Omgevingsdienst IJmond, Postbus 325, 1940 AH Beverwijk. De termijn hiervoor bedraagt zes weken en gaat in op de dag na de verzenddatum van dit besluit. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet tenminste bevatten de naam van de indiener, de datum, een omschrijving van het aangevochten besluit en de gronden van het bezwaar. Het indienen van een bezwaarschrift houdt niet in dat de werking van het besluit wordt opgeschort. Om dat te bereiken moet, naast een bezwaarschrift, ook een verzoek om voorlopige voorziening worden gericht aan de Rechtbank Haarlem, Sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. De rechter is bevoegd een voorlopige voorziening te treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Wij wijzen u erop dat voor het indienen van een dergelijk verzoek griffierecht is verschuldigd. U kunt het verzoek voorlopige voorziening ook digitaal indienen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.