verzenddatum Oliehandel Schepers B.V. De heer J.G. Schepers Postbus AB IJMUIDEN Geachte heer Schepers,

Transcriptie

1 Oliehandel Schepers B.V. De heer J.G. Schepers Postbus AB IJMUIDEN verzenddatum Onderwerp Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit, Vissershaven Ong. te IJmuiden Ons kenmerk KOV/ODIJ Contactpersoon Mevrouw K.A.M. Overtoom Doorkiesnummer C.c. De heer Ed Nijman via De heer Pieter Bos via Geachte heer Schepers, Op grond van het Activiteitenbesluit kunnen wij maatwerkvoorschriften opleggen. Op 7 september 2016 hebben wij per brief met kenmerk PLU/MVE/ODIJ en u het voornemen tot het opleggen van maatwerkvoorschriften aangekondigd. Wij hebben u in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na bekendmaking van het voornemen uw zienswijze hierover bij ons in te dienen. Omdat na het voornemen nog een definitief besluit genomen moet worden, doen wij u hierbij het definitieve besluit voor het verbinden van maatwerkvoorschriften toekomen. Het besluit wijkt niet af van het voornemen. Procedure Het besluit tot het opleggen van maatwerkvoorschriften doorloopt de voorbereidingsprocedure op grond van hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht. U heeft overeenkomstig artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht na bekendmaking van het voornemen uw zienswijze kunnen inbrengen. Van deze gelegenheid heeft u geen gebruik gemaakt. Overweging Uw bedrijf is op 1 januari 2011 in zijn geheel onder het Activiteitenbesluit komen te vallen. Hiermee is uw omgevingsvergunning van 14 augustus 2008 van rechtswege komen te vervallen. In deze omgevingsvergunning waren echter specifieke voorschriften opgenomen die wij noodzakelijk achten in aanvulling op de algemene verplichtingen uit het Activiteitenbesluit. Als bevoegd gezag kunnen wij in een dergelijk geval maatwerkvoorschriften opleggen. Geluid: De inrichting is gelegen op het geluidgezoneerd industrieterrein IJmond. In de omgevingsvergunning waren voor uw bedrijf andere geluidsniveaus vergund dan in het Activiteitenbesluit zijn opgenomen. Provincie Noord-Holland, de beheerder van de geluidzone, is bij de verlening van de vergunning akkoord gegaan met de opgenomen normen.

2 Middels dit maatwerkbesluit leggen we dezelfde geluidnormen op om er voor te zorgen dat uw bedrijf niet meer geluidruimte inneemt dan is vastgelegd in de zone. Technische staat bunkerstation: Op bunkerstations is ook het Binnenschepenbesluit van toepassing. Het ponton moet voldoen aan de regels bij of krachtens de Schepenwet zoals het Binnenschepenbesluit. Dit bunkerstation is echter niet voorzien van een certificaat als bedoeld in artikel 6 van het Binnenvaartbesluit. Dit houdt in dat de in artikel 4.86a van de Activiteitenregeling genoemde voorschriften uit de PGS 28 op het afleveren van brandstoffen en smeerolie van toepassing zijn. Tevens kunnen wij op grond van artikel 4.86a, tweede lid, van de Activiteitenregeling maatwerk opleggen ten aanzien van de technische staat van het bunkerstation. In de omgevingsvergunning was reeds een voorschrift opgenomen die de verplichting tot keuring van het bunkerstation behelsde. Dit voorschrift zullen wij op grond van het genoemde artikel als maatwerk opleggen. Afleveren gasolie en smeerolie: De inrichting betreft een ponton waarop ook het Binnenschepenbesluit op grond van de Schepenwet van toepassing is. Dit bunkerstation beschikt niet over het certificaat als bedoeld in artikel 6 van het Binnenvaartbesluit. Hierdoor zijn een aantal voorschriften uit de PGS 28 van toepassing op het bunkerstation. Echter op grond van artikel 2.1, tweede lid, van het Activiteitenbesluit vinden wij het noodzakelijk om een aantal voorschriften uit de omgevingsvergunning ten aanzien van het afleveren van gasolie en smeerolie op te nemen als maatwerkvoorschriften. Besluit Op grond van artikel 2.20, eerste lid van het Activiteitenbesluit en bovenstaande overwegingen leggen wij het volgende maatwerkvoorschrift op aan de inrichting: M.1 Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) afkomstig van de inrichting mag, in tegenstelling tot de genoemde waarden in tabel 2.17a uit het Activiteitenbesluit, op 50 meter van de inrichting, over de hierna genoemde perioden de volgende waarden niet overschrijden: 40 db(a) van tot uur 40 db(a) van tot uur 40 db(a) van tot uur.

3 Technische staat bunkerstation Op grond van bovenstaande overwegingen en artikel 4.86a, tweede lid, van het Activiteitenbesluit, leggen wij, ten aanzien van de technische staat van het bunkerstation, het volgende maatwerkvoorschrift op aan de inrichting, gevestigd aan Vissershaven ongenummerd te IJmuiden, om tot een vergelijkbaar beschermingsniveau te komen als bijlage 3.8 van de Binnenvaartregeling: M.2 Het ponton of bunkerstation moet ten minste éénmaal per vier jaar visueel op aantasting van de scheepshuid worden gecontroleerd met aandacht voor wanddikte meting door een daartoe erkend bedrijf. Hiertoe moet het ponton of het bunkerstation uit het water worden gehaald. M.3 In afwijking van voorschrift M.2 kan worden volstaan met een certificaat van onderzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Binnenschepenwet. Afleveren gasolie of smeerolie Op grond van bovenstaande overwegingen en artikel 2.1, tweede lid, van het Activiteitenbesluit, leggen wij, om ten aanzien van het voorkomen van risico s voor de omgeving en het voorkomen van ongewone voorvallen, de volgende maatwerkvoorschriften op aan de inrichting, gevestigd aan Vissershaven ongenummerd te IJmuiden: M.4 De slangen, waarmee de brandstof wordt overgepompt, moeten jaarlijks worden gecontroleerd op lekdichtheid. Resultaten van deze controle moeten minimaal 5 jaar in de inrichting in een logboek aanwezig zijn en op diens verzoek aan een ambtenaar van het bevoegd bestuursorgaan ter inzage worden afgegeven. M.5 Voordat gas- of smeerolie wordt afgeleverd, wordt eerst vastgesteld hoeveel van deze stoffen het ontvangende vaartuig kan ontvangen. M.6 Het afleveren van gas- en smeerolie dient onder direct toezicht en, als het ontvangende schip over een overvulbeveiliging beschikt, met een overvulbeveiliging plaats te vinden. M.7 Er mag niet meer dan één vaartuig tegelijkertijd brandstof innemen. Vaartuigen mogen niet om andere redenen dan het innemen of afleveren van brandstof aan het ponton aanmeren. Tijdens het innemen of afleveren van brandstof dienen de vaartuigen strak aangelijnd aan de afmeerplaats te liggen. M.8 Op of bij het ponton is roken, vuur of open kunstlicht verboden. M.9 De inrichting is niet toegankelijk voor onbevoegden, de inrichting dient hiertoe deugdelijk te zijn afgesloten.

4 M.10 Bij het ponton moet een duidelijk leesbare instructie zijn aangebracht over de te nemen maatregelen in het geval van calamiteiten. Deze instructie moet de namen, telefoonnummers en faxnummers bevatten van instanties en personen waarmee in het geval van calamiteiten contact opgenomen moet worden. M.11 Alle binnen de inrichting werkzame personen moeten instructies hebben ontvangen die erop zijn gericht gedragingen uit te sluiten die tot gevolg hebben dat de inrichting in strijd met deze vergunning in werking is. M.12 In tegenstelling tot voorschrift PGS 28:2011 hoeft het ponton of het bunkerstation zelf niet te zijn voorzien van verlichting. Wel moet tijdens het laden of lossen van brandstoffen of smeerolie voldoende licht aanwezig zijn om de benodigde handelingen veilig te kunnen verrichten. De gehele inrichting moet tijdens het laden en lossen dusdanig verlicht zijn dat voldoende overzicht gewaarborgd is. Indien het bunkerstation of ponton niet is voorzien van verlichting dient het innemende schip de inrichting voldoende te kunnen verlichten om voldoende overzicht te waarborgen. Anders mag alleen worden ingenomen of afgeleverd met voldoende daglicht. Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met mevrouw Overtoom, bereikbaar op bovengenoemd telefoonnummer. Hoogachtend, namens het dagelijks bestuur van Omgevingsdienst IJmond, L.A. Pannekeet directeur Deze brief is geautomatiseerd verwerkt

5 Bezwaarmogelijkheden en voorlopige voorziening Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift indienen bij het dagelijks bestuur van Omgevingsdienst IJmond, Postbus 325, 1940 AH Beverwijk. De termijn hiervoor bedraagt zes weken en gaat in op de dag na de verzenddatum van dit besluit. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet tenminste bevatten de naam van de indiener, de datum, een omschrijving van het aangevochten besluit en de gronden van het bezwaar. Het indienen van een bezwaarschrift houdt niet in dat de werking van het besluit wordt opgeschort. Om dat te bereiken moet, naast een bezwaarschrift, ook een verzoek om voorlopige voorziening worden gericht aan de Rechtbank Haarlem, Sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. De rechter is bevoegd een voorlopige voorziening te treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Wij wijzen u erop dat voor het indienen van een dergelijk verzoek griffierecht is verschuldigd. U kunt het verzoek voorlopige voorziening ook digitaal indienen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Deze brief is geautomatiseerd verwerkt