REGELING AANMELDING & INSCHRIJVING

Transcriptie

1 REGELING AANMELDING & INSCHRIJVING V O O R H E T S T U D I E J A A R pagina 1 van 20

2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I ALGEMEEN... 3 HOOFDSTUK II INSCHRIJVING... 5 HOOFDSTUK III COLLEGEGELD... 7 HOOFDSTUK IV TARIEVEN EN BETAALWIJZE... 8 HOOFDSTUK V VERMINDERING, VRIJSTELLING EN RESTITUTIE COLLEGEGELD HOOFDSTUK VI ANDERE INSCHRIJFVORMEN HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN Bijlage 1: Reglement selectie en plaatsing numerus fixus bacheloropleidingen Bijlage 2: Regeling studiekeuzecheck voor het studiejaar Bijlage 3: erkende certificaten Nederlandse taal Regeling ter uitwerking van de wettelijke bepalingen inzake inschrijving en collegegeld in de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, die op grond van artikel 12, tweede lid van de Structuurregeling van toepassing zijn op de Radboud Universiteit. pagina 2 van 20

3 HOOFDSTUK I ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1. De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de structuurregeling en/of de Wet op Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna verder: de WHW), de betekenis die de structuurregeling respectievelijk de WHW daaraan geven 2. Voorts wordt in deze regeling verstaan onder: a. aanmelding: een verzoek tot inschrijving; b. Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs: Het Koninklijk Besluit van 8 april 2016, houdende voorschriften voor diverse experimenten op het terrein van flexibilisering van het hoger onderwijs, in het bijzonder van het deeltijdse en duale onderwijs, met het oog op verbetering van de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het hoger onderwijs; c. BSA: bindend studieadvies als bedoeld in artikel 7.8b WHW; d. BBC: bewijs betaald wettelijk collegegeld, afgegeven door een Nederlandse instelling voor hoger onderwijs op grond van artikel 7.48 WHW; e. BRON HO: Het basisregister onderwijs hoger onderwijs, als bedoeld in artikel 24b van de wet op het onderwijstoezicht; f. DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs; g. extraneus: degene die overeenkomstig artikel 7.36 WHW aan de universiteit is ingeschreven. De inschrijving als extraneus geeft het recht op het afleggen van tentamens en examens alsmede op toegang tot de bij de RU behorende inrichtingen en verzamelingen. h. BRP: Basisregistratie Personen; i. herinschrijving: hernieuwde inschrijving voor dezelfde opleiding, direct aansluitend aan de eerdere inschrijving voor die opleiding; j. nominale studieduur: studieduur zoals die is vastgelegd in de desbetreffende OER; k. OER: onderwijs- en examenregeling; l. premaster: een programma gericht op de doorstroming naar een verwante masteropleiding van de RU; m. RU: Radboud Universiteit, en n. Studielink: de webapplicatie ten behoeve van inschrijving aan Nederlandse universiteiten en hogescholen ( 3. Voor de berekening van de nominale studieduur wordt in deze regeling uitgegaan van 30 september als peildatum. 4. De bepalingen van deze regeling betreffende de deeltijdstudenten zijn van overeenkomstige toepassing op duale studenten. pagina 3 van 20

4 Artikel 2. Aanmelding en inschrijving algemeen 1. Aan een inschrijving gaat een tijdige aanmelding vooraf. 2. Inschrijving is uitsluitend mogelijk indien voldaan is aan de toelatings- en toelaatbaarheidseisen genoemd in artikel 5 en De bepalingen betreffende de aanmelding en inschrijving gelden voor iedere inschrijving en herinschrijving. 4. Een aanmelding geschiedt door het geheel en correct invullen van Studielink met opgave van de RU als instelling en onder vermelding van de naam van de desbetreffende opleiding. 5. Bij aanmelding dienen alle gevraagde documenten te worden ingeleverd. 6. Een inschrijving is pas geëffectueerd als aan alle administratieve verplichtingen is voldaan en de verschuldigde bedragen zijn voldaan. Artikel 3. Studiekeuzecheck 1. Een aankomend student als bedoeld in artikel 7.31a WHW die zich voor de eerste maal voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding wenst in te schrijven dient zich uiterlijk op 1 mei aan te melden, om recht te hebben op een studiekeuzeadvies op basis van de regeling Studiekeuzecheck, welke als bijlage 2 onderdeel is van deze Regeling. 2. De aanmeldingsprocedure bedoeld in artikel 2, vierde lid omvat voor de daarvoor in aanmerking komende studenten tevens de studiekeuzeactiviteiten zoals vastgelegd in de Regeling Studiekeuzecheck, welke als bijlage 2 onderdeel is van deze Regeling. Artikel 4. Relevante data 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, eerste lid, is aanmelden met het oog op inschrijving per 1 september mogelijk tot en met 31 augustus In afwijking van het voorgaande gelden voor de bacheloropleidingen als genoemd in artikel 5.2 de termijnen van het reglement selectie en plaatsing voor numerus fixus bacheloropleidingen welke als bijlage 1 onderdeel uitmaakt van deze Regeling. 2. Inschrijven na 30 september 2017 is, met uitzondering van de bacheloropleidingen met een numerus fixus zoals genoemd in artikel 5.2, uitsluitend mogelijk wanneer de desbetreffende examencommissie desgevraagd verklaart dat er geen bezwaar bestaat tegen de latere inschrijving en dat inpassing in het onderwijs nog mogelijk is. 3. Voor iedere inschrijving geldt dat deze plaatsvindt met ingang van de maand volgende op de maand waarin aan alle voorwaarden voor inschrijving is voldaan. 4 Indien op grond van het bepaalde in de OER een opleiding voor een student begint op 1 februari, kan een student die daarom verzoekt in afwijking van het bepaalde in het tweede lid ook na 1 september worden ingeschreven mits het verzoek daartoe via Studielink vóór 1 februari is ingediend. pagina 4 van 20

5 Artikel 5. Toelating en toelaatbaarheid 1. Toelaatbaar tot de bacheloropleiding van de RU is degene die voldoet aan de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.23a tot en met 7.30 WHW, alsmede de eisen genoemd in de desbetreffende OER. 2. Onverminderd het bepaalde in het derde lid, geldt voor aankomende studenten die toelating wensen tot de propedeutische fase van een van de hierna te noemen numerus fixus opleidingen dat inschrijving alleen mogelijk is op basis van een door het college van bestuur aangeboden plaats. Het betreft voor de bacheloropleidingen: a. Geneeskunde; b. Tandheelkunde; c. Biomedische wetenschappen; d. Psychologie 3. De regels voor selectie en plaatsing van de onder artikel 5.2 genoemde bacheloropleidingen zijn opgenomen in het reglement selectie en plaatsing voor numerus fixus bacheloropleidingen welke als bijlage 1 onderdeel uitmaakt van deze Regeling. 3. Toelaatbaar tot een masteropleiding van de RU is degene die voldoet aan de wettelijke eisen zoals bepaald in artikel 7.30b tot en met 7.30e WHW alsmede aan de eisen genoemd in de desbetreffende OER. HOOFDSTUK II INSCHRIJVING Artikel 6. Toelating op grond van een buitenlands diploma 1. Toelating op grond van een buiten Nederland afgegeven diploma als bedoeld in artikel 7.28, tweede lid, WHW is uitsluitend mogelijk indien men in het bezit is van een toelatingsbeschikking afgegeven door het college van bestuur. In geval de student zich inschrijft voor een Nederlandstalig opleidingsprogramma, dient betrokkene te bewijzen de Nederlandse taal voldoende te beheersen voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs, overeenkomstig het bepaalde in de procedure Toelating op grond van buitenlandse diploma s. In geval de student zich inschrijft voor een Engelstalig opleidingsprogramma, dient de student te bewijzen te voldoen aan de Engelse taaleis zoals die in de Onderwijs- en Examenregeling van het betreffende opleidingsprogramma is vastgelegd. 2. Van de taaleis voor een Nederlandstalige opleiding, bedoeld in het eerste lid, is vrijgesteld de bezitter van een diploma of certificaat dat is opgenomen in een door het college van bestuur vastgestelde lijst. De vastgestelde lijst is als bijlage 3 bij deze Regeling opgenomen en wordt gepubliceerd op 3. De examencommissie kan de bezitter van enig ander diploma of certificaat vrijstellen van onderzoek naar de taalvaardigheid van de betreffende student. De studentdecaan adviseert de examencommissie over de verlening van deze vrijstelling. pagina 5 van 20

6 Artikel 7. Inschrijvingsvoorwaarden 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 staat inschrijving voor een initiële opleiding aan de RU als student of extraneus open voor degene die voldoet aan het bepaalde in artikel 7.32 WHW. 2. Tot inschrijving wordt alleen dan overgegaan indien: a. de aanmelding via Studielink is afgerond, en b. het verschuldigde college- of examengeld tijdig is of wordt voldaan, een en ander overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk III. Artikel 8. Premaster 1. Studenten als bedoeld in artikel 7.57i WHW die een premaster willen volgen dienen een verklaring van de examencommissie te overleggen waarin de omvang en de inhoud van het te volgen programma is vastgelegd. 2. De hoogte van de te betalen vergoeding wordt vastgesteld op basis van de omvang van het programma zoals vermeld in de verklaring alsmede de tarieven bedoeld in artikel De student mag het desbetreffende onderwijs volgen gedurende twee ononderbroken studiejaren zonder dat opnieuw de vergoeding verschuldigd is. Het studiejaar van aanvang is het eerste studiejaar; het studiejaar daaropvolgend is het tweede studiejaar. 4. De vergoeding wordt krachtens volmacht gedurende het eerste studiejaar in gelijke termijnen geïnd. 5. De inschrijving voor de premaster geschiedt voor het gehele studiejaar. Tussentijds beëindiging van de inschrijving is alleen mogelijk per 1 maart, indien het verzoek tot uitschrijving via Studielink vóór 1 maart is ingediend. In dat geval is betaling van resterende termijnen als bedoeld in lid 4 niet meer verschuldigd. 6. Indien de examencommissie dat in de verklaring aangeeft en in afwijking van het bepaalde in het derde lid, is de termijn voor studenten die zijn ingeschreven voor een deeltijdpremaster bij de faculteit der rechten drie jaar. 7. Het bepaalde in de artikelen 7, tweede lid, 22, 25 en 28 is van overeenkomstige toepassing op studenten die zijn ingeschreven voor een premasterprogramma. 8. Het bepaalde in de artikelen 23, 24, 26 en 27 is niet van toepassing op studenten die zijn ingeschreven voor een premasterprogramma. Artikel 9. Bindend studieadvies (BSA) 1. Indien aan een student een BSA is afgegeven is inschrijving of herinschrijving voor de desbetreffende opleiding, dan wel voor de door de decaan aan te wijzen bacheloropleidingen die de desbetreffende propedeutische fase geheel of gedeeltelijk gemeen hebben, gedurende een periode van drie studiejaren na afgifte van dat advies niet mogelijk. 2. Het bepaalde in het eerste lid is onverkort van toepassing gedurende de looptijd van een eventuele bezwaar- of beroepsprocedure betreffende het BSA of daaraan ten grondslag liggende besluiten. pagina 6 van 20

7 HOOFDSTUK III COLLEGEGELD Artikel 10. Soorten collegegeld 1. Onderscheiden worden de volgende soorten collegegeld: a. het wettelijk collegegeld, zijnde het wettelijk collegegeld als bedoeld in artikel 7.45 en 7.45a WHW; b. het instellingscollegegeld bedoeld in artikel 7.46 WHW ter hoogte van het wettelijk tarief, en; c. het instellingscollegegeld bedoeld in artikel 7.46 WHW, ter hoogte van een gedifferentieerd tarief, zoals omschreven in artikel De vaststelling welk type collegegeld als bedoeld in lid 1van toepassing is, kan ook gedurende het studiejaar plaatsvinden, al naar gelang het tijdstip van aanlevering van relevante informatie door de student of BRONHO. Hierbij wordt, indien nodig, ook met terugwerkende kracht een correctie uitgevoerd. Artikel 11. Wettelijk collegegeld algemene voorwaarden Het wettelijk collegegeld is verschuldigd door een student die voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 7.45a WHW. Artikel 12. Vrijstelling en vermindering van collegegeld 1. Gezien het bepaalde in artikel 7.48 WHW, eerste lid wordt een student die wenst te worden ingeschreven aan de RU voor een opleiding waarvoor hij het wettelijk collegegeld dient te bepalen door het college van bestuur geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van het betalen van het collegegeld. 2. De verleende vrijstelling geldt slechts voor de duur dat aan de voorwaarden voor de vrijstelling is voldaan. Artikel 13. Het instelling collegegeld ter hoogte van het wettelijke tarief. 1. Het instellingscollegegeld ter hoogte van het wettelijk tarief is verschuldigd door de RUstudent die, na het behalen van een graad aan de RU waarvoor het collegegeld als bedoeld in artikel 10 eerste lid onder a, is betaald, zonder onderbreking blijft ingeschreven voor een volgende opleiding ter verkrijging van een tweede bachelorgraad en/of een tweede mastergraad. Bij onderbreking van de inschrijving wordt het instellingscollegegeld bedoeld in artikel 10 lid 1c van kracht. 2. De student, die formeel is toegelaten tot het speciale programma voor de opleiding van kaakchirurgen, die de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde aan de RU of aan een andere Nederlandse universiteit heeft afgerond, is het instellingscollegeld ter hoogte van het wettelijk tarief verschuldigd voor de nog te volgen opleiding Tandheelkunde, mits hij voldoet aan het nationaliteitsvereiste. De inschrijving dient ononderbroken te blijven tot en met het behalen van de mastergraad Tandheelkunde. pagina 7 van 20

8 3. De student die formeel is toegelaten tot het speciale programma voor de opleiding van kaakchirurgen, die de bachelor- en masteropleiding Tandheelkunde aan de RU heeft afgerond, is het instellingscollegeld ter hoogte van het wettelijk tarief verschuldigd voor de nog te volgen opleiding Geneeskunde, mits hij voldoet aan het nationaliteitsvereiste. De inschrijving dient ononderbroken te blijven tot en met het behalen van de mastergraad Geneeskunde. Artikel 14. Het gedifferentieerde instellingcollegegeld In alle gevallen waarin de artikelen 10 tot en met 13 niet van toepassing zijn, is het gedifferentieerd instellingscollegegeld verschuldigd. HOOFDSTUK IV TARIEVEN EN BETAALWIJZE Artikel 15. Wettelijk collegegeld Het wettelijk collegegeld bij inschrijving voor een voltijdse of deeltijdse opleiding bedraagt Artikel 16. Instellingscollegegeld ter hoogte van het wettelijk tarief Het tarief voor het instellingscollegegeld ter hoogte van het wettelijke tarief voor een voltijdse of deeltijdse opleiding bedraagt Artikel 17. Gedifferentieerd instellingscollegegeld 1. De tarieven voor opleidingen bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid bedragen voor: a. Bacheloropleidingen voltijd 6.957,- b. Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid deeltijd nieuw programma c. Bacheloropleiding Notarieel Recht deeltijd nieuw programma d. Overige bachelor deeltijdopleidingen e. Masteropleiding Nederlands Recht deeltijd f. Masteropleiding Notarieel Recht deeltijd g. Overige Masteropleidingen 3.819, , , , , ,- 2. De tarieven voor opleidingen bij de Faculteit der Letteren bedragen voor: a. Bacheloropleidingen 6.957,- b. Masteropleidingen 9.432,- pagina 8 van 20

9 3. De tarieven voor opleidingen bij de Faculteit der Sociale wetenschappen bedragen voor: a. Bacheloropleiding Kunstmatige Intelligentie 9.432,- b. Overige Bacheloropleidingen 6.957,- c. Masteropleiding Artificial Intelligence ,- d. Masteropleidingen Cognitive Neuroscience ,- e. Overige masteropleidingen 9.432,- 4. De tarieven voor opleidingen bij de Faculteit der Managementwetenschappen bedragen voor: a. Bacheloropleidingen 6.957,- b. Masteropleidingen 9.432,- 5. De tarieven voor opleidingen bij de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen bedragen voor: a. Bacheloropleiding Theologie Bachelor opleiding Religiestudies 2.006, ,- b. Overige Bacheloropleidingen 6.957,- c. Masteropleiding Theologie Masteropleiding Theologie en Religiewetenschappen 2.006, ,- d. Overige masteropleidingen 9.432,- pagina 9 van 20

10 6. De tarieven voor opleidingen bij de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica bedragen voor: a. Bacheloropleidingen 9.432,- b. Masteropleidingen ,- 7. De tarieven voor opleidingen bij de Faculteit der Medische wetenschappen bedragen voor: a. Bacheloropleiding Biomedische wetenschappen 9.432,- b. Overige Bacheloropleidingen ,- c. Masteropleiding Biomedical Science ,- d. Masteropleiding Molecular Mechanisms of Disease ,- e. Overige Masteropleidingen ,- 8. De tarieven voor masteropleidingen bij de Radboud Docenten academie (RDA) bedragen 9.432,- Artikel 18. Hoogte vergoedingen premasters Studenten als bedoeld in artikel 7.57i WHW en artikel 8 betalen voor het premasterprogramma zoals bedoeld in artikel 8.1 en 8.2 per EC 33,43, waarbij de vergoeding gemaximeerd is op 2.006,-. Artikel 19. Educatieve module Voor inschrijving voor de Educatieve module, zoals bedoeld in het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs is de student de helft van het wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 15 van deze Regeling, verschuldigd. Artikel 20. Tarieven joint programmes Voor opleidingen of afstudeerrichtingen die in samenwerking met andere instellingen voor hoger onderwijs worden verzorgd, stelt het college van bestuur de verschuldigde bedragen afzonderlijk vast. pagina 10 van 20

11 Artikel 21. Examengeld Het examengeld voor extranei bedraagt voor alle daarvoor in aanmerking komende opleidingen Artikel 22. Betaalwijze 1. Het collegegeld wordt voldaan a. hetzij door betaling ineens, al dan niet bij volmacht, b. hetzij door middel van een onherroepelijke volmacht voor gespreide betalingen in termijnen. Het bedrag wordt in dat geval geïnd in 10 gelijke opeenvolgende maandelijkse termijnen, te beginnen in september Het examengeld wordt voldaan door betaling ineens, al dan niet bij volmacht. 3. Bij gespreide betaling worden administratiekosten ad 24, - euro in rekening gebracht. Het volledige bedrag aan administratiekosten wordt tegelijkertijd met de eerste termijnbetaling geïnd. 4. Op de inning van college- en examengelden is het debiteurenprotocol van RU van toepassing. HOOFDSTUK V VERMINDERING, VRIJSTELLING EN RESTITUTIE COLLEGEGELD Artikel 23. Vermindering collegegeld Een student is slechts een gedeelte van het collegegeld verschuldigd, indien de student zich gedurende het studiejaar inschrijft. In dat geval wordt het verschuldigde bedrag berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het desbetreffende studiejaar. Artikel 24. Betaling collegegeld bij meer dan één gelijktijdige inschrijving Onverminderd het bepaalde in artikel 7.48 WHW is een student, indien het uitsluitend een inschrijving voor meer dan één opleiding aan de RU betreft, slechts eenmaal collegegeld verschuldigd, waarbij dan het hoogste voor hem geldende bedrag in rekening wordt gebracht. Artikel 25. Beëindiging inschrijving 1. Iedere inschrijving eindigt in ieder geval van rechtswege op de laatste dag van het studiejaar, te weten 31 augustus. 2. Indien een BBC door de RU is verstrekt wordt de inschrijving niet eerder tussentijds beëindigd dan nadat het BBC is ingeleverd, dan wel op andere wijze is vastgesteld dat de student uitgeschreven is bij de onderwijsinstelling waarvoor het BBC verstrekt is. 3. Het verzoek tot tussentijdse beëindiging van de inschrijving dient te worden ingediend via Studielink. pagina 11 van 20

12 Artikel 26. Restitutie collegegeld 1. Restitutie vindt uitsluitend plaats nadat een verzoek tot beëindiging van de inschrijving is ingediend via Studielink. 2. Wat betreft restitutie van het wettelijke en het instellingscollegegeld is het bepaalde in artikel 7.48 WHW van overeenkomstige toepassing. Artikel 27. Restitutie examengeld Behoudens in het geval van overlijden van de extraneus vindt geen restitutie plaats van het examengeld. Het bepaalde in artikel 7.48 vierde lid WHW is in geval van overlijden van overeenkomstige toepassing. Artikel 28. Schadevergoeding 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 15.3 WHW, is degene die gebruik maakt van onderwijs- of examenvoorzieningen zonder rechtsgeldige inschrijving, naast het van toepassing zijnde collegegeld of de vergoeding, een schadevergoeding verschuldigd. 2. De hoogte van de schadevergoeding bedraagt een twaalfde deel van het toepasselijke gedifferentieerde instellingscollegegeld voor elke maand dat betrokkene onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de onderwijs- of examenvoorzieningen van een of meerdere opleiding(en) van de RU. 3. Het collegegeld voor het gehele studiejaar alsmede het bedrag van de schadevergoeding zijn zonder nadere ingebrekestelling direct invorderbaar. 4. De inschrijving wordt na betaling van de verschuldigde bedragen desgewenst alsnog gerealiseerd met ingang van de eerste van de maand waarin de betaling plaatsvond. Een inschrijving met verdergaande terugwerkende kracht is niet mogelijk. HOOFDSTUK VI ANDERE INSCHRIJFVORMEN Artikel 29. Registratie als bijvakstudent De student die in het kader van een inschrijving voor een opleiding aan een andere instelling voor hoger onderwijs één of meer onderwijsonderdelen wil volgen aan de RU, dient hiervoor via een verzoek in bij het college van bestuur volgens de daarvoor geldende procedure. Het verzoek dient ten minste vergezeld te gaan van: a. een verklaring van de examencommissie van de opleiding aan de RU dat tegen een registratie als bijvakstudent geen bezwaar bestaat, en b. een BBC van de instelling van eerste inschrijving als wettelijk student indien het een Nederlandse instelling van hoger onderwijs betreft. pagina 12 van 20

13 HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN Artikel 30. Uitvoering van de regeling De directeur van de Dienst Studentenzaken (DSZ) neemt namens het college van bestuur beslissingen op grond van deze regeling en is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze regeling. Artikel 31. Hardheidsclausule Waar de toepassing van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, kan het college van bestuur desgevraagd ten gunste van de student van deze regeling afwijken, onverminderd het bepaalde in artikel 7.48 lid 5 WHW. Het gemotiveerde verzoek daartoe dient schriftelijk te worden ingediend. Artikel 32. Vangnetbepaling In alle gevallen waarin deze regeling niet of onvoldoende voorziet, beslist het college van bestuur. Bij onduidelijkheid dan wel strijdigheid tussen deze regeling en de toepasselijke wettelijke bepalingen op grond van de WHW, prevaleert de wettekst. Artikel 33. Rechtsmiddelenclausule Tegen beslissingen op grond van deze regeling kan binnen zes weken bezwaar gemaakt worden bij het college van bestuur. Artikel 34. Inwerkingtreding en geldigheidsduur. Deze regeling treedt in werking per 1 oktober 2016 behoudens tussentijdse wijzigingen en betreft de regels voor aanmelding, selectie, plaatsing en inschrijving voor het studiejaar Vastgesteld door het college van bestuur op 26 september 2016 pagina 13 van 20

14 Bijlage 1: Reglement selectie en plaatsing numerus fixus bacheloropleidingen ex art. 7.53, 3 e lid WHW Het college van bestuur (cvb) stelt deze regeling vast. De Directeur Dienst Studentenzaken (Directeur DSZ) is belast met de uitvoering van deze regeling en neemt namens het cvb de desbetreffende beslissingen. 1. SELECTIE De vormgeving en uitvoering van selectie voor bacheloropleidingen met een numerus fixus is gebaseerd op artikel 7.53 WHW, de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 november 2015 houdende wijziging van de Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs in verband met de afschaffing van de loting, en artikel 5.2 van de Regeling Aanmelding en Inschrijving De decaan stelt voor zijn numerus fixus bacheloropleidingen de selectiecriteria en selectieprocedure vast. Daarbij houdt de decaan rekening met de belangen van kandidaten afkomstig uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten. 2. Voorts stel de decaan per CROHO opleiding vast hoeveel keer een kandidaat kan deelnemen aan de selectie voor die opleiding (1, 2 of 3 keer). Dit is het instellingsmaximum. 3. De deelname aan de loting in het verleden telt vanaf het studiejaar mee voor het bepalen van het aantal verbruikte selectiepogingen per student (zowel per opleiding, per instelling en landelijk). 2. DEELNAME AAN DE SELECTIE 2.1 Verificatie identiteit kandidaat Indien een kandidaat zich aanmeldt bij Studielink wordt voor de verificatie van de identiteit DigiD gebruikt. Voor deze kandidaten geeft Studielink een centrale identiteitsverificatie af. Kandidaten die geen gebruik kunnen maken van DigiD of waarvoor Studielink geen centrale identiteitsverificatie kan doorgeven, dienen zelf ervoor zorg te dragen dat de Dienst Studentenzaken (DSZ) hun identiteit kan verifiëren door middel van het bij DSZ aanleveren van de daarvoor benodigde documenten: bij voorkeur vóór 15 januari 2017, doch uiterlijk 31 januari Indien DSZ de identiteit van de kandidaat niet kan verifiëren, is de kandidaat uitgesloten van het selectieproces en/of kan geen plaats, zoals bedoeld in artikel 2.3, aangeboden worden. pagina 14 van 20

15 2.2 Hardheidsclausule aanmelddeadline Voorwaarde voor deelname aan de selectie is dat de kandidaat uiterlijk 15 januari 2017 via Studielink een verzoek tot inschrijving heeft ingediend voor de desbetreffende numerus fixus opleiding. In afwijking hiervan kan Directeur DSZ na een daartoe strekkend verzoek van de kandidaat besluiten, dat de kandidaat die na 15 januari 2017 een verzoek tot inschrijving heeft gedaan, toch mag deelnemen aan de selectie. De kandidaat moet het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor aanvang van de selectie van de desbetreffende opleiding indienen door middel van het daarvoor bestemde digitale formulier. Directeur DSZ besluit de kandidaat toch toe te laten tot de selectie indien: a. de kandidaat aantoont dat hij niet bij machte was de aanmelding tijdig in te dienen via Studielink tussen 1 oktober 2016 en 15 januari 2017, én; b. de kandidaat na 15 januari 2017 via Studielink alsnog een aanmelding doet. Omdat de deadline verlopen is zal Studielink een mededeling tonen. Deze mededeling is voorzien van een timestamp en moet de student aan zichzelf laten mailen door Studielink. Deze dient bij het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule gevoegd zijn, én; c. de kandidaat aantoont dat hij het verzoek tot toepassing van de hardheidsclausule wel heeft ingediend zo spoedig als mogelijk was, én; d. er naar het oordeel van Directeur DSZ sprake zou zijn van onbillijkheid van overwegende aard bij weigering van deelname. 2.3 Rankingnummer en aanbieding plaats a. De toelatingscommissie van de numerus fixus opleiding reikt vanaf 15 april 2017 via Studielink aan de kandidaat een rankingnummer uit en bericht via Studielink de uitkomst van de selectie voor de opleiding waaraan hij heeft deelgenomen. De kandidaten met de laagste rankingnummers wordt via Studielink vanaf 15 april 2017 een plaats aangeboden. b. De kandidaat dient de aangeboden plaats binnen twee weken na ontvangst via Studielink te accepteren in Studielink. Een aangeboden plaats die niet binnen twee weken is geaccepteerd vervalt van rechtswege. c. Als een aangeboden plaats vervalt omdat een kandidaat dit niet tijdig accepteert of deze niet tijdig voldoet aan de vooropleidingseisen en / of taaleisen, wordt via Studielink vanaf 30 april 2017 aan de kandidaat met het dan laagste rankingnummer die nog geen plaats heeft aangeboden gekregen, de vervallen plaats aangeboden. d. In afwijking hiervan kan Directeur DSZ, na een daartoe strekkend verzoek van de kandidaat, besluiten dat de kandidaat die de aangeboden plaats niet binnen twee weken heeft geaccepteerd, toch opnieuw een plaats krijgt aangeboden. De kandidaat moet het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule zo spoedig mogelijk indienen door middel van het daarvoor bestemde digitale formulier. e. Directeur DSZ besluit de kandidaat alsnog een plaats aan te bieden indien: i. de kandidaat aantoont dat hij niet bij machte was de aangeboden plaats binnen twee weken te accepteren, én; pagina 15 van 20

16 ii. de kandidaat tevens aantoont wel zo spoedig mogelijk een beroep op de hardheidsclausule te hebben gedaan, én; iii. er naar het oordeel van de Directeur DSZ sprake zou zijn van onbillijkheid van overwegende aard als de desbetreffende kandidaat geen plaats wordt aangeboden. 2.4 Datum aantonen voldoen aan vooropleidingseisen en taaleisen De geplaatste kandidaat dient uiterlijk 31 juli 2017 aan te tonen dat hij voldoet aan de vooropleidingseisen, de nadere vooropleidingseisen en/of taaleisen. Als de kandidaat niet uiterlijk 31 juli 2017 heeft voldaan aan deze verplichting, vervalt zijn plaats. Indien een kandidaat niet uiterlijk 31 juli 2017 kan voldoen aan deze verplichting, kan hij Directeur DSZ via het daarvoor bestemde digitale formulier om uitstel verzoeken. Dit verzoek om uitstel moet uiterlijk 31 juli 2017 zijn ingediend. Indien Directeur DSZ vaststelt dat de kandidaat niet uiterlijk 31 juli 2017 kan voldoen aan de verplichting om aan te tonen dat hij voldoet aan de (nadere) vooropleidingseisen, stelt Directeur DSZ een nieuwe termijn vast, waarbinnen de kandidaat aan de verplichting moet voldoen. Deze termijn zal in ieder geval niet later dan 31 augustus 2017 eindigen. Indien de kandidaat niet binnen deze nieuwe termijn heeft voldaan aan deze verplichting, vervalt zijn plaats. 2.5 Kandidaat slaagt er niet in het toelatende diploma te halen De kandidaat die er niet in slaagt zijn diploma of getuigschrift te behalen, kan door middel van het daarvoor bestemde digitale formulier een verzoek indienen om zijn verbruikte selectiepoging te laten vervallen. Dit verzoek moet zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor 1 september 2017 zijn ingediend met een bewijsstuk waaruit blijkt dat de kandidaat gezakt is. Directeur DSZ willigt het verzoek in als dit voor 1 september 2017 is ingediend en handelt het verzoek voor 1 oktober 2017 af. 2.6 Uiterste datum aanbieden plaats Het cvb biedt uiterlijk tot en met 31 augustus 2017 plaatsen aan. Na 31 augustus 2017 worden geen plaatsen voor het studiejaar meer aangeboden. 2.7 Bezwaar en beroep Tegen beslissingen met betrekking tot de selectie kan de kandidaat bezwaar maken bij het cvb. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken (na datum dagtekening van het desbetreffende beslissing). Tegen de beslissing op bezwaar kan de kandidaat beroep instellen bij het College van beroep hoger onderwijs. Indien het bezwaar of beroep gegrond wordt verklaard na 31 augustus 2017 en er wordt vastgesteld dat aan de kandidaat een plaats aangeboden moet worden, heeft deze plaats betrekking op het daarop volgende studiejaar pagina 16 van 20

17 2.8 Digitale verzending Beslissingen en berichten met betrekking tot de selectie worden digitaal aan de kandidaat verzonden via Studielink en /of naar het adres dat de kandidaat in Studielink heeft vastgelegd. 3. MINDER AANMELDINGEN DAN PLAATSEN: GEEN SELECTIE MAAR STUDIEKEUZECHECK Indien het aantal aanmeldingen lager is dan of gelijk is aan het aantal beschikbare plaatsen, vindt geen selectie plaats. In dat geval is de Regeling Studiekeuzecheck voor het studiejaar van toepassing (bijlage 2 bij de Regeling Aanmelding en Inschrijving voor het studiejaar AANBIEDING VOORLOPIGE PLAATS In bijzondere gevallen kan het cvb op het verzoek van een kandidaat bepalen dat de aangeboden plaats wordt omgezet in een voorlopige plaats voor het studiejaar Het cvb besluit hiertoe als naar haar oordeel: a. de kandidaat ten gevolge van onvoorziene bijzondere omstandigheden of overmacht niet in staat is de opleiding met vrucht te volgen in het studiejaar , én, b. de kandidaat zo spoedig mogelijk en in ieder geval vóór 1 september 2017 een verzoek voor een voorlopige plaats heeft gedaan. Als een aangeboden plaats wordt omgezet in een voorlopige plaats, biedt het cvb voor de betreffende numerus fixus opleiding via Studielink een plaats aan, aan de kandidaat met het dan laagste rankingnummer, die nog geen plaats heeft aangeboden gekregen voor studiejaar pagina 17 van 20

18 Bijlage 2: Regeling studiekeuzecheck voor het studiejaar Doel studiekeuzecheck De studiekeuzecheck is het sluitstuk van het geheel aan studievoorlichting en is derhalve bedoeld als een laatste check van de gemaakte keuze. Na deelname aan de studiekeuzecheck ontvangt de student een studiekeuzeadvies voor de desbetreffende opleiding. Op grond van de wettelijke bepalingen heeft een aankomend student alleen recht op het studiekeuzeadvies indien hij zich uiterlijk op 1 mei aanmeldt; aan de Radboud Universiteit Nijmegen heeft een student ook na 1 mei die mogelijkheid. Artikel 1. Doelgroep Onder student wordt in deze regeling verstaan degene die zich als student wil inschrijven. De studiekeuzecheck is bedoeld voor studenten die zich tijdig voor de eerste maal aanmelden voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding, tenzij a. de student zich heeft aangemeld voor een bacheloropleiding waarvoor selectie & plaatsing plaatsvindt of b. de student ingeschreven wenst te worden op grond van een buitenlands diploma. Uitsluitend studenten die zich tijdig, dat wil zeggen uiterlijk op 1 mei, hebben aangemeld hebben recht op deelname aan de studiekeuzecheck. Artikel 2. Inhoud studiekeuzecheck 2.1 Onverminderd het bepaalde in het tweede lid bestaat de studiekeuzecheck uit een digitale vragenlijst waarvan de opleidingsspecifieke risicofactoren per opleiding door de decaan zijn vastgesteld. 2.2 Uitsluitend wanneer de scores niet tot een positief oordeel leiden wordt de desbetreffende student binnen drie werkweken uitgenodigd voor een gesprek om zijn studiekeuze toe te lichten. Dit gesprek maakt dan deel uit van de studiekeuzecheck. Artikel 3. Werkwijze De digitale vragenlijst is vanaf 1 oktober 2016 tot en met 1 juli 2017 beschikbaar. De decaan wijst voor het voeren van de gesprekken bedoeld in artikel 2, tweede lid, een vertegenwoordiger van de opleiding, niet zijnde een student, aan. Een gesprek met een student die woonachtig is in het buitenland of op een van de BES-eilanden kan desgevraagd via Skype of op andere electronische wijze plaatsvinden, zulks ter bepaling door de vertegenwoordiger van de opleiding pagina 18 van 20

19 Artikel 4. Studiekeuzeadvies Op basis van de scores op de digitale vragenlijst, dan wel - indien van toepassing - op basis van die scores en de uitkomst van het gesprek, wordt het studiekeuzeadvies vastgesteld. Indien het advies niet positief is ontvangt de student het advies de studiekeuze te heroverwegen. Indien een student geen gehoor geeft aan de uitnodiging bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt het studiekeuzeadvies louter op grond van de scores op de digitale vragenlijst vastgesteld. Het studiekeuzeadvies wordt namens de decaan per aan de student medegedeeld uiterlijk twee weken nadat de vragenlijst is ingevuld, dan wel binnen twee weken nadat het gesprek heeft of zou hebben plaatsgevonden. Een student die de vragenlijst niet invult ontvangt geen studiekeuzeadvies. Het studiekeuzeadvies is niet bindend. Artikel 5. In werkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016 en heeft betrekking op de aanmelding van studenten voor het studiejaar In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet volledig voorziet beslist de decaan. pagina 19 van 20

20 Bijlage 3: erkende certificaten Nederlandse taal Vastgesteld door het college van bestuur op 14 maart 2016 Deze bijlage betreft de lijst met certificaten, zoals bedoeld in artikel 6 tweede lid, die vrijstelling geven van de taaleis uit artikel 6, eerste lid van de Regeling Aanmelding en Inschrijving. a. het diploma van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2- II); b. het RU-examen Nederlands als tweede taal (RU-NT2); c. het Certificaat Nederlands als vreemde taal, profiel Academische Taalvaardigheid of profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs; d. International Baccalaureate: Nederlands als Language A of Language B (higher level); e. Europees Baccalaureaat: Nederlands als tweede taal; f. Verenigd Koninkrijk: Nederlands of GCE A-level (vanaf 1998); g. International GCSE First Language; h. Duitsland: Zeugnis der Allgemeinen Hochchulreife met Nederlands als Leistung- of Grundkurs of Zeugnis der Allgemeinen Hochschulreife met Nederlands in een vakkenpakket dat gelijkwaardig is aan Leistungs- of Grundkurs; i. Suriname: Vwo-diploma, propedeuse Anton de Kom universiteit; j. België: Diploma van Secundair Onderwijs (ASO); k. Aruba, Sint Maarten en Curaçao: vwo-diploma met Nederlands als eindexamenvak dan wel een diploma hoger onderwijs; l. Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT) profiel Educatief Professioneel van de KU Leuven pagina 20 van 20