Vlaamse overheid. Beleidsdomein Onderwijs & Vorming. Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen

Transcriptie

1 Vlaamse overheid Beleidsdomein Onderwijs & Vorming Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen Open offerteaanvraag van diensten Bestek nr. 2016/AHOVOKS/AVLHONARIC Raamovereenkomst adviesverlening: diploma-expertise voor NARIC Vlaanderen Deze opdracht betreft een raamovereenkomst voor het leveren van advies bij de beoordeling van de gelijkwaardigheid van een buitenlands diploma met een Vlaams hogeronderwijsdiploma. NARIC-Vlaanderen is op zoek naar diploma-experten met specifieke kennis van de leerinhouden en inschaling van buitenlandse en Vlaamse diploma s. Openingszitting offertes Op 08/11/2016 om 14u Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) Koning Albert II-laan 15 lokaal 2C21A 1210 Brussel

2 2 I. ALGEMENE BEPALINGEN I.1. AANBESTEDENDE OVERHEID 1. Deze opdracht wordt uitgeschreven door de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie, in de persoon van Ann Verhaegen, de administrateur-generaal van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen; 2. Volgende administratieve entiteit is belast met de opvolging van deze opdracht: Beleidsdomein Onderwijs Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar die entiteit worden gestuurd, behoudens toepassing van punt 3 hierna. 3. Ieder deurwaardersexploot bestemd voor de aanbestedende overheid moet worden betekend aan de Kanselarij van de Voorzitter van de Vlaamse Regering, Koolstraat 35 in 1000 Brussel. Het is daarbij onverschillig of het gaat om de betekening van een dagvaarding, gerechtelijke uitspraak, overdracht van schuldvordering of een ander exploot. Hetzelfde adres geldt ook voor de aangetekende brief waarbij een schuldvordering wordt overgedragen of inpandgegeven. I.2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE OPDRACHT Titel: Raamovereenkomst adviesverlening: diploma-expertise voor NARIC Vlaanderen. Voor het hoger onderwijs (en in beperkte mate voor het volwassenenonderwijs) zoekt NARIC-Vlaanderen adviesverleners die advies kunnen geven bij de beoordeling van een gelijkwaardigheid van een buitenlands diploma. De adviseurs geven advies in het kader van de beoordeling van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma s met Vlaamse diploma s. NARIC- Vlaanderen is op zoek naar diploma-experten met specifieke kennis van de leerinhouden en inschaling van buitenlandse en Vlaamse diploma s. Voor meer informatie over de dienst NARIC-Vlaanderen en haar werking zie deel III: technische voorschriften. CPV-code: Deze opdracht is een opdracht voor diensten in de zin van art. 3 van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006.

3 3 I.3. GUNNINGSWIJZE De gunning van deze opdracht gebeurt via open offerteaanvraag. I.4. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk: - Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (hierna: Wet Overheidsopdrachten); - Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 (hierna: KB Plaatsing); - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 (hierna: KB Uitvoering); - Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni U kunt deze regelgeving terugvinden op: I.5. TOEPASSELIJKE REGELGEVING OP DEZE OPDRACHT IN HET BIJZONDER - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs van 14 juni 2013 (art. 13, 2. en art.14 in het bijzonder). I.6. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN 1. Verlengingen: De opdracht heeft een initiële looptijd van 2 jaar, te rekenen vanaf de datum vermeld bij de sluiting. Na het verstrijken van deze initiële looptijd kan de opdracht 2 maal verlengd worden voor een periode van 1 jaar, op basis van artikel 37, 2 van de Wet Overheidsopdrachten. Deze verlenging verloopt stilzwijgend, behoudens een andersluidend aangetekend schrijven van de aanbestedende overheid uiterlijk 2 maanden vóór het verstrijken van de looptijd van de opdracht. 2. Deelopdrachten:

4 De concrete uitvoering van een deelopdracht is afhankelijk van een uitdrukkelijke afroep van de aanbestedende overheid binnen de raamovereenkomst. 4 De toekenning van de deelopdracht gebeurt op afroep. De procedure voor het toekennen van deze deelopdrachten onder de weerhouden inschrijvers staat beschreven onder punt III.4 (uitvoeringsmodaliteiten). 3. Niet-exclusiviteit: Deze opdracht garandeert geen exclusiviteit. Het staat de aanbestedende overheid vrij om op ieder moment buiten deze raamovereenkomst ook afzonderlijke opdrachten te plaatsen en te sluiten met hetzelfde voorwerp. De aanbestedende overheid garandeert geen enkele (ook geen minimale) afnamegarantie. De aanduiding als dienstverlener binnen de raamovereenkomst geeft de desbetreffende dienstverlener geen enkel recht op uitvoering van een of meerdere deelopdrachten en / of andere vergoeding ter zake. 4. Taal: De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de aanbestedende overheid. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de overheid een, desgevallend beëdigde, vertaling eisen. 5. Non-discriminatie: De aanbestedende overheid ziet er op toe dat deze opdracht wordt uitgevoerd met inachtneming van de anti-discriminatiewetgeving. Zie de bepalingen inzake non-discriminatie onder A.1.1. en B.6.1. I.7. LIJST AFWIJKINGEN KB UITVOERING De artikelen van het KB Uitvoering waarvan dit bestek afwijkt, zijn: - 45; -... (In geval van afwijking van de arts. 10, 12, 13, 18, 25 tot 30, 44 tot 63, 66, 68 tot 73, 78 tot 81, 84, 86, 96, 123 en 154 van het KB Uitvoering dient u de motivering van de afwijking bij de bewuste artikelen te vermelden.)

5 II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN 5 A. PLAATSING VAN DE OPDRACHT A.1. SELECTIE A.1.1. UITSLUITING EN BELANGENVERMENGING (ART. 61 TOT EN MET 64 KB PLAATSING) Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in art. 61. Voor de Belgische inschrijver vraagt de aanbestedende overheid het RSZattest, de jaarrekeningen, het attest van fiscale schulden en het attest van nietfaling via elektronische weg op conform art. 60, 1. Volgende documenten moeten aan de offerte toegevoegd worden: - de Belgische inschrijver: een uittreksel uit het strafregister; - de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste de uiterste dag bepaald voor de ontvangst van de offerte opgemaakt is, op die datum voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is; - de buitenlandse inschrijver: alle in bovenstaande artikelen vermelde attesten en uittreksels of evenwaardige documenten, uitgereikt door het betrokken land (RSZ-attest, attest fiscale schulden, uittreksel strafregister, attest niet-faling, ). Wanneer een document of attest niet wordt uitgereikt in het betrokken land of dit niet afdoend voor alle uitsluitingsgronden het nodige bewijs levert, kan ter vervanging een verklaring onder eed toegevoegd worden, of indien hierin niet wordt voorzien, een plechtige verklaring van de betrokkene voor een gerechtelijk of overheidsinstantie, notaris of bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst. - de Belgische inschrijver die bij de RSZ een bijdrageschuld heeft van meer dan euro in de zin van art. 62, 1 KB Plaatsing, of een achterstallige fiscale schuld heeft van meer dan euro in de zin van art. 63, 2 KB Plaatsing: alle inlichtingen waaruit blijkt dat de inschrijver één of meer schuldvorderingen bezit op een aanbestedende overheid of overheidsbedrijf, in de zin van deze artikelen; Non-discriminatie: Overeenkomstig de Belgische overheidsopdrachtenreglementering heeft de aanbestedende overheid, in elke fase van de gunningsprocedure, de mogelijkheid om de inschrijver uit te sluiten die, bij wijze van een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke uitspraak veroordeeld werd voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast.

6 De niet-naleving van strafrechtelijk sanctioneerbare milieu- en sociale wetgeving kan worden geacht een misdrijf te zijn dat de professionele integriteit aantast. Van zodra deze wordt vastgelegd in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest kan deze worden aangewend als uitsluitingsgrond, ongeacht de stand van de procedure. Onder sociale wetgeving wordt onder meer verstaan: - het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid; de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde, door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen; - de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, meer bepaald hoofdstuk Vbis. Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Belangenvermenging: Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden, zoals bedoeld in art. 64 KB Plaatsing. 6 A.1.2. KWALITATIEVE SELECTIECRITERIA (ART. 67, 68 en 72 KB PLAATSING) De aanbestedende overheid is op zoek naar diploma-experten: personen die zeer goed de vereisten voor een bepaald Vlaams diploma (of een reeks verwante diploma s) kennen. Deze diploma-experten moeten kunnen aangeven of er al dan niet een substantieel verschil is met een bepaald buitenlands diploma. Deze beoordeling gebeurt op basis van een vergelijking van leerresultaten (learning outcomes) en/of de opleidingsonderdelen, het niveau, de studieomvang en de kwaliteit van zowel het buitenlandse als het ermee corresponderende Vlaamse diploma. De minimale vereisten qua technische bekwaamheid zijn: Een grondige kennis van de doelen en inhouden van minstens één Vlaamse opleiding(-en) in het hoger onderwijs voor de percelen waarvoor de diplomaexpert zich kandidaat stelt. Dit behelst aspecten zoals inzicht in de domeinspecifieke leerresultaten en inhouden voor de opleiding(en), kennis van de essentiële opleidingsonderdelen in de Vlaamse opleiding(en) en kennis van verschillen in opties en benaderingen die tussen de opleidingen van verschillende Vlaamse instellingen bestaan. De inschrijver toont deze technische bekwaamheid aan door aan zijn offerte de nodige bewijsstukken toe te voegen. Mogelijk stukken die deze technische bekwaamheid kunnen aantonen zijn (nietlimitatief): - De studie of beroepskwalificaties (CV) van de dienstverlener of het personeel van de onderneming en in het bijzonder van degene(n) die met de dienstverlening worden belast.

7 - De beoordeling van de technische bekwaamheid door een onafhankelijk orgaan zoals middels een accreditatie. 7 - Daarnaast is een voldoende kennis van het Nederlands om schriftelijk advies uit te brengen vereist. De aanbestedende overheid kan steeds alle noodzakelijke onderzoeken voeren om de overeenstemming van de offertes met de administratieve voorschriften te verifiëren (bv. Navraag bij opgegeven referenties, vraag om mondelinge/schriftelijke toelichting, ). A.1.3. BEROEP OP DE DRAAGKRACHT VAN ANDERE ENTITEITEN (ART. 74 KB PLAATSING) De inschrijver kan zich beroepen op de draagkracht van onderaannemers of andere entiteiten. In dat geval voegt de inschrijver de nodige documenten toe aan zijn offerte, waaruit de verbintenis van deze onderaannemers of van andere entiteiten blijkt om de voor de opdracht noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen van de inschrijver. De dienstverlener is verplicht de onderaannemers in te zetten waarop hij zich heeft beroepen in het kader van de kwalitatieve selectie. Het gebruik van andere onderaannemers is onderworpen aan de toestemming van de aanbestedende overheid. Deze onderaannemers of entiteiten mogen zich niet in een toestand van uitsluiting bevinden, zoals bedoeld in artikel 61 KB Plaatsing. Voor deze onderaannemers of entiteiten moeten eveneens de toe te voegen documenten bedoeld onder A.1.1. toegevoegd worden aan de offerte. A.2. MODALITEITEN A.2.1. PERCELEN (ART. 11 EN 89 KB PLAATSING) Voor een gedetailleerde verdeling van de percelen 1 tot en met 35 zie offerteformulier. De aanbestedende overheid heeft het recht één of meerdere percelen niet te gunnen en eventueel opnieuw te gunnen op dezelfde of op een andere wijze. De inschrijver mag voor meerdere percelen inschrijven door middel van het indienen van één offerte. De aanbestedende overheid beoogt per perceel een multilaterale raamovereenkomst met in beginsel 6 dienstverleners per perceel te sluiten (voor zover het aantal dienstverleners per perceel, dat voldoet aan de gestelde criteria, voldoende groot is). A.2.2. VARIANTEN (ART. 9 KB PLAATSING)

8 Het indienen van vrije varianten is verboden. 8 A.2.3. OPTIES (ART. 10 KB PLAATSING) Het indienen van vrije opties is verboden. A.3. OFFERTE OPENING, INDIENING, VORM EN INHOUD A.3.1. OPENING VAN DE OFFERTES (ART. 92 KB PLAATSING) De opening van de offertes vindt plaats in openbare zitting op 08/11/2016 om 14u in de Koning Albert II-laan 15 (lokaal 2C21A) Brussel. A.3.2. INDIENING VAN DE OFFERTES (ART. 51 EN 90 KB PLAATSING) De offertes moeten elektronisch worden overgelegd via de e-tendering internetsite die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 52, 1 van het KB Plaatsing. De offertes worden overgelegd op één van de volgende manieren: met elektronische middelen, via de e-tendering internetsite die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 52, 1 van het KB Plaatsing. (Indien e-tendering geheel niet mag worden gebruikt, schrap dit en onderstaande kader, alsook de kader op het offerteformulier.) schriftelijk via een postdienst verzonden naar of door een drager afgegeven op volgend adres: NARIC-Vlaanderen T.a.v. Pieter-Jan Van Hoof Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan Brussel De inschrijver moet de offerte in een definitief gesloten envelop steken en daarop in grote drukletters vermelden: OFFERTE NIET OPENEN. De inschrijver wordt er op gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-tendering, elektronisch ondertekend moet worden met een geldige gekwalificeerde elektronische handtekening. Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon. De inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden (uittreksels van de statuten, volmacht, ). Indien meerdere personen samen moeten optreden (gezamenlijke bevoegdheid, combinatie), moeten zij elk een geldige gekwalificeerde elektronische handtekening plaatsen ofwel moet uit de toegevoegde documenten de machtiging blijken om namens meerdere personen of ondernemingen de offerte elektronisch te ondertekenen.

9 Een gescande handtekening is onvoldoende. 9 Een gekwalificeerde elektronische handtekening kan geplaatst worden door middel van een Belgische eid, of een gekwalificeerd certificaat dat kan aangekocht worden bij private actoren. Voor meer informatie omtrent de aankoop van een gekwalificeerd certificaat, zie: Meer informatie omtrent het gebruik van e-tendering kan worden bekomen op de website of via de e-procurement helpdesk op het nummer +32 (0) A.3.3. VORM EN INHOUD OFFERTE (ART. 80 EN 82 KB PLAATSING) Art. 80. De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte moet invullen op het bij dit bestek behorende formulier. Art. 82. Hierna volgt een niet-limitatief overzicht van alle documenten die, naast het offerteformulier, bij de offerte gevoegd moeten worden: - alle documenten in het kader van selectie (zie A.1.); - alle documenten in het kader van de gunning (zie A.5) A.3.4. VOORDRACHT VAN ONDERAANNEMERS (ART. 12 KB PLAATSING EN ART. 12 KB UITVOERING) De inschrijver vermeldt welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is in onderaanneming te geven en de identiteit van de onderaannemers die hij voorstelt. De dienstverlener is verplicht deze voorgedragen onderaannemers in te zetten bij de uitvoering van de opdracht. Het gebruik van andere onderaannemers is onderworpen aan de toestemming van de aanbestedende overheid. A.3.5. VERBINTENISTERMIJN (ART. 57 KB PLAATSING) De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderd twintig kalenderdagen, ingaand de dag na de uiterste ontvangstdatum van de offertes. A.4. PRIJS A.4.1. PRIJSVASTSTELLING (ART. 13 KB PLAATSING) Deze opdracht is een opdracht tegen prijslijst. De prijzen liggen vast en zijn als volgt: Voor het leveren van een deeladvies: 100,00 Voor het leveren van een volledig advies: 200,00 Voor het leveren van een spoedadvies: 300,00

10 10 Bij afroep wordt telkens aangegeven welk tarief toepasselijk is op de adviesvraag. Indien er geen vermelding van het tarief is gaat het steeds om het leveren van een volledig advies. A.4.2. INBEGREPEN PRIJSELEMENTEN (ART. 19 KB PLAATSING) De eenheidsprijzen omvatten alle kosten die eigen zijn aan het uitvoeren van de opdracht met inbegrip van uitvoering, overhead, administratieve kosten en alle andere mogelijke kosten die de opdrachtnemer dient te maken voor het uitvoeren van de opdracht. A.4.3. PRIJSHERZIENING (ART. 20 KB PLAATSING) De prijzen die vermeld worden in de offerte van de opdrachtnemer zullen jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden op basis van de index der consumptieprijzen. Als basis wordt de index genomen van de maand waarin de offerte door de opdrachtnemer werd geopend. A.4.4. PRIJSONDERZOEK (ART. 21 KB PLAATSING) Op verzoek van de aanbestedende overheid verstrekt de inschrijver alle nodige inlichtingen om het prijsonderzoek van zijn offerte mogelijk te maken. De aanbestedende overheid kan ofwel zelf overgaan tot, ofwel een persoon aanduiden voor het uitvoeren van alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse, teneinde de juistheid na te gaan van de gegevens die de inschrijver in het raam van het prijsonderzoek heeft verstrekt. A.5. GUNNINGSCRITERIA A.5.1. OFFERTEAANVRAAG GUNNINGSCRITERIA (ART. 101 KB PLAATSING) De gunningscriteria zijn, samen met het hen toegekende gewicht, in volgorde van afnemend belang: (1) De snelheid van oplevering van het advies (60%) Onder punt III.4.3 zijn service level agreements opgenomen die gelden als maximale termijnen waartoe iedere opdrachtnemer zich verbindt. De inschrijver kan in zijn offerte ook aangeven dat hij de adviezen sneller zal opleveren dan de door NARIC-Vlaanderen voorziene maximale termijn onder de punten III.4.3 (A.I.1 / A.II.1 / A.III.1 of B.I.1. / B.II.1 / B.III.1). Deze termijn zal steeds vermeerderd worden met het resterende aantal werkdagen uit de aanvaardingsperiode van 5 werkdagen (zie punt III.4.3.). De inschrijver geeft op het offerteformulier aan of hij de opdracht sneller zal uitvoeren en welke termijnen hij (per perceel) voorstelt. Deze termijnen zullen vanzelfsprekend ook bindend zijn voor deze opdrachtnemer en de hierboven en onder punt II.4.3. beschreven SLA s vervangen.

11 11 Per perceel zal de termijn van de inschrijver met de kortste adviestermijn als referentie gebruikt worden voor de beoordeling van de overige offertes. (2) De garanties voor de (interne) adviesprocedure (40%) De tijdige oplevering van het advies is cruciaal voor de opdracht. Een laattijdig advies kan er immers toe leiden dat de aanbestedende overheid haar verplichting naar de burger toe om haar beslissing het advies binnen de bij decreet bepaalde termijnen niet kan vervullen. De opdrachtnemer kan de opdracht die volgens een beurtrol werd toegewezen weigeren binnen de vijf werkdagen. Indien de opdrachtnemer niet heeft geweigerd wordt ervan uitgegaan dat hij de garantie biedt dat er binnen de vooropgestelde termijn wordt opgeleverd. Gelet op de eerder korte uitvoeringstermijn is het dan ook cruciaal dat de opdrachtnemer een goede procedure uitwerkt om het advies op een snelle wijze aan te leveren. Om die reden zal de (interne) procedure die de inschrijver zal hanteren beoordeeld worden. Dit criterium zal beoordeeld worden aan de hand van de bij de offerte gevoegde toelichting van de inschrijver omtrent de procedure voor het behandelen van een individuele adviesvraag. Deze omvat de volgende toelichtingen: - Omtrent de wijze waarop de adviesverlening gebeurt (25%) o In de offerte moet minstens worden beschreven hoe het advies ontvangen wordt, wie het zal behandelen en welke eventuele controles er worden uitgevoerd. - Omtrent de continuïteit van de dienstverlening (15%) o De beschrijving van de procedure bevat ook de wijze waarop het behandelen van de aanvragen tijdens vakantieperiodes (eventueel) zal worden opgevangen. B. UITVOERING VAN DE OPDRACHT B.1. ALGEMENE UITVOERINGSBEPALINGEN B.1.1. UITVOERINGSTERMIJN (ART. 147 KB UITVOERING) De opdracht begint op de eerste kalenderdag die volgt op de dag waarop de dienstverlener de kennisgeving van de gunning van de opdracht heeft ontvangen en duurt tot op het ogenblik dat de opdracht volledig is uitgevoerd. De uitvoering van de diensten voorzien in het onderhavig bestek moet, in alle gevallen, worden beëindigd binnen de voorziene termijn. De uitvoeringstermijn van de deelopdracht vangt aan op het ogenblik van de aanvaarding van die deelopdracht door de opdrachtnemer. De aanvaarding gebeurt door het op het digitaal platform accepteren van de opdracht door de opdrachtnemer. B.1.2. DIENSTVERLENINGSPLAATS (ART. 149 KB UITVOERING) De dienstverlening verloopt, behoudens de door de aanbestedende overheid opgelegde afwijking(-en), via het elektronische NARIC-platform. De richtlijnen (onder de vorm van een handleiding) voor het gebruik van het platform worden na de gunning aan de opdrachtnemer(-s) bezorgd.

12 12 B.1.3. LEIDING EN TOEZICHT OP UITVOERING (ART. 11 KB UITVOERING) Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat enkel uit: a) de technische en administratieve opvolging van de diensten tot en met de oplevering; b) de keuring van de prestaties, zowel de a priori als de a posteriori keuring; c) het nazicht van de schuldvorderingen en facturen; d) het opstellen van de processen-verbaal; e) de opleveringen; f) het instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de opdrachtdocumenten onvolledig of onduidelijk zijn. B.1.4. BORGTOCHT (ART. 25 TOT EN MET 33 KB UITVOERING) Conform art. 25 van het KB Uitvoering wordt voor deze opdracht geen borgstelling geëist. B.2. BETALINGEN B.2.1. WIJZE WAAROP DE PRIJS WORDT BETAALD (ART. 66 KB UITVOERING) De diensten worden driemaandelijks betaald na definitieve oplevering van de deelopdrachten. De diensten worden in globo betaald na de oplevering. De inschrijver zal driemaandelijks een afrekening ontvangen met een overzicht van de in die periode behandelde adviezen. B.2.2. PROCEDURE (ART. 150 EN 160 KB UITVOERING) a) De oplevering bestaat erin dat de opdrachtnemer zijn advies oplaadt in het elektronische platform van NARIC-Vlaanderen. b) De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen, tijdens dewelke aanvullende opmerkingen van de aanbestedende overheid dienen verwerkt te worden in het advies. c) De onder a) beschreven oplevering geldt als factuur of schuldvordering. d) De betaling geschiedt driemaandelijks. Op deze kwartaalafrekening wordt een overzicht gegeven van de geleverde deelopdrachten.

13 13 B.2.3. OVERIGE BEPALINGEN a) Elk berekend totaalbedrag in euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt. b) Dit bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen en pas daarna op de intresten. B.3. INTELLECTUELE RECHTEN EN VERTROUWELIJKHEID B.3.1. INTELLECTUELE RECHTEN EN KNOWHOW (ART. 19 EN 20 KB UITVOERING) De aanbestedende overheid wordt vanaf het ogenblik dat enige prestatie wordt geleverd door de inschrijver zonder enige kennisgeving of formaliteit eigenaar van de resultaten van de prestatie en van de naburige rechten. B.3.2. BESTAANDE INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN (ART. 17 KB PLAATSING) De inschrijver is verplicht in zijn offerte aan te geven welke intellectuele eigendomsrechten waarvan hij titularis is of waarvoor hij van een derde een gebruikslicentie moet verkrijgen nodig zijn voor het geheel of een deel van de uit te voeren prestaties. De aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van deze intellectuele eigendomsrechten moeten inbegrepen zijn in de geboden prijzen. B.3.3. VERTROUWELIJKHEID (ART. 18 KB UITVOERING) De informatie die de aanbestedende overheid in het kader van deze opdracht ter beschikking stelt, mag niet voor andere doeleinden worden aangewend, noch aan derden worden meegedeeld. De dienstverlener dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter van de beschikbaar gestelde informatie, de gegevens en de onderzoeksresultaten te doen bewaren door hemzelf en door eenieder die er toegang toe heeft. De dienstverlener dient in zijn contracten met de onderaannemers eveneens deze verplichtingen inzake vertrouwelijkheid over te nemen. B.4. B.4.1. SANCTIES EN RECHTSVORDERINGEN STRAFFEN (ART. 45 KB UITVOERING) a) Elke gebrekkige uitvoering geeft aanleiding tot een algemene straf (behoudens de toepassing van bijzondere straffen).

14 14 Een algemene straf is eenmalig of dagelijks en het bedrag ervan wordt berekend overeenkomstig art. 45, 2, 1 en 2 van het KB Uitvoering. b) De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als: - de inbreuk is gepleegd; - er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd. De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de dienstverlener niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld. Deze afwijking wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende dienstverlener mogelijk is. B.4.2. VERTRAGINGSBOETES (ART. 46 EN 154 KB UITVOERING) Gelet op het feit dat de tijdige oplevering van het advies cruciaal is voor de opdracht zal de te late oplevering van adviezen aanleiding geven tot de opschorting van de opdracht voor het perceel waarbinnen de te late oplevering zich voordoet. Indien één (of meerdere) van de adviezen van de opdrachtnemer binnen een perceel zich in een toestand van maximale overschrijding van de invoeringstermijn beschreven onder punt II.4.3 (A.I.4 / A.II.4 / A.III.4 of B.I.4. / B.II.4 / B.II.4) bevindt, zal de overeenkomst met de opdrachtnemer voor het perceel tijdelijk geschorst worden. De opdrachtnemer zal gedurende die periode geen nieuwe adviezen voor het perceel ontvangen. Deze opschorting zal pas opgeheven worden na oplevering van het advies (of de adviezen) die deze toestand hebben doen ontstaan. Het uiteindelijk niet opleveren van een door de opdrachtnemer aanvaarde adviesaanvraag zal aanleiding geven tot de verbreking van de opdracht voor het perceel waarbinnen het niet opleveren van een advies zich situeert. B.4.3. RECHTSVORDERINGEN (ART. 73 KB UITVOERING) Elke rechtsvordering van de dienstverlener wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding. B.5. KEURINGEN EN OPLEVERING B.5.1. OPLEVERING (ART. 64 EN 156 KB UITVOERING) Vanaf de datum van de volledige beëindiging van de bestelopdrachten beschikt de aanbestedende overheid over een termijn van 30 dagen om de formaliteiten betreffende de oplevering te vervullen en aan de dienstverlener kennis te geven

15 15 van het resultaat daarvan. Deze termijn gaat in voor zover de aanbestedende overheid tegelijk in het bezit van de lijst van gepresteerde diensten is gesteld. B.5.3. KOSTEN VAN DE OPLEVERING (ART. 18 KB PLAATSING) De kosten van de prestaties die in verband met de opleveringen worden geleverd door derden, worden ten laste van de dienstverleners aangerekend tegen de door deze derden gefactureerde kostprijs. De kosten van de prestaties die de dienstverlener in verband met de oplevering zelf uitvoert, blijven te zijn laste. B.6. UITVOERINGSVOORWAARDEN B.6.1. NON-DISCRIMINATIE De dienstverlener verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij waarborgt dit zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, De dienstverlener verbindt zich er toe, voor zo ver redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseren (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid). De dienstverlener verbindt zich ertoe de werknemers en derden zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, mee te delen dat hij geen rekening zal houden met vragen of wensen van discriminerende aard. Indien een personeelslid van de dienstverlener zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de dienstverlener de nodige maatregelen treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De werknemers met hiërarchische verantwoordelijkheden zullen toezien op het naleven van dit engagement. Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de dienstverlener, zal deze zijn volledige medewerking verlenen aan eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door een meldpunt discriminatie of een andere organisatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid. De dienstverlener vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk dienen te melden aan een werknemer met hiërarchische verantwoordelijkheid. De dienstverlener verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een klant of een derde, om af te zien van

16 16 eventuele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit verband. De dienstverlener ziet er op toe dat ook de onderaannemers, die hij eventueel inschakelt voor de opdracht, zich houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden. III. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN 1. Context (achtergrondinformatie omtrent de opdrachtgever) NARIC staat voor National Academic (and professional) Recognition and Information Centre. Voor meer informatie zie NARIC-Vlaanderen situeert zich binnen het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) van het Vlaams Ministerie van Onderwijs. NARIC-Vlaanderen staat in voor het erkennen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen: - de erkenning van buitenlandse diploma s hoger onderwijs; - de erkenning van buitenlandse diploma s volwassenenonderwijs; - de erkenning van buitenlandse diploma's secundair onderwijs. Bij NARIC kan men tevens terecht voor de professionele erkenning van onderwijsdiploma s (EER- leerkrachten). NARIC levert ook attesten af voor houders van Vlaamse diploma s in het buitenland. Als informatiecentrum is NARIC verantwoordelijk voor het geven van informatie over de erkenning van buitenlandse diploma s die tot het hoger onderwijs, hoger beroepsonderwijs, volwassenenonderwijs en secundair onderwijs behoren. NARIC-Vlaanderen geeft ook informatie over de Vlaamse en buitenlandse onderwijssystemen. Wie een gelijkwaardigheid aanvraagt voor zijn buitenlands diploma bij NARIC- Vlaanderen doet dit met het oog op (mogelijke) tewerkstelling in Vlaanderen. De aanvraag is voor de betrokken persoon dus uiterst belangrijk. De Vlaamse gemeenschap heeft de plicht om dergelijke aanvragen grondig te onderzoeken, en waar dit verantwoord is, ook de gelijkwaardigheid met een Vlaams diploma te verlenen. Deze maatschappelijke opdracht kan NARIC-Vlaanderen niet alleen uitvoeren. Door hieraan mee te werken vervullen experten een maatschappelijk belangrijke functie. Indien de aanvrager wenst verder te studeren aan een Vlaamse (hoger- )onderwijsinstelling zal NARIC-Vlaanderen de aanvrager doorverwijzen. De onderwijsinstellingen staan immers autonoom in voor de toelating van de houders van een buitenlands diploma tot hun opleidingen.

17 2. Algemene omschrijving van de opdracht 17 Voor het hoger onderwijs wil NARIC-Vlaanderen een netwerk van adviseurs opbouwen die advies kunnen geven bij de beoordeling van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma s met Vlaamse diploma s. NARIC-Vlaanderen is op zoek naar diploma experten: personen die zeer goed de vereisten voor een bepaald Vlaams diploma (of een reeks verwante diploma s) kennen. Ze moeten kunnen aangeven of er al dan niet een substantieel verschil is met een bepaald buitenlands diploma, op basis van de in de regelgeving opgenomen elementen. Zo zal er steeds een vergelijking van een aantal elementen waaronder de leerresultaten (learning outcomes) en/of de opleidingsonderdelen van zowel het buitenlandse als het ermee corresponderende Vlaamse diploma moeten plaatsvinden (zie punt I.3). NARIC-Vlaanderen verwacht van de experten dat ze binnen de in het bestek bepaalde termijnen (zie punt III.4.3) het advies opleveren; Deze opdracht is gericht op diploma-experten : personen die zeer goed de vereisten voor een bepaald Vlaams diploma (of een reeks verwante diploma s) kennen. Ze moeten kunnen aangeven of er al dan niet een substantieel verschil is met een bepaald buitenlands diploma, op basis van de criteria bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 2013 betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs (B.S. 18 juli 2013). De vereisten voor deze diploma-experten zijn opgenomen in de selectie- en gunningscriteria. NARIC wil met deze opdracht adviezen bekomen die nuttig dienen te zijn binnen volgende gelijkwaardigheidsprocedures: Procedure gewone (of volledige) gelijkwaardigheid: procedure waarbij de volledige gelijkwaardigheid wordt onderzocht (vb. bachelor in de ingenieurswetenschappen) (in de regel) Procedure niveaugelijkwaardigheid: procedure waarbij enkel het niveau van het diploma wordt onderzocht (het niveau van HB0-5 gegradueerde, bachelor, master en doctor) (eerder uitzonderlijk) Deeladvies: een van beide bovengenoemde procedure waarbij slechts één onderdeel van het dossier onderzocht zal worden (zoals de beoordeling van de masterproef en/of de beoordeling van de stages) (uitzonderlijk) Versnelde procedure: een van beide bovengenoemde procedure met een korte doorlooptijd (uitzonderlijk) De tarieven voor een geleverd advies verschillen naargelang de procedure. Voor de toepasselijke bedragen zie punt A Aard van de adviezen

18 18 Een kwalitatief advies bevat minstens een omstandige omschrijving van de elementen ter staving van de voorgestelde beoordeling van het dossier in kwestie. Wat de volledige gelijkwaardigheid betreft: Het advies moet NARIC Vlaanderen in staat stellen om een goed gemotiveerde beslissing te nemen inzake het betrokken dossier en aldus vast te stellen of er al dan niet een substantieel verschil bestaat met het Vlaamse studiebewijs waarvoor een gelijkwaardigheid gevraagd werd. 1. Het substantieel verschil kan uitsluitend betrekking hebben op vier elementen. Die vier elementen zijn het niveau van het buitenlands studiebewijs, de leerresultaten, de studieomvang en de kwaliteit van de opleiding leidende tot het buitenlands studiebewijs. 2. Met leerresultaten worden bedoeld de leerresultaten van de opleiding leidende tot het buitenlands studiebewijs. Die leerresultaten worden vergeleken met de leerresultaten van de opleiding leidende tot het Vlaams hogeronderwijsdiploma. Bij ontstentenis van onderwijskwalificaties worden de opleidingsprofielen bepaald krachtens het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs als referentiekader gebruikt. Bij ontstentenis van de domeinspecifieke leerresultaten worden de referentiekaders van de visitatierapporten als bedoeld in artikel 51 van hetzelfde decreet als referentiekader gebruikt. Bij ontstentenis van de leerresultaten van de opleiding leidende tot het buitenlands studiebewijs wordt de inhoud van het opleidingsprogramma of van de essentiële opleidingsonderdelen die leiden tot het buitenlands studiebewijs vergeleken met de inhoud van het opleidingsprogramma of met de essentiële opleidingsonderdelen die leiden tot het Vlaams hogeronderwijsdiploma. 3. Met niveau wordt het kwalificatieniveau van het studiebewijs in de kwalificatiestructuur of de opleidingsstructuur van het hoger onderwijs bedoeld. 4. Met studieomvang wordt de studieduur van de opleiding bedoeld, eventueel uitgedrukt in een aantal studiepunten dat vertaald kan worden via het European Credit Transfer System. De studieduur omvat de eenheden van de onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten waarmee de studieomvang wordt uitgedrukt. 5. Met kwaliteit wordt de kwaliteit van het opleidingsprogramma bedoeld, waaronder de kwaliteit van het afstudeerprojecten de wijze van evalueren, of de kwaliteit van de uitreikende hogeronderwijsinstellingen, eventueel gewaarborgd door een onafhankelijke kwaliteits-waarborginstantie. Waar een substantieel verschil vastgesteld wordt zal de adviesverlener ook steeds moeten nagaan of de eventueel aan het dossier toegevoegde relevante beroepservaring en andere relevante onderwijservaring van de houder van het buitenlands studiebewijs als compensatiemaatregel voor het substantieel verschil kan gelden. Indien er geen volledige gelijkwaardigheid verleend kan worden moet steeds onderzocht worden of er geen niveaugelijkwaardigheid toegekend kan worden.

19 19 Ook het al dan niet verlenen van een niveaugelijkwaardigheid moet steeds omstandig gemotiveerd worden (zie infra). Wat de niveaugelijkwaaridgheid betreft: Een niveaugelijkwaardigheid is een formele beslissing van niveaugelijkschakeling door de bevoegde overheidsdienst in Vlaanderen van het niveau van een buitenlands studiebewijs met het overeenstemmende Vlaams niveau, namelijk het niveau van een diploma van gegradueerde of het niveau van een graad van bachelor of het niveau van een graad van master of het niveau van een graad van doctor op basis van de niveaudescriptoren Praktische werking adviesverlening: NARIC-Vlaanderen werkt met een digitaal platform waarin het advies ingegeven moet worden. De adviesverlening zal steeds conform een aantal algemene regels moeten gebeuren. Deze regels zijn vervat in een inhoudelijke handleiding (zie bijlage). Deze handleiding geldt ter ondersteuning bij het opmaken van het advies en zal ook steeds in het platform beschikbaar zijn voor de adviesverlener. (opdrachtnemer). Het advies kan conform artikel 14 van het BVR van 14 juni 2013 gebaseerd zijn op een gesprek met de houder van het buitenlands studiebewijs. In de adviesaanvraag zal aangegeven staan wanneer de opdrachtgever een dergelijk (zgn. verkennend) gesprek wenselijk acht. Na oplevering van het advies beschikt NARIC over een verificatieperiode van dertig dagen waarbinnen het advies beoordeeld zal worden. Het aangeleverde advies moet NARIC in de mogelijkheid stellen een gemotiveerde beslissing te nemen. Indien het advies NARIC onvoldoende basis biedt om een gemotiveerde beslissing te nemen zal een vraag tot bijsturing volgen. De termijnen voor deze vraag tot bijsturing zijn opgenomen onder punt III.4.3. Bij een vraag tot bijsturing zal NARIC in de adviesvraag steeds aangeven welke onduidelijkheden door de expert opgehelderd moeten worden. 4. De uitvoeringsmodaliteiten 4.1. Procedure tot toewijzing van de opdracht De opdracht wordt aanbesteed als raamovereenkomst met verschillende dienstverleners en voor meerdere percelen. In grote lijnen verloopt de procedure zoals hieronder beschreven. Ingeval van tegenstrijdigheid primeren de algemene administratieve bepalingen op deze beschrijving: Per perceel worden de adviesaanvragen doorlopend verdeeld onder de opdrachtnemers volgens de volgende verhouding: - Eerst gerangschikte opdrachtnemer o 6 van de deelopdrachten - Tweede gerangschikte opdrachtnemer o 5 van de deelopdrachten - Derde gerangschikte opdrachtnemer o 4 van de deelopdrachten - Vierde gerangschikte opdrachtnemer

20 o 3 van de deelopdrachten - Vijfde gerangschikte opdrachtnemer o 2 van de deelopdrachten - Zesde gerangschikte opdrachtnemer o 1 van de deelopdrachten 20 De opdrachten worden volgens beurtrol aan de opdrachtnemer toebedeeld volgens de hierboven opgenomen verhoudingen. - Indien er zes gerangschikte opdrachtnemers zijn, zullen de deelopdrachten als volgt verdeeld worden: Opdrachtn1: Opdrachtn2: Opdrachtn3: Opdrachtn4: Opdrachtn5: 5 11 Opdrachtn6: 6 - Indien er vijf gerangschikte opdrachtnemers zijn, zullen de deelopdrachten als volgt verdeeld worden: Opdrachtn1: Opdrachtn2: Opdrachtn3: Opdrachtn4: Opdrachtn5: Indien er vier gerangschikte opdrachtnemers zijn, zullen de deelopdrachten als volgt verdeeld worden: Opdrachtn Opdrachtn Opdrachtn Opdrachtn Indien er drie gerangschikte opdrachtnemers zijn, zullen de deelopdrachten als volgt verdeeld worden: Opdrachtn Opdrachtn Opdrachtn Indien er twee gerangschikte opdrachtnemers zijn, zullen de deelopdrachten als volgt verdeeld worden: Opdrachtn Opdrachtn De opdrachtnemer die de deelopdracht volgens de beurtrol toegewezen krijgt heeft 5 werkdagen de tijd om deze op te nemen. Indien hij nalaat dit te doen wordt de vraag tot het opnemen van de opdracht aan de volgend gerangschikte gesteld, die over dezelfde aanvaardingstermijn beschikt. Indien ook deze opdrachtnemer

21 21 de deelopdracht niet opneemt geldt hetzelfde principe en wordt de vraag tot het opnemen van de opdracht opnieuw aan de volgend gerangschikte gesteld, die eveneens 5 werkdagen de tijd heeft om de opdracht op te nemen. Indien de opdrachtnemer de opdracht niet opneemt verliest hij zijn beurt volgens het beurtrolsysteem. Het niet opnemen van een opdracht wordt dus niet gecompenseerd door het toekennen van een nieuwe opdracht wanneer men niet aan de beurt zou zijn. Het beurtrolsysteem blijft dus steeds van kracht. Gelet op de dwingende termijnen waarbinnen de dossiers afgehandeld moeten worden houdt de aanbestedende overheid zich alle rechten voor om de opdracht eventueel buiten deze procedure om toe te kennen. Dit zal steeds nodig zijn indien blijkt dat alle opdrachtnemers de (deel-)opdracht niet kunnen opnemen. 4.2 Procedure van uitvoering De adviesvragen worden per aanvraagdossier behandeld. Telkens een dossier een advies vergt wordt onderstaande procedure, op basis van de raamovereenkomst, doorlopen. - NARIC Vlaanderen ontvangt een aanvraagdossier. - NARIC bepaalt welk advies (zie prijslijst) van toepassing is. De behandeling van het dossier betreft in de regel steeds het leveren van een volledig advies. Na het vervolledigen van het dossier en het voeren van alle controles (o.a. volledigheid van het dossier en authenticiteit) wordt een adviesvraag uitgestuurd naar de expert (opdrachtnemer) voor het betreffende perceel die volgens de onder punt III.4.1. beschreven procedure voor de gunning van de deelopdrachten aan de beurt is. 4.3 SLA s bij uitvoering De nieuwe werking van NARIC-Vlaanderen geeft uitvoering aan de internationale overeengekomen termijnen voor het behandelen van gelijkwaardigheidsaanvragen van burgers. Deze termijnen zijn gebaseerd op de Lisbon recognition convention van 1997 en de besluiten van de Vlaamse regering van 14 juni 2013 betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen. De tijdige oplevering van het advies is cruciaal voor de opdracht. Een laattijdig advies kan er immers toe leiden dat de aanbestedende overheid haar verplichting naar de burger toe om haar beslissing binnen de bij decreet bepaalde termijnen te nemen niet kan vervullen. Om die reden wordt dan ook voorzien in bindende service level agreements. Deze bepalingen zijn te verdedigen daar de opdrachtnemer op het ogenblik van het aanvaarden van de (deel-)opdracht, in casu het leveren van advies steeds de mogelijkheid heeft om de opdracht te weigeren. Gelet op het feit dat de tijdige oplevering van het advies cruciaal is voor de opdracht zal het buitensporig overschrijden van de termijnen van een deelopdracht leiden tot de opschorting van de opdracht voor het perceel. (zie punt B.4.2.).

22 22 A. Na aanvaarding van een deelopdracht gelden volgende service level agreements met bijhorende sancties voor het leveren van een eerste versie van het advies: I. Voor adviezen inzake de gewone (volledige) gelijkwaardigheid I.1 Oplevering binnen de voorziene uitvoeringstermijnen van 15 werkdagen (of het aantal werkdagen voorgesteld door de opdrachtnemer): 100% van het referentiebedrag van de opdracht I.2. Laattijdige oplevering met minder dan 5 werkdagen vertraging: Vermindering tot 75% van het referentiebedrag I.3. Laattijdige oplevering tussen 5 en 10 werkdagen vertraging: Vermindering tot 50% van het referentiebedrag I.4. Laattijdige oplevering met meer dan 10 werkdagen vertraging: Vermindering tot 0% van het referentiebedrag en opschorting van het perceel tot het moment waarop het advies alsnog wordt opgeleverd. II. Voor adviezen inzake niveaugelijkwaardigheid of deeladvies II.1. Oplevering binnen de voorziene uitvoeringstermijnen van 10 werkdagen (of het aantal werkdagen voorgesteld door de opdrachtnemer): 100% van het referentiebedrag van de opdracht II.2. Laattijdige oplevering met minder dan 4 werkdagen vertraging: Vermindering tot 75% van het referentiebedrag II.3. Laattijdige oplevering tussen 4 en 8 werkdagen vertraging: Vermindering tot 50% van het referentiebedrag II.4. Laattijdige oplevering met meer dan 8 werkdagen vertraging: Vermindering tot 0% van het referentiebedrag en opschorting van het perceel tot het moment waarop het advies alsnog wordt opgeleverd. III. Voor de adviezen aangevraagd bij versnelde procedure (spoedadvies) III.1. Oplevering binnen de voorziene uitvoeringstermijnen van 3 werkdagen (of het aantal werkdagen voorgesteld door de opdrachtnemer): 100% van het referentiebedrag van de opdracht III.2. Laattijdige oplevering met minder dan 1 werkdag vertraging: Vermindering tot 75% van het referentiebedrag III.3. Laattijdige oplevering tussen 2 werkdagen vertraging: Vermindering tot 50% van het referentiebedrag III.4. Laattijdige oplevering met meer dan 3 werkdagen vertraging: Vermindering tot 0% van het referentiebedrag en opschorting van het perceel tot het moment waarop het advies alsnog wordt opgeleverd. B. Na vraag tot bijsturing tijdens de verificatieperiode gelden volgende service level agreements met bijhorende sancties, voor het opleveren van het definitieve advies: I. Voor adviezen inzake de gewone gelijkwaardigheid I.1. Oplevering binnen de voorziene uitvoeringstermijnen van 5 werkdagen, voorkomend geval vermeerderd met het aantal restdagen uit de initiële adviestermijn (zie I.1): 100% van het referentiebedrag van de opdracht I.2. Laattijdige oplevering met minder dan 4 werkdagen vertraging: Vermindering tot 75% van het referentiebedrag I.3. Laattijdige oplevering tussen 4 en 8 werkdagen vertraging: Vermindering tot 50% van het referentiebedrag I.4. Laattijdige oplevering met meer dan 8 werkdagen vertraging: Vermindering tot 0% van het referentiebedrag II. Voor adviezen inzake niveaugelijkwaardigheid of deeladvies

23 II.1. Oplevering binnen de voorziene uitvoeringstermijn van 4 werkdagen, eventueel vermeerderd met het aantal restdagen uit de initiële adviestermijn (zie punt II.1) 100% van het referentiebedrag van de opdracht II.2. Laattijdige oplevering met minder dan 4 werkdagen vertraging: Vermindering tot 75% van het referentiebedrag II.3. Laattijdige oplevering tussen 4 en 8 werkdagen vertraging: Vermindering tot 50% van het referentiebedrag II.4. Laattijdige oplevering met meer dan 8 werkdagen vertraging: Vermindering tot 0% van het referentiebedrag en opschorting van het perceel tot het moment waarop het advies alsnog wordt opgeleverd. III. Voor de adviezen aangevraagd bij versnelde procedure (spoedadvies) III.1. Oplevering binnen de voorziene uitvoeringstermijn van 1 werkdag eventueel vermeerderd met het aantal restdagen uit de initiële adviestermijn (zie punt III.1) 100% van het referentiebedrag van de opdracht III.2. Laattijdige oplevering met minder dan 1 werkdag vertraging: Vermindering tot 75% van het referentiebedrag III.3. Laattijdige oplevering tussen 1 en 2 werkdagen vertraging: Vermindering tot 50% van het referentiebedrag III.4. Laattijdige oplevering met meer dan 2 werkdagen vertraging: Vermindering tot 0% van het referentiebedrag en opschorting van het perceel tot het moment waarop het advies alsnog wordt opgeleverd. De sancties onder punt B worden toegepast op het referentiebedrag na toepassing van de sancties onder punt A. De opdrachtnemer heeft steeds 5 werkdagen om de opdracht te aanvaarden (zie punt 4.1). Indien hij dit sneller doet worden de resterende werkdagen van de aanvaardingstermijn bovenop de hierboven vermelde termijnen geteld. Indien de opdrachtnemer een vraag tot bijsturing krijgt zullen de resterende werkdagen na de oplevering onder punt A bovenop de termijnen onder punt B worden geteld. 5. Percelen De percelen staan opgesomd in punt A.2.1 van hoofdstuk II. Administratieve Voorschriften. Toelichting bij de onderverdeling in percelen: Er wordt in deze lijst geen verdere opsplitsing gegeven naar optie of afstudeerrichting. De volgorde en clustering van de percelen is het resultaat van een poging om inhoudelijk verwante studiegebieden en diploma s in elkaars buurt te brengen. Dit is uiteraard niet voor 100% mogelijk. Binnen elke groep percelen weerspiegelt vormt de volgorde van de vermelde diploma s een indicatie van het relatief aandeel van de aanvragen voor gelijkwaardigheid met die diploma s. 23