AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Transcriptie

1 Raad vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 9 februari 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage van 29 december 2008 in zaak nr. 08/43832 in het geding tussen: en de staatssecretaris van Justitie.

2 /1/V3 2 9 februari Procesverloop Bij besluit van 14 december 2008 is [hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 29 december 2008, verzonden op 30 december 2008, heeft de rechtbank 's-gravenhage het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 5 januari 2009, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3 /1 A/3 3 9 februari Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C.E.C.M, van Roosmalen, ambtenaar van Staat. w.g. Bijloos lid van de enkelvoudige kamer w.g. Van Roosmalen ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 9 februari Verzonden: 9 februari 2009 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze, mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak

4 2--:S "' *2 mi L* Po«t»dr»i PotfÖUlWOO M08RHVTREOHT * Utrecht ^o5-.ö^ö3jx pmitie KonwontftrtfM) SVrwmdolInflQnpctltie S+Nindel4 door EP.Wesaato Telefoon Fax 03O*SB12ft7 V-iiumnw/ZaaX /zm-owaaooa Datum 12/12/2003 Ontferwrp MUO^AMaairegftivHnBawaring Maatregel van Bewaring Ik, ondergetekende, ) Erik Weaaelo, Inspecteur van het regionaal politiekorps Utrecht, belast met het toezicht op vreemdelingen, tevens hulpofficier van justitie, leg met het oog op de ulteetüng ean de vreemdeling, zich noemende: Achternaam Voorna(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats Geboorteland Nationalltett(en) Geslacht Suriname Surinaamse mannelijk 1 de maatregel van bewaring op, zoals bedobld in artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (geen rechtmatig verblijf). Deze maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat er aanwijzingen zijn om te vermoeden dat betrokkene zich aan de uitzetting zal onttrekken, hetgeen blijkt uit het feit dat betrokkene Niet beschikt over een Identiteitspapier als bedoeld In artikel 4.21 van het vreemdellngenbealurt 2000 Geen vaste woon- A/erblijfplaata heeft Zich niet gehouden heeft aan z ]n vertrektermljn Veroordeeld ia terzake een misdrijf Eerder niet rechtmatig In Nederland verbleven heeft onvoldoende middelen van bestaan De maatregel is opgelegd: Plaats ; Utrecht Datum : 14/12/2008 v.nr Pagina 1 van 2 Ontvangst tijd 15. Dec. 16:25

5 ; 'V'T'fi 1 ' 42 t i c emu c i i ; siivu i i. i! y '. : s-, ii. N r. 'ji;3/ r. 0/ l* Tîjd : 16:0Q uur. De Staatssecretaris van Justifia, namens de Staatssecretaris, de hulpofficier van Justitie, de Inspecteur, E.P, Weseelo Een afschrift van deza maatregel is onmiddellijk aan de vreemdeling uitgemikt Beroep tagen deze maatregel kan schriftelijk worden Ingesteld bij de rechtbank te 's-gravenhage, Centraal Intakebureau Vreemdelingenzaken te Haarlem, faxnummer Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van het model beroepschrift, zie ' V.nn 270M7M32 Pagina 2 van 2 Ontvangst tijd 15. Dec. 16:25

6 ao-jmn-cütfy it: ID hrûm:+*51 J Pa se:4'6 uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector bestuursrecht Vreemdelingenkamer, enkelvoudige learner Reg.nr ; AWB 08/43832 VRONTN UITSPRAAK ingevolge artikel 8:77 Algemene wet bestuursrecht beroep vrijheidsoninentende maatregel Intake :, V-nummer, thans verblijvende in hierna te noemen de vreemdeling, gemachtigde mr H.K. Jap A Joe, advocaat te Utrecht, tegen : de Staatssecretaris van Justitie, verweerder, gemachtigde mr. A.H. Kras, ambtenaar ten departemefite. 1 PROCESVERLOOP I Op 15 december 2008 heeft de vreemdeling een beroepschrift ingediend bij de rechtbank. In het beroepschrift is tevens verzocht om schadevergoeding. 2 De openbare behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 22 december De vreemdeling is aldaar verschenen, bijgestaan door mr. R. Veerkamp, kantoorgenoot van zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. II OVERWEGINGEN 1 De vreemdeling heeft gesteld te zijn geboren op en de Surinaamse nationaliteit te hebben. Het beroep is gericht tegen het besluit van verweerder van 14 december 2008 waarbij de vreemdeling de vrijheidson f nemende maatreget is opgelegd. 2 Verweerder heeft de vreemdeling krachtens artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a. Vreemdelingenwet (Vw) 2000 in het belang van de openbare orde en met het oog op de uitzetting,»n bewaring gesteld. Verweerder heeft het ernstige vermoeden dat de vreemdeling zich aan uitzetting zal onttrekken gebaseerd op de volgende gronden. De vreemdeling is niet in het bezit van een geldig identiteitsbewijs, beschikt niet over voldoende middelen van beslaan, heeft geen vaste woon- of verblijfplaats, heeft eerder niet rechtmatig in Nederland verbleven, is veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf en heeft zich niet aan zijn vertreklefmijn gehouden. 3 De gemachtigde van de vreemdeling stelt zich op het standpunt dat de maatregel onrechtmatig is en heeft daartoe aangevoerd dat de vreemdeling reeds meermalen in bewaring heeft verbleven, zonder dat dit tot zijn uitzetting heeft geleid. Ten onrechte bevinden zich in het dossier geen gegevens omtrent deze voorgaande inbewaringstellingen. Voorts had verweerder kunnen volstaan met het opleggen van een lichter middel dan bewaring en is er geen zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn, verwacht wordt dal presentatie in persoon van de vreemdeling niet eerder dan in augustus 2009 zal kunnen plaatsvinden : * P.004

7 «-JMTI-CÖÜS IMÏID hrom:+jl JU Paae:5'6 Reg. Nr. AWB 08/43832 VRONTN 2 4 Verweerder heeft hetgeen is aangevoerd gemotiveerd weersproken. 5 Er is geen grond voor hel oordeel del de toepassing of tenuitvoerlegging van de bewaring in strijd is met de Vw 2000, dan wet bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende. Uft vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS). onder meer de uitspraak van 29 januari 2007, JV 2007/102, blijkt dat de rechtbank, indien een eerdere bewaring is opgeheven omdat geen zicht op uitzetting bestaat, bij een volgende inbewaringstelling behoort te onderzoeken of» anders dan ten tijde van de opheffing van de eerdere bewaring, sprake is van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat zulk zicht nu niet ontbreekt. Verweerder heeft ter zining een overzicht gegeven van de eerdere inbewaringstellingen van de vreemdeling, waaruit is gebleken dat de voorgaande bewaring op 23 april 2007 niet vanwege het ontbreken van zicht op uitzetting is opgeheven, maar vanwege een belangenafweging. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat van verweerder niet behoefde te worden verlangd dat hij ter rechtvaardiging van de onderhavige inbewaringstelling aantoont dat er thans sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden op grond waarvan er zicht op uitzetting is. Gelet op de aan de bewaring ten grondslag gelegde gronden, welke overigens niet zijn betwist, is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat met een lichter middel dan bewaring niet kan worden volstaan. Verweerder behoeft niet het risico te aanvaarden dat de vreemdeling zich, zodra zijn uitzetting in zicht komt, aan het toezicht zal onttrekken. 6 De rechtbank is voorts van oordeel dat voldoende zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestaat Verweerder heeft ter verkrijging van een geldig document voor grensoverschrijding het voornemen om de vreemdeling te presenteren bij de Surinaamse autoriteiten. Indien blijkt dat deze presentatie pas over langere tijd kan plaatsvinden, kan de rechtbank worden gevraagd zich opnieuw uit te laten over het zicht op uitzetting. 7 Het beroep is derhalve ongegrond. Er is geen grond voor het toekennen van schadevergoeding. 8 Vooreen proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding : Gïi P.005

8 WD-JHN-üüldy li:i6 From: Pa9e:6'6 Reg. Nr. AWB 08/43832 VRONTN 3 lil BESLISSING De rechtbank 's-g raven hage RECHT DOENDE: verklaart het beroep ongegrond: wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus gedaan door mr. T. Sleeswijk Visser - de Boer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 d ede ember 2008, in tegenwoordigheid van de griffier. _^ -, -è- RECHTSMIDDEL Krachtens artikel 95 Vw 2000 staat tegen deze uitspraak voor partijen hoger beroep open. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt een week na verzending van de uitspraak door de griffier. Bij het beroepschrift dient een kopie van deze uitspraak te worden overgelegd. Het beroepschrift dient een of meer grieven tegen de uitspraak van de rechtbank te bevatten en moet geadresseerd worden aan de Raad van State» Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC Den Haag. (Nadere informatie: afschrift verzonden op: 3 0 OtC, 2ÛG i4: G* p. 00G

9 05-JHN :15 From: E Pa«e:l'6 Q&AJ9 A advocatenkantoor <& Œ mr. h.k. jap-a-joe advocaat en procureur eandidaat notaris mr. r. veerkamp mr. h.s.k. jap-a-joe mr. f.w. verweij advocaten en procureurs utrecht. 5 januari 2009 Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus BC 'S GRAVENHAGE tevens per fax RAAD VAN STATE INGEKOMEN HOGER BEROEP VREEMDELINGENZAKEN Kenmerk IND Geeft eerbiedig te kennen: - 5 JAN 2009 ZAAKNR. 2oOeftXDSl AAN: f BEHANDELD DD: thans verblijvende in het detentiecentrum Zeist te Soesterberg, ter zake dezer domicilie kiezende te Utrecht, Maliestraat 5 (3581 SH), ten kantore van de advocaat en procureur Mr. R. Veerkamp, die door hem ten deze tot gemachtigde is gesteld en als zodanig dit hoger beroepschrift ondertekent; PAR: dat hij tijdig in hoger beroep komt van de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage d.d. 29 december 2008 {verzonden d.d. 30 december 2008); een kopie van de uitspraak gaat hierbij. dat de zaak betreft: vreemdelingenbewaring; dat ondergetekende verklaart tot het instellen van dit hoger beroep bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd door appellant, geboren op vreemdeling van Surinaamse nationaliteit; dat appellant zich met de bestreden uitspraak niet kan verenigen en daartoe de navolgende grief formuleert: evd postadres: postbus Ie utrecht bezoekadres: maliestraat sh utrecht telefoon: Fox: jopa{oe@ision.nl : Gü P.001

10 05-JAN :15 From: Paae:E'6 advocatenkantoor GRIEF Ten onrechte overweegt de rechtbank in het a quo sub 6: "De rechtbank is voorts van oordeel dat voldoende zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestaat. Verweerder heeft ter verkrijging van een geldig document voor grensoverschrijding het voornemen om de vreemdeling te presenteren bij de Surinaamse autoriteiten. Indien blijkt dat deze presentatie pas over langere tijd kan plaatsvinden, kan de rechtbank worden gevraagd zich opnieuw uit te laten over het zicht op uitzetting." Toelichting Ter zitting heeft appellant middels zijn gemachtigde betoogd, dat presentatie in persoon niet eerder dan in augustus 2009 zal kunnen plaatsvinden. Dit is niet bestreden door verweerder, die middels gemachtigde ter zitting er op wees, dat er slechts beperkte capaciteit bij de Surinaamse Vertegenwoordiging bestaat zodat er inderdaad na een bereikt memorandum of understanding op dit punt tussen Nederland en Suriname wel weer presentaties plaatsvinden, doch zeer mondjesmaat (gemachtigde van verweerder heeft het aantal ter zitting genoemd, zodat dit uit het proces-verbaal van die zitting zal blijken). Appellant zelve heeft ter zitting onweersproken verklaard dat er eerder zonder succes een reispapier is aangevraagd terwijl hij zich in vreemdelingenbewaring bevond. Hij heeft tevens duidelijk gemaakt dat hij uit Suriname geen papieren kan verkrijgen nu daar geen directe familieleden van hem meer wonen en het registratiekantoor (met zijn papieren) destijds door brand is verwoest in de strijd tussen Brunswijk en Bouterse. evd : Z P.Ofi?.

11 05-JAN :15 From: Pase:3'6 (&AT5 A advocatenkantoor 7(3x2, Uitgaande van deze feiten en omstandigheden en de eerdere in bewaring stellingen (door verweerder ter zitting opgesomd zoals blijkt sub 5 van het a quo) is meer dan voldoende aannemelijk gemaakt dat er geen reëel uitzicht op verwijdering bestaat op redelijke termijn doordien de afgifte van een reisdocument door de Surinaamse Vertegenwoordiging zeer lang op zich zal laten wachten (meer dan zes maanden) 20 er al ooit een resultaat zal worden geboekt. De bestreden uitspraak is op dit punt dan ook onjuist. Een processuele moeilijkheid doet zich voorts nog voor indien de door de rechtbank voorgestane lijn wordt gevolgd: indien een datum van presentatie bekend is en na beroep meent de rechtbank dat deze presentatie niet te lang op zich laat wachten dan kan appellant daartegen geen rechtsmiddel aanwenden. Appellant wijst er ten overvloede op dat "zicht op uitzetting op uitzetting" op zich zelf reeds de beoordeling van een toekomstige onzekere gebeurtenis inhoudt en de rechtbank in het geheel niet motiveert, waarop het oordeel, dat er voldoende zicht op uitzetting zou bestaan, is gebaseerd. MITSDIEN het de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State moge behagen de uitspraak waarvan hoger beroep te vernietigen. met veroordeling van verweerder (ex artikel 8:75 Awb) in de kosten die appellant in verband met de behandeling van de onderhavige procedure redelijkerwijs heeft moeten maken. advocaifflatmaéktigde evd : JÏ P.003