Primaire doel ViA: het verbeteren van de kwaliteit van de leeromgeving in de Techniek & ICT academies, met gebruikmaking van ICT-middelen.

Transcriptie

1 PROJECTVOORSTEL VIRTUALISEREN IN AVANS VOLGNUMMER PROJECT: AVB_1415_02 Academie(s): AVB Naam projecteigenaar: Laurens Peeters Naam andere betrokken docenten (die uren maken): - Datum: Primaire doel ViA: het verbeteren van de kwaliteit van de leeromgeving in de Techniek & ICT academies, met gebruikmaking van ICT-middelen. Randvoorwaarden gevorderd project: het project dient een bijdrage te leveren aan het oplossen van een probleem. de student dient er in positieve zin iets van te merken binnen het onderwijs. denk aan: hogere betrokkenheid, betere leerprestaties, efficiënter onderwijs- of leerproces. kosten en baten van het project moeten acceptabel zijn. 1. TITEL RECHT IN BEELD 2. ONDERBOUWING EN BEOOGD RESULTAAT Probleemstelling of ambitie en analyse 2.1 Beschrijf het probleem/aanleiding of de ambitie die ten grondslag liggen aan het projectvoorstel en de relevantie daarvan in relatie tot het thema Virtualiseren in Avans. Probleem/aanleiding: Het recht is zeer ontoegankelijk voor studenten die niet linguïstisch zijn ingesteld, minder abstract kunnen denken c.q. moeite hebben met logica. Zij hebben behoefte aan een uitleg die aansluit bij hun intelligenties: visueel, auditief. Teneinde hierin voldoende te kunnen differentiëren én voldoende tijd voor zowel de goede als de slechte studenten te hebben, is een virtualisering van de leeromgeving voor de propedeuse Recht, inclusief technische hulpmiddelen bij de studie wenselijk. Relevantie met virtualiseren: ICT is een middel om het recht, het rechtssysteem en de toepassing daarvan visueel te maken, zodat we studenten aansluitend op hun eigen leerintelligenties (gepersonaliseerd leren) en ontwikkelingsniveau kunnen benaderen en bedienen. Projectdoelstellingen en ambitieniveau 2.2 Beschrijf de doelstellingen van het project: wat is de gewenste toestand die je door het project uit te voeren wilt bereiken? Let op: de student dient er in positieve zin iets van te merken. Doelstelling(en): Het doel is te komen tot meer efficiency bij zowel de docenten als de studenten. Docenten hoeven minder tijd te besteden aan de (herhaling van) de uitleg van de techniek van het lezen van wetsartikelen; studenten kunnen zelf hun tempo bepalen. Dit kan op termijn ook tot een werkreductie voor docenten leiden. In de les is meer tijd voor persoonlijke begeleiding van studenten (omdat, inderdaad, minder tijd nodig is voor de uitleg van de techniek), en daarom kan meer worden gedifferentieerd. 1

2 2.3 Beargumenteer hoe het project bijdraagt aan het realiseren van de ambitie van verhogen onderwijskwaliteit (aantrekkelijker, effectiever en efficiënter onderwijs voor studenten (betere leerprestaties, hogere betrokkenheid, in minder tijd gelijke of betere leerprestaties, meer gemotiveerd)). Aantrekkelijker/effectiever/efficiënter, omdat: Aansluiten bij doel: meer rendement, betere prestaties, meer efficiency. De leeromgeving van de student wordt verrijkt, omdat mogelijkheden tot a- synchroon leren en met name e-learning mogelijkheden schept tot differentiatie. Het eigenstandig consumeren van instructievideo s c.q. prezi s in het tempo en met de herhaling waaraan de student behoefte heeft - stelt hem in staat zijn leren (deels) in te vullen met een visueel en auditief aanbod. Idealiter als de student gebruik maakt van de geboden middelen - staat daarom de student centraal (learner-centered). Hij / zij bepaalt tot op zekere hoogte leerpad, leertempo, leeromgeving en leermethode. Daardoor kan de student effectiever werken en wordt ook de docent effectiever: hij kan immers inzetten daar waar zijn expertise nodig is, en het antwoord geven op het moment dat de vraag bij de student opkomt. De ervaring leert dat dit studenten meer motiveert, en leidt tot betere leerprestaties en hogere betrokkenheid. De inzet van de docent krijgt onder meer vorm door de mogelijkheid van het stellen van vragen onafhankelijk van lestijden via het discussion board. Mogelijk is hier peer-hulp ook een optie. NB: de vragen kunnen vervolgens tijdens de reguliere lessen worden beantwoord. Met behulp van de video s en prezi s kunnen studenten vervolgens de boekenstof makkelijker lezen en het reguliere huiswerk in de vorm van oefeningen maken. NB: studenten moeten instructie krijgen. Ene groep wel, andere groep niet, zo zien we de verschillen, en meten we wat werkt. Tracking zetten op bekijken video s en prezi s, indien mogelijk gespecificeerd per student, zodat daadwerkelijk gebruik kan worden gemeten en evt. studenten gericht op resultaat kunnen woden bevraagd/bemeten. Verifiëren in ontwerpfase of het mogelijk is een groep geheel van de nieuwe methode uit te sluiten, als controlegroep. Beoogd resultaat en afbakening 2.4 Beschrijf wát je gaat doen (activiteiten) om de doelstellingen van het project te realiseren. Activiteiten: 1. Elektronische leeromgeving recht P-fase (blokken 1-4) inrichten: student kan heel het leerpad elektronisch bewandelen en kan docentmomenten inzetten als hij daar behoefte aan heeft. 2. Studenten aanzetten/motiveren en begeleiden bij het gebruik van deze hulpmiddelen. Graag input van ViA /ervaringen van anderen hierover gebruiken. Zie verder hierboven bij Beschrijf de concrete resultaten die het project gaat opleveren. = concretisering van doelstelling in 2.2. Concrete resultaten (effect bij studenten (en docent)): Te Komen tot een vorm van blended learning waarbij het leren zich afspeelt in een leeromgeving waarin van een verscheidenheid aan media gebruik wordt gemaakt, zowel persoonlijk als via e-learning. Hierdoor kan een veelheid aan werkvormen worden ingeschakeld en kunnen 2

3 leeractiviteiten plaatsvinden, zowel synchroon als a-synchroon, en zowel gelokaliseerd als op afstand. Student kan heel het leerpad elektronisch bewandelen en kan docentmomenten inzetten als hij daar behoefte aan heeft. Hij/zij kan onafhankelijk van de beschikbaarheid van de docent visueel leren hoe de analyse van het rechtssysteem, van de rechtsbronnen, van de wet en van artikelen in rechtsvoorwaarden en de toepassing op HBO-niveau en vanuit het gezichspunt Integrale Veiligheid vorm krijgt. 2.6 Benoem, zo concreet mogelijk, de digitale tools of toepassing(en) die je inzet om het onderwijs te virtualiseren. Digitale tool of toepassing (zie voorbeelden hieronder*): Blackboardcourse, instructievideo s, discussion board, instructievideo s, prezi s. Het gaat kort gezegd niet zozeer om opnames van een hoorcollege, maar om een uitbeelding middels de interactieve technieken die ik in het werk heb gezien bij onder andere het Flip in the Classroom project van mijn collega Remco Hammer (voor een ander vak). De student ziet in de films de analyse in rechtsvoorwaarden als het ware gebeuren door bewegende stukjes tekst e.d., en hoort daarbij instructies en uitleg. Met betrekking tot de voorgenomen inhoud van de instructievideo s en de prezi s geef ik graag een nadere (modelinge) toelichting, omdat bovenstaand de lading niet goed dekt. Zie verder ook bij 2.3. Doelgroep 2.7 Beschrijf op welke doelgroepen het projectvoorstel zich richt, en welk belang deze en mogelijk andere doelgroepen (kunnen) hebben bij de resultaten van het project. Doelgroep(en) (student/docent/ondersteunend medewerker): Het richt zich op propedeusestudenten, maar de techniekvideo s zijn uiteraard een nuttige geheugensteun tijdens alle verdere rechtenvakken in het curriculum. Voor docenten, zo is de hypothese, kan één en ander duurzaam een vermindering van werklast betekenen. Van welke opleiding/leerjaar? IV (maar ook elders, zie hieronder), eerste jaar, (maar ook in andere jaren, zie hierboven). Andere doelgroep? Mutatis mutandis kan project in andere leerjaren en studies/academies worden uitgerold. De techniek van het analyseren en toepassen van wetsartikelen en andere rechtsbronnen is voor alle studies waarin recht onderdeel is van het curriculum in de basis namelijk gelijk. 3. PLAN VAN AANPAK Planning 3

4 3.1 Geschatte doorlooptijd, onderwijsperiode(n) en studiejaar. Studiejaar: t/m Geschatte doorlooptijd: 6 blokken Onderwijsperiode(n) en start- en eindpunt: april 2015 t/m oktober , BLOK 4 (voorbereiding en inrichting), en , blok 1-4 is de tijd van ontwikkeling. Het is van belang dat de ontwikkeling zoveel mogelijk synchroon met het draaien van de normale lessen in blok /2016 plaatsvindt, zodat het project het beste aansluit bij de reële behoeftes die tijdens het blok opkomen. In schooljaar kan het dan worden gedraaid. 3.2 Beschrijf de projectbegroting : uren, namen, materialen. NB ook studenten kunnen worden ingezet. * ook invullen ivm vrijhouden/- roosteren van docent door resourcemanager/inzetplanner/ roosteraar. Uren (door wie (namen) en voor welk deel/activiteit): In welke periode(n) worden uren gemaakt voor dit project en door wie (mogelijk opsplitsen in voorbereiding, uitvoering, evaluatie)? * Denk ook aan uren voor actie Kennisdeling (zie 3.6) Onderzoeksopzet: 30 uur Laurens Peeters (blok /2015) in samenwerking met LIC Didactische opzet: 30 uur Laurens Peeters (blok /2015) in samenwerking met LIC Inrichten leeromgeving: 60 uur Laurens Peeters (blok /2016, bij voorkeur zoveel mogelijk in blok 1) Maken prezi s: 60 uur Laurens Peeters (blok /2016, bij voorkeur zoveel mogelijk in blok 1) Maken instructievideo s: 80 uur Laurens Peeters (blok /2016, bij voorkeur zoveel mogelijk in blok 1) Uitvoering (30 uur), opstellen evaluatierapportage en evaluatie (60 uur) Laurens Peeters (blok /2017) Gebruikservaring en feedback: Marianne en Kim ieder 20 uur in blok /2017 Kennisdeling: 1 uur per docent, is 24 uur voor onze opleiding. Totaal: 60 uur in 2014/ uur in 2015/ uur in 2016/2017. Overige kosten (materiaal): Instructiefilms maken kost geld omdat Avans hiervoor mensen en middelen inhuurt. Ik weet niet hoeveel. Evaluatie en kwaliteitsbewaking 3.3 Beschrijf hoe het project door de docent wordt geëvalueerd tijdens de uitvoering en na afronding en hoe de kwaliteitsbewaking wordt vormgegeven. Evaluatie tijdens uitvoering en na afloop: Hoe kwaliteitsbewaking (plan do check act): - ViA-ambassadeur krijgt projectverslag met evaluatie doelstellingen, middelen en resultaten per blok dat het project duurt. Evaluatie gebeurt aan de hand van Korthagen (reflectiecirkel). Naar aanleiding van de gesprekken met de ambassadeur stelt de ontwikkelaar verbeterpunten op voor de duur van het project. Eindverslag geeft do s and don ts voor het verdere gebruik van de leeromgeving 4

5 3.4 Beschrijf op welke manier je gaat meten of de gewenste effecten (bij studenten?) worden gerealiseerd en met behulp van welke indicatoren dat gebeurd, en wanneer. Effectmeting: - Tentamens; evaluatieformulieren door studenten, mondeling commentaar studenten; evaluatie docent Indicatoren: - Mate van tevredenheid van studenten - Toename gemiddeld cijfer t.o.v vorige Jaren - Mate van interesse van studenten - Docenttevredenheid - Tijd die docent kwijt is aan (herhaling) uitleg techniek van lezen wetsartikelen. Wanneer: - Na elk blok waarin het project draait. NB: studenten moeten instructie krijgen. Ene groep wel, andere groep niet, zo zien we de verschillen, en meten we wat werkt. Tracking zetten op bekijken video s en prezi s, indien mogelijk gespecificeerd per student, zodat daadwerkelijk gebruik kan worden gemeten en evt. studenten gericht op resultaat kunnen worden bevraagd/bemeten. Verifiëren in ontwerpfase of het mogelijk is een groep geheel van de nieuwe methode uit te sluiten, als controlegroep. Kennisdeling 3.6 Beschrijf welke activiteiten georganiseerd worden voor kennisoverdracht om de uitkomsten en ervaringen met anderen te delen, en wanneer. Activiteiten kennisdeling binnen eigen opl/academie: Ervaringen en evaluatie wordt gedeeld met andere docenten via Elco, Ambassadeur, en opleidingsvergadering. Docent is beschikbaar voor kennisdeling met andere academies. Wanneer: Tijdens en na project. 5

6 Bijdrage aan ontwikkeling docent op gevorderd niveau Virtualiseren Het gevorderd project heeft effect op de student én draagt ook bij aan de ontwikkeling van de docent. In het competentieprofiel van Virtualiseren staat een indicatie van de start- en eindsituatie van de docent op niveau Gevorderd: Start: Een gevorderd ICT-gebruiker (in onderwijs) heeft enige routine in het gebruik van ICT in het onderwijs. Hij vraagt zich regelmatig af hoe technologie in de dagelijkse onderwijspraktijk kan worden geïntegreerd. Hij is niet alleen instrumenteel vaardig, maar vooral didactisch. Hij gebruikt de mogelijkheden vooral in zijn eigen onderwijspraktijk. Nog meer intuïtief. Eind: Een gevorderd ICT-gebruiker (in onderwijs) heeft routine in het gebruik van ICT in het onderwijs. Hij integreert technologie regelmatig in zijn onderwijspraktijk. Hij vraagt zich regelmatig af wat het effect is van ICTgebruik in de onderwijspraktijk op zijn studenten. Hij inspireert ook andere collega s en praat regelmatig over zijn opgedane kennis en ervaringen. Hij heeft nagedacht over de relatie tussen onderwijsvisie en het gebruik van ICT. Monitoring door projectgroep ViA Graag je medewerking tijdens en na afloop van het project in kader van monitoring door een projectmedewerker: A. Voortgang: wat is er al gebeurd? is het beoogd resultaat (on)veranderd? wat moet er nog gebeuren? wanneer is het project afgerond? B. End Review: 1. is de doelstelling en beoogd resultaat (on)veranderd? 2. wat heb je gedaan? 3. wat is het opgeleverde resultaat? 4. is de doelstelling bereikt? en waarom (niet)? wat is het effect op studenten? Is er een hogere betrokkenheid? Is er sprake van een verbeterd leerproces? Bijvoorbeeld: effectiever (hoger leerresultaat), efficiënter (in minder tijd vergelijkbare of zelfs betere leerprestaties), student is meer gemotiveerd. wat betekent deze toepassing voor docenten? Kan de docent meer effectief of efficiënt voorbereiden, lesgeven/begeleiden? En waarom? 5. wat betekent deze toepassing voor de ondersteuning vanuit de onderwijsorganisatie (binnen de academie of daarbuiten)? (in dit project; en in de toekomst?) 6. komt er een vervolg of zou het (breder) uitgerold kunnen worden, en zo ja hoe? 7. kennisdeling: wat wil je delen over de vernieuwde onderwijspraktijk c.q. het experiment? welke producten zijn opgeleverd die we kunnen delen (bijv. screencasts) welke tips heb je voor andere docenten (lessons learned)? 6

7 Mogelijke vragen voor studenten: Hoe heb je deze toepassing ervaren? (toepassing = onderwijspraktijk waarin de docent gebruik maakt van een of meerdere digitale tool(s) c.q. toepassingen in het leren/lesgeven) Wat is het effect op jou? Is er sprake van een hogere betrokkenheid? Is er sprake van een verbeterd leerproces? Bijvoorbeeld: effectiever (hoger leerresultaat), efficiënter (in minder tijd vergelijkbare of zelfs betere leerprestaties), student is meer gemotiveerd. 7