ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTVEILIGHEID

Transcriptie

1 ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTVEILIGHEID

2 INHOUD > Inleiding > Indicator geneesmiddelenvoorschrift Apr. Siska Desplentere > Indicator suïcidepreventiebeleid Rita Vanhove > Vragenronde Vlaams Indicatorenproject 2

3 TRAJECT VAN DE ONTWIKKELINGSGROEP Februari 2013 Start OG Vlaams Indicatorenproject 3

4 TRAJECT VAN DE ONTWIKKELINGSGROEP Februari 2013 Start OG December 2013 Eerste concepten Eerste concepten van Indicatoren: Volledig geneesmiddelen voorschrift Risico assessment voor agressief gedrag Opvolgen van metabool syndroom Suïcidepreventie Vlaams Indicatorenproject 4

5 TRAJECT VAN DE ONTWIKKELINGSGROEP Februari 2013 Start OG December 2013 Eerste concepten 2014 Operationalisatie Fase van operationalisatie: Selectie van indicatoren (Haalbaarheid & Relevantie) Uitwerken van een meetprotocol Uitschrijven van de indicatorfiche Vlaams Indicatorenproject 5

6 TRAJECT VAN DE ONTWIKKELINGSGROEP Februari 2013 Start OG December 2013 Eerste concepten 2014 Operationalisatie 2015 Validatie Vlaams Indicatorenproject 6

7 TRAJECT VAN DE ONTWIKKELINGSGROEP Februari 2013 Start OG December 2013 Eerste concepten 2014 Operationalisatie 2015 Validatie 2016 Implementatie Implementatie: In samenwerking met TTP Feedback aan deelnemende voorzieningen Ontwikkelen van Proces en/of outcome indicator Vlaams Indicatorenproject 7

8 WIJ WENSEN JULLIE ALVAST EEN INSPIRERENDE WORKSHOP Peter Cosemans Dr. Chris Bervoets

9 SUÏCIDEPREVENTIEBELEID Rita Vanhove DAGG-CGG suïcidepreventie

10 WAAROM SUÏCIDEPREVENTIEBELEID ALS STRUCTUURINDICATOR? > 1. Rationale Vlaanderen kent een hoog suïcidecijfer (1,5 x Europees gemiddelde) Mensen met GGZ problematiek hebben een verhoogd risico (90% suïcides lijdt aan een psychische stoornis) Patiënten opgenomen in psychiatrie hebben 10x meer kans om te overlijden door suïcide Bronnen > OESO (2014). Making mental health count. Chapter 4 Improving Quality measurement and data collection for mental health. > Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid VASII Vlaams Indicatorenproject 10

11 WAAROM SUÏCIDEPREVENTIEBELEID ALS STRUCTUURINDICATOR? 2. Relatie tot kwaliteit: Veiligheidsmanagement in het kader van preventie van suïcidaal gedrag is risicomanagement Prospectieve risicoanalyse: op voorhand nadenken over risico's, zowel op niveau (organisatie)processen als op patiëntniveau. De risicoanalyse bestaat uit diagnostiek en de inschatting van het suïcidale gedrag van een patiënt. Retrospectieve risicoanalyse: welke oorzaken liggen aan de grondslag van de ongewenste gebeurtenis ( suïcidaal gedrag), en wat kan de instelling ondernemen om soortgelijke gebeurtenissen in de toekomst te voorkomen Vlaams Indicatorenproject 11

12 WAAROM SUÏCIDEPREVENTIEBELEID ALS STRUCTUURINDICATOR? 3. De basis leggen: aanwezigheid van een suïcidepreventiebeleid in ELKE GGZ-voorziening als start van kwaliteitsvolle zorg. > Opstart: structuurindicator, toekomst meer concrete aanvulling met proces- en/of resultaatsindicatoren. > Inclusie alle GGZ ook AZ met PAAZ en AZ met liaisonteam Vlaams Indicatorenproject 12

13 HOE TE WERK GEGAAN? Adviezen zorginspectie en ervaringen van de leden van de werkgroep Nederland: veilige zorg ieders zorg Literatuur Feedbackrondes binnen QIP en werkveld Feedback Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie Ontwerp Proefmeting meetprotocol Vlaams Indicatorenproject 13

14 INHOUD: 10 ITEMS 1. Beleid ivm aanmelding en intake 2. Stroomdiagram 3. Afspraken met andere zorgverstrekkers en GGZactoren in kader zorgcontinuïteit (ketenzorg) 4. Richtlijn ivm inschatting S risico en zorgbehoefte bij élke patiënt en aangepast zorgplan 5. Veiligheidsplan op niveau patiënt 6. Veiligheidsplan op niveau organisatie 7. Veilig meldsysteem ivm suïcidaal gedrag patiënten 8. Registratiesysteem suïcidepoging en suïcide 9. Multidisciplinaire analyse van SP en S (bijstellen behandelplan, veiligheid, besmetting voorkomen, postventie) 10. Vormingsbeleid Vlaams Indicatorenproject 14

15 MEETPROTOCOL: 10 ITEMS > Richtlijn formele inschatting > Richtlijn aangaande beleid pat. met suïciderisico > Stroomdiagram > Aanpak pat die behandeladvies weigeren > Samenwerkingsovereenkomst > Verslag jaarlijks evalueren potentieel S faciliterende situaties > Richtlijn systematisch noteren in patiëntdossier > Meldsysteem S en SP > Richtlijn systematisch analyseren > Overzicht vormingen Vlaams Indicatorenproject 15

16 CONCREET: STRUCTUURINDICATOR SP-BELEID > Noemer: totaal aantal items SP-beleid > Teller: aantal gerealiseerde items Idealiter 10/10! > Bron: eigen (primaire) registratie met peer-controle > Meetmethode: Externe peers evalueren of de items van een SPbeleid aanwezig zijn Exelinvuldocument binair scoren > Meetfrequentie: 1x per jaar Vlaams Indicatorenproject 16

17 PROEFMEETING RESULTATEN Vlaams Indicatorenproject 17

18 Aan de slag met veilige zorg Succes gewenst

19 WAAROM SUÏCIDEPREVENTIEBELEID ALS STRUCTUURINDICATOR? 1. Rationale Vlaanderen kent een hoog suïcidecijfer (1,5 x Europees gemiddelde) Mensen met GGZ problematiek hebben een verhoogd risico (90% suïcides lijdt aan een psychische stoornis) Patiënten opgenomen in psychiatrie hebben 10x meer kans om te overlijden door suïcide Bronnen OESO (2014). Making mental health count. Chapter 4 Improving Quality measurement and data collection for mental health. Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid VASII

20 WAAROM SUÏCIDEPREVENTIEBELEID ALS STRUCTUURINDICATOR? 2. Relatie tot kwaliteit: Veiligheidsmanagement in het kader van preventie van suïcidaal gedrag is risicomanagement Prospectieve risicoanalyse: op voorhand nadenken over risico's, zowel op niveau (organisatie)processen als op patiëntniveau. De risicoanalyse bestaat uit diagnostiek en de inschatting van het suïcidale gedrag van een patiënt. Retrospectieve risicoanalyse: welke oorzaken liggen aan de grondslag van de ongewenste gebeurtenis ( suïcidaal gedrag), en wat kan de instelling ondernemen om soortgelijke gebeurtenissen in de toekomst te voorkomen.

21 WAAROM SUÏCIDEPREVENTIEBELEID ALS STRUCTUURINDICATOR? 3. De basis leggen: aanwezigheid van een suïcidepreventiebeleid in ELKE GGZ-voorziening als start van kwaliteitsvolle zorg. Opstart: structuurindicator, toekomst meer concrete aanvulling met proces- en/of resultaatsindicatoren. Inclusie alle GGZ ook AZ met PAAZ en AZ met liaisonteam

22 HOE TE WERK GEGAAN? Adviezen zorginspectie en ervaringen van de leden van de werkgroep Nederland: veilige zorg ieders zorg Literatuur Feedbackrondes binnen QIP en werkveld Feedback Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie Ontwerp Proefmeting meetprotocol

23 INHOUD Beleid ivm aanmelding en intake Stroomdiagram Afspraken met andere zorgverstrekkers en GGZactoren in kader zorgcontinuïteit (ketenzorg) Richtlijn ivm inschatting S risico en zorgbehoefte bij élke patiënt en aangepast zorgplan Veiligheidsplan op niveau patiënt Veiligheidsplan op niveau organisatie Veilig meldsysteem ivm suïcidaal gedrag patiënten Registratiesysteem suïcidepoging en suïcide Multidisciplinaire analyse van SP en S (bijstellen behandelplan, veiligheid, besmetting voorkomen, postventie) Vormingsbeleid

24 Structuurindicator SP-beleid Noemer: totaal aantal items SP-beleid Teller: aantal gerealiseerde items Bron: eigen (primaire) registratie met peer-controle Meetmethode: Externe peers evalueren of de 10 items van een SP-beleid aanwezig zijn Exelinvuldocument binair scoren Meetfrequentie: 1x per jaar

25 WORKSHOP INDICATOR VOLLEDIG GENEESMIDDELENVOORSCHRIFT S Desplenter, S De Broe, H Collier, P Cosemans iov OG Patiëntveiligheid

26 INDICATOR VOLLEDIG GENEESMIDDELENVOORSCHRIFT Achtergrond & Toelichting

27 ACHTERGROND & DEFINITIE > Indicator integraal overgenomen uit AZ Een goed en volledig voorschrift is dé basis voor een degelijk en veilig gebruik van geneesmiddelen Geen reden om een onderscheid te maken tussen AZ en PZ > Definitie: Aantal volledige voorschriftlijnen / totaal aantal voorschriftlijnen Elke voorschriftlijn wordt gecontroleerd op een aantal parameters. Indien alle parameters correct zijn, wordt gesproken van een volledige voorschriftlijn. Elke parameter wordt in de aangeboden MS Access databank ingevuld Vlaams Indicatorenproject 27

28 SAMPLE VOORSCHRIFTEN > Alle voorschriften van 1 ad random gekozen dag > INclusie: Papieren én elektronische voorschriften > EXclusie: PVT (tijdens proof of concept maar kan geïncludeerd worden in de toekomst indien zelfde ziekenhuisapotheek) Verdovende geneesmiddelen (tijdens proof of concept) Parafarmacie Medische gassen Medische hulpmiddelen/implantaten Naschriften spoed/noodkasten of afdelingsvoorraden Vlaams Indicatorenproject 28

29 BEOORDELING VOORSCHRIFT > Elektronisch of papieren voorschrift > Parameters naam en voornaam van de patiënt, geboortedatum van de patiënt, per voorgeschreven geneesmiddel: - naam van het geneesmiddeltoedieningsvorm van het geneesmiddel - sterkte van het geneesmiddel, - dosering van het geneesmiddel(en), - toedieningsfrequentie van het geneesmiddel naam en voornaam van de voorschrijvende arts, handtekening van de voorschrijvende arts, datum van het voorschrift. > Per voorgeschreven geneesmiddel op het voorschrift (=voorschriftlijn) worden alle parameters gecontroleerd Vlaams Indicatorenproject 29

30 PARAMETER: ID PATIËNT > Indien de naam en de voornaam van patiënt vermeld wordt op het voorschrift wordt een Ja ingevuld. Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Nee Vlaams Indicatorenproject 30

31 PARAMETER: GEBOORTEDATUM PATIËNT > Indien de geboortedatum van de patiënt vermeld is op het voorschrift, wordt een Ja ingevuld. Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee ja ja Vlaams Indicatorenproject 31

32 PARAMETER: NAAM GENEESMIDDEL > Indien de naam van het geneesmiddel eenduidig vermeld is op het voorschrift, zodat er geen misverstanden zijn mbt welk product men bedoelt, wordt een Ja ingevuld. Chemische correcte afkortingen (vb. NaCl 0,9%) worden als correct beschouwd. Een generiek geneesmiddel zonder vermelding firma is eenduidig en dus correct. Indien een bijvoegsel niet in de naam van het geneesmiddel wordt voorgeschreven (bv minor, mitis, CR, ea..), kan dit toch als juist geïnterpreteerd worden indien uit de dosis de eenduidigheid blijkt Vlaams Indicatorenproject 32

33 PARAMETER: NAAM GENEESMIDDEL Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Ja 2 Nee Ja 3 Nee Nee Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee ja 2 Nee Vlaams Indicatorenproject 33

34 PARAMETER: TOEDIENINGSVORM GENEESMIDDEL > Indien de toedieningsvorm van het geneesmiddel wordt beschreven op het voorschrift (vb co), wordt een Ja ingevuld. > Voor geneesmiddelen waarbij er in België maar één vorm voorhanden is en waar de vorm niet vermeld werd, wordt dit gecodeerd als een Ja. Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Ja 2 Nee Ja 3 Nee Nee Vlaams Indicatorenproject 34

35 PARAMETER: TOEDIENINGSVORM GENEESMIDDEL > Indien de sterkte van het geneesmiddel wordt beschreven met zijn bijhorende eenheid op het voorschrift, bv 500 mg wordt een Ja ingevuld. Enkel 500 zonder eenheid wordt als Nee ingevuld. > Voor geneesmiddelen waarbij er in België maar één sterkte voorhanden is en waar de sterkte niet vermeld werd, wordt dit gecodeerd als een Ja. Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Ja 2 Nee Nee 3 Nee Ja Vlaams Indicatorenproject 35

36 PARAMETER: TOEDIENINGSVORM GENEESMIDDEL > Onder dosis wordt begrepen: wat geef je per keer aan de patiënt. > Met toedieningsfrequentie wordt bedoeld: het aantal keer per tijdspanne dat een dosis ingenomen moet worden door de patiënt. > Indien de dosis per keer en frequentie eenduidig is, wordt een Ja ingevuld. Dit kan ook door het voordrukken (aanduiding titel - kolom) op het voorschrift of igv duidelijke afspraken toont men de procedure aan de auditor. > Dosis per keer bij een dermatologisch preparaat is altijd eenduidig. (applicatie per toediening) > OPGELET: zo nodig : wordt niet goedgekeurd indien de maximale frequentie niet eenduidig wordt weergegeven. volgens protocol : wordt wel goedgekeurd voor zowel dosis als frequentie. Eenmalig : wordt goedgekeurd voor frequentie indien de dosis vermeld wordt Vlaams Indicatorenproject 36

37 PARAMETER: TOEDIENINGSVORM GENEESMIDDEL Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiën Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Ja Ja Ja Ja Nee 2 Nee Ja Ja Ja Ja Ja Vlaams Indicatorenproject 37

38 PARAMETER: ID ARTS > Indien de naam en voornaam van de voorschrijvende arts of stempel van de arts vermeld wordt op het voorschrift, wordt een Ja geschreven. Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Ja Ja Vlaams Indicatorenproject 38

39 PARAMETER: HANDTEKENING ARTS > voorschrift aanwezig is, of indien het voorschrift gevalideerd is (igv elektronische handtekening), wordt een Ja geschreven. > In de andere gevallen, een Nee : bv wanneer iov vermeld wordt of wanneer de validatie van het elektronisch voorschrift na aflevering gebeurt. Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Nee Vlaams Indicatorenproject 39

40 PARAMETER: DATUM VOORSCHRIFT > De datum van het voorschrift wordt vermeld met de dag, de maand en het jaar. Nr Elektr. Voor-schrift Naam en voor-naam patiënt Geboortedatum patiënt Naam van het geneesmiddel Toedinings vorm Sterkte (met eenheid) Dosis per keer) Freq. (aantal keer per tijdspanne) Naam en voornaam of stempel arts (Elektr.) Handtekening arts Datum van voor-schrift 1 Nee Ja 2 Nee Nee Vlaams Indicatorenproject 40

41 PRAKTISCH > MS Acces database > Elke voorschriftlijn = een lijn in de database > Rapport met % volledige voorschriften > Rapport met % per parameter > 1 x per jaar in een representatieve maand Vlaams Indicatorenproject 41

42 VALIDATIE INDICATOR PZ Resultaten, Ervaringen & Toekomst

43 SAMPLE VALIDATIE > 4 psychiatrische ziekenhuizen > Inclusie voorschriften: > Algemene beoordeling % volledige voorschriften: 73% -> 89% Vlaams Indicatorenproject 43

44 RESULTATEN PER PARAMETER Results of proof of concept Complete medication prescriptions (N= 915 prescriptions in 4 psychiatric hospitals) Dosage at a time 1 Signature 0,95 0,9 Frequency of administration Physician's full name 0,85 0,8 0,75 Pharmaceutical form Date of birth Name of substance Patient's full name Strength of medication Date of prescription Vlaams Indicatorenproject 44

45 HAALBAARHEID Vlaams Indicatorenproject 45

46 HAALBAARHEID Vlaams Indicatorenproject 46

47 VRAGEN?

48 VRAGENRONDE

49 WAT IN 2016? > Implementatie en eerste meting beide indicatoren > Samen met leden van OG werken aan de wijze van feedback > Uitwerken van Proces en/of resultaatsindicatoren Vlaams Indicatorenproject 49

50 DANK JE WEL VOOR JULLIE DEELNAME!! Siska Desplentere Rita Vanhove Peter Cosemans Dr. Chris Bervoets