NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD. VAN DE GEMEENTE HAREN, gehouden op maandag 20 april 2009

Transcriptie

1 NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gehouden op maandag 20 april 2009 Ter behandeling ligt voor de volgende agenda: 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Presentatie politie 4. Ingekomen stukken (bijlage) 5. Vragenuur raadsleden 6. Notulen raadsvergadering van 30 maart Mededelingen /terugkoppeling gemeenschappelijke regelingen 8. Toezeggingenlijst 9. Lange termijn agenda en voorstel behandeling Hamerstukken 10. Opheffing RCG 11. Bezwaarschrift tegen besluit tot vaststelling structuurplan Meerweg ontwikkelt Meer Bespreekstukken 12. Waterplannen Natte Haren beter in model 13. Raadsbericht: vragen CDA behoud GHHC 14. Motie meubilair nieuw gemeentehuis vreemd aan de orde van de dag 15. Sluiting Voorzitter: Griffier: de heer M. Boumans mevrouw P.A. Lambeck Aanwezig: De dames J.H. Reitsma, J. van Duinen, M.P. Rohrich, J. van Bruxvoort, G.A. van der Vliet en D. Praamstra-Bos De heren H. Frima (later), B. Prenger, J.P. Meles, R.R. Valkema, J. Kooi, P.J. Rolf, J. Stroomer, J.H.M. Rake, A. Schuurman en M. Visser Afwezig: de heer Th.J.J. Sieling College van B&W: mevrouw A. Toxopeus en de heren J. Niezen en Th. Berends Notulist: mevrouw I. Ruijs (Notulaat) Publiek: 10 Pers: 2

2 2 1. Opening De voorzitter heet de aanwezigen van harte welkom en opent de vergadering om uur. De heer Frima wordt vanwege familieomstandigheden later verwacht en de heer Sieling is vanwege zijn werk afwezig. 2. Vaststelling agenda De heer Visser kondigt, namens D66, een motie vreemd aan de orde van de dag aan over het meubilair van het nieuwe gemeentehuis. De heer Visser vindt, met alle respect voor het onderwerp, dat de tijd die is gereserveerd voor de presentatie van de politie; 50 minuten aan de ruime kant. Mevrouw Van der Vliet feliciteert de voorzitter, namens de gehele raad, met de gezinsuitbreiding die een week geleden plaatsvond en biedt een kleine attentieaan. De voorzitter bedankt de leden van de raad van harte voor de attentie en deelt mede dat alles thuis goed gaat, ondertussen delen de bodes beschuit met muisjes uit. De voorzitter merkt op dat er in de raadscommissie uitvoerig over agendapunt 13; de vragen met betrekking tot de GHHC, is gesproken en uiteindelijk geconcludeerd dat het raadsbericht ter bespreking door zou moeten naar de gemeenteraad. Dit heeft niet eerder zo plaatsgevonden en de volgende keer als een raadsbericht doorgestuurd wordt naar de raad, dient gezamenlijk exact te worden vastgesteld met welke reden dat wordt gedaan en tot een besluit van de raad leiden. De voorzitter achtte het zelf, bij de voorbereiding op de vergadering, onduidelijk waarom het raadsbericht geagendeerd was, maar dit had ook met de afwezigheid van deze voorzitter bij de raadscommissie te maken. De commissie is er vooral om opiniërend over dit soort zaken te spreken en de raad dient dan tot besluiten te leiden. De vraag in deze is tot welk besluit dit leidt, anders dan voor kennisgeving aannemen en dat heeft in een eerder stadium reeds plaatsgevonden. De heer Valkema vraagt of er van de CDA-fractie een reactie wordt verwacht. De voorzitter antwoordt dat de opmerking tegen de raad gericht was. De heer Valkema zegt dat omdat er uitgebreide discussie in de commissievergadering heeft plaatsgevonden, maar geen specifieke conclusie getrokken, men de conclusie in deze raadsvergadering wenst te trekken. Meubilair nieuw gemeentehuis wordt toegevoegd als agendapunt 14. De agenda wordt vastgesteld. 3. Presentatie politie De voorzitter licht toe dat deze presentatie wordt gegeven om enerzijds een beeld te schetsen van wat er speelt in de gemeente en anderzijds wat er aan gedaan gaat worden en wat de prioriteiten de komende tijd dienen te zijn. De heer Van der Wolde, unit-chef van de basiseenheid Zuid, stelt de heer Bakker, projectleider en verantwoordelijk voor het deelgebied Haren voor. De basiseenheid Zuid beslaat de gemeente Groningen (voor een groot deel), Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren. 80% van de activiteiten en meldingen van alles wat zich binnen het werkveld afspeelt doet zich voor in de gemeente Groningen en 20 % in Haren. De basiseenheid Zuid, gevestigd aan de Vondellaan in Haren, beschikt over 13 buurtagenten waarvan er drie in de gemeente Haren (inclusief buitendorpen) zouden moeten zijn. De heer Van der Wolde verzekert de aanwezigen dat de drie buurtagenten hier voor de zomer zijn, de sollicitatieprocedure is volop aan de gang. Van de drie jeugdagenten is een halve voor de gemeente Haren. In het gehele gebied wordt van 15 stadswachten gebruik gemaakt. De missie en visie is vertaald in het stuk Het Gronings Goud, dat beteken dat alle medewerkers gaan voor goud en een topprestatie willen leveren en het ook uitdragen als goed (goud is Gronings voor goed). De meest belangrijke punten zijn op papier gezet. Gebiedsgebonden zorg is een leidend begrip, dat betekent dat buurt - en jeugdagenten een belangrijk fenomeen zijn, buurt en jeugd dienen elkaar te kennen en gekend te worden.

3 3 Integraal veiligheidsbeleid (IVB) wil zeggen dat men met elkaar, bestuur, instellingen, politie en burgers het veiligheids en leefbaarheidsprogramma richting geeft. Handhaving Meerschapsgebied is een goed voorbeeld van hoe IVB kan werken, jaren heeft er overlast plaatsgevonden op de Oude Badweg in Haren bij de Hoornse Meer rond sexzoekers, door het IVB-beleid waarin met name infrastructureel goede aanpassingen zijn gedaan is gezamenlijk de overlast gereduceerd tot een niveau dat acceptabel is voor de mensen die daar recreëren. Het neemt niet weg dat nog steeds, ook in het nieuwe plan hiervoor een aantal uren is weggezet. Geweld tegen personen en zaken heeft prioriteit, alles op het terrein van overval, beroving, geweld tegen overheidspersoneel, huiselijk geweld, mishandeling, bedreiging, zeden en vernieling. In Haren is in 2008 tienmaal aangifte gedaan van huiselijk geweld, dit zijn feitelijke aantallen daar niet in alle gevallen aangifte wordt gedaan, dat betekent dat 0,5% van de inwoners te maken heeft gehad met huiselijk geweld, in de rest van de regio is dat 1,7%. Haren kent een ophelderingspercentage van 90%, dat is erg hoog. De heer Prenger vraagt wat daarmee bedoelt wordt, is dat het percentage dat opgelost is? De heer Van der Wolde antwoordt dat dit de zaken betreffen die met succes voor de rechter komen. Mevrouw Van der Vliet vraagt wie met dat percentage bedoelt worden, de daders of de slachtoffers? De heer Van der Wolde antwoordt dat dit de slachtoffers, de aangevers zijn. De nuance is wel dat vaak één persoon aangifte doet, maar dat in geval van huiselijk geweld er wel eens meer slachtoffers zijn in een gezinssituatie. In 2008 zijn in Haren 56 aangiftes van bedreiging en mishandeling ontvangen, de ratio is 2,9 en het oplossingspercentage 80%, in relatie tot de rest van de gemeente Groningen is de ratio lager en het oplossingspercentage hoger. Altijd veel maar relatief gezien is men hier niet ontevreden over. In het politieoverleg en in de driehoek worden deze aantallen expliciet meegenomen. Haren toont een behoorlijke stijging op het gebied van de mishandelingzaken, dat heeft er mee te maken dat men vaak over en weer aangifte doet en dat er regelmatig meerdere aangiften tegen één verdachte worden gedaan. In vergelijking tot voorgaande jaren, is men ongelukkig met het percentage vernielingen, dit heeft er ook mee te maken dat wordt bewogen om toch aangifte te doen, met name in januari is hier fors op ingezet. In Haren zijn helaas twee weekenden geweest waarin een reeks vernielingen heeft plaatsgevonden. Op basis van feiten wordt gezamenlijk met bestuur en gemeente, vanuit de regiegroep en vanuit de mensen van de straat naar oplossingen gezocht en wordt geprobeerd een goed contact te krijgen met degenen die deze vernielingen en overlast veroorzaken. Rondom de plekken waar veel jeugd samenkomt wordt regelmatig wat vernield. De heer Visser vraagt welke concentraties dit zijn? De heer Van der Wolde noemt het Boeremapark, het winkelcentrum, het station en het gebied rondom het centrum. Het aantal aangiftes van inbraak in de woning is gedaald in 2008, daar is fors op ingestoken middels preventie, maar ook door het formeren van een inbrakenteam binnen het district Groningen-Haren, dat zich gericht bezig houdt met inbrekers en inbraken. Het blijft lastig om dit soort inzet goed en consequent vol te houden. Men is verheugd met de daling in drie jaar van meer dan 50%. Mevrouw Rohrich vraagt of het ophelderingspercentage van 0% in 2008 nog kan wijzigen omdat een zaak wordt opgelost? De heer Van der Wolde bevestigt, dat volgend jaar wellicht een ander percentage te zien is, als voorbeeld de serie-inbreker die in 2008 werd aangehouden en een aantal zaken uit 2007 bekende, die worden over 2007 weggeschreven. In het overzicht is te zien in welke maanden de meeste overlast van inbrekers is. Deze zaken worden binnen de driehoek besproken, verder wordt inzicht verkregen in waar er wordt ingebroken en diefstal wordt gepleegd. De heer Bakker vult aan dat het vaak lastig op te lossen is, de zigeunerdelicten bijvoorbeeld, landelijk opererende bendes die erg mobiel en moeilijk te achterhalen zijn, en regelmatig Haren aan doen. Bijzonder ergerlijk is dat oude mensen als slachtoffer worden gekozen, vaak mensen die geen signalement op kunnen geven. In de media wordt daaraan aandacht besteed ook richting bejaardenhuizen om mensen daarvoor te laten waken. De heer Van der Wolde zegt dat er wordt onderzocht of via alert en Burgernet burgers sneller kunnen worden betrokken

4 4 bij het oplossen van zaken. De stippen op de stippenkaart geven een beeld van waar delicten plaatsvinden en er kan worden gekeken naar de omstandigheden en het soort woningen. Dit geeft aan het eind van het jaar een goed beeld waarop dient te worden ingezoomd, niet alleen aan de achterkant bij de handhaving, maar wellicht ook door gericht te kijken naar het type woningen en aan de voorkant in de preventiesfeer te kijken of daar wat aan gedaan kan worden. Ook op het gebied van auto-inbraken is het aantal naar beneden gegaan, dit heeft mede met de overlast van Oost-Europeanen te maken, die hier vanuit Westerbroek actief zijn geweest. In Haren heeft een team gedraaid vanuit de basiseenheid, waarbij een 50-tal zaken is opgelost, het gaat daarbij met name om navigatieapparatuur, airbags en dat soort zaken. In relatie tot de rest van de regio scoort Haren met bijna alle cijfers gunstiger. Ook op het gebied van (snor) fietsendiefstallen wordt in Haren beter gescoord. De heer Prenger merkt op dat ook hier preventie het beste is, want er wordt niet zoveel opgelost. De heer Van der Wolde bevestigt en zegt dat dit gemiddeld genomen het beeld is in stad en regii. Het doel is samen met bestuur, gemeente, politie en andere instellingen aan de voorkant de zaak beter te organiseren. In Groningen werk men aan de inrichting van een AFAC (Algemene Fiets Afhandel Centrale), één loket waar politie en gemeente gehuisvest zijn voor automatisering en huisvesten van fietsen. Het station in Haren is daarbij een aandachtspunt en daarover is men in gesprek en daar valt nog winst te boeken. IVB doet ook goed werk bij bedrijven en instellingen, samen met de gemeente en de Veiligheidszorg Groningen wordt gewerkt aan preventie en dat werpt zijn vruchten af in de laatste jaren. De heer Van der Wolde biedt gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Meles, namens het CDA, merkt op dat het verkeer vaak als laatste in de rij genoemd wordt. Voor veel Harenaren is handhaving bij verkeer een belangrijk punt, met name op gebied van parkeren, snelheid en het niet verlenen van voorrang aan mensen die van rechts komen. Kan de heer Van der Wolde hier iets over zeggen, met name over het stuk Rijksstraatweg/ winkelstraat, waar veel mensen overlast ervaren van verkeerd geparkeerde auto s. De heer Van der Wolde antwoordt dat verkeer een behoorlijke aandacht heeft. De basiseenheid Zuid heeft met veel aanrijdingen te maken, met name op de rijkswegen, de focus ligt in de excessen en als het gaat om het parkeren ligt de focus van de politie, heel eerlijk gezegd, in het parkeren van excessen. Bijvoorbeeld het parkeren op een invalidenparkeerplaats, op gevaarlijke plekken en in die situaties waar het in zijn algemeenheid gevaar oplevert en niet bij het parkeren achter het gemeentehuis. Gemiddeld genomen wordt daar relatief veel aandacht aanbesteed en dat levert ook de nodige processenverbaal op, maar vastgesteld kan worden dat het niet oplevert dat men van het probleem af is, dat heeft te maken met het Shared Space verhaal. De politie heeft er aandacht voor, maar het probleem van foutparkeerders wordt er niet mee opgelost. Mevrouw Van Bruxvoort, namens de PvdA, vraagt of dit input is voor het aanstaande Lokale Veiligheidsbeeld of is dit het Lokale Veiligheidsbeeld en is dit ook het beeld waarop de prioriteiten zijn gesteld voor het plan, waar nog over gesproken wordt? De heer Van der Wolde antwoordt dat het Lokale Veiligheidsbeeld het plan is dat nog moet volgen. Het geeft een goed beeld, waarbij wordt ingezoomd op met name de plekken waar veel overlast ervaren wordt, de gebiedsgebonden zorg waar de buurtagenten op inzoomen zoals de overlast plekken van de jeugd, maar ook in zijn algemeenheid de plekken waarvan verwacht wordt dat daar aandacht voor is. Mevrouw Van Bruxvoort vraagt of dit nog van invloed is op het plan dat voor 2009 wordt vastgesteld, want daar kunnen wellicht geheel andere zaken uitkomen? De heer Van der Wolde antwoordt ontkennend, de prioriteiten zijn zodanig gesteld dat daar flexibel mee om kan worden gegaan. Eigelijk is alles hierin vervat, het Lokaal Veiligheidsbeeld voor Haren zal zo nu en dan een verlegging van de ene naar de andere prioriteit kunnen betekenen, maar niet meer. Mevrouw Van Bruxvoort vraagt naar de mogelijkheden voor de burgers in Haren om te participeren in de veiligheid, zijn er initiatieven waarvoor de burgers in Haren bij de regiopolitie kunnen aankloppen, naast de

5 5 bekende, reguliere wegen van het indienen van een klacht, of bellen met Misdaad Anoniem. De vraag is of de buurtagent bijvoorbeeld nog spreekuren heeft, beschikt men over een digitale nieuwsbrief, alert, Burgernet, zijn er speciale initiatieven voor de burgers in Haren te verwachten? De heer Van der Wolde verwacht dat Burgernet dit jaar in ieder geval als initiatief ingericht gaat worden voor de Groningse politie en men is in gesprek over alert. Het buurtpanel draait in Haren onder regie van de gemeente, maar daar deelt de regiopolitie wel in mee. Mevrouw Van Bruxvoort merkt op dat de landelijke politiedag dit jaar geen doorgang heeft en vraagt of er een fenomeen als nieuwsbrief of Burger open dag is. Er wordt gesproken over gebiedsgebonden werken, hoe kan een burger meedoen? De heer Van der Wolde zegt dat alert met name gestoeld is op de participatie van de burger bij de veiligheid en de leefbaarheid, met name om de dialoog op gang te brengen, de buurtagent met de burger. Iedereen kan zich daar straks op abonneren, het is een samenspel dat met de gemeente gedaan dient te worden om daar samen richting aan te geven. Mevrouw Rohrich, namens GroenLinks, heeft het jaarplan gelezen en vond dat heel helder, maar wenst toelichting op het invoeren van het Gronings weekend arrangement. De heer Van der Wolde antwoordt dat het district Groningen-Haren, het Haarlemse weekend arrangement heeft bestudeerd, dat betekent dat verdachten wat langer vastgehouden kunnen worden in het kader van de veiligheid en de openbare orde, maar hierover dienen nog afspraken met het bestuur en het OM te worden gemaakt dit zijn geen afspraken die de regiopolitie eenzijdig kan nemen. De gesprekken zijn gaande om de echte lastpakken wat langer binnen te houden. De voorzitter concludeert dat het onderwerp hiermee afdoende is besproken. Het is plezierig om vanuit de politieorganisatie een beeld te krijgen van wat er nu precies in de gemeente gebeurd. De voorzitter begon deze avond schertsend met de opmerking; misschien krijgen we wel weer een gemeentepolitie, die ontwikkeling zit er helaas niet in, maar bemerkt kan worden dat op de schaal van Haren de contacten met de politie erg plezierig zijn en de lijnen heel kort. Haren is verguld met het feit dat er op lokaal niveau veel contact is, dat betekent dat de unit-chef en de burgemeester in ieder geval maandelijks overleg hebben, en gelukkig beschikt Haren ook nog over een lokale driehoek waarin het openbaar ministerie is vertegenwoordigd. De voorzitter heeft hiermee de indruk dat er vanuit de gemeente Haren echt invloed op het veiligheidsbeleidgebied mogelijk is en de inzet van de burgemeester blijft hier op gericht. Dit laat onverlet dat er zaken zijn die aangepakt dienen te worden, onder meer rond jeugdoverlast en vernielingen, dat dient serieus aandacht te krijgen en daar wordt in de komende tijd werk van gemaakt. Via de beantwoording van de vragen van de heer Visser wordt daar nog uitgebreider over gesproken. De voorzitter bedankt de heren Bakker en Van der Wolde voor hun tijd en inzet. 4. Ingekomen stukken Voor kennisgeving aan te nemen: Raadsbericht nr : beantwoording vragen VVD over website/weblog Raadsbericht nr : vragen CDA over transferium Raadsbericht nr : vragen D66 over verpauperde panden Raadsbericht nr : vragen CDA GEM De raad stemt in en gaat bij hamerslag akkoord. Aldus besloten. 5. Vragenuur raadsleden De heer Frima, namens de VVD, heeft een tweetal vragen: 1. de rotondes zijn nogal kaal. De VVD heeft ooit voorgesteld om een adoptieplan voor de rotondes te realiseren door de Harense hoveniers en de vraag is of dit er komt? 2. op de site van een Harense internetkrant staat het bericht dat wethouder Toxopeus bezig is om de gemoederen wat te sussen door middel van Torion. Het is de bedoeling dat er

6 6 een honk in het Boeremapark komt, als de heer Frima juist interpreteert wat er op de internetsite staat, voor jongeren aan de westkant van Haren. De VVD maakt zich daar zorgen over; een jeugdhonk hoort in de eerste plaats niet in een afgelegen park. De VVD wil graag weten waarom de wethouder toch kiest voor het Boeremapark en niet voor een plek ergens in de bebouwde omgeving waarvan de VVD denkt dat de sociale controle aanzienlijk groter is? Wethouder Niezen, namens het college, beantwoordt de vraag over de rotondes. Het was de wethouder niet bekend dat het initiatief afkomstig was van de VVD. De heer Frima interrumpeert dat het gelukkig wordt genotuleerd, want de wethouder kan het nakijken. Wethouder Niezen bevestigt dat ongeveer een jaar geleden een aantal ondernemers heeft gevraagd of zij een middencirkel van een rotonde zouden kunnen adopteren en hier is positief op gereageerd. Het duurde enige tijd voor alle ondernemers een plan hadden ingediend voor de invulling van een middencirkel, maar dat is inmiddels zover en de wethouder spreekt de hoop uit, in de komende weken samen met een aantal ondernemers een contract te tekenen waarmee zij hun plan kunnen gaan uitvoeren en de toestemming daartoe krijgen. In de komende periode kunnen de rotondes daarmee letterlijk en figuurlijk opbloeien. De heer Visser vraagt of dit in ruil van een sponsorbordje gaat plaatsvinden? Wethouder Toxopeus beantwoordt, namens het college, de vraag over het Boeremapark. De wethouder kent de exacte tekst op de Harense internetkrant niet. De heer Frima zegt dat daar een grote foto van de wethouder is afgebeeld en een kort interview. Wethouder Toxopeus antwoordt dat de maker van de site heeft gemeld een aantal interviews met jongeren te hebben afgenomen en aan de hand daarvan werden de wethouder een aantal vragen gesteld, onder andere wat de rol van Torion, de stichting welzijn voor jong en oud was en hoe men bezig was. De wethouder kent wel haar antwoord dat per mail is verstrekt, maar niet de tekst op de website. De raad weet dat men doende is bepaalde voorzieningen voor jongeren te creëren, met name aan de westkant van het spoor en daartoe zijn gesprekken met jongeren gevoerd. Eén van de wensen van de jongeren is een hangplek, geen jeugdhonk, aan de westkant. De jongeren zelf kwamen met het verzoek om een hangplek in het Boeremapark, vanuit de gemeente is daarop een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor de omwonenden van het Boeremapark. Het was een zeer heftige avond en voor het college reden om te zeggen dat dit niet te snel en niet onmiddellijk diende te gebeuren. De situatie is nu zo dat Torion, die het contact heeft met jongeren, met een kleine groep jongeren en enkele omwonenden praat over als het zou kunnen, hoe, in hoeveel tijd en onder welke voorwaarden. In eerste instantie gaat men in gesprek en waar men uiteindelijk heen gaat is open en los gelaten, omdat de avond met de omwonenden helder was. Op dit moment zit er vanuit de gemeente geen tijdsdruk op. De heer Frima vraagt, want het college kiest kennelijk voor de locatie Boeremapark, of het college het met de VVD eens is dat een drukkere omgeving toch meer veiligheid gaat bieden dan een afgelegen locatie in het Boeremapark met veel bossages. Wethouder Toxopeus antwoordt dat is geprobeerd dit interactief, in gesprek met jongeren, vorm te geven. Het college heeft daarbij niet de wens voor deze locatie uitgesproken, dat is uit de gesprekken met de jongeren gekomen. Voorafgaand aan de voorlichtingsavond is vanuit de gemeente het jeugdbeleid en de veiligheid getoetst of een hangplek überhaupt mogelijk is in een park. Voor het gesprek met de omwonenden plaats had is ook overleg geweest met de politie, de jeugdagent en gemeentewerken. Uit die gesprekken bleek dat er wel degelijk mogelijkheden zijn voor een hangplek in een park, mits de locatie vanuit zichtlijnen zichtbaar, zodat de politie goed kan patrouilleren en er zou iets met de verlichting dienen te worden gedaan, maar vanuit het jeugdwerk en de politie is geen verbod gekomen op het idee om, onder voorwaarden, een wat mooiere hangplek in een park te creëren. Het college wil hier rustig de tijd voor nemen en uit het gesprek zouden ook andere dingen kunnen komen. De heer Frima stelt voor dat de wethouder de tekst op de website leest, uiteindelijk wordt het daar als het verslag van de

7 7 wethouder gepresenteerd. Wethouder Toxopeus vervolgt dat de problematiek boeiend is, als je in gesprek met jongeren iets wil bereiken, in hoeverre dien je dan te zeggen dat de omwonenden in reactie hebben aangegeven dat zij een hangplek op die locatie onwenselijk vinden, vervolgens wordt een andere locatie bedacht en weer achten de omwonenden dat niet wenselijk. Dit is een dilemma en de wethouder wil hier zorgvuldig mee omgaan. De heer Frima merkt op dat de vraag is wat leidend is, jongeren, de gemeente of ervaringen elders? De wethouder antwoordt dat er alleen maar een goede locatie komt als er zowel bij de jongeren als bij de omwonenden draagvlak voor bestaat, dat is het optimum waar het college naar streeft, maar dat zal tijd vragen. De heer Frima begrijpt dat de wethouder met een voorstel komt? De wethouder antwoordt dat de concrete uitwerking van wat het college echt wenst te realiseren, bij de raad terugkomt. Mevrouw Rohrich, namens GroenLinks, wenst de verkeerssituatie, specifiek bij de Chr. basisschool De Borg aan de orde te stellen. Het is onderhand een gewoonte geworden, helaas, dat veel ouders hun kinderen met de auto naar school brengen, vooral bij slecht weer wordt het een soort explosie van auto s. Mevrouw Rohrich zegt dat de ouderraad van de school zich ernstige zorgen maakt, met name over het parkeergedrag van ouders aan de kant van de Ereprijsweg. Taxi s staan voor het pad waar de kinderen vandaan komen, iedereen sluit daar aan tot en met de bocht, die ook vol met auto s staat, waardoor kinderen die van het pad de weg over willen steken of op willen rijden met de fiets, geen inzicht hebben in achter langsgaande verkeer. Mevrouw Rohrich heeft vernomen dat de ouderraad ook actie heeft ondernomen door ouders aan te spreken op hun gedrag, maar hier is slechts één positieve reactie op gekomen, voor de rest was de reactie in de trant van waar bemoeien jullie je mee. Bij de kerk bevindt zich een parkeerplaats waarvan gebruik mag worden gemaakt, maar mevrouw Rohrich denkt dat men een minuut lopen van de parkeerplaats teveel vindt, want er wordt geen gebruik van gemaakt. Is de wethouder op de hoogte van deze problematiek, is er overleg geweest met De Borg, de signalen zijn via de ouderraad gekomen en is de wethouder voornemens op zeer korte termijn maatregelen te nemen die de veiligheid van de kinderen wat meer waarborgt dan nu? Wethouder Berends, namens het college, was niet op de hoogte van de problemen, overleg heeft wel plaatsgevonden. Twee jaar terug is een complete avond aan verkeersveiligheid gewijd, met name bij De Borg, de toenmalige wethouder, de verkeersambtenaar en de politie en veilig verkeer waren hierbij aanwezig en van deze avond is een verslag gemaakt. De conclusie luidde, dat gezien de ongevalstatistieken bij geen van de scholen in Oosterhaar de laatste jaren, er geen ongeluk gerelateerd met kinderen en schoolgaan heeft plaatsgevonden. Destijds is met de ouderraad en de medezeggenschapsraad gesproken en die hebben zelf de conclusie getrokken dat zij zich dat zelf aan dienden te trekken, maar raden wisselen en raden op scholen misschien nog wel veel sneller. In hoeverre is dit bekend bij de huidige ouderraad? Mevrouw Rohrich weet niet of dat bekend is, maar met name de laatste tijd en in de afgelopen winter tijdens slecht weer, heeft de ouderraad het idee dat steeds meer ouders de kinderen met de auto naar school brengen en er is al een keer op het nippertje iemand teruggetrokken omdat er een auto aan kwam rijden en de kinderen dat niet zagen. Wethouder Berends merkt op dat die problematiek er twee jaar geleden was en klaarblijkelijk nog steeds. Destijds was ook de conclusie van de school dat zij de verantwoordelijkheid hebben om de ouders daar op aan te spreken en in de presentatie van de regiopolitie is aan de orde geweest in hoeverre zij aan handhaving doen. Het college is op de hoogte, maar het is, in de beleving van het college, niet anders dan in het verleden. Het overleg van twee jaar geleden zou herhaald kunnen worden om te kijken of er iets aan gedaan kan worden, maar op dit moment is het college niet van plan om maatregelen te nemen. Mevrouw Rohrich vraagt of er geen veilige situatie gecreëerd kan worden door een stopverbod in te stellen, dan is het probleem in elk geval opgelost. Wethouder Berends antwoordt dat er in het dorpscentrum ook een parkeerverbod geldt en mevrouw Rohrich is de reactie van de politie daarop bekend,

8 8 dan komt het toch weer op handhaven aan. Mevrouw Rohrich zegt dat er vanuit de ouderraad contact is geweest met de politie met het verzoek wat vaker langs te komen, de agenten worden echter nooit gezien en er gebeurt eigenlijk niets dus men heeft hier geen vertrouwen in. Wethouder Berends verwijst, als het om politie-inzet gaat, naar de burgemeester. De voorzitter vindt de gang van zaken niet correct. De ouderraad is een prachtig instrument en heel belangrijk, maar het college heeft met het schoolbestuur of de directie te maken. Het zou voor de hand liggen dat het college langs die weg geïnformeerd zou worden en dat de gesprekspartner zou zijn, anders zouden er rare verhoudingen met elkaar ontstaan. De ouderraad dient zo n probleem bij het schoolbestuur of de directie aan te kaarten en als die overweegt dat het een probleem van aanzienlijke aard is, dan zou dat in de raad terecht dienen te komen om daarover in gesprek raken. Met alle respect en waardering voor de ouderraad die de politie gaat aansturen, zo werkt dat niet, het is een ingewikkeld vraagstuk. Mevrouw Rohrich is niet bekend of het contact met de politie door de ouderraad of met de school heeft plaatsgevonden. De voorzitter vervolgt dat het college nu afdoende heeft beantwoord dat het probleem niet vanuit de school bekend is geworden, ook niet vanuit de eigen deskundigen. Het college hoort dat nu en neemt daar kennis van, maar acht het een goed signaal voor mevrouw Rohrich om richting haar aanspreekpartner, de ouderraad, terug te geven, maak het binnen de school bespreekbaar en als het daar niet op te lossen is komt het hier terecht, maar dat zou de volgorde dienen te zijn. Mevrouw Van Bruxvoort stemt in met de woorden van de voorzitter, maar hecht er aan om iets over het proces te zeggen. Mevrouw Van Bruxvoort bemerkt bij haarzelf dat er wat irritatie ontstaat omdat zij tendentieuze klanken in het verhaal hoort: Helaas komen ouders met de auto en kennelijk is de afstand wat... Als dit zo is, dan is dat aan ouders en aan ouderraad om daar wat aan te doen, het gaat te kort door de bocht om te zeggen helaas, mevrouw Van Bruxvoort, voelt zich daar zelf als ouder, niet bij De Borg weliswaar, op aangesproken. Mevrouw Rohrich zegt dat het erg opvalt, het is maatschappelijk, naar mevrouw Rohrich denkt, een trend dat ouders kinderen naar school brengen met de auto en mevrouw Rohrich vindt dit geen goede ontwikkeling en helemaal niet als kinderen met de auto naar school worden gebracht, die nog geen vijf minuten lopen van de school wonen. Mevrouw Van Bruxvoort zegt dat zij zich alleen heeft gestoord aan de manier waarop dit gezegd wordt. De voorzitter concludeert dat het onderwerp afdoende is besproken. De vraag van de heer Meles, namens het CDA, heeft ook parkeeroverlast als onderwerp, maar deze overlast is al langer bekend. Dit betreft de parkeeroverlast op de Rijksstraatweg ter hoogte van de Esserberg en VVD en CDA hebben deze vraag vaker gesteld. De laatste keer dat het aan de orde was, in september 2008, heeft het college gezegd dat de parkeeroverlast nog steeds bestaat en werden twee opties aangedragen. De ene optie was om te kijken naar het parkeerterrein bij het Maartenscollege of als dat niet zou kunnen, om te kijken naar een parkeerverbod op de Rijksstraatweg. Nu dik een half jaar later wordt er nog steeds geparkeerd op de Rijksstraatweg, de berm is, vanwege de droogte, nog vrij hard, maar dat kan ook anders. Het CDA wenst te vernemen of er op dit moment ook activiteiten vanuit het college zijn om daar wat aan te doen. Wethouder Berends, namens het college, antwoordt dat hier op bestuursniveau contact met de gemeente Groningen over is. In het laatste half jaar zijn, in een intern onderzoek van de gemeente Groningen, vijf verschillende scenario s onderzocht. De voetbalvereniging en de grond zijn van Groningen en de parkeeroverlast vindt in Haren plaats. De gemeente Haren is daar wel bij betrokken geweest. Na een aantal overleggen is van alle vijf opties gezegd dat deze te duur zijn en de gemeente Groningen het niet klaar krijgt bij haar inwoners, dus wordt het niet gedaan. Hier is het college het niet mee eens en er wordt druk op gezet dat er wel wat dient te gebeuren, met als uiterste consequentie dat er een parkeerverbod dient te

9 9 worden ingevoerd, maar dat wordt liever niet gedaan. De overlast beperkt zich tot de zaterdagmorgen en met Eurovoetbal. De heer Meles merkt op dat er dan juist geen probleem is omdat er dan zoveel begeleiders zijn, dat niemand daar een auto durft te plaatsen en de heer Meles denkt dat er dan een tijdelijk parkeerverbod geldt. De heer Meles bemerkte overigens dat er ook door de week al in de berm geparkeerd wordt, bijvoorbeeld als er iets van een school is. Begrijpt de heer Meles nu goed dat het enige wat nog wordt overwogen een parkeerverbod is? Is het parkeerterrein van het Maartenscollege nog een optie? Wethouder Berends zegt dat het college van mening is dat er op het terrein van de Esserberg zelf en eventueel het Maartenscollege ruimte genoeg is om een goede oplossing te vinden, mits de gemeente Groningen bereid is om daarvoor in de buidel te tasten en haar eigen inwoners duidelijk maakt dat dit enige mate van overlast oplevert omdat er meer auto s voor de deur langs komen. Het college heeft verder geen mogelijkheden. De heer Meles zegt dat wanneer men bij het Maartenscollege parkeert, er helemaal omgelopen dient te worden, voetgangers kunnen niet doorsteken naar het voetbalveld. Wethouder Berends zegt dat het college van mening is dat daar wel wat te realiseren is in overleg met de voetbalvereniging en het Maartenscollege, er wordt druk uitgeoefend op het bestuur van Groningen om hier wat mee te doen. De heer Frima begrijpt de discussie niet, want een parkeerverbod helpt niet, de auto s staan allemaal in de berm en daar gaat het om. Wethouder Berends zegt dat het parkeerverbod voor zowel de weg als de berm geldt. De heer Frima denkt dat er alleen voor parkeren in de berm bekeurd dient te worden, men mag op de weg staan. Wethouder Berends zegt dat er op de Rijksstraatweg gewoon geparkeerd mag worden. De voorzitter concludeert dat de vraag van de heer Meles is beantwoord en begrijpt van de wethouder dat er nog activiteiten lopen, maar dat het op zwaar en hoog bestuurlijk niveau uit bediscussieerd dient te worden en de inzet van de gemeente Haren in deze is dat de gemeente Groningen haar verantwoordelijkheid dient te nemen voor de problemen die zij veroorzaakt. 6. Notulen raadsvergadering van 30 maart 2009 De notulen van 30 maart 2009 worden ongewijzigd vastgesteld. 7. Mededelingen / terugkoppeling gemeenschappelijke regelingen Geen vragen. 8. Toezeggingenlijst De voorzitter merkt op dat toezegging 2008/03, betreffende het Waterplan Haren vandaag op de agenda staat en derhalve van de lijst kan worden afgevoerd. Ten aanzien van de toezegging 2009/3, van wethouder Berends om een knelpuntenlijst te maken, wenst de voorzitter het volgende op te merken, die planning is doorlopend, maar doorlopende toezeggingen zijn niet wenselijk. De voorzitter stelt voor dat wethouder Berends het overzicht voor de zomer maakt en presenteert en de toezegging daarna van de toezeggingenlijst wordt afgevoerd en de wethouder de knelpuntenlijst actueel houdt. De heer Valkema, namens het CDA, merkt op dat de toezeggingenlijst niet correspondeert met de lange termijn agenda, voor wat betreft het Masterplan Nesciopark, dit wordt wel vermeld op de toezeggingenlijst, maar niet op de lange termijn agenda, als datum wordt voorjaar 2009 genoemd, hoe wordt hiermee omgegaan? De voorzitter bedankt de heer Valkema voor de opmerking en zegt dat toevallig vanochtend de Driehoek heeft plaatsgevonden. De raad zou in juni 2009 bereiken een raadsbericht Masterplan Nesciopark, omdat de raad het niet hoeft vast te stellen, maar wel over de informatie dient te beschikken. De toezeggingenlijst wordt voor kennisgeving aangenomen.

10 10 9. Lange termijn agenda en voorstel van behandeling De lange termijn agenda en het voorstel van behandeling worden voor kennisgeving aangenomen. Hamerstukken 10. Opheffing RCG De voorzitter concludeert dat unaniem wordt ingestemd met de opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Centraal Groningen per 1 januari 2010 en het liquidatie - c.q. uitvoeringsplan aan het RCG- bestuur definitief vast te laten stellen in de aanstaande vergadering van het RCG- bestuur. Aldus besloten. 11. Bezwaarschrift tegen besluit tot vaststelling structuurplan meerweg ontwikkelt Meer De voorzitter concludeert dat unaniem wordt ingestemd het advies van de commissie Bezwaarschriften van 10 februari 2009 over te nemen, het bezwaarschrift niet ontvankelijk te verklaren en het bestreden besluit onverkort te handhaven. Aldus besloten. Bespreekstukken 12. Waterplannen Natte Haren beter in model De heer Rake, namens GroenLinks, is verheugd met deze nota; een goed samenhangend pakket van maatregelen op het gebied van riolering, wateropgave, structuurplan, regenwaterafvoer en vijvers. Haren heeft lange tijd achter gelopen en doet dat nog, maar is nu in de gelegenheid om een inhaalslag te maken en hiermee gebeurt dat op een gefaseerde en verstandige wijze. GroenLinks vindt dit al met al een goed pakket, maar wenst het graag aan te vullen met de betrokkenheid van de burgers. De mogelijkheid om burgers te stimuleren om zelf, waar het op eigen erf zou kunnen, daar ook wat aan te doen. GroenLinks wil het college vragen de burgers daarover te informeren, om zaken uit te zoeken en met advies en know how burgers te stimuleren waar het kan zelf regenwater af te voeren en af te koppelen. GroenLinks wenst hiertoe een motie in te dienen: Motie 1: GroenLinks draagt het college op in het op te stellen Gemeentelijke rioleringsplan een instrument op te nemen ter bevordering van het afkoppelen van woningen en verhard oppervlak door particulieren en met voorstellen te komen om burgers te stimuleren en hen daarover te adviseren De heer Visser, namens D66, heeft samen met de Christenunie een motie in de geest van de motie van GroenLinks, vooraf heeft hier kort overleg over plaatsgevonden, maar partijen achten het aanvullend op elkaar en het is aan de raad om dan te beoordelen of het aanvullend of overlappend is. Motie 2. D66 en de ChristenUnie wensen dat burgers en organisatie gestimuleerd worden om behulpzaam te zijn bij het voorkomen van wateroverlast en hergebruik van regenwater en verzoeken het college met nadere voorstellen op dit punt te komen. De heer Visser licht mogelijke stimulerende maatregelen toe: - gratis of tegen gereduceerde prijs aanbieden van regentonnen of andere systemen voor opvang of hergebruik van regenwater. Eventueel kan aan nieuwe inwoners een regenton beschikbaar worden gesteld. - Eisen stellen aan nieuw te bouwen woningen met betrekking tot regenwateropvang en hergebruik. - Subsidies, voorlichting en / of technische ondersteuning bij het afkoppelen van verhardingen, zodat minder regenwater in het riool komt. Dekking van de maatregelen kan onder andere worden gevonden in de waterheffing. Het besluitpunt van GroenLinks beperkt zich tot het afkoppelen en de motie van D66 en de ChristenUnie is iets breder. Mevrouw Van der Vliet, namens de VVD, acht beide moties sympathiek, in de commissievergadering is dit ook ter sprake gekomen en de wethouder wees toen op het

11 11 stellen van prioriteiten binnen het beleid; waar leg je deze, de kosten en voor de VVD oordeelt over het wel of niet steunen van één van deze moties wenst zij het antwoord van het college te vernemen. Wethouder Niezen, namens het college, merkt op dat in de commissie al is aangegeven dat het betrekken van de burger op zich sympathiek is en daar best nog wel over na te kunnen denken. Het college heeft aangegeven in december met een gemeentelijk rioleringsplan te komen waarin de kosten van maatregelen inzichtelijk gemaakt worden. Er komen een aantal maatregelen bij ten opzichte van het bestaande gemeentelijke rioleringsplan, de kosten zullen ook stijgen dat is bijna onvermijdelijk omdat bekend is dat alleen al de kosten voor riolering zullen stijgen in de komende jaren. Als beide moties zo geïnterpreteerd mogen worden dat gezegd wordt een aantal mogelijkheden te onderzoeken, met name in de zin van eenvoudige advisering, inlichting van burgers en stimulering op een enigszins beperkte wijze en er wordt niet onder verstaan om een enorm onderzoek uit te voeren om uit te zoeken wat er allemaal mogelijk is in de wereld en waar dat allemaal kan. Het ontwikkelen van een eenvoudig instrument en het kijken of een regentonactie nogmaals zinvol is, als het op deze wijze vertaald mag worden, dan kan het college dat prima meenemen in het GHP en dan maakt de raad in december zelf de afweging wat wel of niet onder de heffing dient te vallen. De raad bepaalt zelf hoeveel maatregelen, in welke mate in tijd genomen worden en dan kan alsnog financieel de afweging worden gemaakt of het wel of niet kan en in die zin wil de wethouder toezeggen hier in het GHP een voorstel over te doen. De voorzitter vraagt of het voor de indieners van beide moties, met deze heldere toezegging van de wethouder voldoende is, om zich daarmee tevreden te stellen. De moties worden ingetrokken. De voorzitter concludeert dat er een heldere toezegging van wethouder Niezen wordt vastgelegd en deze aan het eind van het jaar terugkomt. De raad stemt unaniem in met de kaderstelling op basis van het structuurplan regenwaterafvoer dat bij de nieuwe rioleringsprojecten een gescheiden stelstel als uitgangspunt wordt gekozen en kennis te nemen van de overige drie deelrapporten van het rapport Natte Haren beter in model. Aldus besloten. 14. Raadsbericht: vragen CDA behoud GHHC De heer Valkema, namens het CDA, zegt dat vragen stellen door een raadsfractie voor het CDA een wezenlijk onderdeel uitmaakt van die democratie. Het CDA ziet haar rol als die van vertegenwoordiger van de samenleving, waarbij in de gemeenteraad het politieke debat gevoerd kan worden op basis van aangereikte stukken of gevraagde informatie. Door het niet beantwoorden van de vragen, of althans grotendeels, wordt de raad de mogelijkheid ontnomen om vooraf met elkaar in debat te gaan en conclusies te trekken. Is het college ja of nee bereid alle vragen uit de brief alsnog te beantwoorden? Het CDA hoopt dat het college deze vraag met ja beantwoordt, dan wordt gekozen voor samenwerking en kan de motie achterwege blijven, zo niet dan dient het CDA een motie in met de volgende tekst: Het CDA draagt het college op de vragen van het CDA over de intentie van het behoud van de GHHC aan de Kerklaan alsnog te beantwoorden. Mevrouw Van Duinen, namens GroenLinks, is niet bij de vorige beraadslaging geweest, maar heeft begrepen dat er behoorlijk wat overlegd is. Het CDA is kennelijk niet tevreden met het antwoord dat het college geeft. Het College heeft de vraag wel beantwoord en aangegeven wanneer zij met een uitgebreid antwoord komt, dat is kennelijk onvoldoende voor het CDA? De heer Valkema heeft de GroenLinks horen zeggen dat er in juni een uitgebreid stuk over GHHC in de raad wordt aangeboden, maar de wethouder horen zeggen met geen enkele mogelijkheid te kunnen aangegeven wanneer er een stuk naar de raad zal komen. Mevrouw Rohrich merkt op dat zij heeft gezegd dat er in juni een stuk zou komen dat waarschijnlijk duidelijkheid over een aantal vragen zou geven, dat geldt niet voor alle vragen, dat is een

12 12 verkeerde inschatting van mevrouw Rohrich geweest, maar mevrouw Rohrich heeft niets namens het college gezegd, de fractie van GroenLinks hoort nog steeds niet bij het college. Wethouder Niezen, namens het college, heeft niets aanvullends te zeggen, maar wil aangeven dat het college naar beste eer en geweten de vragen heeft beantwoord. Vanuit de raad wordt geroepen dat het antwoord dus nee is. De voorzitter wenst hier een nuance in aan te brengen. Het antwoord van de wethouder is niet nee, maar: ik heb in de commissie nadrukkelijk aangegeven wat de status is van het stuk en wat de raad daar wel en niet over kan verwachten. Ten opzichte van wat de wethouder in de commissie heeft gezegd heeft de wethouder geen aanvullende mededeling te doen, omdat deze niet over meer informatie beschikt dan op dat moment. Dat ligt genuanceerder en is in relatie tot de aangekondigde motie van de heer Valkema een belangrijke nuance. De heer Valkema zegt dat het CDA dit heel scherp had kunnen insteken, die lijn is niet gekozen, er is met elkaar van gedachten gewisseld in de commissievergadering. Het brede gevoelen, althans zo heeft de CDA-fractie dat geïnterpreteerd, is dat een aantal fracties direct aangaf dat de vragen alsnog beantwoord dienen te worden en andere fracties gaven, indirect, aan dat de vragen van het CDA ook beantwoord zouden worden, maar dat het CDA nog moest wachten op het stuk dat het college zou aanbieden. De CDA vraagt nu alleen aan het college als u het stuk aanbiedt bent u dan bereid de vragen van het CDA alsnog volledig te beantwoorden in dat aan te bieden stuk, ja of nee? Wethouder Niezen vindt het lastig hier een heel eerlijk antwoord op te geven omdat de wethouder de vragen niet allemaal meer goed voor ogen heeft, als een ja op de letterlijke, in de brief gestelde vragen gewenst is, dan zou de wethouder deze nogmaals rustig moeten lezen. De intentie is met een goed stuk te komen, waarin duidelijkheid komt. De voorzitter merkt op dat in de coalitieonderhandelingen een aantal zaken tussen een aantal partijen is gewisseld, niet tussen alle partijen in de raad en niet tussen alle leden van het college, dat is logisch in het proces van onderhandeling. Vervolgens, ongeveer gelijktijdig of aansluitend, heeft het CDA een aantal raadsvragen gesteld en daarin lopen de begrippen coalitie, coalitieakkoord, college, collegeprogramma en collegebesluit wat door elkaar. Een aantal vragen, zegt de voorzitter vanuit eigen verantwoordelijkheid en rol, kan het college niet beantwoorden omdat deze eigenlijk aan de verkeerde partij zijn gesteld, die hadden aan de coalitie gesteld dienen te worden en misschien wel bij het debat over het coalitieakkoord uitgediscussieerd. Bijvoorbeeld de eerste vraag van meneer Valkema, wat zijn de nieuwe feiten en omstandigheden die voor het college aanleiding zijn GHHC niet te verplaatsen, want dat was een coalitieafspraak. De wethouder heeft bij eerdere behandeling in de commissie, maar ook al daarvoor, gezegd dat het college ten taak heeft vanuit de coalitieafspraken tot collegebesluiten en raadsvoorstellen te komen, dat is het proces wat het college op zich dient te nemen, anders zou ze daar ongetwijfeld door de coalitie of nog breder door de raad op aangesproken worden. De wethouder heeft, in de commissie aangegeven dat er een voorstel zou komen rond de vraagstelling zoals het CDA die formuleert, dat zal een doorwrocht voorstel zijn, maar de wethouder kan niet aangeven wanneer dat voorstel de raad zal bereiken. Daarmee is de voorzitter van mening dat de vragen van het CDA beantwoord zijn, als het CDA dat onvoldoende acht dient zij vooral de motie in stemming te brengen, maar de wethouder probeert aan te geven ten opzichte van hetgeen in de commissie is gezegd namens het college, niet met aanvullende informatie te kunnen komen omdat hij daar niet over beschikt. Daar kan het CDA niet tevreden mee zijn, maar de voorzitter is van mening dat het wel feitelijk is wat het college te bieden heeft. De heer Valkema, namens het CDA, zegt dat coalitie en college in dit geval door elkaar heen lopen. Natuurlijk is het zo dat de coalitie een intentie heeft neergelegd en natuurlijk is het zo dat het CDA daar kennis van heeft genomen en op dat moment heeft gemeend, voor de duidelijkheid richting de raad en het besluit wat de raad daarover zou moeten gaan nemen en de duidelijkheid richting de samenleving. Het betreft hier een hockeyvereniging die heel erg

13 13 blij is dat zij mag blijven zitten. Op dit moment is er sprake van een stuk onzekerheid er is geen raadsbesluit dat de GHHC blijft zitten, er is een raadsbesluit tot nu toe dat de hockeyvereniging verplaatst wordt. Om die duidelijkheid te verkrijgen heeft het CDA gemeend uitgebreide vragen te moeten stellen naar alle overwegingen. Het CDA wenst nog steeds de antwoorden op de schriftelijk gestelde vragen en als de wethouder niet klip en klaar zegt; ja dat zullen wij doen en wij nemen de vragen mee in het stuk wat we de raad nog zullen gaan aanbieden, dan dient het CDA een motie in. Wethouder Niezen, namens het college, denkt de vragen nalezende, dat de strekking van de vragen is om inzicht te geven in de financiële afwegingen en uiteindelijk ook in de financiële resultaten die de onderhandelingen met de GEM partners hebben. Wat het CDA constateert is juist er wordt inbreuk gemaakt op het bestaande contract, dat heeft resultaat tot gevolg en op het moment dat het college dat resultaat te melden heeft en het college doet dat in een tempo waarvan zij denkt daarbij een zo goed mogelijk resultaat te kunnen behalen, dat er inzicht wordt gegeven in de essentie van de vraagstelling zoals die hier is gesteld. Dat betekent dat het college niet letterlijk op alle bedragen zal reageren, zoals nu berekend en genoemd, maar dat het college de stand en weergave zal geven van wat de werkelijke bedragen zijn zoals die voort zijn gekomen uit de onderhandelingen met de GEM en wat dat betekent voor de gemeente. De heer Schuurman, namens de VVD, vraagt wat met een zo goed mogelijk tempo bedoeld wordt, wat is dat voor termijn? Wethouder Niezen heeft in de commissievergadering reeds gezegd dat op het moment dat het college zichzelf onder druk zet om binnen een bepaalde termijn een onderhandeling te voeren, dan is zeker dat het geld kan gaan kosten. In de commissievergadering is derhalve gezegd dat het eerste belang ligt bij het realiseren, bij uitvoering van het contract, want er is wel een mooi contract maar nog geen woning gebouwd, daar zit de grootste zorg. Wij willen nu realiseren, niet teveel druk zetten op het openbreken van het contract, omdat dat de voortgang van het hele project DHE kan schaden, dat wil het college niet en het college wil de financiële positie van de gemeente niet schaden, maar de tijd nemen om rustig met de partners hierover te praten en tot een goed resultaat te komen. De heer Schuurman concludeert dat de wethouder geen idee heeft wanneer die onzekerheid voor de GHHC, waar het CDA aan refereert, verdwijnt? Wethouder Niezen merkt op dat dit een politieke vraag betreft en die zou aan de overige raadsfracties gericht dienen te worden. De heer Schuurman heeft het over de termijn. Wethouder Niezen heeft het over de financiële gevolgen van het voornemen van de nieuwe coalitie om de GHHC niet te verplaatsen. De voorzitter concludeert dat de wethouder op hoofdlijnen de vragen van de heer Valkema zal meenemen in het voorstel dat de raad bereikt, maar dat de wethouder niet kan aangeven wanneer dat voorstel de raad bereikt en daarvoor heeft de wethouder zojuist een onderbouwing gegeven, ongeveer in dezelfde strekking als in de commissie met elkaar gewisseld is. De heer Valkema wenst, in aanvulling op wethouder Niezen, die suggereert dat het alleen over een financiële paragraaf gaat, te zeggen dat er nadrukkelijke vragen over ruimtelijke perspectieven en ontwikkelmogelijkheden voor de GHHC, op het moment dat zij op de locatie blijven zitten, ten aanzien van een eventueel vierde veld in de brief zijn gesteld. De heer Valkema gaat er vanuit dat deze vragen automatisch worden meegenomen, zodat daarover breed met elkaar van gedachten kan worden gewisseld. De CDA-fractie concludeert dat het antwoord en de toezegging die de wethouder heeft gedaan voor haar op dit moment voldoende is. De voorzitter bemerkt dat de wethouder instemmend knikt, dus de heer Valkema heeft dat op dat punt terecht geconstateerd. De voorzitter is verheugd dat dit punt naar tevredenheid is afgehandeld. 14. Meubilair nieuw gemeentehuis vreemd aan de orde van de dag De heer Visser licht toe dat het er niet om gaat dat partijen het niet eens zijn met de aanschaf van nieuw meubilair, maar dat een schriftelijk voorstel wordt verwacht.