Geen eenduidigheid over definitie, diagnostiek en behandeling van habituele abortus in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geen eenduidigheid over definitie, diagnostiek en behandeling van habituele abortus in Nederland"

Transcriptie

1 (ICD/BPA), the Mendelian Inheritance in Man (MIM) classification of disorders with monogenic heredity and its most recent on-line version (OMIM). The seven Dutch Clinical Genetic Foundations use a uniform, national diagnosis code list of their own device for their local registration. Every disorder is given a unique diagnosis code that is linked to matching codes of the earlier systems to enable use of data registered in the past. The necessary updates and additions to the list of diagnosis codes are undertaken centrally, to preserve the intrinsic structure and the uniformity. At present, the diagnosis codes are used by several medical disciplines in the Netherlands and abroad. Periodically, a new, updated edition of the list of disease codes is distributed to all registered users. literatuur 1 World Health Organization (WHO). International classification of diseases. Genève: WHO; British Paediatric Association. Classification of diseases. Londen: British Paediatric Association; Center for Medical Genetics and National Center for Biotechnology Information. Online Mendelian inheritance in man, OMIM (TM). Baltimore: Johns Hopkins University; Bethesda: National Library of Medicine; McKusick VA. Mendelian inheritance in man: a catalog of human genes and genetic disorders. 12th ed. Baltimore: Johns Hopkins University Press; World Health Organization (WHO). International statistical classification of diseases and health related problems. Genève: WHO; Aanvaard op 5 november 1998 Oorspronkelijke stukken Geen eenduidigheid over definitie, diagnostiek en behandeling van habituele abortus in Nederland m.goddijn, f.van der veen, w.m.ankum, g.j.bonsel, n.j.leschot en k.boer De prevalentie van habituele abortus bij paren met kinderwens, gedefinieerd als 3 of meer achtereenvolgende miskramen, onafhankelijk van pariteit, wordt geschat op 0,5-1%. 1 2 In de literatuur bestaat er geen overeenstemming over de te volgen diagnostische strategie en de eventuele behandeling bij habituele abortus. Wij hielden hierover een enquête onder alle Nederlandse gynaecologische praktijken, als uitgangspunt voor nader onderzoek naar de doelmatigheid van diagnostiek bij habituele abortus. methoden In oktober 1996 stuurden wij schriftelijke enquêtes aan alle 125 gynaecologische praktijken in Nederland. Van deze praktijken waren 36 (29%) in het bezit van de opleidingsstatus. De enquête bestond uit gesloten vragen. Allereerst werd gevraagd naar de gehanteerde definitie van habituele abortus. Zo werd de vraag gesteld: Wat verstaat u onder een habituele abortus? Invulmogelijkheden waren 2 miskramen en 3 miskramen. Wat de diagnostiek betreft, werd gevraagd naar het bestaan van een onderzoeksprotocol. Tevens werd gevraagd in een rij met keuze-items aan te kruisen welk diagnostisch onderzoek buiten de zwangerschap werd Academisch Medisch Centrum, Postbus , 1100 DD Amsterdam. Afd. Verloskunde en Gynaecologie: mw.m.goddijn, assistent-geneeskundige; dr.w.m.ankum en dr.k.boer, gynaecologen. Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde: prof.dr.f.van der Veen, gynaecoloog. Afd. Klinische Epidemiologie en Biostatistiek: dr.g.j.bonsel, epidemioloog. Afd. Klinische Genetica: prof.dr.n.j.leschot, klinisch geneticus. Correspondentieadres: mw.m.goddijn. samenvatting Doel. Het inventariseren van het diagnostisch en therapeutisch beleid bij habituele abortus in Nederland. Opzet. Enquêteonderzoek. Methode. In 1996 werd naar alle 125 gynaecologische praktijken in Nederland een schriftelijke enquête gestuurd met vragen over definitie, diagnostiek en behandeling bij habituele abortus. Resultaten. De respons was 90% (n = 112). In 29% van de praktijken werd van een habituele abortus gesproken na 2 of meer miskramen, in 71% na 3 of meer miskramen. In 42% van de praktijken was er een protocol aanwezig ten behoeve van de diagnostiek bij habituele abortus. De frequentst uitgevoerde diagnostische tests waren vaginale echoscopie (79%), karyotypering van de vrouw en haar partner (beide 78%), bepaling van thyreoïdstimulerend hormoon (72%), van lupus anticoagulans (69%) en van plasmaglucose (65%), hysterosalpingografie (56%) en bepaling van anticardiolipineantistoffen (IgG, IgM) (56%). De frequentst toegepaste behandeling bij habituele abortus was het voorschrijven van foliumzuur (53%). Conclusie. De definitie van habituele abortus verschilde. Een groot aantal diagnostische tests werd door 20-50% van de respondenten aangevraagd, hetgeen aangeeft dat er geen consensus bestond over rationele diagnostiek. Sommige diagnostische tests, zoals immunologisch onderzoek en onderzoek naar infectieuze oorzaken, werden verricht zonder therapeutische implicaties. verricht en welke aanvullende diagnostiek in een volgende zwangerschap plaatsvond. Met betrekking tot de behandeling werd gevraagd welke adviezen werden gegeven en welke behandelingen door respondenten waren uitgevoerd bij habituele abortus in de afgelopen 5 jaar. Ned Tijdschr Geneeskd april;143(17) 897

2 Indien nodig werd er telefonisch navraag gedaan naar de gegeven antwoorden. Verschillen tussen praktijken met opleiding en praktijken zonder opleiding werden getoetst met de χ 2 -toets, met Yates-correctie of met Fishers exacte toets indien nodig (EpiInfo 5.0). Een verschil werd als significant beschouwd indien p 0,05. TABEL 1. Diagnostiek bij patiënten met habituele abortus; resultaten van een enquête onder 112 Nederlandse gynaecologische praktijken, 1996 diagnostisch onderzoek aantal praktijken (%) erfelijkheid karyotypering vrouw 87 (78) karyotypering man 87 (78) uterusanomalie vaginale echoscopie 89 (79) hysterosalpingografie 63 (56) hysteroscopie 46 (41) MRI 11 (10) hormonaal thyreoïdstimulerend hormoon 81 (72) plasmaglucose 73 (65) serumprogesteron 58 (52) luteïniserend hormoon/follikelstimulerend hormoon in serum (LH/FSH) 52 (46) vrij thyroxine 51 (46) thyroxine/tri-joodthyronine (T 4 /T 3 ) 45 (40) endometriumbiopsie 22 (20) thyroxinebindend globuline 15 (13) stolling trombocyten 48 (43) proteïne C 35 (31) proteïne S 34 (30) cefalinetijd (APTT) 33 (29) methioninebelastingtest 31 (28) antitrombine III 26 (23) protrombinetijd 21 (19) factor XII 19 (17) geactiveerde-proteïne-c-resistentie 19 (17) plasminogeen 15 (13) factor-v-leiden-mutatie 14 (12) dilute Russel s viper venom time * 8 (7) infecties Chlamydia trachomatis 46 (41) cytomegalovirus 32 (29) Mycoplasma hominis 22 (20) Ureaplasma urealyticum 22 (20) andere infecties 19 (17) immunologie lupus anticoagulans 77 (69) anticardiolipineantistoffen (IgG, IgM) 63 (56) antinucleaire antistoffen 30 (27) humaan-leukocytenantigeen(hla)-compatibiliteit 3 (3) natural killer -cel 2 (2) blokkerende antistoffen 2 (2) voorlopers van cytotoxische T-lymfocyten 2 (2) APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd. *Test om specifieke stollingsafwijkingen op te sporen. Het vaststellen of er overeenkomende HLA-antigenen bij de vrouw en haar partner aanwezig zijn. resultaten Er werden 66 van de 125 vragenlijsten (53%) ingevuld en geretourneerd. Na een herinneringsbrief in februari 1997 en een telefonische herinnering kort daarna werden nog eens 46 vragenlijsten geretourneerd, zodat de totale respons 112 vragenlijsten (90%) bedroeg. De respons onder opleidingspraktijken bedroeg 94% (34/36), die onder niet-opleidingspraktijken 88% (78/89). Van de 13 overige praktijken gaven 5 een reden voor de non-respons op: dat géén enquêtes buiten die van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) werden ingevuld (n = 1), dat de vragenlijst onduidelijkheden bevatte (n = 2) en dat te veel enquêtes moesten worden ingevuld (n = 2). Definitie. In 32 praktijken (29%) werd van een habituele abortus gesproken na 2 of meer miskramen, in 80 praktijken (71%) na 3 of meer miskramen. In 38 praktijken (34%) werd de term habituele abortus gebruikt indien nimmer een normale zwangerschap was opgetreden, in 57 praktijken (51%) werd deze term gebruikt ongeacht het optreden van eventuele normale zwangerschappen; door 17 praktijken (15%) werd hierover geen uitspraak gedaan. In 60 praktijken (54%) werd van abortus gesproken bij een zwangerschapsduur van minder dan 17 weken, in 19 praktijken (17%) bij minder dan 16 weken; 24 praktijken (21%) vulden geen zwangerschapsduur in. De overige 9 praktijken (8%) vulden een termijn in van minder dan 24 weken (n = 1), minder dan 15 weken (n = 3), minder dan 14 weken (n = 1), minder dan 13 weken (n = 1) of minder dan 12 weken (n = 3). In 38 praktijken (34%) werd habituele abortus gedefinieerd als voorkomend bij één partner, in 52 praktijken (46%) werd dit begrip gedefinieerd ongeacht de partner; 22 praktijken (20%) hadden hierover geen mening. Diagnostiek. In 47 praktijken (42%) was er een onderzoeksprotocol aanwezig ten behoeve van diagnostiek bij habituele abortus. Dit was het geval bij 56% van de opleidingspraktijken (19/34) en 36% van de praktijken zonder opleiding (28/78). Er verwezen 70 respondenten (62%) voor diagnostiek (ook) naar een ander ziekenhuis. Dit was het geval bij 53% van de opleidingspraktijken (18/34) en 67% van de praktijken zonder opleiding (52/78). De resultaten betreffende de diagnostiek bij habituele abortus zijn weergegeven in tabel 1. Hierin zijn de diagnostische tests die bij uitzondering (maximale zorg) werden aangevraagd niet weergegeven. De diagnostische tests die het frequentst werden uitgevoerd waren vaginale echoscopie (79%), karyotypering van de vrouw en haar partner (78%), hysterosalpingografie (56%) en een aantal laboratoriumbepalingen, zoals die van de concentraties thyreoïdstimulerend hormoon (TSH) (72%), lupus anticoagulans (69%), plasmaglucose (65%) en anticardiolipineantistoffen (IgG, IgM) (56%). De tests die het minst frequent werden uitgevoerd waren die van humaan-leukocytenantigeen(hla)-compatibiliteit (het vaststellen of er overeenkomende HLA-antigenen bij de vrouw en haar partner aanwezig zijn) (3%), natural killer (NK)-celactiviteit (2%), blokkerende antistoffen (2%) en voorlopers van cytotoxische T-lymfocyten (CTL) (2%). Respondenten uit opleidingspraktijken vroegen in vergelijking met respondenten uit praktijken zonder opleidingsstatus de volgende onderzoeken vaker aan: ka- 898 Ned Tijdschr Geneeskd april;143(17)

3 ryotypering bij de vrouw en haar partner (31/34 = 91% versus 56/78 = 72%; p = 0,044), lupus-anticoagulansbepaling (29/34 = 85% versus 48/78 = 62%; p = 0,023), methioninebelastingtest (16/34 = 47% versus 15/78 = 19%; p = 0,005) en plasminogeenbepaling (8/34 = 24% versus 7/78 = 9%; p = 0,041). Tevens werd bekeken of in het diagnostisch pakket de verschillende classificerende categorieën (erfelijke, anatomische, hormonale, infectieuze en immunologische afwijkingen en stollingsafwijkingen) al dan niet aanwezig waren. Hiertoe moesten de verschillende praktijken tenminste één item uit de verschillende categorieën hebben aangevraagd. Er vroegen 25 praktijken (22%) items uit alle categorieën aan, 21 (19%) uit alle categorieën behalve die van de infectieuze afwijkingen, 9 (8%) uit alle categorieën behalve die van de stollingsafwijkingen, 7 (6%) uit alle categorieën behalve die van de erfelijkheid en 6 (5%) uit alle categorieën behalve die van de immunologische en infectieuze oorzaken. De overige 44 praktijken waren verdeeld over 15 andere, verschillende pakketkeuzen. De diagnostiek die in een nieuwe zwangerschap werd verricht bij een paar met habituele abortus in de anamnese staat vermeld in tabel 2. De meeste praktijken verrichtten standaard een echoscopie vóór 8 weken (85%). Er waren geen verschillen in diagnostiek tussen praktijken met opleiding en praktijken zonder opleiding. Behandeling. De adviezen en behandelingen die door respondenten tenminste één keer werden toegepast in de voorafgaande 5 jaar staan vermeld in tabel 3. Het frequentst betroffen deze het voorschrijven van foliumzuur (53%), het staken van roken (46%), myoomenucleatie (39%), het toedienen van progestagenen (28%) en septum-utericorrectie (23%). Zelden werden weeënremming (2%), eiceldonatie (2%) en corticosteroïden (1%) toegepast. Geen van de respondenten gaf aan immunisaties (passieve immunisatie (IgG), actieve immunisatie met paternale leukocyten of donorleukocyten of andere immunisaties) te hebben uitgevoerd. Bij de praktijken die wel immunologisch onderzoek aanvroegen, namelijk NK-celactiviteit (2%), HLA-sharing (3%), blokkerende antistoffen (2%) en CTL-voorlopers (2%), werd telefonisch navraag gedaan. Vanuit alledrie de praktijken werd desgevraagd aangegeven dat het oriënterend onderzoek betrof, vooralsnog zonder therapeutische consequenties. Respondenten uit opleidingspraktijken gaven vaker dan respondenten uit niet-opleidingspraktijken aan de volgende behandelingen te hebben uitgevoerd: septumutericorrectie (13/34 = 38% versus 13/78 = 17%; p = 0,025) en myoomenucleatie (19/34 = 56% versus 25/78 = 32%; p = 0,030). TABEL 2. Diagnostiek in de zwangerschap bij patiënten met habituele abortus in de anamnese; resultaten van een enquête onder 112 Nederlandse gynaecologische praktijken, 1996 diagnostisch onderzoek aantal praktijken (%) bij intacte graviditeit echoscopie vóór 8e week 95 (85) glucosebepaling 37 (33) bepaling van humaan choriongonadotrofine 24 (21) bepaling van hemoglobine A 1c 18 (16) progesteronbepaling 7 (6) prenatale diagnostiek (chorionvillusbiopsie of amnionpunctie) 8 (7) direct bij nieuwe abortus karyotypering vrucht 19 (17) virologisch onderzoek 7 (6) vlokkentest 2 (2) beschouwing Gelet op de hoge respons (90%) lijken de resultaten van het huidige onderzoek representatief voor het Nederlandse beleid rond habituele abortus in de tweede lijn. In de enquête vroegen wij niet naar absolute aantallen betreffende het aanvragen van diagnostische tests of het uitvoeren van een behandeling, in de veronderstelling dat deze aantallen niet of moeilijk te verkrijgen zijn. Met behulp van de genoemde percentages werd wel een beeld verkregen van het diagnostische en therapeutische beleid in Nederland. Definitie. In de enquête werd de term habituele abortus gebruikt. Onder gynaecologen werd deze vaak gebruikt, evenals de term recidiverende abortus. Een term die wellicht nog duidelijker is en die het verdient om vaker gebruikt te worden is herhaalde miskraam. Bij elk van deze termen bestaat er verwarring of het TABEL 3. Adviezen en behandelingen die tenminste één keer werden toegepast in de voorafgaande 5 jaar bij patiënten met habituele abortus; resultaten van een enquête onder 112 Nederlandse gynaecologische praktijken, 1996 adviezen en behandelingen aantal praktijken (%) algemeen roken staken 51 (46) koffie ontraden 4 (4) erfelijkheid kunstmatige inseminatie met donorzaad 8 (7) eiceldonatie 2 (2) uterusanomalie septum-utericorrectie 26 (23) myoomenucleatie 44 (39) cerclage 20 (18) hormonaal progestagenen 31 (28) humaan choriongonadotrofine 23 (21) clomifeen 17 (15) thyroxine 3 (3) corticosteroïden 1 (1) stolling acetylsalicylzuur 30 (27) heparine 10 (9) infecties antibiotica 0 (0) overige medicatie foliumzuur 59 (53) weeënremming 2 (2) immunologie passieve immunisatie (IgG) 0 (0) actieve immunisatie met paternale leukocyten of donorleukocyten 0 (0) andere immunisaties 0 (0) Ned Tijdschr Geneeskd april;143(17) 899

4 hierbij om 2 dan wel om 3 miskramen gaat en of de miskramen elkaar al dan niet opvolgen zonder een normale zwangerschap ertussen. De definitie van habituele abortus onder de geënquêteerde gynaecologen was niet eenduidig. Ook de zwangerschapstermijn waarbij men van een habituele abortus sprak, wisselde. Er was geen consensus onder de respondenten over de kwestie of habituele abortus voorkomt bij één partner of ongeacht de partner. Dit geldt ook voor de vraag of eventuele voorafgaande normale zwangerschappen bij de definitie van habituele abortus betrokken moeten worden. Ook in de literatuur verschillen de meningen. Stirrat pleit ervoor om vanwege de goede prognose na 2 miskramen, pas van habituele abortus te spreken na 3 of meer miskramen. De kans op een succesvolle zwangerschap na 2 miskramen is 80%. Hij erkent dat in de praktijk vaak wegens ongerustheid van de patiënt al na 2 miskramen onderzoek wordt aangevraagd. 3 Het Nederlands Huisarts Genootschap (NHG) spreekt van recidiverende miskramen na 2 of meer opeenvolgende miskramen. Daarnaast wordt erop gewezen dat de kans op het vinden van een onderliggende afwijking waarbij aangetoond is dat de behandeling nut heeft, praktisch nihil is. 4 De tendens om reeds diagnostiek in te zetten na 2 miskramen zou gerechtvaardigd zijn indien het percentage gevonden oorzakelijke factoren na 2 miskramen reeds duidelijk verhoogd zou zijn ten opzichte van het percentage bij de algemene populatie. Vooral klinisch genetici menen dat karyotypering reeds na 2 miskramen geïndiceerd is, omdat de kans op dragerschap bij een van de ouders verhoogd is ten opzichte van de kans bij de algemene populatie en omdat die kans bij nog meer miskramen nauwelijks toeneemt. 5 Enkele onderzoekers onderzochten structurele chromosoomafwijkingen bij de ouders en konden geen verschil aantonen. De gevonden percentages dragers van gebalanceerde chromosoomafwijkingen na 2 miskramen verschilden niet van de gevonden percentages na 3 miskramen. 6-8 In één onderzoek werd er echter wel een significante toename van het percentage dragers van gebalanceerde chromosoomafwijkingen bij een toename van het aantal spontane miskramen gevonden. 9 In een ander onderzoek werden vergelijkbare percentages gevonden van alle oorzakelijke factoren (chromosoomafwijkingen, anatomische, hormonale en immunologische afwijkingen en overige ) na 2 en na 3 miskramen. 10 In een groot deel van de praktijken (34%) gaf men aan alléén van habituele abortus te spreken bij afwezigheid van normale zwangerschappen. Op basis van sommige onderzoeken echter lijkt er eerder sprake te zijn van een verhoogde prevalentie van chromosoomafwijkingen bij paren met habituele abortus en succesvolle zwangerschap(pen) in vergelijking met paren met habituele abortus zonder kinderen Diagnostiek. Op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde richtlijnen voor diagnostiek bij habituele abortus waren ten tijde van de enquête niet voorhanden. Dit wordt weerspiegeld in het grote aantal onderzoeken (n = 15) dat door 20-50% van de respondenten werd verricht (zie tabel 1). Gezien het grote verschil in diagnostische procedures lijkt een landelijk diagnostisch protocol van groot belang. Richtlijnen ten behoeve van diagnostiek en behandeling bij habituele abortus zijn recentelijk opgesteld door een werkgroep van de NVOG. Deze NVOG-richtlijn is in januari 1999 verschenen. Naleving van dit protocol zou in de toekomst kunnen worden gerelateerd aan de uitkomsten van dit onderzoek. In twee overzichtsartikelen wordt gesteld dat er geen eenduidigheid bestaat over diagnostische protocollen bij habituele abortus en dat er veel controversen bestaan omtrent de mogelijke etiologische factoren. Diagnostiek kan tot classificatie leiden en, indien er een effectieve behandeling bestaat, tot behandeling. Daarnaast kan diagnostiek bij habituele abortus tot doel hebben de factoren te identificeren waarvan bekend is dat ze een voorspellende waarde hebben met betrekking tot een volgende zwangerschap. 14 Een goed voorbeeld van zinvolle diagnostiek bij habituele abortus is het verrichten van chromosoomonderzoek bij beide partners. De samenhang tussen structurele chromosoomafwijkingen, translocaties en inversies, en habituele abortus staat vast. Bij 3-5% van de paren met habituele abortus is één van de partners drager van een gebalanceerde structurele chromosoomafwijking. Bij gevonden drager schap kan een volgende zwangerschap resulteren in herhaling van de miskraam, een gezond kind of een kind met aangeboren afwijkingen ten gevolge van een ongebalanceerde chromosoomafwijking. Aan de dragers wordt derhalve prenatale diagnostiek in een volgende zwangerschap aangeboden. Behandeling. De resultaten met betrekking tot de behandeling (zie tabel 3) geven een indruk omtrent de gevolgde behandelingen bij habituele abortus gedurende de 5 jaar voorafgaande aan de enquête. Opvallend is dat het verrichten van diagnostisch onderzoek niet altijd tot behandelingsconsequenties leidde. Zo werd in gemiddeld 25% van de praktijken onderzoek naar infecties ingezet, doch géén van de respondenten had in de afgelopen 5 jaar antibiotica voorgeschreven in het kader van habituele abortus. Mogelijk werd nooit een infectie aangetoond. Het nuttig effect van de diagnostiek kan dan worden bekritiseerd. De frequentst toegepaste behandeling was het voorschrijven van foliumzuur (53% van de respondenten). De NVOG beveelt haar leden echter al aan om, op grond van een advies van de Gezondheidsraad en de Voedingsraad, alle vrouwen met kinderwens te wijzen op de mogelijkheid om door periconceptioneel gebruik van foliumzuur in tabletvorm het vóórkomen van neu ralebuisdefecten te reduceren. De pijler waarop de behandeling bij habituele abortus zou moeten rusten is verbetering van de kansen op een normale zwangerschap met behulp van methoden waarvan het gunstige effect wetenschappelijk vaststaat. 14 Uit een onderzoek dat in 1992 uitgevoerd werd, bleek over een periode van 10 jaar een lichte toename van het aantal vastgestelde oorzakelijke factoren van habituele abortus. 19 Deze verbetering had nog niet geleid tot een toename van het aantal succesvolle zwangerschappen na 900 Ned Tijdschr Geneeskd april;143(17)

5 habituele abortus. Behandeling met foliumzuur bij vrouwen met habituele abortus en hyperhomocysteïnemie zou mogelijk een gunstige invloed op de volgende zwangerschap hebben, maar gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek hiernaar ontbreekt. 20 Het advies om roken te staken werd door relatief veel van de respondenten (46%) de afgelopen 5 jaar gegeven. Er is gerapporteerd dat roken mogelijk leidt tot toename van het aantal spontane abortussen bij vrouwelijke rokers. In een overzicht kon in 4 onderzoeken geen verhoogd abortusrisico van rokende vrouwen ten opzichte van niet-rokende vrouwen worden aangetoond (oddsratio s variërend van 0,83 tot 1,37 met een 95%-betrouwbaarheidsinterval (95%-BI) rond 1,0). In 3 onderzoeken daarentegen werd wel een licht verhoogd risico van rokende vrouwen aangetoond (oddsratio s variërend van 1,2 tot 1,8 met een 95%-BI boven de 1,0). Gezien de heterogeniteit van de onderzoeken kon geen meta-analyse worden verricht. 21 Recentelijk zijn 2 overzichtsartikelen verschenen waarin immunisatie met (donor)leukocyten werd besproken Een meta-analyse van 9 gerandomiseerde onderzoeken werd uitgevoerd door 2 verschillende teams. Beide vonden een klein, doch significant behandelingseffect. Als uitkomstmaat werd het aantal levendgeborenen gehanteerd. De levendgeborenenratio (de ratio van de levendgeborenen in de behandel- en de controlegroep) bedroeg in de twee verschillende analysen respectievelijk 1,16 (95%-BI: 1,01-1,34; n = 430) en 1,21 (95%-BI: 1,04-1,37; n = 449). Het additionele aantal geboorten van levende kinderen per 100 behandelde vrouwen bedroeg in de twee analysen respectievelijk 7,6 en Opvallend is dat geen van de respondenten in Nederland aangaf deze behandeling te hebben toegepast in de afgelopen 5 jaar. De afgelopen 10 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen antifosfolipideantistoffen (lupus anticoagulans en anticardiolipineantistoffen) en habituele abortus. In een grote groep vrouwen met habituele abortus (n = 500) had 14% een positieve testuitslag. In een kleine groep vrouwen met antifosfolipideantistoffen (n = 20) werd vaker foetale hartactie gezien voorafgaande aan de miskraam (86%) dan bij vrouwen bij wie de uitkomsten van alle onderzoeken negatief waren (43%; n = 100). 24 Onderzoek naar diverse behandelingen bij de subgroep van vrouwen met habituele abortus en antifosfolipideantistoffen is aangevangen; zo onderzocht men het effect van prednison, van een lage dosis acetylsalicylzuur, van heparine subcutaan en van diverse combinaties Momenteel lijkt het toedienen van een lage dosis acetylsalicylzuur gecombineerd met heparine subcutaan het succesvolst. Bij een gerandomiseerd onderzoek van 90 vrouwen met 3 of meer miskramen werd een lage dosis acetylsalicylzuur (75 mg per dag) vergeleken met dezelfde dosis acetylsalicylzuur in combinatie met heparine (5000 eenheden 2 dd subcutaan). In de groep met alleen een lage dosis acetylsalicylzuur had 42% van de vrouwen een succesvolle zwangerschap in vergelijking met 71% in de groep met een lage dosis acetylsalicylzuur en heparine (oddsratio: 3,37; 95%-BI: 1,40-8,10). 27 Hoewel er veel ontwikkelingen op dit gebied gaande zijn, is er nog geen evident effectieve behandeling voor habituele abortus. Mogelijk is dit het gevolg van het relatief grote aandeel van abortussen met onbekende oorzaak. conclusies en aanbevelingen voor toekomstig onderzoek Er bestaat bij het onderwerp habituele abortus verdeeldheid over de definitie en de uit te voeren diagnostiek en behandelingen. Er wordt veel onderzoek verricht, maar het is weinig onderbouwd. Sommige diagnostische tests, zoals immunologisch onderzoek en onderzoek naar infectieuze oorzaken, worden verricht zonder therapeutische implicaties. Tevens worden vele behandelingen ingesteld waarvan het nuttig effect onvoldoende bekend is. De nadruk van toekomstig onderzoek zal moeten liggen op kosteneffectiviteitsanalysen van screeningstests die frequent worden uitgevoerd bij habituele abortus, zoals vaginale echoscopie buiten de zwangerschap en chromosoomonderzoek bij de vrouw en haar partner. De indicatiestelling zou mogelijk per diagnostische test kunnen worden aangepast: is chromosoomonderzoek zinvol na 2 of pas na 3 miskramen? Moet de maternale leeftijd worden meegenomen in het besluit wel of geen chromosoomonderzoek te verrichten, gezien het feit dat het aantal miskramen met de leeftijd toeneemt op basis van een toename van aneuploïdieën? Dienen antifosfolipideantistoffen met name bepaald te worden bij miskramen waarbij hartactie werd vastgesteld? Na aanvullend wetenschappelijk onderzoek zullen richtlijnen ten aanzien van het diagnostisch onderzoek bij habituele abortus in waarde kunnen toenemen. abstract Lack of clarity concerning definition, diagnostics and treatment of recurrent miscarriage in the Netherlands Objective. To review the current policy in diagnosis and treatment of recurrent miscarriage in the Netherlands. Design. Cross-sectional survey. Method. A printed questionnaire was sent in 1996 to all 125 departments of gynaecology in the Netherlands with questions about definition, investigation and therapy of recurrent miscarriage. Results. The response rate was 90% (n = 112). Twenty-nine per cent of the respondents defined recurrent miscarriage as having two or more abortions and 71% as three or more abortions. In 42% of the departments a diagnostic protocol for recurrent miscarriage was present. Diagnostic investigations most frequently performed were vaginal ultrasound (79%), parental chromosome analysis (78%), thyroid-stimulating hormone (72%), lupus anticoagulant (69%), blood glucose (65%), hysterosalpingography (56%) and anticardiolipin antibodies (IgG, IgM) (56%). Therapy most frequently applied was prescription of folic acid (53%). Conclusion. The definition of recurrent miscarriage differed. Uncertainty about a rational diagnostic approach was evident from the large number of tests requested by 20-50% of the respondents. Some diagnostic tests like immunological investigation and search for infectious factors were not followed by a therapeutical intervention. Ned Tijdschr Geneeskd april;143(17) 901

6 literatuur 1 Alberman E. The epidemiology of repeated abortion. In: Beard RW, Sharp F, editors. Early pregnancy loss: mechanisms and treatment. Londen: Springer; p Regan L. Recurrent early pregnancy failure. Curr Opin Obstet Gynecol 1992;4: Stirrat GM. Recurrent miscarriage. I: definition and epidemiology. Lancet 1990;336: Flikweert S, Meijer LJ, Haan M de, Wiersma Tj. NHG-Standaard Miskraam (eerste herziening). Huisarts Wet 1997;40: Langen IM van, Wildschut HIJ, Hemel JO van. De waarde van chromosoomonderzoek bij ouderparen met twee spontane abortus in de anamnese. Ned Tijdschr Obstet Gynaecol 1995;108: Fryns JP, Kleczkowska, Kubien E, Petit P, Berghe H van den. Cytogenetic survey in couples with recurrent fetal wastage. Hum Genet 1984;65: Portnoi MF, Joye N, Akker J van den, Morlier G, Taillemite JL. Karyotypes of 1142 couples with recurrent abortion. Obstet Gynecol 1988;72: Braekeleer M de, Dao TN. Cytogenetic studies in couples experiencing repeated pregnancy losses. Hum Reprod 1990;5: Bourrouillou G, Colombies P, Dastugue N. Chromosome studies in 2136 couples with spontaneous abortions. Hum Genet 1986;74: Coulam CB. Epidemiology of recurrent spontaneous abortion. Am J Reprod Immunol 1991;26: Schwartz S, Palmer CG. Chromosomal findings in 164 couples with repeated spontaneous abortions: with special consideration to prior reproductive history. Hum Genet 1983;63: Berry CW, Brambati B, Eskes TKAB, Exalto N, Fox H, Geraedts JPM, et al. The Euro-Team Early Pregnancy (ETEP) protocol for recurrent miscarriage. Hum Reprod 1995;10: Stirrat GM. Recurrent miscarriage. II: clinical associations, causes, and management. Lancet 1990;336: Wouters MGAJ. Recurrent miscarriage and hyperhomocysteinemia [proefschrift]. Nijmegen: Katholieke Universiteit; p Warburton D, Strobino B. Recurrent spontaneous abortion. In: Bennett MJ, Edmonds DK, editors. Spontaneous and recurrent abortion. Oxford: Blackwell Scientific; p Byrne JL, Ward K. Genetic factors in recurrent abortion. Clin Obstet Gynecol 1994;37: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Standpunt 1. Foliumzuur voor fertiele vrouwen. Utrecht: NVOG; Gezondheidsraad/Voedingsraad. Vervolgadvies inzake foliumzuurvoorziening in relatie tot neuraalbuisdefecten. Den Haag: Gezondheidsraad; Plouffe jr L, White EW, Tho SP, Sweet CS, Layman LC, Whitman GF, et al. Etiologic factors of recurrent abortion and subsequent reproductive performance of couples: have we made any progress in the past 10 years? Am J Obstet Gynecol 1992;167: Wouters MGAJ. Recurrent miscarriage and hyperhomocysteinemia [proefschrift]. Nijmegen: Katholieke Universiteit; p Hughes EG, Brennan BG. Does cigarette smoking impair natural or assisted fecundity? Fertil Steril 1996;66: Daya S. Evaluation and management of recurrent spontaneous abortion. Curr Opin Obstet Gynecol 1996;8: Recurrent Miscarriage Immunotherapy Trialists Group. Worldwide collaborative observational study and meta-analysis on allogeneic leukocyte immunotherapy for recurrent spontaneous abortion. Am J Reprod Immunol 1994;32: Rai RS, Clifford K, Cohen H, Regan L. High prospective fetal loss rate in untreated pregnancies of women with recurrent miscarriage and antiphospholipid antibodies. Hum Reprod 1995;10: Laskin CA, Bombardier C, Hannah ME, Mandel FP, Ritchie JW, Farewell V, et al. Prednisone and aspirin in women with autoantibodies and unexplained recurrent fetal loss. N Engl J Med 1997; 337: Tulppala M, Marttunen M, Söderström-Anttila V, Foudila T, Ailus K, Palosuo T, et al. Low-dose aspirin in prevention of miscarriage in women with unexplained or autoimmune related recurrent miscarriage: effect on prostacyclin and thromboxane A2 production. Hum Reprod 1997;12: Rai R, Cohen H, Dave M, Regan L. Randomised controlled trial of aspirin and aspirin plus heparin in pregnant women with recurrent miscarriage associated with phospholipid antibodies (or antiphospholipid antibodies). BMJ 1997;314: Aanvaard op 18 december 1998 Oorspronkelijke stukken Incidentie van behandeling met trommelvliesbuisjes bij kinderen van 0-12 jaar in Nederland in j.a.m.engel en l.j.c.anteunis Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Postbus 9015, 6500 GS Nijmegen. J.A.M.Engel, keel-, neus- en oorarts. Academisch Ziekenhuis, afd. Keel-, Neus- en Oorheelkunde, Maastricht. Drs.L.J.C.Anteunis, klinisch fysicus-audioloog. Correspondentieadres: J.A.M.Engel ( jamengel@wxs.nl). Samenvatting: zie volgende bladzijde. Nadat de behandeling met trommelvliesbuisjes voor het eerst in Nederland beschreven werd door Schmidt, vond de toepassing ervan in de loop van de jaren op steeds grotere schaal plaats. 1 2 De behandeling met trommelvliesbuisjes, ook wel middenoordrainage genoemd, is inmiddels de frequentste operatieve ingreep bij kinderen. In het algemeen vindt de ingreep plaats bij kinderen die bekend zijn wegens een persisterende of recidiverende otitis media met effusie (OME), ook wel glue ear genoemd. Ook frequente acute middenoorontsteking (OMA) leidt soms tot een behandeling met trommelvliesbuisjes. Het vóórkomen van zowel OME als OMA blijkt sterk met leeftijd samen te hangen. Cohortonderzoeken in Maastricht en Nijmegen toonden aan dat tijdens de eerste 4 levensjaren de prevalentie van OME het hoogst is en varieert tussen 20 en 45%. De helft van de kinderen met OME heeft na 3 maanden nog steeds OME. 3 4 Het is echter niet exact bekend hoeveel kinderen uiteindelijk behandeld worden met buisjes in Nederland. Eerder werd een stijging in Nederland gerapporteerd van trommelvliesbuisjes in 1975 tot in Omdat 902 Ned Tijdschr Geneeskd april;143(17)

Risicofactoren voor structurele chromosoomafwijking bij C 2 miskramen als instrument voor selectieve karyotypering*

Risicofactoren voor structurele chromosoomafwijking bij C 2 miskramen als instrument voor selectieve karyotypering* oorspronkelijke stukken Risicofactoren voor structurele chromosoomafwijking bij C 2 miskramen als instrument voor selectieve karyotypering* M.T.M.Franssen, J.C.Korevaar, N.J.Leschot, P.M.M.Bossuyt, A.C.Knegt,

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Triple M studie. Miskraam. Beleid. Richtlijnen. Misoprostol. Disclosure belangen spreker. Mifepriston en misoprostol bij een miskraam

Triple M studie. Miskraam. Beleid. Richtlijnen. Misoprostol. Disclosure belangen spreker. Mifepriston en misoprostol bij een miskraam Triple M studie Disclosure belangen spreker Mifepriston en misoprostol bij een miskraam Lotte Hamel Prof. Dr. F. Vandenbussche (RUMC) Dr. M. Snijders (CWZ) Dr. S. Coppus (MMC) 01-11-2018 (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

NVOG. Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Habituele abortus. No 20 januari 1999

NVOG. Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Habituele abortus. No 20 januari 1999 NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Habituele abortus No 20 januari 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM 1.1 Definities De WHO-definitie van spontane abortus expulsie van een embryo (inclusief lege

Nadere informatie

Herhaalde miskramen. Habituele abortus

Herhaalde miskramen. Habituele abortus Herhaalde miskramen Habituele abortus Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is een miskraam? 1 Oorzaken van herhaalde miskramen 2 Onderzoek naar mogelijke oorzaken 2 Kun je een miskraam

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor

Nadere informatie

Richtlijn Herhaalde miskraam (eerste herziening) van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie

Richtlijn Herhaalde miskraam (eerste herziening) van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie voor de praktijk Richtlijn Herhaalde miskraam (eerste herziening) van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie M.Goddijn, E.van den Boogaard, E.A.P.Steegers, J.J.H.M.Erwich, N.S.Macklon,

Nadere informatie

Acknowledgement. Acknowledgement

Acknowledgement. Acknowledgement Acknowledgement Acknowledgement This study is part of TREND (Trauma RElated Neuronal Dysfunction), a Dutch Consortium that integrates research on epidemiology, assessment technology, pharmacotherapeutics,

Nadere informatie

Inclusief levendgeboren kinderen, doodgeboren kinderen en afgebroken zwangerschappen.

Inclusief levendgeboren kinderen, doodgeboren kinderen en afgebroken zwangerschappen. Factsheet Aangeboren hartafwijkingen bij kinderen Cijfers en feiten Prevalentie Aangeboren hartafwijkingen betreffen aanlegstoornissen in de structuur van het hart en/of de grote vaten. De gemiddelde totale

Nadere informatie

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke

Nadere informatie

Miskraam. Niet vitale zwangerschap. Nomenclatuur. Niet vitale zwangerschap. Mifepristone én misoprostol bij een miskraam

Miskraam. Niet vitale zwangerschap. Nomenclatuur. Niet vitale zwangerschap. Mifepristone én misoprostol bij een miskraam Mifepristone én misoprostol bij een miskraam M & M trial Miskraam Nomenclatuur Chirurgie en medicamenteuze behandeling Behandeling Huisarts Verloskundige Gynaecoloog Mifegyne en misoprostol M & M trial

Nadere informatie

Prenatale diagnostiek en preïmplantatiediagnostiek voor borst-/eierstokkankermutaties

Prenatale diagnostiek en preïmplantatiediagnostiek voor borst-/eierstokkankermutaties Prenatale diagnostiek en preïmplantatiediagnostiek voor borst-/eierstokkankermutaties Bettina Blaumeiser Department of Medical Genetics Department of Obstetrics and Gynaecology University of Antwerp, Belgium

Nadere informatie

Tabel 1: Kans op het krijgen van een kind met het syndroom van Down uitgezet tegen de leeftijd.

Tabel 1: Kans op het krijgen van een kind met het syndroom van Down uitgezet tegen de leeftijd. De Nekplooimeting Inleiding Elke zwangere hoopt op een gezonde baby. Helaas worden er soms kinderen geboren met een lichamelijke en/of een verstandelijke handicap. Met behulp van een echo-onderzoek (de

Nadere informatie

Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP?

Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP? Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP? Behorende bij de richtlijn Hemorrhagia postpartum Februari 2019 1 Algemeen Deze uitgangsvraag betreft

Nadere informatie

Prenataal testen voor genetische aandoeningen begrijpen. Professor Martina Cornel & Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.

Prenataal testen voor genetische aandoeningen begrijpen. Professor Martina Cornel & Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Prenataal testen voor genetische aandoeningen begrijpen Professor Martina Cornel & Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Prenataal testen verwijst naar het testen van de foetus tijdens de zwangerschap

Nadere informatie

Wat is NIPT? Yvonne Arens, klinisch geneticus 27 februari 2013

Wat is NIPT? Yvonne Arens, klinisch geneticus 27 februari 2013 Wat is NIPT? Yvonne Arens, klinisch geneticus 27 februari 2013 Screening ivm chromosoomafwijkingen Waarom Screening op Chromosoomafwijkingen? Risico op een kind met: Mentale Retardatie en/of Verstandelijke

Nadere informatie

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen Een miskraam betekent vrijwel altijd een teleurstelling voor een vrouw en haar partner. Al snel zal de vraag naar de oorzaak gesteld worden; na een tweede miskraam

Nadere informatie

Datum 12 september 2016 Betreft Definitief Advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet

Datum 12 september 2016 Betreft Definitief Advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet 1 3 SEP. 2016 3otbcXJ3jé > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de Geschillencommissie van Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) T.a.v. mevrouw mr. Postbus 291 3700 AG ZEIST

Nadere informatie

KLINISCH-GENETISCHE DIAGNOSTIEK ROND DE TOEPASSING VAN ICSI. Versie 1.0

KLINISCH-GENETISCHE DIAGNOSTIEK ROND DE TOEPASSING VAN ICSI. Versie 1.0 KLINISCH-GENETISCHE DIAGNOSTIEK ROND DE TOEPASSING VAN ICSI Versie 1.0 Datum Goedkeuring 30-03-1996 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording nvog Introductie Op het gebied van de kunstmatige

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Vraag het aan uw zorgverlener

Vraag het aan uw zorgverlener Een eenvoudig, veilig bloedonderzoek dat zeer gevoelige resultaten geeft Een geavanceerde niet-invasieve test voor de bepaling van foetale trisomie en evaluatie van het Y-chromosoom Vraag het aan uw zorgverlener

Nadere informatie

pagina 1 van 6 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Bloedverlies in het eerste trimester Medische Werkinstructie Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Efficiency of parental chromosome analysis in couples with recurrent miscarriage Franssen, M.T.M.

Efficiency of parental chromosome analysis in couples with recurrent miscarriage Franssen, M.T.M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Efficiency of parental chromosome analysis in couples with recurrent miscarriage Franssen, M.T.M. Link to publication Citation for published version (APA): Franssen,

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

ANTIFOSFOLIPIDESYNDROOM EN ZWANGERSCHAP. Versie 2.0

ANTIFOSFOLIPIDESYNDROOM EN ZWANGERSCHAP. Versie 2.0 ANTIFOSFOLIPIDESYNDROOM EN ZWANGERSCHAP Versie 2.0 Datum Goedkeuring 09-11-2007 Methodiek Evidence based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Inhoudsopgave Omschrijving van het probleem...1

Nadere informatie

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties?

Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Acetylcysteine bij ouderen met COPD. Reduceert acetylsteine exacerbaties? Critical Appraisal of Topics Mariëlle Winters mariellewinters@gmail.com Aanleiding

Nadere informatie

Groene, rode en oranje bolletjes. Rood bolletje, wat is er aan de hand?

Groene, rode en oranje bolletjes. Rood bolletje, wat is er aan de hand? Groene, rode en oranje bolletjes U ziet enkele groene en mogelijk ook rode of oranje bolletjes staan voor de genoemde oorzaken van verminderde vruchtbaarheid. Een groen bolletje betekent dat dit zeer waarschijnlijk

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

CHIMERISM IN HEALTH, TRANSPLANTATION AND AUTOIMMUNITY

CHIMERISM IN HEALTH, TRANSPLANTATION AND AUTOIMMUNITY CHIMERISM IN HEALTH, TRANSPLANTATION AND AUTOIMMUNITY CHIMERISM IN HEALTH, TRANSPLANTATION AND AUTOIMMUNITY Thesis, University of Leiden, The Netherlands The studies described in this thesis were performed

Nadere informatie

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke 107 Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed bekend. Onderzoek naar welke medicijnen gebruikt worden

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift

Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift Samenvatting 114 Samenvatting Samenvatting 115 Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift Dit proefschrift beschrijft een aantal studies over patiënten die met maagklachten de huisarts bezoeken. Van

Nadere informatie

Trombofilieonderzoek in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

Trombofilieonderzoek in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Trombofilieonderzoek in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat is trombofilie Erfelijke of verworven stollingsafwijkingen die gepaard gaan met een verhoogd risico op trombose

Nadere informatie

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body

Nadere informatie

Genetische kennis, attitudes en vaardigheden onder artsen niet werkzaam op het terrein van de genetica

Genetische kennis, attitudes en vaardigheden onder artsen niet werkzaam op het terrein van de genetica NINE Chapter 9 Genetische kennis, attitudes en vaardigheden onder artsen niet werkzaam op het terrein van de genetica De laatste decennia hebben snelle ontwikkelingen de relevantie van genetica in de geneeskunde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE

HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE 146 Hoofdstuk 13 13.1 SAMENVATTING Het wordt steeds duidelijker dat veneuze trombo-embolie vaak optreedt insamenhang met erfelijke en/of exogene risicofactoren. Het

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING. Versie 1.5. Verantwoording

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING. Versie 1.5. Verantwoording Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING Versie 1.5 Datum Goedkeuring Verantwoording 01 03 2006 NVOG Inhoudsopgave Algemeen...1 Wat is prenatale screening?...1

Nadere informatie

Beleidsadvies Onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie

Beleidsadvies Onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Prenatale screening Downsyndroom en SEO Beleidsadvies Onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Inleiding Bij de voorlichting aan het begin van de zwangerschap,

Nadere informatie

De nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys. Roger Damoiseaux

De nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys. Roger Damoiseaux De nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys Roger Damoiseaux Otitis Media bij kinderen in de tweede lijn INITIATIEF: Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Heelkunde van het

Nadere informatie

Sonomarkers Counseling in de verloskundige praktijk

Sonomarkers Counseling in de verloskundige praktijk Counseling in de verloskundige praktijk Desiree Moens Arts echoscopist Inhoudelijk deskundige SPN Definitie Sonomarker of Soft marker: Een sonomarker is een echoscopische bevinding die op zichzelf onbelangrijk

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

pagina 1 van 6 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Bloedverlies in het eerste trimester Medische Werkinstructie Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische

Nadere informatie

Vlokkentest of vruchtwaterpunctie

Vlokkentest of vruchtwaterpunctie Vlokkentest of vruchtwaterpunctie U overweegt een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te laten doen. Of u heeft in overleg met uw arts besloten om een van deze onderzoeken te ondergaan. In deze folder vindt

Nadere informatie

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening?

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening? prenatale screening Inhoudsopgave In het kort 3 Wat is prenatale screening? 3 Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? 3 Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale screening plaats? 3 Wie

Nadere informatie

Counseling over QF-PCR en array. Caroline Bax en Eva Pajkrt, perinatologen VUMC en AMC

Counseling over QF-PCR en array. Caroline Bax en Eva Pajkrt, perinatologen VUMC en AMC Counseling over QF-PCR en array Caroline Bax en Eva Pajkrt, perinatologen VUMC en AMC Inleiding Conventionele chromosoom analyse wordt sinds de jaren 60 gebruikt. Cytogenetische diagnose: Aneuploidie (On)gebalanceerde

Nadere informatie

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinant Study in to Factors that Facilitate a Active Smoking-cessation

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesvragen

Samenvatting. Adviesvragen Samenvatting Adviesvragen Wat zijn de beste tests om in de zwangerschap neuralebuisdefecten en downsyndroom te constateren bij een foetus? En hoe kan deze prenatale screening het beste worden uitgevoerd?

Nadere informatie

Prenatale screening: het berekenen van de kans op aangeboren afwijkingen in het begin van de zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Prenatale screening: het berekenen van de kans op aangeboren afwijkingen in het begin van de zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Prenatale screening: het berekenen van de kans op aangeboren afwijkingen in het begin van de zwangerschap Afdeling Verloskunde/Gynaecologie In het kort De meeste kinderen worden gezond geboren, maar een

Nadere informatie

Prenatale screening. Gynaecologie en verloskunde

Prenatale screening. Gynaecologie en verloskunde Prenatale screening Gynaecologie en verloskunde Wat is prenatale screening? De meeste kinderen worden gezond geboren. Een klein percentage (3 4 %) heeft echter bij de geboorte een aangeboren aandoening.

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Gynaecologie / Verloskunde. Patiënteninformatie. Herhaalde miskraam. Habituele abortus. Slingeland Ziekenhuis

Gynaecologie / Verloskunde. Patiënteninformatie. Herhaalde miskraam. Habituele abortus. Slingeland Ziekenhuis Gynaecologie / Verloskunde Herhaalde miskraam i Patiënteninformatie Habituele abortus Slingeland Ziekenhuis Inhoud 1. Wat is een miskraam? 2. "en wat is een herhaalde miskraam" 3. De kans op nog een miskraam

Nadere informatie

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology

Nadere informatie

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie Vlokkentest en vruchtwaterpunctie U overweegt een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te laten doen. Of u heeft in overleg met uw arts besloten om een van deze onderzoeken te ondergaan. In deze folder vindt

Nadere informatie

Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn. vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek?

Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn. vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek? Duchenne/Becker spierdystrofie in de familie, zijn vrouwen getest met behulp van DNA onderzoek? Paula Helderman-van den Enden, klinisch geneticus, Leiden en Maastricht Inleiding: In het kader van mijn

Nadere informatie

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date: 2014-05-14

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date: 2014-05-14 Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25761 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general

Nadere informatie

Inleiding 2 Wat is prenatale screening? 2 2. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale

Inleiding 2 Wat is prenatale screening? 2 2. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale Inleiding De meeste kinderen worden gezond geboren, maar een klein percentage (ongeveer 3 tot 4%) van alle kinderen heeft bij de geboorte een aangeboren aandoening, zoals het Down-syndroom ('mongooltje')

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2 Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht

Nadere informatie

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden

Nadere informatie

Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease

Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease Nadine Goessens Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease Utrecht, Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Landelijk Diabetes Congres 2016

Landelijk Diabetes Congres 2016 Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Genetische testen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project.

Genetische testen. Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Genetische testen Professor Martina Cornel and Professor Heather Skirton Gen-Equip Project. Inzicht krijgen in genetische testen en testresultaten Inhoud Wat is genetisch testen? Klinische toepassingen

Nadere informatie

Update NIPT sinds 1 april 2017

Update NIPT sinds 1 april 2017 Update NIPT sinds 1 april 2017 Katelijne Bouman klinisch geneticus UMCG, Isala en MCL Met dank aan Dr. Lidewij Henneman VUMC en N. Corsten Janssen, UMCG prenatale screening Geen invasieve Dx Normaal Afwijkend

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Nevenbevindingen NIPT In gesprek met de zwangere

Nevenbevindingen NIPT In gesprek met de zwangere Nevenbevindingen NIPT In gesprek met de zwangere Anneke Vulto-van Silfhout Klinisch geneticus i.o. Regionale bijeenkomst Stichting Prenatale screening regio Nijmegen 27 november 2017 Overzicht TRIDENT-2

Nadere informatie

Subfertiliteit en myomen. Dr. J. Kwee 25 januari 2019 Gynaecoloog OLVG West

Subfertiliteit en myomen. Dr. J. Kwee 25 januari 2019 Gynaecoloog OLVG West Subfertiliteit en myomen Dr. J. Kwee 25 januari 2019 Gynaecoloog OLVG West geen disclosures Potentiele problemen 1. Zwanger worden 2. Zwanger blijven 3. Complicaties zwangerschap 4. Complicaties partus

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/26110 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Raps, Marjolein Title: Effectiveness and side effects of hormonal contraceptives

Nadere informatie

Herhaalde miskraam. Verloskunde Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde. Inhoud

Herhaalde miskraam. Verloskunde Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde. Inhoud Verloskunde Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde Herhaalde miskraam Inhoud Inleiding Oorzaken Belangrijkste oorzaken Hogere leeftijd Ongezonde leefstijl Chromosoomafwijkingen Antifosfolipidensydroom

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

ECHOSCOPIE. Versie 1.0

ECHOSCOPIE. Versie 1.0 ECHOSCOPIE Versie 1.0 Datum Goedkeuring 15-01-2000 Methodiek Evidence based Discipline Multidisciplinair Verantwoording NVOG 1 Begripsbepaling Met echoscopisch onderzoek wordt in deze kwaliteitsnorm de

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Wat verwacht de Inspectie van Klinisch onderzoek?

Wat verwacht de Inspectie van Klinisch onderzoek? Wat verwacht de Inspectie van Klinisch onderzoek? Jos Kraus, senior inspecteur Inspectie voor de gezondheidszorg Baarn, 7 oktober 009. Wat is klinisch onderzoek Introductie Definities De weg door de wet

Nadere informatie

K-immunisatie en zwangerschap

K-immunisatie en zwangerschap K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC

Nadere informatie

Wat is er toch gaande in de lucht!

Wat is er toch gaande in de lucht! Wat is er toch gaande in de lucht! J. J. (Hans) Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Afdeling Verloskunde Erasmus MC, University Medical Centre Rotterdam The Netherlands Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Herhaalde miskraam. Patiënteninformatie Herhaalde miskraam versie02

Herhaalde miskraam. Patiënteninformatie Herhaalde miskraam versie02 Herhaalde miskraam Patiënteninformatie Herhaalde miskraam versie02 1 Inleiding Veel vrouwen die dit overkomt, willen weten waarom het gebeurt en hoe ze een volgende miskraam kunnen voorkomen. In deze voorlichtingsbrochure

Nadere informatie

De waarde van DNA. Center for Molecular Medicine Hartwig Medical Foundation. UMC Utrecht Amsterdam

De waarde van DNA. Center for Molecular Medicine Hartwig Medical Foundation. UMC Utrecht Amsterdam De waarde van DNA Prof dr ir Edwin Cuppen Hoogleraar Humane Genetica Directeur Center for Molecular Medicine Hartwig Medical Foundation UMC Utrecht Amsterdam Wat is DNA? DeoxyriboNucleic Acid (Desoxyribonucleïnezuur)

Nadere informatie

Beleidsadvies onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie

Beleidsadvies onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Beleidsadvies onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Inleiding Bij de voorlichting aan het begin van de zwangerschap, dient de zwangere vrouw die informatie

Nadere informatie

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:

Nadere informatie

HIP-studie Eerste resultaten

HIP-studie Eerste resultaten HIP-studie Eerste resultaten Dian Winkelhorst, MD Department of Experimental Immunohematology, Sanquin Division Fetal Therapy, department of Obstetrics, LUMC 26 September 2018 1 Foetale en Neonatale Alloimmuun

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Unexplained recurrent miscarriage Kaandorp, S.P. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Unexplained recurrent miscarriage Kaandorp, S.P. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Unexplained recurrent miscarriage Kaandorp, S.P. Link to publication Citation for published version (APA): Kaandorp, S. P. (2011). Unexplained recurrent miscarriage

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

MIJN GENOOM. ONLINE OF OFF-LINE?

MIJN GENOOM. ONLINE OF OFF-LINE? MIJN GENOOM. ONLINE OF OFF-LINE? Pascal Borry Humaan Genoom Project Hoop en verwachtingen With this profound new knowledge, humankind is on the verge of gaining immense, new power to heal. Genome science

Nadere informatie

Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht

Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie Janneke Heijne MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Stellingen 1. Wiskundige modellen zijn nuttig voor het adviseren van beleid 2. Hoe meer

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

d d m m y y Geachte mevrouw,

d d m m y y Geachte mevrouw, /6 Geachte mevrouw, U neemt deel aan een wetenschappelijke studie die de vruchtbaarheid onderzoekt na een eileidersparende of eileider verwijderende operatie voor een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Combinatietest: interpretatie kansuitslagen. Melanie Engels, screeningscoördinator, VUmc

Combinatietest: interpretatie kansuitslagen. Melanie Engels, screeningscoördinator, VUmc Combinatietest: interpretatie kansuitslagen Melanie Engels, screeningscoördinator, VUmc Uitslag Onderwerpen Combinatietest Test karakteristieken Achtergrond kansberekening Beleid bij onverwachte bevindingen

Nadere informatie