F.D /007. Versie van toepassing op Wetenschap & Technologie/Biomedische wetenschappen

Transcriptie

1 Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit (GRS) Goedgekeurd door de Raad van bestuur K.U.Leuven d.d. 21 februari 2006 en gewijzigd op 27 november 2007 en op 27 mei 2008 Versie van toepassing op Wetenschap & Technologie/Biomedische wetenschappen Huishoudelijk Reglement Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen Goedgekeurd door het Groepsbestuur Biomedische Wetenschappen d.d. 15 januari Indien in deze kolom geen tekst wordt opgenomen, wordt ervan uitgegaan dat het GRS voldoende duidelijk is en dat er geen facultaire specificaties nodig zijn. HOOFDSTUK II DE ONDERDELEN VAN DE UNIVERSITEIT EN HUN BESTUURSORGANEN Afdeling 2 De faculteiten Artikel 34 De faculteit is het overkoepelende orgaan dat voor een studiegebied of voor meerdere studiegebieden de in artikel 37 gedefinieerde bevoegdheden op zich neemt. Alle leden van het zelfstandig academisch personeel behoren tot één van de in artikel 35 en 36 bepaalde faculteiten zoals voorgesteld door het Groepsbestuur en bekrachtigd door de Raad van bestuur. In die faculteiten waar het groepsreglement niet voorziet in een departementale structuur of vergelijkbare entiteiten rechtstreeks onder de groep, neemt de faculteit ook de departementale bevoegdheden over. Artikel 35 Er zijn twaalf faculteiten, namelijk: 1 de Faculteit Godgeleerdheid; 2 de Faculteit Rechtsgeleerdheid; 3 de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen; 4 de Faculteit Sociale wetenschappen; 5 de Faculteit Geneeskunde; 6 de Faculteit Letteren; 7 de Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen; 8 de Faculteit Wetenschappen; 9 de Faculteit Ingenieurswetenschappen; 10 de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen; 11 de Faculteit Farmaceutische wetenschappen; 12 de Faculteit Bewegings- en revalidatiewetenschappen.

2 Het Hoger instituut voor Wijsbegeerte heeft het statuut en de organen van een faculteit. Onverminderd artikel 6 1, 10 van het organiek reglement, kan de Academische raad nieuwe faculteiten oprichten en bestaande faculteiten afschaffen of samenvoegen. Artikel 36 De Academische raad bepaalt het statuut van de Bijzondere faculteit Kerkelijk recht. Artikel 37 De faculteit staat, onder leiding van de decaan en binnen de beleidslijnen bepaald door het Groepsbestuur, in voor de verzorging van het onderwijs, de opleidingsgebonden maatschappelijke dienstverlening en de opleidingsgebonden studentenaangelegenheden. Meer in het bijzonder is de faculteit verantwoordelijk voor: het opstellen van een begroting; het concipiëren, organiseren en bewaken van het opleidingsaanbod, inclusief de opleidingsgebonden maatschappelijke dienstverlening; de praktische organisatie van het onderwijs; de studentenadministratie; de organisatie van internationale uitwisselingen; het contact met alumni; de bewaking van beroepsgerichte aspecten; de promotie van, rekrutering van, definitie van, specifieke bijkomende toelatingsvoorwaarden voor opleidingen en studieoriëntering; de contacten met hogescholen en externe relaties (in het bijzonder de vertegenwoordiging in nationale en internationale netwerken, industrie en beroepsverenigingen). Overeenkomstig de richtlijnen van het College van Bestuur en in samenwerking met het Algemeen Beheer plant en coördineert de faculteit de logistieke voorzieningen voor het onderwijs en voor het wetenschappelijk onderzoek. Overeenkomstig het groepsreglement kan de faculteit eventueel ook beoordelingscommissies oprichten.

3 De faculteit bepaalt welke onderwijsopdrachten vacant moeten worden gesteld. Artikel 38 De faculteit stelt een reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan het Groepsbestuur. Artikel 39 De organen van de faculteit zijn: de Faculteitsraad, de decaan, de permanente onderwijscommissies en eventueel het Faculteitsbestuur. Artikel 40 De Faculteitsraad bestaat uit: 1 alle voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen en alle buitengewone gastdocenten; De faculteit bepaalt welke onderwijsopdrachten vacant moeten worden gesteld. Het Faculteitsbestuur brengt advies uit aan het Groepsbestuur over de voorstellen van de departementen inzake profielvacatures voor onderwijs- en onderzoeksopdrachten. De faculteit is bevoegd voor het beleid ten aanzien van het academisch personeel dat in hoofdzaak facultaire opdrachten uitoefent, en ten aanzien van het administratief en technisch personeel dat niet tot een departement behoort. De organen van de faculteit zijn: de Faculteitsraad, de decaan, de permanente onderwijscommissies en het Faculteitsbestuur. De Faculteitsraad bestaat uit: 1. Alle voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel van de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen die voor onbepaalde duur voltijds verbonden zijn aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen, en alle buitengewone gastdocenten; 2. De leden van het zelfstandig academisch personeel, verbonden aan de faculteit voor bepaalde duur, in afwachting van een benoeming voor onbepaalde duur, of met een minimum aanstelling van 90%, worden als waarnemer uitgenodigd; 2 een vertegenwoordiging van de deeltijdse leden van het zelfstandig 3. Eén vertegenwoordiger van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch academisch personeel die niet tot de eerste categorie behoren; personeel die niet tot de eerste categorie behoren; 3 een vertegenwoordiging van het assisterend en bijzonder academisch 4. Een vertegenwoordiging van het assisterend en bijzonder academisch personeel; personeel, 2 per departement + de AAP-/BAP-vertegenwoordiger in het Faculteitsbestuur; 4 een vertegenwoordiging van de studenten. 5. Een vertegenwoordiging van de studenten: 5 studenten; 6. Eén vertegenwoordiger van het administratief en technisch personeel die als waarnemer wordt uitgenodigd; 7. Eén vertegenwoordiger van de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) die als waarnemer wordt uitgenodigd 8. Eén vertegenwoordiger van de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) die als waarnemer wordt uitgenodigd;

4 De Faculteitsraad bepaalt uit hoeveel leden elk van de onder 2, 3, 4 genoemde vertegenwoordigingen bestaat met inachtneming van de volgende regels: 9. De administratief directeur woont de vergadering bij en stelt de notulen op. Alle leden van de Faculteitsraad zijn stemgerechtigd, uitgezonderd de vertegenwoordigers vermeld onder punt 2, 6, 7, 8 en 9. De vertegenwoordigers onder 3, 4, 6, 7 en 8 worden aangesteld voor 2 jaar. De vertegenwoordigers van de studenten worden aangesteld voor 1 jaar. Ook andere waarnemers kunnen door de faculteit worden uitgenodigd om de vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen. Zij zijn niet stemgerechtigd. de onder 2, 3, 4 genoemde vertegenwoordigingen maken samen niet meer dan drie tiende van de gehele Faculteitsraad uit; de onder 4 genoemde vertegenwoordiging maakt tot de goedkeuring van het participatiereglement zoals bepaald in artikel 28, tweede lid ten minste een tiende van de gehele Faculteitsraad uit, met evenwel ten minste vier en ten hoogste twintig vertegenwoordigers. De leden van de vertegenwoordigingen worden verkozen onder toezicht van de decaan of, waar dit is opgericht, het Faculteitsbestuur, op initiatief van en door de met de faculteit verbonden leden van de betrokken categorieën. De administratief directeur/secretaris van de faculteit stelt de notulen van de vergadering op. Artikel 41 De Faculteitsraad oefent de in artikel 37 en 38 van dit reglement genoemde In het bijzonder treedt de Faculteitsraad op als kiescollege, voor het bepalen van bevoegdheden uit, die verder worden geëxpliciteerd in het groepsreglement. Deze de grote beleidslijnen en de facultaire voorafnamen omvatten in elk geval volgende bevoegdheden: 1 hij verkiest de decaan onder de tot de faculteit behorende gewoon hoogleraren en de buitengewoon hoogleraren die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen; de verkiezing geschiedt volgens een kiesreglement dat door de Academische raad wordt vastgesteld; 2 hij stelt in voorkomend geval de leden aan van het Faculteitsbestuur; De Faculteitsraad bekrachtigt de voorstellen van de decaan inzake facultaire bestuursfuncties.

5 3 hij stelt voor iedere opleiding, of voor meerdere opleidingen samen, een De Faculteitsraad stelt twee permanente onderwijscommissies (POC) in: de POC permanente onderwijscommissie in. Voor verschillende opleidingen van de eerste Lichamelijke Opvoeding & Bewegingswetenschappen en de POC cyclus samen kan de Faculteitsraad een afzonderlijke permanente Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. De Faculteitsraad hecht zijn advies onderwijscommissie instellen; hij stelt voor de gehele faculteit een overkoepelende aan de grote beleidslijnen inzake onderwijs op voorstel van de POC. De adviezen permanente onderwijscommissie in. Voor de academische lerarenopleiding van de POC worden bekrachtigd door het Faculteitsbestuur. Er is geen worden afzonderlijke permanente onderwijscommissies ingesteld, eventueel over overkoepelende POC voor de gehele faculteit. Het Faculteitsbestuur neemt deze meerdere faculteiten heen; taak op zich. 4 hij wijst op voorstel van de decaan, voor iedere opleiding of voor meerdere opleidingen samen, een programmadirecteur aan onder de leden van het voltijds zelfstandig academisch personeel of het deeltijds zelfstandig academisch personeel, voltijds verbonden aan de universiteit inclusief de universitaire ziekenhuizen; 5 hij krijgt informatie over het beleid van de groep en de universiteit. De Faculteitsraad keurt jaarlijks de facultaire voorafnamen aan personeelsmiddelen en werkingsmiddelen vanuit de eerste geldstroom goed. De Faculteitsraad richt volgende commissie op: 1. De permanente onderwijscommissies (zie infra) 2. De bibliotheekcommissie 3. De commissie Permanente Vorming 2. Bibliotheekcommissie Samenstelling De bibliotheekcommissie (CBA cluster # 4) bestaat uit: 1. Vier leden van het zelfstandig academisch personeel: één uit elk departement, en één vertegenwoordiger vanuit de lerarenopleiding; 2. Twee leden van het assisterend academisch personeel/bijzonder academisch personeel, te verkiezen vanuit deze AAP/BAP-geleding; 3. Eén vertegenwoordiger van de facultaire dienst studentenbegeleiding en onderwijsvernieuwing; 4. De clusterbibliothecaris en één plaatsvervangend lid van het administratief en technisch personeel vanuit de CBA # 4; 5. De hoofdbibliothecaris van de CBA; 6. Eén vertegenwoordiger van de studenten. Bevoegdheden

6 De bibliotheekcommissie is belast met het toezicht op het functioneren van de bibliotheekcluster van de faculteit en doet hieromtrent voorstellen aan het Faculteitsbestuur, dat deze ter bekrachtiging voorlegt aan de Faculteitsraad. Werking De voorzitter van de commissie wordt gekozen door de leden van de bibliotheekcommissie onder de voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel voor de duur van drie jaar. Dit mandaat kan ten hoogste twee maal hernieuwd worden. 3. De commissie Permanente Vorming Samenstelling Eén vertegenwoordiging per studie-oriëntering uit de opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen en Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie: Eén vertegenwoordiger vanuit Alloreki: De PAV-medewerker woont de vergadering bij en stelt de notulen op. De voorzitter kan beslissen voor elke vergadering andere personen die kunnen bijdragen aan de bespreking van de agendapunten uit te nodigen. Bevoegdheden De commissie Permanente Vorming faciliteert de mogelijkheden voor permanente vorming binnen de faculteit Werking De Commissie vergadert minstens één maal per jaar. Artikel 42 De Faculteitsraad komt ten minste drie maal per jaar bijeen. De Faculteitsraad vergadert ten minste drie maal per paar en ten minste één maal per semester. De data worden bij de start van het academiejaar bekendgemaakt. Artikel 43

7 Elke faculteit bepaalt in haar reglement of zij een Faculteitsbestuur opricht, welke de functies hierbinnen zijn, welke de eraan verbonden bevoegdheden zijn onverminderd de bevoegdheid van de Faculteitsraad en van de decaan en hoe de mandaathouders worden aangesteld of verkozen. Het faculteitsbestuur bestaat uit: 1. de decaan, tevens voorzitter, of zijn vervanger; 2. de programmadirecteurs van de POC Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen en de POC Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie; 3. de departementsvoorzitters van de departementen Humane Kinesiologie, Biomedische Kinesiologie en Revalidatiewetenschappen; 4. de facultair coördinator studentenaangelegenheden; 5. één student, die deel uitmaakt van de Faculteitsraad; 6. één vertegenwoordiger van het AAP/BAP, die deel uitmaakt van de Faculteitsraad; 7. de administratief directeur maakt het verslag op en vertegenwoordigt het ATP. De samenstelling van het Faculteitsbestuur wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan het Groepsbestuur. Als er een Faculteitsbestuur wordt opgericht wordt tot aan de goedkeuring van het participatiereglement overeenkomstig artikel 28, tweede lid een vertegenwoordiger van de studenten uitgenodigd en gehoord voor aangelegenheden die het onderwijs of de studenten betreffen. Het Faculteitsbestuur kan leden coöpteren die, gezien hun expertise met het maatschappelijke werkveld, een belangrijke bijdrage kunnen leveren. De studentenvertegenwoordiger wordt aangeduid door de studentengeleding. De AAP-/BAP-vertegenwoordiger wordt verkozen door de AAP-/BAP-geleding Bevoegdheden Het Faculteitsbestuur staat in voor het dagelijks bestuur van de faculteit, onverminderd de bevoegdheid van het Groepsbestuur, de Faculteitsraad, de POC's en van de decaan. Het bereidt de vergaderingen van de Faculteitsraad voor en voert de besluiten uit. Het Faculteitsbestuur ondersteunt de decaan in de uitoefening van de kerntaken van de faculteit.

8 De taken van het Faculteitsbestuur zijn: - het bewaken van het profiel van de opleiding Lichamelijke Opvoeding & Bewegingswetenschappen en Revalidatiewetenschappen & Kinesitherapie aan de K.U.Leuven; - het opvolgen van de dienstverlening van de faculteit aan de universiteit, de faculteit en de departementen; - het verzorgen van het imago van onze opleidingen naar de studenten toe; - de advisering van de decaan inzake de planning van de jaarlijkse facultaire voorafname; - de opvolging en bekrachtiging van de werkzaamheden van de permanente onderwijscommissies; - het bekrachtigen van de voorstellen van de decaan en de leden van het faculteitsbestuur en het verschaffen van een facultair kader ter uitvoering ervan. Werking Het Faculteitsbestuur bestuurt collegiaal, waarbij gestreefd wordt naar een consensus voor iedere beslissing. Het Faculteitsbestuur vergadert in principe om de 2 weken. De studentenvertegenwoordiger en de AAP-/BAP-vertegenwoordiger zetelen als volwaardig lid. Enkel omtrent de volgende aangelegenheden worden zij geacht niet deel te nemen aan de besprekingen: - strikt persoonsgebonden aspecten van benoemingen, aanstellingen en bevorderingen, met uitzondering van de aspecten die met onderwijsevaluaties te maken hebben en waarbij studenten en AAP/BAP reeds betrokken waren in de voorafgaande beoordeling van de gegevens - de organisatie en regeling van persoonsgebonden administratieve en financiële autorisaties - individuele dossiers met een strikt privé-karakter, zoals tuchtprocedures Van elke vergadering wordt een ontwerpverslag gemaakt. Het ontwerpverslag wordt tijdens de eerstvolgende vergadering goedgekeurd.

9 Met het oog op een goede werking van de faculteit kan het Faculteitsbestuur te allen tijde permanente of tijdelijke commissies of adviesraden oprichten. De samenstelling en opdracht van dergelijke werkgroepen wordt beschreven in de notulen van het Faculteitsbestuur. Bij langdurige afwezigheid van de decaan wordt er bij consensus een vervanger aangeduid door de leden van het Faculteitsbestuur. Indien er geen consensus bereikt wordt, wordt de decaan vervangen door het ZAP-lid van het Faculteitsbestuur met de hoogste ZAP-anciënniteit. Artikel 44 Onverminderd het bepaalde in artikel 60, 2de lid, duurt het mandaat van decaan zeven jaar en is niet onmiddellijk hernieuwbaar. Na drie jaar vindt er een tussentijdse evaluatie plaats in volgende stappen: op initiatief van de vice-rector van de groep brengt de Academische raad, zonder deelname van de decanen van de betrokken groep en na consultatie van de Groepsraad en de betreffende faculteit, een advies uit; dit advies wordt voorgelegd aan de Raad van bestuur, die, na de decaan te hebben gehoord, het voorstel bekrachtigt of met een meerderheid van tweederden kan wijzigen; indien dit leidt tot een negatieve eindbeoordeling organiseert de Faculteitsraad een nieuwe verkiezing en eindigt het mandaat van de zittende decaan op het einde van het vierde jaar. Voor de functie van decaan komen, rekening houdend met artikel 61 van dit reglement, enkel gewoon hoogleraren of buitengewoon hoogleraren voltijds verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen in aanmerking. De functie van decaan is onverenigbaar met die van departementsvoorzitter. Het groepsreglement bepaalt de onverenigbaarheden voor die gevallen waar overeenkomstig artikel 34, 2de lid van dit reglement de faculteit de departementale bevoegdheden overneemt. Artikel 45 De decaan is belast met de algemene leiding van de faculteit en hij vertegenwoordigt de faculteit naar buiten. Hij is ambtshalve lid van het Groepsbestuur. De decaan wordt verkozen door de Faculteitsraad in de laatste vergadering van het laatste ambtsjaar van de uittredende decaan. De functie van decaan is onverenigbaar met die van departementsvoorzitter, programmadirecteur, lid van een beoordelingscommissie of evaluatiecommissie.

10 Hij roept de Faculteitsraad en in voorkomend geval het Faculteitsbestuur bijeen, stelt de agenda vast en zit de vergadering voor. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks beleid ten aanzien van het facultaire academisch, administratief en technisch personeel dat niet specifiek en uitsluitend tot een groep of tot een departement behoort. Het groepsreglement kan de taken van de decaan aanvullen. Artikel De permanente onderwijscommissie ontwerpt het onderwijskundig referentiekader van de opleiding, het onderwijsprogramma en de didactische vormgeving van de opleiding en legt ze ter beslissing voor aan het Groepsbestuur. De permanente onderwijscommissie staat in voor de voortdurende evaluatie van het opleidingsprogramma. Voor de periodieke evaluatie van de opleiding kunnen, overeenkomstig regels en instructies opgesteld door de Academische raad, ad hoc evaluatiecommissies worden ingesteld die rapporteren aan de permanente onderwijscommissies en via de decaan aan het Groepsbestuur. De permanente onderwijscommissie bestaat uit leden van het zelfstandig academisch personeel en uit een adequate vertegenwoordiging van de studenten, van het assisterend academisch personeel en het bijzonder academisch personeel dat bij de opleiding is betrokken en eventueel van alumni. De vertegenwoordiging van de studenten maakt ten minste een derde uit van de gehele permanente onderwijscommissie, met evenwel ten minste vier en ten hoogste twintig vertegenwoordigers. De decaan oefent de bevoegdheden uit die worden vermeld in artikel 45 van het GRS. De decaan draagt de voorzitters en de samenstelling van de verschillende facultaire commissies ter goedkeuring voor aan de Faculteitsraad. De Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen stelt twee permanente onderwijscommissies (POC) in: de POC Lichamelijke Opvoeding & Bewegingswetenschappen en de POC Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. Deze permanente onderwijscommissies zijn adviescommissies van de faculteit. De permanente onderwijscommissie lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen bestaat uit:

11 1. Twaalf vertegenwoordigers van de voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel van de Faculteit Bewegings- en revalidatiewetenschappen die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen en met een onderwijsopdracht in de studierichting lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen. De programmadirecteur lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen, de coördinatoren van de verschillende afstudeerrichtingen, de coördinator van de academische lerarenopleiding lichamelijke opvoeding en de facultair coördinator studentenaangelegenheden dienen te behoren tot deze twaalf vertegenwoordigers. 2. Drie gecoöpteerde leden van het ZAP (zonder stemrecht) 3. Eén vertegenwoordiger van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die niet tot de eerste categorie behoren en met een onderwijsopdracht in de studierichting lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen. 4. Drie vertegenwoordigers van het assisterend en bijzonder academisch personeel, betrokken bij het onderwijs in de studierichting lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen. 5. Minstens één vertegenwoordiger van het zelfstandig academisch personeel uit andere faculteiten met een onderwijsopdracht in de studierichting lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen. 6. Een vertegenwoordiging van 9 studenten in de studierichting lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen 7. Eén vertegenwoordiger van de alumni. 8. Eén waarnemend lid m.b.t. internationalisering (zonder stemrecht) 9. Leden van de Dienst voor Studiebegeleiding en Onderwijsvernieuwing (zonder stemrecht) 10. De stafmedewerker onderwijs (verslaggever, zonder stemrecht) De permanente onderwijscommissie revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bestaat uit:

12 1. Twaalf vertegenwoordigers van de voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel van de Faculteit Bewegings- en revalidatiewetenschappen die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen en met een onderwijsopdracht in de studierichting revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. De programmadirecteur revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, de secretaris van de POC en de coördinatoren van de verschillende specialisatierichtingen dienen te behoren tot deze twaalf vertegenwoordigers. 2. De stagecoördinator 3. De facultair coördinator studentenaangelegenheden 4. Eén gecoöpteerd lid van het ZAP 5. Eén vertegenwoordiger van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die niet tot de eerste categorie behoren en met een onderwijsopdracht in de studierichting revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. 6. Minstens twee vertegenwoordigers van het zelfstandig academisch personeel uit andere faculteiten met een onderwijsopdracht in de studierichting revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. 7. Drie vertegenwoordigers van het assisterend en bijzonder academisch personeel, betrokken bij het onderwijs in de studierichting revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. 8. Een vertegenwoordiging van 9 studenten in de studierichting revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. 9. Twee vertegenwoordigers van het klinisch personeel ('stageleiders') van de dienst Fysische Geneeskunde en Revalidatie van de Universitaire Ziekenhuizen van de K.U.Leuven. 10. Eén vertegenwoordiger van de alumni. 11. Een vertegenwoordiger van de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) 12. Een vertegenwoordiger van de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) (zonder stemrecht) 13. Eén waarnemend lid m.b.t. internationalisering (zonder stemrecht) 14. Leden van de Dienst voor Studiebegeleiding en Onderwijsvernieuwing (zonder stemrecht)

13 15 De stafmedewerker onderwijs (verslaggever, zonder stemrecht) De vertegenwoordigers van het AAP/BAP worden aangesteld voor twee jaar, de vertegenwoordigers van de studenten worden aangesteld voor één jaar. Beide verkiezingen gebeuren door de eigen geleding. Bevoegdheden De permanente onderwijscommissie ontwerpt het onderwijskundig referentiekader van de opleiding, het onderwijsprogramma en de didactische vormgeving van de opleiding en legt ze ter beslissing voor via het Faculteitsbestuur en de Faculteitsraad aan het Groepsbestuur. Daarnaast oefent zij de bevoegdheden uit vermeld in artikel 46 van het Gewoon Reglement betreffende de Structuur van de Universiteit. De permanente onderwijscommissie vergadert ten minste vier maal per academiejaar. Werking 2. De programmadirecteur van een opleiding is verantwoordelijk voor de De programmadirecteur wordt aangesteld door de faculteitsraad op voorstel van dagelijkse leiding en de coördinatie van de opleiding waarvoor hij is aangesteld; hij de decaan en in overleg met departementsvoorzitter en vice-rector. Het mandaat rapporteert dienaangaande aan de decaan en aan het Groepsbestuur. Zijn van programmadirecteur duurt drie jaar en is onbeperkt hernieuwbaar. mandaat duurt drie jaar en is verlengbaar voor periodes van drie jaar of desgevallend voor een door het Groepsbestuur te bepalen kortere periode. De bevoegde programmadirecteur is voorzitter van de betrokken permanente De programmadirecteur wordt bijgestaan door een POC-cel. onderwijscommissie. Voor een overkoepelende interfacultaire permanente onderwijscommissie of voor een interfacultaire permanente onderwijscommissie bevoegd voor meerdere opleidingen van de eerste cyclus wordt een der betrokken programmadirecteurs of een ander lid van het academisch personeel door het Groepsbestuur aangewezen als voorzitter. De programmadirecteur wordt geraadpleegd inzake toewijzingen van opdrachten, benoemingen en aanstellingen, met inbegrip van bevorderingen, van leden van het zelfstandig academisch personeel die een substantiële opdracht waarnemen in de opleiding waarvoor hij verantwoordelijk is.

14 3. De Academische raad bepaalt in een aanvullend reglement nadere regels aangaande de opdracht en de wijze van aanstelling van de programmadirecteurs en aangaande de opdracht, de samenstelling en de werking van de permanente onderwijscommissies. Er wordt verwezen naar het aanvullend reglement inzake de permanente onderwijscommissies en de programmadirecteur. De permanente onderwijscommissies winnen het advies in van de Faculteitsraad aangaande de grote lijnen van de programmahervormingen.