NIEUW HUISHOUDELIJK REGLEMENT FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN werkdocument BESTAAND HUISHOUDELIJK REGLEMENT FACULTEIT TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN

Transcriptie

1 BESTAAND HUISHOUDELIJK REGLEMENT FACULTEIT TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN goedgekeurd door de Faculteitsraad op 22 oktober 2001 bekrachtigd door de Academische raad op 12 november 2001 Hoofdstuk 1: De facultaire beleidsorganen Dit huishoudelijk reglement bepaalt nader de organisatie en de werking van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, zoals voorgeschreven in artikel 29 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit. Voor zover het facultair reglement hieronder geen aanvullende bepalingen bevat, geldt enkel hetgeen in het Gewoon reglement is bepaald. De Faculteitsraad Artikel 1: samenstelling 1 alle voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen; 2 een vertegenwoordiging van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die niet tot de eerste categorie behoren; 3 een vertegenwoordiging van het assisterend academisch personeel, de vastbenoemde leden van het wetenschappelijk personeel, de bijzonder navorsers en bijzonder wetenschappelijk medewerkers; 4 een vertegenwoordiging van de studenten. Het aantal vertegenwoordigers onder 2, 3 en 4 wordt bepaald volgens NIEUW HUISHOUDELIJK REGLEMENT FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN werkdocument Afdeling 1: De Faculteit Dit huishoudelijk reglement bepaalt nader de organisatie en de werking van de Faculteit Ingenieurswetenschappen, zoals voorgeschreven in artikel 38 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit. Voor zover het facultair reglement hieronder geen aanvullende bepalingen bevat, geldt enkel hetgeen in het Gewoon reglement en het Groepsreglement Exacte Wetenschappen is bepaald. Artikel 1: De Faculteitsraad 1: samenstelling (cfr. art. 40 Gewoon reglement structuur) 1 alle voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen en alle buitengewone gastdocenten; 2 een vertegenwoordiging van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die niet tot de eerste categorie behoren; 3 een vertegenwoordiging van het assisterend en bijzonder academisch personeel; 4 een vertegenwoordiging van de studenten. Het aantal vertegenwoordigers onder 2, 3 en 4 wordt bepaald volgens onderstaand schema ZAP DZAP AAP STUD. TOTAAL

2 onderstaand schema ZAP DZAP AAP STUD. TOTAAL meer De leden van de vertegenwoordigingen worden verkozen onder toezicht van het Bureau van de faculteit, op initiatief van en door de met de faculteit verbonden leden van de betrokken categorieën. De administratief secretaris van de faculteit woont de vergaderingen van de Faculteitsraad bij zonder stemgerechtigd te zijn en stelt de notulen op. Artikel 2: bevoegdheden De Faculteitsraad oefent de bevoegdheden uit die worden genoemd in artikel 28 en 29 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit, en: 1 hij legt voorstellen en adviezen met betrekking tot het algemeen beleid van de faculteit en van de universiteit voor aan de algemene bestuursorganen of de Groepsraad: 2 hij krijgt informatie over het beleid van de universiteit; 3 hij beslist over de voorstellen die door het Bureau van de faculteit ter bespreking voorgelegd worden; 4 hij richt naar goeddunken vaste of tijdelijke commissies op; 5 hij verkiest de decaan voor een periode van drie jaar onder de tot de faculteit behorende gewoon hoogleraren en de buitengewoon hoogleraren die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen; de verkiezing gebeurt volgens een kiesreglement dat door de Academische raad wordt meer De leden van de vertegenwoordigingen worden verkozen onder toezicht van het Faculteitsbestuur, op initiatief van en door de met de faculteit verbonden leden van de betrokken categorieën. De administratief secretaris van de faculteit stelt de notulen van de vergadering op. 2: bevoegdheden De Faculteitsraad oefent de in artikel 37 en 38 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit genoemde bevoegdheden uit, die verder worden geëxpliciteerd in het groepsreglement, Deze omvatten: 1. hij verkiest de decaan onder de tot de faculteit behorende gewoon hoogleraren en de buitengewoon hoogleraren die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen; de verkiezing gebeurt volgens een kiesreglement dat door de Academische raad wordt vastgesteld. Voor de decaansverkiezing wordt geen kandidatenlijst aangelegd. 2. hij verkiest de vice-decaan onder de tot de faculteit behorende gewoon hoogleraren en de buitengewoon hoogleraren die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen. De verkiezing gebeurt op dezelfde wijze als de decaansverkiezing maar zonder indicatieve stemronde. Het mandaat van vice-decaan duurt vier jaar en kan éénmaal worden hernieuwd. De functie van vice-decaan is onverenigbaar met die van departementsvoorzitter. De vice-decaan is programmadirecteur van de Facultaire onderwijscommissie, voorzitter van de Facultaire beoordelingscommissie, van de Facultaire doctoraatscommissie en van 2

3 vastgesteld. Het mandaat is slechts eenmaal hernieuwbaar. Voor de decaansverkiezing wordt geen kandidatenlijst aangelegd. 6 hij verkiest de vice-decaan voor een periode van drie jaar onder de tot de faculteit behorende gewoon hoogleraren en de de buitengewoon hoogleraren die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen. Deze verkiezing gebeurt één jaar na de verkiezing van de decaan. Indien de vice-decaan evenwel tot decaan wordt verkozen, heeft de verkiezing van vice-decaan gelijktijdig plaats en is de duur van het eerste mandaat van vice-decaan een jaar langer dan dat van decaan. Het mandaat is slechts eenmaal hernieuwbaar. De verkiezing gebeurt op dezelfde wijze als de decaansverkiezing maar zonder indicatieve stemronde. De functie van vice-decaan is onverenigbaar met die van departementsvoorzitter. De vice-decaan is programmadirecteur van de Facultaire onderwijscommissie, voorzitter van de Facultaire beoordelingscommissie, van de Facultaire doctoraatscommissie en van de individuele doctoraatscommissies (mits toestemming van het Bureau van de faculteit kan hij zich voor deze laatste functie laten vervangen door een ZAP-lid). 7 hij verkiest de academisch secretaris voor een periode van drie jaar uit de groep van voltijdse ZAP-leden. Herverkiezing is mogelijk voor termijnen van één jaar. De verkiezing gebeurt op dezelfde wijze als de decaansverkiezing maar zonder indicatieve stemronde. De academisch secretaris wordt belast met studentenaangelegenheden en de praktische organisatie van het academiejaar. Het Bureau van de Faculteit Artikel 3: samenstelling Het Bureau van de faculteit bestaat uit de decaan, de vicedecaan/programmadirecteur van de Facultaire POC, de academisch secretaris, en de departementsvoorzitters. Een vertegenwoordiger van de leden van het assisterend academisch de individuele doctoraatscommissies (mits toestemming van het Faculteitsbestuur kan hij zich voor deze laatste functie laten vervangen door een ZAP-lid). 3. hij verkiest de academisch secretaris voor een periode van drie jaar uit de groep van voltijdse ZAP-leden. Herverkiezing is mogelijk voor termijnen van één jaar. De verkiezing gebeurt op dezelfde wijze als de decaansverkiezing maar zonder indicatieve stemronde. De academisch secretaris wordt belast met studentenaangelegenheden en de praktische organisatie van het academiejaar. 4. hij stelt voor iedere opleiding ingenieurswetenschappen, of voor meerdere opleidingen ingenieurswetenschappen samen, een permanente onderwijscommissie in. 5. hij wijst op voorstel van de decaan, voor iedere opleiding of meerdere opleidingen samen, een programmadirecteur aan onder de leden van het voltijds zelfstandig academisch personeel of het deeltijds zelfstandig academisch personeel, voltijds verbonden aan de universiteit inclusief de universitaire ziekenhuizen. 6. hij legt voorstellen en adviezen met betrekking tot het algemeen beleid van de faculteit en van de universiteit voor aan de algemene bestuursorganen of het Groepsbestuur; 7. hij krijgt informatie over het beleid van de groep en de universiteit; 8. hij beslist over de voorstellen die door het Faculteitsbestuur ter bespreking worden voorgelegd; 9. hij richt naar goeddunken vaste of tijdelijke commissies op; De Faculteitsraad komt viermaal per jaar bijeen. Artikel 2: De decaan 3: bevoegdheden De decaan oefent de bevoegdheden uit die worden genoemd in artikel 45 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit. 4: verkiezing 3

4 personeel wordt uitgenodigd en gehoord op de vergaderingen van het Bureau van de faculteit voor aangelegenheden die hen aanbelangen. Deze vertegenwoordiger wordt tweejaarlijks in september aangeduid door de leden van het assisterend/bijzonder academisch personeel volgens volgend beurtrolsysteem: CW, ASRO, W, BB, CIT, MTM, E. Een vertegenwoordiger van de studenten wordt uitgenodigd en gehoord op de vergaderingen van het Bureau van de faculteit voor aangelegenheden die hen aanbelangen. Deze vertegenwoordiger wordt jaarlijks in september aangeduid door de studenten. Andere studenten dan de vertegenwoordiger kunnen worden gehoord mits gemotiveerde aanvraag. De programmadirecteur van de Permanente onderwijscommissie eerste cyclus wordt uitgenodigd en gehoord op de vergaderingen van het Bureau van de faculteit voor aangelegenheden die het kandidatuuronderwijs aanbelangen. De administratief secretaris van de faculteit woont de vergaderingen van het Bureau van de faculteit bij zonder stemgerechtigd te zijn en stelt de notulen op. Artikel 4: bevoegdheden Het Bureau van de faculteit staat in voor het dagelijks bestuur van de faculteit, onverminderd de bevoegdheid van de Faculteitsraad en van de decaan. Het bereidt de vergaderingen van de Faculteitsraad voor en voert diens besluiten uit. Het Bureau van de faculteit brengt advies uit over: 1 de aanstelling en verlenging van AAP-leden; 2 de samenstelling van examencommissies van doctorandi; 3 de verdeling over de departementen van de door de universiteit aan de faculteit ter beschikking gestelde middelen en speciale initiatieven (bv. didactisch krediet). Het betreft zowel ruimte, financiële middelen als personeel (rekeneenheden). Deze beslissingen worden aan de Faculteitsraad voorgelegd. Behoudens De verkiezing geschiedt volgens een kiesreglement dat door de Academische raad wordt opgesteld. Artikel 3: Het Faculteitsbestuur 5: samenstelling Het Faculteitsbestuur bestaat uit de decaan, de vice-decaan, de academische secretaris en de departementsvoorzitters. De programmadirecteur Ba1 (bachelor - semester 1-2-3) wordt uitgenodigd en gehoord op de vergaderingen van het Faculteitsbestuur voor aangelegenheden die de eerste drie semesters van de bachelor aanbelangen. Een vertegenwoordiger van het (bijzonder) assisterend academisch personeel wordt uitgenodigd en gehoord op de vergaderingen van het Faculteitsbestuur voor aangelegenheden die hen aanbelangen. Een vertegenwoordiger van de studenten wordt uitgenodigd en gehoord op de vergaderingen van het Faculteitsbestuur voor aangelegenheden die hen aanbelangen. De administratief secretaris van de faculteit stelt de notulen van de vergadering op. 6: bevoegdheden Het Faculteitsbestuur staat in voor het dagelijks bestuur van de faculteit, onverminderd de bevoegdheid van de Faculteitsraad en van de decaan. Het bereidt de vergaderingen van de Faculteitsraad voor en voert diens besluiten uit. Artikel 4: De Permanente onderwijscommissies In de Faculteit Ingenieurswetenschappen worden in uitvoering van artikel 39 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit permanente onderwijscommissies opgericht voor Ba1 (bachelor semester 4

5 andersluidende beslissing met een tweederde meerderheid in de Faculteitsraad is de beslissing van het Bureau definitief. In geval van afkeuring werkt het Bureau een nieuw voorstel uit. Hoofdstuk 2: De facultaire adviesorganen De Permanente onderwijscommissies In de Faculteit Toegepaste Wetenschappen worden in uitvoering van artikel 39 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit volgende permanente onderwijscommissies opgericht. Elke permanente onderwijscommissie wordt voorgezeten door een programmadirecteur die door de Faculteitsraad wordt aangesteld op voorstel van de decaan. De decaan raadpleegt hierover voorafgaandelijk het faculteitsbureau, de betrokken permanente onderwijscommissie en de vicerector. Het mandaat van de programmadirecteur duurt drie jaar en is eenmaal hernieuwbaar voor een periode van drie jaar. Dit mandaat is niet verenigbaar met dat van departementsvoorzitter. Bij het aflopen van het mandaat van de programmadirecteur, worden door de betrokken permanente onderwijscommissie tenminste twee kandidaten aan de decaan voorgedragen. Dit gebeurt ten laatste vier weken voor de vergadering van de faculteitsraad die het einde van het mandaat voorafgaat. Voorgestelde ZAP-leden worden door de faculteitsraad aangesteld. De ZAPleden zetelen in beginsel voor de duur van drie jaar. Hun mandaat is onbeperkt hernieuwbaar. De AAP/BAP-leden zetelen voor de duur van twee jaar en de studenten voor de duur van één jaar en worden door hun respectievelijke groep voorgesteld op de eerste faculteitsraad van het nieuwe academiejaar. Artikel 5: samenstelling 1 Permanente onderwijscommissie eerste cyclus Deze is bevoegd voor de kandidaturen burgerlijk ingenieur (met inbegrip van het overgangsjaar voor kandidaat industrieel ingenieurs) ), initiële masters, master-na-masteropleidingen, uitdovende tweedecyclusopleidingen en uitdovende voortgezette academische opleidingen. Daarnaast wordt een Facultaire (of overkoepelende) Onderwijscommissie opgericht. Elke permanente onderwijscommissie wordt voorgezeten door een programmadirecteur. ZAP-leden die in permanente onderwijscommissies zetelen, worden door de faculteitsraad aangesteld. Deze ZAP-leden zetelen in beginsel voor de duur van drie jaar. Hun mandaat is onbeperkt hernieuwbaar. De AAP/BAP-leden zetelen voor de duur van twee jaar en de studenten voor de duur van één jaar en worden door hun respectievelijke groep voorgesteld op de eerste faculteitsraad van het nieuwe academiejaar. De permanente onderwijscommissie vergadert ten minste vier maal per academiejaar. 7: samenstelling in Ba1 (semester 1-2-3):? - Ba2 (semester 4): specialiteits-poc - Permanente onderwijscommissie architectuur (bachelor en master) - Permanente onderwijscommissies tweede cyclus - Permanente onderwijscommissies voortgezette academische opleidingen c.q. master-na-masteropleidingen - Facultaire (of overkoepelende) onderwijscommissie 8: bevoegdheden De permanente onderwijscommissies oefenen de bevoegdheden uit die worden genoemd in artikel 46 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit. De Facultaire POC oefent de bevoegdheden uit die worden genoemd in artikel 10 van Groepsreglement Exacte Wetenschappen. Artikel 5: De programmadirecteur 5

6 Samenstelling: omvat, naast de programmadirecteur, 14 andere stemgerechtigde leden, nl. 4 ZAP-leden met een leeropdracht in de kandidaturen (1) 3 ZAP-leden (2) 2 AAP-leden (3) 5 studenten (4) (1) De 4 ZAP-leden worden aangeduid door de ZAP-leden met een didactische opdracht in de eerste cyclus. Is een ZAP-lid niet meer in de mogelijkheid zijn mandaat waar te nemen (ontslag, emeritaat, etc.) dan wordt hij vervangen door een nieuw lid dat de termijn uitdoet. (2) De 3 ZAP-leden komen telkens uit een andere groep: - hetzij architectuur, burgerlijke bouwkunde, werktuigkunde - hetzij elektrotechniek, computerwetenschappen - hetzij materiaalkunde, chemische ingenieurstechnieken - hetzij leden met een belangrijke leeropdracht in de kandidaturen. Deze leden vertegenwoordigen niet alleen hun eigen richting maar de volledige faculteit. Ze worden aangesteld door de faculteitsraad op advies van het betrokken departement en van het Bureau van de faculteit. (3) De 2 AAP-leden moeten een didactische opdracht in de kandidaturen vervullen. Deze geleding omvat ten minste 1 monitor. (4) De studentengeleding wordt bij voorkeur als volgt samengesteld: - 2 uit de 1e kandidatuur - 2 uit de 2e kandidatuur - 1 aan te duiden door de studentendelegatie in de faculteitsraad De permanente onderwijscommissie nodigt alle ZAP-leden met leeropdracht in de eerste cyclus (algemene richting) uit (zowel hoor- als werkcolleges). Zij zijn echter niet stemgerechtigd. De programmadirecteur van de permanente onderwijscommissie architectuur of zijn vertegenwoordiger wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de permanente onderwijscommissie eerste cyclus. Hij is echter niet stemgerechtigd. 9: bevoegdheden De programmadirecteur oefent de bevoegdheden uit die worden genoemd in artikel 46 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit. 10: aanstelling De programmadirecteurs worden door de Faculteitsraad aangesteld op voorstel van de decaan. De decaan raadpleegt hierover voorafgaandelijk de betrokken permanente onderwijscommissie, het Faculteitsbestuur en de vicerector. Het mandaat van de programmadirecteur duurt drie jaar en is verlengbaar voor periodes van drie jaar (of desgevallend voor een door het Groepsbestuur te bepalen kortere periode. Dit mandaat is niet verenigbaar met dat van departementsvoorzitter. Bij het aflopen van het mandaat van de programmadirecteur, worden door de betrokken permanente onderwijscommissie ten minste twee kandidaten aan de decaan voorgedragen. Dit gebeurt ten laatste vier weken voor de vergadering van de faculteitsraad die het einde van het mandaat voorafgaat. Artikel 6: De Facultaire doctoraatscommissie 11: samenstelling De facultaire doctoraatscommissie bestaat uit een door elk departement aangeduid vertegenwoordiger en wordt voorgezeten door de vice-decaan die ambtshalve voorzitter is van de examencommissie. Wanneer de facultaire doctoraatscommissie werkt als P.O.C. wordt zij uitgebreid met 2 AAP/BAPvertegenwoordigers, jaarlijks aan te duiden door de AAP/BAP-fractie. 12: bevoegdheden De facultaire doctoraatscommissie heeft twee functies. Enerzijds fungeert zij als Permanente Onderwijscommissie die de kwaliteit van de doctoraatsopleiding moet waarborgen. In deze functie wordt zij belast met - het verlenen van de toestemming om te starten met het doctoraat en de doctoraatsopleiding; 6

7 2 Permanente onderwijscommissie architectuur (eerste én tweede cyclus) Samenstelling: omvat, naast de programmadirecteur, 14 andere stemgerechtigde leden, nl. 4 ZAP-leden uit het departement Architectuur, Stedebouw en Ruimtelijke Ordening (1) 3 ZAP-leden uit andere departementen (2) 2 AAP-leden (3) 5 studenten (4) (1) De 4 ZAP-leden worden aangeduid door het onderwijsverstrekkend departement voor een duurtijd van drie jaar, onbeperkt hernieuwbaar. Is een ZAP-lid niet meer in de mogelijkheid zijn mandaat waar te nemen (ontslag, emeritaat, etc.) dan wordt hij vervangen door een nieuw lid dat de termijn uitdoet. (2) De 3 ZAP-leden komen elk uit een andere groep : - hetzij burgerlijke bouwkunde, werktuigkunde - hetzij elektrotechniek, computerwetenschappen - hetzij materiaalkunde, chemische ingenieurstechnieken. Ze worden aangesteld door de faculteitsraad op advies van het betrokken departement en van het Bureau van de faculteit voor een termijn van drie jaar, onbeperkt hernieuwbaar. Minstens één van deze leden moet een leeropdracht hebben in de eerste cyclus. Deze leden vertegenwoordigen de faculteit. (3) De 2 AAP-leden worden gekozen binnen het onderwijsverstrekkend departement onder toezicht van de departementsvoorzitter of zijn afgevaardigde. (4) De 5 studenten worden zodanig gekozen dat er één student uit elk studiejaar komt. De studenten worden voor één jaar verkozen vóór de eerste vergadering van permanente onderwijscommissie. De permanente onderwijscommissie nodigt alle voltijdse ZAP met leeropdracht in het betrokken onderwijsverstrekkend departement uit - het in overleg met de promotor beslissen of een kandidaat-doctorandus, na het afleggen van een predoctorale proef, wordt toegelaten tot het doctoraat, alsook het certifiëren van de predoctorale periode; - het formeel goedkeuren van de doctoraatsprogramma's die door de begeleidingscommissies voorgelegd worden, d.w.z. controleren of deze programma's aan alle reglementaire criteria voldoen (over de relevantie van de inhoud oordelen de begeleidingscommissies), - het opstellen van de lijst van cursussen en seminaries die kunnen gekozen worden als 'direct onderwijs' (zie verder onder paragraaf 7), - het eventueel verlenen van vrijstelling voor (gedeelten van) de doctoraatsopleiding, b.v. aan doctorandi die het grootste gedeelte van hun tijd niet aan de Faculteit doorbrengen. - Het samenstellen van de individuele examencommissies - De besluitvorming over de besteding van de facultaire doctoraatsmiddelen. Anderzijds is zij de examencommissie voor de doctoraatsopleiding. In deze functie wordt zij belast met - het toezicht uitoefenen op de uitvoering en de regelmatige evaluatie van het programma, - het toekennen van het getuigschrift voor de doctoraatsopleiding. Voor de toekenning van de doctoraatstitel zelf blijven de examencommissies bevoegd. De doctorandus en de promotor hebben het recht om op hun verzoek gehoord te worden door de facultaire doctoraatscommissie. Artikel 7: De Facultaire beoordelingscommissie 13: samenstelling De Facultaire beoordelingscommissie wordt ambtshalve voorgezeten door de vice-decaan en bestaat uit de voorzitters van de departementen en twee leden, jaarlijks in mei door de faculteitsraad bij geheime stemming aan te duiden uit de rang van gewoon hoogleraren. 7

8 (zowel hoor- als werkcolleges). Zij zijn echter niet stemgerechtigd. De permanente onderwijscommissie nodigt ook de ZAP-leden uit die titularis zijn van de opleidingsonderdelen waarvoor een voorstel tot wijziging bestaat (en slechts voor dat punt van de dagorde). Zij zijn echter niet stemgerechtigd. 3 Permanente onderwijscommissies tweede cyclus Voor volgende studierichtingen wordt telkens een permanente onderwijscommissie opgericht. - mijnbouw - bouwkunde - materiaalkunde - chemische ingenieurstechnieken - elektrotechniek - werktuigkunde - computerwetenschappen Samenstelling: omvat, naast de programmadirecteur, 14 andere stemgerechtigde leden, nl. 4 ZAP-leden uit het betrokken departement, verantwoordelijk voor de opleiding (1) 3 ZAP-leden, niet uit het betrokken departement (2) 2 AAP-leden (3) 5 studenten (4) (1) De 4 ZAP-leden worden aangeduid door het betrokken departement voor een duurtijd van drie jaar, onbeperkt hernieuwbaar. Is een ZAP-lid niet meer in de mogelijkheid zijn mandaat waar te nemen (ontslag, emeritaat, etc.) dan wordt hij vervangen door een nieuw lid dat de termijn uitdoet. (2) De 3 ZAP-leden komen elk uit een andere groep : - hetzij architectuur, burgerlijke bouwkunde, werktuigkunde - hetzij elektrotechniek, computerwetenschappen - hetzij materiaalkunde, chemische ingenieurstechnieken. Indien een departementsvoorzitter niet tot de rang van gewoon hoogleraar behoort, wordt hij in de Facultaire beoordelingscommissie bij de adviesverstrekking m.b.t. bevorderingsaanvragen vervangen door een gewoon hoogleraar, aangeduid door zijn departement. 14: bevoegdheden De Facultaire beoordelingscommissie brengt advies uit over: - bevorderingsaanvragen - kandidaatstellingen voor profielvacatures, uitgeschreven door een enkel departement waarvan alle ZAP-leden tot één enkele Faculteit behoren, tenzij het gaat om profielvacatures in onderzoeksdomeinen waarvoor speciale beoordelingscommissies bestaan. Artikel 8: De Facultaire evaluatiecommissie ZAP 15: samenstelling De Facultaire evaluatiecommissie ZAP bestaat uit 7 ZAP-leden, waarvan ten minste 3 leden uit een beoordelingscommissie. Kandidaten voor het lidmaatschap van de Facultaire evaluatiecommissie worden door de Faculteitsraad voorgedragen bij geheime stemming. De Faculteitsraad draagt het dubbele van het aantal voorziene leden van de evaluatiecommissie voor. De voor te dragen kandidaten moeten behoren tot het zelfstandig academisch personeel van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Ook deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die geen deel uitmaken van de faculteitsraad, kunnen worden voorgedragen. De Facultaire evaluatiecommissie wordt aangesteld door het Gemeenschappelijk bureau voor een termijn van drie jaar. Zij wordt voorgezeten door het oudste lid. Het mandaat van decaan is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Facultaire evaluatiecommissie ZAP. 16: bevoegdheden De Facultaire evaluatiecommissie doet het voorstel van evaluatie van de 8

9 Deze leden vertegenwoordigen niet alleen hun eigen richting maar de volledige faculteit. Ze worden aangesteld door de faculteitsraad op advies van het betrokken departement en van het Bureau van de faculteit voor een termijn van drie jaar, onbeperkt hernieuwbaar. (3) De 2 AAP-leden worden gekozen binnen het onderwijsverstrekkend departement onder toezicht van de departementsvoorzitter of zijn afgevaardigde. (4) De 5 studenten worden zodanig gekozen dat er minstens één student uit elk studiejaar komt. De studenten worden voor één jaar verkozen vóór de eerste vergadering van de permanente onderwijscommissie. De permanente onderwijscommissie nodigt alle voltijdse ZAP-leden uit van het betrokken onderwijsverstrekkend departement uit (zowel hoorals werkcolleges). Zij zijn echter niet stemgerechtigd. De permanente onderwijscommissie nodigt ook de ZAP-leden uit die titularis zijn van de opleidingsonderdelen waarvoor een voorstel tot wijziging bestaat (en slechts voor dat punt van de dagorde). Zij zijn echter niet stemgerechtigd. 4 Voor het eerste jaar van het driejarige brugprogramma voor industrieel ingenieurs is de permanente onderwijscommissie eerste cyclus bevoegd. Voor alle andere jaren in de brugprogramma s voor industrieel ingenieurs is de permanente onderwijscommissie van de betrokken studierichting bevoegd. 5 Permanente onderwijscommissies voortgezette academische opleidingen Voor elke voortgezette academische opleiding wordt telkens een permanente onderwijscommissie opgericht. Eventueel kan een permanente onderwijscommissie tweede cyclus deze rol vervullen. Samenstelling: omvat, naast de programmadirecteur, 14 stemgerechtigde leden, nl. leden van het zelfstandig academisch personeel van de faculteit. Afdeling 2: De Departementen Artikel 1: De Departementen De Groep omvat 15 departementen, waarvan de volgende 7 worden gecatalogeerd binnen de Faculteit Ingenieurswetenschappen: - Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening - Burgerlijke Bouwkunde - Chemische Ingenieurstechnieken - Computerwetenschappen - Elektrotechniek - Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde - Werktuigkunde Het interdepartementale Centrum voor Monumentenzorg wordt eveneens gecatalogeerd binnen de Faculteit Ingenieurswetenschappen en wordt administratief gehecht aan het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening. De interdepartementale centra worden in het Faculteitsbestuur vertegenwoordigd door de voorzitter van het departement waaraan het administratief is gehecht. Leden van het Centrum voor Monumentenzorg zijn ofwel lid van het Departement Burgerlijke Bouwkunde of van het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening.De structuur en werking van dit interdepartementaal centrum wordt beschreven in een inwendig reglement dat door het Groepsbestuur wordt goedgekeurd. 1: bevoegdheden Het departement oefent de bevoegdheden uit die worden genoemd in artikel 49 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit. Artikel 2: De Departementsraad 9

10 7 ZAP-leden uit de onderwijsverstrekkende departementen/faculteiten (1) 2 AAP-leden (2) 5 studenten (1) De 7 ZAP-leden worden aangeduid door de betrokken departementen/faculteiten voor een duurtijd van drie jaar, onbeperkt hernieuwbaar. Is een ZAP-lid niet meer in de mogelijkheid zijn mandaat waar te nemen (ontslag, emeritaat, etc.) dan wordt hij vervangen door een nieuw lid dat de termijn uitdoet. (2) De 2 AAP-leden worden gekozen binnen de onderwijsverstrekkende departementen/faculteiten onder toezicht van de programmadirecteur van de Permanente onderwijscommissie of zijn afgevaardigde. De permanente onderwijscommissie nodigt alle voltijdse ZAP-leden met een leeropdracht in de betrokken voortgezette academische opleiding uit (zowel hoor- als werkcolleges). Zij zijn echter niet stemgerechtigd. De permanente onderwijscommissie nodigt ook de ZAP-leden uit die titularis zijn van de opleidingsonderdelen waarvoor een voorstel tot wijziging bestaat (en slechts voor dat punt van de dagorde). Zij zijn echter niet stemgerechtigd. Voor voortgezette academische opleidingen die interdepartementaal/interfacultair ingericht worden, wordt een billijke verdeling van de leden over de verschillende departementen/faculteiten nagestreefd. 6 Facultaire (of overkoepelende) Onderwijscommissie De Facultaire onderwijscommissie is verantwoordelijk voor de eerste en tweede cyclus en voor de voortgezette academische opleidingen. Samenstelling: de programmadirecteurs van de permanente onderwijscommissies eerste en tweede cyclus, 2 AAP-leden en zes 2: samenstelling De departementsraad bestaat uit: 1 alle voltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel en de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die voor onbepaalde duur voltijds zijn verbonden aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen; 2 een vertegenwoordiging van de deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die niet tot de eerste categorie gehoren; 3 een vertegenwoordiging van het assisterend academisch personeel, de vastbenoemde leden van het wetenschappelijk personeel, de bijzonder navorsers en de bijzonder wetenschappelijke medewekers; 4 een vertegenwoordiger van het administratief en technisch personeel; 5 een vertegenwoordiging van de studenten die bij het onderzoek van het departement betrokken zijn. De departementsraad bepaalt uit hoeveel leden van de onder 2, 3 en 5 genoemde vertegenwoordigingen bestaat; de vertegenwoordigingen onder 2, 3, 4 en 5 maken samen niet meer dan een derde van het totaal aantal leden uit. De vertegenwoordigers genoemd onder 2, 3,4 en 5 worden verkozen onder toezicht van de departementsvoorzitter op initiatief van en door de aan het departement verbonden leden van de betrokken categorieën. 3: bevoegdheden De Departementsraad verstrekt advies aan het Departementsbestuur inzake algemeen beleid. Artikel 3: Het Departementsbestuur 4: samenstelling Het Departementsbestuur wordt samengesteld overeenkomstig het reglement van het departement. De samenstelling van het Departementsbestuur wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan het Groepsbestuur. 10

11 studenten. Indien agendapunten behandeld worden die specifiek de voortgezette academische opleidingen aanbelangen, wordt de programmadirecteur van de betrokken permanente onderwijscommissie uitgenodigd. De pedel woont de vergadering bij. De vice-decaan is ambtshalve programmadirecteur van deze commissie. Artikel 6: bevoegdheden De permanente onderwijscommissies oefenen de bevoegdheden uit die worden genoemd in artikel 39 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit. De Facultaire doctoraatscommissie Artikel 7: samenstelling De facultaire doctoraatscommissie bestaat uit een door elk departement aangeduid vertegenwoordiger en wordt voorgezeten door de vice-decaan die ambtshalve voorzitter is van de examencommissie. Wanneer de facultaire doctoraatscommissie werkt als P.O.C. wordt zij uitgebreid met 2 AAP/BAPvertegenwoordigers, jaarlijks aan te duiden door de AAP/BAP-fractie. Artikel 8: bevoegdheden De facultaire doctoraatscommissie heeft twee functies. Enerzijds fungeert zij als Permanente Onderwijscommissie die de kwaliteit van de doctoraatsopleiding moet waarborgen. In deze functie wordt zij belast met - het formeel goedkeuren van de doctoraatsprogramma s die door de begeleidingscommissies voorgelegd worden, d.w.z. controleren of deze programma s aan alle reglementaire criteria voldoen (over de relevantie van de inhoud oordelen de begeleidingscommissies), - het opstellen van de lijst van cursussen en seminaries die kunnen gekozen worden als direct onderwijs (zie verder onder paragraaf 7), - het eventueel verlenen van vrijstelling voor (gedeelten van) de doctoraatsopleiding, b.v. aan doctorandi die het grootste gedeelte van hun tijd niet aan de Faculteit doorbrengen. 5: bevoegdheden Het Departementsbestuur, hierbij inzake algemeen beleid geadviseerd door de Departementsraad, staat in voor de in artikel 48 en 49 van het Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit genoemde opdrachten Artikel 4: De departementsvoorzitter De departementsvoorzitter is ofwel een gewoon hoogleraar of voltijds hoogleraar, ofwel een buitengewoon hoogleraar of deeltijds hoogleraar die voor onbepaalde duur voltijds verbonden is aan de universiteit met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen. Het mandaat van departementsvoorzitter duurt vijf jaar en kan éénmaal worden hernieuwd. De functie van departementsvoorzitter is onverenigbaar met die van programmadirecteur van een permanente onderwijscommissie eerste of twee cyclus. De departementsvoorzitter wordt aangesteld volgens de volgende procedure: de Departementsraad legt via een verkiezing een lijst vast van ten minste drie kandidaten, tenzij er minder dan drie kandidaten zouden zijn; die lijst wordt met het behaalde aantal stemmen voorgelegd aan het Groepsbestuur die hieruit een kandidaat kiest. Bij een tweede aanstelling consulteert het Groepsbestuur de Departementsraad zonder dat deze laatste een nieuwe verkiezing organiseert. 6: bevoegdheden De departementsvoorzitter waakt over de uitvoering van de opdrachten van het departement. Hij is verantwoordelijk voor het goed gebruik van de universitaire middelen. Hij wordt geïnformeerd over de aanvragen en toekenningen van andere middelen die aan het departement of onderdelen daarvan of aan één aan het departement gehechte onderzoeksgroep toekomen en ziet toe op het rationeel gebruik ervan. 7: aanstelling 11

12 - de besluitvorming over de besteding van de facultaire doctoraatsmiddelen. Anderzijds is zij de examencommissie voor de doctoraatsopleiding. In deze functie wordt zij belast met - het toezicht uitoefenen op de uitvoering en de regelmatige evaluatie van het programma, - het toekennen van het getuigschrift voor de doctoraatsopleiding. Voor de toekenning van de doctoraatstitel zelf blijven de examencommissies bevoegd. De doctorandus en de promotor hebben het recht om op hun verzoek gehoord te worden door de facultaire doctoraatscommissie. De departementsvoorzitter wordt aangesteld conform artikel 52 van het Gewoon reglement structuur. De Facultaire beoordelingscommissie Artikel 9: samenstelling De Facultaire beoordelingscommissie wordt ambtshalve voorgezeten door de vice-decaan en bestaat uit de voorzitters van de departementen en twee leden, jaarlijks in mei door de faculteitsraad bij geheime stemming aan te duiden uit de rang van gewoon hoogleraren. Indien een departementsvoorzitter niet tot de rang van gewoon hoogleraar behoort, wordt hij in de Facultaire beoordelingscommissie bij de adviesverstrekking m.b.t. bevorderingsaanvragen vervangen door een gewoon hoogleraar, aangeduid door zijn departement. Artikel 10: bevoegdheden De Facultaire beoordelingscommissie brengt advies uit over: - aflopende functies - aflopende leeropdrachten - ontheffingsaanvragen - bevorderingsaanvragen - kandidaatstellingen voor (profiel)vacatures - doorschuiving van leeropdrachten. 12

13 De Facultaire evaluatiecommissie ZAP Artikel 11: samenstelling De Facultaire evaluatiecommissie ZAP bestaat uit 7 ZAP-leden, waarvan ten minste 3 leden uit een beoordelingscommissie. Kandidaten voor het lidmaatschap van de Facultaire evaluatiecommissie worden door de Faculteitsraad voorgedragen bij geheime stemming. De Faculteitsraad draagt het dubbele van het aantal voorziene leden van de evaluatiecommissie voor. De voor te dragen kandidaten moeten behoren tot het zelfstandig academisch personeel van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Ook deeltijdse leden van het zelfstandig academisch personeel die geen deel uitmaken van de faculteitsraad, kunnen worden voorgedragen. De Facultaire evaluatiecommissie wordt aangesteld door het Gemeenschappelijk bureau voor een termijn van drie jaar. Zij wordt voorgezeten door het oudste lid. Het mandaat van decaan is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Facultaire evaluatiecommissie ZAP. Artikel 12: bevoegdheden De Facultaire evaluatiecommissie doet het voorstel van evaluatie van de leden van het zelfstandig academisch personeel van de faculteit. Hoofdstuk 3: De departementen De Faculteit omvat 7 departementen - Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening - Burgerlijke Bouwkunde - Chemische Ingenieurstechnieken - Computerwetenschappen - Elektrotechniek - Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde - Werktuigkunde 13

14 Alle leden van het zelfstandig academisch personeel behoren tot een departement. Uitzonderlijk kunnen Er bestaan eveneens twee interdepartementale centra waarvan de regelgeving wordt beheerst door het Gewoon Reglement Structuur betreffende de departementen. Deze centra zijn: - het Centrum voor Monumentenzorg, dat administratief wordt gehecht aan het departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening; - het Centrum voor Industrieel Beleid, dat administratief wordt gehecht aan het departement Werktuigkunde. De interdepartementale centra worden in het Faculteitsbureau vertegenwoordigd door de voorzitter van het departement waaraan het administratief is gehecht. Alle leden van het Centrum voor Industrieel Beleid zijn lid van het Departement Werktuigkunde; leden van het Centrum voor Monumentenzorg zijn ofwel lid van het Departement Burgerlijke Bouwkunde of van het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening. Een interdepartementaal is in zijn wetenschapsdomein verantwoordelijk voor de opdrachten die krachtens artikel 42 van het Gewoon reglement structuur van de universiteit aan de departementen zijn toegekend, d.i. de organisatie en coördinatie van het onderwijs en het onderzoek, het personeelsbeleid en het financieel beleid. De opdrachten voorzien in artikel 42, 4, 5, 6 en 7 worden uitgevoerd in overleg met het departement waaraan het interdepartementaal centrum administratief is gehecht en de andere betrokken departementen. De voorzitter wordt verkozen conform artike 45 van het Gewoon Reglement structuur. Het mandaat van centrumvoorzitter duurt 4 jaar en is eenmaal hernieuwbaar; dit mandaat is onverenigbaar met dat van departementsvoorzitter. De centrumvoorzitter neemt, wat het interdepartementaal centrum betreft, de 14

15 verantwoordelijkheid met betrekking tot het goed gebruik van de universitaire middelen, waarvan sprake in artikel 46 van het Gewoon reglement structuur, over van de departementsvoorzitter van het departement waaraan het administratief is gehecht. 15