Pagina 1 van 18 HUISHOUDELIJK REGLEMENT FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN

Transcriptie

1 HUISHOUDELIJK REGLEMENT FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Artikel 1. Draagwijdte van het huishoudelijk reglement van de faculteit Dit huishoudelijk reglement bepaalt de organisatie en de werking van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, overeenkomstig artikel 78 5 van het Organiek reglement (OR). Het bevat bepalingen uit de hogere reglementen die voor de faculteit relevant zijn en alle aanvullingen waarvoor de faculteit de bevoegdheid heeft, zoals bepaald in Hoofdstuk XII van het OR. De volgende hogere universitaire reglementen bevatten artikels die de organisatie en de werking van faculteiten bepalen: - Organiek reglement - Reglement academisch personeel - Groepsreglement - Reglement decaansverkiezing - Aanvullend reglement inzake de permanente onderwijscommissies en de programmadirecteur - Bijzonder reglement inzake de bestuursorganen van Kulak In geval van huidige of toekomstige tegenstrijdigheid tussen dit huishoudelijk reglement en hogere reglementen geldt de bepaling in het hogere reglement. Hoofdstuk I. De beleidsorganen van de faculteit A. De Faculteitsraad Artikel 2. Samenstelling van de Faculteitsraad Conform artikel 79 1 van het OR: De Faculteitsraad is samengesteld uit de leden van het zelfstandig academisch personeel van de faculteit die voor minimum 80% aan de KU Leuven zijn verbonden, de onderzoeksmanagers van niveau 3, een vertegenwoordiging van het deeltijds zelfstandig academisch personeel, en een vertegenwoordiging van studenten conform het participatiedecreet (voor een hernieuwbare mandaattermijn van één jaar, met een maximale totale duur van vier jaar), assisterend en bijzonder academisch personeel (voor een hernieuwbare mandaattermijn van twee jaar, maximaal eenmaal hernieuwbaar) en administratief en technisch personeel, zoals bepaald in het facultaire reglement. Voor de toepassing van dit artikel worden de leden van het onderwijzend personeel van groep 3 (docenten, hoofddocenten, hoogleraren) gelijkgesteld met de leden van het zelfstandig academisch personeel en de overige leden van het onderwijzend personeel als leden van het assisterend academisch personeel. De Faculteitsraad Psychologie en Pedagogische Wetenschappen is als volgt samengesteld: - alle leden van het zelfstandig academisch personeel van de faculteit die voor minimum 80% exclusief aan de KU Leuven zijn verbonden, - één lid van het deeltijds zelfstandig academisch personeel, - elf studenten uit de opleidingen van de faculteit, - tien leden van het assisterend en bijzonder academisch personeel, en - twee leden van het administratief en technisch personeel. Pagina 1 van 18

2 De administratief directeur van de faculteit woont de vergadering bij en stelt de notulen op. De administratief directeur is stemgerechtigd bij de verkiezing van de decaan. De diensthoofden van de facultaire ondersteunende diensten (Dienst Onderwijsondersteuning en Studiebegeleiding, Studentenadministratie, Bibliotheek en Dienst ICT) kunnen de vergadering als waarnemer bijwonen. Vrijwillig medewerkers, gastprofessoren en personeelsleden met een emeritaatsstatuut maken geen deel uit van de Faculteitsraad. Overeenkomstig artikel 5 1 van het OR worden de vertegenwoordiger van het deeltijds zelfstandig academisch personeel en de twee vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel verkozen voor een eenmaal onmiddellijk hernieuwbare periode van vier jaar. De vertegenwoordigers van het assisterend en bijzonder academisch personeel worden verkozen voor een eenmaal onmiddellijk hernieuwbare periode van twee jaar. De procedure voor de verkiezing van deze vertegenwoordigers wordt in een intern reglement beschreven. Dit reglement is ter beschikking op het intranet. De verkiezing van de studentenvertegenwoordigers heeft jaarlijks plaats op initiatief van de studenten. Het Faculteitsbestuur kan elk jaar, binnen de contouren van het OR en ten laatste in mei, een voorstel tot aanpassing van het aantal vertegenwoordigers van de diverse geledingen ter goedkeuring aan de Faculteitsraad voorleggen. Artikel 3. Bevoegdheden van de Faculteitsraad Conform artikel 79 3 van het OR: Het Faculteitsbestuur legt het beleid ter goedkeuring voor aan de Faculteitsraad. De Faculteitsraad verkiest de decaan. - De verkiezing van de decaan gebeurt volgens het Reglement decaansverkiezing en zoals aangevuld in artikel De Faculteitsraad stelt, op voordracht van de decaan en na consultatie van het Faculteitsbestuur, de vicedecanen (artikels 12 en 14) en de programmadirecteurs (artikel 20) aan. - Conform artikel 45 van het Reglement academisch personeel verkiest de Faculteitsraad de leden van de facultaire beoordelingscommissie die rechtstreeks worden aangesteld en de leden van de facultaire beoordelingscommissie die aan het Gemeenschappelijk Bureau worden voorgedragen. De modaliteiten worden gespecificeerd in artikel Conform artikel 71 1 van het Reglement academisch personeel draagt de Faculteitsraad de leden van de facultaire evaluatiecommissie voor zelfstandig academisch personeel aan het Groepsbestuur voor. In onze faculteit worden deze leden door de Faculteitsraad verkozen, volgens de modaliteiten gespecificeerd in artikel Ingrijpende wijzigingen aan het organigram of aan programma s legt het Faculteitsbestuur expliciet ter goedkeuring aan de Faculteitsraad voor (zie artikel 7 en artikel 18). - Alle profielvacatures worden ter bespreking en goedkeuring aan de Faculteitsraad voorgelegd (artikel 7). - De verslagen van het Faculteitsbestuur worden ter kennisgeving aan de Faculteitsraad voorgelegd (artikel 8). Artikel 4. Werking van de Faculteitsraad 1 Vergaderritme Conform artikel 79 4 van het OR: De Faculteitsraad vergadert ten minste tweemaal per jaar. Hij kan door een minimum quorum worden samengeroepen (te bepalen in het facultair reglement), ter agendering van punten die tot de bevoegdheid van de faculteit behoren. Het minimum quorum wordt vastgesteld op drie samen optredende leden (zie artikel 3 van het OR). Pagina 2 van 18

3 2 Voorzitterschap, agenda en samenroepen van de vergadering De Faculteitsraad wordt voorgezeten door de decaan. Hij/zij legt de agenda van de vergadering vast en roept de vergadering samen. 3 Wijze van stemmen, aanwezigheidsquorum en volmachten De regels over besluitvorming waaraan alle bestuursorganen zich moeten houden, staan gedetailleerd beschreven in artikel 3 van het OR. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor het volgende: - De Faculteitsraad beslist bij gewone meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. - De Faculteitsraad kan niet vergaderen als niet de helft van het aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is. - Alle leden van de Faculteitsraad kunnen procuratie verlenen binnen hun geleding, doch alleen m.b.t. verkiezingen, en elk lid kan drager zijn van ten hoogste één volmacht. In andere gevallen wordt geen procuratie verleend, tenzij het Faculteitsbestuur anders beslist. Deze beslissing wordt telkens uitdrukkelijk vermeld in de uitnodigingsbrief voor de betrokken Faculteitsraad. De procuratie wordt beperkt tot één volmacht per persoon. B. Het Faculteitsbestuur Artikel 5. Het bestuur van de faculteit Het bestuur van de faculteit is toevertrouwd aan het Faculteitsbestuur. Artikel 78 1 van het OR: Het Faculteitsbestuur oefent zijn bevoegdheden uit in delegatie van de Academische Raad, het Gemeenschappelijk Bureau en het Groepsbestuur. Artikel 77 van het OR: ( ) In die groepen waar het groepsreglement niet in een departementale structuur voorziet, neemt het Faculteitsbestuur ook de bevoegdheden van het Departementsbestuur over. Artikel 6. Samenstelling van het Faculteitsbestuur Conform artikel 78 4 van het OR: De samenstelling van het Faculteitsbestuur wordt bepaald door het facultaire reglement. De decaan is lid en voorzitter van het Faculteitsbestuur. Eén of meer studenten zijn lid van het Faculteitsbestuur, overeenkomstig het participatiedecreet, voor hernieuwbare mandaattermijnen van één jaar met een maximale totale duur van vier jaar. De student(en) neemt (nemen) niet deel aan de beraadslagingen en beslissingen over personalia. Een vertegenwoordiger van het assisterend en bijzonder academisch personeel en een vertegenwoordiger van het administratief en technisch personeel zijn lid, uitgezonderd voor personalia. De eerste is lid voor een eenmaal onmiddellijk hernieuwbare mandaattermijn van twee jaar. Het Faculteitsbestuur Psychologie en Pedagogische Wetenschappen is als volgt samengesteld: - de decaan, - de vicedecaan onderzoek en de vicedecaan onderwijs, - de campusdecaan Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Kulak, - de coördinatoren van grotere onderzoekseenheden (7 ZAP VTE of meer), - een vertegenwoordiger van het assisterend en bijzonder academisch personeel, aan te duiden door en uit de vertegenwoordiging voor assisterend en bijzonder academisch personeel in de Faculteitsraad, voor een termijn van twee jaar, eenmaal onmiddellijk hernieuwbaar, - een vertegenwoordiger van het administratief en technisch personeel, aan te duiden door en uit de vertegenwoordiging voor administratief en technisch personeel in de Faculteitsraad, voor een termijn van vier jaar, eenmaal onmiddellijk hernieuwbaar, en Pagina 3 van 18

4 - een vertegenwoordiger van de studenten, te verkiezen door en uit de studentenvertegenwoordiging in de Faculteitsraad voor een hernieuwbare termijn van één jaar met een maximale totale duur van vier jaar, en met een beurtrol uit de verschillende opleidingen. De administratief directeur neemt deel aan de vergadering en stelt de notulen op, maar is niet stemgerechtigd. De programmadirecteurs worden uitgenodigd voor de beleidsdossiers die een belangrijke impact op de onderwijsorganisatie hebben. Artikel 7. Bevoegdheden van het Faculteitsbestuur Artikel 78 2 van het OR: Bevoegdheden inzake onderwijs Het Faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor het onderwijs, organiseert het en bewaakt de kwaliteit ervan overeenkomstig de onderwijsreglementering zoals goedgekeurd door de Academische Raad. - Het is verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod en de profilering ervan. - Het is verantwoordelijk voor de onderwijsinrichting en de praktische organisatie. - Het is verantwoordelijk voor de opleidingsgebonden studentenaangelegenheden. - Het bepaalt de opdracht, de samenstelling en de werking van de Permanente Onderwijscommissies. - Het coördineert de onderwijsevaluaties, onder meer via de Permanente Onderwijscommissies. - Het wijst de onderwijsopdrachten toe na overleg met de betrokken programmadirecteur(s) en met de coördinatoren van de onderzoekseenheden, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het Reglement betreffende het academisch personeel. - Het Faculteitsbestuur legt een beleidsplan inzake onderwijs voor aan het Groepsbestuur. - Voor onderwijs beschikt het Faculteitsbestuur over middelen die haar door het Groepsbestuur volgens het intragroepallocatiemodel zijn toegewezen. ( ) Bevoegdheden inzake onderzoek en personeelsbeleid, conform artikel 82 1 van het OR Het Faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid en het personeelsbeleid. - Het is verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid. - Het legt een beleidsplan inzake onderzoek voor aan het Groepsbestuur. - Het stelt profielvacatures op en legt die na goedkeuring door de Faculteitsraad, voor aan het Groepsbestuur. - Het staat in voor het personeelsbeleid. - Het verzorgt de wetenschappelijke dienstverlening. - Het kan op basis van intern overleg met middelen die de zelfstandig academisch personeelsleden of onderzoeksgroepen extern verwerven, afdelingsoverschrijdende initiatieven financieren. Artikel 78 3 van het OR: Overige bevoegdheden - Het Faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor de verdeling van de aan de faculteit toegewezen middelen uit de eerste geldstroom en van de ruimte waarover zij voor de facultaire bevoegdheden beschikt. - Het stelt een facultaire begroting op en heeft hierover regelmatig overleg met het Groepsbestuur. - Het is verantwoordelijk voor de facultaire internationale aangelegenheden, de contacten met het relevante werkveld en de alumni, evenals voor de facultaire informatie- en rekruteringsactiviteiten. - Het is verantwoordelijk voor de facultaire maatschappelijke dienstverlening. Pagina 4 van 18

5 - Het organiseert de facultaire beoordelingscommissie(s) en evaluatiecommissie(s) ( ). Toegevoegde bevoegdheid, niet voorzien in het OR maar wel belangrijk voor een faculteit zonder departementale structuur - Het Faculteitsbestuur coördineert en integreert het beleid voor onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Het ziet toe op de werking van de Permanente Onderwijscommissies, van de onderzoekseenheden en van de onderzoeksgroepen, en op het gebruik van de middelen. Meer operationele bevoegdheden - Het Faculteitsbestuur bereidt de vergaderingen met de Faculteitsraad voor. - Het legt ten laatste in mei van elk jaar de vergaderdata van de bestuursorganen van de faculteit en van de Permanente Onderwijscommissies vast. - Het stelt jaarlijks op voordracht van de vicedecaan onderwijs de diverse examencommissies samen en stelt de voorzitters en de secretarissen aan. Het legt de beraadslagingsdata vast. - Het stelt de academische en administratieve verantwoordelijken voor de dienstverlenende en ondersteunende diensten aan en legt in samenspraak met hen en met eventuele adviescommissies, de beleidslijnen vast. - Het stelt de halftijdse evaluatiecommissies en de examencommissies voor doctoraten samen. - Het voegt, op voorstel van de vicedecaan onderwijs, de facultaire aanvullingen aan het universitaire onderwijs- en examenreglement toe. - Het bereidt programmahervormingen voor en legt die, na goedkeuring door de Faculteitsraad, ter bekrachtiging voor aan het Groepsbestuur. - Het bereidt wijzigingen aan het organigram voor en legt die, na goedkeuring door de Faculteitsraad, ter bekrachtiging voor aan het Groepsbestuur. Artikel 8. Werking van het Faculteitsbestuur Conform artikel 78 5 van het OR: Het Faculteitsbestuur stelt een facultair reglement op, en legt het ter goedkeuring voor aan het Groepsbestuur. 1 Het Faculteitsbestuur bestuurt collegiaal, onverminderd de specifieke opdrachten van de decaan en de vicedecanen. In uitzonderlijke gevallen kan een lid een stemming over een voorstel vragen. 2 Het Faculteitsbestuur nodigt experten uit indien de agenda dat vereist. 3 Het Faculteitsbestuur wint het advies in van de bevoegde adviesorganen voor de materies die onderwijs en onderzoek betreffen. 4 Elk lid van de faculteit kan vragen om een punt op de agenda van de vergadering van het Faculteitsbestuur te plaatsen; het dient hiertoe ten laatste één week voor de vergadering een gemotiveerde aanvraag in bij de decaan. 5 De ontwerpagenda en de documenten van de vergaderingen van het Faculteitsbestuur worden vijf dagen voor de vergaderdatum aan de leden bezorgd. Uitzonderlijk kunnen agendapunten en documenten later worden toegevoegd, maar in principe niet later dan 48 uur voorafgaand aan de vergadering. Het Faculteitsbestuur kan slechts geldig beslissen over een punt dat niet op de agenda staat, indien twee derde van de aanwezige stemgerechtigde leden ermee instemt om het punt te behandelen. 6 Het verslag van de vergaderingen van het Faculteitsbestuur is openbaar en wordt ter kennisgeving aan de Faculteitsraad voorgelegd. 7 Het Faculteitsbestuur vergadert twee keer per maand en wordt samengeroepen door de decaan. 8 Een Dagelijks Bestuur dat bestaat uit de decaan, de twee vicedecanen en de administratief directeur, bereidt de agenda van het Faculteitsbestuur voor, volgt de lopende bestuursadministratie op en voert de door het Faculteitsbestuur gedelegeerde taken uit. Pagina 5 van 18

6 C. De decaan en de vicedecanen onderwijs en onderzoek Artikel 9. Bevoegdheden van de decaan Artikel 80 1 van het OR: De decaan: - is belast met het dagelijks bestuur van de faculteit en vertegenwoordigt de faculteit. De decaan is ambtshalve lid van het Groepsbestuur, het Bijzonder Groepsbestuur en van de Academische Raad; - roept de Faculteitsraad en het Faculteitsbestuur bijeen, stelt de agenda vast en zit de vergadering voor; - kan op eigen initiatief voor specifieke bevoegdheden maximum 3 vicedecanen voorstellen ter goedkeuring aan de Faculteitsraad. De decaan behartigt in het Faculteitsbestuur het algemeen beleid en de integratie van de verschillende beleidsdomeinen. Hij wordt daarbij bijgestaan door het Dagelijks Bestuur (zie artikel 8, 8 ). Artikel 10. Verkiezing en aanstellingstermijn van de decaan Artikel 80 2 van het OR: De decaan wordt door de Faculteitsraad verkozen uit de tot de faculteit behorende gewoon hoogleraren die voor onbepaalde duur voor ten minste 80% zijn verbonden aan de KU Leuven. De verkiezing geschiedt volgens een kiesreglement dat door de Academische Raad wordt vastgesteld en aangevuld wordt door een facultair reglement. Aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden dient te zijn voldaan op het ogenblik waarop het mandaat ingaat, met dien verstande dat daartoe eventueel vereiste beslissingen van bestuursorganen definitief moeten zijn genomen op het ogenblik van de kandidaatstelling. Conform artikel 5 1 van het OR, wordt de aanstellingstermijn van de decaan vastgesteld op vier jaar. Het mandaat van decaan is eenmaal onmiddellijk hernieuwbaar. De verkiezing van de decaan gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het Reglement decaansverkiezing, met dien verstande dat er in de faculteit geen kandidatenlijst wordt aangelegd. Op de vergadering van de Faculteitsraad die voorafgaat aan de vergadering waarop de decaan wordt verkozen, wordt een indicatieve stemronde gehouden waarna verkiesbare leden die zich niet beschikbaar wensen te stellen, zich kunnen terugtrekken. Artikel 11. Bevoegdheden van de vicedecaan onderwijs De vicedecaan onderwijs - behartigt en coördineert het onderwijsbeleid van de faculteit, - stelt het luik onderwijs van het facultair beleidsplan op, - is ambtshalve lid van het Faculteitsbestuur, - draagt de voorzitters van de respectievelijke examencommissies aan het Faculteitsbestuur voor, - vertegenwoordigt de faculteit in de onderwijsorganen van de universiteit en van de Associatie KU Leuven, - informeert de faculteit over de ontwikkelingen in het universitair onderwijsbeleid, - bereidt, in overleg met de respectievelijke programmadirecteurs en het Dagelijks Bestuur, de onderwijsdossiers van de vergaderingen van het Faculteitsbestuur voor en zorgt voor de terugkoppeling, Pagina 6 van 18

7 - adviseert het Faculteitsbestuur over de gevolgen van de adviezen van de Permanente Onderwijscommissies voor het facultair onderwijsbeleid en over de gevolgen voor de facultaire middelen, - houdt in samenspraak en in coördinatie met de programmadirecteurs en de coördinatoren van de onderzoekseenheden toezicht op de onderwijsopdrachten van de leden van het zelfstandig academisch personeel, - neemt ondermeer m.b.t. aanvragen voor toelating tot en/of samenstelling van individuele studieprogramma s autonoom beslissingen in samenspraak en in coördinatie met de respectievelijke programmadirecteurs en binnen de krijtlijnen van de goedgekeurde onderwijs- en examenreglementen; coördineert de toewijzing van onderwerpen en beoordelaars voor masterproeven, - is in samenspraak en in coördinatie met de respectievelijke programmadirecteurs en de coördinatoren van de onderzoekseenheden verantwoordelijk voor de organisatie van de onderwijsdienstverlening, - is de academisch verantwoordelijke van de Dienst Onderwijsondersteuning en Studiebegeleiding (DOS), - is de academisch verantwoordelijke van de Studentenadministratie, - treedt op als woordvoerder en contactpersoon tussen het Faculteitsbestuur en de academisch verantwoordelijke voor internationalisering, en - is de facultaire verantwoordelijke Permanente Vorming. De vicedecaan onderwijs behartigt in het Faculteitsbestuur het onderwijs- en studentenbeleid (inclusief permanente vorming) en het internationaliseringsbeleid. Artikel 12. Aanstelling en aanstellingstermijn van de vicedecaan onderwijs De vicedecaan onderwijs is een voltijds hoogleraar of gewoon hoogleraar die ervaring heeft met onderwijsbeleid, en die behoort tot een andere onderzoekseenheid dan de decaan en de vicedecaan onderzoek. Na consultatie van het zetelende Faculteitsbestuur draagt de decaan een kandidaat voor aan de Faculteitsraad. Deze bekrachtigt de vicedecaan onderwijs voor een termijn van vier jaar, eenmaal onmiddellijk hernieuwbaar met vier jaar. Artikel 13. Bevoegdheden van de vicedecaan onderzoek De vicedecaan onderzoek - behartigt en coördineert het onderzoeksbeleid van de faculteit, - stelt het luik onderzoek van het facultair beleidsplan op, - is ambtshalve lid van het Faculteitsbestuur, - vertegenwoordigt de faculteit in de onderzoeksorganen van de universiteit en van de Associatie KU Leuven, - informeert de faculteit over de ontwikkelingen in het universitair onderzoeksbeleid, - is verantwoordelijk voor de database onderzoeksindicatoren van de faculteit, - bereidt, in overleg met het Dagelijks Bestuur, de onderzoeksdossiers van de vergaderingen van het Faculteitsbestuur voor en zorgt voor de terugkoppeling, - is programmadirecteur van de POC Doctoraatsopleiding, - is voorzitter van de Doctoraatscommissie, - treedt op als woordvoerder en contactpersoon tussen het Faculteitsbestuur en de academisch verantwoordelijke van de bibliotheek, - treedt op als woordvoerder en contactpersoon tussen het Faculteitsbestuur en de academisch verantwoordelijke voor het ICT-beleid, en Pagina 7 van 18

8 - vervangt de decaan wanneer deze zijn functie niet kan uitoefenen. De vicedecaan onderzoek behartigt in het Faculteitsbestuur het beleid ten aanzien van onderzoek, de doctoraatsopleiding, de bibliotheek en ICT. Artikel 14. Aanstelling en aanstellingstermijn van de vicedecaan onderzoek De vicedecaan onderzoek is een voltijds hoogleraar of gewoon hoogleraar die ervaring heeft met onderzoeksbeleid, en die behoort tot een andere onderzoekseenheid dan de decaan en de vicedecaan onderwijs. Na consultatie van het zetelende Faculteitsbestuur draagt de decaan een kandidaat voor aan de Faculteitsraad. Deze bekrachtigt de vicedecaan onderzoek voor een termijn van vier jaar, eenmaal onmiddellijk hernieuwbaar met vier jaar. Hoofdstuk II. De adviesorganen van de faculteit A. De beoordelingscommissie en evaluatiecommissie Artikel 15. De facultaire beoordelingscommissie 1 Algemene bepalingen vastgelegd door de Academische overheid Er is in de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen één facultaire beoordelingscommissie, bestaande uit negen leden. - Het aantal rechtstreeks te verkiezen gewoon hoogleraren wordt bepaald op zes (artikel 45, 2 van het Reglement academisch personeel) en deze leden worden bij geheime stemming verkozen door de Faculteitsraad. - De drie bijkomende leden worden aangesteld door het Gemeenschappelijk Bureau, op basis van een voordracht van zes gewoon hoogleraren die, aanvullend bij de zes rechtstreeks verkozen leden, door de Faculteitsraad worden voorgedragen (artikel 45, 3, van het Reglement academisch personeel). De kiesgerechtigden mogen telkens ten hoogste evenveel stemmen uitbrengen als het aantal te verkiezen of voor te dragen kandidaten. Artikel 48 van het Reglement academisch personeel: De Beoordelingscommissie wordt verkozen c.q. aangesteld voor vier jaar. De Academische Raad kan overgangsmaatregelen bepalen. Uittredende leden kunnen opnieuw verkozen of aangesteld worden. Bij ontslag, het niet langer voldoen aan de verkiesbaarheid- of aanstellingsvoorwaarden of de definitieve onmogelijkheid om het mandaat uit te oefenen, vindt een tussentijdse verkiezing, c.q. aanstelling plaats. Een tussentijds verkozen of aangewezen lid voltooit het mandaat van het lid dat hij of zij opvolgt. 2 Specifieke aanbevelingen toegevoegd voor onze faculteit Voorafgaand aan de stemming vraagt de decaan aandacht voor een genderevenwichtige samenstelling van de beoordelingscommissie, en voor een gelijkmatige spreiding van de leden van de beoordelingscommissie over de verschillende onderzoeksgebieden. In het advies dat de decaan aan het Gemeenschappelijk Bureau overmaakt voor de drie bijkomende leden wordt uitdrukkelijk met deze twee criteria rekening gehouden. 3 Aanvullende bepalingen Voor elk onderzoek van de kandidaatstelling voor een eerste benoeming of aanstelling van een lid van het zelfstandig academisch personeel met hoofdopdracht aan de Kulak wordt de campusdecaan aan de commissie toegevoegd. Pagina 8 van 18

9 Indien de coördinator van een onderzoekseenheid geen lid is van de beoordelingscommissie, dan wordt zijn/haar advies gevraagd bij elk onderzoek van de kandidaatstelling voor een eerste benoeming of aanstelling van een lid van het zelfstandig academisch personeel indien het een dossier betreft van zijn/haar onderzoekseenheid. De onderscheiden programmadirecteurs worden door de beoordelingscommissie geraadpleegd over de toewijzing van onderwijstaken, benoemingen en aanstellingen, m.i.v. de bevordering van leden van het zelfstandig academisch personeel die een substantiële opdacht vervullen binnen de betrokken opleiding. Het secretariaat van de beoordelingscommissie wordt verzorgd door de administratief directeur. Artikel 16. De evaluatiecommissie voor het zelfstandig academisch personeel De evaluatiecommissie voor het zelfstandig academisch personeel voert de opdrachten uit die haar door de universitaire reglementen worden toevertrouwd. Haar werking wordt bepaald door die reglementen (artikels 71 tot 78 van het Reglement academische personeel). De evaluatiecommissie voor het zelfstandig academisch personeel bestaat uit zeven leden van het zelfstandig academisch personeel waarvan één lid van het zelfstandig academisch personeel dat zijn hoofdopdracht aan de Kulak heeft. Zij omvat ten minste drie leden of voormalige leden van de beoordelingscommissie. De leden van het Gemeenschappelijk Bureau en van de Groepsbesturen en de coördinatoren van de onderzoekseenheden kunnen geen lid zijn van de evaluatiecommissie. De voorzitter van de Facultaire Evaluatiecommissie wordt door de leden van de commissie verkozen bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien geen volstrekte meerderheid is bereikt, wordt een herstemming gehouden tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen of bij afwezigheid van een kandidaat is de oudste in leeftijd verkozen. De Faculteitsraad draagt, na geheime stemming, aan het Groepsbestuur een dubbele lijst van kandidaten voor. Bij de stemming dient aandacht geschonken te worden aan een genderevenwichtige samenstelling van de evaluatiecommissie, aan een gelijkmatige spreiding van de leden van de evaluatiecommissie over de verschillende onderzoeksgebieden en dient tevens zorg besteed te worden aan een inbreng van het deeltijds zelfstandig academisch personeel en van jonge leden van het zelfstandig academisch personeel. Het mandaat van de leden van de evaluatiecommissie duurt vier jaar en is hernieuwbaar. Indien het mandaat van een lid tussentijds beëindigd wordt zal de Faculteitsraad een voordracht voor vervanging doen op basis van het eerder bekomen verkiezingsresultaat. Tussentijds aangestelde leden voltooien enkel het mandaat van het lid dat ze vervangen. Pagina 9 van 18

10 B. De Permanente Onderwijscommissies Artikel 17. Samenstelling van de Permanente Onderwijscommissies De Permanente Onderwijscommissies zijn: - de POC bachelor Psychologie, - de POC master Psychologie, - de POC bachelor Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde, - de POC master Pedagogische Wetenschappen, master Educatieve Studies en Specifieke Lerarenopleiding Gedragswetenschappen, - de POC master Educational Studies, - de POC Postgraduaten, en - de POC Doctoraatsopleiding. Elke Permanente Onderwijscommissie is als volgt samengesteld: - de vicedecaan onderwijs, - de programmadirecteurs van de betrokken opleidingen (afwisselend voorzitter), - de richtingsvoorzitters van de betrokken opleidingen, - elke docent van de faculteit die een verplicht opleidingsonderdeel doceert dat onder de bevoegdheid van de betreffende POC valt (in geval van docententeams is de coördinator lid), - één docent van een verplicht opleidingsonderdeel uit een andere faculteit (te bepalen door de programmadirecteurs), - drie ABAP-vertegenwoordigers (en drie plaatsvervangers), - een secretaris, - en studentenvertegenwoordigers (ten minste één derde van het totale aantal leden van de Permanente Onderwijscommissie). Het diensthoofd Studentenadministratie, het diensthoofd DOS, en de decaan zijn waarnemende leden van elke Permanente Onderwijscommissie. Indien een docent (tijdelijke) ontheffing wil als lid van een Permanente Onderwijscommissie, doet dit lid hiertoe een gemotiveerde aanvraag via de vicedecaan onderwijs bij het Faculteitsbestuur. Het Faculteitsbestuur legt elk jaar de samenstelling van de onderscheiden Permanente Onderwijscommissies vast. De leden van het assisterend en bijzonder academisch personeel en de studenten worden verkozen op initiatief van hun geleding. Zij zetelen telkens voor de duur van één jaar en worden door hun respectieve geleding bij het begin van het academiejaar voorgesteld. De adviezen van de Permanente Onderwijscommissie worden rechtstreeks overgemaakt aan de vicedecaan onderwijs. Pagina 10 van 18

11 Artikel 18. Werking van de Permanente Onderwijscommissies De Permanente Onderwijscommissie vergadert ten minste vier maal per academiejaar. Zij ontwerpt het onderwijskundig referentiekader van de opleiding, het onderwijsprogramma en de didactische vormgeving van de opleiding en legt ze ter beslissing voor aan het Faculteitsbestuur, dat, ten minste voor ingrijpende wijzigingen, de goedkeuring van de Faculteitsraad vraagt. De faculteit legt de voorstellen ter bekrachtiging voor aan het Groepsbestuur. De Permanente Onderwijscommissie staat in voor de voortdurende evaluatie van het opleidingsprogramma. Voor de periodieke evaluatie van de opleiding kunnen, overeenkomstig de regels en instructies opgesteld door de Academische Raad, ad hoc evaluatiecommissies worden ingesteld die rapporteren aan de Permanente Onderwijscommissies en via de decaan aan het Groepsbestuur. De Permanente Onderwijscommissie stelt de onderwijsbegroting op voor de opleidingen waarvoor zij bevoegd is en bereidt de toewijzingen van de onderwijsopdrachten voor. Beide dossiers worden ter afstemming voorgelegd aan het Facultair Onderwijsoverleg (zie Artikel 21) en ter beslissing voorgelegd aan het Faculteitsbestuur. Voor bepaalde richtingen en opties kan de Permanente Onderwijscommissie autonoom richtingscommissies oprichten, samenvoegen, wijzigen of opheffen. De Permanente Onderwijscommissie bepaalt via een intern reglement de samenstelling, werking en bevoegdheden van de richtingscommissies. Een richtingscommissies is als volgt samengesteld: Minimale samenstelling: - de richtingsvoorzitter, - docenten van verplichte opleidingsonderdelen die onder de verantwoordelijkheid van één van de facultaire Permanente Onderwijscommissies vallen, - minstens 1 en ten hoogste 3 ABAP, en - minstens 2 en ten hoogste 6 studenten. Optioneel: - de programmadirecteur master, - de richtingsvoorzitters van de andere afstudeerrichtingen, - vertegenwoordigers van het praktijkveld (sterk aanbevolen), - alumni (sterk aanbevolen), en - andere ZAP-leden. De POC bachelor Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde wordt, voor aangelegenheden die de opleiding bachelor Onderwijskunde betreffen, geadviseerd door de Onderwijscommissie Onderwijskunde op Kulak. In het begin van het academiejaar wordt de samenstelling van de richtingscommissies en van de Onderwijscommissie Onderwijskunde op Kulak door de betrokken Permanente Onderwijscommissie vastgelegd en via intranet bekend gemaakt. Artikel 19. Bevoegdheden van de programmadirecteurs De programmadirecteur - rapporteert aan de vicedecaan onderwijs, - is verantwoordelijk voor de coördinatie van de opleiding waarvoor hij/zij is aangesteld, Pagina 11 van 18

12 - is voorzitter van de Permanente Onderwijscommissie van de opleiding waarvoor hij/zij bevoegd is, - wordt door de beoordelingscommissie geraadpleegd, - is waarnemend lid van alle subcommissies en werkgroepen van de Permanente Onderwijscommissie waarvoor hij/zij bevoegd is, - brengt in opdracht van de Permanente Onderwijscommissie advies uit over alle onderwijsaangelegenheden die via de vicedecaan onderwijs ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Faculteitsbestuur, - coördineert in samenspraak met de coördinatoren van de onderzoekseenheden de toewijzing van beschikbaar gestelde onderwijsdienstverlening van de assistenten en de onderwijsopdrachten van de onderwijs- en praktijkassistenten zodat alle noden in de betreffende opleiding worden afgedekt, en - adviseert, overeenkomstig artikel 11 van huidig reglement, de vicedecaan onderwijs m.b.t. aanvragen voor toelating tot en/of samenstelling van individuele studieprogramma s. Artikel 20. Aanstelling en duur van het mandaat De programmadirecteur wordt op voordracht van de decaan door de Faculteitsraad aangesteld. Het mandaat van programmadirecteur duurt vier jaar en is eenmaal onmiddellijk met vier jaar verlengbaar. C. Het Facultair Onderwijsoverleg Artikel 21. Het Facultair Onderwijsoverleg Het Facultair Onderwijsoverleg (FOwO) is een overkoepelend facultair adviesorgaan van het Faculteitsbestuur dat de onderwijsdossiers mee voorbereid en adviezen formuleert. Voorstellen en adviezen van het FOwO worden door de vicedecaan onderwijs aan het Faculteitsbestuur voorgelegd. Algemene taken zijn: - advisering van het Faculteitsbestuur bij aangelegenheden die op onderwijs betrekking hebben, - voorbereiding van dossiers die op het facultaire onderwijsbeleid betrekking hebben, - zorgen voor coördinatie en afstemming tussen de opleidingen, en - zorgen voor de communicatie tussen het Faculteitsbestuur en de permanente onderwijscommissies. Het FOwO is als volgt samengesteld: - de vicedecaan onderwijs (als voorzitter), - de vicedecaan onderzoek, - de programmadirecteurs van de verschillende opleidingen, - de academische verantwoordelijke internationalisering, - het diensthoofd van de Dienst Studentenadministratie, - het diensthoofd van de Dienst Onderwijsondersteuning en Studiebegeleiding, - een ABAP vertegenwoordiger, - een studentenvertegenwoordiger, en - een stafmedewerker onderwijs. Pagina 12 van 18

13 De vicedecaan onderwijs is voorzitter, bepaalt de agenda en roept de vergadering samen. De stafmedewerker onderwijs bereidt, in samenwerking met het diensthoofd van de Dienst Onderwijsondersteuning en Studiebegeleiding, de documenten en de verslaggeving voor. De academische verantwoordelijke ICT, de academische verantwoordelijke van de bibliotheek, de stafmedewerker internationalisering, de stafmedewerker communicatie of de voorzitters van de richtingscommissies worden uitgenodigd voor specifieke agendapunten die hen aanbelangen. Het FOwO vergadert vijf keer per academiejaar. Specifieke taken voor het FOwO zijn (niet limitatief): - voorbereiden van het beleid ten aanzien van het onderwijsaanbod in de verschillende opleidingen, - stroomlijnen van de onderwijsbeleidsinformatie en coördinatie tussen de onderwijsverantwoordelijken, bijvoorbeeld wat betreft programmahervormingen en programmawijzigingen, - voorbereiden van het beleid inzake de verdeling van de onderwijsdienstverlening onder het ABAP, - voorbereiden van personeelsbeleid in de mate dat hieraan onderwijskeuzes ten grondslag liggen, - advies verlenen inzake de koppeling van opleidingsonderdelen aan onderzoekseenheden, - voorbereiden van beleid ten aanzien van het aanvragen van onderwijsprojecten (stimuleren, coördineren of ondersteuning bieden), - voorbereiden van het beleid ten aanzien van de masterproef en de masterstage, - voorbereiden van het beleid inzake kwaliteitszorg, - voorbereiden van de facultaire aanvullingen bij het onderwijs- en examenreglement - voorbereiden van het beleid ten aanzien van studie- en trajectbegeleiding - voorbereiden van het toelatingsbeleid, - voorbereiden van het vrijstellingenbeleid, - voorbereiden van het toetsbeleid, - voorbereiden van het beleid ten aanzien van permanente vorming, en - voorbereiden van het beleid ten aanzien van diversiteit in de studentenpopulatie D. De doctoraatscommissie Artikel 22. De doctoraatscommissie De doctoraatscommissie bestaat uit leden van het zelfstandig academisch personeel en vertegenwoordigers van de doctorandi/ae. De samenstelling is representatief zijn voor de verschillende onderzoeksdomeinen binnen de faculteit. Alle verwijzingen in dit artikel hebben betrekking op het reglement met betrekking tot het behalen van de academische graad van doctor aan de KU Leuven, aangevuld met de Bijzonderheden van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen) De doctoraatscommissie heeft de volgende taken: - de toelating geven om zich in te schrijven als doctoraatsstudent (zie art. 6 en art. 8), Pagina 13 van 18

14 - de toelating geven om zich in te schrijven als predoctorandus/a, het bepalen van de inhoud en omvang van de predoctorale proef, en het oordelen over het slagen voor de predoctorale proef (zie art. 7), - het goedkeuren van de samenstelling van de begeleidingscommissie (zie art. 12) en het adviseren over de samenstelling van de examencommissie (zie art. 17), - het opvolgen van de voortgangsrapportering (zie art. 13), - de beslissing dat de doctoraatsopleiding met succes werd voltooid (zie Onderafdeling 5), - de toelating geven om een proefschrift in samenwerking op te starten (zie art. 21), - het kennis nemen van het geanonimiseerd verslag van de ombudspersoon (zie art. 22). De doctoraatscommissie is als volgt samengesteld: - de vicedecaan onderzoek (tevens programmadirecteur van het facultaire doctoraatsprogramma en voorzitter van de doctoraatscommissie) - twee coördinatoren, één voor het doctoraat in de psychologie en één voor het doctoraat in de pedagogische wetenschappen - vier bijkomende ZAP-leden (twee voor het doctoraat in de psychologie en twee voor het doctoraat in de pedagogische wetenschappen) - vier vertegenwoordigers van de doctorandi (twee voor het doctoraat in de psychologie en twee voor het doctoraat in de pedagogische wetenschappen) - twee postdoctorale vertegenwoordigers (één voor het doctoraat in de psychologie en één voor het doctoraat in de pedagogische wetenschappen) - de ombudspersoon voor doctorandi - de administratief verantwoordelijke van de doctoraatsopleidingen De respectievelijke coördinatoren worden door de doctoraatscommissie afgevaardigd om haar lopende zaken waar te nemen. Indien nodig wordt de voltallige doctoraatscommissie geconsulteerd. De doctoraatscommissie bewaakt de kwaliteit van het doctoraatsprogramma en staat in voor de advisering i.v.m. de facultaire reglementering over de predoctorale proef, de doctoraatsopleiding en het doctoraat. Pagina 14 van 18

15 E. Andere adviesorganen, beleidsfuncties en de adviesorganen van de faculteit aan de Kulak Artikel 23. Andere adviesorganen Ten aanzien van een aantal belangrijke beleidsdomeinen of thematieken richt de faculteit bijkomende adviesorganen op: - Commissie Facultair Praktijkcentrum PraxisP - Stuurgroep Bibliotheek en Bibliotheekcommissie, - Stuurgroep ICT en ICT-commissie, - Administratief Management Team, - Cel Internationalisering, - Facultair Overleg voor de Specifieke Lerarenopleiding - Communicatieteam, - Diversiteitsteam, en - Cultuurteam. In het begin van het academiejaar wordt de samenstelling van deze adviesorganen door het Faculteitsbestuur vastgelegd en via intranet bekend gemaakt. Artikel 24. Andere beleidsfuncties Ter aanzien van een aantal belangrijke beleidsdomeinen of thematieken stelt de faculteit een aantal personen aan die het facultaire beleid ten aanzien van dit domein of deze thematiek voorbereiden of ondersteunen: - Voorzitter Ethische Commissie, - Academisch Verantwoordelijke Bibliotheek, - Academisch Verantwoordelijke ICT beleid, - Academisch Verantwoordelijke Internationalisering, - Academisch Verantwoordelijke Specifieke Lerarenopleiding, - Academisch Verantwoordelijke Alumnibeleid, - Diversiteitsverantwoordelijke, Diversiteitspromotor en Facultair aanspreekpunt diversiteit, - Facultaire Liaison Cultuur, - Academisch Verantwoordelijke Facultair Praktijkcentrum PraxisP, - Academisch Verantwoordelijke Testotheek, en - Ombudspersoon van de doctorandi. Deze mandaten duren vier jaar, onmiddellijk hernieuwbaar. In het begin van het academiejaar worden deze beleidsfuncties door het Faculteitsbestuur toegewezen en via intranet bekend gemaakt. Pagina 15 van 18

16 Artikel 25. De adviesorganen van de faculteit aan de Kulak De faculteit richt een kulak raad in waarvan de samenstelling, werking en bevoegdheden is vastgelegd in een intern reglement, conform het Bijzonder reglement inzake de bestuursorganen van Kulak. In het begin van het academiejaar wordt de samenstelling van de adviesorganen van Faculteit kulak aan het Faculteitsbestuur doorgegeven en via intranet bekend gemaakt. Hoofdstuk III. De onderzoekseenheden en onderzoeksgroepen Artikel 26. Onderverdeling van de faculteit in onderzoekseenheden en onderzoeksgroepen De faculteit heeft acht onderzoekseenheden, waarbij zes onderzoekseenheden verder in onderzoeksgroepen (OG) zijn onderverdeeld: - Arbeids- en Organisatiepsychologie en Opleidingskunde o Arbeids-, Organisatie- en Personeelspsychologie (OG) o Professionele Opleiding en Ontwikkeling en Levenslang Leren (OG) - Brein en Cognitie o Laboratorium voor Biologische Psychologie (OG) o Laboratorium voor Experimentele Psychologie (OG) - Educatie, Cultuur en Samenleving o Historische Pedagogiek (OG) o Educatie en Samenleving (OG) - Gezins- en Orthopedagogiek - Gedrag, Gezondheid en Psychopathologie o Gezondheidspsychologie (OG) o Klinische Psychologie (OG) o Centrum voor Leerpsychologie en Experimentele Psychopathologie (OG) - Methoden, individuele en culturele verschillen, affect en sociaal gedrag o Methodologie van het Pedagogisch Onderzoek (OG) o Kwantitatieve Psychologie en Individuele Verschillen (OG) o Sociale en Culturele Psychologie (OG) - Onderwijskunde o Instructiepsychologie en -Technologie (OG) o Ervaringsgericht Onderwijs (OG) o Onderwijsbeleid en -Vernieuwing en Lerarenopleiding (OG) o Onderwijseffectiviteit en -Evaluatie (OG) - Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van Kind en Adolescent Voorstellen tot oprichting, samenvoeging, wijziging of opheffing van onderzoekseenheden worden aan het Faculteitsbestuur overgemaakt. Bij positief advies vanuit het Faculteitsbestuur wordt dit voorstel aan de Faculteitsraad voorgelegd. Alle leden van het academisch personeel behoren, behoudens door het Groepsbestuur op voorstel van het Faculteitsbestuur toegestane uitzonderingen, ten minste tot één onderzoekseenheid. De onderzoekseenheid bestaat uit de leden van het academisch personeel en desgevallend van leden van het Pagina 16 van 18

17 administratief en technisch personeel die bij de uitvoering van deze opdrachten rechtstreeks betrokken zijn. De toewijzing van het academisch personeel aan de onderzoekseenheden wordt jaarlijks door het Faculteitsbestuur vastgesteld. Elke onderzoekseenheid kan een intern reglement opstellen dat ter goedkeuring aan het Faculteitsbestuur wordt voorgelegd. Dit interne reglement zal als bijlage aan het huidig reglement worden toegevoegd. Elke onderzoekseenheid kan, volgens de modaliteiten vastgelegd in haar interne reglement, voorstellen tot oprichting, samenvoeging, wijziging of opheffing van onderzoeksgroepen aan het Faculteitsbestuur overmaken. Na goedkeuring worden deze onderzoeksgroepen opgenomen in het organigram. Artikel 27. Opdrachten van de onderzoekseenheden De onderzoekseenheden hebben de volgende taken: - het opzetten van wetenschappelijk onderzoek overeenkomstig het onderzoeksbeleid van de faculteit, - het aanvragen van externe middelen en het inschrijven op competitieve onderzoeksoproepen die op het domein van de onderzoekseenheid liggen, - het verstrekken van academisch onderwijs en van permanente vorming die onder de verantwoordelijkheid van de faculteit worden geprogrammeerd, - het verzorgen van inhoudelijke aspecten van de doctoraatsopleiding, - de organisatie van de maatschappelijke dienstverlening die op het domein van de onderzoekseenheid ligt en die samengaat met de onderwijsen onderzoeksopdracht en deze bevordert, - zorg dragen voor een optimale aanwending van de toegewezen werkingsmiddelen en ruimte, - het instaan voor het personeelsbeleid ten aanzien van het academisch personeel dat tot de onderzoekseenheid behoort. Daaronder wordt verstaan o advies verlenen ten aanzien van de taakverdeling van het academisch personeel en het bijzonder academisch personeel, o het initiëren van profielvacatures en voorstellen van dergelijke vacatures aan het Faculteitsbestuur, o advies verlenen bij benoemingen of aanstellingen van het zelfstandig academisch personeel en bij het toewijzen van onderwijstaken, o advies verlenen bij het vacant stellen van mandaten van het assisterend academisch personeel en bijzonder wetenschappelijke medewerkers, o advies verlenen bij aanstellingen van leden van het assisterend academisch personeel en bijzonder wetenschappelijke medewerkers, o advies verlenen bij het evalueren van toegewezen opdrachten en taken, toezien op de uitvoering van functioneringsgesprekken en tijdig functioneringsproblemen aan het Faculteitsbestuur signaleren, en o het formuleren, in voorkomend geval, van voorstellen voor een herverdeling van de onderwijstaken binnen de onderzoekseenheid. Artikel 28. De coördinator van een onderzoekseenheid De onderzoekseenheid stelt, in onderling overleg, een lid van het zelfstandig academisch personeel als coördinator aan voor een hernieuwbare termijn van vier jaar. Elk lid van het zelfstandig academisch personeel kan aan de decaan vragen om te bemiddelen in dit overleg. Indien nodig, kan elk lid van het zelfstandig academisch personeel van de onderzoeksgroep een geheime stemming vragen. Pagina 17 van 18

18 Artikel 29. Bevoegdheden van de coördinator van een onderzoekseenheid De coördinator van een onderzoekseenheid waakt over de uitvoering van de opdrachten van de onderzoekseenheid. De coördinator van een onderzoekseenheid is verantwoordelijk voor het goed gebruik van de universitaire middelen. Hij/zij wordt geïnformeerd over de aanvragen en toekenningen van andere middelen die aan de onderzoekseenheid of onderdelen daarvan of aan de aan de onderzoekseenheid gehechte onderzoeksgroepen toekomen en ziet toe op het rationeel gebruik ervan. In zijn hoedanigheid is de coördinator van de onderzoekseenheid: - woordvoerder van de onderzoekseenheid, - lid van het Faculteitsbestuur, - financieel verantwoordelijke van de werkingsmiddelen van de onderzoekseenheid, - verantwoordelijk voor het interne personeelsbeleid ten aanzien van het academisch personeel, en - diensthoofd van het assisterend en bijzonder academisch personeel en van het administratief en technisch projectpersoneel van de onderzoeksgroep, maar hij/zij kan een gedeelte of alle verantwoordelijkheid delegeren naar de verantwoordelijke van de betrokken onderzoeksgroep of naar het lid van het zelfstandig academisch personeel dat als promotor of projectleider optreedt; bij onderwijs- of praktijkassistenten kan de verantwoordelijkheid worden gedelegeerd naar de titularis (coördinator) van een opleidingsonderdeel, naar de voorzitter van de richtingscommissie of naar de programmadirecteur (afhankelijk van het niveau waarop, en de complexiteit van de taken waarvoor, de onderwijs- of praktijkassistent wordt ingezet). Hoofdstuk IV. In werking treding Artikel 30. In werking treding Dit reglement treedt in werking na goedkeuring door het Groepsbestuur Humane Wetenschappen op 8 oktober Pagina 18 van 18