Bijlagen Toelichting. , NL.IMRO.0221.BPL14002HBV-VA01 Pagina 23 van 46

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlagen Toelichting. , NL.IMRO.0221.BPL14002HBV-VA01 Pagina 23 van 46"

Transcriptie

1 Bijlagen Toelichting, NL.IMRO.0221.BPL14002HBV-VA01 Pagina 23 van 46

2 Bijlage 1 Akoestisch onderzoek, revisie Pagina 26 van 161

3 Akoestisch onderzoek Rotra BV Onderzoek in het kader van de WABO Definitief Exmijro BV Verhuellweg AA Doesburg Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 21 juli 2014 GM , revisie

4 Verantwoording Titel : Akoestisch onderzoek Rotra BV Subtitel : Onderzoek in het kader van de WABO Projectnummer : Referentienummer : GM Revisie : Datum : 21 juli 2014 Auteur(s) : ir. D.A. Alkemade adres : info.milieu@grontmij.nl Gecontroleerd door : W.F.C.M. Slokkers Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : ing. A.P.A. van Ewijk Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Nederland B.V. De Holle Bilt HM De Bilt Postbus AE De Bilt T F GM Pagina 2 van 15

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Wettelijk kader Activiteitenbesluit Ruimtelijke ordening Vigerende vergunning Uitgangspunten Gehanteerde onderzoeksgegevens Bedrijfsomschrijving Representatieve bedrijfssituatie Gehanteerde snelheden Bronsterktes en bedrijfstijden Gehanteerde rekenmethode Rekenresultaten Algemeen Resultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveau Resultaten maximale geluidniveaus Rekenresultaten indirecte hinder Best Beschikbare Technieken Conclusie en samenvatting Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Figuren Invoer Resultaten GM , revisie Pagina 3 van 15

6 1 Inleiding Rotra Forwarding BV (Rotra) is de logistieke dienstverlener die onderdeel uitmaakt van het concern Exmijro BV. Vanuit het oogpunt om de logistieke activiteiten van Rotra efficiënter en milieubewuster in te richten heeft Exmijro BV het voornemen om op de container Terminal Doesburg (CTD) een LNG tankstation in gebruik te nemen voor het tanken van binnenvaartschepen en vrachtwagens. Daarnaast heeft zij het voornemen om in plaats van de mobiele kraan aan de laad- en loskade een portaalkraan in te zetten. Tevens is er de behoefte om containers op de kade op te slaan tot een hoogte van 11 meter. Ten behoeve van deze voornemens is een nieuwe WABO vergunning noodzakelijk. In dit kader dient ook onderzoek plaats te vinden naar geluid afkomstig van de inrichting. Het doel van dit onderzoek is de toekomstige bedrijfssituatie akoestisch gezien in beeld te brengen en te toetsen aan het activiteiten besluit. Tevens dient de inrichting inpasbaar te zijn binnen de zone van het gezoneerde industrieterrein. De inpasbaarheidtoets wordt uitgevoerd door de zonebeheerder Hoofdstuk 2 behandelt het wettelijk kader. In hoofdstuk 3 wordt de (bedrijfs)situatie omschreven. De rekenresultaten van de geluidberekeningen zijn opgenomen in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zijn de Best Beschikbare Technieken behandeld, tenslotte zijn de conclusies van het onderzoek vermeld in hoofdstuk 6. GM , revisie Pagina 4 van 15

7 2 Wettelijk kader 2.1 Activiteitenbesluit Per 1 januari 2008 is Rotra komen te vallen onder het Activiteitenbesluit typering B. De voorschriften van het Activiteitenbesluit blijven nagenoeg gelijk als het destijds gestelde. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau L Ar,LT mag op de gevels van de woningen niet meer bedragen dan 50, 45 en 40 db(a) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Het maximale geluidniveau L Amax mag op de gevels van de woningen niet meer bedragen dan 70, 65 en 60 db(a) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. In de dagperiode zijn de bovengenoemde L Amax niet van toepassing op het laden en lossen. Rotra bevindt zich op het gezoneerde industrieterrein Verhuellweg. Rondom dit terrein is een 50 db(a)-zone vastgesteld. Door de zonebeheerder is het zonemodel aangeleverd ( ). Op de aangegeven punten zijn de geluidbelastingen berekend. De toetsing op de zonebewakingspunten wordt door de zonebeheerder uitgevoerd. 2.2 Ruimtelijke ordening Naast beoordeling op de zone is in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling ook gekeken naar het verkeer op de openbare weg. In dit kader is gekeken naar de indirecte hinder. De indirecte hinder is getoetst aan de grenswaarden zoals deze zijn gegeven in de circulaire Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer van 29 februari Vigerende vergunning In 2010 zijn maatwerkvoorschriften Wet Milieubeheer op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer afgegeven (WET MILIEUBEHEER BESLUIT MAATWERK- VOORSCHRIFTEN Op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer d.d. 5 oktober 2010; Barim/ ). De maatwerkvoorschriften zijn weergegeven in tabel 1 en 2. GM , revisie Pagina 5 van 15

8 Wettelijk kader GM , revisie Pagina 6 van 15

9 3 Uitgangspunten 3.1 Gehanteerde onderzoeksgegevens De onderstaande uitgangspunten zijn gehanteerd voor dit onderzoek: akoestisch rapport I R001, 7 juni 2005 van DGMR; akoestisch rapport I&M RH, 7 mei 2007 van Grontmij; metingen uitgevoerd op ; akoestisch rapport I&M _DA, revisie D, 31 juli 2009 van Grontmij; overleg met de opdrachtgever; bij Grontmij aanwezige kentallen en expertise. 3.2 Bedrijfsomschrijving Rotra is gelegen aan de Verhuellweg 5 op het geluid gezoneerde industrieterrein Verhuellweg te Doesburg. Het bedrijf is een bedrijf in de sector van de logistieke dienstverlening. 3.3 Representatieve bedrijfssituatie Transport In de toekomstige situatie zal een deel van het transport dat nu per as wordt vervoerd per schip worden vervoerd. Zonder binnenvaart is geprognosticeerd dat er 145 vrachtwagens per dag op het terrein van de inrichting komen. Doordat een deel van het transport plaatsvindt met binnenvaart zal dit in de onderzochte (maximale) representatieve bedrijfssituatie 115 vrachtwagens per dag zijn. Een deel van deze vrachtwagens zijn eigen vrachtwagens een ander deel zijn vrachtwagens van derden. Voor de vrachtwagens wordt uitgegaan van een bronvermogen van 103 db(a). De vrachtwagens komen binnen via de Koepoortdijk. Er zal maximaal via de rondweg achterlangs gereden worden, naar verwachting is dit 75% van de vrachtwagens. De vrachtwagens rijden maximaal via de oostzijde van het terrein weer via de Verhuellweg richting de N317. Het betreft hier 59 vrachtwagens in de dagperiode, 16 vrachtwagens in de avondperiode en 12 vrachtwagens in de nachtperiode. De rest, na verwachting 25%, zal direct richting tankstation en/of het warehouse (hal oost) rijden. Dit vindt plaats via de aanrijroute via de Verhuellweg / Zuidzijde. Het betreft hier 19 vrachtwagens in de dagperiode, 5 vrachtwagens in de avondperiode en 4 vrachtwagens in de nachtperiode Intern transport Vanaf de laad- loskade worden de vrachtwagens met trailers en/of containers richting het depot gereden. Het gaat hier om circa 24 eenheden in de dagperiode, in de avondperiode betreft dit circa 10 eenheden. De terminal trekker zal aan deze zijde circa drie uur in de dagperiode in bedrijf zijn. Ook wordt er aan de oost- en zuidzijde gemanoeuvreerd, met gevulde dan wel lege trailers, door de terminaltrekkers. Aan de zuidzijde wordt 2 uur in de dagperiode, een kwartier in de avondperiode en een kwartier in de nachtperiode gewerkt. Aan de oostzijde wordt 2 uur in de dagperiode, een half uur in de avondperiode en een half uur in de nachtperiode met de terminal trekker gewerkt. Aan de oost- en zuidzijde wordt eveneens gewerkt met een gas of elektrische heftruck. De heftruck is aan de oostzijde circa 1 uur in de dagperiode, een kwartier in de avondperiode en een kwartier in de nachtperiode in bedrijf. Aan de zuidzijde is de heftruck 3 uur in de dagperiode, een kwartier in de avondperiode en een kwartier in de nachtperiode in bedrijf. GM , revisie Pagina 7 van 15

10 Uitgangspunten Laden en lossen De containers zullen direct worden geladen op een chassis ter hoogte van de laad- en loskade of zullen in depot worden geplaatst. Ten behoeve van het laden en lossen van de containers moet door de vrachtwagens worden gemanoeuvreerd nabij de docks. Het manoeuvreren vindt aan de oostzijde van het terrein maximaal 1,7 uur in de dagperiode, 1 uur in de avondperiode en 1 uur in de nachtperiode plaats. Aan de zuidzijde vindt eveneens het manoeuvreren van vrachtwagens plaats. Het manoeuvreren duurt hier maximaal 1,5 uur in dagperiode, een kwartier in de avondperiode en een kwartier in de nachtperiode. Maximaal 2 keer per week zal een schip aan de kade worden gelost. Tijdens het lossen is er geen geluidemissie afkomstig van het schip anders dan geluid van laad- en losactiviteiten. Deze geluidemissie zit verwerkt in het bronvermogen van de kraan. Het lossen/laden van het schip vindt in de toekomst plaats met behulp van een portaal kraan in plaats van de mobiele kraan. Dit laden en lossen vindt plaats op een min of meer vaste positie nabij het schip. De afstand waarover de portaal kraan in werking is, is dusdanig klein ten opzichte van de afstand van de beoordelingspunten (>1,5 keer), dat dit gebied beschouwd kan worden als een puntbron. Het lossen/laden van een schip vindt alleen in de dagperiode plaats en duurt maximaal 6 uur. Naast de portaal kraan wordt er ook gebruik gemaakt van een reachstacker voor het laden van de container ten behoeve van het transport richting het depot. De reachstacker is eveneens 6 uur in de dagperiode in bedrijf. Het merendeel van de tijd zal de reachstacker in de nabijheid van het schip in bedrijf zijn Overig Het eigen diesel tankstation van Rotra is gelegen ten oosten van de bedrijfshal. De vrachtwagens van Rotra tanken hier. Ten behoeve van het tanken moet er met de vrachtwagen worden gemanoeuvreerd. Het manoeuvreren van de vrachtwagens zal in totaal maximaal 180 minuten in de dagperiode plaatsvinden en circa 40 minuten in de nachtperiode. De aanvoer van diesel door middel van een vrachtwagen zit verwerkt in het totale aantal vrachtwagens dat op het bedrijf van de inrichting aanwezig is. Ten aanzien van het personeel komen er circa 115 personenwagens op het terrein van de inrichting. Circa 100 personenwagens zullen nabij de blikvanger parkeren, dit zijn 70 personenwagens in de dagperiode, 20 in de avondperiode en 10 in de nachtperiode. De overige 15 personenwagens parkeren aan de oostzijde van de inrichting, dit zijn 20 bewegingen in de dagperiode, 5 bewegingen in de avondperiode en 5 bewegingen in de nachtperiode Wijzigingen Nieuwe tankstation Het nieuwe LNG tankstation zal worden gelokaliseerd aan de westzijde van de laad- en loskade. Op termijn zullen hier circa 25 vrachtwagens van LNG worden voorzien, het betreft dan 20 vrachtwagens in de dagperiode, 4 vrachtwagens in de avondperiode en 1 vrachtwagen in de nachtperiode. Ten behoeve van het tanken zal er ter plaatse gemanoeuvreerd worden, dit manoeuvreren neemt circa 2,5 minuten per vrachtwagen in beslag. Daarnaast duurt het tanken gemiddeld een kwartier per vrachtwagen. De aanvoer van LNG door middel van een vrachtwagen zit verwerkt in het totale aantal vrachtwagens dat op het bedrijf van de inrichting aanwezig is. Het lossen hiervan gebeurt door middel van een elektrische pomp en duurt ca 45 minuten. De geluidemissie van het vullen van de LNG tank is vergelijkbaar met het tanken Portaalkraan in plaats van mobiele kraan. De geplande werkzaamheden aan de laad- en loskade zullen in de toekomst worden uitgevoerd door een nieuw te installeren/bouwen portaalkraan. In het onderzoek is de mobiele kraan daarom vervangen door de portaalkraan. De werkzaamheden met deze kraan vinden enkel in de dagperiode plaats en zullen maximaal 6 uur in de dagperiode plaats vinden. 3.4 Gehanteerde snelheden Ten aanzien van de gehanteerde mobiele bronnen is uitgegaan van de volgende snelheden: GM , revisie Pagina 8 van 15

11 Uitgangspunten 20 km/uur voor het rijden over de rondrijroute, dit betreft een gemiddelde snelheid, waarbij het stoppen en optrekken vanwege het afzetten van de trailer is meegerekend 15 km/uur voor het verrijden van de trailer richting depot, gezien de korte afstand is de gemiddelde snelheid hier lager dan op de rondrijroute 10 km/uur voor het rijden van de bestelbussen en personenauto s op het terrein van de inrichting 5 km/uur voor het rijden van de vrachtwagens op het terrein van de inrichting 3.5 Bronsterktes en bedrijfstijden De bronsterktes komen voort uit de akoestische onderzoeken I R001, 7 juni 2005 van DGMR en akoestisch rapport I&M RH, 7 mei 2007 van Grontmij, akoestisch rapport I&M _DA, revisie D, 31 juli 2009 van Grontmij en de bij Grontmij aanwezige expertise en kentallen. In onderstaande tabel zijn de bronvermogens en bedrijfsduren of aantallen bewegingen van de bronnen weergegeven. Tabel 3.1: Geluidbronnen en bedrijfsduurcorrectietermen Bronnummer Omschrijving Bedrijfstijden c.q. aantallen rondweg rekenmodel L wr/l max Dagperiode Avondperiode Nachtperiode 5 Gasheftruck 91/ ,25 0,25 6 Gasheftruck 91/ ,25 0,25 7 Manoeuvreren vrachtwagens 101/ Manoeuvreren vrachtwagens 101/ ,5 0,25 0,25 9 terminal trekker 103/ ,25 0,25 10 terminal trekker 103/ , terminal trekker 103/ , terminal trekker 103/ ,25 0,25 13 terminal trekker 103/ ,25 0,25 14 Manoeuvreren vrachtwagens 101/ ,67 15 Kraan 105/ Reachstacker 105/ Manoeuvreren vrachtwagens 101/ ,57 0,33 0,33 18 Manoeuvreren vrachtwagens 101/ ,57 0,33 0,33 19 Manoeuvreren vrachtwagens 101/ ,57 0,33 0,33 GM20 Manoeuvreren vrachtwagens LNG 101/ , GM21 Tanken LNG 84/ GM22 Vullen LNG tank 84/90 2 0, GM23 Portaalkraan 100/ Mobiele bronnen m01 rijlijn- trailer depot 103/ m02 Vrachtwagen rondweg 1 103/ m03 Vrachtwagen rondweg 2 103/ m04 Vrachtwagen rondweg 3 103/ m05 personenauto 87/ m06 personenauto 87/ m07 personenauto 87/ m08 bestelwagen / klein busje 92/ m09 Vrachtwagen hal oost 103/ IH01 Vrachtwagen rondweg IH02 Vrachtwagen hal oost IH03 personenauto IH04 Vrachtwagen rondweg IH04 bestelwagen / klein busje IH05 personenauto Bronvermogen afkomstig uit voorgaande modellen Bronvermogens toekomstige bronnen gebaseerd op bij Grontmij bekende kentallen afkomstig van metingen aan vergelijkbare bronnen (Esso Mierlo) Gegevens op basis van informatie van leverancier Teichman GM , revisie Pagina 9 van 15

12 Uitgangspunten 4 Het betreft hier een enkele rijlijn voor een heen en terugroute, hiermee is het aantal vrachtwagens op deze rijlijn verdubbeld om het aantal bewegingen te verkrijgen. 3.6 Gehanteerde rekenmethode Door middel van een overdrachtsberekening zijn de optredende geluidniveaus ter plaatse van de beoordelingspunten bepaald. De overdrachtsberekeningen zijn uitgevoerd overeenkomstig methode II.8 uit de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999". Voor de modellering is gebruik gemaakt van het software pakket Geonoise V van DGMR. Bij de berekening van de overdracht van geluid is uitgegaan van het zonebeheersmodel zoals dat door de zonebeheerder is aangeleverd. Bepaling van de geluidniveaus vindt plaats op de in het zonebeheersmodel aanwezige beoordelingspunten. Ten aanzien van de bepaling van het maximale geluidniveau L Amax is uitgegaan van de Handleiding rekenen en meten industrielawaai Hierbij is uitgegaan van het maatgevende immissieniveaus Li opgehoogd met het verschil tussen het L Amax en het L Ar,LT onder aftrek van de meteocorrectie C m. In bijlage 3 zijn de invoergegevens van het rekenmodel opgenomen. GM , revisie Pagina 10 van 15

13 4 Rekenresultaten 4.1 Algemeen Op de rekenpunten in het aangeleverde zonemodel zijn de geluidniveaus berekend. De rekenpunten en de zonegrens zijn weergegeven in bijlage 1. De berekeningen zijn getoetst aan de maatwerkvoorschriften uit de vigerende vergunning WET MILIEUBEHEER BESLUIT MAAT- WERKVOORSCHRIFTEN Op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer d.d. 5 oktober 2010; Barim/ Resultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveau In tabel 4.1 staan de rekenresultaten van het optredende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (L Ar;LT ) op de zonepunten en op de gevels van de woningen. De rekenresultaten staan tevens in bijlage 3. Tabel 4.1: Berekende L Ar;LT op de zonepunten en de woningen, in db(a) Dag Naam Omschrijving Hoogte Dag vigerend toekomst Avond vigerend Avond toekomst Nacht vigerend Nacht toekomst Vp 1_A Vergunningspunt 1 1, Vp 1_B Vergunningspunt Vp 2_A Vergunningspunt 2 1, Vp 2_B Vergunningspunt Vp 3_A Vergunningspunt 3 1, Vp 3_B Vergunningspunt W1_A Woning in de zone W W1_B Woning in de zone W W10_A woning in de zone 1, W10_B woning in de zone W10_C woning in de zone W11_A woning in de zone W12_A woning in de zone W13_A Appartementencomplex 1, W13_B Appartementencomplex W13_C Appartementencomplex W2_A Woning in de zone W W3_A Woning in de zone W4_A Woning in de zone W5_A Woning in de zone W6_A woning in de zone W7_A woning in de zone W8_A woning in de zone W9_A woning in de zone 1, Z1_A zonepunt Z10_A zonepunt GM , revisie Pagina 11 van 15

14 Rekenresultaten Naam Omschrijving Hoogte Dag vigerend Dag toekomst Avond vigerend Avond toekomst Nacht vigerend Nacht toekomst Z11_A zonepunt Z12_A zonepunt Z13_A zonepunt Z14_A zonepunt Z15_A zonepunt Z16_A zonepunt Z2_A zonepunt Z3_A zonepunt Z4_A zonepunt Z Z5_A zonepunt Z Z6_A zonepunt Z Z7_A zonepunt Z8_A zonepunt Z9_A zonepunt Door het voornemen blijken de geluidbelastingen op een aantal punten toe te nemen en op een aantal punten af te nemen. De maximale toename bedraagt 4 db(a), de maximale afname bedraagt 3 db(a). De nieuw berekende geluidbelasting op een woning binnen de zone bedraagt maximaal 49 db(a) etmaalwaarde. De bijdrage op de zone bedraagt maximaal 43 db(a) etmaalwaarde. Een zonetoets moet uitwijzen of de voorgenomen verandering inpasbaar is binnen de zone. 4.3 Resultaten maximale geluidniveaus In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven van de berekende maximale geluidniveaus (L Amax ) op de woningen. De activiteiten waarbij piekgeluidniveaus optreden zijn niet gewijzigd ten opzichte van de vigerende situatie. Tabel 4.2: Berekend LAmax op dewoningen, in db(a) Naam Omschrijving Hoogtkomst Dag Dag toe- vigerend W1_A W1_B W10_ A W10_ B W10_ C W11_ A W12_ A W13_ A W13_ B Woning in de zone W1 Woning in de zone W1 Avond vigerend Avond toekomst Nacht vigerend woning in de zone 1, woning in de zone woning in de zone woning in de zone woning in de zone Nacht toekomst Appartementencomplex Appartementencomplex 1, W13_ Appartementencom GM , revisie Pagina 12 van 15

15 Rekenresultaten C plex W2_A Woning in de zone W2 W3_A Woning in de zone W4_A Woning in de zone W5_A Woning in de zone W6_A woning in de zone W7_A woning in de zone W8_A woning in de zone W9_A woning in de zone 1, Uit bovenstaande tabel valt op te maken dat de piekgeluidsniveaus als gevolg van de activiteiten op het terrein van Rotra niet meer bedraagt dan 62 db(a) in de dagperiode, 57 db(a) in de avondperiode en 57 db(a) in de nachtperiode. Hiermee wordt voldaan aan de maximale geluidniveaus die gesteld worden in de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. 4.4 Rekenresultaten indirecte hinder In onderstaande tabel staan de resultaten voor de berekening van het equivalente geluidniveau (L Aeq ) veroorzaakt door voortuigbewegingen van en naar de inrichting. Het aantal verkeersbewegingen en de routes van en naar het terrein niet zijn gewijzigd ten opzichte van de vigerende situatie. Tabel 4.4: Berekende LAeq op de woningen, in db(a) Naam Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal W13_A Appartementencomplex 1, W13_B Appartementencomplex W13_C Appartementencomplex W10_A woning in de zone 1, W10_B woning in de zone W10_C woning in de zone W11_A woning in de zone W12_A woning in de zone W6_A woning in de zone W7_A woning in de zone W8_A woning in de zone W9_A woning in de zone 1, W3_A Woning in de zone W4_A Woning in de zone W5_A Woning in de zone W1_A Woning in de zone W W1_B Woning in de zone W W2_A Woning in de zone W Uit bovenstaande tabel valt op te maken dat er geen overschrijdingen plaats vinden van de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde voor indirecte hinder. GM , revisie Pagina 13 van 15

16 5 Best Beschikbare Technieken Bij de aanvraag van een vergunning dient het bevoegd gezag na te gaan of de inrichting voldoet aan het principe van het gebruik van BBT. Teneinde de nadelige gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk te beperken, zijn de volgende geluidbeperkende maatregelen, overeenkomend met de beste beschikbare technieken (BBT), voorzien: het wagenpark kan beschouwd worden als volgens stand der techniek; op termijn zullen er vrachtwagens op LNG gaan rijden. De verwachting van vrachtwagens op LNG is dat deze motoren stiller zijn; bij vervanging van de vrachtwagens wordt gekozen voor de stille LNG trucks of geluidarme diesel vrachtwagens; voor routering van de vrachtwagens is gekozen voor een rondrijroute in het kader van het beperken van de geluidbelasting op de nabijgelegen woningen; activiteiten bij Rotra vinden zoveel mogelijk inpandig plaats; middels instructies aan het personeel zal er op gewezen worden om het optreden van onnodige geluidspieken in de omgeving zoveel mogelijk te voorkomen. GM , revisie Pagina 14 van 15

17 6 Conclusie en samenvatting In dit onderzoek is bepaald wat de geluidsniveaus zijn ter plaatse van woningen van derden alsmede zonepunten ten gevolge van de toekomstige bedrijfsactiviteiten van Rotra. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de zone bedraagt ten hoogste 43 db(a) etmaalwaarde en ter plaatse van woningen binnen de zone 49 db(a) etmaalwaarde. De maximale toename als gevolg van de gewijzigde inrichting bedraagt 4 db(a). Ook vindt er op punten een afname van de geluidbelasting plaats, deze afname bedraagt maximaal 6 db(a). De uiteindelijke zonetoets moet uitwijzen of de geluidemissie van Rotra inpasbaar is binnen de zone van het industrieterrein. Ter plaatse van de woningen kan in de toekomstige situatie voldaan worden aan de maximale geluidsniveau L Amax uit de handreiking industrielawaai en vergunningverlening. Eveneens kan in de toekomstige situatie worden voldaan aan de grenswaarden voor indirecte hinder. Ten aanzien van het gebruik van de Best Beschikbare Technieken kan gesteld worden dat Rotra hier gebruik van maakt. Haar vrachtwagens zullen op termijn of rijden op LNG of van het geluidarme type dieseltruck zijn. GM , revisie Pagina 15 van 15

18 Bijlage 1 Figuren GM , revisie

19 Z3 Z4 Z2 Z5 Z1 Vp 3 Vp 1 W1 Vp 2 W2 Z6 Z7 Z16 W3 W4 Z8 W5 W6 W7 W8 Z9 Z15 W9 W13 Z14 W10 W11 W Industrielawaai - IL, [Verhuellweg - LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station], Geomilieu V2.40 overzicht zonebeheersmodel Z10 Z13 Z11 Z12 Detail puntbron Mobiele bron Puntbron Toetspunt Bodemgebied Gebouw Hulplijn 0 m 200 m schaal = 1 : 6000 Akoestisch onderzoek Rotra Grontmij Nederland B.V. - locatie De Bilt

20 m04 m07 m09 W2 Vp Z6 W3 Industrielawaai - IL, [Verhuellweg - LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station], Geomilieu V2.40 ingevoerde mobiele bronnen directe hinder m02 W4 m05 m06 m08 W5 m03 m01 Detail puntbron Mobiele bron Toetspunt Bodemgebied Gebouw Hulplijn 0 m 100 m schaal = 1 : 2500 W9 W Akoestisch onderzoek Rotra Grontmij Nederland B.V. - locatie De Bilt

21 W Z6 IH01 IH04 IH05 IH04 W3 Z7 Industrielawaai - IL, [Verhuellweg - LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station], Geomilieu V2.40 ingevoerde mobiele bronnen indirecte hinder W4 W5 W6 Detail puntbron Mobiele bron Toetspunt Bodemgebied Gebouw Hulplijn 0 m 80 m schaal = 1 : 2000 IH03 IH02 Akoestisch onderzoek Rotra Grontmij Nederland B.V. - locatie De Bilt

22 W2 GM20 GM21 GM22 GM 23 ingevoerde puntbronnen directe hinder Puntbron Toetspunt Bodemgebied Gebouw Hulplijn 0 m 80 m schaal = 1 : Industrielawaai - IL, [versie van Aanpassing juli Kopie van Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station], Geomilieu V Akoestisch onderzoek Rotra Grontmij Nederland B.V. - locatie De Bilt

23 Bijlage 2 Invoer GM , revisie

24 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Cp Refl. 31 Y-1 X ,00 1,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 1,00 Eigen waarde 2 db 0, , , ,00 2,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,83 4 Ubbink, kantoor 6,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,28 5 Ubbink, productieafdeling 4,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,04 6 Ubbink, productie opbouw 7,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,23 7 Ubbink, productie opbouw 7,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,92 8 Ubbink, werkplaats 7,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,72 9 Ubbink, extrusieafd. 7,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,94 10 Ubbink, extrusieafd. 7,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,54 11 Ubbink, gang 4,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,93 12 Ubbink, dak productie 7,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,40 13 Ubbink, dak productie 7,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,51 14 Ubbink, kantoor 3,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,00 15 Ubbink, kantoor 6,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,75 16 Ubbink, kantoor 4,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,50 17 Ubbink, montage 6,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,90 18 Ubbink, montage 6,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,69 19 Ubbink, opslagloodsen 10,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,76 20 Ubbink, opslagloodsen 10,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,28 21 Ubbink, opslagloodsen 10,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,07 22 Ubbink, opslag tent 4,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,31 23 Ubbink, tent, nok 6,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,80 24 Elec. huisje 4,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,14 25 Ubbink, ruimte shredder 4,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,44 26 Ubbink, productie 4,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,23 27 Ubbink, productie 3,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,30 28 Ubbink, productie 3,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,86 29 Ubbink, dak productie 5,50 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,20 30 Ubbink, dak productie 5,50 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,68 31 Dijk 3,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,54 32 Dijk 3,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,58 33 Dijk 3,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,23 34 Dijk 3,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,97 35 Dijk 3,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , ,95 39 Ubbink, opslag 5,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,33 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,61 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,43 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,85 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,31 1 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,79 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,10 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,71 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,63 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,34 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,21 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,33 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,09 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,24 Geomilieu V :31:13

25 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Cp Refl. 31 Y-1 X-1 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,01 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,63 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,17 1 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,38 2 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,23 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,51 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,60 woning Lindewal / B. Nahuyssingel 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,44 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,19 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,02 woning 5,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,51 appartementen 3 laags 10,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,72 1 appartementen 3 laags 10,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,07 appartementen 3 laags 10,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,28 woning Grotenhuysstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,03 woning Grotenhuysstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,66 woning Grotenhuysstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,06 woning Grotenhuysstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,46 woning Gruterstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,55 woning Gruterstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,73 woning Gruterstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,13 woning Gruterstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,13 woning Gruterstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,14 woning Gruterstraat 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,34 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,83 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,36 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,97 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,18 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,95 1 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,85 2 woning 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,27 Burg Flugi van Aspermontlaan woning in de zon 10,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , ,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,93 13 voormalige T&DV gebouwen 11,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,50 14 voormalige T&DV gebouwen 11,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,57 17 voormalige T&DV gebouwen 8,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,20 18 voormalige T&DV gebouwen 8,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,81 19 voormalige T&DV gebouwen 11,20 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,60 20 voormalige T&DV gebouwen 11,20 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,45 21 voormalige T&DV gebouwen 7,70 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,04 22 voormalige T&DV gebouwen 10,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,56 23 JSP 5,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,85 16 kantoren Impress/JSP noord zijde 3,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,32 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,62 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,44 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,29 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,66 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,85 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,57 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,21 1 sheddak 7,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,64 1 expeditie Impress BV 3,80 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,52 2 Impress BV 3,80 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,88 4 productiehal C 3,80 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,96 5 werkplaats 6,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,02 6 kantoor logestiek 6,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,51 8 productiehal B/A 6,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,18 10 White Cap 11,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,14 11 voormalige T&DV gebouwen 8,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,71 Geomilieu V :31:13

26 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Cp Refl. 31 Y-1 X-1 12 voormalige T&DV gebouwen 11,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,87 7 productiehal b 6,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,81 9 kantoor Impress 3,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,87 15 productiehal A/white cap 7,10 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,88 3 overkapping 5,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,16 50 shed 10,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,64 50 shed 10,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,03 50 shed 10,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,47 50 shed 10,30 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Schuur 3,50 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Woonhuis 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Woonhuis 3,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Rom. loods 5,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Bedrijfshallen laag 6,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Hal C,D,E,F 5,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Schuur 3,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Werkhal 7,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Kantoor Jachtwerf 4,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , lier 1,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , lier 1,00 1,00 Eigen waarde 0 db 0, , , ponton 0,00 0,00 Relatief 0 db 0, , ,53 0,00 0,00 Relatief 0 db 0, , , ,50 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , ,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , ,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , ,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,68 34 Dijk 3,00 0,00 Eigen waarde 2 db 0, , , Rotra 18,20 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Rotra 13,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Industrieterreingrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,89 Geomilieu V :31:13

27 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Cp Refl. 31 Y-1 X Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , , Zonegrens 0,00 0,00 Eigen waarde 0 db 0, , ,77 Geomilieu V :31:13

28 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Bf Groep Item ID Vorm X-1 Y-1 Vormpunten Opp ,00 7 Rechthoek , , , ,00 8 Rechthoek , , , ,00 9 Rechthoek , , , ,00 10 Rechthoek , , , ,00 11 Rechthoek , , , ,00 12 Rechthoek , , , ,00 13 Rechthoek , , , ,00 14 Rechthoek , , , ,00 15 Rechthoek , , , ,00 16 Rechthoek , , , ,00 17 Rechthoek , , , ,00 18 Rechthoek , , , ,00 19 Rechthoek , , , ,00 20 Rechthoek , , , ,00 22 Rechthoek , , , ,00 23 Rechthoek , , , ,00 24 Rechthoek , , , ,00 25 Rechthoek , , , ,00 39 Rechthoek , , , ,00 42 Rechthoek , , , ,00 43 Rechthoek , , ,16 water 0, Rechthoek , , ,36 water 0, Rechthoek , , ,73 0, Rechthoek , , ,39 0, Rechthoek , , ,62 0, Rechthoek , , ,88 0, Rechthoek , , ,96 JACHT Terrein 0,00 GEBOUWEN 1802 Polygoon , , ,76 JACHT 0,00 GEBOUWEN 1828 Polygoon , , , ,00 Rotra 843 Rechthoek , , , ,00 Rotra 844 Rechthoek , , ,16 Geomilieu V :31:47

29 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: LAMAX Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Maaiveld Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel X Y W1 Woning in de zone W1 1,00 5,00 8, Ja , ,27 W2 Woning in de zone W2 1,00 5, Ja , ,89 W3 Woning in de zone 1,00 5, Ja , ,13 W4 Woning in de zone 1,00 5, Ja , ,96 W5 Woning in de zone 1,00 5, Ja , ,35 W6 woning in de zone 1,00 5, Ja , ,19 W7 woning in de zone 1,00 5, Ja , ,03 W8 woning in de zone 1,00 5, Ja , ,17 W9 woning in de zone 1,00 1, Ja , ,32 W10 woning in de zone 1,00 1,50 5,00 8, Ja , ,97 W11 woning in de zone 1,00 5, Ja , ,93 W12 woning in de zone 1,00 5, Ja , ,96 Z1 zonepunt 0,00 5, Nee , ,43 Z2 zonepunt 0,00 5, Nee , ,23 Z3 zonepunt 0,00 5, Nee , ,02 Z4 zonepunt Z4 0,00 5, Nee , ,62 Z5 zonepunt Z5 0,00 5, Nee , ,57 Z6 zonepunt Z6 1,00 5, Nee , ,42 Z7 zonepunt 1,00 5, Ja , ,82 Z8 zonepunt 1,00 5, Nee , ,41 Z9 zonepunt 1,00 5, Nee , ,21 Z10 zonepunt 1,00 5, Nee , ,49 Z11 zonepunt 0,00 5, Nee , ,65 Z12 zonepunt 0,00 5, Nee , ,82 Z13 zonepunt 0,00 5, Nee , ,42 Z14 zonepunt 0,00 5, Nee , ,43 Z15 zonepunt 0,00 5, Nee , ,83 Z16 zonepunt 0,00 5, Nee , ,55 W13 Appartementencomplex 1,00 1,50 5,00 8, Ja , ,39 Vp 1 Vergunningspunt 1 1,00 1,50 5, Nee , ,21 Vp 2 Vergunningspunt 2 1,00 1,50 5, Nee , ,97 Vp 3 Vergunningspunt 3 1,00 1,50 5, Nee , ,10 Geomilieu V :32:07

30 Akoestisch onderzoek Rotra invoer LAMAX Model: Groep: LAMAX Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Type Richt. Hoek X Y Cb(u)(D) Cb(u)(A) Cb(u)(N) Lwr Totaal Groep 05 Gasheftruck 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,09 3,000 0,250 0, ,19 directe hinder 06 Gasheftruck 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,60 0,998 0,250 0, ,19 directe hinder 07 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,70 1, ,93 directe hinder 12 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,46 1,000 0,250 0, ,87 directe hinder 13 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,46 2,001 0,250 0, ,87 directe hinder 08 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,30 0,500 0,250 0, ,93 directe hinder 17 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,54 0,570 0,330 0, ,93 directe hinder 18 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,69 0,570 0,330 0, ,93 directe hinder 19 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,71 0,570 0,330 0, ,93 directe hinder 14 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,10 3, , ,93 directe hinder GM 23 Portaalkraan 22,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,65 6, ,18 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,17 3, ,46 directe hinder 09 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,19 1,000 0,250 0, ,87 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,18 1, ,46 directe hinder 10 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,72 1, ,87 directe hinder 11 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,05 1, ,87 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 3,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,62 1, ,46 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 3,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,79 1, ,46 directe hinder GM20 manoeuvreren vrachtwagens LNG 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,49 0,832 0,166 0, ,93 directe hinder GM21 tanken LNG 1,00 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360, , ,00 5,002 1,000 0,250 90,16 directe hinder GM22 vullen LNG tankstation 1,00 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360, , ,75 5,002 1,000 0,250 90,16 directe hinder Geomilieu V :44:53

31 Akoestisch onderzoek Rotra invoer LAMAX Model: Groep: LAMAX Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Max.afst. Aantal(D) Aantal(A) Aantal(N) Lwr Totaal Lengte X-1 Y-1 Gem.snelheid Groep ISO H ISO M H-1 H-n M-1 m01 rijlijn- trailer depot 10, ,40 384, , ,33 15 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m03 Vrachtwagen rondweg 2 10, ,40 360, , ,76 20 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m04 Vrachtwagen rondweg 3 10, ,40 141, , ,32 5 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m02 Vrachtwagen rondweg 1 10, ,40 240, , ,31 20 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m09 Vrachtwagen hal oost 10, ,40 75, , ,86 5 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m05 personenauto 10, ,97 84, , ,02 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 m06 personenauto 10, ,97 76, , ,86 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 m07 personenauto 10, ,97 76, , ,05 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 m08 bestelwagen / klein busje 10, ,99 106, , ,32 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 Geomilieu V :45:33

32 Akoestisch onderzoek Rotra invoer LAMAX Model: Groep: LAMAX Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam M-n Min.RH Max.RH m01 0,00 1,00 1,00 m03 0,00 1,00 1,00 m04 0,00 1,00 1,00 m02 0,00 1,00 1,00 m09 0,00 1,00 1,00 m05 0,00 0,75 0,75 m06 0,00 0,75 0,75 m07 0,00 0,75 0,75 m08 0,00 0,75 0,75 Geomilieu V :45:33

33 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: Kopie van Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Type Richt. Hoek X Y Cb(u)(D) Cb(u)(A) Cb(u)(N) Lwr Totaal Groep 05 Gasheftruck 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,09 3,000 0,250 0,250 91,19 directe hinder 06 Gasheftruck 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,60 0,998 0,250 0,250 91,19 directe hinder 07 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,70 1, ,93 directe hinder 12 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,46 1,000 0,250 0, ,87 directe hinder 13 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,46 2,001 0,250 0, ,87 directe hinder 08 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,30 0,500 0,250 0, ,93 directe hinder 17 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,54 0,570 0,330 0, ,93 directe hinder 18 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,69 0,570 0,330 0, ,93 directe hinder 19 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,71 0,570 0,330 0, ,93 directe hinder 14 manoeuvreren vrachtwagens 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,10 3, , ,93 directe hinder GM 23 Portaalkraan 22,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,65 6, ,18 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,17 3, ,46 directe hinder 09 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,19 1,000 0,250 0, ,87 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,18 1, ,46 directe hinder 10 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,72 1, ,87 directe hinder 11 terminal trekker 1,50 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,05 1, ,87 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 3,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,62 1, ,46 directe hinder 16 Reachstacker 1,50 3,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,79 1, ,46 directe hinder GM20 manoeuvreren vrachtwagens LNG 1,00 0,00 Eigen waarde Normale puntbron 0,00 360, , ,49 0,832 0,166 0, ,93 directe hinder GM21 tanken LNG 1,00 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360, , ,00 5,002 1,000 0,250 84,16 directe hinder GM22 vullen LNG tankstation 1,00 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360, , ,75 5,002 1,000 0,250 84,16 directe hinder Geomilieu V :46:12

34 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: Kopie van Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Max.afst. Aantal(D) Aantal(A) Aantal(N) Lwr Totaal Lengte X-1 Y-1 Gem.snelheid Groep ISO H ISO M H-1 H-n M-1 m01 rijlijn- trailer depot 10, ,40 384, , ,33 15 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m03 Vrachtwagen rondweg 2 10, ,40 360, , ,76 20 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m04 Vrachtwagen rondweg 3 10, ,40 141, , ,32 5 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m02 Vrachtwagen rondweg 1 10, ,40 240, , ,31 20 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m09 Vrachtwagen hal oost 10, ,40 75, , ,86 5 directe hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 m05 personenauto 10, ,97 84, , ,02 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 m06 personenauto 10, ,97 76, , ,86 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 m07 personenauto 10, ,97 76, , ,05 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 m08 bestelwagen / klein busje 10, ,99 106, , ,32 10 directe hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 IH01 Vrachtwagen rondweg 1 10, ,40 21, , ,42 20 indirecte hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 IH02 Vrachtwagen hal oost 10, ,40 438, , ,51 20 indirecte hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 IH04 Vrachtwagen rondweg 3 10, ,40 415, , ,48 20 indirecte hinder 1,00 0,00 1,00 1,00 0,00 IH03 personenauto 10, ,97 420, , ,82 20 indirecte hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 IH04 bestelwagen / klein busje 10, ,99 150, , ,98 10 indirecte hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 IH05 personenauto 10, ,97 148, , ,34 10 indirecte hinder 0,75 0,00 0,75 0,75 0,00 Geomilieu V :46:39

35 Akoestisch onderzoek Rotra invoer Model: Groep: Kopie van Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam M-n Min.RH Max.RH m01 0,00 1,00 1,00 m03 0,00 1,00 1,00 m04 0,00 1,00 1,00 m02 0,00 1,00 1,00 m09 0,00 1,00 1,00 m05 0,00 0,75 0,75 m06 0,00 0,75 0,75 m07 0,00 0,75 0,75 m08 0,00 0,75 0,75 IH01 0,00 1,00 1,00 IH02 0,00 1,00 1,00 IH04 0,00 1,00 1,00 IH03 0,00 0,75 0,75 IH04 0,00 0,75 0,75 IH05 0,00 0,75 0,75 Geomilieu V :46:39

36 Bijlage 3 Resultaten GM , revisie

37 Akoestisch onderzoek Rotra resultaat Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Resultatentabel Kopie van Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station LAeq totaalresultaten voor toetspunten directe hinder Nee Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Vp 1_A Vergunningspunt 1 1, Vp 1_B Vergunningspunt 1 5, Vp 2_A Vergunningspunt 2 1, Vp 2_B Vergunningspunt 2 5, Vp 3_A Vergunningspunt 3 1, Vp 3_B Vergunningspunt 3 5, W1_A Woning in de zone W1 5, W1_B Woning in de zone W1 8, W10_A woning in de zone 1, W10_B woning in de zone 5, W10_C woning in de zone 8, W11_A woning in de zone 5, W12_A woning in de zone 5, W13_A Appartementencomplex 1, W13_B Appartementencomplex 5, W13_C Appartementencomplex 8, W2_A Woning in de zone W2 5, W3_A Woning in de zone 5, W4_A Woning in de zone 5, W5_A Woning in de zone 5, W6_A woning in de zone 5, W7_A woning in de zone 5, W8_A woning in de zone 5, W9_A woning in de zone 1, Z1_A zonepunt 5, Z10_A zonepunt 5, Z11_A zonepunt 5, Z12_A zonepunt 5, Z13_A zonepunt 5, Z14_A zonepunt 5, Z15_A zonepunt 5, Z16_A zonepunt 5, Z2_A zonepunt 5, Z3_A zonepunt 5, Z4_A zonepunt Z4 5, Z5_A zonepunt Z5 5, Z6_A zonepunt Z6 5, Z7_A zonepunt 5, Z8_A zonepunt 5, Z9_A zonepunt 5, Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V :48:18

38 Akoestisch onderzoek Rotra resultaat Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Resultatentabel Kopie van Zonebeheer 2014 actualisatie Rotra portaalkraan en lng station LAeq totaalresultaten voor toetspunten indirecte hinder Nee Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Vp 1_A Vergunningspunt 1 1, Vp 1_B Vergunningspunt 1 5, Vp 2_A Vergunningspunt 2 1, Vp 2_B Vergunningspunt 2 5, Vp 3_A Vergunningspunt 3 1, Vp 3_B Vergunningspunt 3 5, W1_A Woning in de zone W1 5, W1_B Woning in de zone W1 8, W10_A woning in de zone 1, W10_B woning in de zone 5, W10_C woning in de zone 8, W11_A woning in de zone 5, W12_A woning in de zone 5, W13_A Appartementencomplex 1, W13_B Appartementencomplex 5, W13_C Appartementencomplex 8, W2_A Woning in de zone W2 5, W3_A Woning in de zone 5, W4_A Woning in de zone 5, W5_A Woning in de zone 5, W6_A woning in de zone 5, W7_A woning in de zone 5, W8_A woning in de zone 5, W9_A woning in de zone 1, Z1_A zonepunt 5, Z10_A zonepunt 5, Z11_A zonepunt 5, Z12_A zonepunt 5, Z13_A zonepunt 5, Z14_A zonepunt 5, Z15_A zonepunt 5, Z16_A zonepunt 5, Z2_A zonepunt 5, Z3_A zonepunt 5, Z4_A zonepunt Z4 5, Z5_A zonepunt Z5 5, Z6_A zonepunt Z6 5, Z7_A zonepunt 5, Z8_A zonepunt 5, Z9_A zonepunt 5, Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V :48:55

39 Akoestisch onderzoek Rotra resultaat Rapport: Model: Groep: Resultatentabel LAMAX Rotra portaalkraan en lng station LAmax totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Vp 1_A Vergunningspunt 1 1, Vp 1_B Vergunningspunt 1 5, Vp 2_A Vergunningspunt 2 1, Vp 2_B Vergunningspunt 2 5, Vp 3_A Vergunningspunt 3 1, Vp 3_B Vergunningspunt 3 5, W1_A Woning in de zone W1 5, W1_B Woning in de zone W1 8, W10_A woning in de zone 1, W10_B woning in de zone 5, W10_C woning in de zone 8, W11_A woning in de zone 5, W12_A woning in de zone 5, W13_A Appartementencomplex 1, W13_B Appartementencomplex 5, W13_C Appartementencomplex 8, W2_A Woning in de zone W2 5, W3_A Woning in de zone 5, W4_A Woning in de zone 5, W5_A Woning in de zone 5, W6_A woning in de zone 5, W7_A woning in de zone 5, W8_A woning in de zone 5, W9_A woning in de zone 1, Z1_A zonepunt 5, Z10_A zonepunt 5, Z11_A zonepunt 5, Z12_A zonepunt 5, Z13_A zonepunt 5, Z14_A zonepunt 5, Z15_A zonepunt 5, Z16_A zonepunt 5, Z2_A zonepunt 5, Z3_A zonepunt 5, Z4_A zonepunt Z4 5, Z5_A zonepunt Z5 5, Z6_A zonepunt Z6 5, Z7_A zonepunt 5, Z8_A zonepunt 5, Z9_A zonepunt 5, Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V :50:10

40 Bijlagen, revisie Pagina 25 van 161

41 Bijlage 2 Watertoets, revisie Pagina 27 van 161

42 Watertoetsdocument laad- en loswal Rotra: onderdelen LNG-station, portaalkraan en containeropslag Definitief Rotra Forwarding B.V. Postbus AA DOESBURG Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 19 november 2014 GM , revisie D0

43 Verantwoording Titel : Watertoetsdocument Subtitel : laad- en loswal Rotra: onderdelen LNG-station, portaalkraan en containeropslag Projectnummer : Referentienummer : GM Revisie : D0 Datum : 19 november 2014 Auteur(s) : ir. S.H. Witteveen adres : stefan.witteveen@grontmij.nl Gecontroleerd door : ing. R.J.C. Vink b.a. Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : ing. D.J. Bolder Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Nederland B.V. Velperweg BJ Arnhem Postbus AL Arnhem T F GM , revisie D0 Pagina 2 van 16

44 Inhoudsopgave 1 Inleiding Algemeen Plangebied Leeswijzer Huidige situatie Algemeen Hoogteligging Bodemopbouw Grondwater Freatisch grondwater Stijghoogten eerste watervoerend pakket Relatie rivierstand in de IJssel en stijghoogte in eerste watervoerend pakket Oppervlaktewater Waterkeringen Waterhuishoudkundige aspecten Algemeen Watertoetstabel Veiligheid Riolering en afvalwaterketen Wateroverlast (oppervlaktewater) en waterkwaliteit Grondwateroverlast, verdroging en grondwaterkwaliteit Inrichting, beheer Volksgezondheid Natte natuur Recreatie en cultuurhistorie Ruimtelijk inpassing / waterparagraaf Algemeen Motivatie LNG-station en locatiekeuze Veiligheid Riolering en afvalwaterketen Wateroverlast (oppervlaktewater) en waterkwaliteit Grondwateroverlast, verdroging en grondwaterkwaliteit Inrichting, beheer en recreatie Volksgezondheid Natte natuur Bijlage 1: Ontwerp laad- en loskade met locatie LNG-installatie GM , revisie D0 Pagina 3 van 16

45 1 Inleiding 1.1 Algemeen Rotra Forwarding B.V. is voornemens om een LNG-station te plaatsen op het bedrijventerrein Verhuellweg ten noordwesten van Doesburg ter plaatse van de laad- en loswal aan Het Zwarte Schaar, een zijtak van de IJssel. Tevens is Rotra voornemens om een portaalkraan op de laad- en loswal te plaatsen met een maximale hoogte van 30 m en een opslag van containers tot een hoogte van 12 m. Voor deze voorgenomen activiteiten is het noodzakelijk om het bestemmingsplan te wijzigen. Onderdeel van het bestemmingsplan is de waterparagraaf. De waterparagraaf is het resultaat van het watertoetsproces waarbij initiatiefnemer, de gemeente en het betrokken waterschap met elkaar afstemming zoeken over een duurzame waterhuishouding voor het plangebied. De waterparagraaf zorgt dat de uitkomsten uit het watertoetsproces worden geborgd in het bestemmingsplan. Grontmij heeft in opdracht van Rotra Forwarding B.V. het watertoetsproces voor de LNG-station, de verhoogde portaalkraan en de verhoogde opslag van containers binnen het plangebied de laad- en loswal in Doesburg doorlopen. Het resultaat ervan is opgenomen in deze rapportage. Volledigheidshalve is in deze watertoetsrapportage de informatie over waterhuishoudkundige aspecten vanuit het (onherroepelijke) vigerende bestemmingsplan Laad- en loswal Rotra (2010) grotendeels overgenomen. De aanvullende aspecten ten aanzien van het LNG-station zijn toegevoegd. Voor deze aanvullende aspecten is advies nodig van de waterbeheerder(s). 1.2 Plangebied Het terrein van Rotra Forwarding B.V. in Doesburg heeft een oppervlak van ongeveer 12 ha. De locatie van de laad- en loswal is gelegen langs de oever van Het Zwarte Schaar, een zijtak van de IJssel. Het oppervlak van de te realiseren laad- en loswal (het daadwerkelijk te ontwikkelen gebied) betreft een gebied van 2 à 3 ha op het terrein. Een deel ervan is reeds verhard. In de toekomstige situatie is er sprake van een toename van 1,6 ha verhard oppervlak. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Het LNG-station, de portaalkraan en de containeropslag brengen geen extra verhard oppervlak met zich mee ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. In bijlage 1 is het ontwerp van de laad- en loswal opgenomen met de locatie van het LNG-station, de portaalkraan en de containeropslag. GM , revisie D0 Pagina 4 van 16

46 Inleiding Figuur 1.1 Ligging ROTRA Forwarding B.V. in Doesburg (figuur links) en te ontwikkelen gebied op het terrein van ROTRA Forwarding B.V. (figuur rechts, rood gearceerd) 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de huidige (geo)hydrologische situatie ter plaatse van het plangebied. Vervolgens worden de waterhuishoudkundige aspecten en randvoorwaarden vanuit het beleid beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4, de waterparagraaf, zijn de waterhuishoudkundige gevolgen voor de voorgenomen ontwikkelingen beschreven. GM , revisie D0 Pagina 5 van 16

47 2 Huidige situatie 2.1 Algemeen Dit hoofdstuk gaat in op de (geo)hydrologische situatie in het plangebied. Deze informatie vormt het uitgangspunt voor de verdere uitwerking van de toekomstige waterhuishouding. Voor de uitwerking is gebruikt van informatie uit: Maaiveldhoogten uit het AHN2 (0,5 m opgevuld), verkregen via Bodemkaart van Nederland kaartblad 40 Oost; Grondwater- en bodemgegevens uit DINO (Data en Informatie Nederlandse Ondergrond) van TNO-NITG; Wateratlas provincie Gelderland. 2.2 Hoogteligging Op basis van de AHN2 blijkt dat het maaiveld op het terrein van ROTRA Forwarding B.V. ligt op een hoogte van meer dan circa NAP +10,50 m in het westelijk deel tot minimaal NAP +9,00 m in het oostelijk deel. In noordelijke richting naar de oever van het Zwarte Schaar ligt het maaiveld een stuk lager op een hoogte van circa NAP +6,50 m a NAP +7,0 m. In onderstaande figuur 2.1 is een uitsnede van de maaiveldhoogtekaart opgenomen. Figuur 2.1 Maaiveldhoogten plangebied (hoogtes in m +NAP) (plangebied rood omcirkeld) 2.3 Bodemopbouw Volgens de Bodemkaart van Nederland ligt het plangebied in stedelijk gebied. De bodem in stedelijk gebied is vaak dermate geroerd dat een origineel bodemprofiel niet meer is af te leiden. Daarom is de bodem in stedelijk gebied niet gekarteerd. Op basis van de geohydrologische boringen die Grontmij op 29 augustus 2008 heeft uitgevoerd, is de bodemopbouw ter plaatse gekarteerd. Verspreid over de locatie bestaat de bodem vanaf maaiveld op afwisselende diepten uit matig tot zeer grof zand of sterk zandig en sterk siltige klei. Op de oostelijke helft van het plangebied komen met name vanaf maaiveld kleilagen voor met afwisselende diktes van circa 0,6 tot 2,0 m -mv (is maximale boordiepte). In bijlage 1 zijn de boorstaten weergegeven. GM , revisie D0 Pagina 6 van 16

48 Huidige situatie Uit een analyse van de diepe bodemopbouw in het gebied blijkt dat vanaf maaiveld tot circa NAP -0,4 m de bodem uit een zandpakket bestaat uit de Formatie van Kreftenheije. Daaronder zit een kleipakket met een dikte van 4 à 4,5 m eveneens uit de Formatie van Kreftenheije (Zutphen). Daaronder zit wederom een zandpakket met een dikte van circa 24 m, gevolgd door een kleipakket van 35 m tot NAP -63 m. 2.4 Grondwater Freatisch grondwater De grondwaterstand kan onder invloed van de weergesteldheid en de seizoenen fluctueren. De wisseling in grondwaterstanden wordt uitgedrukt in de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) en de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Volgens de Bodemkaart van Nederland komt ten noordoosten van de kern Doesburg een grondwatertrap VII voor. Bij een grondwatertrap VII komt de GHG voor op meer dan 0,80 m-mv en wordt de GLG op meer dan 1,20 m-mv aangetroffen. Aan de hand van hydromorfe profielkenmerken, zoals roest- en reductieverschijnselen, is tijdens de geohydrologische boringen een globale schatting gemaakt van de GHG en de GLG in de boorprofielen. De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) wordt geschat op circa 0,4 m-mv. De GLG is niet eenduidig te bepalen. Aan de hand van deze inschattingen blijkt dat hogere grondwaterstanden voor kunnen komen dan op basis van de bodemkaart kan worden verwacht Stijghoogten eerste watervoerend pakket Op circa 950 m ten oosten van het plangebied bevindt zich een peilbuis uit het grondwaterarchief van TNO-NITG (B40E0351). Om een indicatie te geven van de grondwaterfluctuaties in het eerste watervoerend pakket is in onderstaande figuur de tijd-stijghoogtelijn in deze peilbuis weergegeven. Figuur 2.1 Tijd-stijghoogtelijn Stijghoogte (m+nap) Datum B40E0351 Op basis van stijghoogtemetingen blijkt dat de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket globaal fluctueert tussen circa NAP +6,5 m en NAP +8,5 m. GM , revisie D0 Pagina 7 van 16

49 Huidige situatie Relatie rivierstand in de IJssel en stijghoogte in eerste watervoerend pakket Om een indruk te krijgen van de waterstanden in de IJssel en de stijghoogten in het eerste watervoerend pakket in het achterland (dijkringgebied), zijn voor het jaar 2003 de waterstanden in de IJssel bij Doesburg opgevraagd bij Rijkswaterstaat ( Deze zijn vergeleken met metingen van de TNO-peilbuis B40E0351 (zie figuur 2.2). De relatie tussen de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket en de waterstand in de IJssel is uitgezet in figuur 2.3. Figuur 2.2 Waterstanden in de IJssel bij Doesburg en stijghoogten in eerste watervoerend pakket ter plaatse van de locatie waterhoogte/stijghoogte (m+nap) datum IJssel B40E0351 Figuur 2.3 Relatie tussen waterstand in de IJssel bij Doesburg en stijghoogte in eerste watervoerend pakket ter plaatse van de locatie IJsselstanden (m + NAP) y = 1,7154x - 668,76 R 2 = 0, Grondwaterstanden (m +NAP) Reeks1 Lineair (Reeks1) Het blijkt dat de correlatie (R) tussen de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket en de waterstand in de IJssel 0,66 bedraagt. Op de schaal van 0 (geen relatie) tot 1 (relatie) kan deze relatie worden geclassificeerd als redelijk tot goed. Dit betekent dat de stijghoogte van het eerste watervoerend pakket wordt beïnvloed door de oppervlaktewaterpeilen in de IJssel. GM , revisie D0 Pagina 8 van 16

50 Huidige situatie Uit de analyse van het grondwater blijkt dat er geen gescheiden freatisch pakket aanwezig is. De GHG en GLG die zijn gemeten, zijn afkomstig uit het watervoerend pakket en staan onder invloed van de IJssel. Op basis van de informatie uit de tijd-stijghoogte grafiek wordt voor het plangebied uitgegaan van een GHG van NAP +8,50 m. Door de aanwezigheid van kleilagen in de bodem wordt de mogelijkheid voor infiltratie beperkt. In combinatie met de hoge waterstanden die kunnen optreden in het plangebied, wordt het afgeraden om infiltratie van hemelwater te laten plaatsvinden. 2.5 Oppervlaktewater In onderstaande figuur 2.4 is een uitsnede opgenomen uit de legger watergangen van Waterschap Rijn en IJssel. Te zien is dat de planlocatie gelegen is in de stroomgebieden 5498 en Ten zuiden van de bebouwing aan de Verhuellweg ligt een watergang die in oostelijke richting afstroomt. Vanuit het zuiden sluiten de watergangen uit de stedelijk kern van Doesburg aan op deze watergang. Ten noorden van het plangebied ligt Het Zwarte Schaar. Deze zijtak van de IJssel ligt in stroomgebied Figuur 2.4 Uitsnede legger watergangen Waterschap Rijn en IJssel (plangebied rood omcirkeld) 5498 GM , revisie D0 Pagina 9 van 16

51 Huidige situatie 2.6 Waterkeringen Langs de IJssel liggen waterkeringen die in beheer zijn bij Waterschap Rijn en IJssel. In onderstaande figuur is de ligging van de kering met de bijbehorende grenzen weergegeven ten opzichte van de locatie. Uit figuur 2.5 blijkt dat het te ontwikkelen LNG-station (aangepijld) gedeeltelijk is gelegen in de kernzone (rode begrenzing) van de waterkering. Daarnaast ligt een deel binnen de beschermingszone van de kering (oranje begrenzing). De portaalkraan en de opstelplaats van containers ligt buiten de beschermingszone van de dijk, maar binnen de buitenbeschermingszone (blauwe begrenzing). Figuur 2.5 Begrenzing waterkering ten opzichte van de geplande ontwikkelingen LNG-station GM , revisie D0 Pagina 10 van 16

52 3 Waterhuishoudkundige aspecten 3.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden de randvoorwaarden geschetst die van belang zijn voor de toekomstige waterhuishouding. De waterhuishoudkundige aspecten en randvoorwaarden in dit hoofdstuk volgen het vigerende (water)beleid van Rijk, provincie, gemeente en waterschap. 3.2 Watertoetstabel Waterschap Rijn en IJssel heeft een watertoetstabel ontwikkeld waarmee met een aantal vragen in beeld te brengen is welke wateraspecten van belang zijn. De tabel met toelichting is opgenomen in Handreiking Watertoetsprocedure en standaard waterparagraaf voor Bestemmingsplannen Waterschap Rijn en IJssel, Januari De vragen zijn gericht op de locatie van de ontwikkeling en welke veranderingen er mogelijk worden gemaakt. In tabel 3.1 is de watertoetstabel opgenomen en ingevuld voor de het plaatsen van het LNGstation. Het verhogen van de portaalkraan en de verhoogde opslag van containers heeft geen invloed of effecten op wateraspecten, zoals deze in het vigerende bestemmingsplan zijn opgenomen. In de watertoetstabel is ook een kolom opgenomen met een weging. Wanneer er minimaal één van de vragen met een 2 -weging met Ja wordt beantwoord, is een uitgebreide watertoetsprocedure noodzakelijk. Wanneer alle 2 -vragen met Nee zijn beantwoord, kan worden volstaan met een verkorte watertoetsprocedure. Wanneer alle vragen uit de watertoetstabel met Nee zijn beantwoord, is een watertoetsprocedure niet nodig en hoeft er geen wateradvies te worden gevraagd. GM , revisie D0 Pagina 11 van 16

53 Waterhuishoudkundige aspecten Tabel 3.1 Watertoetstabel locatie laad- en loswal ROTRA Forwarding B.V. Onderdeel Vragen Ja / Nee Veiligheid 1 Ligt in of binnen 20 meter vanaf het plangebied een waterkering? (primair, Ja regionaal of kade) 2 Ligt het plangebied in een waterbergingsgebied of winterbed van een rivier? Nee Riolering en 1 Is de toename van het afvalwater groter dan 1 m 3 /uur? Nee Afvalwaterketen 2 Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ? Nee 3 ligt het plangebied in of nabij een RWZI of rioolgemaal van WRIJ? Nee Wateroverlast (oppervlaktewater) 1 Is er sprake van een toename aan verhard oppervlak met meer dan 2500 m 2? 2 Is er sprake van een toename aan verhard oppervlak met meer dan 500 m 2? 3 Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak? 4 In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes? Ja Ja 1 1 Opp. waterkwaliteit 1 Wordt vanuit het plangebied (hemel) water op oppervlaktewater geloosd? Ja 1 Grondwateroverlast Grondwaterkwaliteit Inrichting en beheer Volksgezondheid 1 Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2 Is in het plangebied sprake van kwel? Beoogt het plan dempen van perceelsloten of andere wateren? Beoogt het plan de aanleg van drainage? Nee Nee Ja Nee Nee Nee 1 Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwaterwinning? Nee 1 1 Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij WRIJ? 2 Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? 1 In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde stelsel? 2 Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieu-hygiënische of verdrinkingsrisico s met zich meebrengen (zwemmen, tuinen aan het water)? 1 Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2 Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3 Bevindt het plangebied zich in beschermingszones van natte natuur? 4 Bevindt het plangebied zich in een Natura 2000 gebied? Natte natuur Ja 2 Nee 2 Nee 1 Nee 1 Verdroging 1 Bevindt het plangebied zich in een TOP-gebied? Nee 1 Recreatie 1 Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van Nee 2 het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? Cultuurhistorie 1 Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig? Nee Veiligheid Ten aanzien van de dijkveiligheid wordt gekeken naar activiteiten die in strijd zijn met de Keur. Daarnaast geldt dat, voor alle activiteiten binnen de zonering van een kering, overleg met het waterschap plaatsvindt en dat er een vergunning verleend moet worden voor aanvang van de voorgenomen werkzaamheden. 3.4 Riolering en afvalwaterketen Voor de riolering wordt gekeken of er sprake is van een toename aan DWA. Wanneer deze toename past binnen de vergunde afvoer is er geen probleem. Anders zal de bestaande riolering en afvalwaterketen moeten worden getoetst op de DWA-toename. Indien nodig, moet de bestaande vergunning worden uitgebreid of een nieuwe lozingsvergunning worden aangevraagd. Daarnaast wordt er gekeken of de ontwikkeling niet plaatsvindt binnen de (milieu)zonering van een RWZI of persleidingen van het waterschap. Nee Nee Nee Nee Weging GM , revisie D0 Pagina 12 van 16

54 Waterhuishoudkundige aspecten 3.5 Wateroverlast (oppervlaktewater) en waterkwaliteit Toename van verhard oppervlak geeft een versnelde afvoer van hemelwater. Dit moet worden gecompenseerd. Daarvoor hanteert het waterschap de voorwaarden die staan beschreven in de Notitie Duurzaam en veilig water in de stad normen en uitgangspunten voor wateraspecten bij stedelijke ontwikkelingen. Uitgangspunt is geen versnelde afvoer van hemelwater en geen verslechtering van de waterkwaliteit. 3.6 Grondwateroverlast, verdroging en grondwaterkwaliteit Om grondwateroverlast te voorkomen, dient het peilbeheer van een natuurlijk regime uit te gaan (GGOR). Daarnaast zullen er maatregelen genomen moeten worden om een eventuele toename aan waterafvoer te compenseren door de trits vasthouden, bergen, afvoeren te hanteren. Bij voorkeur wordt er grondwaterneutraal gebouwd. Indien ophoging nodig is, zal dit onderbouwd moeten worden. Een verslechtering van de grondwaterkwaliteit moet zoveel mogelijk worden vermeden. Voor grondwater in beschermingsgebieden gelden specifieke voorwaarden van de winners. 3.7 Inrichting, beheer Voor het aanpassen van een watergang of voorgenomen werkzaamheden binnen de keurzone van watergangen is een watervergunning noodzakelijk. Daarnaast zullen eventuele veranderingen in beheer en onderhoud duidelijk moeten worden omschreven. Bij de uitwerking van het beheer en onderhoud en de inrichting van het watersysteem wordt uitgegaan van de Notitie Duurzaam en veilig water in de stad normen en uitgangspunten voor wateraspecten bij stedelijke ontwikkelingen, Nota recreatief medegebruik 2004, Notitie Werkwijze WRIJ met betrekking tot recreatief medegebruik 2006 en wordt er gekeken naar ARBO-aspecten. 3.8 Volksgezondheid Om de risico s voor de volksgezondheid zo laag mogelijk te houden, wordt het afgeraden ontwikkelingen te laten plaatsvinden in moerassige watersystemen en moet de aanleg van stagnant en ondiep water worden vermeden. 3.9 Natte natuur De inrichting of realisatie van water met een HEN-, SED- of EVZ functie mag met de voorgenomen ontwikkeling niet worden geschaad of belemmerd. Daarnaast mogen ontwikkelingen geen negatieve invloed hebben op de Natura 2000-gebieden en de natte natuur Recreatie en cultuurhistorie Voor watergangen geldt dat onderhoudspaden in principe zijn opengesteld voor passieve recreatie. Te allen tijde zullen afspraken gemaakt moeten worden tussen initiatiefnemer, het waterschap en eventueel andere aanliggende eigenaren. Eventueel aanwezige cultuurhistorische elementen moeten zoveel mogelijk worden behouden en daar, waar mogelijk, worden versterkt. GM , revisie D0 Pagina 13 van 16

55 4 Ruimtelijk inpassing / waterparagraaf 4.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de daadwerkelijke toepassing van de waterhuishoudkundige aspecten in het plangebied. Vanuit de randvoorwaarden en de gebiedskenmerken wordt hier de uiteindelijke ontwerprichting beschreven. 4.2 Motivatie LNG-station en locatiekeuze Het LNG-station is bedoeld om vrachtwagens en schepen te kunnen voorzien van brandstof voor het vervoer van goederen. Vanuit het ministerie van I&M en de Europese Unie wordt het gebruik van LNG als brandstof gestimuleerd vanwege de lagere geluidsemissies van de motoren en geringe uitstoot van CO2 en NOx. Rotra realiseert een laad- en loskade waar containerschepen gelost en geladen kunnen worden. Als eerste bedrijf in Nederland wil Rotra schepen kunnen voorzien van LNG. Daarnaast wil Rotra haar eigen vijf vrachtwagens op eigen terrein kunnen voorzien van de brandstof LNG. Het aantal Rotra-vrachtwagens dat op LNG kan rijden, zal in de toekomst worden uitgebreid naar 25 stuks. De locatie van het LNG-station is gekozen op basis van een optimum tussen: 1) milieu- en veiligheidsaspecten: a) de schepen die afmeren, worden geladen en gelost met een portaalkraan die op rails over de kade rijdt. Vanuit veiligheidsoverwegingen is het niet wenselijk dat het LNG-station in het rijbereik van de portaalkraan staat; b) op de laad- en loskade rijden reachstackers (zware heftrucks) die containers verplaatsen die buiten het rijbereik van de portaalkraan moeten staan. Het LNG-station dient daardoor op een locatie te worden geplaatst waar de reachstackers niet hoeven en mogen komen; c) het LNG-station dient zo te zijn gepositioneerd dat het niet dicht op bestaande bebouwing staat waar frequent personeel aanwezig is. In de opslagruimten van de Blikvanger (het pand naast de laad- en loskade) vindt opslag van fietsen en vrachtwagenonderdelen plaats. Daar is personeel niet frequent aanwezig. 2) bedrijfsvoering van Rotra: het LNG-station dient dicht bij de afmeerplaats voor schepen te zijn gesitueerd (zie ook punt 1) en in de routing van de vrachtwagens om tanken van schepen en vrachtwagens efficiënt uit te kunnen voeren; 3) installatietechnische eisen met betrekking tot LNG-station: Aangezien LNG een gas is dat vloeibaar wordt gemaakt door koeling (-162 o C) is er energie nodig om de installatie met leidingen te koelen. Het leidingwerk van en naar het LNG-station dient compact te zijn (=korte leidingen) voor de goede werking van het LNG-station (voorkoming van energieverlies). Het LNG-station dient daarom in de nabijheid van de afmeerplaats voor schepen te worden geplaatst. Er is overwogen om het LNG-station aan de oostzijde van de laad- en loskade te positioneren, maar vanwege het werkbereik van de reachstackers is deze locatie vanuit veiligheidsoogpunt niet wenselijk. Tevens is de locatie aan de oostzijde van de laad- en loskade niet efficiënt in de logistieke stroom in te passen. Op grond van bovenstaande punten is tot de gekozen locatie gekomen. 4.3 Veiligheid Omdat het plangebied deels is gelegen op een primaire waterkering, dient het veiligheidsniveau hiervan te worden gewaarborgd. Het oprichten van bouwwerken in de veiligheidszone is slechts mogelijk na akkoord van het waterschap. Hiertoe dient een watervergunning aangevraagd te worden. Voor werkzaamheden binnen de veiligheidszone dient bij het waterschap een keurontheffing te worden aangevraagd. GM , revisie D0 Pagina 14 van 16

56 Ruimtelijk inpassing / waterparagraaf Het LNG station is in het noordwestelijke deel van het plangebied gepland. Het waterschap wil graag weten wat het potentiële risico is voor de waterkering bij calamiteiten. De kans op exploderen van de LNG-tank is weliswaar zeer klein. De initiatiefnemer dient informatie aan te dragen waarop het waterschap kan besluiten of zij in het kader van de, nog aan te vragen, watervergunning kan instemmen met de plaatsing van het LNG-station op de waterkering. Het proces om te komen tot een watervergunning is opgestart. 4.4 Riolering en afvalwaterketen Het te ontwikkelen gebied betreft het realiseren van een LNG-station. Deze ontwikkeling brengt géén toename aan DWA met zich mee, omdat het LNG-station op bestaand verhard oppervlak wordt geplaatst. Hemelwater dat in de toekomstige situatie op het verhard oppervlak valt, wordt via een olie-benzineafscheider op het oppervlaktewater geloosd. 4.5 Wateroverlast (oppervlaktewater) en waterkwaliteit De plaatsing van het LNG-station leidt niet tot een risico op wateroverlast ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Het LNG-station wordt op de laad- en loskade geplaatst en het hemelwater dat op dit gebied valt, stroomt af naar een lijngoot. Van daaruit stroomt het water naar een olie-benzine-afscheider. Hierin vindt een zuivering van water plaats alvorens het op het oppervlaktewater wordt geloosd. 4.6 Grondwateroverlast, verdroging en grondwaterkwaliteit Om grondwateroverlast te voorkomen, gelden ontwateringseisen. Voor het plangebied geldt een ontwateringseis van 0,70 m voor wegen ten opzichte van de GHG. Op basis van deze informatie betekent dit een minimaal wegniveau van NAP +9,20 m. Voor bebouwing geldt een ontwatering van 1 m en geeft dus een minimaal vloerpeil op NAP +9,50 m. Ten opzichte van het oppervlaktewater wordt over het algemeen minimaal 1 à 1,2 m drooglegging vereist. Het waterpeil in de IJssel is circa NAP +6,50 m. Ten opzichte van NAP +9,20 m is er ruim voldoende ontwatering, aangezien het LNG-station op circa NAP m wordt geplaatst. 4.7 Inrichting, beheer en recreatie Op de laad- en loskade wordt het LNG-station geplaatst. De laad- en loskade wordt beheerd door Rotra. Indien in de toekomst (delen van) het LNG-station moet worden verplaatst dan wel verhoogd moet worden aangebracht als gevolg van een dijkverbetering, is dit technisch mogelijk. Het recreatief gebruik van dit deel van het Zwarte Schaar is in de huidige situatie al zeer beperkt. Er is geen doorgang mogelijk voor boten op de hele zijtak te kunnen bevaren. Derhalve zullen de voorgenomen ontwikkelingen niet leiden tot verandering in recreatief gebruik van het oppervlaktewater. 4.8 Volksgezondheid Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling zal geen nieuw oppervlaktewater worden gerealiseerd. De portaalkraan, de opslag van containers en de LNG-station worden op bestaand verhard terrein geplaatst. Met de geplande ontwikkeling van de LNG-station betekent dat er brandbare en explosieve materialen gebruikt gaan worden. Deze brengen specifieke risico s voor de volksgezondheid met zich mee. Strikt volgen van de regels en voorwaarden voor tankstations zal nodig zijn om risico s zo klein mogelijk te houden. De risico s voor de volksgezondheid zijn met behulp van een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) in beeld gebracht. Met de QRA worden het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) bepaald. Aan de hand van de resultaten wordt besloten of de risico s te aanvaarden zijn, in relatie tot de omgeving van Rotra. GM , revisie D0 Pagina 15 van 16

57 Ruimtelijk inpassing / waterparagraaf Indien blijkt dat de contour van het plaatsgebonden risico over (beperkt) kwetsbare objecten ligt of het groepsrisico toeneemt, geldt voor dit plan een verantwoordingsplicht. In dat geval moet het bevoegd gezag verantwoording afleggen, waarbij een bestuurlijke afweging wordt gemaakt. De risico s waaraan (beperkt) kwetsbare objecten en / of de omgeving zijn blootgesteld, worden daarbij afgezet tegen de maatschappelijke baten van het object en/of de risicovolle activiteit. Deze QRA is uitgevoerd met behulp van het rekenprogramma Safeti NL versie 6.54 (DNV London), de Handleiding Risicoberekening Bevi en de Rekenmethodiek LNG-Tankstations. De belangrijkste conclusies uit de QRA staan hieronder vermeld. Wet- en regelgeving Rotra Forwarding B.V. vraagt voor het plaatsen van de LNG-station een milieuvergunning aan, omdat op termijn LNG-stations als BEVI-inrichting worden aangemerkt. Plaatsgebonden risico De 10-6 risicocontour overschrijdt de inrichtingsgrens met maximaal 45 m. Deze ligt in noordwestelijk richting grotendeels over de IJssel. In zuidelijk richting is deze contour 43 m vanaf het vulpunt. Op basis van het interim beleid LNG-tankstations geldt dan de minimale risicoafstand van 50 m. Tevens geldt voor Rotra een minimale veiligheidsafstand (effectafstand) van 50 m. Binnen deze 50 m liggen geen (beperkt) kwetsbaar objecten. Groepsrisico Het groepsrisico blijft ruim onder de oriënterende waarde en bedraagt maximaal 0,22 x deze waarde. 4.9 Natte natuur Het Zwarte Schaar, de zijtak van de IJssel, valt onder diverse aanwijzingen voor (natte) natuur. De natuurwaarden worden niet negatief beïnvloed als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling en de daarmee gepaarde activiteiten. GM , revisie D0 Pagina 16 van 16

58 Bijlage 1 Ontwerp laad- en loskade met locatie LNG-installatie GM , revisie D0

59 27 Het Zwarte Schaar Gelderse IJssel Overslagterrein KPN-MAST Laad- en loskade WATERTANK RWS 2 Blikvanger BV 3 Rotra Forwarding BV 1b Multimate 1 Ubbink BV 1a trafo Verhuellweg trafo Verhuellweg de Fles 2a Rijksweg bos bos Panovenweg Provinciale weg N317 Bleekersgracht 6 4a bos Koepoortdijk Lindewal Nieuwstraat Putpad a Burg. Nahuijssingel Hessengracht bos de poedel bos trafo 54 bos bos Hessengracht 56 1 IJsselzicht m Schaal 1: VERKLARING: GRENS INRICHTING GEVEL 23 NUMMER LOCATIE OBJECTEN WERKGEBIED PORTAALKRAAN OBJECTEN: 1 DIESEL TANKSTATION 15 2 AFVALCONTAINERS (BEDRIJFSAFVAL, PAPIER Tengbergenstraat EN KARTON) 3 OLIE-BENZINE 13 AFSCHEIDER 4 PGS-15 RUIMTE 5 WERKPLAATS Ketjenstraa LNG STATION 7 WERKGEBIED 1 9 PORTAALKRAAN 7 Stenderinckstraat 5 27

60 Bijlage 3 Onderzoek externe veiligheid, revisie Pagina 46 van 161

61 Grontmij QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station Projectkenmerk : R abA0 Datum : Versie : 6.0 Opsteller : Jacques C.J.M. de Rooij Opdrachtgever: : Grontmij Uitgevoerd door : TOP-Consultants, Vestiging Etten-Leur Bredaseweg AL Etten-Leur etten-leur@top-consultants.nl

62 R abA0 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Wet- en regelgeving 2 3. De inrichting LNG: Levering, opslag en distributie 4 4. De omgeving Invloedsgebied Populatie Domino-effecten 7 5. Kwantitatieve risicoanalyse (QRA) (Sub)selectie Modellering LOC scenario s Uitgangspunten Resultaten Plaatsgebonden risico Groepsrisico Effectafstanden Conclusies Literatuur Bijlagen 18 Bijlage 1. Populatiegebieden 19 Bijlage 2. Invoergegevens 21 Bijlage 3. Bronsterkten en effectafstanden 23 Bijlage 4. Niet-technische samenvatting LNG installatie 29

63 R abA0 1. Inleiding Rotra Forwarding B.V. (hierna: Rotra) is gevestigd aan de Verhuellweg 5, te Doesburg. Het bedrijf wil LNG op- en overslaan en inzetten als brandstof voor de vrachtwagens en binnenvaartschepen. LNG is een alternatieve brandstof, die risico s met zich meebrengt (voor de omgeving). Hiervoor wordt een omgevingsvergunning aangevraagd. De kwantitatieve risicoanalyse (QRA) vormt een onderdeel hiervan. De risico s van de op- en overslag van LNG dienen in kaart te worden gebracht, in de vorm van een QRA. Met de QRA worden het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) bepaald. Aan de hand van de resultaten wordt besloten of de risico s te aanvaarden zijn, in relatie tot de omgeving van Rotra. Indien blijkt dat de contour van het plaatsgebonden risico over (beperkt) kwetsbare objecten ligt of het groepsrisico toeneemt, geldt voor dit plan een verantwoordingsplicht. In dat geval moet het bevoegd gezag verantwoording afleggen, waarbij een bestuurlijke afweging wordt gemaakt. De risico s waaraan (beperkt) kwetsbare objecten en / of de omgeving zijn blootgesteld, worden daarbij afgezet tegen de maatschappelijke baten van het object en / of de risicovolle activiteit. Deze QRA is uitgevoerd met behulp van het rekenprogramma Safeti NL versie 6.54 (DNV London), de Handleiding Risicoberekening Bevi [1] en de Rekenmethodiek LNG-Tankstations [2]. Opmerkingen bij deze versie (t.o.v. versie 5.1) De beschrijving van processen met gevaarlijke stoffen is beter afgestemd met de aanvraag omgevingsvergunning (par. 5.1). De faalfrequentie van scenario T2 is gecorrigeerd (bijlage 2 en PSU-file). Aansprakelijkheidsverklaring De informatie in dit rapport is onverminderd en in goed vertrouwen verstrekt. Aan de informatie kunnen geen garanties of rechten worden ontleend. TOP-Consultants kan niet aansprakelijk worden gesteld door klanten of elk ander persoon of organisatie voor verlies of schade die is veroorzaakt of mogelijk is veroorzaakt door de informatie verstrekt in dit rapport. Disclosure of interest TOP-Consultants heeft geen enkel financieel belang bij conclusies of aanbevelingen zoals vermeld in dit rapport.

64 R abA0 2. Wet- en regelgeving Rotra Forwarding BV moet met het oprichten van een LNG-tankinstallatie voldoen aan de PGS 33-1: Afleverinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor motorvoertuigen en PGS 33-2 Afleverinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor vaartuigen. Aangezien er nog geen externe veiligheidswetgeving is voor LNG-tankstations is door het DGMI, directie Veiligheid en Riscio s een interim beleid LNG-tankstations [6] opgesteld, in afwachting van het nieuwe BEVI (Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen). Hierin zijn minimale vaste veilgheids-(risico-) afstanden vastgesteld. Hieraan is getoetst. Naast een LNG-installatie beschikt Rotra Forwarding ook over een PGS-15 opslagruimte voor gevaarlijke stoffen, en een containerfaciliteit waar ook containers met stukgoed worden overgeslagen (geen opslag, geen gevaarlijke stoffen) en een locatie waar 2 tot 4 trailers met stukgoed met mogelijke gevaarlijke stoffen tijdelijk geparkeerd staan (overnachting). Rotra Forwarding BV valt als vervoersgebonden inrichting niet onder BRZO wetgeving op basis van artikel 2, lid d en de bepaling onder artikel 1, lid c van het Besluit.

65 R abA0 3. De inrichting De lay-out van Rotra is in onderstaande figuur weergegeven, met ten zuiden van de inrichting de N317. Ten zuiden van deze weg liggen de woonwijken van Doesburg. Figuur 1. Overzicht Rotra Forwarding en omgeving. Ter hoogte van de witte rechthoek is het LNG-station gesitueerd. Figuur 2. Inrichtingsgrens Rotra Forwarding

66 R abA0 3.1 LNG: Levering, opslag en distributie Grenzend aan de IJssel, aan de noordwestelijke zijde van de inrichting, zijn de LNG-opslagtank en bijbehorende voorzieningen gepland. Periodiek zal een dubbelwandige tankwagen LNG aanleveren. Tijdens het lossen staat deze relatief geïsoleerd opgesteld bij het vulstation (linkse vrachtwagen. Zie ook figuur 4, LNGVP), ruim 10 meter ten zuidwesten vanaf de opslagtank. Via een losslang en pomp wordt de LNG in de opslagtank (fig. 4. LNGT) gebracht. Verdamping (boil-off gas) wordt beheerst door de LNG rond te pompen vanuit de bodem van de tank, via een warmte wisselaar, naar de top alwaar het boil-off gas wordt beregend en afgekoeld. De pomp bevindt zich in de opslagtank, onder de vloeistofspiegel. Figuur 3: LNG-opslag en installaties Afkortingen (figuur 3) ab : aanrijdbeveiliging LNG : LNG afgiftepunt (dispenser) LNGT : LNG bovengrondse opslag LNGVP : LNG vulpunt TR LNG : technische ruimte WW : warmtewisselaar / verdamper PS 1, PS 2 : pomp skids (in LNG submergable pompen)

67 R abA0 Indien vraag is naar LNG wordt deze vanuit de pomp, via leidingen, naar de warmtewisselaar (fig. 3. WW) gepompt. Het LNG wordt verwarmd wat zorgt voor een verzadigde vloeistof bij een gewenste druk. Via korte ondergrondse leidingen wordt de vloeistof verplaatst naar de LNG dispenser (fig. 3. LNG) voor vrachtwagens, of via de ondergrondse leidinggoot ( naar de kaai, voor binnenvaartschepen. In beide gevallen is sprake van een dampretour, terug naar de opslagtank. Voor een niet-technische samenvatting wordt verwezen naar bijlage 4.

68 R abA0 4. De omgeving 4.1 Invloedsgebied Het invloedsgebied is gedefinieerd als de effectafstand LC 01 (1% letaliteit) van het meest ongunstige scenario, bij weertype D9. Het invloedsgebied van Rotra wordt bepaald door het instantaan falen van de opslagtank. De effectafstand bedraagt bijna 404 meter (zie figuur 5). Figuur 4. Invloedsgebied 4.2 Populatie Voor het groepsrisico zijn populatiegegevens vereist. De actuele gegevens zijn opgevraagd bij BrigGIS, en opgenomen in bijlage 1. Hieraan is Multimate toegevoegd. Dit bedrijf is gevestigd op het terrein van Rotra en heeft een ruimte gehuurd. Zowel personeelsleden van Multimate als bezoekers van de winkel worden aangemerkt als derden, en worden in het groepsrisico meegenomen. Voor de bepaling van het aantal bezoekers is gebruik gemaakt van de Handreiking Verantwoordingsplicht Groesprisico [5]. Binnen het invloedsgebied zijn geen ontwikkelingen of plannen bij de gemeente bekend, waardoor er geen geprojecteerde populatie hoeft te worden toegevoegd. In het bestemmingsplan Bedrijventerrein Verhuellweg [7] staan bestemmingsvoorschriften t.a.v. de bedrijven aan de Verhuellweg. (hoofdstuk B. Voorschriften, par. II Bestemmingen, artikel 3 Bedrijven. Er zijn geen bedrijfwoningen toegestaan. De bouwmarkt heeft een beperking in vloeroppervlak. Deze kan met toestemming worden uitgebreid, ook in de richting van de LNG installatie (en vulpunt), volgens

69 R abA0 de Plankaart. De afstand tot het vulpunt is nu nog ruim 50 meter (zie elders deze rapportage) en eventuele uitbreiding in de richting van het vulpunt zal voor de toekomst worden voorkomen in het nieuwe bestemmingsplan. Deze beperking zal worden ingebracht in de bestemmingsplanwijziging een RO procedure dat parallel loopt aan de vergunningaanvraag van Rotra. De bebouwingshoogte van de bedrijven mag maximaal 12 meter bedragen. Deze bedrijven binnen het invloedsgebied behoren grotendeels tot de inrichting van Rotra en hoeven niet te worden meegenomen in de populatie. Uitzondering hierop is Multimate, maar dat is al maximaal gebonden aan een vloeroppervlak. en wel meegenomen in de populatie (zie bijlage 1). 4.3 Domino-effecten Aangezien er geen naburige bedrijven of windmolens zijn, zijn geen domino-effecten naar de inrichting te verwachten.

70 R abA0 5. Kwantitatieve risicoanalyse (QRA) De voor deze QRA relevante loss of containment (LOC)-scenario s zijn bepaald door de RIVM/CEV en vastgelegd in de Rekenmethodiek LNG tankstations [2] en zijn in het rekenmodel Safeti-NL ingebracht. Alle relevante uitgangspunten van de LNG-installatie zijn aan het model toegevoegd. De resultaten zijn in de vorm van de plaatsgebonden risicocontour, het groepsrisico en effectafstanden (per LOCscenario) gepresenteerd. 5.1 (Sub)selectie De van toepassing zijnde LOC scenario s, volgens de Rekenmethodiek LNG tankstations [2], zijn ingevoerd in Safeti NL. Niet zijn meegenomen (niet door de methodiek voorgeschreven) de dampretourleidingen. Dit is aannemelijk, aangezien de effecten van de LOC scenario s voor methaandamp veel kleiner zijn dan die voor LNG (1 m 3 LNG kan expanderen naar 570 (N)m 3 gas). Ook is Boil-off gas handling niet meegenomen: De temperatuur in de LNG-opslagtank wordt stabiel gehouden door onder in de tank LNG af te tappen en naar boven terug te pompen, via een warmtewisselaar. De LNG zal naar beneden regenen om het boil-off gas te koelen en neer te slaan. Het bijbehorende leidingwerk is zo kort dat de hoeveelheid LNG klein is, zodat de bijbehorende LOC scenario s (breuk en lek) ten opzichte van andere LOC scenario s te verwaarlozen zijn. In de opslagruimte vindt opslag van maximaal 9,95 ton gevaarlijke stoffen plaats. Dit is onder 10 ton en hoeft daarom niet in de QRA te worden meegenomen (HARI Module C, pag. 97 [1] ). Op locatie (figuur 2 is een containerterminal gevestigd. Er worden geen ADR goederen met schepen aan- en afgevoerd. Op de laad- en loskade bevinden zich daarom alleen boxcontainers met ongevaarlijke goederen. Deze activiteiten zijn niet relevant voor de QRA. Op ruim 10 meter afstand van de containerterminal (in oostelijke richting) worden 2 tot 4 trailers/containers tijdelijk neergezet (bijvoorbeeld voor overnachting) Deze trailers/containers kunnen stukgoed met ADR goederen bevatten. Op basis van de Concept rekenmethode voor stuwadoorsbedrijven [8] worden ongevalsscenario s tijdens intern transport (van de ingang naar de parkeerplaats en vice versa) en overslag van los stukgoed als niet relevant voor externe risico s beschouwd. Tevens wordt het instrinsiek falen van een verpakking van los stukgoed of stukgoed in een boxcontainer niet gemodelleerd, zoals vermeld in genoemde rekenmethode [8] hierin een verwijzing naar de HARI [1]. 5.2 Modellering LOC scenario s De volgende activiteiten/processen met LNG vinden bij Rotra plaats: 1. Aanlevering van LNG met tankwagens 2. Lossen van LNG tankwagens 3. Intern transport van LNG vulpunt naar de LNG opslagtank 4. Opslag in LNG opslagtank 5. Intern transport van LNG a. vanuit opslagtank naar de dispenser b. vanuit opslagtank via de leidinggoot naar de kaai dispenser 6. Vullen van: a. vrachtwagen met LNG b. binnenvaartschip met LNG

71 R abA0 Bij de bepaling van de LOC scenario s en de initiële faalfrequentie is de Rekenmethodiek [2] gevolgd. De scenario s en faalfrequentie zijn ook vermeld in bijlage Aanlevering van LNG met tankwagens De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: T1: Instantaan falen van de tankauto; T2: Falen van de grootste aansluiting van de tankauto; B1: BLEVE (van de tankauto ten gevolge van een brand tijdens verlading; B2: BLEVE van de tankauto ten gevolge van een externe brand tijdens aanwezigheid; B3. BLEVE van de tankauto ten gevolge van externe beschadiging 2. Lossen van LNG tankwagens De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: P1: Catastrofaal falen van de pomp tijdens verlading met automatisch ingrijpen; P2: Catastrofaal falen van de pomp tijdens verlading waarbij ingrijpen faalt; P3: Lekkage (10% van de diameter van de toevoerende leiding) van de pomp; L1: Breuk in de losslang met automatische ingrijpen binnen 5 seconden; L2: Breuk in de losslang waarbij automatische ingrijpen faalt; L3: Lekkage (10% van de diameter) in de losslang. 3. Intern transport van LNG vulpunt naar de LNG opslagtank De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: L4: Breuk in de ondergrondse vulleiding met automatische ingrijpen binnen 5 seconden; L5: Breuk in de ondergrondse vulleiding waarbij automatisch ingrijpen faalt; L6: Lekkage (10% van de diameter) in de ondergrondse vulleiding. 4. Opslag in de LNG opslagtank De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: O1: Instantaan falen van de tank; O2: 10 minuten uitstroming uit de tank; O3: Lekkage van 10 mm. 5. Intern transport LNG naar vrachtwagens en binnenvaartschepen Bij Rotra wordt voor het interne transport gebruik gemaakt van een submerged pomp in de opslagtank. LOC scenario s van deze pomp leiden niet tot vrijkomen van LNG en is daarom niet meegenomen in de QRA. Ook wordt geen gebruik gemaakt van buffertanks en CNG installaties, waardoor deze scenario s uit de methodiek niet van toepassing zijn. 5a. Intern transport LNG naar vrachtwagens De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: L8v1: Breuk in ondergrondse leiding van opslagtank naar warmtewisselaar en automatische inblok binnen 120 seconden functioneert; L8v2: Breuk in ondergrondse leiding van opslagtank naar warmtewisselaar en inblok faalt; L8v3: Lekkage (10% van de doorsnede) in ondergrondse leiding; Wt1: Breuk in warmtewisselaar (tijdens intern transport naar vrachtwagen) en automatische inblok binnen 120 seconden functioneert; Wt2: Breuk in warmtewisselaar (tijdens intern transport naar vrachtwagen) en inblok faalt; L8n1: Breuk in ondergrondse leiding van warmtewisselaar naar dispenser en automatische inblok binnen 120 seconden functioneert;

72 R abA0 L8n2: Breuk in ondergrondse leiding van warmtewisselaar naar dispenser en inblok faalt; L8n3: Lekkage (10% van de diameter) in ondergrondse leiding. 5b. Intern transport LNG naar binnenvaartschepen De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: L10v1: Breuk in ondergrondse leiding van opslagtank naar warmtewisselaar en automatische inblok binnen 120 seconden functioneert; L10v2: Breuk in ondergrondse leiding van opslagtank naar warmtewisselaar en inblok faalt; L10v3: Lekkage (10% van de diameter) in ondergrondse leiding; Ws1: Breuk in warmtewisselaar (tijdens intern transport naar kaai) en automatische inblok binnen 120 seconden functioneert; Ws2: Breuk in warmtewisselaar (tijdens intern transport naar kaai) en inblok faalt; L10n5.1: Breuk na 5 meter in ondergrondse leiding van warmtewisselaar naar kaai en automatische inblok binnen 120 seconden functioneert; L10n5.2: Breuk na 5 meter in ondergrondse leiding van opslagtank naar warmtewisselaar en inblok faalt; L10n30.1:Breuk na 30 meter in ondergrondse leiding van warmtewisselaar naar kaai en automatische inblok 120 seconden functioneert; L10n30.2:Breuk na 30 meter in ondergrondse leiding van opslagtank naar warmtewisselaar en inblok faalt; L10n3: Lekkage (10% van de diameter) in ondergrondse leiding (equidistant elke 10 meter). 6. Vullen van vrachtwagens en binnenvaartschepen 6a. Vullen van vrachtwagens De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: D1: Breuk in de dispenserslang waarbij de bekrachtigingsknop binnen 5 sec. werkt; D2: Breuk in de dispenserslang waarbij de bekrachtigingsknop faalt, maar de automatische detectie en inblok binnen 120 seconden functioneert; D3: Breuk in de dispenserslang waarbij zowel de bekrachtigingsknop en de automatische inblok beiden falen; D4: Lekkage (10% van de diameter) in de dispenserslang. 6b. Vullen van binnenvaartschepen De volgende LOC scenario s zijn gehanteerd: B1: Breuk in de bunkerslang waarbij de bekrachtigingsknop binnen 5 sec werkt; B2: Breuk in de bunkerslang waarbij de bekrachtigingsknop faalt, maar de automatische detectie en inblok binnen 120 seconden functioneert; B3: Breuk in de bunkerslang waarbij zowel de bekrachtigingsknop en de automatische inblokbeiden falen; B4: Lekkage (10% van de diameter) in de bunkerslang. Bronsterkten Uitgangspunten (zie par. 4.3), zoals volume, temperatuur en druk, produkteigenschappen, als mede het scenario (instantaan falen, diameter van een leiding, grootte van een lek, effect beperkende maatregelen etc.) bepalen na berekening met Safeti-NL (gebaseerd op het Paarse Boek PGS 3) de brontermen. In bijlage 3 staan de bronsterkten per scenario weergegeven onder de kolom Release Rate (kg or kg/s).

73 R abA0 5.3 Uitgangspunten De LOC-scenario s en faalfrequenties zijn bepaald op basis van de basis faalfrequenties en uitgangspunten van Rotra (praktijksituatie). De gegevens per LOC-scenario zijn opgenomen in bijlage 2. De resulterende faalfrequenties die kleiner zijn dan 10-9 /jaar (afkapgrens) zijn niet meegenomen in deze QRA, en in bijlage 2 met grijs gearceerd. Van alle voor de QRA relevante processen worden de uitgangspunten toegelicht. 1. Aanlevering LNG met tankwagens De uitgangspunten zijn: - De jaardoorzet LNG is ca m 3. - LNG wordt geleverd met dubbelwandige (reductie factor 0,05) tankwagens met een capaciteit van 50 m 3. - De tankwagens zijn maximaal met 84,25% LNG gevuld (afh. Van afsteldruk veerveiligheid op 10 bar): 42,2 m 3 (ca kg). - Tankwagens zijn altijd volledig gevuld bij aankomst; bij aanstraling reductiefactor 0,19 [2]. - Verlading vindt 124 x per jaar plaats. - Verlading 42,2 / 0,5 (m 3 /min) = 84,4 minuten - Verblijftijd ong. 100 minuten (verlading en aan/afkoppelen). - Temperatuur LNG: -150 C [ref 2]; druk (verzadigd)» 1,3 barg. - Afmeting grootste aansluiting: 2,5 inch (DN65). - Barstdruk (Warme BLEVE) 11,1 barg [2]. - Locatie vulpunt is binnen de 17,5 meter van de afleverzuil (dispenser), nl 15 meter. - Er is geen benzine afleverzuil en ook geen opstelplaats tankauto. - Gebouw (LNG unit) binnen de 10 meter van het vulpunt, nl. 6 meter. - Opstelplaats LNG tankwagen is geisoleerd waarbij aanrijding van opzij tegen de leidingkast niet aannemelijk wordt geacht (ook niet met lage snelheid). 2. Lossen van LNG tankwagens De uitgangspunten zijn: - Aangenomen is dat de pomp op de tankwagen een centrifugaal pomp met pakking is. - In geval van breuk zal na automatische detectie uitstroming binnen 5 seconden worden gestopt [4].. - Binnendoorsnede van de composietlosslang is 2,5 inch. - Het vullen van de opslagtank vindt plaats middels topfilling. Er wordt dus alleen van bovenaf gevuld. 3. Intern transport van LNG vulpunt naar LNG opslagtank De uitgangspunten zijn: - De ondergrondse LNG vulleiding is composiet. - De vulleiding heeft een binnendiameter van 2,5 inch (DN 65) en ongeveer 6 meter lengte. - In geval van een leidingbreuk zal na automatisch detectie uitstroming van beide zijden binnen 5 seconden worden gestopt [4].. 4. Opslag in de LNG opslagtank De uitgangspunten zijn: - LNG opslagtank heeft een capaciteit van 70 m 3 100% water volume. - Tank wordt maximaal 90% gevuld: 63 m 3 (bijna kg). - Temperatuur LNG: -142 C ; druk (verzadigd)» 3 barg.

74 R abA0 5. Intern transport LNG naar vrachtwagens en binnenvaartschepen De uitgangspunten zijn: - Ondergrondse leiding van opslagtank naar warmtewisselaar heeft een binnendiameter van 2 inch (DN 40) en een lengte van ongeveer 2 meter. - Aangenomen is dat de druk vanuit de submerged pomp 8 barg is (pressurized liquid, niet meer verzadigd). 5a. Intern transport LNG naar vrachtwagens De uitgangspunten zijn: - 25 vrachtwagens gaan (op termijn) op LNG rijden. - Tankinhoud: 400 liter LNG. - Dagelijks vullen van de vrachtwagens, 350 dagen per jaar. - Debiet 160 liter/min [2]. - Vulduur: 400/160 = 2,5 minuut - Doorzet naar vrachtwagens: m 3 per jaar. - Warmtewisselaar zorgt voor verzadigde druk van 8 barg door de temperatuur te verhogen naar -126 C. - Ondergrondse leiding van warmtewisselaar naar dispenser heeft een binnendiameter van 2 inch (DN 40) en een lengte van ongeveer 2 meter. 5b. Intern transport LNG naar binnenvaartschepen De uitgangspunten zijn: - 2 binnenvaartschepen gaan (op termijn) op LNG varen. - Tankinhoud: 20 m 3 LNG. - Wekelijks vullen de schepen, 52 weken dagen per jaar. - Aanname: debiet 500 liter / minuut - Vulduur: 20 / 0,5 = 40 minuten. - Doorzet naar binnenvaartschepen: m 3 per jaar. - Warmtewisselaar zorgt voor verzadigde druk van 10 barg door de temperatuur te verhogen naar -121,8 C. - Ondergrondse leiding van warmtewisselaar naar kaai dispenser heeft een binnendiameter van 2,5 inch (DN 65) en een lengte van ongeveer 39 meter. 6. Vullen van vrachtwagens en binnenvaartschepen 6a. Vullen van vrachtwagens De uitgangspunten zijn: - De dispenserslang van composiet heeft een binnendoorsnede van 1 inch (DN25) en is 3 meter lang. 6b. Vullen van binnenvaartschepen - De bunkerslang van composiet heeft een binnendoorsnede van 2 inch (DN40) en aangenomen is dat deze 10 meter lang is.

75 R abA0 5.4 Resultaten De resultaten van de QRA zijn weergegeven in het Plaatsgebonden risico (PR), Groepsrisico (GR) en effectafstanden per LOC scenario Plaatsgebonden risico In onderstaande figuur staat het plaatsgebonden risico (10-4 t/m 10-9 /jaar risicontour) weergegeven. Figuur 5a. Plaatsgebonden risico Rotra De 10-5 /jaar risicocontour overschrijdt de inrichtingsgrens aan noord-westzijde met bijna 12 meter. De 10-6 /jaar contour overschrijdt deze grens met ong. 40 meter. De 10-6 /jaar contour reikt tot ruim 43 meter gerekend vanaf het vulpunt in de richting van Multimate (gehuurd van Rotra voor commerciele doeleinden). Geen (beperkt) kwetsbare objecten worden geraakt. Figuur 5b. Uitvergroting figuur 6a

76 R abA0 De afstand vanaf het vulpunt tot het bedrijf Mutlimate bedraagt ongeveer 52 meter. Multimate is een beperkt kwetsbaar object in het kader van BEVI art. 1, lid 1, sub b onder d. De winkel heeft een bruto vloeroppervlak van m 2. Ten westen van de LNG installatie ligt RWS (kantoorgebouw). Dit is op ruim 60 meter gerekend vanaf het vulpunt. Volgens het zg. Interimbeleid [6], gelden voor LNG-tankstations minimale vaste veiligheids-(risico-) afstanden. Indien uit de QRA een risicocontour wordt berekend kleiner dan 50 meter, moet 50 meter worden aangehouden. Daarnaast geldt een minimale effectafstand (bijlage II van ref. [6]), dat bepaald wordt door de ESD reactietijd, aanwezigheid van Topfilling van de LNG opslagtank, verlading met pomp (niet op druk) en een voordruk onder de 3,2 barg. De LNG installatie beschikt over ESD s die binnen 5 seconden reageren; Er is sprake van alleen top-filling van de LNG opslagtank; Verlading vindt plaats middels een pomp; De voordruk bedraagt bijna 1,4 barg (verzadigingsdruk LNG bij -150 C), Onder deze voorwaarden moet een minimale effectafstand van 50 meter worden gehanteerd. Aan zowel de minimale risico- als effectafstand wordt voldaan. Het risico op de bij het vulpunt meest nabijbelegen punt van Multimate (figuur 6b) is 5, /jaar. Dit risico wordt overwegend veroorzaakt door de scenario s: 1. L1. Breuk van de losslang tijdens verlading met werkende ESD (41%) 2. O1. Instantaan falen LNG opslagtank (23%) 3. B2. BLEVE tankauto door externe brand (15%) De andere scenario s hebben een aandeel van minder dan 10%. Het risico op het RWS gebouw (figuur 6b) is 4, /jaar. Dit risico wordt overwegend veroorzaakt door de scenario s: 1. O1. Instantaan falen LNG opslagtank (32%) 2. B2. BLEVE tankwagen door externe brand (19%) 3. O2. Uitstroming LNG tank in 10 minuten (17%) 4. Wt1. Breuk warmtewisselaar met werkende inblok (11,1%) 5. L1. Breuk van de losslang tijdens verlading met werkende ESD (11,0%) De andere scenario s hebben een aandeel van minder dan 10%.

77 R abA Groepsrisico Het groepsrisico is weergegeven middels een dubbellogaritmisch verband tussen de frequentie (per jaar) en cumulatief het aantal slachtoffers. Figuur 6. Groepsrisico Rotra Het groepsrisico heeft een afkap bij N = 99 slachtoffers. De normwaarde (het groepsrisico dichtst gelegen bij de orienterende waarde) is 0,22 (bij N = 60 en f = 6, ). Het grootste aandeel in het groepsrisico wordt veroorzaakt door: 1. B2. BLEVE tijdens brand (43 %) 2. O1. Instantaan falen LNG opslagtank (24 %) 3. O2. Uitstroming LNG tank in 10 minuten (16%) De andere scenario s hebben een aandeel van minder dan 10% Effectafstanden In bijlage 3 zijn alle bronsterkten en effectafstanden (1% letaliteit door warmtestraling en/of overdruk) per LOC scenario en per weertype weergegeven. De grootste effecten (bij weertype D9) worden door de volgende scenario s veroorzaakt: 1. O1. Instantaan falen LNG tankopslag (404 meter) 2. T1. Instantaan falen LNG tankwagen (341 meter) 3. B3. BLEVE tankwagen na aanrijding (237 meter) 4. B1. BLEVE tankwagen brand tijdens verlading (229 meter) 5. B2. BLEVE tankwagen externe brand (229 meter) 6. O2. Uitstroming opslagtank gedurende 10 minuten (132 meter) 7. Ws1. Breuk warmtewisselaar (naar het schip) met inblok (100 meter) 8. Wt1. Breuk warmtewisselaar (naar vrachtwagen) met inblok (100 meter) De andere scenario s hebben een effectafstand kleiner dan 100 meter (bij D9).

78 R abA0 6. Conclusies Rotra Forwarding B.V. wil LNG op- en overslaan en inzetten als brandstof voor de vrachtwagens en binnenvaartschepen. Hiertoe wordt een LNG installatie gebouwd. In de QRA zijn de verlading, opslag en intern transport van LNG en het vullen van vrachtwagens en binnenvaartschepen beschouwd. Wet- en regelgeving Rotra Forwarding B.V. valt als vervoersgebonden inrichting niet onder de BRZO wetgeving. Op termijn zal zij wel onder de BEVI wetgeving komen te vallen. Tot die tijd wordt de LNG-installatie getoetst aan het Interim beleid LNG-tankstations [6]. Plaatsgebonden risico De 10-6 risicocontour overschrijdt de inrichtingsgrens met maximaal 45 meter. Deze ligt in noordwestelijk richting grotendeels over de IJssel. In zuidelijk richting is deze contour 43 meter vanaf het vulpunt. Op basis van het interim beleid LNG-tankstations geldt dan de minimale risicoafstand van 50 meter. Tevens geldt voor Rotra een minimale veiligheidsafstand (effectafstand) van 50 meter. Binnen deze 50 meter liggen geen (beperkt) kwetsbaar objecten. Groepsrisico Het groepsrisico blijft ruim onder de orienterende waarde en bedraagt maximaal 0,22 x deze waarde.

79 R abA0 7. Literatuur [1] Handleiding Risicoberekeningen Bevi vs. 3.2 (1 juli 2009) [2] Rekenmethodiek LNG-Tankstations, RIVM-CEV, dd. 17 mei 2013 [3] Quotation LNG fuel station trucks and barges, Cryonorm systems B.V. dd. 21 februari 2014 [4] LNG als alternatieve brandstof, Min. I&M, RIVM, dd. 5 november 2013 [5] Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, VROM, dd. November 2007 [6] Notitie beleidsopties interim beleid LNG-tankstations, DGMI, dd. 24 juni 2014 [7] Bestemmingsplan Bedrijventerrein Verhuelllweg Gemeente Doesburg, dd. Sept [8] Concept rekenmethode voor stuwadoorsbedrijven, RIVM, dd.6 juni 2011

80 8. Bijlagen R abA0

81 R abA0 Bijlage 1. Populatiegebieden Figuur 7. Populatiegebieden Nr. activiteit code dag nacht 1 wonen #1p werken #1p werken Multimate wonen #1p0 0,835 1,67 3 werken #1p wonen #1p wonen #1p0 3 5,01 6 wonen #1p0 1,67 3,34 6 werken #1p1 5,6 0 7 wonen #1p0 0,96 1,92 7 werken #1p wonen #1p0 1,92 3,84 9 wonen #1p0 1,92 3,84 10 wonen #1p0 1,92 3,84 11 wonen #1p0 2 3,17

82 R abA0 Nr. activiteit code dag nacht 12 wonen #1p0 1 3,17 13 wonen #1p0 3,17 6,34 13 werken #1p1 0, wonen #1p0 3,17 6,34 15 wonen #1p0 3,17 6,34 16 wonen #1p0 3,17 6,34 17 wonen #1p0 3,17 6,34 17 werken #1p wonen #1p ,13 18 werken #1p1 30, wonen #1p0 14,82 29,64 19 werken #1p1 1, wonen #1p0 11,52 23,04 20 werken #1p wonen #1p0 2,88 5,76 21 werken #1p wonen #1p0 9,84 19,68 22 werken #1p1 4, wonen #1p0 1,43 2,86 24 wonen #1p0 1,43 2,86 24 werken #1p1 0, wonen #1p0 4,29 8,58 25 werken #1p1 0, wonen #1p0 1,1 2,2 27 wonen #1p0 4,4 8,8 27 werken #1p wonen #1p0 1,8 3,6 Tabel 1. Populatiedichtheden Opmerkingen bij de tabel: 1 Multimate is gelegen in een gehuurd gedeelte van Rotra. Het heeft 6 medewerkers en het aantal bezoekers is op basis van tabel 16.2 van de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico [5] bepaald op 58 (1 bezoeker per 30 m 2 b.v.o, oppervlak van Multimate is m 2 )

83 R abA0 Bijlage 2. Invoergegevens Sc. Omschrijving Basis eenheid Duur Factor Factor Factor Res.freq. T1 Tankauto instantaan falen 5,00E-07 per jaar 207 uur 1,18E-08 per jaar T2 Tankauto grootste aansluiting 5,00E-07 per jaar 207 uur 1,18E-08 per jaar B1 BLEVE tankauto tijdens verlading 5,80E-10 per uur 174 uur 0,05 dubbel 5,06E-09 per jaar B2 BLEVE tankauto brand omgeving 2,00E uur per jaar 207 uur 0,05 dubbel 0,02 x1/50 0,19 LPG meth 7,85E-08 per jaar B3 BLEVE aanrijding 2,50E uur per jaar 207 uur 1 n.v.t. 0,02 x1/50 1 n.v.t. 1,03E-08 per jaar P1 Breuk pomp, automatisch 1,00E-04 per jaar 174 uur 0,999 ingrijpen 0, x1/ n.v.t. 1,99E-06 per jaar P2 Breuk pomp, ingrijpen faalt 1,00E-04 per jaar 174 uur 0,001 niet ingr. 0, x1/ n.v.t. 1,99E-09 per jaar P3 Lek pomp 4,40E-03 per jaar 174 uur 1 n.v.t. 0, x1/ n.v.t. 8,76E-05 per jaar L1 Breuk losslang, aut terug werkt 4,00E-07 per uur 174 uur 0,999 ingrijpen 1 n.v.t. 6,97E-05 per jaar L2 Breuk losslang, ingrijpen faalt, terug werkt 4,00E-07 per uur 174 uur 0,001 niet ingr. 1 n.v.t. 6,98E-08 per jaar L3 Lek losslang 4,00E-05 per uur 174 uur 1 n.v.t. 1 n.v.t. 6,98E-03 per jaar L4 Breuk vulleiding, aut terug werkt 5,00E-07 per jaar.meter 174 uur 0,999 ingrijpen 0, meter 5,96E-08 per jaar L5 Breuk vulleiding, ingrijpen faalt 5,00E-07 per jaar.meter 174 uur 0,001 niet ingr. 0, meter 5,97E-11 per jaar L6 Lek vulleiding 1,50E-06 per jaar.meter 174 uur 1 n.v.t. 0, n.v.t. 6 meter 1,79E-07 per jaar O1 Instantaan falen 5,00E-07 per jaar 5,00E-07 per jaar O2 10 minuten uitstroming 5,00E-07 per jaar 5,00E-07 per jaar O3 10 mm lekkage 1,00E-05 per jaar 1,00E-05 per jaar P3.1 Breuk pomp opslagvat, inblok P3.2 Breuk pomp opslagvat, inblok faalt P3.3 Lek pomp opslagvat L8v.1 Breuk leiding opslag naar WW, inblok 5,00E-07 per jaar.meter 365 uur 0,999 inblok 0, x1/ meter 4,15E-08 per jaar L8v.2 Breuk leiding opslag naar WW, inblok faalt 5,00E-07 per jaar.meter 365 uur 0,001 inbl faalt 0, x1/ meter 4,16E-11 per jaar L8v.3 Lek leiding opslag naar WW 1,50E-06 per jaar.meter 365 uur 1 n.v.t. 0, x1/ meter 1,25E-07 per jaar L10v.1 Breuk leiding opslag naar WW, inblok 5,00E-07 per jaar.meter 69 uur 0,999 inblok 0, x1/ meter 7,90E-09 per jaar

84 R abA0 Sc. Omschrijving Basis eenheid Duur Factor Factor Factor Res.freq. L10v.2 Breuk leiding opslag naar WW, inblok faalt 5,00E-07 per jaar.meter 69 uur 0,001 inbl faalt 0, x1/ meter 7,91E-12 per jaar L10v.3 Lek leiding opslag naar WW 1,50E-06 per jaar.meter 69 uur 1 n.v.t. 0, x1/ meter 2,37E-08 per jaar Wt.1 Truck Breuk warmtewisselaar, inblok 1,00E-05 per jaar 365 uur 0,999 inblok 0, x1/ n.v.t. 4,15E-07 per jaar Wt.2 Truck Breuk warmtewisselaar, inblok faalt 1,00E-05 per jaar 365 uur 0,001 inbl faalt 0, x1/ n.v.t. 4,16E-10 per jaar Ws.1 Schip Breuk warmtewisselaar, inblok 1,00E-05 per jaar 69 uur 0,999 inblok 0, x1/ n.v.t. 7,90E-08 per jaar Ws.2 Schip Breuk warmtewisselaar, inblok faalt 1,00E-05 per jaar 69 uur 0,001 inbl faalt 0, x1/ n.v.t. 7,91E-11 per jaar L8n.1 Breuk leiding WW naar dispenser, inblok 5,00E-07 per jaar.meter 365 uur 0,999 inblok 0, x1/ meter 4,15E-08 per jaar L8n.2 Breuk leiding WW naar dispenser, inblok faalt 5,00E-07 per jaar.meter 365 uur 0,001 inbl faalt 0, x1/ meter 4,16E-11 per jaar L8n.3 Lek leiding WW naar dispenser 1,50E-06 per jaar.meter 365 uur 1 n.v.t. 0, x1/ meter 1,25E-07 per jaar L10n5.1 Breuk leiding WW naar kaai, 5 m, inblok 5,00E-07 per jaar.meter 69 uur 0,999 inblok 0, x1/ meter 7,90E-08 per jaar L10n30.1 Breuk leiding WW naar kaai, 30 m, inblok 5,00E-07 per jaar.meter 69 uur 0,999 inblok 0, x1/ meter 1,19E-07 per jaar L10n5.2 Breuk leiding WW naar kaai, 5 m, inblok faalt 5,00E-07 per jaar.meter 69 uur 0,001 inbl faalt 0, x1/ meter 7,91E-11 per jaar L10n30.2 Breuk leiding WW naar kaai, 30 m, inblok faalt 5,00E-07 per jaar.meter 69 uur 0,001 inbl faalt 0, x1/ meter 1,19E-10 per jaar L10n.3 Lek leiding WW naar kaai 1,50E-06 per jaar.meter 69 uur 1 n.v.t. 0, x1/ meter 4,63E-07 per jaar D1 Breuk dispenserslang, knop werkt 4,00E-07 per uur 365 uur 0,99 knop w 1 n.v.t. 1 n.v.t. 1,44E-04 per jaar D2 Breuk dispenserslang, knop faalt 4,00E-07 per uur 365 uur 0,009 knop f 1 n.v.t. 0,999 inblok 1,31E-06 per jaar D3 Breuk dispenserslang, inblok faalt 4,00E-07 per uur 365 uur 0,001 knop f 1 n.v.t. 0,001 inb faalt 1,46E-10 per jaar D4 Lek dispenserslang 4,00E-07 per uur 365 uur 1 n.v.t. 1 n.v.t. 1 n.v.t. 1,46E-04 per jaar Bu1 Breuk bunkerslang, knop werkt 4,00E-07 per uur 69 uur 0,99 knop w 1 n.v.t. 1 n.v.t. 2,75E-05 per jaar Bu2 Breuk bunkerslang, knop faalt 4,00E-07 per uur 69 uur 0,009 knop f 1 n.v.t. 0,999 inblok 2,49E-07 per jaar Bu3 Breuk bunkerslang, inblok faalt 4,00E-07 per uur 69 uur 0,001 knop f 1 n.v.t. 0,001 inb faalt 2,77E-11 per jaar Bu4 Lek bunkerslang 4,00E-07 per uur 69 uur 1 n.v.t. 1 n.v.t. 1 n.v.t. 2,77E-05 per jaar Tabel 2. Bepaling resulterende faalfrequentie

85 R abA0 Bijlage 3. Bronsterkten en effectafstanden Nr Scenario Name Weather Release Rate Largest Distance to 1% lethality (kg or kg/s) (m) 1 T1: tankauto instantaan falen B ,5 228 D 1, ,5 236 D ,5 272 D ,5 342 E ,5 259 F 1, , T2: tankauto grootste aansluiting B 3 7, D 1,5 7, D 5 7, D 9 7, E 5 7, F 1,5 7, B1: BLEVE tankauto tijdens verlading B D 1,5 229 D D E F 1, B2: BLEVE tankauto tijdens brand B D 1,5 229 D D E F 1, B3: BLEVE tankauto na externe beschadiging B D 1,5 237 D D E F 1, P1: Breuk pomp met automatisch ingrijpen B 3 7, D 1,5 7, D 5 7, D 9 7, E 5 7, F 1,5 7, P2: Breuk pomp ingrijpen faalt B 3 7, D 1,5 7,

86 R abA0 Nr Scenario Name Weather Release Rate Largest Distance to 1% lethality (kg or kg/s) (m) D 5 7, D 9 7, E 5 7, F 1,5 7, P3: Lek pomp B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L1: Breuk losslang, automatisch B 3 7, D 1,5 7, D 5 7, D 9 7, E 5 7, F 1,5 7, L2: Breuk losslang, automatisch faalt B 3 7, D 1,5 7, D 5 7, D 9 7, E 5 7, F 1,5 7, L3: Lek losslang B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L4: Breuk vulleiding, automatisch B 3 6, D 1,5 6, D 5 6, D 9 6, E 5 6, F 1,5 6, L6: Lek vulleidiing B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, O1. Instantaan falen B , D 1, ,92 215

87 R abA0 Nr Scenario Name Weather Release Rate Largest Distance to 1% lethality (kg or kg/s) (m) D , D , E , F 1, , O2. 10 min uitstroming B 3 41, D 1,5 41,13653 D 5 41, D 9 41, E 5 41, F 1,5 41, O3. 10 mm lek B 3 0,76 20 D 1,5 0,76 23 D 5 0,76 19 D 9 0,76 18 E 5 0,76 19 F 1,5 0, Wt.1. Breuk warmtewisselaar met inblok B 3 24, D 1,5 24, D 5 24, D 9 24, E 5 24, F 1,5 24, L8v.1. Breuk leiding opslag - WW, inblok B 3 24,84986 D 1,5 24,84986 D 5 24, D 9 24, E 5 24, F 1,5 24, L8n.1. Breuk leiding WW - dispenser, inblok B 3 3, D 1,5 3, D 5 3, D 9 3, E 5 3, F 1,5 3, D1. Breuk dispenserslang, knop werkt B 3 1, D 1,5 1, D 5 1, D 9 1, E 5 1, F 1,5 1, D2. Breuk dispenserslang, knop faalt, inblok B 3 1, D 1,5 1,

88 R abA0 Nr Scenario Name Weather Release Rate Largest Distance to 1% lethality (kg or kg/s) (m) D 5 1, D 9 1, E 5 1, F 1,5 1, D4. Lek dispenserslang B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L8v.3. Lek leiding opslag - WW B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L8n.3. Lek leiding WW - dispenser B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, Ws.1. Breuk warmtewisselaar met inblok B 3 24, D 1,5 24, D 5 24, D 9 24, E 5 24, F 1,5 24, L10v.1 Breuk leiding opslag - WW, inblok B 3 31, D 1,5 31, D 5 31, D 9 31, E 5 31, F 1,5 31, L10n5.1 Breuk leiding WW - kaai, 5 m, inblok B 3 18,24454 D 1,5 18, D 5 18, D 9 18, E 5 18, F 1,5 18, L10n30.1 Breuk leiding WW - kaai, 30 m, inblok B 3 11, D 1,5 11,

89 R abA0 Nr Scenario Name Weather Release Rate Largest Distance to 1% lethality (kg or kg/s) (m) D 5 11, D 9 11, E 5 11, F 1,5 11, L10n.3 Lek leiding WW - kaai B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L10n.3 Lek leiding WW - kaai B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L10n.3 Lek leiding WW - kaai B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L10n.3 Lek leiding WW - kaai B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L10n.3 Lek leiding WW - kaai B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L10n.3 Lek leiding WW - kaai B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, Bu1. Breuk bunkerslang, knop werkt B 3 9, D 1,5 9,

90 R abA0 Nr Scenario Name Weather Release Rate Largest Distance to 1% lethality (kg or kg/s) (m) D 5 9, D 9 9, E 5 9, F 1,5 9, Bu2. Breuk bunkerslang, knop faalt, inblok B 3 9, D 1,5 9, D 5 9, D 9 9, E 5 9, F 1,5 9, Bu4. Lek bunkerslang B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, L10v.3 Lek leiding opslag - WW B 3 0, D 1,5 0, D 5 0, D 9 0, E 5 0, F 1,5 0, Tabel 3. Bronsterkten en effectafstanden LOC scenario en weertype

91 R abA0 Bijlage 4. Niet-technische samenvatting LNG installatie Apeldoorn, 10 juli 2014 Betreft: Niet technische samenvatting Onze ref.: CTP Rotra Forwarding B.V. heeft het voornemen aan de Verhuellweg 5 te Doesburg een LNG (Liquefied Natural Gas) installatie op te richten ten behoeve van vrachtverkeer en binnenscheepvaart. Rotra Forwarding B.V. Rotra Forwarding B.V. is een transportbedrijf gevestigd aan de Verhuellweg 5 te Doesburg. Op de locatie aan de Verhuellweg vindt op- en overslag van goederen plaats die worden getransporteerd naar diverse locaties binnen en buiten de BeNeLux. Op het terrein is een afgiftepunt aanwezig voor diesel. Ten behoeve van opslag (al dan niet tijdelijk) van genoemde goederen zijn voor opslag ingerichte gebouwen aanwezig. Voor de branche gerelateerde kantoorwerkzaamheden is een kantoorgedeelte aanwezig. Voor de vrachtwagens zijn er op het Rotra terrein parkeerplaatsen gesitueerd, zo ook voor personenwagens van eigen personeel en klanten. Oprichten LNG installatie ten behoeve van vrachtverkeer en binnenscheepvaart De LNG installatie zal in hoofdzaak bestaan uit de volgende onderdelen: één verticale opslagtank met een inhoud van liter; LNG vulpunt; warmte wisselaar; technische ruimte; LNG afgiftepunt voor vrachtwagens; LNG afgifte gedeelte voor binnenscheepvaart. De bevoorrading van de LNG tank zal plaatsvinden middels een LNG tankwagen. De in de tankwagen opgeslagen LNG zal indien mogelijk worden bewaard bij een temperatuur van -162 ºC onder atmosferische druk of anders met een maximale druk van 2,5 bar met daarbij behorende hogere temperatuur. Voor het vullen van het opslagvat vanuit de tankauto wordt gebruik gemaakt van een composiet losslang als verbinding tussen de tankauto en installatie. Indien de tankauto is gekoppeld aan de installatie vormen deze één geheel en maken deel uit van één noodstopcircuit. Het noodstopcircuit van tankauto en opslagvat zijn gekoppeld zodat bij activering van de noodstop zowel het opslagvat

92 R abA0 als de tankauto worden gestopt en ingeblokt. TNO heeft de werking proefondervindelijk vastgesteld. De LNG opslagtank is voorzien van zware isolatie om de lage temperatuur zoveel mogelijk te kunnen behouden. Het LNG afgiftepunt(en) wordt gevoed door een dampretour- en persleiding. De slang bestaat uit twee lagen met tussenliggende isolatie. Het LNG afgiftepunt heeft één afgifteslang. Het vullen van de LNG opslagtank zal plaatsvinden op basis van topfilling alleen van bovenaf zal de tank gevuld worden. Om er zorg voor te dragen dat het LNG in de opslagtank op juist temperatuur en druk blijft is de installatie uitgerust met de mogelijkheid het LNG te verwarmen en te koelen, hoe warmer hoe hoger de druk, hoe kouder hou lager de druk. Verwarmen: Indien er verwarmt moet worden zal er gebruik gemaakt worden van een zogenaamde verdamper / warmtewisselaar. Het koude LNG zal door de verdamper worden gepompt waar door de invloed van de buitentemperatuur het LNG zal opwarmen. Koelen: Voor het koelen van het LNG zal separaat een 3 m3 met vloeibaar gevulde stikstoftank worden geplaatst. Indien het LNG gekoeld moet worden zal vloeibare stikstof door een zogenaamde coil stromen welk in de LNG tank in het gasgedeelte is bevestigd. De LNG installatie zal beschermd worden door middel van een deugdelijke vangrail constructie welke verankerd wordt in de bodem en daar waar nodig zullen er extra betonnen aanrijdbeveiligingen worden geplaatst. Om te voorkomen dat onbevoegden bij de installatie kunnen komen wordt er een hekwerk om de installatie gesitueerd met twee stuks nooduitgangen. (poorten voorzien van panieksluiting) De technische ruimte bij de LNG installatie bestaat uit een houten gebouw dat kan worden afgesloten voor onbevoegden. De LNG installatie zal beschikbaar zijn voor het vrachtverkeer en voor de binnenscheepvaart. Rotra is voornemens 25 stuks eigen vrachtwagens in te zetten welke gaan rijden op LNG met hierbij de mogelijkheid dat ook afgeleverd kan worden aan derden. Eveneens zal de mogelijkheid aanwezig zijn af te leveren aan de binnenscheepvaart. Voor wat betreft de vrachtwagens is bekend dat door het tanken van vloeibaar aardgas een actieradius behaald kan worden van circa. 700 a 800 km, dit is ongeveer gelijk aan Diesel. Verrekening cq. registratie van LNG zal plaatsvinden middels een zogenaamde betaalautomaat en afgifte zal uitsluitend bestemd zijn voor getraind personeel e.e.a. conform PGS 33-1 en 2.

93 Bijlage 4 Interim beleid LNG tankstations, revisie Pagina 79 van 161

94 Notitie beleidsopties interim beleid LNG-tankstations Van: Hans de Waal (DGMI, directie Veiligheid en Risico s), projectleider LNGveiligheid d.d.: 24 juni Inleiding Gegeven de ca. 30 initiatieven om LNG-tankstations te realiseren moet voor de korte termijn een (no-regret) beleid uitgestippeld worden. Hiervoor zou het veiligheidsprogramma (afronding eind 2015) te lang duren. De beschikbare rekenmethodiek voor LNG-tankstations is conservatief. Hier kunnen desalniettemin vrij korte veiligheidsafstanden uit voortkomen. Gegeven het onderzoek in het kader van het Veiligheidsprogramma en de onbekendheid van een aantal factoren is het gewenst een interim beleid vast te stellen dat zorgt voor een no-regret situatie voor de langere termijn, en dat mede gegeven het politieke belang dat gehecht wordt aan het LNGgebruik - zonder de huidige ontwikkelingen te frustreren. De inwerkingtreding van het interimbeleid is formeel wanneer de desbetreffende wijzigingen in REVI zijn doorgevoerd en van kracht zijn, vanwege notificatieplicht bij de Europese Commissie naar verwachting op 1 april Vooruitlopend daarop zal zo spoedig mogelijk (rond de zomer) gecommuniceerd worden over dit beleid zodat er door betrokken op kan worden geanticipeerd. Het hier geformuleerde beleid moet met name in de context van BEVI/REVI worden gezien, hetgeen onder meer wil zeggen dat dit zich richt op zonering, c.q. de ruimtelijke ordening. Inmiddels is er meer informatie beschikbaar gekomen op basis waarvan er beleidsbeslissingen genomen kunnen worden over hoe om te gaan met de risico s bij de tankstations. Dit moet vervolgens in regelgeving worden neergelegd (REVI). Onderhavige notitie is bedoeld om de inzet van IenM te verhelderen en daarmee een beleidsbeslissing voor de interimperiode voor te bereiden. Hierin wordt rekening gehouden met een nieuwe denkrichting binnen het externe veiligheidsbeleid (Zie bijlage I voor definities contouren vanuit BEVI): Er worden voor bepaalde categorieën van inrichtingen waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt minimale vaste veiligheids-(risico)afstanden voorgeschreven Er wordt geanticipeerd op de wens om meer rekening te houden met effecten van de meest frequent optredende incidenten. De notitie is afgestemd met de LNG sector en de aanpak kan rekenen op steun van die sector. Van de zijde van het RIVM is bevestigd dat onderhavige aanpak voldoende conservatief is om in het kader van dit interimbeleid een voldoende laag risiconiveau te bereiken. 2. Aanpak PR 10-6 Er is structureel overleg geweest met de LNG-industrie over de te volgen lijn. Gebleken is dat de LNG-Industrie kan instemmen met een berekende (PR 10-6 )-risicoafstand, met een minimum van 50 m vanaf het vulpunt, geldend voor het interim beleid van 2 jaar. Deze minimum- (PR 10-6 ) risicoafstand is tot stand gekomen op basis van de uitgangspunten uit de PGS 33-1 waardoor het aantal uitvoeringsvormen is beperkt en op basis van de op dit moment al gedefinieerde kwetsbare objecten (Bevi, artikel 1). Wel zal altijd een QRA gemaakt moet worden. Als uit de QRA een grotere PR10-6 afstand blijkt dan 50 m, dan zal die grotere afstand aangehouden moeten worden. Dit is een aanpak waarbij van een aantal vaste configuraties van het station kan worden uitgegaan op grond van de PGS Als in de praktijk een afwijkende configuratie wordt gebruikt zal uit de QRA berekening blijken of de configuratie binnen de minimum- (PR 10-6 ) risicoafstand valt. Bij de bepaling van een PR 10-6 contour, zoals door RIVM uitgevoerd, blijkt de aanwezigheid van een automatische afsluiter op de tankwagen belangrijk te zijn. Het

95 gaat om een zogeheten Emergency Shutdown (ESD), die in werking treedt bij een slangbreuk. Een mogelijkheid om met onzekerheid op dit punt om te gaan is dat als de desbetreffende QRA uitgegaan wordt van de aanwezigheid van de ESD, er dan ook in het vervolgtraject van ESD-aanwezigheid, en borging daarvan, uitgegaan wordt. Kenmerken aanpak PR Een QRA wijst uit welke afstanden gelden, zulks met een minimumafstand 50 m - Kwetsbare objecten passen niet binnen de PR10-6 contour - Beperkt kwetsbare objecten zijn inpasbaar voor zover dit gemotiveerd kan worden Van de zijde van de LNG-industrie is aangegeven dat er vergunningen verleend zijn of vergunningsaanvragen in procedure gebracht zijn voor LNG-tankstations. De betrokken bedrijven geven aan hierop niet terug te willen komen omdat dit een vertraging van de procedure zou betekenen, met financiële consequenties. Van de zijde van IenM is aangegeven dat dit een fact of life is, hetgeen betekent dat het in deze notitie geformuleerde interim beleid ziet op nieuwe aanvragen en niet van toepassing is op reeds verleende vergunningen. Ook is het niet de bedoeling dat ontvankelijke verklaarde vergunningsaanvragen opnieuw ingediend moeten worden. 3. Effect georiënteerde aanpak Om te anticiperen op de maatschappelijke en politieke druk om ook te denken aan effecten van calamiteiten is een effect georiënteerde lijn ontwikkeld. Daarbij richt de aandacht zich op de beperking van het aantal slachtoffers, binnen de effectafstand, uitgaande van het meest relevante ongevalsscenario. Volgens de huidige inzichten is dat bij LNG-stations het falen van de slang tijdens het lossen door een tankwagen en vervolgens het ontstaan van een wolkbrand. Dit neemt niet weg dat er ook andere scenario s denkbaar zijn die in het kader van de incidentbestrijding een rol kunnen spelen. Dit staat evenwel los van het hier bedoelde interimbeleid. Dit betekent dat er twee sporen zijn: 1.beperken van de effectafstand voor het meest relevante ongevalsscenario, en, binnen die afstand, 2.beperken van het aantal slachtoffers mocht het tot een calamiteit komen. Spoor 1: De industrie heeft, iom RIVM, een lijst op met effectafstanden opgesteld, die samenhangen met een aantal meer brongerichte configuraties, waardoor uit een tabel vaste effectafstanden 1 af te leiden zijn. Eenduidigheid in de uitvoeringsvorm wordt verkregen als de aanvrager de PGS 33-1 als uitgangspunt neemt. De LNG industrie heeft op basis van deze beperkte uitvoeringsvormen in samenwerking met het RIVM verschillende risico scenario s doorgerekend. Alle daar uit voorvloeiende effectafstanden zijn conservatief berekend en geclusterd in een lijst met een beperkt aantal configuraties, welke zijn vastgesteld en omschreven, leidend tot verschillende effectafstanden. Zie verder de tabel uit de bijlage II. Spoor 2: Binnen de schil van de PR10-6 contour en de (resterende) effectcontour bevinden zich geen (geprojecteerd) kwetsbare objecten. Beperkt kwetsbare objecten zijn wel inpasbaar voor zover er een motivering aan ten grondslag ligt die anticipeert op beperking van het aantal slachtoffers in het geval zich een calamiteit voordoet (bij het meest relevante ongevalsscenario, de slangbreuk). Zie tevens tekening met voorbeeld contouren in bijlage III: Kenmerken van de effect georiënteerde lijn: - Gericht op calamiteiten in het meest relevante ongevalsscenario (slangfalen en wolkbrand) 1 In hoeverre de afstanden tot de erfgrens, dan wel de bebouwing zelf gelden wordt bezien overeenkomstig artikel 4 van REVI, waar dit onderscheid gemaakt wordt

96 - Gericht op het beperken van de effectafstand en bepaling van de effectafstand door tevoren bepaalde verschillende configuraties. Afhankelijk van de configuratie van de stations leidt dit tot effectafstanden zoals opgenomen in de tabel in bijlage II - Gericht op beperking van aantal slachtoffers in geval van calamiteit in de schil tussen de 10-6 contour en de effectcontour. Dit door een selectie van maatregelen die in die schil genomen moeten worden. Deze maatregelen zijn: 1. geen objecten met een lage zelfredzaamheid (zie bijlage IV voor de differentiatie zelfredzaamheid); 2. communicatie; 3. overig zoals bijvoorbeeld ventilatie, vluchtroutes en venstertijden PM uitrollen van deze aanpak via handreiking, RWS/Infomil, inzet van bedrijven zelf 4. Aanpak Groepsrisico De verantwoordingsplicht van gemeentes die gekoppeld is aan het Groepsrisico 2 verdisconteerd vluchtmogelijkheden met betrekking tot gebouwen in de omgeving. Met een goede onderbouwing (waarbij bijvoorbeeld anticiperende maatregelen worden genoemd) kan een overschrijding van de oriëntatiewaarde toch acceptabel zijn, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag. Kenmerken omgaan Groepsrisico - Conventionele aanpak (risico en verantwoording mbt Oriëntatiewaarde) 5. Vooruitblik De hier opgenomen aanpak is conservatief en gebaseerd op een no-regret benadering. Nieuwe inzichten verkregen uit het LNG-veiligheidsprogramma zullen mogelijk leiden tot aanpassing van de hier gemaakte keuzes. Naar verwachting zal een element daarbij zijn de doorwerking van de vernieuwing van het veiligheidsbeleid, maar ook de beleidsmatige wens om de brandstofmix te verbreden met de inzet van LNG. Dit laatste betekent dat in het zoeken naar evenwicht tussen ruimtelijke ontwikkeling in de omgeving van het tankstation, de aanvoer (Basisnet) en de ontwikkeling van het tankstation zelf (ruimte om de doorzet te vergroten) het economisch belang van LNG meegewogen zal worden. De verwachting is dat uit de nieuwe inzichten geen potentiële saneringssituatie kunnen voortkomen. Zoals in de Stuurgroep LNG-veiligheidsprogramma is bevestigd geldt bij beleidsaanpassing het primaat van de politiek. 6. Samenvatting aanpak PR10-6 : berekening van de PR10-6 met een QRA, echter met een minimumafstand van 50 m ten opzicht van kwetsbare objecten (definitie REVI). Waar de aanwezigheid van ESD s uitgangspunt is bij de QRA s, wordt dit vanzelf aan de vergunning verbonden. Effectafstand: afhankelijk van de configuratie van de tankstations en bevoorrading. Bepalend voor effectafstand (voor het meest waarschijnlijke scenario: slangfalen en wolkbrand) is een tabel met vaste effectafstanden. Het minimum t.o.v. selectie van maatregelen: o geen objecten met een lage zelfredzaamheid; o communicatie; o overig zoals bijvoorbeeld ventilatie, vluchtroutes en venstertijden 2 Bij de bepaling van het Groepsrisico speelt, naast andere scenario s, het risico op het optreden van een Bleve een rol. Het Bleve-effect (warmtestraling van de vuurbal) bepaalt naar verwachting het invloedsgebied waarbinnen de personendichtheid ten behoeve van het groepsrisico wordt meegenomen. Vooralsnog wordt aangenomen dat de kans op een warme Bleve door een externe brand onder de dubbelwandig, vacuümgeïsoleerde LNG-tankwagen gelijk is aan de warme Bleve-kans van een enkelwandige druktank met een coating (zoals deze wordt toegepast bij LPG-tankwagens). Deze aanname is nog niet gevalideerd voor de LNGdruktanks. De kans op een warme Bleve bij LPG-tankwagens is verlaagd omdat de isolatie het ontstaan van een Bleve vertraagt, zodat er ook meer tijd is om bestrijdingsmaatregelen te nemen. Voorts speelt de instelling van het veiligheidsdrukventiel (pressure safety valve) een rol bij het vertragen dan wel het beperken van de omvang van de Bleve.

97 Bijlage I Begrippen uit BEVI plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is. beperkt kwetsbaar object: a. 1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare, en 2. dienst- en bedrijfswoningen van derden; b. kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; c. hotels en restaurants, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; d. winkels, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; e. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen; f. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder d, vallen; g. bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; h. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval; Bron:

98 ESD-reactietijd 5s Tabel effectafstanden voordruk topfilling verlading pomp <3,2barg Bijlage II Effectafstand (m) Ja ja Ja Ja 50 Ja ja Ja nee Nee ja Ja Ja Ja nee Ja Ja Ja nee Ja nee 75 Nee ja ja nee Ja ja nee nvt Ja nee nee nvt 125 Nee nee ja Ja Nee nee ja nee 150 Nee ja nee nvt Nee nee nee nvt 200 Hieronder volgt de toelichting bij de tabel: Met de tabel is de effectafstand te bepalen afhankelijk van de specifieke 3 configuratie. Het uitgangspunt voor de bepaling van de effectafstand is dat er met een LNG trailer (tankauto) de LNG opslagtank gevuld wordt (al dan niet met behulp van een slang of arm). Bij de bepaling van de effectafstanden is uitgegaan van een LNG-verlading met een losslang of losarm. Voor afwijkende uitvoeringsopties, zoals een LNG-bevoorrading via wisseltanks, dienen de effectafstanden specifiek te worden bepaald. Het uitgangspunt daarbij blijft dat een effectafstand bepaald moet worden voor het ongevalsscenario dat het meest bijdraagt aan het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. De vergunningaanvrager dient in die situaties de QRA en de specifieke bepaling van de effectafstand - via het bevoegde gezag - voor te leggen aan het RIVM. De effectafstanden zijn gebaseerd op het scenario: breuk van een slang of arm tijdens het vullen van de LNG opslagtank. Op basis van vier parameters kan de effectafstand worden vastgesteld: 1. Reactietijd 5s?: Alleen indien aannemelijk gemaakt kan worden dat er zowel bij de LNG trailer als bij de LNG opslagtank binnen 5 seconden kan worden ingegrepen (bij de trailer vereist dit automatische detectie en ingrijpen ESD) zodat de uitstroming stopt, mag hier ja gekozen worden. ESD staat voor Emergency Shut Down. Dit is het systeem dat zorgt voor het sluiten van kleppen op basis van een ingreep. Bij de LNG trailer is automatische detectie en ESD ingrijpen mogelijk met bijvoorbeeld een drukmeting in de vulleiding en/of gasdetectie, wat mogelijk kan resulteren in een 5 seconden ESD reactietijd. Dit dient onderbouwd te worden. In het geval van breuk kan ook LNG terugstromen uit het opslagvat. Hierbij kan uitgegaan worden van een door PGS-33-1 voorgeschreven terugslagklep (hiervoor mag standaard 5 seconden reactietijd aangenomen worden) en/of automatische detectie (bijvoorbeeld een drukmeting in de vulleiding) wat kan leiden tot 5 3 De optie in de rekenmethodiek: de overdruk wordt gecreëerd met de pomp van de tankauto is weggelaten, omdat de pomp in de praktijk altijd een lichte voordruk nodig zal hebben. Mocht in het onwaarschijnlijke geval toch alleen lossing met een pomp mogelijk zijn, is dit afgedekt in de bewoording: Alleen in het geval er gelost wordt met behulp van een pomp (optie b), mag er ja gekozen te worden.

99 seconden reactietijd. Op basis van testrapporten dient aannemelijk gemaakt worden dat een reactietijd van 5 seconden voor het sluiten van de ESD klep aan de trailerzijde als aan de opslagtankzijde gehaald kan worden. Bij alleen operator ingrijpen (manueel) is het antwoord standaard nee. 2. Bovenvulling? Indien de opslagtank alleen van boven (top) gevuld wordt en in het geval vloeistof(lng)terugstroming daardoor niet aannemelijk is, mag hier ja gekozen worden. Indien er gecombineerd via de boven- en onder aansluiting of alleen via de onder aansluiting van de LNG opslagtank gevuld wordt, dient nee gekozen te worden. 3. Verlading pomp? De druk van het LNG in het opslagvat zal door warmte-inlek hoger zijn dan de druk in de tankauto. Om te kunnen verladen zal de druk aan de tankautokant dus verhoogd moeten worden. Dit kan op verschillende manieren: a. De overdruk wordt gecreëerd door het creëren van een voordruk (verdampen van LNG en toevoegen aan de gasfase in de tankauto), zonder gebruik te maken van een pomp. b. De overdruk wordt gecreëerd door het gecombineerd gebruik van pomp en voordruk (de pomp zal altijd een lichte voordruk nodig hebben). Alleen in het geval er gelost wordt met behulp van een pomp (optie b), mag er ja gekozen te worden 4. Voordruk <3.2barg? Alleen in het geval er gelost wordt met behulp van een pomp en voordruk (optie b) en de voordruk in de LNG trailer is lager dan 3.2 barg, mag hier ja gekozen worden. Bij een voordruk groter dan of gelijk aan 3.2barg dient er nee gekozen te worden. Indien er gelost wordt via het creëren van overdruk zonder gebruik te maken van een pomp (optie a) is deze parameter niet van toepassing (nvt) voor het bepalen van de effectafstand. PGS 33-1 is van toepassing (incl. gelijkwaardig met als uitgangspunt lossen vanuit trucktrailer) voor de desbetreffende configuraties.

100 Afbeelding voorbeeld contouren Bijlage III NL8003_DWG_14060 NL8003_DWG_14060 NL8003_DWG_ _13013_Vd1b-3_2013_13013_Vd1b-2_2013_13013_Vd1b-1_201

101 Bijlage IV Differentiatie kwetsbare objecten op basis van zelfredzaamheid 1) hoge zelfredzaamheid: lichte gevoelig : objecten met werknemers, voortgezet onderwijs etc 2) normale zelfredzaamheid: gevoelig : woningen 3) lage zelfredzaamheid: zeer gevoelig : lagere scholen, crèches, zorginstellingen etc

102 Bijlage 5 Verantwoording groepsrisico, revisie Pagina 88 van 161

103 LNG station Rotra Doesburg onderdeel externe veiligheid: elementen verantwoordingsplicht groepsrisico Definitief In opdracht van: Rotra Forwarding Verhuellweg 5 DOESBURG Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 12 september 2014 GM , revisie D1.1

104

105 Inhoudsopgave 1 Inleiding Beleidskader Externe Veiligheid Inleiding Het begrip risico Plaatsgebonden risico Groepsrisico Voor inrichtingen geldt Verantwoording groepsrisico Provinciaal veiligheidsbeleid Gemeentelijke veiligheidsbeleid Resultaten risicoberekening Inleiding De inrichting LNG: Levering, opslag en distributie Invloedsgebied Resultaten Plaatsgebonden risico Groepsrisico Conclusies Wet- en regelgeving Plaatsgebonden risico Groepsrisico Elementen verantwoording groepsrisico Inleiding Planomschrijving Risicoscenario s Ligging groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde Toename groepsrisico ten opzichte van nulsituatie Mogelijkheden van de zelfredzaamheid en van de hulpverlening (rampenbestrijding) Nut en noodzaak van de ontwikkeling Maatregelen Samenvatting, conclusies en advies Samenvatting Conclusie Advies Bijlage 1: QRA rapport van TOP-Consultants Bijlage 2: Advies Veiligheidsregio GM , revisie D1.1 Pagina 3 van 21

106 1 Inleiding Rotra Forwarding B.V. (hierna: Rotra) is gevestigd aan de Verhuellweg 5 te Doesburg. Het bedrijf wil LNG op- en overslaan en inzetten als brandstof voor de vrachtwagens en binnenvaartschepen. LNG is een alternatieve brandstof, die risico s met zich meebrengt (voor de omgeving). Hiervoor wordt een omgevingsvergunning aangevraagd. De kwantitatieve risicoanalyse (QRA) vormt een onderdeel hiervan (de Rooij, 2014). De risico s van de op- en overslag van LNG zijn in kaart gebracht in de vorm van een QRA. Met de QRA zijn het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) bepaald. Aan de hand van de resultaten kan worden besloten of de risico s te aanvaarden zijn, in relatie tot de omgeving van Rotra. Voorliggend document beschrijft de elementen die bij de besluitvorming dient te worden meegenomen. Indien blijkt dat de contour van het plaatsgebonden risico over (beperkt) kwetsbare objecten ligt of het groepsrisico toeneemt, geldt voor het plan een verantwoordingsplicht. In voorliggend geval neemt het groepsrisico toe. Het bevoegd gezag, het college van Burgemeester en Wethouders, dient verantwoording af te leggen, waarbij een bestuurlijke afweging wordt gemaakt. De risico s waaraan (beperkt) kwetsbare objecten en/of de omgeving zijn blootgesteld, worden daarbij afgezet tegen de maatschappelijke baten van de risicovolle activiteit. Het is mogelijk om te anticiperen op risico s, echter alle risico s 100% wegnemen is niet mogelijk. Ook na het treffen van maatregelen blijft een restrisico over. Het bevoegd gezag moet aangeven of dit restrisico acceptabel is. Bij de verantwoording van het groepsrisico wordt dan ook, naast naar de QRA, naar andere aspecten gekeken, als hulpverlening, maatregelen en zelfredzaamheid. De verantwoording van het groepsrisico is een proces wat moet worden doorlopen en is meer kwalitatief en beschrijvend van aard dan kwantitatief en rekenkundig van aard. De volgende elementen van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico komen aan bod om tot een goede beoordeling te komen: de planomschrijving; risicoscenario s; ligging groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde en toename groepsrisico ten opzichte van nulsituatie; mogelijkheden van de zelfredzaamheid en hulpverlening en beschrijving van maatregelen; nut en noodzaak van de ontwikkeling. Bij de verantwoording van het groepsrisico moet de veiligheidsregio om advies te worden gevraagd. Normaliter worden eerst alle elementen van de verantwoording van het groepsrisico beschreven en baseert de veiligheidsregio haar advies mede op deze elementen. In onderhavige geval heeft de veiligheidsregio reeds op basis van artikel 12 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen al advies uitgebracht. Dit advies van M. Bruijnooge van 14 augustus 2014, is als bijlage toegevoegd. Dit betekent dat de meeste elementen van het groepsrisico in verschillende procesdocumenten beschreven staan. Waar nodig, wordt gerefereerd aan deze documenten. GM , revisie D1.1 Pagina 4 van 21

107 2 Beleidskader Externe Veiligheid 2.1 Inleiding Het algemene rijksbeleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico s voor de omgeving vanwege: het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen); het transport van gevaarlijke stoffen (openbare wegen, water- en spoorwegen, buisleidingen); het gebruik van luchthavens. Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van degenen die niet bij de risicovolle activiteit zelf zijn betrokken, maar als gevolg van die activiteit wel risico s kunnen lopen, zoals omwonenden. 2.2 Het begrip risico Het begrip risico wordt in beeld gebracht door middel van twee begrippen: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats (in de buurt van de inrichting) verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen. Bij het beoordelen van gevaarlijke locaties gaat het rijk uit van een basisnorm: het risico om te overlijden aan een ongeluk met een gevaarlijke stof mag voor omwonenden niet hoger zijn dan 1 op de miljoen. Dat betekent dat op een bepaalde plek een omwonende geen grotere kans op zo n ongeluk mag hebben, dan ééns per miljoen jaar. De omvang van het risico is een functie van de afstand, waarbij meestal geldt: hoe groter de afstand, des te kleiner het risico. De diverse niveaus van het plaatsgebonden risico worden geografisch weergegeven door zogenaamde iso-risicocontouren (lijnen) om de activiteit. Daarbij verbindt elke lijn plaatsen in de omgeving van de inrichting met even hoog plaatsgebonden risico. Voor kwetsbare objecten geldt een grenswaarde van PR Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde van PR De grenswaarden moeten bij de uitoefening van een aangewezen wettelijke bevoegdheid in acht worden genomen, terwijl met richtwaarden zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden. Afwijking van een richtwaarde is bij alle beperkt kwetsbare objecten mogelijk vanwege zwaarwegende belangen op het gebied van onder andere ruimtelijke ordening en economie (verder te noemen: gewichtige redenen). Afwijking is tevens toegestaan bij het opvullen van kleine open gaten in het bestaand stedelijk gebied of vervangende nieuwbouw in het kader van de herstructurering van stedelijk gebied. Afwijking is primair een verantwoordelijkheid van het ter zake van een besluit aangewezen bevoegde gezag. Daarbij dient voorafgaand overleg met alle betrokken bestuursorganen plaats te vinden. In de motivering bij het betrokken besluit moet worden aangegeven waarom wordt afgeweken van de norm. GM , revisie D1.1 Pagina 5 van 21

108 Beleidskader Externe Veiligheid Groepsrisico Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van de inrichting, in één keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico houdt rekening met de aard en dichtheid van de bebouwing in de nabijheid van de risicobron. Het groepsrisico wordt weergegeven in een grafiek waarin op de verticale as de cumulatieve kans op het aantal doden per jaar en op de horizontale het aantal doden logaritmisch is weergegeven. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico bij inrichtingen is per inrichting gemeten en per jaar: 10-5 voor een ongeval met ten minste 10 dodelijke slachtoffers; 10-7 voor een ongeval met ten minste 100 dodelijke slachtoffers; 10-9 voor een ongeval met ten minste 1000 dodelijke slachtoffers; enz. (een lijn door deze punten bepaalt de oriëntatiewaarde) Voor inrichtingen 1 geldt Over elke verandering van het groepsrisico moet verantwoording worden afgelegd. 2.3 Verantwoording groepsrisico Met het invullen van de verantwoordingsplicht wordt een invulling gegeven in hoeverre externe veiligheidsrisico's in het plangebied worden geaccepteerd en welke maatregelen getroffen zijn om het risico zoveel mogelijk te beperken. Het invullen van de verantwoordingsplicht is een taak van het bevoegd gezag. Door de verantwoordingsplicht wordt het bevoegd gezag gedwongen het externe veiligheidsaspect mee te laten wegen bij het maken van ruimtelijke keuzes. Deze verantwoording is kwalitatief en bevat verschillende onderdelen die aan bod kunnen of moeten komen. Ook bestaat er een adviesplicht voor de Veiligheidsregio (voorheen regionale brandweer). De onderdelen die aan bod komen zijn weergegeven in tabel 2.1. In de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer [VROM], november 2007) zijn deze onderdelen nader uitgewerkt en toegelicht. De verantwoordingsplicht behelst onder meer de volgende aspecten: ligging curven van het groepsrisico (GR) ten opzichte van de oriëntatiewaarde; toename GR ten opzichte van de 0 situatie; de mogelijkheden van zelfredzaamheid van de bevolking; de mogelijkheden van de bestrijdbaarheid; nut en noodzaak van de ontwikkeling; het tijdsaspect. Visueel weergegeven op de volgende pagina. 1 Beleidskader is het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen). GM , revisie D1.1 Pagina 6 van 21

109 Beleidskader Externe Veiligheid Ondanks de voorgestelde maatregelen ter verhoging van de veiligheid kunnen risico s nooit voor 100% weggenomen worden. Ook na het nemen van veiligheidsverhogende maatregelen blijft een restrisico bestaan. Het bevoegd gezag legt verantwoording af voor dit restrisico middels voorliggend document. In hoofdstuk 3 worden alle risicobronnen opgesomd, voortvloeiend uit de risico-inventarisatie. Tevens wordt aangegeven welke risicobronnen relevant zijn voor de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. De relevante risicobronnen worden verder behandeld in het laatste hoofdstuk. Hoofdstuk 4 beschouwt de elementen van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd: de planomschrijving; risicoscenario s; ligging groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde; toename groepsrisico ten opzichte van nulsituatie; mogelijkheden van de zelfredzaamheid; mogelijkheden van de hulpverlening; nut en noodzaak van de ontwikkeling; maatregelen. 2.4 Provinciaal veiligheidsbeleid Provincie Gelderland heeft een beleidskader Beleidsvisie Externe Veiligheid (Smallenburg, 2007). In deze notitie geeft de provincie haar visie op de beheersing van veiligheidsrisico s in Gelderland. Daarbij gaat het om de risico s door de opslag, het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Tevens wordt uiteengezet op welke manier Gelderland omgaat met de beleidsvrijheid die de Wet- en regelgeving op het gebied van de externe veiligheid toestaat. Deze beleidsvrijheid zit vooral in het afwegingskader van het groepsrisico. 2.5 Gemeentelijke veiligheidsbeleid Gemeente Doesburg heeft geen externe veiligheidsbeleid,die te raadplegen is via haar website. GM , revisie D1.1 Pagina 7 van 21

110 3 Resultaten risicoberekening 3.1 Inleiding De volgende paragraven zijn deels ontleend aan het rapport van TOP-consultants (de Rooij, 2014) en betreffen de beschrijving van de inrichting en de weergave van de resultaten die bepaald zijn. Het QRA rapport is opgenomen in de bijlage van dit document. Voor een goede leesbaarheid zijn de overige verwijzingen naar het rapport achterwege gelaten. 3.2 De inrichting De lay-out van Rotra is in onderstaande figuur weergegeven, met ten zuiden van de inrichting de N317. Ten zuiden van deze weg liggen de woonwijken van Doesburg. Figuur 1 Overzicht Rotra Forwarding en omgeving Ter hoogte van de witte rechthoek is het LNG-station gesitueerd. GM , revisie D1.1 Pagina 8 van 21

111 Resultaten risicoberekening Figuur 2 Inrichtingsgrens Rotra Forwarding 3.3 LNG: Levering, opslag en distributie Grenzend aan de IJssel aan de noordwestelijke zijde van de inrichting, zijn de LNG-opslagtank en bijbehorende voorzieningen gepland. Periodiek zal een dubbelwandige tankwagen LNG aanleveren. Tijdens het lossen, staat deze relatief geïsoleerd opgesteld bij het vulstation (linkse vrachtwagen. Zie ook figuur 4, LNGVP), ruim tien meter ten zuidwesten vanaf de opslagtank. Via een losslang en pomp wordt de LNG in de opslagtank (figuur 4. LNGT) gebracht. Verdamping (boil-off gas) wordt beheerst door de LNG rond te pompen vanuit de bodem van de tank, via een warmte wisselaar, naar de top alwaar het boil-off gas wordt beregend en afgekoeld. De pomp bevindt zich in de opslagtank, onder de vloeistofspiegel. GM , revisie D1.1 Pagina 9 van 21

112 Resultaten risicoberekening Figuur 3 LNG-opslag en installaties Afkortingen (figuur 3) ab LNG LNGT LNGVP TR LNG WW PS 1, PS 2 : aanrijdbeveiliging. : LNG afgiftepunt (dispenser). : LNG bovengrondse opslag. : LNG vulpunt. : technische ruimte. : warmtewisselaar / verdamper. : pomp skids (in LNG submergable pompen). Indien vraag is naar LNG, wordt deze vanuit de pomp via leidingen naar de warmtewisselaar (figuur 3. WW) gepompt. Het LNG wordt verwarmd wat zorgt voor een verzadigde vloeistof bij een gewenste druk. Via korte ondergrondse leidingen wordt de vloeistof verplaatst naar de LNG dispenser (figuur 3. LNG) voor vrachtwagens of via de ondergrondse leidinggoot ( naar de kaai, voor binnenvaartschepen. In beide gevallen is sprake van een dampretour, terug naar de opslagtank. GM , revisie D1.1 Pagina 10 van 21

113 Resultaten risicoberekening 3.4 Invloedsgebied Het invloedsgebied is gedefinieerd als de effectafstand LC 01 (1% letaliteit) van het meest ongunstige scenario, bij weertype D9. Het invloedsgebied van Rotra wordt bepaald door het instantaan falen van de opslagtank. De effectafstand bedraagt bijna 404 meter (zie figuur 5). Figuur 4 Invloedsgebied GM , revisie D1.1 Pagina 11 van 21

114 Resultaten risicoberekening 3.5 Resultaten De resultaten van de QRA zijn weergegeven in het Plaatsgebonden risico (PR), Groepsrisico (GR) en effectafstanden per LOC scenario Plaatsgebonden risico In onderstaande figuur staat het plaatsgebonden risico (10-4 t/m 10-9 /jaar risicontour) weergegeven. Figuur 5a. Plaatsgebonden risico Rotra De 10-5 /jaar risicocontour overschrijdt de inrichtingsgrens aan noordwestzijde met bijna 12 meter. De 10-6 /jaar contour overschrijdt deze grens met ong. 40 meter. De 10-6 /jaar contour reikt tot ruim 43 meter gerekend vanaf het vulpunt in de richting van Multimate (gehuurd van Rotra voor commerciele doeleinden). Geen (beperkt) kwetsbare objecten worden geraakt. Figuur 5b. Uitvergroting figuur 6a De afstand vanaf het vulpunt tot het bedrijf Mutlimate bedraagt ongeveer 52 meter. Multimate is een beperkt kwetsbaar object in het kader van BEVI art. 1, lid 1, sub b onder d. De winkel heeft een bruto vloeroppervlak van m 2. Ten westen van de LNG installatie ligt RWS (kantoorgebouw). Dit is op ruim 60 meter gerekend vanaf het vulpunt. GM , revisie D1.1 Pagina 12 van 21

115 Resultaten risicoberekening Volgens het zg. Interimbeleid (DGMI, 2014), gelden voor LNG-tankstations minimale vaste veiligheids-(risico-) afstanden. Indien uit de QRA een risicocontour wordt berekend kleiner dan 50 meter, moet 50 meter worden aangehouden. Daarnaast geldt een minimale effectafstand (bijlage II van het Interimbeleid), dat bepaald wordt door de ESD reactietijd, aanwezigheid van Topfilling van de LNG opslagtank, verlading met pomp (niet op druk) en een voordruk onder de 3,2 barg. De LNG installatie beschikt over ESD s die binnen 5 seconden reageren; Er is sprake van alleen top-filling van de LNG opslagtank; Verlading vindt plaats middels een pomp; De voordruk bedraagt bijna 1,4 barg (verzadigingsdruk LNG bij -150 C), Onder deze voorwaarden moet een minimale effectafstand van 50 meter worden gehanteerd. Aan zowel de minimale risico- als effectafstand wordt voldaan Groepsrisico Het groepsrisico is weergegeven middels een dubbellogaritmisch verband tussen de frequentie (per jaar) en cumulatief het aantal slachtoffers. Figuur 6 Groepsrisico Rotra De normwaarde (het groepsrisico dichtst gelegen bij de orienterende waarde) is 0,22 (bij N = 60 en f = 6, ). GM , revisie D1.1 Pagina 13 van 21

116 Resultaten risicoberekening 3.6 Conclusies Rotra Forwarding B.V. wil LNG op- en overslaan en inzetten als brandstof voor de vrachtwagens en binnenvaartschepen. Hiertoe wordt een LNG installatie gebouwd. In de QRA zijn de verlading, opslag en intern transport van LNG en het vullen van vrachtwagens en binnenvaartschepen beschouwd Wet- en regelgeving Rotra Forwarding B.V. valt als vervoersgebonden inrichting niet onder de BRZO wetgeving. Op termijn zal zij wel onder de BEVI wetgeving komen te vallen. Tot die tijd wordt de LNG-installatie getoetst aan het Interim beleid LNG-tankstations (2014) Plaatsgebonden risico De 10-6 risicocontour overschrijdt de inrichtingsgrens met maximaal 45 meter. Deze ligt in noordwestelijk richting grotendeels over de IJssel. In zuidelijk richting is deze contour 43 meter vanaf het vulpunt. Op basis van het interim beleid LNG-tankstations (2014) geldt dan de minimale risicoafstand van 50 meter. Tevens geldt voor Rotra een minimale veiligheidsafstand (effectafstand) van 50 meter. Binnen deze 50 meter liggen geen (beperkt) kwetsbaar objecten Groepsrisico Het groepsrisico blijft ruim onder de orienterende waarde en bedraagt maximaal 0,22 x deze waarde. GM , revisie D1.1 Pagina 14 van 21

117 4 Elementen verantwoording groepsrisico 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschouwt de elementen van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd: de planomschrijving; risicoscenario s; ligging groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde; toename groepsrisico ten opzichte van nulsituatie; mogelijkheden van de zelfredzaamheid; mogelijkheden van de hulpverlening; nut en noodzaak van de ontwikkeling; maatregelen. 4.2 Planomschrijving Rotra is gevestigd aan de Verhuellweg 5 te Doesburg. Het bedrijf wil LNG op- en overslaan en inzetten als brandstof voor de vrachtwagens en binnenvaartschepen. LNG is een alternatieve brandstof, die risico s met zich meebrengt (voor de omgeving). Hiervoor wordt een omgevingsvergunning aangevraagd. Zie de omgevingsvergunningaanvraag voor de uitgebreide planomschrijving. Figuur 4.1 Globale ligging van Rotra ten opzichte van de omgeving GM , revisie D1.1 Pagina 15 van 21

118 Elementen verantwoording groepsrisico 4.3 Risicoscenario s Bruijnooge (2014) geeft aan dat een realistisch scenario voor Rotra (opslag van LNG) een plasbrand als gevolg van een lekkage (p. 1) is, gezien het feit dat zowel de opslagtank als de tankwagen dubbelwandig zijn uitgevoerd. Plasbranden van LNG zijn niet of nauwelijks te blussen en de inzet zal dan ook voornamelijk gericht zijn op het koelen en afschermen van de omgeving (Bruijnooge, 2014). Door de hoge afbrandsnelheid van LNG kan het zijn dat de plas reeds is opgebrand voordat de brandweer is gearriveerd. Voor een PGS 15 ruimte geldt dat het scenario een brand is. De verwachting is dat de aanwezige sprinklerinstallatie niet bedoeld is om het risico te dekken. Praktisch gezien zal de installatie wel een bijdrage leveren aan de beheersing van de brand, volgens Bruijnooge (2014). 4.4 Ligging groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde. Zoals uit de QRA van TOP-Consultants (de Rooij, 2014) blijkt dat door de realisatie van het LNG-station een groepsrisico ontstaat. Zie voor de ligging van het groepsrisico onderstaand figuur. Figuur 4.2 Weergave van het groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde. Overgenomen Van Kwantitatieve Risicoanalyse, Resultaten, Groepsrisico door C.J.M. de Rooi. ( ). QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station (projectkenmerk R abA0, versie 6.0), p. 15. De normwaarde (het groepsrisico dichtst gelegen bij de orienterende waarde) is 0,22 bij zestig slachtoffers met een frequentie van 6, /p.j. Het groepsrisico is circa 22% ten opzichte van de oriëntateiwaarde. 4.5 Toename groepsrisico ten opzichte van nulsituatie Om te bepalen wat de toename van het groepsrisico, dienen er drie situaties beschouwd te worden. De eerste situatie betreft de huidige situatie. De tweede situatie betreft de referentiesituatie, ook wel autonome situatie. Deze situatie is gelijk aan de toekomstige situatie, echter dan zonder het voornemen om een LNG-station te realiseren. De toekomstige situatie betreft de toekomstige gewenste situatie, waarbij het LNG-station wel is gerealiseerd. GM , revisie D1.1 Pagina 16 van 21

119 Elementen verantwoording groepsrisico In de huidige situatie (en dus ook in de autonomen situatie / referentiesituatie) is geen LNGstation aanwezig. Daarnaast zijn er ook andere risicobronnen aanwezig waarvoor ooit een QRA moest worden uitgevoerd. Dit betekent dat voor de huidige situatie en autonome situatie (referentiesituatie) geen GR bepaald is. Voor het LNG-station geldt wel een QRA-plicht. Dit betekent dat voor de toekomstige situatie een QRA is uitgevoerd. Dit betekent automatisch dat het groepsrisico toeneemt ten opzichte van de huidige situatie en ten opzichte van de autonome situatie (referentiesituatie). Vandaar de verantwoordingsplicht van het groepsrisico voor het bevoegd gezag. De berekende groepsrisico van de toekomstige (gewenste) situatie betreft de toename van het groepsrisico tot circa 22% van de oriëntatiewaarde (de oriëntatiewaarde is gelijk aan 1). 4.6 Mogelijkheden van de zelfredzaamheid en van de hulpverlening (rampenbestrijding) Bruijnooge van de Brandweer Gelderland-Midden gaat in zijn notitie (14 augustus 2014) in op de aspecten zelfredzaamheid en rampenbestrijding en beschrijft het volgende: Aan de Verhuellweg liggen brandkranen met een capaciteit van circa 120 m 3 /uur en in de directe omgeving is voldoende open water beschikbaar. De afstand van de brandkranen tot het LNG tankstation en de verlaadactiviteiten bedraagt nog circa 300 tot 400 meter waardoor het tijd kost voordat hiervan gebruik gemaakt kan worden bij een incident. De PGS 15 vereist voor vervoersgebonden inrichtingen brandkranen op het terrein van de inrichting zelf. Hiermee wordt voldoende bluswatercapaciteit geborgd om een incident efficiënt te kunnen bestrijden (p. 2). Rotra is bereikbaar via twee ingangen. Hierdoor wordt voldaan aan artikel van PGS 15. De bouwmarkt Multimate Doesburg ligt achter gebouwen van Rotra. Bij een incident wordt de bouwmarkt enigszins afgeschermd, waardoor het uitgangspunt is dat bezoekers van de bouwmarkt veilig kunnen schuilen en, indien noodzakelijk, kunnen vluchten. Naast Rotra ligt Ubink International op circa 400 meter afstand. De dichtstbijzijnde woningen liggen op circa 250 meter afstand. Zowel de woningen als Ubink International ondervinden enige mate van afscherming door de gebouwen van Rotra zelf. Daarnaast liggen de woningen (als ook Ubink International) buiten de invloedssferen van het reële scenario van Rotra (de plasbrand ter hoogte van de opslag van LNG). Zowel de bewoners als de werknemers en bezoekers van Ubink International zijn voldoende beschermd tegen de risico s van Rotra. 4.7 Nut en noodzaak van de ontwikkeling Gezien de aanscherping van emissie-eisen in de scheepvaart, de binnenvaart en het wegtransport, is de verwachting dat de vraag naar LNG steeds groter wordt. Dit betekent een economische en milieutechnische kans voor Rotra. De economische kans voor Rotra bestaat uit het aanleggen van de benodigde infrastructuur. Hiermee kunnen in de nabije toekomst de schepen en vrachtwagens voldoen aan de Europese richtlijnen voor duurzaam transport. Rotra heeft profijt van de brandstoftransitie, alsook de overheid via te heffen accijnzen. LNG is in potentie brandstoof voor scheepvaart en het zware wegtransport. Hierdoor wordt de uitstoot van ongewenste stoffen drastisch verlaagd, zeker wanneer het fossiele LNG vervangen wordt door bio-lng of op een andere wijze kan worden vergroend. De milieutechnische kans ligt in het aanzienlijk verbeteren van de luchtkwaliteit ten opzichte van de huidige situatie. Door over te stappen op LNG verbetert de luchtkwaliteit en leefbaarheid voor de omwonenden, flora en fauna. (St. Energy Valley, 2013). GM , revisie D1.1 Pagina 17 van 21

120 Elementen verantwoording groepsrisico 4.8 Maatregelen Het advies van de brandweer is om voor de voorschriften voor de LNG installatie aan te sluiten bij de PGS 33-1 en PGS De ruimtelijke onderbouwing die is opgesteld, geeft zelf geen aanleiding om maatregelen te treffen. Daarnaast moet Rotra voorzien in extra persoonlijke beschermingsmiddelen: cryogene handschoenen. De brandweer beschikt niet over de handschoenen. Deze handschoenen, minimaal twee paar, dienen beschikbaar te zijn in de technische ruimte bij de installatie. Daarnaast dient de ruimte met bijvoorbeeld een sleutelbuis te kunnen worden geopend. Zo heeft de brandweer snel toegang tot de ruimte, indien zich een calamiteit voordoet. GM , revisie D1.1 Pagina 18 van 21

121 5 Samenvatting, conclusies en advies 5.1 Samenvatting Rotra wil LNG op- en overslaan en inzetten als brandstof voor de vrachtwagens en binnenvaartschepen. Gezien de aanscherping van emissie-eisen in de scheepvaart, de binnenvaart en het wegtransport, is de verwachting dat de vraag naar LNG steeds groter wordt. Dit betekent een economische en milieutechnische kans voor Rotra. De economische kans voor Rotra bestaat uit het aanleggen van de benodigde infrastructuur. Hiermee kunnen in de nabije toekomst de schepen en vrachtwagens voldoen aan de Europese richtlijnen voor duurzaam transport. Rotra heeft profijt van de brandstoftransitie, alsook de overheid via te heffen accijnzen. LNG is in potentie brandstof voor scheepvaart en het zware wegtransport. Hierdoor wordt de uitstoot van ongewenste stoffen drastisch verlaagd, zeker wanneer het fossiele LNG vervangen wordt door bio-lng of op een andere wijze kan worden vergroend. De milieutechnische kans ligt in het aanzienlijk verbeteren van de luchtkwaliteit ten opzichte van de huidige situatie. Door over te stappen op LNG verbetert de luchtkwaliteit en leefbaarheid voor de omwonenden, flora en fauna (St. Energy Valley, 2013). LNG is een alternatieve brandstof die, naast de voordelen, ook risico s met zich meebrengt (voor de omgeving). Hiervoor is een QRA uitgevoerd door TOP-Consultants. Uit de QRA blijkt dat de 10-6 /jaar contour tot ruim 43 meter reikt, gerekend vanaf het vulpunt, in de richting van Multimate (een beperkt kwetsbaar object. De afstand vanaf het vulpunt tot het bedrijf Mutlimate bedraagt ongeveer 52 meter. Multimate ligt buiten de gestelde richtwaarde. Geen (beperkt) kwetsbare objecten worden geraakt door de PR 10-6 /jaar contour. Het plaatsgebonden risico voldoet aan de gestelde eisen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Het groepsrisico ligt ruim onder de oriëntatiewaarde, in de toekomstige situatie, op 22% van de oriëntatiewaarde. Het maximaal aantal slachtoffers is 60 met een bijhorende kans van 6, /jaar. Voor Rotra is een risicoprofiel opgesteld met relevante en realistische risico s. Voor deze risico s is bepaald wat de risico s zijn, welke maatregelen getroffen moeten worden, welke hulpverlening geboden kan worden en er is gekeken naar de zelfredzaamheid van personen ten aanzien van deze risicoprofielen. Het betreft de volgende risicoprofielen: voor de LNG opslagtank (en de LNG tankwagen) geldt dat het realistisch scenario een plasbrand is als gevolg van een lekkage (andere risico s scenario s zijn uitgesloten vanwege de dubbelwandige uitvoering van de tanks; voor de PGS 15 ruimte is het realistische scenario brand. GM , revisie D1.1 Pagina 19 van 21

122 Samenvatting, conclusies en advies Mocht zich een van de realistische scenario s voordoen, dan is de inzet als volgt: voor de plasbrand nabij de opslagtank en de tankwagen is de inzet van de brandweer gericht op het koelen van de tanks en het afschermen van de omgeving. De verwachting is dat door de hoge afbrandsnelheid van LNG de plas is opgebrand nog voordat de brandweer gearriveerd is; voor de PGS 15 ruimte is de eerste inzet de sprinklerinstallatie. Deze zal na verwachting niet het risico volledig dekken, echter levert de installatie wel een bijdrage aan de beheersing van de brand. De inzet van de brandweer is gericht op het verder blussen van de brand alsmede het afschermen van de omgeving; ook voor het falen van één of meerdere emballagestuks geldt dat de inzet gericht zal zijn op het beschermen van de omgeving en het beperken van het incident. Op het terrein van Rotra dienen brandkranen aanwezig te zijn, ook in de nabijheid van de LNGinstallatie. De brandweer kan de inrichting benaderen via de twee ingangen, waardoor er wordt voldaan aan artikel van PGS. In de directe omgeving van Rotra, in het invloedsgebied van de LNG-installatie ligt bouwcentrum Multimate, Ubink International en diverse woningen. Al deze gebouwen worden zo goed als afgeschermd door gebouwen van Rotra. De omwonenden, de werknemers en bezoekers zijn vrij goed beschermd voor de risico s van Rotra. Het advies van de brandweer is om voor de voorschriften voor de LNG installatie aan te sluiten bij de PGS 33-1 en PGS De ruimtelijke onderbouwing die is opgesteld geeft zelf geen aanleiding om maatregelen te treffen. Daarnaast moet Rotra voorzien in extra persoonlijke beschermingsmiddelen: cryogene handschoenen. De brandweer beschikt niet over de handschoenen. Deze handschoenen, minimaal twee paar, dienen beschikbaar te zijn in de technische ruimte bij de installatie. Daarnaast dient de ruimte met bijvoorbeeld een sleutelbuis te kunnen worden geopend. Zo heeft de brandweer snel toegang tot de ruimte indien zich een calamiteit voordoet. 5.2 Conclusie Na het beschrijven van de elementen van de verantwoording van het groepsrisico kan geconcludeerd worden dat: het plaatsgebonden risico voldoet aan de gestelde eisen in het Bevi; het groepsrisico toeneemt en ruim onder de oriëntatiewaarde ligt; Rotra met twee ingangen voldoet aan artikel van de PGS; de omwonenden, werknemers en bezoekers van omliggende gebouwen voldoende beschermd worden bij een incident; de ruimtelijke onderbouwing geen aanleiding geeft tot het treffen van aanvullende maatregelen; Rotra extra persoonlijke beschermingsmiddelen moet aanschaffen: cryogene handschoenen; er naast risico s ook economisch en milieutechnische voordelen te behalen zijn met het plaatsen van een LNG-installatie voor op- en overslag van LNG. Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het restrisico ogenschijnlijk zeer gering is. 5.3 Advies Normaliter dient het bevoegd gezag de veiligheidsregio in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen. Echter, heeft de veiligheidsregio al op basis van artikel 12 van het Bevi advies uitgebracht. Gezien het feit dat de veiligheidsregio al advies heeft uitgebracht, hoeft het bevoegd gezag, met inachtneming van het bovenstaande, enkel alleen het besluit te nemen of zij dit restrisico accepteren. GM , revisie D1.1 Pagina 20 van 21

123 Samenvatting, conclusies en advies Referenties Det Norske Veritas (2009). Safeti NL (versie 6.54). Palace House, 3 Cathedral Street, London SE19DE, UK. Link: DGMI. (24 juni 2014). Notitie beleidsopties interim beleid LNG-tankstations. Gemeente Doesburg. (september 2007). Bestemmingsplan Bedrijventerrein Verhuellweg. Golbach, G. [AVIV] (o.b.v. Vijgen, L. [DCMR] en Riedstra, D. & Gooijer, L. [RIVM]). (6 juni 2011). Concept rekenmethode voor Stuwadoorsbedrijven, als bedoeld in artikel 2.1 onder B van het Bevi. In opdracht van het toenmalige ministerie VROM. Geraadpleegd op: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (5 november 2013). LNG als alternatieve brandstof. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. (november 2007). Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico (VROM 8043 / januari 2008, versie 1.0). Geraadpleegd op: df Bruijnooge, M. (14 augustus 2014). LNG tankstation Rotra Forwarding Doesburg (kenmerk ). Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, Brandweer Gelderland-Midden. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum Externe Veiligheid. (17 mei 2013). Rekenmethodiek LNG-Tankstations. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum Externe Veiligheid. (1 juli 2009). Handleiding Risicoberekeningen Bevi (versie 3.2). geraadpleegd op: nc=1 Rooij, de C.J.M. ( ). QRA Rotra forwarding LNG fuel station (Projectkenmerk R abA0, versie 6.0). TOP-consultants, Etten-Leur, Nederland. Smallenburg, N.E. (december 2007). Beleidsvisie Externe Veiligheid Provincie Gelderland (juli 2008). Geraadpleegd op: Stichting Energy Valley. (september 2013). Masterplan LNG Energy Valley BIG in small scale LNG. GM , revisie D1.1 Pagina 21 van 21

124 Bijlage 1 QRA rapport van TOP-Consultants GM , revisie D1.1

125 VERWIJZING NAAR BIJLAGE De QRA is in de Toelichting van het bestemmingsplan toegevoegd als Bijlage 3.

126 Bijlage 2 Advies Veiligheidsregio GM , revisie D1.1

127 Gemeente Doesburg T.a.v. de heer M. Groot Kormelink Postbus AC Doesburg Postbus EJ Arnhem Datum 14 augustus 2014 Contactpersoon Mark Bruijnooge Ons kenmerk Telefoon Uw kenmerk - mark.bruijnooge@vggm.nl Onderwerp LNG tankstation Rotra Forwarding Doesburg Geachte heer Groot Kormelink, Op 31 juli ontving ik een aanvraag van Rotra Forwarding B.V. De aanvraag betreft het realiseren van een LNG tankstation voor het tanken van vrachtwagens en schepen, de bouw van een elektrisch aangedreven portaalkraan ter vervanging van de mobiele kraan, een toename van de opslagcapaciteit en de realisatie van een PGS 15 ruimte in het warehouse. De bedrijfsactiviteiten bestaan uit het op- en overslaan van containers, waarvan een deel met ADR goederen. Vanuit oogpunt van externe veiligheid zijn de LNG installatie, de PGS 15 opslag en de op- en overslag van containers met ADR goederen relevant. LNG tankstation Uit de QRA blijkt dat het instantaan falen van de LNG opslagtank of tankwagen de scenario s met de grootste effectafstanden zijn. Dit zijn worstcase scenario s met een zeer geringe kans omdat zowel de opslagtank als de tankwagen dubbelwandig zijn uitgevoerd. Een realistisch scenario is een LNG plasbrand als gevolg van een lekkage. Een dergelijke brand is echter niet te blussen. De inzet zal zich dan ook richten op het koelen en afschermen van de omgeving. Opgemerkt wordt dat vanwege de hoge afbrandsnelheid een LNG plas mogelijk al opgebrand is voordat de brandweer arriveert. PGS 15 opslag Het scenario voor een PGS 15 opslag is een brand. In de aanvraag is aangeven dat het warehouse en kantoor zijn voorzien van een sprinklerinstallatie. Waarschijnlijk is de sprinklerinstallatie niet ontworpen om het risico van opslag van gevaarlijke stoffen af te dekken. In de praktijk zal de sprinkler echter wel iets bijdragen aan het beheersen van een brand. Als de opslag verder voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften uit de PGS 15 zal een brand in de opslag redelijk tot goed beheersbaar zijn voor de brandweer. Op- en overslag van containers Omdat er conform de aanvraag geen tankcontainers worden overgeslagen, beperken de scenario s voor open overslag zich tot het falen van een of meerdere stuks emballage. Afhankelijk van de inhoud kan dit leiden tot bijvoorbeeld een (plas)brand of een toxische wolk. Omdat het hier om emballage in containers gaat zullen 1/2

128 de effectafstanden beperkt zijn. Het ligt in de verwachting dat een incident met een container met gevaarlijke stoffen redelijk tot goed beheersbaar is voor de brandweer. Mogelijkheden rampenbestrijding en zelfredzaamheid Aan de Verhuellweg liggen brandkranen met een capaciteit van circa 120 m 3 /uur en in de directe omgeving is voldoende open water beschikbaar. De afstand van de brandkranen tot het LNG tankstation en de verlaadactitviteiten bedraagt nog circa 300 tot 400 meter waardoor het tijd kost voordat hiervan gebruik gemaakt kan worden bij een incident. De PGS 15 vereist voor vervoersgebonden inrichtingen brandkranen op het terrein van de inrichting zelf. Hiermee wordt voldoende bluswatercapaciteit geborgd om een incident efficiënt te kunnen bestrijden. Op basis van een luchtfoto is de inrichting ogenschijnlijk bereikbaar via twee verschillende ingangen, maar zonder inrichtingstekening is niet goed te beoordelen of wordt voldaan aan een tweezijdige bereikbaarheid zoals bedoeld in artikel van de PGS 15. Op circa 52 meter vanaf het vulpunt van de LNG installatie ligt de Multimate Doesburg bouwmarkt. De bouwmarkt wordt van het LNG tankstation afgeschermd door gebouwen van Rotra. Ingeval van een incident ligt het in de verwachting dat de aanwezige mensen veilig kunnen vluchten. Naast de inrichting van Rotra ligt Ubbink International. Dit bedrijf ligt op circa 400 meter van het LNG vulpunt. De dichtstbij zijnde bewoning ligt op circa 250 meter vanaf het vulpunt en wordt afgeschermd door de bebouwing van Rotra en de Multimate Doesburg. Beiden liggen buiten de te verwachten effectafstanden van een reëel scenario. Advies De ruimtelijke onderbouwing bij de aanvraag geeft geen aanleiding om (planologische) maatregelen te adviseren. Voor wat betreft het milieudeel wordt geadviseerd om voor de voorschriften voor de LNG installatie aan te sluiten bij de PGS 33-1 en Aanvullend hierop is het wenselijk dat Rotra voorziet in (extra) persoonlijke beschermingsmiddelen in de technische ruimte bij de installatie, tenminste één paar speciale geïsoleerde handschoenen ( cryogene handschoenen ). Deze ruimte dient met bijvoorbeeld een sleutelbuis ingeval van een calamiteit toegankelijk te zijn voor de brandweer. Voor de op- en overslag van containers is hoofdstuk 5 van de PGS 15 van toepassing. Aandachtspunten hierbij zijn de voorgeschreven aanwezigheid van blusleidingen en brandkranen binnen de inrichting, een tweezijdige bereikbaarheid en de benodigde middelen om een calamiteit te bestrijden. De PGS 15 is niet van toepassing voor ADR klasse 1.4 (consumentenvuurwerk). Geadviseerd wordt om hiervoor aansluiting te zoeken bij de handreiking Vuurwerk in zeehavens, Een handreiking voor nederleggen tijdens vervoer. Mocht u naar aanleiding van dit advies nog vragen of opmerkingen hebben, kunt u contact opnemen met genoemde contactpersoon. Met vriendelijke groet, Robert Polman Hoofd afdeling risicobeheersing 2/2

129 Bijlage 6 Reacties voorontwerpbestemmingsplan, revisie Pagina 115 van 161

130 Reacties voorontwerpbestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra augustus 2014 Algemeen Bestemmingsplannaam wijzigen naar Laad- en loskade Rotra 2014 Verbeelding - Aanduiding sb-bm verwijderen Planregels - Artikel 3.1c: liëren aan gebruik haven - Aanduiding sb-bm verwijderen Toelichting - Hoofdstuk 2.2.1: Derden zijn vrachtwagens van andere partijen die containers - Hoofdstuk 4.4: Derden zijn vrachtwagens van andere partijen die containers - Hoofdstuk 3.5.1: Het plan is toegestuurd aan Waterschap Rijn en IJssel, Rijkswaterstaat, Provincie Gelderland en de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden - Hoofdstuk 3.6: wanneer vindt zonetoets plaats? QRA - Inleiding: verwijderen verwijzing naar de beoordeling door de ODRA van 25 juni jl. aangezien dit een informele beoordeling betreft - Verhuellweg wordt (wel) consequent verkeerd geschreven als Verheullweg - op pagina 14 wordt geschreven dat RWS een (bedrijfs)woning heeft op circa 60 meter van het vulpunt. Zie ook de afbeelding op pagina 19. Dit is echter geen wonen, maar een kantoor. Akoestisch onderzoek - Op de Hessegracht bevindt zich geen gymzaal maar groepswonen. Reactie Provincie Gelderland Het enige Provinciale belang dat aan de orde is bij de voorgenomen ontwikkeling betreft de Nbwetvergunning. De aanvraag voor de wijziging van de Nb-wetvergunning is op dit moment in behandeling bij de Provincie. De Provincie gaat er vooralsnog van uit dat de vergunning kan worden verleend, mogelijk zijn er wel mitigerende maatregelen nodig, en het plan hoeft voor het officiële vooroverleg niet te worden voorgelegd. Reactie RWS Voor zover zij dat op dit moment kunnen beoordelen zijn er vanuit de waterstaatkundige belangen geen overwegende bezwaren om een gewijzigde kraan- en opslaghoogte en de vestiging van de LNG-terminal toe te staan. Reactie WRIJ Zie bijgevoegde bijlage. De reactie betreft een concept-reactie, op korte termijn volgt de officiële schriftelijke reactie. Reactie VGGM Zie bijgevoegde bijlage. Reactie ODRA Zie bijgevoegde bijlage. Ambtelijke wijziging op deze bijlage: Gemeente wijkt niet slechts eenmaal af van beleid externe veiligheid maar past het beleid aan.

131 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 12

132 ADVIES ODRA Datum adviesverzoek : 4 augustus 2014 Naam verzoeker : Mario Groot Kormelink, Gemeente Doesburg Datum advies : 14 augustus 2014 Zaaknummer : Uw referentienummer : Betreft : Beoordeling QRA en akoestisch onderzoek Rotra doesburg Locatie : Verhuelweg 5 te doesburg Contactpersoon : de heer A.J. Vooijs Telefoonnummer : (026) Adviesvraag: Op 31 juli 2014 ontvingen wij per een adviesvraag van de gemeente Doesburg. De Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is door de gemeente Doesburg gevraagd om een beoordeling geluid en externe veiligheid uit te voeren op de aangeleverde (concept) stukken voor wijziging van de inrichting Rortra BV te Doesburg. De belangrijkste wijzigingen van de inrichting betreffen: de realisatie en het gebruik van een LNG-installatie en een laad- en loskade met een portaalkraan, het gebruik van ruimten die voorheen in gebruik waren bij Impress, JSP en De Blikvanger. In deze brief zijn de beoordelingen van het akoestisch onderzoek en de QRA opgenomen en vindt er een voorlopige toets plaats op de overige aangeleverde stukken. Normaliter worden een akoestisch onderzoek en een QRA o.a. getoetst aan de aanvraag omgevingsvergunning dan wel bestemmingsplanwijziging. Aangezien er nog geen procedure is gestart, en slechts een deel van de informatie van een vergunningaanvraag is bijgevoegd, is sprake van een voorlopige toets. Een definitieve toets moet plaatsvinden in de bestemmingsplanen omgevingsvergunningprocedure. Aanleiding Rotra BV is gevestigd aan een dode arm van de IJssel bij Doesburg. Vanwege de uitbreiding met een LNG-opslagtank, met afvulmogelijkheid, dient een omgevingsvergunning (milieu) te worden aangevraagd en dient het bestemmingsplan aangepast te worden. Naar aanleiding van beoordeling van voorgaande versies van de onderzoekrapporten zijn aangepaste rapporten aangeleverd. Afgesproken is voordat een aanvraag voor een omgevingsvergunning en een bestemmingsplanwijziging definitief worden ingediend nog een laatste beoordeling te doen. Op 31 juli 2014 zijn ten behoeve van die beoordeling de volgende stukken ontvangen van de gemeente Doesburg: - Concept van de toelichting op de aanvraag omgevingsvergunning milieudeel (Grontmij, d.d ); Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

133 ADVIES ODRA - QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station (TOP Consultants, rapport nummer R abAO, versie 5.1, d.d ); - Akoestische onderzoek Rotra BV (Grontmij, projectnummer , d.d. 21 juli 2014); - Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 (plankaart, toelichting en regels). Onderstaand wordt inhoudelijk ingegaan op de beoordelingen van de aangeleverde stukken. Beoordeling: In de bijlagen zijn de meer gedetailleerde beoordelingen opgenomen van respectievelijk het akoestisch onderzoek en de QRA, het bestemmingsplan en de toelichting op de aanvraag. In het onderstaande advies worden de hoofdzaken van de beoordelingen genoemd. Omdat het akoestisch onderzoek en de QRA geen onderdeel uitmaken van een Wabo-procedure of bestemmingsplanprocedure, zijn deze documenten op zich beoordeeld. Bij een dergelijke procedure zullen de onderzoeksrapporten moeten worden beoordeeld binnen de context van alle stukken van de betreffende procedure. Het bestemmingsplan is betrokken bij de beoordeling van de QRA en beoordeeld vanuit het perspectief van externe veiligheid. Voor zover mogelijk is de toelichting op de Wabo-aanvraag voor het oprichten van een inrichting in verband met het veranderen van een niet vergunningplichtige (type B) inrichting betrokken bij de beoordeling van het akoestisch onderzoek en van de QRA en is de toelichting zelf beoordeeld. Conclusies en advies: Akoestisch onderzoek en toets geluid van de Wabo-aanvraag De beoordeling van het akoestisch onderzoek en de toets geluid op de overige aangeleverde stukken levert de volgende conclusies op: 1) Het akoestisch onderzoek bevat een aantal tekortkomingen of tegenstrijdigheden en behoeft aanpassingen. 2) De aanvraag en het akoestisch onderzoek (rapportage + model) dienen in overeenstemming met elkaar te zijn. 3) De inpasbaarheid in de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein, Verhuelweg, is vanwege de tekortkomingen nog niet beoordeeld. QRA en toets externe veiligheid van de overige stukken De beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en de toets externe veiligheid op de overige aangeleverde stukken levert de volgende conclusies op: 1) Geconstateerd is dat er geen eenheid is tussen de aangeleverde stukken voor het onderdeel externe veiligheid. Zo zitten er verschillen tussen: aanvraag omgevingsvergunning, QRA Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

134 ADVIES ODRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra Dit moet worden hersteld. 2) De aanvraag is niet duidelijk over wat opgeslagen gaat worden op de opslagplaatsen gevaarlijke stoffen. Tevens ontbreekt een kaart van de ligging van deze opslagplaatsen. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden. 3) De aanvraag is niet duidelijk over de op- en overslag van ADR goederen per schip. Met welke ADR stoffen vindt dit plaats en met welke hoeveelheden. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden. 4) In de rapportage QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station is nog één afwijking geconstateerd. Hierdoor kunnen de resultaten van de QRA als redelijk betrouwbaar worden aangemerkt voor het LNG tankstation. Wel dient de QRA hierop aangepast te worden. 5) In het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 is een veiligheidscontour opgenomen vanwege de risico s van het LNG tankstation. Afgezien of de juiste veiligheidscontour verbeeld staat op de plankaart, zijn de verbonden planregels aan de veiligheidscontour correct opgenomen in het bestemmingsplan. Toelichting bij aanvraag omgevingsvergunning milieu De beoordeling van de toelichting bij de aanvraag omgevingsvergunning milieu levert, naast de opmerkingen naar aanleiding van de beoordeling van het akoestisch onderzoek en de QRA, de volgende conclusies op: 1) De tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen is geregeld in PGS 15, hoofdstuk 10 i.c.m. H3 (gedeeltelijk); 2) Hoofdstuk 5, i.c.m. H3 (gedeeltelijk), bevat voorschriften voor de opslag van (tank)containers: In de aanvraag moet onder andere worden aangegeven waar containers (met en zonder gevaarlijke stoffen) worden neergelegd, hoe deze tegen aanrijding zijn beschermd, waar blusleidingen en brandkranen conform PGS15 aanwezig zijn, hoe het terrein toegankelijk is, waar de calamiteitenplaats en verrijdbare opvangbak conform PGS 15 aanwezig is, welke maatregelen worden genomen om, in geval van lekkage, te voorkomen dat gelekte vloeistof in het oppervlaktewater of het riool geraakt. Het is goed denkbaar dat de analyse of conclusies vragen om een nadere toelichting. Wanneer gewenst kan deze toelichting telefonisch of in een persoonlijk gesprek gegeven worden. Bijlagen: - Beoordeling van het akoestische onderzoek Rotra BV (Grontmij, projectnummer , d.d. 21 juli 2014); - Beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station (TOP Consultants, rapport nummer R abAO, versie 5.1, d.d ). Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

135 ADVIES ODRA Bijlage 1. Beoordeling akoestische rapportage d.d. 21 juli 2014 Onderstaand wordt de rapportage per hoofdstuk cq. paragraaf besproken, waarbij uitsluitend wordt ingegaan op tekortkomingen en onduidelijkheden. In het vorige advies, d.d. 25 juni 2014, zijn diverse opmerkingen gegeven ter aanpassing van het akoestisch onderzoek en bijbehorend geluidmodel. Het merendeel van de opmerkingen zijn in de nieuwe aangepaste rapportage aangepast c.q. nader verduidelijkt. Enkele punten behoeven nog nadere motivatie. Op basis van aanvullende informatie, zoals de bijgevoegde toelichting op een nog in te dienen aanvraag voor een omgevingsvergunning, zijn nieuwe opmerkingen gemaakt Overig De aantallen overige personenwagens genoemd in de tekst komen niet overeen met de berekening (oostzijde). Gaarne aanpassen. 3.5 Bronsterktes en bedrijfstijden De bronsterkten van de nieuw te gebruiken bronnen zijn niet nader gemotiveerd. Zijn deze gebruikt uit eerder gedane metingen? Gaarne meetresultaten/meetgegevens toevoegen in het onderzoek. In tabel 3.1 wordt de kraan nog steeds genoemd al dan niet doorgehaald. Gaarne hier en ook in de verdere rapportage/model deze benaming achterwege houden. 4.4 Indirecte hinder Het bedrijf is gelegen op gezoneerd industrieterrein. Ten behoeve van de toetsing van de inpasbaarheid in de geluidzone dient indirecte hinder buiten beschouwing te worden gelaten. Nu is de indirecte hinder in het zonemodel toegevoegd terwijl dit wettelijk niet is toegestaan. Ook zijn de groepen hierop aangepast onder de bedrijfsnaam Rotra. Dit is, indien van toepassing, een taak van de zonebeheerder. Het geluidmodel ten behoeve van de zonetoets/ Wabo aanvraag voor het onderdeel milieu dient te worden aangepast. Voor de beschouwing van de indirecte hinder ten behoeve van het RO-spoor dient indirecte hinder in een apart geluidmodel te worden opgenomen. Akoestisch onderzoek versus Wabo aanvraag In de Wabo aanvraag wordt onder paragraaf 3.2 aangegeven dat het gebouw Blikvanger eveneens tot de inrichting zou behoren. Eveneens spreekt Bijlage 1 ook uit dat alle gebouwen binnen de rode kader tot de inrichting zouden behoren. Overigens wordt tekstueel ook naar Bijlage 2 verwezen terwijl deze bijlage niet bij de stukken is toegevoegd. Bovenstaand betekent dat meerdere bedrijfsgebouwen en de daarbij behorende bedrijfsactiviteiten en geluidafstraling behoren tot de inrichting van Rotra. In het akoestisch Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

136 ADVIES ODRA onderzoek en het geluidmodel van Rotra worden deze gebouwen niet nader genoemd. In het vigerend zonemodel zijn diverse geluidbronnen gemodelleerd en vergund voor bijvoorbeeld het gebouw Blikvanger. Voor zover deze gebouwen bij Rotra behoren, dient het akoestisch onderzoek en het geluidmodel hierop te worden aangepast. Het akoestisch onderzoek dient in overeenstemming te zijn met de vergunningaanvraag, hetgeen mede moet blijken uit een plattegrondtekening (mogelijk Bijlage 2 aanvraag Wabo), waarop duidelijk de erfgrenzen en de aard en de omvang van de activiteiten zijn aangeven. Conclusie Rapportage is onvoldoende en behoeft aanpassingen. Tevens dient de aanvraag en het akoestisch onderzoek (rapportage + model) in overeenstemming met elkaar te zijn. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

137 ADVIES ODRA Bijlage 2. Beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station (TOP Consultants, rapport nummer R abAO, versie 5.1, d.d ). De Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is door de gemeente Doesburg gevraagd om een beoordeling externe veiligheid uit te voeren, op de aangeleverde stukken voor wijziging van de inrichting, waaronder de realisatie en het gebruik van een LNG-installatie en een laad- en loskade met een portaalkraan bij de Rotra te Doesburg. In deze brief is de beoordeling van de QRA opgenomen en vindt er een voorlopige toets plaats op de aangeleverde stukken. Normaliter wordt een QRA o.a. getoetst aan de aanvraag omgevingsvergunning dan wel bestemmingsplanwijziging. Aangezien er nog geen procedure is gestart, en slechts een deel van de informatie van een vergunningaanvraag is bijgevoegd, is sprake van een voorlopige toets. Een definitieve toets moet plaatsvinden in de bestemmingsplan- en omgevingsvergunningprocedure. Aanleiding Rotra is gevestigd aan een dode arm van de IJssel bij Doesburg. Vanwege de uitbreiding met een LNG-opslagtank, met afvulmogelijkheid, dient een omgevingsvergunning (milieu) te worden aangevraagd en dient het bestemmingsplan aangepast te worden. Naar aanleiding van de ODRA notitie Advies EV Rotra Doesburg en een gesprek daarover op 2 juli op het gemeentehuis te Doesburg, is een nieuw overleg gepland met als doel de QRA voor de Rotra B.V. te bespreken. Als voorbereiding op deze bijeenkomst is de QRA aangepast en is versie 5.0 (d.d ) toegestuurd aan alle deelnemers. Op 17 juli 2014 heeft er overleg plaatsgevonden waarbij de nieuwe QRA besproken is. Afgesproken is een verslag te maken van de gemaakte opmerkingen op de QRA, en voordat de aanvraag definitief wordt ingediend nog een laatste beoordeling te doen. Het verslag is kort naar dit overleg rondgestuurd met volgend kenmerk: Overleg en advies EV Rotra Doesburg. Op 31 juli 2014 zijn de volgende stukken ontvangen van de gemeente Doesburg: - Aanvraag omgevingsvergunning Rotra Doesburg (d.d ); - QRA Rotra Forwarding LNG fuel station (d.d ); - Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra De gemeente Doesburg heeft verzocht deze stukken voor een laatste maal te beoordelen voordat een definitieve aanvraag ingediend wordt. Onderstaand de beoordeling externe veiligheid van de aangeleverde stukken. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

138 ADVIES ODRA Toetsingskader externe veiligheid Op dit moment vallen LNG-tankstations enkel onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) als er meer dan 50 ton LNG aanwezig kan zijn (grens Besluit Risico s Zware Ongevallen). De bedoeling is dat LNG-tankstations, waar minder dan 50 ton LNG aanwezig is, direct onder het Bevi vallen. Hiervoor is een wijziging (in 2014) van de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen in voorbereiding. Het beoogde LNG-tankstation bij de Rotra valt niet onder het BRZO. Wanneer de opslagcapaciteit en inhoud van de aanwezige tankwagen wordt opgeteld is op de inrichting in totaal maximaal 41 ton LNG aanwezig. De wijziging van het LNG-tankstation wordt, vooruitlopend op wijziging van het Bevi, beoordeeld conform het Bevi. In juni 2013 is de PGS 33-1 Aardgas: afleveringsinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor motorvoertuigen gepubliceerd. De PGS33-1 bevat voorschriften voor het ontwerpen, bouwen, in stand houden en beheren van LNG-afleveringsstations. In april 2014 is het de PGS 33-2 Aardgas: afleverinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor vaartuigen gepubliceerd. De PGS 33-2 bevat voorschriften voor het ontwerpen, bouwen en beheren van LNG-bunkerinstallaties op het land en op een drijvende inrichting. De ODRA zal de omgevingsvergunning aanvraag toetsen aan de PGS33-1 en PGS33-2. Voor het bepalen van de externe veiligheidsrisico s (QRA) van een LNG-tankstation is de Rekenmethodiek LNG-Tankstations (RIVM, 17 mei 2013) beschikbaar. Het externe veiligheidsrisico bij een LNG-tankstation wordt vooral bepaald door: 1) De eigenschappen van de lossende tankauto. Met name de keuze voor een enkelwandige of dubbelwandige tankauto heeft invloed en de mate waarin de opstelplaats van de tankwagen als geïsoleerd kan worden beschouwd; 2) De type verlading van de tankauto naar de tank. Verlading met behulp van voordruk leidt tot een toename van de risicoafstanden. Voorkeur verdient het om met een pomp te verladen, of met een additionele kleine voordruk (maximaal 2,5 bar overdruk); 3) De eigenschappen van het opslagvat; 4) Systeemreacties. Het verschil tussen het ingrijpen van de tankautochauffeur en een automatische detectie en ESD 1 is zeer groot; 5) Doorzet. De hoeveelheid LNG die verkocht wordt, bepaald de frequentie waarmee een tankwagen zal lossen bij de installatie. 1 ESD = Emergency Shut Down. Systeem dat zorgt voor het automatisch sluiten van kleppen op basis van een ingreep in dit geval lage druk detectie. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

139 ADVIES ODRA Voor het lossen van LNG aan vaartuigen is nog geen rekenmethodiek bekend. Hiervoor wordt getoetst aan de handleiding risicoberekeningen BEVI versie 3.2. Beoordeling aanvraag omgevingsvergunning Rotra Doesburg Bij de documenten is een (concept) toelichting op de nog in te dienen aanvraag omgevingsvergunning Rotra Doesburg ontvangen. Hierbij hebben wij het volgende geconstateerd: 1) In paragraaf is aangegeven welke activiteiten plaatsvinden bij het laden lossen en kort durende opslag hiervan. Echter ontbreekt wat opgeslagen gaat worden in de opslagvoorzieningen voor gevaarlijke stoffen (twee buitenopslagen en een opslaghal), en de ligging hiervan; 2) Aangegeven is dat er op- en overslag van ADR goederen per schip plaats vindt. Echter blijkt niet uit de aanvraag om welke ADR stoffen het gaat en met welke maximale hoeveelheden kan worden op- en overgeslagen; 3) In paragraaf is aangegeven dat de LNG opslagtank wordt ontworpen met PGS 33-1 als uitgangspunt. Echter wordt ook LNG gelost aan vaartuigen. Voor het lossen van LNG aan vaartuigen is PGS 33-2 beschikbaar. De PGS 33-2 moet ook als uitgangspunt worden meegenomen; 4) In paragraaf 5.7 is een BRZO sommatie toets opgenomen. Echter is dit niet gebaseerd op een indicatie van wat opgeslagen gaat worden aan gevaarlijke stoffen. Hierdoor kan de BRZO sommatie toets niet gecontroleerd worden. Beoordeling QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station De beoordeling van de QRA van een LNG-tankstation vindt doorgaans plaats langs de volgende stappen: 1) Vergelijking gehanteerde scenario s met de uitgangspunten in de aanvraag omgevingsvergunning dan wel het ruimtelijk plan 2) Vergelijking gehanteerde scenario's met de Rekenmethodiek LNG-tankstations (17 mei 2013) 3) Vergelijking gehanteerde scenario's met het opgebouwde Safeti-NL model Bij de beoordeling van de QRA hebben wij het volgende geconstateerd: 1) Hetgeen verwoord is in de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel voor het LNG tankstation is opgenomen in de bijgevoegde toelichting op de milieuaanvraag. Echter zijn er onduidelijkheden over opslagruimtes gevaarlijke stoffen en de op- en overslag. Wanneer dit duidelijk is, kan een verdere beoordeling van stap 1 plaats vinden; Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

140 ADVIES ODRA 2) De QRA Rortra Forwarding LNG Fuel station is opgesteld conform de Rekenmethodiek LNGtankstations van 17 mei 2013 en conform de handleiding risicoberekeningen BEVI versie 3.2. De QRA-rapportage beschrijft de modellering van de relevante ongeval scenario s en geeft in bijlage 2 een beschrijving van de gehanteerde basisfrequenties. In rapportage valt op: Voor het scenario T2 (Falen van de grootste aansluiting van de tankauto) klopt de vermeldde verblijfsduur in bijlage 2 niet. Hierdoor is een te lage faalkans gehanteerd voor het betreffende scenario. 3) De QRA rapportage is vergeleken met de invoergegevens in het Safeti-risicomodel. Hierin zijn geen verschillen geconstateerd; Gezien er maar één afwijking is geconstateerd in de QRA voor het Rotra Forwarding LNG Fuel station kunnen de resultaten van de QRA als redelijk betrouwbaar worden aangemerkt voor het LNG tankstation. Echter zal de QRA hierop wel aangepast moeten worden. Voor de op- en overslag van ADR goederen biedt de QRA en bijbehorende aanvraag nog te weinig duidelijkheid. Hierop is de QRA niet getoetst. Beoordeling Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 Op 31 juli 2014 is de Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 ontvangen. Hierbij zat een plankaart, planregels en een plantoelichting toegevoegd. Hierop hebben we het volgende geconstateerd: 1) Plantoelichting paragraaf wordt aangegeven dat er geen aanvoer plaats vindt van ADR goederen per schip. In de QRA is aangeven dat containerterminal voor schepen boxcontainers worden overgeslagen die ook ADR emballage kan bevatten. 2) Plantoelichting paragraaf is aangegeven dat de 10-6 risicocontour de inrichtingsgrens maximaal 60 meter overschrijdt. In de QRA (berekend) is aangegeven dat dit maximaal 40 meter is. 3) Plantoelichting paragraaf De consequentie van het interimbeleid LNG tankstations zijn niet verwerkt in de conclusie. 4) Plantoelichting paragraaf is aangegeven dat het groepsrisico ver onder de oriëntatiewaarde blijft en maximaal 0,032 bedraagt. In de QRA is aangegeven dat de hoogte van het groepsrisico maximaal 0,22 van de oriëntatiewaarde bedraagt. 5) Plantoelichting paragraaf Een verantwoording groepsrisico ontbreekt. Conform artikel 12 van het Besluit externe veiligheid dient het bevoegd gezag langs de in de wet vastgestelde motivatie-elementen een verantwoording af te leggen van de wijziging van het groepsrisico. Ook dient de gemeente Doesburg het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid te stellen om advies uit te brengen. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

141 ADVIES ODRA 6) De gemeente Doesburg heeft beleid geformuleerd ten behoeve van het thema externe veiligheid (collegebesluit januari 2012). Voor de realisatie van het LNG tankstation is afgesproken eenmalig af te wijken van deze beleidsvisie. Echter wordt er in de plantoelichting hier geen melding van gemaakt. Conclusie De beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en de toets externe veiligheid op de overige aangeleverde stukken levert de volgende conclusie op: 1) Geconstateerd is dat er geen eenheid is tussen de aangeleverde stukken voor het onderdeel externe veiligheid. Zo zitten er verschillen tussen: aanvraag omgevingsvergunning, QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra Dit moet worden hersteld; 2) De aanvraag is niet duidelijk over wat opgeslagen gaat worden op de opslagplaatsen gevaarlijke stoffen. Tevens ontbreekt een kaart van de ligging van deze opslagplaatsen. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden; 3) De aanvraag is niet duidelijk over de op- en overslag van ADR goederen per schip. Met welke ADR stoffen vindt dit plaats en met welke hoeveelheden. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden; 4) In de rapportage QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station is nog één afwijking geconstateerd. Hierdoor kunnen de resultaten van de QRA als redelijk betrouwbaar worden aangemerkt voor het LNG tankstation. Wel dient de QRA hierop aangepast te worden; 5) In het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 is een veiligheidscontour opgenomen vanwege de risico s van het LNG tankstation. Afgezien of de juiste veiligheidscontour verbeeld staat op de plankaart zijn de verbonden planregels aan de veiligheidscontour correct opgenomen in het bestemmingsplan. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

142 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 12

143 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 12

144 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 12

145 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 12

146 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 12

147 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 12

148 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 12

149 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 12

150 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 12

151 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 12

152 Ingekomen post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van 12

153 Gemeente Doesburg T.a.v. de heer M. Groot Kormelink Postbus AC Doesburg Postbus EJ Arnhem Datum 14 augustus 2014 Contactpersoon Mark Bruijnooge Ons kenmerk Telefoon Uw kenmerk - mark.bruijnooge@vggm.nl Onderwerp LNG tankstation Rotra Forwarding Doesburg Geachte heer Groot Kormelink, Op 31 juli ontving ik een aanvraag van Rotra Forwarding B.V. De aanvraag betreft het realiseren van een LNG tankstation voor het tanken van vrachtwagens en schepen, de bouw van een elektrisch aangedreven portaalkraan ter vervanging van de mobiele kraan, een toename van de opslagcapaciteit en de realisatie van een PGS 15 ruimte in het warehouse. De bedrijfsactiviteiten bestaan uit het op- en overslaan van containers, waarvan een deel met ADR goederen. Vanuit oogpunt van externe veiligheid zijn de LNG installatie, de PGS 15 opslag en de op- en overslag van containers met ADR goederen relevant. LNG tankstation Uit de QRA blijkt dat het instantaan falen van de LNG opslagtank of tankwagen de scenario s met de grootste effectafstanden zijn. Dit zijn worstcase scenario s met een zeer geringe kans omdat zowel de opslagtank als de tankwagen dubbelwandig zijn uitgevoerd. Een realistisch scenario is een LNG plasbrand als gevolg van een lekkage. Een dergelijke brand is echter niet te blussen. De inzet zal zich dan ook richten op het koelen en afschermen van de omgeving. Opgemerkt wordt dat vanwege de hoge afbrandsnelheid een LNG plas mogelijk al opgebrand is voordat de brandweer arriveert. PGS 15 opslag Het scenario voor een PGS 15 opslag is een brand. In de aanvraag is aangeven dat het warehouse en kantoor zijn voorzien van een sprinklerinstallatie. Waarschijnlijk is de sprinklerinstallatie niet ontworpen om het risico van opslag van gevaarlijke stoffen af te dekken. In de praktijk zal de sprinkler echter wel iets bijdragen aan het beheersen van een brand. Als de opslag verder voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften uit de PGS 15 zal een brand in de opslag redelijk tot goed beheersbaar zijn voor de brandweer. Op- en overslag van containers Omdat er conform de aanvraag geen tankcontainers worden overgeslagen, beperken de scenario s voor open overslag zich tot het falen van een of meerdere stuks emballage. Afhankelijk van de inhoud kan dit leiden tot bijvoorbeeld een (plas)brand of een toxische wolk. Omdat het hier om emballage in containers gaat zullen 1/2

154 de effectafstanden beperkt zijn. Het ligt in de verwachting dat een incident met een container met gevaarlijke stoffen redelijk tot goed beheersbaar is voor de brandweer. Mogelijkheden rampenbestrijding en zelfredzaamheid Aan de Verhuellweg liggen brandkranen met een capaciteit van circa 120 m 3 /uur en in de directe omgeving is voldoende open water beschikbaar. De afstand van de brandkranen tot het LNG tankstation en de verlaadactitviteiten bedraagt nog circa 300 tot 400 meter waardoor het tijd kost voordat hiervan gebruik gemaakt kan worden bij een incident. De PGS 15 vereist voor vervoersgebonden inrichtingen brandkranen op het terrein van de inrichting zelf. Hiermee wordt voldoende bluswatercapaciteit geborgd om een incident efficiënt te kunnen bestrijden. Op basis van een luchtfoto is de inrichting ogenschijnlijk bereikbaar via twee verschillende ingangen, maar zonder inrichtingstekening is niet goed te beoordelen of wordt voldaan aan een tweezijdige bereikbaarheid zoals bedoeld in artikel van de PGS 15. Op circa 52 meter vanaf het vulpunt van de LNG installatie ligt de Multimate Doesburg bouwmarkt. De bouwmarkt wordt van het LNG tankstation afgeschermd door gebouwen van Rotra. Ingeval van een incident ligt het in de verwachting dat de aanwezige mensen veilig kunnen vluchten. Naast de inrichting van Rotra ligt Ubbink International. Dit bedrijf ligt op circa 400 meter van het LNG vulpunt. De dichtstbij zijnde bewoning ligt op circa 250 meter vanaf het vulpunt en wordt afgeschermd door de bebouwing van Rotra en de Multimate Doesburg. Beiden liggen buiten de te verwachten effectafstanden van een reëel scenario. Advies De ruimtelijke onderbouwing bij de aanvraag geeft geen aanleiding om (planologische) maatregelen te adviseren. Voor wat betreft het milieudeel wordt geadviseerd om voor de voorschriften voor de LNG installatie aan te sluiten bij de PGS 33-1 en Aanvullend hierop is het wenselijk dat Rotra voorziet in (extra) persoonlijke beschermingsmiddelen in de technische ruimte bij de installatie, tenminste één paar speciale geïsoleerde handschoenen ( cryogene handschoenen ). Deze ruimte dient met bijvoorbeeld een sleutelbuis ingeval van een calamiteit toegankelijk te zijn voor de brandweer. Voor de op- en overslag van containers is hoofdstuk 5 van de PGS 15 van toepassing. Aandachtspunten hierbij zijn de voorgeschreven aanwezigheid van blusleidingen en brandkranen binnen de inrichting, een tweezijdige bereikbaarheid en de benodigde middelen om een calamiteit te bestrijden. De PGS 15 is niet van toepassing voor ADR klasse 1.4 (consumentenvuurwerk). Geadviseerd wordt om hiervoor aansluiting te zoeken bij de handreiking Vuurwerk in zeehavens, Een handreiking voor nederleggen tijdens vervoer. Mocht u naar aanleiding van dit advies nog vragen of opmerkingen hebben, kunt u contact opnemen met genoemde contactpersoon. Met vriendelijke groet, Robert Polman Hoofd afdeling risicobeheersing 2/2

155 ADVIES ODRA Datum adviesverzoek : 4 augustus 2014 Naam verzoeker : Mario Groot Kormelink, Gemeente Doesburg Datum advies : 14 augustus 2014 Zaaknummer : Uw referentienummer : Betreft : Beoordeling QRA en akoestisch onderzoek Rotra doesburg Locatie : Verhuelweg 5 te doesburg Contactpersoon : de heer A.J. Vooijs Telefoonnummer : (026) Adviesvraag: Op 31 juli 2014 ontvingen wij per een adviesvraag van de gemeente Doesburg. De Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is door de gemeente Doesburg gevraagd om een beoordeling geluid en externe veiligheid uit te voeren op de aangeleverde (concept) stukken voor wijziging van de inrichting Rortra BV te Doesburg. De belangrijkste wijzigingen van de inrichting betreffen: de realisatie en het gebruik van een LNG-installatie en een laad- en loskade met een portaalkraan, het gebruik van ruimten die voorheen in gebruik waren bij Impress, JSP en De Blikvanger. In deze brief zijn de beoordelingen van het akoestisch onderzoek en de QRA opgenomen en vindt er een voorlopige toets plaats op de overige aangeleverde stukken. Normaliter worden een akoestisch onderzoek en een QRA o.a. getoetst aan de aanvraag omgevingsvergunning dan wel bestemmingsplanwijziging. Aangezien er nog geen procedure is gestart, en slechts een deel van de informatie van een vergunningaanvraag is bijgevoegd, is sprake van een voorlopige toets. Een definitieve toets moet plaatsvinden in de bestemmingsplanen omgevingsvergunningprocedure. Aanleiding Rotra BV is gevestigd aan een dode arm van de IJssel bij Doesburg. Vanwege de uitbreiding met een LNG-opslagtank, met afvulmogelijkheid, dient een omgevingsvergunning (milieu) te worden aangevraagd en dient het bestemmingsplan aangepast te worden. Naar aanleiding van beoordeling van voorgaande versies van de onderzoekrapporten zijn aangepaste rapporten aangeleverd. Afgesproken is voordat een aanvraag voor een omgevingsvergunning en een bestemmingsplanwijziging definitief worden ingediend nog een laatste beoordeling te doen. Op 31 juli 2014 zijn ten behoeve van die beoordeling de volgende stukken ontvangen van de gemeente Doesburg: - Concept van de toelichting op de aanvraag omgevingsvergunning milieudeel (Grontmij, d.d ); Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

156 ADVIES ODRA - QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station (TOP Consultants, rapport nummer R abAO, versie 5.1, d.d ); - Akoestische onderzoek Rotra BV (Grontmij, projectnummer , d.d. 21 juli 2014); - Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 (plankaart, toelichting en regels). Onderstaand wordt inhoudelijk ingegaan op de beoordelingen van de aangeleverde stukken. Beoordeling: In de bijlagen zijn de meer gedetailleerde beoordelingen opgenomen van respectievelijk het akoestisch onderzoek en de QRA, het bestemmingsplan en de toelichting op de aanvraag. In het onderstaande advies worden de hoofdzaken van de beoordelingen genoemd. Omdat het akoestisch onderzoek en de QRA geen onderdeel uitmaken van een Wabo-procedure of bestemmingsplanprocedure, zijn deze documenten op zich beoordeeld. Bij een dergelijke procedure zullen de onderzoeksrapporten moeten worden beoordeeld binnen de context van alle stukken van de betreffende procedure. Het bestemmingsplan is betrokken bij de beoordeling van de QRA en beoordeeld vanuit het perspectief van externe veiligheid. Voor zover mogelijk is de toelichting op de Wabo-aanvraag voor het oprichten van een inrichting in verband met het veranderen van een niet vergunningplichtige (type B) inrichting betrokken bij de beoordeling van het akoestisch onderzoek en van de QRA en is de toelichting zelf beoordeeld. Conclusies en advies: Akoestisch onderzoek en toets geluid van de Wabo-aanvraag De beoordeling van het akoestisch onderzoek en de toets geluid op de overige aangeleverde stukken levert de volgende conclusies op: 1) Het akoestisch onderzoek bevat een aantal tekortkomingen of tegenstrijdigheden en behoeft aanpassingen. 2) De aanvraag en het akoestisch onderzoek (rapportage + model) dienen in overeenstemming met elkaar te zijn. 3) De inpasbaarheid in de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein, Verhuelweg, is vanwege de tekortkomingen nog niet beoordeeld. QRA en toets externe veiligheid van de overige stukken De beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en de toets externe veiligheid op de overige aangeleverde stukken levert de volgende conclusies op: 1) Geconstateerd is dat er geen eenheid is tussen de aangeleverde stukken voor het onderdeel externe veiligheid. Zo zitten er verschillen tussen: aanvraag omgevingsvergunning, QRA Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

157 ADVIES ODRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra Dit moet worden hersteld. 2) De aanvraag is niet duidelijk over wat opgeslagen gaat worden op de opslagplaatsen gevaarlijke stoffen. Tevens ontbreekt een kaart van de ligging van deze opslagplaatsen. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden. 3) De aanvraag is niet duidelijk over de op- en overslag van ADR goederen per schip. Met welke ADR stoffen vindt dit plaats en met welke hoeveelheden. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden. 4) In de rapportage QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station is nog één afwijking geconstateerd. Hierdoor kunnen de resultaten van de QRA als redelijk betrouwbaar worden aangemerkt voor het LNG tankstation. Wel dient de QRA hierop aangepast te worden. 5) In het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 is een veiligheidscontour opgenomen vanwege de risico s van het LNG tankstation. Afgezien of de juiste veiligheidscontour verbeeld staat op de plankaart, zijn de verbonden planregels aan de veiligheidscontour correct opgenomen in het bestemmingsplan. Toelichting bij aanvraag omgevingsvergunning milieu De beoordeling van de toelichting bij de aanvraag omgevingsvergunning milieu levert, naast de opmerkingen naar aanleiding van de beoordeling van het akoestisch onderzoek en de QRA, de volgende conclusies op: 1) De tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen is geregeld in PGS 15, hoofdstuk 10 i.c.m. H3 (gedeeltelijk); 2) Hoofdstuk 5, i.c.m. H3 (gedeeltelijk), bevat voorschriften voor de opslag van (tank)containers: In de aanvraag moet onder andere worden aangegeven waar containers (met en zonder gevaarlijke stoffen) worden neergelegd, hoe deze tegen aanrijding zijn beschermd, waar blusleidingen en brandkranen conform PGS15 aanwezig zijn, hoe het terrein toegankelijk is, waar de calamiteitenplaats en verrijdbare opvangbak conform PGS 15 aanwezig is, welke maatregelen worden genomen om, in geval van lekkage, te voorkomen dat gelekte vloeistof in het oppervlaktewater of het riool geraakt. Het is goed denkbaar dat de analyse of conclusies vragen om een nadere toelichting. Wanneer gewenst kan deze toelichting telefonisch of in een persoonlijk gesprek gegeven worden. Bijlagen: - Beoordeling van het akoestische onderzoek Rotra BV (Grontmij, projectnummer , d.d. 21 juli 2014); - Beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station (TOP Consultants, rapport nummer R abAO, versie 5.1, d.d ). Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

158 ADVIES ODRA Bijlage 1. Beoordeling akoestische rapportage d.d. 21 juli 2014 Onderstaand wordt de rapportage per hoofdstuk cq. paragraaf besproken, waarbij uitsluitend wordt ingegaan op tekortkomingen en onduidelijkheden. In het vorige advies, d.d. 25 juni 2014, zijn diverse opmerkingen gegeven ter aanpassing van het akoestisch onderzoek en bijbehorend geluidmodel. Het merendeel van de opmerkingen zijn in de nieuwe aangepaste rapportage aangepast c.q. nader verduidelijkt. Enkele punten behoeven nog nadere motivatie. Op basis van aanvullende informatie, zoals de bijgevoegde toelichting op een nog in te dienen aanvraag voor een omgevingsvergunning, zijn nieuwe opmerkingen gemaakt Overig De aantallen overige personenwagens genoemd in de tekst komen niet overeen met de berekening (oostzijde). Gaarne aanpassen. 3.5 Bronsterktes en bedrijfstijden De bronsterkten van de nieuw te gebruiken bronnen zijn niet nader gemotiveerd. Zijn deze gebruikt uit eerder gedane metingen? Gaarne meetresultaten/meetgegevens toevoegen in het onderzoek. In tabel 3.1 wordt de kraan nog steeds genoemd al dan niet doorgehaald. Gaarne hier en ook in de verdere rapportage/model deze benaming achterwege houden. 4.4 Indirecte hinder Het bedrijf is gelegen op gezoneerd industrieterrein. Ten behoeve van de toetsing van de inpasbaarheid in de geluidzone dient indirecte hinder buiten beschouwing te worden gelaten. Nu is de indirecte hinder in het zonemodel toegevoegd terwijl dit wettelijk niet is toegestaan. Ook zijn de groepen hierop aangepast onder de bedrijfsnaam Rotra. Dit is, indien van toepassing, een taak van de zonebeheerder. Het geluidmodel ten behoeve van de zonetoets/ Wabo aanvraag voor het onderdeel milieu dient te worden aangepast. Voor de beschouwing van de indirecte hinder ten behoeve van het RO-spoor dient indirecte hinder in een apart geluidmodel te worden opgenomen. Akoestisch onderzoek versus Wabo aanvraag In de Wabo aanvraag wordt onder paragraaf 3.2 aangegeven dat het gebouw Blikvanger eveneens tot de inrichting zou behoren. Eveneens spreekt Bijlage 1 ook uit dat alle gebouwen binnen de rode kader tot de inrichting zouden behoren. Overigens wordt tekstueel ook naar Bijlage 2 verwezen terwijl deze bijlage niet bij de stukken is toegevoegd. Bovenstaand betekent dat meerdere bedrijfsgebouwen en de daarbij behorende bedrijfsactiviteiten en geluidafstraling behoren tot de inrichting van Rotra. In het akoestisch Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

159 ADVIES ODRA onderzoek en het geluidmodel van Rotra worden deze gebouwen niet nader genoemd. In het vigerend zonemodel zijn diverse geluidbronnen gemodelleerd en vergund voor bijvoorbeeld het gebouw Blikvanger. Voor zover deze gebouwen bij Rotra behoren, dient het akoestisch onderzoek en het geluidmodel hierop te worden aangepast. Het akoestisch onderzoek dient in overeenstemming te zijn met de vergunningaanvraag, hetgeen mede moet blijken uit een plattegrondtekening (mogelijk Bijlage 2 aanvraag Wabo), waarop duidelijk de erfgrenzen en de aard en de omvang van de activiteiten zijn aangeven. Conclusie Rapportage is onvoldoende en behoeft aanpassingen. Tevens dient de aanvraag en het akoestisch onderzoek (rapportage + model) in overeenstemming met elkaar te zijn. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

160 ADVIES ODRA Bijlage 2. Beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station (TOP Consultants, rapport nummer R abAO, versie 5.1, d.d ). De Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is door de gemeente Doesburg gevraagd om een beoordeling externe veiligheid uit te voeren, op de aangeleverde stukken voor wijziging van de inrichting, waaronder de realisatie en het gebruik van een LNG-installatie en een laad- en loskade met een portaalkraan bij de Rotra te Doesburg. In deze brief is de beoordeling van de QRA opgenomen en vindt er een voorlopige toets plaats op de aangeleverde stukken. Normaliter wordt een QRA o.a. getoetst aan de aanvraag omgevingsvergunning dan wel bestemmingsplanwijziging. Aangezien er nog geen procedure is gestart, en slechts een deel van de informatie van een vergunningaanvraag is bijgevoegd, is sprake van een voorlopige toets. Een definitieve toets moet plaatsvinden in de bestemmingsplan- en omgevingsvergunningprocedure. Aanleiding Rotra is gevestigd aan een dode arm van de IJssel bij Doesburg. Vanwege de uitbreiding met een LNG-opslagtank, met afvulmogelijkheid, dient een omgevingsvergunning (milieu) te worden aangevraagd en dient het bestemmingsplan aangepast te worden. Naar aanleiding van de ODRA notitie Advies EV Rotra Doesburg en een gesprek daarover op 2 juli op het gemeentehuis te Doesburg, is een nieuw overleg gepland met als doel de QRA voor de Rotra B.V. te bespreken. Als voorbereiding op deze bijeenkomst is de QRA aangepast en is versie 5.0 (d.d ) toegestuurd aan alle deelnemers. Op 17 juli 2014 heeft er overleg plaatsgevonden waarbij de nieuwe QRA besproken is. Afgesproken is een verslag te maken van de gemaakte opmerkingen op de QRA, en voordat de aanvraag definitief wordt ingediend nog een laatste beoordeling te doen. Het verslag is kort naar dit overleg rondgestuurd met volgend kenmerk: Overleg en advies EV Rotra Doesburg. Op 31 juli 2014 zijn de volgende stukken ontvangen van de gemeente Doesburg: - Aanvraag omgevingsvergunning Rotra Doesburg (d.d ); - QRA Rotra Forwarding LNG fuel station (d.d ); - Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra De gemeente Doesburg heeft verzocht deze stukken voor een laatste maal te beoordelen voordat een definitieve aanvraag ingediend wordt. Onderstaand de beoordeling externe veiligheid van de aangeleverde stukken. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

161 ADVIES ODRA Toetsingskader externe veiligheid Op dit moment vallen LNG-tankstations enkel onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) als er meer dan 50 ton LNG aanwezig kan zijn (grens Besluit Risico s Zware Ongevallen). De bedoeling is dat LNG-tankstations, waar minder dan 50 ton LNG aanwezig is, direct onder het Bevi vallen. Hiervoor is een wijziging (in 2014) van de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen in voorbereiding. Het beoogde LNG-tankstation bij de Rotra valt niet onder het BRZO. Wanneer de opslagcapaciteit en inhoud van de aanwezige tankwagen wordt opgeteld is op de inrichting in totaal maximaal 41 ton LNG aanwezig. De wijziging van het LNG-tankstation wordt, vooruitlopend op wijziging van het Bevi, beoordeeld conform het Bevi. In juni 2013 is de PGS 33-1 Aardgas: afleveringsinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor motorvoertuigen gepubliceerd. De PGS33-1 bevat voorschriften voor het ontwerpen, bouwen, in stand houden en beheren van LNG-afleveringsstations. In april 2014 is het de PGS 33-2 Aardgas: afleverinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor vaartuigen gepubliceerd. De PGS 33-2 bevat voorschriften voor het ontwerpen, bouwen en beheren van LNG-bunkerinstallaties op het land en op een drijvende inrichting. De ODRA zal de omgevingsvergunning aanvraag toetsen aan de PGS33-1 en PGS33-2. Voor het bepalen van de externe veiligheidsrisico s (QRA) van een LNG-tankstation is de Rekenmethodiek LNG-Tankstations (RIVM, 17 mei 2013) beschikbaar. Het externe veiligheidsrisico bij een LNG-tankstation wordt vooral bepaald door: 1) De eigenschappen van de lossende tankauto. Met name de keuze voor een enkelwandige of dubbelwandige tankauto heeft invloed en de mate waarin de opstelplaats van de tankwagen als geïsoleerd kan worden beschouwd; 2) De type verlading van de tankauto naar de tank. Verlading met behulp van voordruk leidt tot een toename van de risicoafstanden. Voorkeur verdient het om met een pomp te verladen, of met een additionele kleine voordruk (maximaal 2,5 bar overdruk); 3) De eigenschappen van het opslagvat; 4) Systeemreacties. Het verschil tussen het ingrijpen van de tankautochauffeur en een automatische detectie en ESD 1 is zeer groot; 5) Doorzet. De hoeveelheid LNG die verkocht wordt, bepaald de frequentie waarmee een tankwagen zal lossen bij de installatie. 1 ESD = Emergency Shut Down. Systeem dat zorgt voor het automatisch sluiten van kleppen op basis van een ingreep in dit geval lage druk detectie. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

162 ADVIES ODRA Voor het lossen van LNG aan vaartuigen is nog geen rekenmethodiek bekend. Hiervoor wordt getoetst aan de handleiding risicoberekeningen BEVI versie 3.2. Beoordeling aanvraag omgevingsvergunning Rotra Doesburg Bij de documenten is een (concept) toelichting op de nog in te dienen aanvraag omgevingsvergunning Rotra Doesburg ontvangen. Hierbij hebben wij het volgende geconstateerd: 1) In paragraaf is aangegeven welke activiteiten plaatsvinden bij het laden lossen en kort durende opslag hiervan. Echter ontbreekt wat opgeslagen gaat worden in de opslagvoorzieningen voor gevaarlijke stoffen (twee buitenopslagen en een opslaghal), en de ligging hiervan; 2) Aangegeven is dat er op- en overslag van ADR goederen per schip plaats vindt. Echter blijkt niet uit de aanvraag om welke ADR stoffen het gaat en met welke maximale hoeveelheden kan worden op- en overgeslagen; 3) In paragraaf is aangegeven dat de LNG opslagtank wordt ontworpen met PGS 33-1 als uitgangspunt. Echter wordt ook LNG gelost aan vaartuigen. Voor het lossen van LNG aan vaartuigen is PGS 33-2 beschikbaar. De PGS 33-2 moet ook als uitgangspunt worden meegenomen; 4) In paragraaf 5.7 is een BRZO sommatie toets opgenomen. Echter is dit niet gebaseerd op een indicatie van wat opgeslagen gaat worden aan gevaarlijke stoffen. Hierdoor kan de BRZO sommatie toets niet gecontroleerd worden. Beoordeling QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station De beoordeling van de QRA van een LNG-tankstation vindt doorgaans plaats langs de volgende stappen: 1) Vergelijking gehanteerde scenario s met de uitgangspunten in de aanvraag omgevingsvergunning dan wel het ruimtelijk plan 2) Vergelijking gehanteerde scenario's met de Rekenmethodiek LNG-tankstations (17 mei 2013) 3) Vergelijking gehanteerde scenario's met het opgebouwde Safeti-NL model Bij de beoordeling van de QRA hebben wij het volgende geconstateerd: 1) Hetgeen verwoord is in de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel voor het LNG tankstation is opgenomen in de bijgevoegde toelichting op de milieuaanvraag. Echter zijn er onduidelijkheden over opslagruimtes gevaarlijke stoffen en de op- en overslag. Wanneer dit duidelijk is, kan een verdere beoordeling van stap 1 plaats vinden; Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

163 ADVIES ODRA 2) De QRA Rortra Forwarding LNG Fuel station is opgesteld conform de Rekenmethodiek LNGtankstations van 17 mei 2013 en conform de handleiding risicoberekeningen BEVI versie 3.2. De QRA-rapportage beschrijft de modellering van de relevante ongeval scenario s en geeft in bijlage 2 een beschrijving van de gehanteerde basisfrequenties. In rapportage valt op: Voor het scenario T2 (Falen van de grootste aansluiting van de tankauto) klopt de vermeldde verblijfsduur in bijlage 2 niet. Hierdoor is een te lage faalkans gehanteerd voor het betreffende scenario. 3) De QRA rapportage is vergeleken met de invoergegevens in het Safeti-risicomodel. Hierin zijn geen verschillen geconstateerd; Gezien er maar één afwijking is geconstateerd in de QRA voor het Rotra Forwarding LNG Fuel station kunnen de resultaten van de QRA als redelijk betrouwbaar worden aangemerkt voor het LNG tankstation. Echter zal de QRA hierop wel aangepast moeten worden. Voor de op- en overslag van ADR goederen biedt de QRA en bijbehorende aanvraag nog te weinig duidelijkheid. Hierop is de QRA niet getoetst. Beoordeling Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 Op 31 juli 2014 is de Bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 ontvangen. Hierbij zat een plankaart, planregels en een plantoelichting toegevoegd. Hierop hebben we het volgende geconstateerd: 1) Plantoelichting paragraaf wordt aangegeven dat er geen aanvoer plaats vindt van ADR goederen per schip. In de QRA is aangeven dat containerterminal voor schepen boxcontainers worden overgeslagen die ook ADR emballage kan bevatten. 2) Plantoelichting paragraaf is aangegeven dat de 10-6 risicocontour de inrichtingsgrens maximaal 60 meter overschrijdt. In de QRA (berekend) is aangegeven dat dit maximaal 40 meter is. 3) Plantoelichting paragraaf De consequentie van het interimbeleid LNG tankstations zijn niet verwerkt in de conclusie. 4) Plantoelichting paragraaf is aangegeven dat het groepsrisico ver onder de oriëntatiewaarde blijft en maximaal 0,032 bedraagt. In de QRA is aangegeven dat de hoogte van het groepsrisico maximaal 0,22 van de oriëntatiewaarde bedraagt. 5) Plantoelichting paragraaf Een verantwoording groepsrisico ontbreekt. Conform artikel 12 van het Besluit externe veiligheid dient het bevoegd gezag langs de in de wet vastgestelde motivatie-elementen een verantwoording af te leggen van de wijziging van het groepsrisico. Ook dient de gemeente Doesburg het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid te stellen om advies uit te brengen. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

164 ADVIES ODRA 6) De gemeente Doesburg heeft beleid geformuleerd ten behoeve van het thema externe veiligheid (collegebesluit januari 2012). Voor de realisatie van het LNG tankstation is afgesproken eenmalig af te wijken van deze beleidsvisie. Echter wordt er in de plantoelichting hier geen melding van gemaakt. Conclusie De beoordeling van de QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en de toets externe veiligheid op de overige aangeleverde stukken levert de volgende conclusie op: 1) Geconstateerd is dat er geen eenheid is tussen de aangeleverde stukken voor het onderdeel externe veiligheid. Zo zitten er verschillen tussen: aanvraag omgevingsvergunning, QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station en het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra Dit moet worden hersteld; 2) De aanvraag is niet duidelijk over wat opgeslagen gaat worden op de opslagplaatsen gevaarlijke stoffen. Tevens ontbreekt een kaart van de ligging van deze opslagplaatsen. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden; 3) De aanvraag is niet duidelijk over de op- en overslag van ADR goederen per schip. Met welke ADR stoffen vindt dit plaats en met welke hoeveelheden. Hierdoor kan deze activiteit niet beoordeeld worden; 4) In de rapportage QRA Rotra Forwarding LNG Fuel station is nog één afwijking geconstateerd. Hierdoor kunnen de resultaten van de QRA als redelijk betrouwbaar worden aangemerkt voor het LNG tankstation. Wel dient de QRA hierop aangepast te worden; 5) In het bestemmingsplan Laad- en Loswal Rotra 2014 is een veiligheidscontour opgenomen vanwege de risico s van het LNG tankstation. Afgezien of de juiste veiligheidscontour verbeeld staat op de plankaart zijn de verbonden planregels aan de veiligheidscontour correct opgenomen in het bestemmingsplan. Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Telefoon info@odra.nl

Rapport: 154314 01. Versie Datum Omschrijving 1 9 juli 2015 Akoestisch onderzoek paardenhouderij Van der Sluis

Rapport: 154314 01. Versie Datum Omschrijving 1 9 juli 2015 Akoestisch onderzoek paardenhouderij Van der Sluis Rapport: 154314 01 Akoestisch onderzoek paardenhouderij Van der Sluis in de Wijk, gemeente Meppel Verantwoording Auteur(s) : Ing. U.K. Jonker Paraaf auteur(s) : Aantal pagina s : 10 (excl. figuren en bijlagen)

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Industrielawaai Bestemmingsplan Voorofsche Zoom te Boskoop

Akoestisch onderzoek Industrielawaai Bestemmingsplan Voorofsche Zoom te Boskoop Akoestisch onderzoek Industrielawaai Bestemmingsplan Voorofsche Zoom te Boskoop Behandeld door: R. Bloemberg Omgevingsdienst Midden-Holland Postbus 45 2800 AA Gouda Opdrachtgever: Gemeente Alphen aan den

Nadere informatie

AEB Amsterdam. Akoestisch onderzoek. afvalbrengpunt Cruquiusweg 90 te Amsterdam

AEB Amsterdam. Akoestisch onderzoek. afvalbrengpunt Cruquiusweg 90 te Amsterdam Pagina 1 van 50 AEB Amsterdam Versie 1 AEB Amsterdam Akoestisch onderzoek afvalbrengpunt Cruquiusweg 90 te Amsterdam Pagina 2 van 50 AEB Amsterdam Versie 1 Pagina 3 van 50 AEB Amsterdam Versie 1 ~Bos Witteveen

Nadere informatie

Bouwbedrijf Homan B.V. De heer C. Wiggers Veldegge 6 7468 DJ ENTER. Geachte heer Wiggers, Aanslagsweg 22. 7622 LD Borne

Bouwbedrijf Homan B.V. De heer C. Wiggers Veldegge 6 7468 DJ ENTER. Geachte heer Wiggers, Aanslagsweg 22. 7622 LD Borne Aanslagsweg 22 7622 LD Borne Retouradres: Aanslagsweg 22, 7622 LD Borne Bouwbedrijf Homan B.V. De heer C. Wiggers Veldegge 6 7468 DJ ENTER telefoon 0541 539 333 / 06 10556500 e-mail info@munsterhuisgeluidsadvies.nl

Nadere informatie

1 INLEIDING 3. 3 OVERZICHT GELUIDSBRONNEN 8 3.1 Geluidsafstralende gebouwdelen 8 3.2 Mobiele geluidsbronnen 8

1 INLEIDING 3. 3 OVERZICHT GELUIDSBRONNEN 8 3.1 Geluidsafstralende gebouwdelen 8 3.2 Mobiele geluidsbronnen 8 INHOUD 1 INLEIDING 3 2 UITGANGSPUNTEN EN BEDRIJFSGEGEVENS 5 2.1 Gehanteerde onderzoeksgegevens 5 2.2 Bedrijfsomschrijving 5 2.2.1 Akoestisch representatieve bedrijfssituatie huidige situatie 5 2.2.2 Akoestisch

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek industrielawaai. Leenaerts Interieurbouw Achterhoeksestraat 68a Rucphen

Akoestisch onderzoek industrielawaai. Leenaerts Interieurbouw Achterhoeksestraat 68a Rucphen Akoestisch onderzoek industrielawaai Leenaerts Interieurbouw Achterhoeksestraat 68a Rucphen Opdrachtgever : Mevrouw M.H.D. Lambregts Achterhoeksestraat 63 4715 BD RUCPHEN Projectnummer : 20090474 Status

Nadere informatie

Notitie SMG aan de Schaarweg 11 te Elspeet akoestische beoordeling voorgenomen wijziging. 1 Inleiding

Notitie SMG aan de Schaarweg 11 te Elspeet akoestische beoordeling voorgenomen wijziging. 1 Inleiding Notitie 20150710-01 SMG aan de Schaarweg 11 te Elspeet akoestische beoordeling voorgenomen wijziging Science Park Eindhoven 5634 5692 EN SON Postbus 26 5690 AA SON T +31 (0)40-3031100 F +31 (0)40-3031101

Nadere informatie

AKOESTISCH ONDERZOEK. Inrichting Ammerzodenseweg 10 te Hedel. (Industrielawaai) Project: Nieuwbouwplan Ammerzodenseweg te Hedel

AKOESTISCH ONDERZOEK. Inrichting Ammerzodenseweg 10 te Hedel. (Industrielawaai) Project: Nieuwbouwplan Ammerzodenseweg te Hedel bezoekadres: Hobostraat 1 E 5402 CB Uden postadres: Hurk 303 5403 LD Uden T. 0413-269091 F. 0413-252513 E. info@amitec.nl I. www.amitec.nl IBAN NL90ABNA0408488735 K.v.K. nr. 16058413 Amitec bv is gecertificeerd

Nadere informatie

Rapport: 991011-08. 1.0 25 oktober 2011 Geluidonderzoek Installatiebedrijf J. Klinkhamer

Rapport: 991011-08. 1.0 25 oktober 2011 Geluidonderzoek Installatiebedrijf J. Klinkhamer Rapport: 991011-08 Geluidonderzoek in kader van dezonering industrieterrein Stadsbedrijvenpark te Assen Installatiebedrijf J. Klinkhamer Verantwoording Auteur(s) : Ing. A. Gal Paraaf auteur(s) : Aantal

Nadere informatie

Project. Akoestisch rapport Ruimtelijke Onderbouwing deel geluid. 15 appartementen Dintelstraat DONGEN. Opdrachtgever

Project. Akoestisch rapport Ruimtelijke Onderbouwing deel geluid. 15 appartementen Dintelstraat DONGEN. Opdrachtgever Project Akoestisch rapport Ruimtelijke Onderbouwing deel geluid 15 appartementen Dintelstraat DONGEN Opdrachtgever Vieya Postbus 134 5100 AC DONGEN telefoon (0162) 31 39 95 fax (0162) 31 39 72 Architect

Nadere informatie

memo Aanleiding Onderzoek Deen Supermarkten Akoestische berekening Parkeerterrein Obdam Datum:

memo Aanleiding Onderzoek Deen Supermarkten Akoestische berekening Parkeerterrein Obdam Datum: memo Postbus 81. 9062 ZJ Oenkerk Tel: 058-2562525 E-mail: oenkerk@rho.nl Aan: T.a.v.: Onderwerp: Deen Supermarkten Dhr. V. Entius Akoestische berekening Parkeerterrein Obdam Datum: 26-11-2015 Referte:

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Kastanjelaan 4a te Staphorst

Akoestisch onderzoek Kastanjelaan 4a te Staphorst Akoestisch onderzoek Kastanjelaan 4a te Staphorst Opdrachtgever B+O Landschap en Stedenbouw B.V. De heer M. Klarus Postbus 264 7940 AG Meppel Opgesteld door Remco Bloemberg 13 oktober 2014 Projectnummer:

Nadere informatie

Gronddepots TTOP 2 en TTOP 3 te Schiphol. Geluidimmissie in de omgeving vanwege tijdelijke gronddepots TTOP2 en TTOP3

Gronddepots TTOP 2 en TTOP 3 te Schiphol. Geluidimmissie in de omgeving vanwege tijdelijke gronddepots TTOP2 en TTOP3 Gronddepots TTOP 2 en TTOP 3 te Schiphol Geluidimmissie in de omgeving vanwege tijdelijke gronddepots TTOP2 en TTOP3 Rapportnummer ML 465-28-RA d.d. 22 november 2017 Gronddepots TTOP 2 en TTOP 3 te Schiphol

Nadere informatie

Notitie. Activiteiten in en bij de bedrijfsgebouwen In de bestaande situatie zijn er nog geen geluidsreducerende maatregelen getroffen aan de

Notitie. Activiteiten in en bij de bedrijfsgebouwen In de bestaande situatie zijn er nog geen geluidsreducerende maatregelen getroffen aan de Laarseweg 24-1, 8171 PR Vaassen (T) 0578-76 90 60 KvK 082 04 400 www.sainadvies.nl info@sainadvies.nl Notitie Project: Akoestisch Onderzoek Van der Hulst Bloembollen BV, 't Zand Betreft: Geluidsbelasting

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Van Blanckendaell Park, Tuitjenhorn

Akoestisch onderzoek Van Blanckendaell Park, Tuitjenhorn Akoestisch onderzoek Van Blanckendaell Park, Tuitjenhorn Onderzoek in het kader van het bestemmingsplan en omgevingsvergunning milieu Definitief Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 6 september 2013, revisie

Nadere informatie

B i j l a g e 1 : A k o e s t i s c h o n d e r z o e k - - - - - 3.4.1 Verkeer van en naar de inrichting 6.1.1 Organisatorische maatregelen 6.1.2 Overdrachtsmaatregelen 6.2.1 Organisatorische

Nadere informatie

Notitie Agrarisch bedrijf Van der Burg aan het Rietveld 124 te Woerden Akoestisch onderzoek nieuwe toegangsweg

Notitie Agrarisch bedrijf Van der Burg aan het Rietveld 124 te Woerden Akoestisch onderzoek nieuwe toegangsweg Europalaan 18-18a 5232 BC s-hertogenbosch Postbus 638 5201 AP s-hertogenbosch T +31 (0)73-7517900 F +31 (0)73-7517901 E denbosch@chri.nl www.chri.nl Notitie 20131867-01 Agrarisch bedrijf Van der Burg aan

Nadere informatie

Akoestisch onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK

Akoestisch onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK Akoestisch onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK Akoestische onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK Projectnummer : BP.1413.R01 Revisie : Rapportdatum :

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Gebr. Elzinga Int. Transportbedrijf te Zenderen

Akoestisch onderzoek Gebr. Elzinga Int. Transportbedrijf te Zenderen Akoestisch onderzoek Gebr. Elzinga Int. Transportbedrijf te Zenderen Munsterhuis Geluidsadvies B.V. Aanslagsweg 22 7622 LD Borne (T. 0541-539 333) Akoestisch onderzoek Gebr. Elzinga Int. Transportbedrijf

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Afbeelding 1. Kantoor Oranjewoud met voorgenomen uitbreiding (rood) en globale inrichtingsgrens (blauw) blad 1 van 6

Memo. Inleiding. Afbeelding 1. Kantoor Oranjewoud met voorgenomen uitbreiding (rood) en globale inrichtingsgrens (blauw) blad 1 van 6 Memo nummer 2012.01 aan Gemeente Heerenveen van Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. M.J. Reinders datum 9 maart 2012 project Akoestische gevolgen uitbreiding parkeerplaats Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.

Nadere informatie

Lagemaat Sloopwerken Heerde. Geluidonderzoek

Lagemaat Sloopwerken Heerde. Geluidonderzoek Lagemaat Sloopwerken Heerde Geluidonderzoek Rapportnummer FE 15496-5-RA-001 d.d. 14 maart 2016 Lagemaat Sloopwerken Heerde Geluidonderzoek o p d r a c h t g e v e r M i S a a d v i e s r a p p o r t n

Nadere informatie

AKOESTISCH ONDERZOEK ZONNEPARK ZUIDPLAS TE WADDINXVEEN 17 JANUARI 2017

AKOESTISCH ONDERZOEK ZONNEPARK ZUIDPLAS TE WADDINXVEEN 17 JANUARI 2017 AKOESTISCH ONDERZOEK ZONNEPARK ZUIDPLAS TE 17 JANUARI 2017 Contactpersonen ERIK KOPPEN Senior adviseur geluid, luchtkwaliteit en windenergie T +31 (0)88 4261 551 M +31 (0)6 2706 2060 E erik.koppen@arcadis.com

Nadere informatie

Janson Bridging te Hank

Janson Bridging te Hank Janson Bridging te Hank Geluidonderzoek in het kader van een bestemmingsplan procedure Concept Rapportnummer FB 18893-1-RA d.d. 9 oktober 2015 Janson Bridging te Hank Geluidonderzoek in het kader van een

Nadere informatie

Rapport: 991011-08. Creator

Rapport: 991011-08. Creator Rapport: 991011-08 Geluidonderzoek in kader van dezonering industrieterrein Stadsbedrijvenpark te Assen Creator Verantwoording Auteur(s) : Ing. U.K. Jonker Paraaf auteur(s) : Aantal pagina s : 10 (excl.

Nadere informatie

Ontwikkelingsplan Bloeidaal te Amersfoort. Akoestisch onderzoek industrielawaai Van Reenen aan de Hogeweg 241

Ontwikkelingsplan Bloeidaal te Amersfoort. Akoestisch onderzoek industrielawaai Van Reenen aan de Hogeweg 241 Ontwikkelingsplan Bloeidaal te Amersfoort Akoestisch onderzoek industrielawaai Van Reenen aan de Hogeweg 241 Ontwikkelingsplan Bloeidaal te Amersfoort Akoestisch onderzoek industrielawaai Van Reenen aan

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek tennisbanen Zegveld

Akoestisch onderzoek tennisbanen Zegveld Akoestisch onderzoek tennisbanen Zegveld 22 augustus 2017 Akoestisch onderzoek tennisbanen Zegveld Kenmerk R001-HUI-rlk-V02-NL Verantwoording Titel Akoestisch onderzoek tennisbanen Zegveld Opdrachtgever

Nadere informatie

Akoestisch Rapport - Industrielawaai. Bedrijfshal met parkeerterrein Vos KERKDRIEL

Akoestisch Rapport - Industrielawaai. Bedrijfshal met parkeerterrein Vos KERKDRIEL Akoestisch Rapport - Industrielawaai Bedrijfshal met parkeerterrein Vos KERKDRIEL Opdrachtnr: 12066-1 Document: Rap-01 Definitief Datum: 28 februari 2011 Gew. A : 09 maart 2011 Akoestisch Rapport - Industrielawaai

Nadere informatie

Unibroed Van Lith B.V.

Unibroed Van Lith B.V. bezoekadres: Hobostraat 1 E 5402 CB Uden postadres: Hurk 303 5403 LD Uden T. 0413-269091 F. 0413-252513 E. info@amitec.nl I. www.amitec.nl ABN-AMRO nr. 40.84.88.735 ING nr. 424 598 K.v.K. nr. 16058413

Nadere informatie

(Industrielawaai) Project: Erfstraat 2a te Uden

(Industrielawaai) Project: Erfstraat 2a te Uden bezoekadres: Hobostraat 1 E 5402 CB Uden postadres: Hurk 303 5403 LD Uden T. 0413-269091 F. 0413-252513 E. info@amitec.nl I. www.amitec.nl IBAN NL90ABNA0408488735 K.v.K. nr. 16058413 Amitec bv is gecertificeerd

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Bouw bedrijfsloods Van den Hoogenhoff Houtzagerijstraat MILL

Akoestisch onderzoek Bouw bedrijfsloods Van den Hoogenhoff Houtzagerijstraat MILL Akoestisch onderzoek Bouw bedrijfsloods Van den Hoogenhoff Houtzagerijstraat MILL Akoestisch onderzoek Bouw bedrijfsloods Van den Hoogenhoff Houtzagerijstraat MILL Projectnummer : IL.1117.RO1 Revisie :

Nadere informatie

Zonebeheer De Kamp, Lichtenvoorde. : Stefan Koenderink en Roland Kempers

Zonebeheer De Kamp, Lichtenvoorde. : Stefan Koenderink en Roland Kempers Zonebeheer De Kamp, Lichtenvoorde Aan : Stefan Koenderink en Roland Kempers Rapport : T.15.002.04 Datum rapport : 19-06-2015 Betreft : zonetoets Motorservice Peeters, Edisonstraat 9 Onderwerp : Toetsing

Nadere informatie

Akoestisch rapport BP Sweensstraat West Onderdeel Industrielawaai KAATSHEUVEL

Akoestisch rapport BP Sweensstraat West Onderdeel Industrielawaai KAATSHEUVEL Akoestisch rapport BP Sweensstraat West Onderdeel Industrielawaai KAATSHEUVEL Akoestisch rapport BP Sweensstraat West Onderdeel industrielawaai KAATSHEUVEL Projectnummer : BP.1405.RO1 Revisie : 0 Rapportdatum

Nadere informatie

Toegevoegd stuur ik u de resultaten van het akoestisch onderzoek bij het bedrijf Van Panhuis.

Toegevoegd stuur ik u de resultaten van het akoestisch onderzoek bij het bedrijf Van Panhuis. Tauw bv Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer T +31 57 06 99 91 1 F +31 57 06 99 66 6 E info.deventer@tauw.nl www.tauw.nl Postbus 133, 7400 AC Deventer L. van den Berg t.a.v. de heer L. van den Berg

Nadere informatie

Pallethandel Limburg T.a.v. de heer P.J.B. Schreurs Ophoven 34 6088 AE ROGGEL

Pallethandel Limburg T.a.v. de heer P.J.B. Schreurs Ophoven 34 6088 AE ROGGEL Tritium Advies B.V. Pallethandel Limburg T.a.v. de heer P.J.B. Schreurs Ophoven 34 6088 AE ROGGEL Gulberg 35 5674 TE NUENEN Telefoon 040-2 951 951 Fax 040-2 951 950 Groenstraat 27 4841 BA PRINSENBEEK Telefoon

Nadere informatie

MEMO. Van Werven, Dhr. Sybald Noordam. Milieuneutrale melding Tweede Sorteerunit, locatie Biddinghuizen. Datum:

MEMO. Van Werven, Dhr. Sybald Noordam. Milieuneutrale melding Tweede Sorteerunit, locatie Biddinghuizen. Datum: MEMO Aan: Van Werven, Dhr. Sybald Noordam Kenmerk: Titel: Milieuneutrale melding Tweede Sorteerunit, locatie Biddinghuizen Opgesteld: Sietze Boonstra Datum: 17-09-2015 In opdracht van Van Werven Infra

Nadere informatie

Akoestisch Onderzoek Gronddepot Klein Zwitserland Gilze en Rijen

Akoestisch Onderzoek Gronddepot Klein Zwitserland Gilze en Rijen 16ink00850 16zk00034 1 november 2016 Akoestisch Onderzoek Gronddepot Klein Zwitserland Gilze en Rijen 2014-3064-0 30 juni 2014 Laarseweg 24-1, 8171 PR Vaassen (T) 0578-76 90 60 KvK 082 04 400 www.sainadvies.nl

Nadere informatie

Akoestisch Onderzoek V1.1

Akoestisch Onderzoek V1.1 Akoestisch Onderzoek V1.1 naar de geluidbelasting vanwege de activiteiten van het bedrijf Tibra Tulips op de gevels van de nieuw te realiseren woningen op het perceel aan de De Kolk 2 1645 VB URSEM Akoestisch

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Brede School Westkapelseweg te Zoutelande

Akoestisch onderzoek Brede School Westkapelseweg te Zoutelande Akoestisch onderzoek Brede School Westkapelseweg te Zoutelande Akoestisch onderzoek Brede School Westkapelseweg te Zoutelande Projectnummer : BP.1204.R01 Revisie : 0 Rapportdatum : 30 maart 2012 Auteur

Nadere informatie

Overslaghal Ede. Onderzoek industrielawaai. Definitief. Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 31 augustus , revisie D

Overslaghal Ede. Onderzoek industrielawaai. Definitief. Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 31 augustus , revisie D Overslaghal Ede Onderzoek industrielawaai Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 31 augustus 21 99058521, revisie D Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Toetsingskader... 5 2.1 Directe hinder... 5 2.2

Nadere informatie

Akoestisch Onderzoek Bresser Las- & Constructiewerk, Beekbergen

Akoestisch Onderzoek Bresser Las- & Constructiewerk, Beekbergen Akoestisch Onderzoek Bresser Las- & Constructiewerk, Beekbergen 3 juni 2011 Kruizemuntstraat 371, 7322 LN Apeldoorn (T) 055-360 64 10 (M) 06-44 170 653 Rabobank 1521 14 815 KvK 082 04 400 www.sainadvies.nl

Nadere informatie

ADVIESMEMO. Second opinion geluid BP Ammerzoden Noord vs loods Uilecotenweg 8

ADVIESMEMO. Second opinion geluid BP Ammerzoden Noord vs loods Uilecotenweg 8 ADVIESMEMO Second opinion geluid BP Ammerzoden Noord vs loods Uilecotenweg 8 Bestemd voor : Inveniam BV, Richard van Es Afkomstig van :, drs. ing. C. den Hertog en ir. J.R. Brouwer Datum : 29 april 2015

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 7 juni 2011. Rapportnummer: P2011.

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 7 juni 2011. Rapportnummer: P2011. Opdrachtgever: Kragten Contactpersoon: de heer P. van Zandvoort Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09

Nadere informatie

Brandweerkazerne aan de IJsseldijk te Welsum. Akoestisch onderzoek geluidsuitstraling

Brandweerkazerne aan de IJsseldijk te Welsum. Akoestisch onderzoek geluidsuitstraling Brandweerkazerne aan de IJsseldijk te Welsum Akoestisch onderzoek geluidsuitstraling Brandweerkazerne aan de IJsseldijk te Welsum Akoestisch onderzoek geluidsuitstraling Rapportnummer: 20123977.R02.V02

Nadere informatie

Per Betreft: Advies geluid Adelborst van Leeuwenlaan 5-15A te Sassenheim

Per   Betreft: Advies geluid Adelborst van Leeuwenlaan 5-15A te Sassenheim Datum: 24 april 2017 Ons kenmerk: 2017049977 Per E-mail: l.vanderklaauw@hltsamen.nl;gemeente@teylingen.nl Gemeente Teylingen Mevrouw L. van der Klaauw Postbus 149 2215 ZJ VOORHOUT Contactpersoon: mevrouw

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 12 maart Rapportnummer: P2011.

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 12 maart Rapportnummer: P2011. Opdrachtgever: Kragten Contactpersoon: de heer P. Hamaekers Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Nadere informatie

In opdracht van BJZ.nu is een akoestisch vervolg onderzoek uitgevoerd voor Albert Heijn supermarkt gelegen op aan de Dorpsstraat 17 te Holten.

In opdracht van BJZ.nu is een akoestisch vervolg onderzoek uitgevoerd voor Albert Heijn supermarkt gelegen op aan de Dorpsstraat 17 te Holten. Aanslagsweg 22 7622 LD Borne Retouradres: Aanslagsweg 22, 7622 LD Borne BJZ.nu De heer J. ter Avest Twentepoort Oost 16a 7609 RG ALMELO telefoon 06-10556500 e-mail info@munsterhuisgeluidsadvies.nl internet

Nadere informatie

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B.2006.0407.19.R002v2 Stadskantoor Deventer

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B.2006.0407.19.R002v2 Stadskantoor Deventer Rapport B.2006.0407.19.R002v2 Akoestisch onderzoek t.b.v. ruimtelijke onderbouwing en Wabo-toets Status: DEFINITIEF (versie 2) Van Pallandtstraat 9-11 Casuariestraat 5 Lavendelheide 2 Geerweg 11 info@dgmr.nl

Nadere informatie

AKOESTISCH ONDERZOEK ZONNEPARK BEMMEL Kronos Solar Projects GmbH 4 APRIL 2017

AKOESTISCH ONDERZOEK ZONNEPARK BEMMEL Kronos Solar Projects GmbH 4 APRIL 2017 AKOESTISCH ONDERZOEK ZONNEPARK BEMMEL Kronos Solar Projects GmbH 4 APRIL 2017 Contactpersonen ING. A. (ABDU) BOUKICH Adviseur geluid en luchtkwaliteit T +31 (0)88 4261 551 M +31 (0)6 2706 0355 E abdu.boukich@arcadis.com

Nadere informatie

Gemeente Leiden. Akoestisch onderzoek. parkeergarage Garenmarkt

Gemeente Leiden. Akoestisch onderzoek. parkeergarage Garenmarkt Gemeente Leiden Akoestisch onderzoek parkeergarage Garenmarkt INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 2. WETTELIJK KADER 3 2.1. Activiteitenbesluit 3 2.2. Indirecte hinder 3 3. UITGANGSPUNTEN 5 3.1. Omgeving

Nadere informatie

Akoestisch Onderzoek Houtzagerij Groot Zevert Beltrum

Akoestisch Onderzoek Houtzagerij Groot Zevert Beltrum Akoestisch Onderzoek Houtzagerij Groot Zevert Beltrum 16 september 2015 Laarseweg 24-1, 8171 PR Vaassen (T) 0578-76 90 60 KvK 082 04 400 www.sainadvies.nl info@sainadvies.nl Colofon Titel Akoestisch Onderzoek

Nadere informatie

Akoestisch onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK

Akoestisch onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK Akoestisch onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK Akoestische onderbouwing Bestemmingsplanwijziging Hoofdweg 12 Te KLIJNDIJK Projectnummer : BP.1413.R01 Revisie : 1 Rapportdatum

Nadere informatie

Rapport: 991011-08. Alescon

Rapport: 991011-08. Alescon Rapport: 991011-08 Geluidonderzoek in kader van dezonering industrieterrein Stadsbedrijvenpark te Assen Alescon Verantwoording Auteur(s) : Ing. A. Gal Paraaf auteur(s) : Aantal pagina s : 11 (excl. figuren

Nadere informatie

MEMO. Van Werven, Dhr. Sybald Noordam. Milieuneutrale melding Scheidingsinstallatie Hal 1, locatie Biddinghuizen.

MEMO. Van Werven, Dhr. Sybald Noordam. Milieuneutrale melding Scheidingsinstallatie Hal 1, locatie Biddinghuizen. MEMO Aan: Van Werven, Dhr. Sybald Noordam Kenmerk: Titel: Milieuneutrale melding Scheidingsinstallatie Hal 1, locatie Biddinghuizen Opgesteld: Sietze Boonstra Datum: 02-10-2015 In opdracht van Van Werven

Nadere informatie

Notitie Munselstraat 104; akoestisch onderzoek. 1 Inleiding

Notitie Munselstraat 104; akoestisch onderzoek. 1 Inleiding Notitie 02786-19421-02 Munselstraat 104; akoestisch onderzoek Science Park Eindhoven 5634 5692 EN SON Postbus 26 5690 AA SON T +31 (0)40-3031100 E eindhoven.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen K.v.K 58792562

Nadere informatie

Rapport: 991011-08. Tuinland

Rapport: 991011-08. Tuinland Rapport: 991011-08 Geluidonderzoek in kader van dezonering industrieterrein Stadsbedrijvenpark te Assen Tuinland Verantwoording Auteur(s) : Ing. U.K. Jonker Paraaf auteur(s) : Aantal pagina s : 12 (excl.

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek geluidemissie naar de omgeving; dagbesteding Tempeliersweg 46 te Haaren. Datum 19 juni 2015 Referentie

Akoestisch onderzoek geluidemissie naar de omgeving; dagbesteding Tempeliersweg 46 te Haaren. Datum 19 juni 2015 Referentie Science Park Eindhoven 5634 5692 EN SON Postbus 26 5690 AA SON T +31 (0)40-3031100 F +31 (0)40-3031101 E eindhoven.ch@dpa.nl www.chri.nl K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584 Akoestisch onderzoek geluidemissie

Nadere informatie

AKOESTISCH ONDERZOEK INDUSTRIELAWAAI HOMOETSESTRAAT 8A TE ELST

AKOESTISCH ONDERZOEK INDUSTRIELAWAAI HOMOETSESTRAAT 8A TE ELST AKOESTISCH ONDERZOEK INDUSTRIELAWAAI HOMOETSESTRAAT 8A TE ELST Akoestisch onderzoek industrielawaai Homoetsestraat 8a te Elst Opdrachtgever Beurskens Projecten Bureau Rondweg 6 5825 HV Overloon Rapportnummer

Nadere informatie

Notitie 20111675-14 Nieuwbouwplan Wijbosscheweg te Wijbosch; Facilitair dienstencentrum St. Verenigde Zorgcentra Schijndel

Notitie 20111675-14 Nieuwbouwplan Wijbosscheweg te Wijbosch; Facilitair dienstencentrum St. Verenigde Zorgcentra Schijndel Notitie 20111675-14 Nieuwbouwplan Wijbosscheweg te Wijbosch; Facilitair dienstencentrum St. Verenigde Zorgcentra Schijndel Datum Referentie Behandeld door 20 februari 2013 20111675-14 S. Achten/AAE 1 Inleiding

Nadere informatie

Zonebeheer De Kamp, Lichtenvoorde. : Stefan Koenderink en Roland Kempers

Zonebeheer De Kamp, Lichtenvoorde. : Stefan Koenderink en Roland Kempers Aan : Stefan Koenderink en Roland Kempers Rapport : T.15.002.01 Datum rapport : 19-03-2015 Betreft : zonetoets Hameland A. Schweitzerstraat 13 Onderwerp : Toetsing in het kader van de vergunning Bijlagen

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Bestemmingsplan Ambulancepost Eikenheuvelweg te Uden

Akoestisch onderzoek Bestemmingsplan Ambulancepost Eikenheuvelweg te Uden Akoestisch onderzoek Bestemmingsplan Ambulancepost Eikenheuvelweg te Uden Colofon Onderzoek Projectleider Opdrachtgever : Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Ambulancepost : ing. P. Jans : Gemeente Uden

Nadere informatie

Hondenpension aan de Molenstraat 7 te Kuitaart

Hondenpension aan de Molenstraat 7 te Kuitaart Hondenpension aan de Molenstraat 7 te Kuitaart Akoestisch onderzoek in het kader van een aanvraag om milieuvergunning Definitief Opdrachtgever: De heer T. Bertram Molenstraat 7 4584 RV Kuitaart Grontmij

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Industrielawaai. 1 woning aan Den Heikop Elsendorp

Akoestisch onderzoek Industrielawaai. 1 woning aan Den Heikop Elsendorp Akoestisch onderzoek Industrielawaai 1 woning aan Den Heikop Elsendorp projectnummer: 1109/076/RV-03, versie 0 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 4 1 INLEIDING 5 2 OPZET VAN HET ONDERZOEK 6 3 UITGANGSPUNTEN 7

Nadere informatie

Akoestisch prognose onderzoek Datacenter Lesscher IT Groep te Hengelo

Akoestisch prognose onderzoek Datacenter Lesscher IT Groep te Hengelo Akoestisch prognose onderzoek Datacenter Lesscher IT Groep te Hengelo 10.034 Munsterhuis Geluidsadvies BV Katoenstraat 7 7572 CW Oldenzaal (T. 0541-539333 F. 0541-531860) Akoestisch prognose onderzoek

Nadere informatie

RAPPORTAGE AKOESTISCH ONDERZOEK. Nieuwbouw woning Heesterseweg 39 te Geffen Geluidsbelasting NAS Geffen

RAPPORTAGE AKOESTISCH ONDERZOEK. Nieuwbouw woning Heesterseweg 39 te Geffen Geluidsbelasting NAS Geffen RAPPORTAGE AKOESTISCH ONDERZOEK Nieuwbouw woning Heesterseweg 39 te Geffen Geluidsbelasting NAS Geffen Colofon Project : Nieuwbouw woning Heesterseweg 39 Onderdeel : Akoestisch onderzoek Opgesteld door

Nadere informatie

Akoestisch Onderzoek Biomineralenfabriek Roosendaal Roosendaal

Akoestisch Onderzoek Biomineralenfabriek Roosendaal Roosendaal Akoestisch Onderzoek Biomineralenfabriek Roosendaal Roosendaal 2013-3124-2 19 februari 2016 Laarseweg 24-1, 8171 PR Vaassen (T) 0578 76 90 60 KvK 082 04 400 www.sainadvies.nl info@sainadvies.nl Colofon

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Willy Slokkers. Sweco K.P. van der Mandelelaan MB Rotterdam Postbus AJ Rotterdam Nederland

Notitie. 1 Inleiding. Willy Slokkers. Sweco K.P. van der Mandelelaan MB Rotterdam Postbus AJ Rotterdam Nederland Notitie Onderwerp: Geluidsbelasting scheepstimmerwerf Van Duivendijk Nieuwbouw Slachtveld-Kruittoren te Tholen Projectnummer: 352830 Referentienummer: SWNL0206999 Datum: 24-05-2017 1 Inleiding In het kader

Nadere informatie

24 oktober 2016 M /JSM van Hoven Interim Management & Consultancy BV, de heer P. van Hoven Akoestisch (voor)onderzoek industrielawaai

24 oktober 2016 M /JSM van Hoven Interim Management & Consultancy BV, de heer P. van Hoven Akoestisch (voor)onderzoek industrielawaai Akoestisch onderzoek Datum Documentnummer Relatie Onderwerp 24 oktober 2016 M10917.02.014/JSM van Hoven Interim Management & Consultancy BV, de heer P. van Hoven Akoestisch (voor)onderzoek industrielawaai

Nadere informatie

Akoestisch Onderzoek V9

Akoestisch Onderzoek V9 geluid & trillingen Akoestisch Onderzoek V9 Marco Gas BV Adviseur: Opdrachtgever: Ing. R. Westerveld Marco Gas BV Bernhardstraat 25 5761 BH Bakel Datum: 5 juni 2013 Kenmerk: 5761 BH - 25 WO 009-05-06-13

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 6 februari 2015 20140693-02 E. Philippens/AAE

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 6 februari 2015 20140693-02 E. Philippens/AAE Notitie 20140693-02 Jonker aan de Weteringdijk 113 te Vaassen Science Park Eindhoven 5634 5692 EN SON Postbus 26 5690 AA SON T +31 (0)40-3031100 F +31 (0)40-3031101 E eindhoven@chri.nl www.chri.nl K.v.K

Nadere informatie

GELUIDMODEL Locatie : Plan Kortenaerstraat te Amersfoort Opdrachtgever : Heilijgers Projectontwikkeling Projectnummer :

GELUIDMODEL Locatie : Plan Kortenaerstraat te Amersfoort Opdrachtgever : Heilijgers Projectontwikkeling Projectnummer : GELUIDMODEL Locatie : Plan Kortenaerstraat te Amersfoort Opdrachtgever : Heilijgers Projectontwikkeling Projectnummer : 28.15.00100.2 Datum : 22 juni 2016 -definitief- (versie 2) Onderzoeksgegevens Soort

Nadere informatie

Nieuw tankstation aan de Langbroekseweg in Wijk bij Duurstede Akoestisch onderzoek Ruimtelijke Ordening en Activiteitenbesluit

Nieuw tankstation aan de Langbroekseweg in Wijk bij Duurstede Akoestisch onderzoek Ruimtelijke Ordening en Activiteitenbesluit Nieuw tankstation aan de Langbroekseweg in Wijk bij Duurstede Akoestisch onderzoek Ruimtelijke Ordening en Activiteitenbesluit datum: 20 maart 2014 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke

Nadere informatie

Morsink VOF De heer J. Morsink Elhorsterweg RX ZENDEREN. Geachte heer Morsink,

Morsink VOF De heer J. Morsink Elhorsterweg RX ZENDEREN. Geachte heer Morsink, Aanslagsweg 22 7622 LD BORNE Retouradres: Katoenstraat 7, 7572 CW Oldenzaal Morsink VOF De heer J. Morsink Elhorsterweg 2 7625 RX ZENDEREN telefoon 074 7676007 e-mail info@munsterhuisgeluidsadvies.nl internet

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek industrielawaai Brandweerkazerne Rietbroek Hoogvliet

Akoestisch onderzoek industrielawaai Brandweerkazerne Rietbroek Hoogvliet Akoestisch onderzoek industrielawaai Brandweerkazerne Rietbroek Hoogvliet Opdrachtgever: BOdG ruimtelijk advies BV De heer H. de Groot Postbus 6083 3002 AB Rotterdam Projectnummer: 1605J287/DBI/rap1.1

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BESTAANDE SITUATIE OPPERDUIT 434. gras. verharding. (gebroken puin) gras. buitenopslag. loods. verharding. (stelconplaten) opstallen

BIJLAGE 1 BESTAANDE SITUATIE OPPERDUIT 434. gras. verharding. (gebroken puin) gras. buitenopslag. loods. verharding. (stelconplaten) opstallen nr. 438 BIJLAGE 1 gras watergang verharding (gebroken puin) watergang gras buitenopslag loods verharding (stelconplaten) watergang opstallen watergang wasplaats gras kantoor loods watergang loods woning

Nadere informatie

Bijlage I. Tekening nr okt okt februari Gemeente Bronckhorst Postbus ZJ HENGELO (GLD)

Bijlage I. Tekening nr okt okt februari Gemeente Bronckhorst Postbus ZJ HENGELO (GLD) Bijlage I Tekeningen opdrachtnummer 13-137 datum 13 februari 2014 opdrachtgever Gemeente Bronckhorst Postbus 200 7255 ZJ HENGELO (GLD) 0575-750250 Tekening nr versiedatum 1 9 okt 2013 2 9 okt 2013 3 auteur

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Toekomstige Boni Supermarkt Industrierondweg / Ambachtsweg op Urk

Akoestisch onderzoek Toekomstige Boni Supermarkt Industrierondweg / Ambachtsweg op Urk Akoestisch onderzoek Toekomstige Boni Supermarkt Industrierondweg / Ambachtsweg op Urk Munsterhuis Geluidsadvies B.V. Aanslagsweg 22 7622 LD BORNE (T. 74-7676007) Akoestisch onderzoek Toekomstige Boni

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek vestiging Theo Pouw aan Asfaltstraat 25 te Lelystad In verband met de voorgenomen wijzigingen van de bedrijfsactiviteiten

Akoestisch onderzoek vestiging Theo Pouw aan Asfaltstraat 25 te Lelystad In verband met de voorgenomen wijzigingen van de bedrijfsactiviteiten Akoestisch onderzoek vestiging Theo Pouw aan Asfaltstraat 25 te Lelystad In verband met de voorgenomen wijzigingen van de bedrijfsactiviteiten Datum 30 september 2013 Referentie 20121392-05 Referentie

Nadere informatie

Men is voornemens een aantal bedrijfswoningen en bedrijfshallen te projecten net ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein Overrijke.

Men is voornemens een aantal bedrijfswoningen en bedrijfshallen te projecten net ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein Overrijke. Notitie Project : Bedrijfswoningen van Noord Werknr./Ordernr : 11692-1 Orderomschrijving : Akoestisch onderzoek industrielawaai Datum : 25-04-2013 Onze referentie Opgemaakt door : 11692-Memo-02 : Dhr.

Nadere informatie

Airparc Seppe Airport Seppe Arcus van Oranjewoud Paul Kennes en Corine Laman kopie

Airparc Seppe Airport Seppe Arcus van Oranjewoud Paul Kennes en Corine Laman kopie Memo nummer 02 datum 12 februari 2013 aan Stef Have Charles Jacobs Angelique Remijn Airparc Seppe Airport Seppe Arcus van Oranjewoud Paul Kennes en Corine Laman kopie project Airparc Seppe projectnummer

Nadere informatie

Daniël Hake Datum advies 6 mei 2013, v4.2 Guido Distelbrink, Adviseur milieukwaliteit (geluid)

Daniël Hake Datum advies 6 mei 2013, v4.2 Guido Distelbrink, Adviseur milieukwaliteit (geluid) Intern advies geluid Project Intratuin Sassenheim Gemeente Teylingen Aan Daniël Hake Datum advies 6 mei 2013, v4.2 Van Guido Distelbrink, Adviseur milieukwaliteit (geluid) Adviesvraag De adviesvraag luidt:

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek wegverkeer Exportweg 50 te Waddinxveen

Akoestisch onderzoek wegverkeer Exportweg 50 te Waddinxveen BK Bouw- & Milieuadvies B.V. Daltonstraat 1 Postbus 3064 3301 DB Dordrecht 088 321 25 10 info@bkmilieuadvies.nl www.bkmilieuadvies.nl Akoestisch onderzoek wegverkeer Exportweg 50 te Waddinxveen BANK NL45ABNA0586840729

Nadere informatie

Gemeente Schouwen-Duiveland De heer Dion van Eenennaam Postbus JA Zierikzee

Gemeente Schouwen-Duiveland De heer Dion van Eenennaam Postbus JA Zierikzee De Sprink 5 4374 DE Zoutelande Telefoon: (0118) 566 056 Fax: (0118) 566 054 IBAN: NL88 RABO 0375522816 Mobiel: 06 51 367 466 Email: lienden@unet.nl BTW-nr: NL0089.82.521.B01 Betreft: Projectno.: C.c.:

Nadere informatie

Rapport: Akoestisch onderzoek FloraHolland Eelde aan de Burg. J.G. Legroweg 80 te Eelde Datum: 24 januari 2013 Opdrachtgever: FloraHolland Ee

Rapport: Akoestisch onderzoek FloraHolland Eelde aan de Burg. J.G. Legroweg 80 te Eelde Datum: 24 januari 2013 Opdrachtgever: FloraHolland Ee Rapport: 20130701 Akoestisch onderzoek FloraHolland Eelde aan de Burg. J.G. Legroweg 80 te Eelde Datum: 24 januari 2013 Opdrachtgever: FloraHolland Eelde Burg. J.G. Legroweg 80 9761 TD Eelde t: 050 3097777

Nadere informatie

AKOESTISCH ONDERZOEK. Noordstraat 31 te Landhorst

AKOESTISCH ONDERZOEK. Noordstraat 31 te Landhorst AKOESTISCH ONDERZOEK INDUSTRIELAWAAI Datum : 23 Rapportnummer : 213-LNo31-il-v1 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel. 0493-539803 Fax. 0493-539804 E-mail. mena@m-en-a.nl ING 7622002 K.v.K. 17095577 Samenvatting

Nadere informatie

f1.1 Situering beoogd perceel Hospice De Orchidee (rood) en terrein tennisvereniging (geel) te Gennep.

f1.1 Situering beoogd perceel Hospice De Orchidee (rood) en terrein tennisvereniging (geel) te Gennep. Notitie Concept b e t r e f t : Hospice De Orchidee te Gennep - geluid vanwege tennisvereniging TV Gennep d a t u m : 23 januari 2014 r e f e r e n t i e : TKe/ TKe/ KS/ Z 1085-2-NO 1 I n l e i d i n g

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 8 mei Betreft Geluidniveaus parkeren IJsselhallen. 1 Inleiding

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 8 mei Betreft Geluidniveaus parkeren IJsselhallen. 1 Inleiding Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 8 mei 2012 Betreft Geluidniveaus parkeren IJsselhallen 1 Inleiding Ten aanzien van het akoestisch onderzoek Irishof Zwolle is bij de gemeente Zwolle een zienswijze

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek uitbreiding Poels- Janssen Logistics B.V., Herenbosweg 45 te Horst.

Akoestisch onderzoek uitbreiding Poels- Janssen Logistics B.V., Herenbosweg 45 te Horst. Akoestisch onderzoek uitbreiding Poels- Janssen Logistics B.V., Herenbosweg 45 te Horst. Projectnr. M12 200.401.1 M12 200.401.1.docx 2 Opdrachtgever : BRO Tegelen Industriestraat 94 5931 PK Tegelen Tel:

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Buitengebied Ommen, Sluis Junne te Junne

Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Buitengebied Ommen, Sluis Junne te Junne Notitie Contactpersoon Harald Dickhof Datum 9 augustus 2016 Kenmerk N005-HDI-evp-V02-NL Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Buitengebied Ommen, Sluis Junne te Junne 1 Inleiding In opdracht van Waterschap

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Melkveehouderij Dunnink Klaas Kloosterweg Oost 155 te Staphorst

Akoestisch onderzoek Melkveehouderij Dunnink Klaas Kloosterweg Oost 155 te Staphorst Akoestisch onderzoek Melkveehouderij Dunnink Klaas Kloosterweg Oost 155 te Staphorst Munsterhuis Geluidsadvies B.V. Aanslagsweg 22 7622 LD BORNE (T. 074-7676007) Akoestisch onderzoek Melkveehouderij Dunnink

Nadere informatie

De VNG-publicatie omschrijft voor de beoordeling van geluidhinder het volgende stappenplan:

De VNG-publicatie omschrijft voor de beoordeling van geluidhinder het volgende stappenplan: Memo Datum Documentnummer Uw kenmerk Onderwerp 16 juni 2016 M166156.001.002/JGO Z/021906005 Memo Oude Rijksweg Noord 2020a te Susteren (Geluidsonderzoek) Opdrachtgever, Cortenraad Beheer BV, wenst om op

Nadere informatie

betreft Akoestisch onderzoek ruimtelijke inpassing uitbreiding voetbalveld De Zunnebargh te Diepenveen

betreft Akoestisch onderzoek ruimtelijke inpassing uitbreiding voetbalveld De Zunnebargh te Diepenveen retouradres Postbus 202, 7460 AE Rijssen TC De Schapekolk/ Omnivereniging DSC t.a.v. dhr. A.W. Jansen bezoekadres postbus postcode telefoon telefax e-mail internet Aveco de Bondt Reggesingel 2 202 7460

Nadere informatie

datum 1 februari 2018 project PSROM/ a.o. J. Bos te Smilde vestiging Drachten Akoestisch onderzoek uw kenmerk -

datum 1 februari 2018 project PSROM/ a.o. J. Bos te Smilde vestiging Drachten Akoestisch onderzoek uw kenmerk - Pluimveehouderij & akkerbouwbedrijf datum 1 februari 2018 project PSROM/ a.o. vestiging Drachten betreft Akoestisch onderzoek uw kenmerk - versie 001 ons kenmerk.02.n001 contactpersoon ing. H.J.M. (Helga)

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek industrielawaai Laan 1914 te Amersfoort

Akoestisch onderzoek industrielawaai Laan 1914 te Amersfoort BK Bouw- & Milieuadvies B.V. Daltonstraat 1 Postbus 3064 3301 DB Dordrecht 088 321 25 10 info@bkmilieuadvies.nl www.bkmilieuadvies.nl Akoestisch onderzoek industrielawaai Laan 1914 te Amersfoort BANK NL45ABNA0586840729

Nadere informatie

Geluidbelasting op de gevels van Hotel De Driesprong te Loosdrecht. Geluidbelasting ten gevolge van naastgelegen jachthaven Veendijk 2

Geluidbelasting op de gevels van Hotel De Driesprong te Loosdrecht. Geluidbelasting ten gevolge van naastgelegen jachthaven Veendijk 2 Geluidbelasting op de gevels van Hotel De Driesprong te Loosdrecht Geluidbelasting ten gevolge van naastgelegen jachthaven Veendijk 2 Rapportnummer F 20737-1-RA d.d. 22 april 2015 Geluidbelasting op de

Nadere informatie

Rapport. Akoestisch onderzoek geluid van bedrijven nabij plan Emmabaan te Koewacht

Rapport. Akoestisch onderzoek geluid van bedrijven nabij plan Emmabaan te Koewacht projectnaam projectnummer 15.2450 referentie Rapport Akoestisch onderzoek geluid van bedrijven nabij plan Emmabaan te Koewacht Ontwikkeling plangebied Emmabaan te Koewacht PvdH/096/15.2450 bezoekadres

Nadere informatie

Loon- en Grondverzetbedrijf Van Hal V.O.F. t.a.v. dhr. Erik Morssink Grensweg 6a 7083 AM VOORST (GEM. OUDE IJSSELSTREEK) Zutphen, 5 maart 2010

Loon- en Grondverzetbedrijf Van Hal V.O.F. t.a.v. dhr. Erik Morssink Grensweg 6a 7083 AM VOORST (GEM. OUDE IJSSELSTREEK) Zutphen, 5 maart 2010 Loon- en Grondverzetbedrijf Van Hal V.O.F. t.a.v. dhr. Erik Morssink Grensweg 6a 7083 AM VOORST (GEM. OUDE IJSSELSTREEK) Zutphen, 5 maart 2010 Geachte heer Morssink, Naar aanleiding van uw verzoek d.d.

Nadere informatie

Datum 12 december 2011 Referentie

Datum 12 december 2011 Referentie Akoestisch onderzoek naar de geluidbelasting op de omgeving als gevolg van de voetbalvelden Jekerdal te Maastricht in het kader van de melding Activiteitenbesluit Datum 12 december 2011 Referentie 20101867-07

Nadere informatie

Geluid ten gevolge van sloopbedrijf Van Herk ter plaatse van een geplande woning op perceel Opperduit 434 te Lekkerkerk

Geluid ten gevolge van sloopbedrijf Van Herk ter plaatse van een geplande woning op perceel Opperduit 434 te Lekkerkerk Geluid ten gevolge van sloopbedrijf Van Herk ter plaatse van een geplande woning op perceel Opperduit 434 te Lekkerkerk Onderzoek in het kader van een wijzigingsplan Rapportnummer O 15525-1-RA-002 d.d.

Nadere informatie

db/a consultants v.o.f. AR /1 Akoestisch onderzoek Schouten Loon 62 liessel Grens inrichting Figuur 1) Overzicht situatie schaal = 1 : 1616

db/a consultants v.o.f. AR /1 Akoestisch onderzoek Schouten Loon 62 liessel Grens inrichting Figuur 1) Overzicht situatie schaal = 1 : 1616 Schouten Loon 62 liessel Toetspunt Bodemgebied Gebouw Scherm Adrespunt Bedrijf Hulplijn Hulpvlak 0 m 70 m schaal = 1 : 1616 382400 Grens inrichting 382300 184400 184500 184600 184700 Industrielawaai -

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Telegraaf-terrein, gebouwen Koetshuis en Holland

Akoestisch onderzoek Telegraaf-terrein, gebouwen Koetshuis en Holland Notitie Contactpersoon Rob van Nijburg Datum 25 april 2016 Kenmerk N003-1228052RVN-nij-V01-NL Akoestisch onderzoek Telegraaf-terrein, gebouwen Koetshuis en Holland In opdracht van de Telegraaf Media Groep,

Nadere informatie