Kadernotitie implementatie huishoudelijke verzorging

Transcriptie

1 Kadernotitie implementatie huishoudelijke verzorging 1. Inleiding De gemeente wordt in het kader van de Wmo verantwoordelijk voor een aantal taken die voorheen tot het domein van de rijksoverheid behoorden. De nieuwe taken en verantwoordelijkheden hebben betrekking op onderdelen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) die overkomen naar de gemeente. Deze taken zijn: de huishoudelijke verzorging 1 en enkele subsidieregelingen uit de AWBZ, zoals mantelzorgondersteuning en diensten bij wonen met zorg. De wijze waarop vormgegeven wordt aan de implementatie van de huishoudelijke verzorging is de eerste belangrijke beslissing die de raad moet nemen in het kader van de Wmo. Om het belang van deze beslissing te onderstrepen is deze kadernotie opgesteld als apart document bij het startdocument Wmo. In deze notitie wordt de raad gevraagd de koers te bepalen voor de wijze waarop invulling en uitvoering wordt gegeven aan de implementatie van de huishoudelijke verzorging. Waarom nu beslissen Op 1 januari 2007 wordt de Wmo van kracht en wordt de gemeente verantwoordelijk voor de huishoudelijke verzorging. Om op 1 januari 2007 invulling te kunnen geven aan deze nieuwe verantwoordelijkheid moet nog voor de zomer 2006 duidelijk zijn binnen welke kaders uitvoering moet worden gegeven aan de huishoudelijke verzorging. De te stellen kaders vormen de basis voor - de aanbesteding van de huishoudelijke verzorging. De aanbesteding van de huishoudelijke verzorging moet middels een Europese openbare aanbesteding. Om dit proces voor 1 januari afgerond te hebben moet in juli de procedure gestart worden. - de op te stellen verordening op de Wmo die voor 1 oktober 2006 door de raad moet worden vastgesteld. Dit in verband met de bevoegdheid om per 1 januari 2007 indicatiestelling te kunnen doen. - de inrichting van de organisatie voor de uitvoering van de huishoudelijke verzorging. - de afspraken die gemaakt moeten worden over dienstverlening en samenwerking met o.a. het centraal indicatieorgaan zorg, het centraal administratiekantoor, het zorgkantoor en Via Houten. Uitgangspunt bij de invoering van de Wmo en met name het onderdeel huishoudelijke verzorging In het coalitieprogramma is als uitgangspunt opgenomen dat de Wmo hoogwaardig ingevoerd moet worden. Daarnaast is het streven er op gericht dat de cliënt zo min mogelijk merkt van de wetswijziging. Bij overgang van de huishoudelijke verzorging van de AWBZ naar de gemeente zullen de kwaliteit van de zorgverlening en de huidige taakverdeling rond het proces huishoudelijke verzorging waar mogelijk gehandhaafd worden. De taakverdeling heeft betrekking op indicatiestelling en zorgverlening. Leeswijzer Deze kadernotie heeft tot doel de raad kaders vast te laten stellen voor de implementatie van de huishoudelijke verzorging in Houten. In paragraaf 2 wordt hiervoor een voorstel gedaan. Het voorstel wordt aan de hand van 5 onderwerpen toegelicht. Deze onderwerpen zijn van belang voor de bepaling van de kwaliteit van de zorg/dienstverlening. In paragraaf 2.1. wordt aangegeven wat de gevolgen zijn als er op 3 van de 5 onderwerpen een strakker of een ruimhartiger beleid gevoerd wordt. Er is voor gekozen om de mogelijke consequenties voor de onderwerpen financiën, inkoop en doelgroep in beeld te brengen. Deze drie onderwerpen houden direct verband met het kwaliteitsniveau van de zorg- en dienstverlening. Ten aanzien van het onderwerp het loket wordt er van uit gegaan dat integrale vraagafhandeling en klantvriendelijkheid centraal staan. Bij het Persoons Gebonden Budget wordt er van uitgegaan dat het budget in principe voldoende hoog is zodat de klant op de markt zorg in kan kopen. In paragraaf 3 wordt de conclusie getrokken en beargumenteerd. 1 Zie toelichting huishoudelijke verzorging 1

2 2. Voorstel voor vormgeving van uitvoering huishoudelijke verzorging De hieronder beschreven vormgeving van de invoering van de huishoudelijke verzorging sluit zoals gezegd nauw aan bij de bestaande situatie. Hierbij wordt er van uit gegaan dat met het opdoen van ervaring met de uitvoering van de huishoudelijke verzorging, aanpassingen gedaan kunnen worden die een positief effect hebben op de kwaliteit van de zorg en de beheersbaarheid van de kosten. Het voorstel wordt aan de hand van 5 onderwerpen toegelicht, te weten: A De financiën B De inkoop C De doelgroep D Het loket E Het Persoons Gebonden Budget In paragraaf 2.1zal bij de eerste drie onderwerpen ook aangegeven worden wat de consequenties van een strakker of een ruimhartiger beleid kunnen zijn. Het gaat hierbij nadrukkelijk om indicaties van consequenties. De Onderwerpen A. De Financiën Binnen de Wmo is de gemeente vrij om te bepalen in welke mate er eigen gemeentelijke middelen worden ingezet. Eigen bijdrage Van burgers zal een eigen bijdrage gevraagd worden voor verstrekkingen en dienstverlening huishoudelijke verzorging. Deze bijdrage ligt minimaal op het huidige niveau in de AWBZ. Naar draagkracht en afhankelijk van de aard van de dienstverlening of de verstrekking kan een hogere bijdrage gevraagd worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een kostendekkend tarief voor hogere inkomens bij kortdurende huishoudelijke verzorging. Inzet gemeentelijke middelen De bijdrage van het rijk is de eerste twee jaar ( ) gebaseerd op het historisch budget plus indexering. Dit budget is toereikend voor de uitvoering van de huishoudelijke verzorging. Vanaf 2009 wordt het bedrag dat de gemeente krijgt voor de uitvoering huishoudelijke verzorging bepaald aan de hand van een verdeelsleutel 2. Dit heeft nadelige financiële consequenties voor de gemeente Houten. Volgens de huidige informatie zou de invoering van de verdeelsleutel kunnen leiden tot een korting van 25% ( ,42) ten opzichte van het historisch budget. Of dit financieel nadeel ook daadwerkelijk ontstaat is afhankelijk van de mate waarin de kostenontwikkeling binnen de huishoudelijke verzorging kan worden beïnvloed. Ervaring bij de invoering van de Wvg laat zien dat er door creatief en effectief optreden flinke kostenbesparingen gerealiseerd kunnen worden. In hoeverre dit ook binnen de huishoudelijke verzorging mogelijk is, zal uit de praktijk moeten blijken. Mogelijke punten waarop besparingen gerealiseerd kunnen worden of inkomsten verhoogd kunnen worden zijn: gunstige aanbesteding, verschuiving in de aard van het zorgaanbod, het heffen van eigen bijdrage naar draagkracht zoals aangegeven bij het punt eigen bijdrage. De inzet is om de huidige situatie rond de wachtlijsten te handhaven. Dit houdt in geen of minimale wachtlijsten. B. De Inkoop De gemeente bepaalt zelf wat onder huishoudelijke verzorging verstaan wordt. Gezien het feit dat we zoveel mogelijk willen aansluiten bij het huidige kwaliteitsniveau van de zorg in de AWBZ, gaan we uit van de in de AWBZ gehanteerde omschrijving van de huishoudelijke verzorging. In de wet is bepaald dat de klant ook bij zorg in natura keuzevrijheid moet hebben. De gemeente is daarom verplicht het wettelijk minimum te bieden van twee aanbieders voor zorg in natura. Bij de inkoop wordt uitgegaan van de door de raad vastgestelde nota aanbestedingsbeleid. De af te sluiten contracten hebben een looptijd van twee jaar. In deze periode kan ervaring opgedaan worden en kunnen de financiële ontwikkelingen gemonitoord worden. Na één jaar vindt een evaluatie plaats van de dienstverlening en kunnen afspraken al dan niet aangescherpt worden. 2 Zie toelichting verdeelsleutel 2

3 Prijs Ten aanzien van de inkoop is niet alleen de prijs bepalend, maar worden ook criteria die met kwaliteit te maken hebben meegenomen. Kwaliteit Voor de huishoudelijke verzorging wordt het hele scala aan activiteiten en de kwaliteitseisen uit de AWBZ voor huishoudelijke verzorging (a tot en met c) overgenomen. Wel zal gekeken worden in hoeverre het mogelijk is de inzet van alfahulp 3 te vergroten. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden/mogelijkheden van de zorgvrager. Keuzevrijheid Er worden met minimaal 2 aanbieders van zorg in natura contracten afgesloten. Dit is het wettelijke minimum. C. De Doelgroep Het staat de gemeente vrij om criteria te formuleren voor de toegang tot professionele dienstverlening. Deze criteria worden vastgelegd in de op te stellen gemeentelijke verordening op de Wmo. Normen indicatiestelling De normen voor indicatiestelling liggen op het huidige niveau van de AWBZ. Dit betekent dat bij indicering voor huishoudelijke verzorging zowel de toestand van de aanvrager wordt meegenomen als de gezinssituatie maar niet de sociale kring van de aanvrager. Van burgers wordt in beperkte mate verwacht dat zij zelf al rekening hebben gehouden met voorspelbare beperkingen in de toekomst. De indicatiestelling is conform de huidige situatie op basis van het protocol gebruikelijke zorg 4. Bij de indicatiestelling zal gekeken worden naar de mogelijkheid van het inzetten van alfahulp. De druk op mantelzorgers zal niet toenemen, maar ook niet afnemen. Gezien het feit dat mantelzorgers in het huidige regime al aangeven te zwaar belast te worden, is dit een punt van aandacht. Voorliggende voorzieningen Er wordt zoveel mogelijk getracht maatwerk te leveren. Hierbij wordt wel eerst gekeken of er voorzieningen vanuit het rijk zijn die in de behoefte voorzien. Er wordt niet geëist dat inwoners een particuliere voorziening gebruiken voor ondersteuning die nu door de overheid gefinancierd wordt. Wèl wordt gekeken of een, goedkopere, collectieve voorziening zoals Tafeltje dekje, toereikend is. Dit vereist een breed aanbod van goede collectieve voorzieningen. Als dat niet het geval is komt men in aanmerking voor een individuele voorziening. Informatievoorziening De actieve informatievoorziening richt zich op collectieve voorzieningen en individuele voorzieningen. Bij actieve informatieverstrekking over de individuele voorzieningen heeft dit vooral betrekking op huishoudelijke verzorging, Wvg en AWBZ voorzieningen. Wel wordt aangegeven dat eerst gekeken wordt of (een deel van) de hulpvraag kan worden beantwoord door gebruik van een collectieve voorziening. D. Het Loket Een van de vereisten uit de Wmo is dat er een loket wordt ingericht waar de burgers terecht kunnen. De gemeente bepaalt zelf hoe het loket wordt vormgegeven en welke producten en dienstverlening in het loket worden ondergebracht. Dit bepaalt de breedte en de diepte van het loket. 5 Hierbij wordt rekening gehouden met het bestaande loket Via Houten. Het loket wordt zodanig ingericht dat de totale ondersteuningsbehoefte van de individuele klant goed in beeld wordt gebracht. Dit strekt zich uit over alle Wmo voorzieningen: de huidige Wvg, de huishoudelijke verzorging, welzijnsvoorzieningen en ook over de voorzieningen uit de AWBZ. Daarnaast kunnen functies die nu bij sociale zaken liggen, zoals schuldhulpverlening en bijzondere bijstand, in het loket worden meegenomen. Er is sprake van een groeimodel. 3 Zie toelichting Alfahulp 4 Zie toelichting: Protocol gebruikelijke zorg 5 Zie toelichting: Breedte en diepte van het loket 3

4 Frontoffice Omwille van de snelheid van de invulling van de ondersteuningsbehoefte is de frontoffice uitgebreid. Hierin vindt informatieverstrekking, vraagverheldering en indicatiestelling voor eenvoudige aanvragen voor voorzieningen uit de Wmo en AWBZ plaats. Backoffice Alleen complexe aanvragen worden doorgeleid naar de backoffice. Wanneer deze vragen betrekking hebben op voorzieningen die onder meerdere wettelijke regelingen vallen wordt de aanvraag integraal beoordeeld. Toerusting Het loket wordt toegerust voor de uit te voeren taken. Dit heeft zowel betrekking op de kwalificaties waaraan medewerkers moeten voldoen als op de ICT-voorzieningen in het loket. In het loket komt een systeem waarmee van elke klant een overzicht is van de behoefte en de wijze waarop deze is ingevuld. Doelstelling is niet meer bureaucratie dan noodzakelijk en de burger mag zo min mogelijk merken dat de uitvoering huishoudelijke verzorging nu door de gemeente gedaan wordt. E. Het Persoons Gebonden Budget Het bieden van de mogelijkheid van een Persoons Gebonden Budget 6 (PGB) is een verplichting in de wet. Dit geldt ook voor Wvg voorzieningen waar voorheen geen PGB voor aangevraagd kon worden. Het PGB wordt gebaseerd op de wettelijke norm dat het voldoende hoog moet zijn om een voorziening op de markt voor in te kunnen kopen. 2.1 Consequenties bij het voeren van een strakker of ruimhartiger beleid bij de eerste drie onderwerpen Zoals aangegeven in de leeswijzer wordt in deze paragraaf voor de eerste drie onderwerpen: de financiën, de inkoop en de doelgroep mogelijke consequenties aangegeven van de keuze voor een strakker of een ruimhartiger beleid. Zoals aangegeven hebben de onderwerpen direct betrekking op de aard, de kwaliteit en de indicatiestelling van de te bieden zorg- en dienstverlening. A. Financiën Strakker beleid. Onder een strakker beleid wordt verstaan dat zoveel mogelijk gestreefd wordt naar het uitvoeren van de huishoudelijke verzorging binnen de daarvoor door het rijk beschikbare middelen. Er is geen inzet van eigen gemeentelijke middelen ook niet als de korting van 25% op het budget door de toepassing van de verdeelsleutel van kracht wordt. Dit kan consequenties hebben voor de aard, de kwaliteit en de indicatiestelling van de zorg. Er kunnen wachtlijsten ontstaan. Ruimhartiger beleid. Onder een ruimhartiger beleid wordt verstaan dat de zorgvrager optimaal gecompenseerd wordt in zijn beperking. Dit kan leiden tot een ruime inzet van eigen gemeentelijke middelen. Dit beleid kan leiden tot de noodzaak van het inzetten van eigen gemeentelijke middelen. Deze inzet zal door de toepassing van de verdeelsleutel ( ,42) te boven gaan. Dit vanwege de bepaling van de kwaliteit en de aanzienlijke verruiming van de doelgroep ten opzichte van de huidige situatie in de AWBZ. B. Inkoop Strakker beleid. Hierbij geldt dat de meest noodzakelijke dienstverlening op het laagst mogelijk niveau ingekocht wordt. De kwaliteit van de dienstverlening en de producten is ondergeschikt aan de prijs. Dit leidt er toe dat in principe alleen huishoudelijke verzorging geboden wordt die valt in categorie a. De inzet van een gecertificeerd schoonmaakbedrijf behoort tot de mogelijkheden en bij langdurige hulp de inzet van alfahulp. Alleen als uit de indicatie blijkt dat hulpverlening uit categorie b en/of c noodzakelijk is wordt deze verstrekt. 6 Zie toelichting: Persoons Gebonden Budget 4

5 Ruimhartiger beleid. De kwaliteit is leidend bij de inkoop van de voorzieningen. Met betrekking tot de huishoudelijke verzorging wordt het hele scala aan activiteiten uit de huidige AWBZ-definitie van huishoudelijke verzorging overgenomen en wellicht nog uitgebreid. De uitvoering van de huishoudelijke verzorging geschiedt door een thuiszorgmedewerker. C. Doelgroep Strakker beleid. De indicatiestelling, dus het bepalen of iemand recht heeft op een voorziening, is veel strikter dan in de huidige situatie. Bij de indicatiestelling wordt zowel de toestand van de aanvrager zelf meegenomen (wat kan hij wel/niet zelf) als zijn gezinssituatie (wonen er gezinsleden in huis die de aanvrager kunnen helpen) en zijn sociale kring (heeft de aanvrager, familie, vrienden, kennissen of buren die beperkingen kunnen opvangen). Er wordt ook een sterke nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager. Dit houdt in dat inwoners van de gemeente zelf al rekening moeten houden met voorspelbare beperkingen in de toekomst. Voorspelbare beperkingen zijn bijvoorbeeld gebreken die voortvloeien uit ouderdom. Van de inwoners wordt verwacht dat zij daar zelf een spaarpotje voor hebben aangelegd. De strenge vorm van indicatiestelling leidt er toe dat een (nog) groter beroep moet worden gedaan op mantelzorg. De ondersteuning van de mantelzorg zal geïntensiveerd moeten worden. Hierop zal beleid ontwikkeld moeten worden en extra middelen ingezet moeten worden. Voordat een inwoner aanspraak kan maken op een door de gemeente gefinancierde voorziening wordt eerst gekeken of er voorzieningen gefinancierd vanuit het rijk of particuliere voorzieningen zijn die in de behoefte voorzien. Denk hierbij voor een particuliere voorziening aan een boodschappenservice die aangeboden wordt door de supermarkt. Zijn deze er niet, dan wordt vervolgens gekeken of er een door de gemeente gefinancierde collectieve voorziening bestaat. Denk bijvoorbeeld aan een maaltijdvoorziening. Alleen voor beperkingen waar geen enkele collectieve regeling voor is worden individuele voorzieningen toegestaan. Ruimhartiger beleid. Bij het stellen van de indicatie wordt alleen gekeken naar de toestand van de aanvrager zelf: hij moet volledig zelfstandig kunnen functioneren. De gezinssituatie of de sociale kring van de aanvrager worden daarbij niet meegenomen. Van inwoners wordt niet verwacht dat zij al rekening houden met voorspelbare beperkingen in de toekomst. Het uitgangspunt is dat de gemeente alle belemmeringen in de actuele situatie wegneemt. Dit leidt tot verlichting van de druk op de mantelzorg omdat alleen uitgegaan wordt van de toestand van de aanvrager zelf en niet naar zijn sociale omgeving gekeken wordt. Gebruik van voorliggende voorzieningen is geen verplichting. Uitgangspunt is de voorziening die in de individuele situatie van de betreffende inwoner de meest optimale is. 3. Conclusie De in dit voorstel voorgestane uitvoering van de huishoudelijke verzorging komt het dichtst bij de bestaande situatie en heeft om de volgende redenen de voorkeur: - De burger merkt zo min mogelijk van de veranderingen door de invoering van de nieuwe wet. - De kwaliteit van de dienstverlening aan burgers blijft op het huidige, door de burger gewenste, niveau gehandhaafd. - Het financiële risico is naar het zich laat aanzien beperkt en treedt op zijn vroegst op in Op basis van de ervaringen in kan een betere inschatting gemaakt worden van de eventuele risico s. Tegen die tijd is er naar alle waarschijnlijkheid ook meer duidelijkheid over het verdeelmodel dat gehanteerd gaat worden en de financiële gevolgen daarvan voor de gemeente. - Er vindt nauwelijks of geen lastenverzwaring plaats voor de burger. - De kans op het ontstaan van wachtlijsten is beperkt. - Het voorstel sluit goed aan bij de gedachte die in het visiedocument sociale cohesie centraal staat: de eigen verantwoordelijkheid van het individu voor zichzelf, zijn familie, vrienden, 5

6 bekenden en woonomgeving. - De consequenties voor de gemeentelijke organisatie zijn relatief beperkt, omdat de expertise die opgedaan is binnen de Wvg ten volle benut kan worden. Elk beleid heeft een periode nodig om volledig te kunnen functioneren. Met het vaststellen van deze kadernotitie is niet gezegd dat er tussentijds geen aanpassingen kunnen of moeten plaatsvinden. Het lijkt dan ook gewenst om in elk geval na een periode van 4 jaar het beleid te evalueren. Binnen deze periode zijn de risico s en effecten beter in te schatten en kunnen nieuwe overwegingen een rol spelen. 6

7 Bijlage 1. Toelichting bij kadernotitie huishoudelijke verzorging 1. Definitie huishoudelijke verzorging Definitie huishoudelijke verzorging volgens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het geheel of gedeeltelijk overnemen van activiteiten op het gebied van verzorging van het huishouden, met inbegrip van enige hulp bij de organisatie van het huishouden Huishoudelijke verzorging komt in beeld als disfunctioneren dreigt De activiteiten zijn gebaseerd op de definitie van huishoudelijke verzorging op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. a. Huishoudelijke werkzaamheden: 1. boodschappen doen 2. broodmaaltijd bereiden 3. warme maaltijd bereiden 4. licht huishoudelijke werk 5. zwaar huishoudelijk werk 6. de was doen 7. huishoudelijke spullen in orde houden b. Organisatie van het huishouden: 1. anderen helpen in huis met zelfverzorging 2. anderen helpen in huis bij bereiden maaltijd 3. dagelijkse organisatie van het huishouden c. Hulp bij ontregelde huishouding 1. psychosociale begeleiding i.v.m. psychische stoornis 2. advies, instructie, voorlichting Er wordt in het huidige systeem onderscheid gemaakt tussen Huishoudelijke verzorging 1 en huishoudelijke verzorging 2 * Ingezette niveau van medewerkers - HV 1: alfahulpen - HV 2: thuiszorgmedewerkers * Aard van de werkzaamheden - HV 1: alleen de echte huishoudelijke werkzaamheden - HV 2: ook organisatie van het huishouden en het verzorgen en opvangen van kinderen. 2. Verdeelsleutel Naast de leeftijdsopbouw zijn er nog een aantal andere factoren die een rol spelen in de verdeelsleutel: 1) Samenstelling van de huishoudens: éénpersoonhuishoudens 65+ worden extra gehonoreerd (oplopend per leeftijdscategorie) 2) Inkomensgebonden factoren: lage inkomens leiden tot een hoger aandeel in de verdeelsleutel; met name 85+ 3) Arbeidsongeschiktheid: (Arbeidsongeschiktheid exclusief bijstand) 4) Geografische factoren: (groot)stedelijke gebieden worden relatief minder gehonoreerd Daarnaast wordt in de verdeelsleutel uitgegaan van een verhouding tussen Alpha-hulp* en huishoudelijke verzorging van ongeveer 1 staat tot 2,5 terwijl deze verhouding in Houten 1 staat tot 5 is. *) Alpha-hulp is een goedkope vorm van huishoudelijke verzorging. Gemiddeld 14,10 per uur tegen huishoudelijke verzorging 26,30 per uur. 3. Alfahulp Wanneer wordt alfahulp ingezet: De zorgaanbieder hanteert de volgende criteria - De cliënt kan en wil de werkgeversrol vervullen door zelf te zorgen voor een goed verloop van de hulpverlening, de uitbetaling van het loon aan de alfahulp en het invullen van de werkstaten. 7

8 - De cliënt kan 4 weken zonder hulp. - Het gaat om HV-indicaties met maximaal twee kalenderdagen zorg per week. Een alfahulp mag wettelijk niet meer dan twee dagen (maximaal 12 uur) bij een cliënt werken. - Het gaat om indicaties die voor een langere periode zijn afgegeven (> dan 3 maanden). 4. Protocol Gebruikelijke zorg Een belangrijk protocol met het oog op de invoering van de Wmo is het werkdocument 'Gebruikelijke Zorg' van het CIZ. Dit protocol is met name van toepassing op de AWBZ functies Huishoudelijke verzorging en Persoonlijke Verzorging. In dit werkdocument is beschreven welke zorg huisgenoten in normale situaties aan elkaar leveren. Bijvoorbeeld ouders die kinderen verzorgen, partners die elkaar verzorgen in geval van griep, etc. Deze zorg wordt 'gebruikelijk' genoemd en komt daardoor niet voor indicatie in aanmerking. De gebruikelijke zorg wordt onderscheiden van niet-gebruikelijke zorg. Dat is zorg waarvan niet verwacht mag worden dat huisgenoten die per definitie aan elkaar leveren. Hieronder wordt ook mantelzorg gerekend. Deze vormen van niet-gebruikelijke zorg komen in principe wel voor indicatiestelling in aanmerking. Dit protocol is een doorontwikkeling van de vroegere normen die bij de gezinsverzorging bekend stonden als 'Algemene Aanvaardbare Standaard voor Verzorging (AASV)'. Uit de evaluatie van de gevolgen op indicatiestelling na invoering van dit protocol is gebleken dat het aantal indicaties voor huishoudelijke verzorging is afgenomen. 5. Breedte en Diepte van het loket De gemeente kan variëren in de diepte en de breedte van een loket. - De diepte van het loket gaat over de functies die in het loket geplaatst worden. In een ondiep loket wordt vooral informatie verstrekt. Een diep loket biedt cliënten ondersteuning in het hele proces van informatieverstrekking, vraagverheldering, indicatiestelling naar toekenning en levering. - De breedte van het loket wordt bepaald door het type voorzieningen waar voor men bij het loket terecht kan. Een smal loket is bijvoorbeeld een loket waar alleen de directe Wmo-voorzieningen zijn ondergebracht. Bij een breed loket kunnen cliënten terecht met alle vragen om hulp en ondersteuning. Voor de cliënt betekent dit dat, wanneer hij zich tot dat ene loket heeft gewend, de route van daaruit verder vanzelf gaat (integrale afweging). 6. Persoons Gebonden Budget Iemand die AWBZ-zorg nodig heeft, kan kiezen tussen zorg in natura of een persoonsgebonden budget (PGB). Met een persoonsgebonden budget krijgt de cliënt een voorschot van het zorgkantoor waarmee hij zelf zijn zorg kan inkopen. Dat hoeft niet bij een toegelaten zorginstelling te zijn. Iemand kan met een PGB ook familie of buren betalen. De hoogte van een PGB wordt bepaald op basis van het soort zorg dat iemand nodig heeft (functie) en hoe vaak (klassen). De budgethouder moet zijn uitgaven achteraf verantwoorden aan het zorgkantoor. Iemand kan een PGB krijgen voor de AWBZ functies huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, en - onder voorwaarden - voor tijdelijk verblijf. 8