Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Jaarverslag 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Jaarverslag 2009"

Transcriptie

1 Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie

2 Inhoudstafel Voorwoord...3 Inleiding...4 DEEL I: Ons agentschap en haar opdracht Situering van het VSAWSE binnen het beleidsdomein Werk en Sociale Economie Missie, Visie, Waarden Beheersovereenkomst en ondernemingsplan Monitoring Onze mensen, middelen en maatschappij Personeelsbeheer Budget ICT Communicatie Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Onze toekomst De integrale kwaliteitsaanpak van het VSAWSE Organisatiebeheersing Pilootproject administratieve lastenmeting E-government DEEL II: Onze kernresultaten Sociale Economie Beschutte Werkplaatsen Sociale Werkplaatsen Arbeidszorg Invoegbedrijven Lokale diensteneconomie Fonds Sociale Economie Tewerkstellingsprogramma s Klassieke gesco s Veralgemeend Stelsel Gesco s lokale en provinciale overheden Derde Arbeidscircuit Werkervaringsprojecten Arbeidskaarten en Arbeidsvergunningen Algemeen Arbeidskaart A Arbeidskaart B Arbeidskaart C Werkprocessen Private Arbeidsbemiddeling Algemeen Nieuw decreet Aanmoedigingspremies Globale cijfers aanmoedigingspremies Aanmoedigingspremies in de openbare sector Aanmoedigingspremies in de privé-sector Aanmoedigingspremies in de Vlaamse social-profitsector Overbruggingspremie Ervaringsbewijs Sociale Promotie Sociale Promotie voor werknemers Sociale Promotie voor zelfstandigen en helpers uit de middenstand Labels EFQM-certificaat Comitted to Excellence Bronzen Pampa-award campagne Ervaringsbewijs Anysurferlabel website Ervaringsbewijs Lijst van gebruikte afkortingen Lijst tabellen en figuren

3 Voorwoord Dit jaarverslag 2009 van het (VSAWSE) vertoont een aantal vernieuwingen. Naar vorm toe wordt het nog enkel op digitale wijze aangeboden. Het relatief laag aantal verspreide gedrukte exemplaren uit de vorige jaren maakte dat deze per stuk nogal duur uitvielen. Daarnaast vonden wij de ecologische voetafdruk ervan toch iets te groot in verhouding tot de meerwaarde van het drukwerk. De vorige jaren werd het jaarverslag, naast de gedrukte versie, ook reeds in digitale vorm aangeboden op de website van het beleidsdomein Werk en Sociale Economie, zijnde Op deze website blijft dit jaarverslag 2009 (evenals deze van de voorgaande jaren) permanent beschikbaar. Wat de raadpleegbaarheid alleen maar kan verhogen. Naar inhoud toe wordt thans geopteerd voor een stramien dat compatibel is met de door ons gekozen methodiek voor ons kwaliteitsmanagement, nl. deze van EFQM (European Foundation voor Quality Management). Dit biedt niet alleen het voordeel dat binnen de eigen organisatie het jaarverslag meer en beter kan aangewend worden voor ons kwaliteitsmanagement, maar ook dat de over- en inzichtelijkheid er op vooruit gaat. Kwaliteitsmanagement is sedert een paar jaar een belangrijk aandachtspunt, meer zelfs een sterk aandrijvend element binnen het VSAWSE. Na anderhalf jaar een intensief en methodisch traject te hebben afgelegd inzake kwaliteitsmanagement, met betrokkenheid van vele personeelsleden uit de verschillende diensten en van alle niveaus, ontvingen we in de loop van 2009 het EFQM-certificaat Commitment to Excellence. Dit betekende een, eerste maar verder te ontwikkelen en onderhouden, extern erkende mijlpaal in ons streven naar kwaliteitsvolle dienstverlening en interne werking. Het kwaliteitsmanagement sluit aan bij één van onze vier basiswaarden, nl. voortdurend verbeteren. Deze vier basiswaarden (naast het reeds genoemde voortdurend verbeteren zijn dit samenwerken, betrouwbaarheid, klantgerichtheid ) zijn voor de werking van het VSAWSE richtinggevend. Wij hebben in 2009 dan ook bijzondere inspanningen gedaan om alle personeelsleden en alle facetten van onze organisatie nog meer doordrongen te laten zijn van deze basiswaarden. Op deze wijze willen wij met het VSAWSE evolueren naar een waardegedreven organisatie. Naast kwaliteit blijkt uit dit jaarverslag en in het bijzonder uit het hoofdstuk onze kernresultaten de belangrijke kwantitatieve groei van onze dienstverlening. Deze significante volumevermeerdering vraagt veel van het VSAWSE, als organisatie, maar ook van al onze personeelsleden. Zonder personeelstoename werden nieuwe opdrachten (zoals b.v. de overbruggingspremies met dossiers) en grotere volumes bij bestaande dienstverleningen aangepakt en tot een goed einde gebracht. Dit vraagt veel inzet, creativiteit, flexibiliteit en vernieuwingsdrang bij onze personeelsleden. Ik wil ze hiervoor, eens te meer, van harte danken. Maar tevens wil ik toch in alle sereniteit wijzen op de limieten van een lineair toegepaste meer met minder aanpak. Eric Vernaillen Administrateur-generaal 3

4 Inleiding In deel I van dit jaarverslag wordt uitgelegd hoe het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (kortweg VSAWSE) zich organiseert. Onze strategie om via de ons beschikbare middelen vooruitgang te boeken en resultaten te halen. In deel II worden de belangrijkste resultaten geduid aan de hand van cijfermateriaal. Voor een aantal maatregelen zijn die cijfers nog niet definitief. De tewerkstellingsprogramma s bijvoorbeeld bevatten loonsubsidies gelinkt aan effectieve prestaties. De werkgevers kunnen deze in de maanden na indiening van de bewijsstukken nog corrigeren, bijvoorbeeld wanneer een werknemer langer ziek is dan oorspronkelijk gedacht. De opgeleverde cijfers zijn echter voldoende actueel om trends weer te geven. 4

5 DEEL I: Ons agentschap en haar opdracht 1. Onze Structuur, strategie en planning 1.1 Situering van het VSAWSE binnen het beleidsdomein Werk en Sociale Economie Het beleidsdomein Werk en Sociale Economie valt onder de bevoegdheid van de Minister van Werk en de Minister van Sociale Economie en bestaat uit vijf entiteiten: (VSAWSE) Departement Werk en Sociale Economie Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, VDAB Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen ESF-Agentschap Vlaanderen vzw Het VSAWSE vormt samen met het Departement WSE het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie. De strategische adviesraad van het beleidsdomein is de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen (SERV). Figuur 1: Organogram Beleidsdomein Werk en Sociale Economie 5

6 1.2 Missie, Visie, Waarden Het (VSAWSE) werd opgericht op 1 april 2006 en is een intern verzelfstandigd agentschap (IVA) zonder rechtspersoonlijkheid. Missie Het duurzaam ondersteunen, versterken en stimuleren van de werkgelegenheid in de reguliere sector, de non-profitsector en in de sociale economie in Vlaanderen. Het voert, door middel van labeling, erkenningen, vergunningen, subsidie- en andere maatregelen, de programma's inzake bevordering van de werkgelegenheid uit die de Vlaamse overheid beslist. Visie Als uitvoerend Agentschap wil het VSAWSE een betrouwbare en excellente dienstverlenende organisatie zijn, gewaardeerd door haar stakeholders omwille van haar efficiënte en klantvriendelijke werking. Waarden Het VSAWSE stelt de volgende vier kernwaarden voorop: loyaal samenwerken ten aanzien van alle actoren: de politiek verantwoordelijken, de andere betrokken entiteiten binnen en buiten de Vlaamse administratie, het werkveld betrouwbaarheid en integriteit bij het vervullen van opdrachten en taken klantgerichtheid en betrokkenheid creëren bij de verschillende interne en externe belanghebbenden voortdurend verbeteren van de dienstverlening, van de daartoe aangewende processen en menselijke middelen Kerntaken het uitvoeren van de Vlaamse maatregelen tot het bevorderen van de creatie van werkgelegenheid, hetzij door stimulering van de directe tewerkstelling, hetzij door steunverlening aan ondersteuningsstructuren, hetzij door toekenning van investeringssubsidies het uitvoeren van maatregelen tot het reguleren van de arbeidsmarkt het uitvoeren van maatregelen tot het faciliteren en reguleren van de intrede, herintrede, of uittrede op de arbeidsmarkt en van de mobiliteit op de arbeidsmarkt het bevorderen van de kwaliteit van de ondersteuning aan tewerkstelling- en sociale economie programma s en initiatieven. het verwerken en ter beschikking stellen van de uit de beleidsuitvoering verworven informatie met het oog op de beleidsvoorbereiding, beleidsadvisering en beleidsevaluatie het opvolgen van de aanwending van de ingezette middelen voor deze taken 6

7 1.3 Beheersovereenkomst en ondernemingsplan De beheersovereenkomst formaliseert het wederzijds engagement tussen de politieke overheid en de ambtelijke uitvoerders. In 2009 werd de uitvoering van de beheersovereenkomst voor de tweede keer geëvalueerd. Volgens afspraak gebeurde de evaluatie in twee fasen. In de eerste fase werden alle doelstellingsparameters geëvalueerd. Dit zijn afspraken met een bindende norm. Het zijn hoofdzakelijk indicatoren die de effectiviteit en efficiëntie van de dienstverlening meten (bijvoorbeeld doorlooptijden van dossiers en betalingen). In de tweede fase werden de monitoringsindicatoren die betrekking hebben op beleidseffecten geëvalueerd. Deze indicatoren zijn het resultaat van een proces waarbij het VSAWSE gedeeltelijk betrokken wordt en waarvoor bijgevolg geen bindende afspraken kunnen worden gemaakt. Het VSAWSE heeft in 2009 haar opdracht op het gebied van de doelstellingsparameters in grote mate vervuld. Bijna alle voorziene acties en initiatieven zijn gerealiseerd of zitten op schema in hun uitvoering. Het niet behalen van een aantal doelstellingen heeft steeds te maken met onvoorziene beleidsinitiatieven en evoluties die de werklast substantieel verhoogd hebben. Bij de opmaak van de toekomstige beheersovereenkomst ( ) zullen de indicatoren geherdefinieerd worden waardoor meer rekening kan gehouden worden met veranderende context waarin beleidsuitvoering plaatsvindt. Het ondernemingsplan is de jaarlijkse vertaling van de beheersovereenkomst. Het vormt een strategisch en geïntegreerd managementinstrument. De doelstellingen van het agentschap voor het betrokken jaar worden in het ondernemingsplan uitgewerkt en de benodigde (personele en financiële) middelen worden eraan gekoppeld. Het ondernemingsplan is dus ook nuttig voor de begrotingsopmaak. Het ondernemingsplan helpt de organisatie op te volgen en te sturen. Het biedt de mogelijkheid om te rapporteren over de uitvoering van de beheersovereenkomst (en de daartoe benutte middelen). 7

8 1.4 Monitoring Het VSAWSE moet haar contractuele verbintenissen, die onder andere via de beheersovereenkomst en ondernemingsplannen vastliggen, kunnen becijferen (verantwoording afleggen aan het politieke niveau). Ook de interne organisatie van de diensten moet gemonitord kunnen worden (in het kader van organisatieontwikkeling). Via de opvolging van de indicatoren kan de missie van het agentschap zoals vertaald in de beheersovereenkomst worden opgevolgd. Via de jaarlijkse ondernemingsplannen kan de link met personeelsbeleid (via processen, activiteiten en een doorvertaling hiervan in de individuele planningsdocumenten) en de link met de begrotingcyclus (via een systeem van financiële boordtabellen) gelegd worden. Eind 2009 beschikte het VSAWSE over een efficiënte rapporteringsmodule die een systematische monitoring en een ad hoc rapportering toelaat. Zowel een samenvatting als een detail van de belangrijkste resultaten op kwartaalbasis kunnen ter beschikking gesteld worden van het management. De verdere ontwikkeling en integratie van planning- en sturingsinstrumenten is echter een continu proces, met een steeds hogere maturiteit als doel. 8

9 2. Onze mensen, middelen en maatschappij 2.1 Personeelsbeheer Personeelsbestand In 2009 telde het VSAWSE 119 personeelsleden (inclusief vervangcontracten). Door de uitgebreide mogelijkheden tot deeltijdse arbeid geeft dit 103 voltijdse equivalenten. 75 personeelsleden zijn vrouw met een duidelijk numeriek overwicht in niveau C (38); gevolgd door niveau A (19), niveau D (14) en niveau B (4). Meer dan 60% van de medewerkers zijn ouder dan 45 jaar en bijna één op vijf is ouder dan 55 jaar. Deze relatief oude leeftijdstructuur betekent voor het VSAWSE in de nabije toekomst een enorme uitdaging. Met het oog op continuïteit vraagt het bijzondere aandacht de aanwezige kennis en ervaring over te dragen van oudere naar jongere werkkrachten. Instroom doorstroom Er was één werving voor een voorbehouden betrekking voor een persoon met een arbeidshandicap. Een stageplaats werd ingevuld door een leerling uit het beroeps secundair onderwijs. In het kader van de hertekening van het proces uitreiking Arbeidskaarten, waarbij een aantal taken van de VDAB werden overgenomen, was er een uitbreiding in de dienst Migratie met 10 personeelsleden, waarvan 3 personen van allochtone afkomst. Anderzijds werd het Herplaatsingsfonds overgeheveld naar de VDAB, waardoor 4 personeelsleden het Subsidieagenschap hebben verlaten. Drie vacatures op niveau adviseur-expert werden ingevuld door twee mannen en één vrouw. In 2009 was er een interne doorgroei van 3 personen op niveau A, naar een N-2 functie (twee mannen en één vrouw), één op B en één op C niveau. Zes contractuele functies werden omgezet naar statutaire functies, na slagen in de generieke proeven. Telewerken Van de actieve personeelsleden zijn er 54 die één of twee dagen per week telewerken, dit is bijna 50%. Hierdoor wordt er een betere afstemming tussen werk en privé gerealiseerd en tevens wordt de MVO-aanpak versterkt. Investeren in mensen Het HR-beleid ondersteunt de organisatie en haar medewerkers in het streven naar een kwaliteitsvolle dienstverlening. Daarom werd er o.a. in 2009 een functie van HRM-coördinator ingevuld binnen het agentschap, om samen met de MOD het HRM-beleid te ondersteunen. In 2009 werd er voor alle functies en personeelsleden op methodische wijze een nieuwe functiebeschrijving en competentieprofiel uitgewerkt. Daardoor werd de planningsfase van het PLOEG-systeem beter afgestemd op de organisatiebehoeften, enerzijds, en een betere basis gelegd voor een competentiegericht HRM., te beginnen met de waardegebonden competenties. Bijzondere aandacht gaat naar ontwikkeling en doorgroeimogelijkheden voor de personeelsleden van alle niveau s, door het permanent werken aan de competenties van de 9

10 medewerkers. Daartoe werd in 2009 voor en met alle personeelsleden een individueel ontwikkelingsplan (IOP) opgemaakt. Dit vormt de basis voor de ontwikkelings- en opleidingsinitiatieven voor de komende jaren. Er werden doorheen het jaar 161 opleidingen gevolgd, waarvan 85 door personeelsleden van niveau C en 29 door personeelsleden van niveau D. Zowat driekwart van de medewerkers volgden een opleiding klantvriendelijk telefoneren. Figuur 2: Personeel VSAWSE volgens geslacht en leeftijd, 31 december

11 2.2 Budget Het VSAWSE besteedde in 2009 in totaal een bedrag van ongeveer 7,9 miljoen euro aan personeels- en werkingskosten. Dit bedrag omvat iets meer dan 5 miljoen euro voor personeelskosten en 2,8 miljoen euro voor werkingsmiddelen (algemene werkingskosten, ICT, communicatie). Tabel 1: Budget VSAWSE 2009 Tabel 2 geeft een samenvattend overzicht van de uitgaven voor de Tewerkstellingsprogramma s zoals beschreven in dit jaarverslag. Dit bedrag omvat de belangrijkste uitgaven gerealiseerd door de Afdeling Tewerkstelling en Sociale Economie. De aanmoedigingspremies met een budget van ongeveer 59,9 miljoen euro (inclusief overbruggingspremies) vormen eveneens een belangrijk beleidskrediet. De uitgaven voor sociale promotie tenslotte, ongeveer euro, vervolledigen het plaatje. Te vermelden valt ook dat t.e.m. einde februari 2009 voor ongeveer euro werd uitbetaald in het kader van het Herplaatsingsfonds. Vanaf 1 maart werd het Herplaatsingsfonds overgeheveld naar de VDAB. Tabel 2: Uitgaven Tewerkstellingsprogramma s Werk en Sociale Economie VSAWSE 2009 In totaal bedroegen de uitgaven van het VSAWSE ongeveer 714 miljoen euro, waarvan 98,89% beleidskredieten en 1,11% apparaatskredieten. 11

12 2.3 ICT Om de bij art BVR 21/10/2005 toegekende taken op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze uit te voeren wenst het subsidieagentschap sterk in te zetten op een krachtige ICT en e-government aanpak en wenst zij daarbij gebruik te maken van de meest recente doch tevens beproefde technologieën. ICT dienstverlening binnen het subsidieagentschap heeft in deze context een niet louter ondersteunende en faciliterende rol, maar stimuleert tevens de verschillende diensten om hun processen indien nodig te herbekijken en continu te verbeteren. Vertrekkende van deze doelstellingen op het vlak van verbetering van de dienstverlening naar de eindgebruiker toe en interne werking, werd samen met het Departement WSE het WS10 project opgestart, dat niet enkel is gestoeld op zuivere IT realisaties doch voornamelijk ook op volledig uitgewerkte proces(her)organisatie getrokken door het management en gesteund door het betrokken personeel, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van moderne doch beproefde technologieën. Doel van het WS10 project is te komen tot een nieuw ICT-model dat zorgt voor een verhoogde efficiëntie en klantvriendelijke ondersteuning van de verschillende Werk en Sociale Economie maatregelen in combinatie met een sterke opvolging van deze maatregelen, zowel ten behoeve van het beleid als ten behoeve van de beleidshandhaving van deze maatregelen. Een meer klantgerichte dienstverlening wordt nagestreefd door ondermeer zelf maximaal alle beschikbare interne als externe gegevensbronnen op te vragen opdat de eindgebruiker nog slechts verplicht is tot het aanreiken van gegevens die de overheid niet eerder heeft verkregen. Doorgedreven informatisering als resultaat van enerzijds vereenvoudiging van de regelgeving en anderzijds verregaande procesoptimalisatie trajecten, dient ervoor te zorgen dat de interne processen vlotter verlopen en dat de interne beheerskosten gevoelig dalen. Voor de eindgebruikers betekent dit minder administratie, daling van dossierindieningskosten (bvb. geen postzegels meer), ruimere loket openingsuren en laagdrempelijk contact met de Overheid. Het Subsidieagentschap WSE heeft sinds 2007 samen met het Departement WSE fors geïnvesteerd in het WS10 ICT programma. Vertrekkende van dit nieuwe model werden een aantal prioritaire verbetertrajecten naar voor geschoven. Werkprocessen waarbij een sense of urgency bestaat om op korte termijn acties te ondernemen om deze processen efficiënter en klantvriendelijker te maken. Vanuit het Subsidieagentschap WSE werd in de loop van 2008 en 2009 het proces Aanmoedigingspremies (AWAP) naar voren geschoven. Het interne deel van deze nieuwe applicatie (dossierbehandeling) werd eind december 2009 in productie gezet. Het klantenloket zal midden 2010 in gebruik worden genomen. Zowel aanvragen uit de openbare, de privé en de social profit kunnen nu behandeld worden via eenzelfde applicatie. Voor het eerst sinds het ontstaan van deze maatregel zullen de aanvragen online kunnen ingediend worden. Geheel nieuw is tevens het facet gegevensdeling met authentieke bronnen, hetgeen heel wat voordelen biedt op het vlak van doorlooptijden bij de dossierbehandeling én de correctheid van opgevraagde gegevens en beslissingen. Kortom: een duidelijke verbetering wat betreft het efficiënt uitvoeren van de maatregel. In 2009 was tevens ruimte om te starten met de analyse voor een webportaal voor het doorsturen van digitale prestatiestaten vanuit de sector van de beschutte werkplaatsen, en een behoefteanalyse voor de bouw van een webportaal met het oog op het digitaal doorsturen van prestatiestaten in kader van de klassieke tewerkstellingsprogramma s en allerhande sociale economie maatregelen. 12

13 Het digitaliseren van de prestatiestaten met betrekking tot de klassieke tewerkstellingsprogramma s en verschillende SE maatregelen betekent een drastische efficiëntieverbetering voor het Subsidieagentschap en een beduidende lastenvermindering voor de promotoren. Momenteel worden prestatiegegevens, die meestal al in digitaal formaat bestaan bij de sociaal secretariaten en/of de promotoren, nog afgedrukt op papier (in totaal ca A4 vellen per jaar) en opgestuurd via de post, en uiteindelijk door de dienst Betalingen binnen het Subsidieagentschap overgetypt in de BackOffice applicatie. Het informatiseren van dergelijke processen krijgt dan ook de nodige prioriteit de komende jaren. Naast de noodzakelijke investeringen in nieuwe technologieën dient er steeds een deel van het beschikbare budget gereserveerd te worden voor exploitatiekosten verbonden aan bestaande applicaties en bureautica. Voor begrotingsjaar 2009 werd aan het Subsidieagentschap euro ter beschikking gesteld specifiek met het oog op ICT ondersteuning, waarvan afgerond euro werd benut. Deze middelen werden als volgt besteed: euro ten bate van verschillende componenten in kader van het WS10 project, waarvan euro aan infrastructuur, licenties, generieke componenten en centrale projectleiding, euro aan projectleiding, analyse en bouw van een nieuwe module Vlaamse Aanmoedigingspremies en euro aan detailanalyse webportaal SBW (prestatiestaten). De exploitatie- en toepassingsbeheerskosten incl. adaptief onderhoud voor de bestaande toepassingen in beheer bij de centrale IT outsourcingspartner EDS-Telindus ( euro) en andere IT partners ( euro) euro aan (provisies) exploitatiekosten + investeringen bureauticapark en abonnementen telethuiswerkers euro aan overige uitgaven (voornamelijk infrastructuur buiten bureautica en het bovengenoemd WS10 programma). 13

14 2.4 Communicatie De belangrijkste doelstellingen uit het communicatieplan zijn: Het verder uitwerken van de verschillende communicatiekanalen en structuren. Op deze manier de informatiedoorstroming in alle richtingen bevorderen (top-down, bottom-up en horizontaal) en dit zowel intern als extern. De samenwerking (zowel tussen de medewerkers, als met onze partners en klanten) en de betrokkenheid van de medewerkers en onze klanten bij het beleid en beheer van het VSAWSE verhogen. De kennis over/ het imago van het agentschap verbeteren. Zowel bij de eigen personeelsleden als bij onze partners en klanten. De klantvriendelijkheid en de bereikbaarheid van het agentschap verhogen. Het VSAWSE is plaatsvervanger in het Strategisch Overleg Communicatie en neemt actief deel aan de communicatie- en woordvoerdervergaderingen van MOVI (Netwerk voor Managementvaardigheden in de Openbare Vlaamse Instellingen) Interne communicatie Het VSAWSE beschikt over een intranetpagina binnen VOnet, het Vlaamse Overheidsnetwerk. De personeelsleden vinden er informatie over de verschillende lopende projecten van het agentschap alsook handige instrumenten voor de dagdagelijkse praktijk zoals nieuwsberichten, handleidingen en dergelijke Externe communicatie Werk.be De portaalsite bevat alle informatie van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie en van het Departement Werk en Sociale Economie. De site is eveneens de toegangspoort tot alle andere informatie en toepassingen met betrekking tot het beleidsdomein Werk en Sociale Economie. (VDAB, Syntra, ESF-agentschap). De informatie die het VSAWSE aanbiedt op werk.be werd in 2009 geactualiseerd waar nodig. Uit de bezoekerscijfers blijkt dat de maatregelen aanmoedigingspremies en arbeidskaarten veruit de populairste zijn. Binnen de tewerkstellingsprogramma s en sociale economie zien we een sterke stijging van het aantal bezoekers telkens er een nieuwe oproep gelanceerd wordt. Met het oog op een verdere verfijning en uitbouw van werk.be werd in het voorjaar van 2009 een stuurgroep opgestart die een conceptnota opstelde. Indien hiervoor budget beschikbaar is, kan dit een aanzet zijn voor de lancering van een fase II van werk.be in de loop van Een expert van AnySurfer heeft vastgesteld dat werk.be niet voldoet aan de AnySurferrichtlijnen voor webtoegankelijkheid. Ook deze problematiek wordt verder opgevolgd in E-nieuwsbrief Aansluitend bij werk.be bleek ook de nood aan een krachtig, gebruiksvriendelijk en professioneel marketing platform. Daarom gingen we voor het versturen van e-nieuwsbrieven in zee met Addemar. Inschrijven voor nieuwsbrieven Sociale Economie en Ervaringsbewijs kan via de website. In december 2009 werd een eerste e-nieuwsbrief (ervaringsbewijs) verstuurd. Front Office Tewerkstelling Het VSAWSE neemt deel aan het project Front Office Tewerkstelling. De website is het resultaat van een samenwerking tussen alle overheden van het land die verantwoordelijk zijn voor tewerkstelling. Het VSAWSE staat zelf in voor het actueel 14

15 houden van de informatie op over de verschillende maatregelen die zij beheert. Gecofoon De Gecofoon verstrekt gratis inlichtingen in verband met de Vlaamse tewerkstellingsprogramma s en maatregelen in de sociale economie. In 2009 werden er oproepen beantwoord aan de Gecofoon. De klassieke gesco s bleven de meest bevraagde maatregel met 43 %, terwijl oproepen in verband met sociale economie 20 % bedroegen. Ongeveer 10 % van de telefoons handelden over andere materies. Zij werden doorgeschakeld of verder doorverwezen naar de bevoegde instanties en contactpersonen of naar de Vlaamse Infolijn. Studiedagen Werkervaring en Sociale Werkplaatsen De Dienst Betalingen van het VSAWSE organiseerde in januari 2009 twee infosessies. In samenwerking met VDAB een infosessie over de nieuwe regelgeving Werkervaring en in samenwerking met SST een infosessie over het uitbetalen van subsidies aan sociale werkplaatsen. Aanmoedigingspremies De maatregel Aanmoedigingspremies blijft zeer populair. Een permanente update van de informatie hierover is dus zeer belangrijk. Op worden de internetpagina s van de aanmoedigingspremies maandelijks gemiddeld keer geraadpleegd. De maand maart was hierop een uitzondering met maar liefst bezoekers. Dit heeft alles te maken met de start van de overbruggingspremie in maart. De burger kan bijkomende informatie vragen over de regelgeving of de stand van zaken in een aanvraagdossier via: het gratis telefoonnummer 1700 (de zogenaamde frontoffice of eerstelijndienst) het adres (aanmoedigingspremie@vlaanderen.be), postadres of rechtstreeks telefoonnummer van de infocel aanmoedigingspremies van het VSAWSE (de zogenaamde backoffice of tweedelijndienst) Het personeel van het gratis telefoonnummer 1700 beantwoordt in eerstelijn de vragen van de klanten. Zij worden door de collega s van de infocel aanmoedigingspremies van het VSAWSE opgeleid zodat zij algemene en vaak gestelde vragen over de premies kunnen beantwoorden. Dit maakt dat het personeel van het VSAWSE zich kan toespitsen op de behandeling van de premieaanvragen en de betaling van de premies. Wanneer het 1700-personeel het antwoord op een vraag niet kent schakelen zij de telefonische oproep of de automatisch door naar de backoffice. De infocel aanmoedigingspremies neemt vervolgens zelf contact op met de klant. In 2009 ontving de eerstelijn telefonische oproepen over de aanmoedigingspremies die zij zelf kon beantwoorden. Dit is een stijging met 38% ten opzichte van De tweedelijndienst kreeg in % meer telefonische oproepen dan in Daarenboven was er ook een stijging met 42% van het aantal mails. De vraag naar de brochures in 2009 viel terug tot de helft van de aanvragen in Uit deze cijfers blijkt dat de burger steeds meer communicatie via het internet verkiest. Het VSAWSE speelt hier graag op in en werkte in 2009 aan de implementatie van het project Aanmoedigingspremies online. In de loop van 2010 kan de burger zijn aanvraag voor een aanmoedigingspremie online indienen. 15

16 Ervaringsbewijs Het Ervaringsbewijs is een blijver (zie H6) en dient permanent onder de aandacht gehouden te worden. De website voorziet het hele jaar door in ondersteunende informatie. Diverse campagnematerialen zoals folders, affiches, redactionele artikels en webbanners worden via deze website ter beschikking gesteld van de testcentra en de (opleidings)doorverwijzers. In 2009 behaalde de website het AnySurferlabel (zie H8). 16

17 2.5 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen In samenwerking met de professoren Nikolay Dentchev en Aimé Heene (Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap van de Universiteit Gent) werd een project gelanceerd voor het opbouwen van een kader en een strategie met betrek-king tot het implementeren van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in overheidsdiensten. Het beleidsdomein WSE is piloot in dit project. Aan de hand van literatuurstudie, wetenschappelijk onderzoek, vier masterclasses bij de entiteiten van het beleidsdomein WSE en interviews met de medewerkers van de 5 entiteiten, werd een rapport met aanbevelingen opgemaakt. Het eindrapport zal in het voorjaar 2010 gepresenteerd worden. We willen komen tot een strategie bij de 5 WSE entiteiten om MVO acties op te zetten met interne en externe uitstraling. 17

18 3. Onze toekomst 3.1 De integrale kwaliteitsaanpak van het VSAWSE Door haar dienstverlenende opdracht is het VSAWSE sterk betrokken op haar directe klanten. Jaarlijks rekenen duizenden burgers/klanten op onze dienstverlening. Betrokkenheid is voor ons de beste garantie op tevreden klanten, medewerkers en andere stakeholders. Het traject inzake integrale kwaliteitsaanpak dat in 2008 werd aangevat, kreeg in 2009 haar voorlopig hoogtepunt met het behalen van het EFQM-certificaat committed to excellence (C2E) (zie H8). De CAF zelfevaluatie, gestart in februari 2008, leidde tot een actieplan met een hele reeks verbeterpunten (126) die werden geclusterd tot tien verbeterdomeinen (10 verbeteracties) en dertien quick wins. Vanaf dat moment werd concreet werk gemaakt van de verbeterprojecten. Via intranet werd het gedetailleerde rapport en een syntheserapport verspreid. Tegen maart 2009 waren de belangrijkste verbeteracties gerealiseerd. Het C2E-certificaat is beslist geen eindpunt. Het is een eerste stap in de richting van een uitmuntende organisatie. 3.2 Organisatiebeheersing Sinds BBB wordt voor de beleidsuitvoering meer autonomie en een grotere beheersverantwoordelijkheid toegekend aan de entiteiten. Van de entiteiten wordt verwacht dat ze aanspreekbaar zijn wat betreft de te behalen resultaten. Deze grotere verantwoordelijkheid vereist een aangepast proces van toezicht en controle: de wijze waarop de organisatie functioneert, moet gekend zijn, inclusief de risico s eigen aan de organisatie. Organisatiebeheersing is een systeem dat het management in staat stelt om de risico s, die het behalen van de doelstellingen bedreigen, te identificeren, te prioritiseren, te analyseren en te beheersen. Alle entiteiten kregen via de beheersovereenkomst de opdracht een systeem van organisatiebeheersing uit te bouwen tegen einde In 2008 voerde het VSAWSE een sterkte-zwakteanalyse uit op basis van de leidraad van interne audit, waarbij de organisatie bekeken werd vanuit een aantal invalshoeken. Risicobeheersingsmaatregelen werden in kaart gebracht en er werd een risicoraamwerk opgemaakt met een voorstel tot prioritisering van een aantal verbeter- of aandachtspunten. Per thema gebeurde een weging van de risico s naar impact en probabiliteit. Op 19 januari 2009 keurde het Directiecomité de uitgewerkte risico-analyse en het daarop gebaseerde voorstel van prioritisering goed. Er werd beslist om de prioritaire acties aan te pakken in 2009 en de minder prioritaire acties in Als prioritair werden een aantal acties opgenomen m.b.t. organisatiestructuur, organisatiecultuur, IT en monitoring. Per thema werd een trekker aangeduid en werd een werkgroep samengesteld. Om de stand van zaken te kunnen opvolgen werd een opvolgfiche opgesteld. Deze fiches beschrijven de mijlpalen, het concrete resultaat en de streefdatum voor iedere tussenstap. Zo werden in 2009 belangrijke stappen gezet in het kader van het monitoren van de doelstellingen van de beheersovereenkomst en het jaaractieplan: het management beschikt over boordtabellen die per kwartaal worden geactualiseerd. Ook de financiële boordtabellen werden verder verfijnd met oog voor de behoeften van de interne klant en tevens werd een draaiboek ter beschikking gesteld. 18

19 3.3 Pilootproject administratieve lastenmeting De Vlaamse regelgeving bevat heel wat administratieve verplichtingen. In sommige gevallen moet er veel informatie verzameld worden of moet bepaalde informatie meerdere keren worden overgemaakt aan verschillende overheidsdiensten. Voor de grote meerderheid van de administratieve verplichtingen zijn de bijhorende administratieve lasten nog niet gemeten. Daarom startte de Vlaamse regering eind 2007 met een pilootproject administratieve lastenmeting. Een aantal beleidsdomeinen, waaronder Werk en Sociale Economie, stapten hierbij in. Het VSAWSE selecteerde drie projecten om prioritair rond te werken: Aanmoedigingspremies: door de burger de mogelijkheid te bieden om een aanvraag online in te dienen en hierbij optimaal gebruik te maken van authentieke gegevens uit bestaande databanken (gegevensdeling) willen we komen tot een maximaal digitaal en geautomatiseerd proces. Dit gaat tevens gepaard met een aanpassing van de aanvraagformulieren voor de premies. Oproepen, opvolging en beheer van elektronische prestatiestaten in het kader van Sociale Economie, beschutte werkplaatsen en klassieke tewerkstellingsprogramma s: door bij een oproep de mogelijkheid te voorzien om online een aanvraag in te dienen, en hierbij gebruik te maken van authentieke bronnen, ontstaat er een sterk vereenvoudigde digitale uitwisseling tussen de Vlaamse overheid en de aanvrager. Verbetering van de dienstverlening: de webportaal bundelt alle beschikbare informatie over het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid. De website wordt in nauwe samenwerking met alle partners binnen het beleidsdomein beheerd. Werk.be zal verder uitgroeien tot een digitaal loket. Jaarlijks wordt er over de voortgang van het actieplan gerapporteerd is de voorziene einddatum van het project. 3.4 E-government De Vlaamse overheid kan nog beter, klantvriendelijker en meer probleemoplossend werken. E-government is een krachtig middel om betere kwaliteit te leveren, procedures te vereenvoudigen en wachttijden terug te dringen. Sinds 2007 zet het VSAWSE sterk in op E-government en ICT. Het project Aanmoedigingspremies online In 2009 is gewerkt aan de in gebruik name van de backoffice van het project Aanmoedigingspremies online. Het aanvragen, beheren en uitbetalen van de aanmoedigingspremies is niet langer een gedeeltelijk manueel proces met beperkte ICT ondersteuning. De nieuwe applicatie verbetert de doorlooptijd van de dossiers aanzienlijk, verhoogt de kwaliteit van afgewerkte dossiers en haalt gegevens op uit externe databanken. Hierdoor moet de burger niet langer zelf officiële attesten bij verschillende diensten opvragen en aan het VSAWSE bezorgen. Vanaf 2010 zal het voor de burger mogelijk zijn om online een premieaanvraag in te dienen. Ook hier zullen gegevens uit externe databanken worden opgehaald zodat het invullen van het online formulier door de aanvrager tot een minimum wordt beperkt. Dit geheel van aanpassingen moet op termijn leiden tot een enorme efficiëntiewinst voor de gehele administratie en een verbeterde dienstverlening naar de klant toe. 19

20 DEEL II: Onze kernresultaten 1. Sociale Economie 1.1 Beschutte Werkplaatsen Een beschutte werkplaats is een tewerkstellingsplaats aangepast aan de noden van personen met een arbeidshandicap die tijdelijk of definitief niet in het normaal economisch circuit terecht kunnen, waarbij personen met een handicap de prioritaire doelgroep vormen. Uiteindelijk doel van de beschutte werkplaats is de tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap met het oog op hun verbeterde integratie in de maatschappij. In Vlaanderen waren er op 31/12/ erkende beschutte werkplaatsen. Een aantal hiervan zijn verenigd in samenwerkingsverbanden. Tabel 3: Beschutte werkplaatsen, ingevulde gesubsidieerde VTE per 31/12 en uitgaven 2009 De economische crisis waarvan de eerste tekenen in het najaar van 2008 al zichtbaar werden, heeft zich voluit verder gezet in Niet alleen de bedrijven in de reguliere economie werden er door getroffen maar ook de sociale economiebedrijven ondergingen er de negatieve gevolgen van. Omdat heel wat beschutte werkplaatsen nauw samen werken met reguliere economiebedrijven meestal in onderaanneming bleven de gevolgen dan ook niet uit. Al vanaf december 2008 moesten heel wat werkplaatsen voor hun doelgroeparbeiders economische werkloosheid inroepen wegens minder opdrachten. Deze evolutie heeft zich verder gezet in 2009 en komt vooral tot uiting in de daling met 8,9% van de gesubsidieerde uren vergeleken met deze van In de ingevulde gesubsidieerde VTE van de doelgroep vindt men deze evolutie niet in dezelfde mate terug omdat voor de berekening van de VTE een andere berekeningsmethode wordt gebruikt. Het aantal VTE verwijst vooral naar de aard van de arbeidsovereenkomsten. De monitoren die de doelgroepmedewerkers op de werkvloer begeleiden en meestal een bediendearbeidsovereenkomst hebben konden echter geen gebruik maken van het economische werkloosheidssysteem. Dit was een verontrustende evolutie omdat de functie als een knelpuntberoep wordt aanzien. Dit betekent dat bij een heropleving van de globale economie de sector van de beschutte werkplaatsen met nog een groter probleem geconfronteerd wordt indien in deze groep ontslagen zouden vallen. Om de tewerkstelling van de monitoren die er werken maximaal te ondersteunen besliste de Vlaamse regering tot de toekenning van een tijdelijke economische herstelsubsidie. Op 13 maart 2009 werd deze maatregel voor de eerste vier maanden van 2009 ingesteld en later nog 2 maal voor vier maanden verlengd tot 31 december

21 Voor veel werknemers met arbeidsovereenkomst voor arbeiders betekent de hoge economische werkloosheid een zwaar inkomensverlies. Niet alleen het maandloon daalt, maar ook naar de berekening van de eindejaarspremie heeft dit negatieve gevolgen. Dagen economische werkloosheid komen niet in aanmerking voor de berekening van de eindejaarspremie. Vanuit de zorg naar het behoud van de koopkracht in dit economisch crisisjaar verbonden de werkgevers er zich toe om de eerste twintig dagen van economische werkloosheid gelijk te stellen voor de berekening voor de berekening van de eindejaarspremie. In het licht van het economisch klimaat ging de sector er van uit dat de werknemers in 2009 meer dan 20 dagen economisch werkloos zouden zijn. Omdat dit te belastend zou zijn voor de werkgevers besliste de Vlaamse regering op 29 mei 2009 tussen te komen vanaf de 21ste tot de 60ste dag in de subsidiëring van de tijdelijke gelijkschakeling van dagen economische werkloosheid voor de berekening van de eindejaarspremie. Deze subsidieperiode liep van 1 januari tot 31 december De financiering van zowel de tijdelijke economische herstelsubsidie als de tijdelijke gelijkschakeling van dagen economische werkloosheid voor de berekening van de eindejaarspremie werd gefinancierd binnen de marges van de begroting 2009 ( ). Ze gebeurde met de gerealiseerde besparing ten gevolge van de daling van de gesubsidieerde uren van de doelgroep. Er werden in het werkjaar 2009 door de beschutte werkplaatsen geen nieuwe aanvragen voor investeringssubsidies ingediend. 21

22 1.2 Sociale Werkplaatsen Sociale werkplaatsen richten zich tot werkzoekenden die minstens 5 jaar inactief zijn, geen diploma hoger secundair onderwijs gehaald hebben en door een cumulatie van persoons- en omgevingsgebonden factoren geen arbeidsplaats in het reguliere arbeidscircuit kunnen verwerven of behouden, maar die onder begeleiding tot het verrichten van arbeid in staat zijn. De tewerkstelling van deze erkende doelgroepwerknemers wordt door het VSAWSE gesubsidieerd via loonsubsidies en omkaderingssubsidies. Tabel 4: Sociale Werkplaatsen, ingevulde gesubsidieerde VTE per 31/12 en uitgaven 2009 Tussen 2007 en 2009 steeg het gemiddelde aantal VTE doelgroepwerknemers met 550 VTE. Het omkaderingspersoneel steeg eveneens gezien de regelgeving vereist dat 5 VTE doelgroepwerknemers begeleid worden door 1 VTE omkaderingspersoneelslid. De nettokostprijs van de maatregel steeg in dezelfde periode met ruim 13 mio euro, onder meer als gevolg van een uitbreiding van het contingent doelgroepwerknemers met 295,1 VTE doelgroepwerknemers:227,1 voor de natuurlijke groei van de werkplaatsen, 18 VTE voor de fietspunten en 50 VTE voor nieuwe niches een uitbreiding van het contingent doelgroepwerknemers met 46 VTE in het kader van MINA een uitbreiding van het contingent doelgroepwerknemers met 34,5 VTE doelgroepwerknemers in het kader van de energiesnoeiers-projecten. 22

23 1.3 Arbeidszorg Arbeidszorg richt zich tot personen die (nog) niet of niet meer kunnen werken in het reguliere of beschermde arbeidscircuit vanwege persoonsgebonden kenmerken zoals psychische instabiliteit, een extreem lage stressbestendigheid, een handicap of een gebrek aan zelfvertrouwen. In een arbeidszorgproject verrichten zij arbeid op een gestructureerde manier binnen een arbeidsmatige setting, maar zonder dat de druk aanwezig is van een betaalde job. Hoewel werken centraal staat binnen arbeidszorg, is ook de zorg voor de persoon steeds zichtbaar aanwezig. De begeleiders in de arbeidszorg besteden dus niet enkel tijd aan werkbegeleiding maar ook aan zorgbegeleiding. In het ideale geval vormt arbeidszorg een opstap naar betaalde arbeid. Arbeidszorg vinden we terug in diverse domeinen zoals in de geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptensector, de sociale werkplaatsen en het algemeen welzijnswerk. Sociale werkplaatsen kunnen aanspraak maken op subsidies voor de omkadering van arbeidszorgmedewerkers. Tabel 5: Arbeidszorg, ingevulde gesubsidieerde VTE per 31/12 en uitgaven

24 1.4 Invoegbedrijven Op 8 september 2000 werd in de Vlaamse Regering het Besluit houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie goedgekeurd. Het besluit verruimde het concept van de invoegbedrijven (die tot dan enkel als experiment bestonden) en creëerde ook een aantal ondersteuningsstructuren die ervoor moesten zorgen dat de sociale economie tot volle bloei kon komen. Begin 2005 werd het hele concept rond de invoegbedrijven geëvalueerd en herbekeken. Midden 2005 trad een nieuwe regelgeving in voege. Naast de tewerkstelling van kansengroepen werd een inhoudelijke focus gelegd op opleiding en begeleiding van de invoegwerknemers en op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Erkenningen Op 31 december 2009 telt Vlaanderen 249 erkende commerciële invoegbedrijven en - afdelingen. De totaal gecreëerde potentiële tewerkstelling voor personen uit de kansengroepen in deze ondernemingen bedraagt voltijds equivalente (VTE) arbeidsplaatsen waarvan ongeveer 43% binnen de dienstenchequesector. Ten opzichte van 2007 en 2008 daalde in 2009 het aantal nieuwe erkenningen. Dit is voor een deel te verklaren doordat in maart 2009 werd beslist om geen dienstenchequebedrijven meer te erkennen als invoegbedrijf. Daarnaast zorgt ook de economische crisis voor een vertraging in de groei waardoor bedrijven hun aanvraag tot erkenning uistellen omdat er geen aanwervingen in het vooruitzicht worden gesteld. Invulling Tabel 6: Invoegbedrijven, ingevulde gesubsidieerde VTE per 31/12 en uitgaven 2009 Voor de twee types invoegbedrijven samen bedroeg het aantal bezette betrekkingen in 2009 gemiddeld VTE. Ten opzichte van 2007 en 2008 is er een lichte daling merkbaar. Hier zijn een aantal verklaringen voor. Enerzijds liep de subsidiëring voor personen die al een aantal jaar in de maatregel zitten, in 2009 af. Dit was het geval voor de eerste lichting invoegwerknemers binnen de dienstenchequebedrijven. Anderzijds komen er in deze bedrijven weinig nieuwe invoegwerknemers bij omdat de aanwervingsperiode van 4 jaar na de erkenning reeds voorbij is en er geen nieuwe erkenningen of uitbreidingen meer kunnen worden aangevraagd. Een andere verklaring vormt ook de economische crisis waardoor er minder nieuwe werknemers werden aangeworven. Het aantal personen dat effectief tewerkgesteld wordt, ligt dus een heel stuk lager dan het potentieel van VTE. De verklaring is meervoudig: 24

25 doordat een aantal van deze plaatsen zijn vervallen omdat de erkenning van het bedrijf al langer dan 4 jaar loopt, blijft er een effectief potentieel aan op dit ogenblik mogelijk ingevulde plaatsen van VTE; voor een aantal personen wordt geen subsidie meer betaald omdat de maximale subsidieperiode voorbij is; andere toegekende arbeidsplaatsen zijn nog niet bezet omdat het aantal toegekende plaatsen gebaseerd is op een prognose van de betrokken bedrijven over de geraamde bijkomende tewerkstelling in de komende 4 jaar. De contingenten van de bedrijven die werden erkend in 2007, 2008 en 2009 zijn bijgevolg nog niet volledig opgenomen. Het totale budget voor de tewerkstelling van invoegwerknemers blijft dalen. Dit blijft enerzijds nog steeds het gevolg van de verlaging van de loonpremie in 2005 die op een steeds groter deel van de invoegwerknemers van toepassing is. Anderzijds stelden we hierboven reeds een lichte daling van het aantal tewerkgestelde invoegwerknemers vast in 2009 ten opzichte van

26 1.5 Lokale diensteneconomie Lokale diensteneconomie vormt de koppeling tussen enerzijds de invulling van lokale dienstverleningsnoden en anderzijds de realisatie van werkgelegenheid voor mensen die moeilijk hun weg vinden naar de arbeidsmarkt. Deze lokale behoeften kunnen ontstaan wanneer de reguliere markt geen of een onvoldoende (aangepast) aanbod voorziet. In opdracht van een lokaal bestuur kan een initiatief in de lokale diensteneconomie een aanbod aanbieden dat aanvullend is op het reguliere aanbod en dat mits intensieve begeleiding een duurzame tewerkstelling creëert. Voorbeelden van aanvullende dienstverlening zijn energiescans, kleine energie- en waterbesparende maatregelen, aanvullende thuishulp zoals poets-, oppas- of karweihulp, een fietspunt waar kleine basisherstellingen aan de fiets gebeuren en het toezicht, onderhoud van een (on)bewaakte fietsstalling wordt opgenomen, groen- en buurtonderhoud in achtergestelde of sociale woonwijken, flexibele en occasionele kinderopvang, De klantendoelgroep zijn voornamelijk personen die omwille van diverse redenen geen gebruik kunnen maken van het reguliere aanbod, zij het omdat het onvoldoende aangepast is, zij het omdat het onbestaande is. Het spreekt voor zich dat het om sociaal zwakkere klanten gaat. Daar waar in 2008 binnen de lokale diensteneconomie een grote overhevelingsgolf gebeurde waarbij tal van experimentele projecten een structurele verankering kregen binnen het decreet lokale diensteneconomie, was 2009 het jaar van de groei. Er waren diverse open en gesloten oproepen voor nieuwe projecten of uitbreiding van bestaande projecten. Het ging daarbij om een: algemene open oproep; oproep buurtgerichte kinderopvang; oproep fietspunten; oproep energiesnoeiers; oproep diensten aanvullende thuiszorg. Tevens werden er ook in 2009 een aantal dossiers overgeheveld naar het decreet lokale diensteneconomie. Dit resulteert in volgende cijfers. Tabel 7: Lokale Diensteneconomie, ingevulde gesubsidieerde VTE en uitgaven per 31/12 26

27 De financiering van de lokale diensteneconomie verloopt volgens het klaverbladmodel. Dit houdt in dat verschillende begunstigden meefinancieren voor een bepaalde dienstverlening. Vanuit de Vlaamse overheid zijn er diverse aanleunende beleidsdomeinen van waaruit er cofinanciering kan zijn: toerisme: onderhoud van wandel-, fiets- en ruiterpaden; welzijn: diensten aanvullende thuiszorg (poets-, oppas-, karweihulp), flexibele en occasionele kinderopvang (gemandateerde voorzieningen en buurtgerichte kinderopvang); sociale huisvesting: huisbewaarders; sport: buurtsportprojecten; leefmilieu: MINA-werkers, energiesnoeiers. Tenslotte zijn er de fietspunten waar de cofinanciering voor fietsparkeerplaatsen (al dan niet bewaakt) en fietsherstel door de NMBS-Holding voorzien wordt. 27

28 28

29 1.6 Fonds Sociale Economie Op 19 juli 2007 werd het Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van het Fonds ter Bevordering van de Sociale Economie in Vlaanderen goedgekeurd. In de periode werden 36 projecten goedgekeurd met een looptijd van maximaal 36 maanden, die de sociale economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen in Vlaanderen bevorderen, voor een totaal bedrag van euro. Op dit ogenblik is er geen budget beschikbaar en kunnen er dus ook geen nieuwe projecten meer worden goedgekeurd binnen het Fonds. Hieronder vindt u een overzicht van de goedgekeurde projecten. Van de 36 goedgekeurde projecten zijn 6 projecten reeds voltooid en zullen de overige projecten in de loop van 2010 en 2011 op hun einde lopen. Tabel 8: Fonds Sociale Economie, Overzicht van de goedgekeurde projecten. 29

30 2. Tewerkstellingsprogramma s 2.1 Klassieke gesco s Veralgemeend Stelsel De klassieke gescoprojecten veralgemeend stelsel zijn ontstaan in de jaren 80 toen het arbeidsmarktbeleid zich toespitste op directe jobcreatie voor werklozen. Deze gescoprojecten waren een reactie tegen de stijgende werkloosheid. Aangezien de meeste gesco s worden tewerkgesteld met een contract van onbepaalde duur waren deze projecten snel volzet en was de budgettaire grens vrij snel bereikt. Bijgevolg kunnen binnen deze maatregel werknemers enkel nog vervangen worden en worden er geen bijkomende arbeidsplaatsen meer gecreëerd. Een specifiek onderdeel van de klassieke gescoprojecten zijn de opleidingsprojecten. Het gaat hier om een 20-tal projecten. De werkgevers moeten aan een aantal specifieke voorwaarden voldoen om opleiders/begeleiders als gesco te kunnen tewerkstellen. Bovenop de loonpremie die de werkgevers ontvangen voor de gesco s hebben zij recht op een opleidingspremie die wordt aangewend als tegemoetkoming in de werkingskosten. in 2009 werd de regelgeving ronde de opleidingsprojecten op een aantal punten gewijzigd. De wijzigingen betreffen voornamelijk het takenpakket, de doelgroep, de uitstroom en de invoering van de acties binnen het opvolgingssysteem van de VDAB. De projecten Buitenschoolse Kinderopvang (BKO) werden opgestart in De bedoeling was om via de toekenning van weerwerkgesco s als begeleid(st)ers de behoefte aan kinderopvang op een kwalitatief hoogstaande manier in te vullen en dit te koppelen aan de tewerkstelling van laaggeschoolde werkzoekende vrouwen als begeleidsters. De succesvolle organische groei van de BKO-projecten diende in te worden ingeperkt om budgettaire redenen. Sindsdien zijn enkel nog uitbreidingsrondes mogelijk in functie van het beschikbare budget. De laatste uitbreidingsronde dateert van BKO-projecten vinden we zowel terug bij lokale besturen (gemeenten en OCMW s) als bij VZW s. Van alle BKO-projecten situeert ongeveer 75% zich bij besturen en ongeveer 25% bij VZW s. Lokale besturen krijgen een loonpremie voor elke weerwerkgesco, VZW s krijgen een loonpremie én hebben daarnaast recht op een omkaderingspremie als tegemoetkoming in de opleidings- en begeleidingskosten. Om praktische redenen vermelden we deze maatregel hier onder punt 2.1. Tabel 9: Klassieke gesco s, ingevulde gesubsidieerde per 31/12 VTE en uitgaven 2009 De daling van het aantal VTE heeft gedeeltelijk te maken met de overheveling van een 100-tal VTE gesco s naar een nieuwe topsportconventie van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM). Het overeenstemmende budget werd eveneens overgeheveld naar het Departement CJSM. De rest van de daling kan te wijten zijn aan de trage vervanging van uit dienst getreden gesco s, bijvoorbeeld doordat werkgevers moeilijk geschikte kandidaten vinden. 30

31 Dat de kostprijs niet evenredig daalt met het aantal VTE heeft te maken met de aanpassing van de gescopremies aan index en anciënniteit. Voor de opleidingsprojecten en BKO-projecten blijft de invulling nagenoeg ongewijzigd. Voor 2010 worden geen trendbreuk verwacht. Een eventuele uitbreidingsronde voor de BKO behoort tot de mogelijkheden, aantallen en budget hiervoor zijn voorlopig nog niet gekend. Hoewel er geen nieuwe gescofuncties meer worden goedgekeurd vraagt het beheer van deze maatregel toch de nodige tijd, er worden elke week vragen tot wijziging aan bestaande projecten ingediend. Het gaat meestal om kwalificatiewijzigingen, overhevelingen en verlengingen van vervangingstermijn. 31

32 2.2 Gesco s lokale en provinciale overheden Begin de jaren 80 werd het stelsel van de contingentgesco s opgestart met als doelstelling een aantal tewerkstellingsmaatregelen te harmoniseren in één maatregel. De filosofie bleef identiek namelijk het creëren van jobs voor werkzoekenden. Gemeenten, OCMW s, intercommunales, provinciebesturen en politiezones hebben elk een contingent van gesubsidieerde contractuelen toegekend gekregen. De laatste jaren hebben een aantal gemeenten een deel van hun gescocontingent ook overgeheveld naar een autonoom gemeentebedrijf (AGB). AGB s werden enkele jaren geleden in de regelgeving opgenomen als mogelijke werkgever van contingentgesco s. Tabel 10: Gesco's lokale en provinciale overheden, ingevulde gesubsidieerde VTE en uitgaven per 31/12 en uitgaven 2009 In 2009 werden voor deze maatregel betaaleenheden geregistreerd. Dit is de som van alle effectief gewerkte of daarmee gelijkgestelde dagen uitgedrukt in voltijdse eenheden. Gezien het gaat om een vast contingent per bestuur met contracten van onbepaalde duur, vinden er enkel vervangingen van gesco s plaats en worden er geen nieuwe bij gecreëerd. Doorheen de jaren ziet men dat het aantal VTE s dan ook vrij constant is. De premiebedragen bij deze maatregel zijn niet onderhevig aan index of anciënniteit. De bezetting en de gemiddelde kostprijs per VTE kan jaarlijks iets schommelen doordat vacante gescofuncties niet dadelijk worden ingevuld of doordat er wijzigingen zijn in de invulling tussen het basiscontingent (aan het hoge premiebedrag) en het bijkomend contingent (aan het lage premiebedrag). De afrekening zal voortaan op een andere manier gebeuren. In plaats van een voorafgaandelijk inspectiebezoek, zullen vanaf 2010, afrekening 2009, de besturen de arbeidscoëfficiënt die wordt gebruikt om het saldo te bepalen, zelf berekenen en bezorgen aan het Agentschap. Achteraf zal de inspectie ter plaatse een controle uitvoeren. Deze nieuwe werkwijze zal vanaf 2010 ook een procedurale en organisatorische aanpassing van de werking binnen het Agentschap vragen. 32

33 2.3 Derde Arbeidscircuit De DAC-projecten werden begin de jaren 80 gelanceerd in de strijd tegen langdurige werkloosheid van vooral laaggeschoolden. Ondertussen zijn de meeste projecten geregulariseerd omdat ze structurele noden in de diensten- en zorgverleningsector invulden. Door de regularisatie kregen de betrokken werknemers een volwaardige arbeidsovereenkomst met alle daaraan verbonden rechten en plichten. De overheidssubsidiëring van de geregulariseerde arbeidsplaatsen gebeurt nu vanuit het functioneel bevoegde beleidsdomein en niet langer vanuit het Vlaams werkgelegenheidsbudget. Tabel 11: DAC, ingevulde gesubsidieerde VTE per 31/12 en uitgaven 2009 Sinds de start van de regularisering in 2001 zijn 5458 VTE geregulariseerd. Er blijft nog een restgroep van ongeveer 700 VTE over. De daling van het aantal tewerkgestelde VTE tegenover vorig jaar is beperkt. Sommige vacante DAC-functies geraken niet snel ingevuld omdat men moeilijk geschikte kandidaten vindt. Dit geldt zeker voor de Brusselse DAC-projecten waar de aanwervingsvoorwaarden (nl. 2 jaar UVW in de laatste vier jaar) zwaar zijn. De gemiddelde kostprijs per VTE stijgt licht door de aanpassing van het loon van de DAC ers aan index en anciënniteit. 33

34 2.4 Werkervaringsprojecten Werkervaringsprojecten bieden laaggeschoolde langdurig werklozen (minstens 24 maanden) werkervaring aan voor een periode van 12 maanden. Op deze manier wordt een brug gevormd tussen een lange periode van werkloosheid en een nieuwe periode van tewerkstelling binnen de reguliere arbeidsmarkt. Op 10 juli 2008 werd door de Vlaamse Regering het nieuwe besluit betreffende werkervaring goedgekeurd. Het besluit kadert in de voortdurende inspanningen om meer mensen uit de kansengroepen aan de slag te helpen. De belangrijkste nieuwigheid is dat iedere deelnemer aan het werkervaringsprogramma een evenwaardige begeleiding zal krijgen en dit ongeacht de organisatie waar de werkervaring plaats vindt. Tijdens de eerste helft van de werkervaring zal de opleiding en begeleiding vooral gericht zijn op competentieversterking. In de tweede helft ligt de nadruk op de effectieve uitstroom naar werk. De nieuwe regeling geldt voor de doelgroepwerknemers die vanaf 1 januari 2009 het werkervaringsprogramma aanvatten. Iedere werkervaringspromotor biedt de werkervaringsmodule aan: het aanbieden van een begeleide werkervaring aan de toegeleide en gescreende werkzoekenden het optreden als werkgever van deze werkzoekenden het aanbieden van een kwaliteitsvolle begeleiding op de werkvloer het ingaan op elk aanbod om de competenties van de werkzoekende te versterken gaande van versterking van basiscompetenties, het aanbieden van specifieke technische competenties (vb via externe werkervaringsplaatsen) tot competenties gericht op het ondersteunen van de zoektocht op de arbeidsmarkt (vb sollicitatietraining en opleiding). Een leerwerkbedrijf biedt zowel de werkervaringsmodule als de inschakelingsmodule aan. Inschakeling houdt de verantwoordelijkheid in voor de uitstroom naar werk. Dit vertaalt zich ondermeer in: het ondersteunen van de opmaak van een portfolio van de werkervaring (met begin en uitstroomprofiel) incluis validering van de verworven competenties aan het einde van het traject het aanbieden van een algemene vorming (waaronder NT2, en ICT-vaardigheden en sociale vaardigheden) het aanbieden van een voldoende en gediversifieerd aanbod aan externe werkplekken aangepast aan de sociaal-economische noden van de regio het organiseren van individuele nazorgtrajecten gericht op duurzame uitstroom. Leerwerkbedrijven kunnen een belangrijke rol spelen bij het begeleiden van de kwetsbaarste groep van werkzoekenden. Om voor deze groep bevredigende uitstroomresultaten te boeken is logischerwijze een intensievere begeleiding nodig. De combinatie van werkervaring en inschakeling bij dezelfde promotor maakt dit mogelijk. Van een leerwerkbedrijf wordt daarom verwacht dat het zich verbindt om van de door VDAB toegeleide werkzoekenden de personen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt op te nemen in de eigen werkervaringsprojecten Het is belangrijk dat alle werkzoekenden die het werkervaringsprogramma volgen, kunnen genieten van de hoge graad van ervaring inzake begeleiding die binnen de leerwerkbedrijven aanwezig is. Daarom moet een leerwerkbedrijf zich verbinden tot het begeleiden van minimaal 40 vte deelnemers die tewerkgesteld zijn bij andere promotoren en minimaal 40 vte deelnemers die bij het leerwerkbedrijf zelf zijn tewerkgesteld. Zo wordt meteen ook schaalvergroting aangemoedigd. De leerwerkbedrijven staan vanaf 2009 in voor de inschakelingsmodule die gericht is op de versterking van de generieke competenties van de werkzoekende met het oog op uitstroom naar werk. De Vlaamse Regering wil immers de uitstroom naar werk van de deelnemers aan het werkervaringsprogramma verhogen van 50% naar 60%. 34

35 Financiering De werkervaringspromotor ontvangt enerzijds een loonpremie en anderzijds een omkaderingspremie. Het leerwerkbedrijf ontvangt volgende subsidies: de loonpremie, de omkaderingspremie, de aanvullende omkaderingspremie, de inschakelingsvergoeding en de nazorgvergoeding. Met het Besluit van 30 januari 2009 werden de bedragen van de loonpremie substantieel verhoogd en wordt voorzien dat het bedrag van de aanvullende omkaderingspremie, de inschakelingsvergoeding en de nazorgvergoeding op dezelfde wijze en in dezelfde mate zal evolueren als de gezondheidsindex. Ook de loon- en omkaderingspremies werden veralgemeend geïndexeerd, terwijl dit in het verleden enkel voor bepaalde categorieën van werkgevers het geval was. Bijkomende administratieve werklast Gezien de éénloketfunctie voor het aanvragen, de behandeling en de subsidiëring van de projecten worden zowel de Vlaamse als Europese middelen beheerd binnen het VSAWSE. Dit is een bijkomende administratieve werklast voor het VSAWSE. Het VSAWSE treedt op als enige promotor voor het indienen van een subsidieaanvraag bij het ESF-agentschap en zal haar dossier dienen te verantwoorden t.a.v. het ESF-agentschap door middel van periodieke rapportering inzake het gebruik en de toewijzing van deze Europese middelen. De promotoren worden vanaf 2009 jaarlijks geëvalueerd door het VSAWSE. Na vier jaar vindt een eindevaluatie plaats. De jaarlijkse evaluatie door het VSAWSE zal minstens betrekking hebben op de toepassing van de regelgeving, de besteding van de middelen en de naleving van de subsidievoorwaarden. Daarnaast wordt rekening gehouden met de evaluaties die het VSAWSE jaarlijks ontvangt van de VDAB. De jaarlijkse evaluatie resulteert in een advies aan de minister bevoegd voor Werk. Op basis van dit advies kan de minister beslissen om de subsidiering van een promotor te verminderen of te beëindigen. De minister kan de promotor ook vragen om met het oog op het behoud van de subsidiëring bijsturingen te doen. Na afloop van de termijn van vier jaar wordt een eindevaluatie gemaakt. Het VSAWSE geeft aan de minister bevoegd voor Werk een advies over verlenging of beëindiging van de subsidiëring. Invulling Tabel 12: Werkervaring, ingevulde gesubsidieerde VTE per 31/12 en uitgaven 2009 In 2009 waren er VTE tewerkgesteld binnen werkervaring kunnen we beschouwen als een overgangsjaar tussen het oude wep-plus stelsel en het nieuwe werkervaringsstelsel. De 35

36 oude wep-plusprojecten zijn uitdovend vanaf Doelgroepwerknemers die nog in 2008 werden aangeworven volgens het oude systeem blijven tewerkgesteld tot het einde van hun contract, maar nieuwe doelgroepwerknemers kunnen vanaf 1/1/2009 enkel worden aangeworven binnen de nieuwe werkervaringsprojecten. Eind 2008 werden in totaal 345 nieuwe werkervaringsprojecten goedgekeurd voor een totaal van 2.597,6 VE. De overgrote meerderheid van de doelgroepwerknemers in 2009 vinden we terug binnen het nieuwe stelsel (Werkervaring of Gesco-Werkervaring). In vergelijking met 2007 en 2008 zien we een status quo van het aantal doelgroepwerknemers. Gelet op de overgang tussen het oude en het nieuwe systeem in 2009 verwachten we dat het nieuwe werkervaringsstelsel pas in de loop van 2010 op kruissnelheid zal draaien. 36

37 3. Arbeidskaarten en Arbeidsvergunningen 3.1 Algemeen De voorwaarden waaronder arbeidskaarten en -vergunningen in België worden toegekend, wordt opgelegd door de federale overheid. De materiële toekenning en aflevering van deze arbeidskaarten en -vergunningen werd echter overgedragen aan de Gewesten. Voor het Vlaamse Gewest wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de Dienst Migratie en Arbeidsbemiddeling van het. Een buitenlandse werknemer kan in België arbeid in loondienst verrichten indien hij voorafgaand over een arbeidskaart beschikt. Er zijn 3 soorten arbeidskaarten: De arbeidskaart A voor gelijk welk beroep in loondienst bij om het even welke werkgever en dit voor een onbepaalde duur. Een arbeidskaart A kan slechts worden toegekend aan sommige categorieën van buitenlandse werknemers die al meerdere jaren in België hebben gewerkt met een arbeidskaart B. De arbeidskaart B voor één bepaald beroep in loondienst bij één welbepaalde werkgever die hiertoe vooraf een arbeidsvergunning heeft bekomen voor een bepaalde periode van maximum 12 maanden. Ze kunnen eventueel onder bepaalde voorwaarden worden verlengd. De arbeidskaart C voor gelijk welk beroep in loondienst bij om het even welke werkgever voor een bepaalde duur. Voor de arbeidskaart C komen in principe enkel die buitenlanders in aanmerking die in België mogen verblijven om andere dan tewerkstellingsredenen (bijvoorbeeld in het kader van gezinshereniging, als student, kandidaat-vluchteling, humanitaire redenen, samenwonenden op grond van een duurzame relatie, ). De arbeidskaart C kan onder bepaalde voorwaarden worden hernieuwd. De arbeidskaarten A en C moeten worden aangevraagd door de betrokken buitenlanders zelf. Ze moeten hiertoe een aanvraagdossier indienen bij de bevoegde overheid van hun woonplaats. De arbeidskaart B wordt door de migratiedienst afgeleverd telkens er een arbeidsvergunning wordt toegekend aan een werkgever. De werkgever die een buitenlandse werknemer op Belgisch grondgebied wil tewerkstellen moet voorafgaand over een arbeidsvergunning beschikken. De werkgever moet hiertoe een aanvraagdossier indienen bij de bevoegde overheid die bevoegd is voor de regio waar de tewerkstelling zal plaatsvinden. De arbeidsvergunning wordt toegekend voor een periode van maximum twaalf maanden, maar is in principe verlengbaar. Figuur 3: Evolutie aantal aanvragen en afgeleverde arbeidsvergunningen, Vlaams Gewest,

38 Tabel 13: Evolutie behandelde arbeidskaarten en arbeidsvergunningen volgens soort, Vlaams Gewest,

39 3.2 Arbeidskaart A Jaarlijks wordt slechts een gering aantal arbeidskaarten A uitgereikt. In 2009 was dit niet anders: 23 op een totaal van arbeidskaarten. Dit wordt verklaard door het gegeven dat werknemers, op het ogenblik dat zij in aanmerking zouden komen voor een arbeidskaart A, op basis van hun verblijfssituatie (onbeperkt verblijfsrecht) al vrijgesteld zijn van het bezit van een arbeidskaart. Dit type van arbeidskaart zou dan eventueel ook afgeschaft kunnen worden. Dit zou niet enkel een administratieve vereenvoudiging zijn, maar tevens tegemoetkomen aan de wensen van de Europese regelgeving. 39

40 3.3 Arbeidskaart B De substantiële stijging van het aantal arbeidskaarten B die in 2005 werd ingezet (7.564), kende in 2006 en 2007 een exponentieel vervolg met telkens een verdubbeling van het aantal toegekende kaarten en vergunningen ten opzichte van het voorgaande jaar (respectievelijk en ). Dit aantal bereikte in 2008 zijn toppunt (40.175). In 2009 kromp het aantal uitgereikte arbeidskaarten B sterk met bijna de helft (21.485). De daling van het aantal arbeidskaarten B is praktisch uitsluitend toe te schrijven aan de vrijstelling van de grootste groep van nieuwe EU-werknemers die via het systeem van de knelpuntberoepen -regeling tot onze arbeidsmarkt werden toegelaten. Het ging om onderdanen uit Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië. Zij zijn sinds 1 mei 2009 vrijgesteld van arbeidskaarten. Enkel Bulgarije en Roemenië (laatst toegetreden EU-lidstaten, op 1 januari 2007) zorgen nu nog voor een instroom. Ook in de meeste andere categorieën van buitenlandse werknemers met een arbeidskaart B ziet men in 2009 eerder een stagnering tot zelfs een terugval. Onderdanen uit de nieuwe EU-lidstaten Daar waar vorig jaar nog arbeidskaarten B werden uitgereikt aan nieuwe EUonderdanen, is hun aantal nu meer dan gehalveerd tot Het grootste gedeelte hiervan wordt aan Roemenen toegekend (6.333), slechts half zoveel aan Bulgaren (3.134). Het grote aantal arbeidskaarten dat aan Polen (5.389) werd toegekend, dateert van voor 1 mei Een groot deel van die Poolse arbeidskaarten verloor hun betekenis bij de vrijstelling vanaf 1 mei. De sector seizoen- en gelegenheidswerk is de grootste gebruiker van de knelpuntberoepenregeling. Hiervan werden er toelatingen verstrekt voor de tuinbouwsector. De toelatingen buiten de tuinbouw hadden zoals vorige jaren betrekking op alle andere sectoren, voornamelijk op de bouwsector, transporteurs en de voedingssector. Binnen de bouwsector gaat het voornamelijk om metsers, vloerders, stukadoors, timmermannen en schrijnwerkers. Het gaat hier echter zeker niet om de door de Vlaamse Confederatie Bouw vooropgestelde aantallen. Toch kan niet ontkend worden dat de nieuwe EU-onderdanen manifest aanwezig zijn in deze sector. Hooggeschoolden en leidinggevenden Het aantal hooggeschoolden daalt met meer dan 20% terug tot arbeidsmarkten. Het aantal leidinggevenden vermindert met 10% tot arbeidskaarten. Er zijn opvallend minder nieuwe buitenlandse werknemers in deze categorieën (de hernieuwde arbeidskaarten stagneren). De terugval is te wijten aan de wereldwijde economische malaise die duidelijk gevolgen heeft op het aanwerven en/of aantrekken van buitenlandse werknemers. Het blijven nog steeds Indiërs, Japanners en Amerikanen die in deze beide categorieën het aantal arbeidskaarten beheersen. Gezinshereniging Arbeidskaarten in het kader van gezinshereniging worden toegekend aan personen die zich komen vestigen bij hun echtgenoot (of ouders) van wie het recht op verblijf beperkt is tot hun zelfstandige activiteit of hun activiteit in loondienst. Ook personen die zich komen vestigen bij hun echtgenoot (of ouders) die vrijgesteld zijn van het bezit van een arbeidskaart komen in aanmerking. Deze categorie is vooral te linken aan de nieuwe EU-onderdanen. Daar waar het aantal arbeidskaarten voor EU-onderdanen halveerde, daalt het aantal gezinsherenigers slechts met 15%. Dit zou eventueel kunnen duiden op het feit dat de reeds vrijgestelde nieuwe EUonderdanen minder (tewerkgestelde) gezinsherenigers bij zich hadden, in vergelijking met de Bulgaren en de Roemenen. 40

41 Au pairs De au pairs vormen een buitenbeentje in de regelgeving op het gebied van tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Een au pair is een jongere die tijdelijk in een gastgezin wordt opgenomen waar hij kost en inwoning geniet in ruil voor lichte huishoudelijke taken, het vervolmaken van zijn taalkennis en het verruimen van zijn algemene ontwikkeling. In 2009 werd opnieuw een groot deel arbeidskaarten B aan Filippijnse jongeren toegekend (86 van de 311). Daarna komen de Oekraïnse (28), de Peruviaanse (25), de Indonesische (21), de Braziliaanse (20) en de Russische (20). Het is duidelijk dat het au pair statuut opnieuw in de lift zit. Ten opzichte van 2001 is het aantal au pairs verzesvoudigd (van 51 in 2001 naar 311 in 2009). Nochtans houdt de Dienst migratie al jaren een pleidooi voor de afschaffing van dit systeem. Het belangrijkste aspect zou de culturele vorming en de taalverrijking moeten zijn. De toegenomen commercialisering via internet en au pair bureaus allerhande wijst er echter op dat voor beide partijen de lichte huishoudelijke taken en het maandelijkse zakgeld vaak de enige redenen zijn waarom voor dit statuut gekozen wordt. Misbruiken van het statuut zijn legio. Omdat de tewerkstelling van de au pairs zich bijna uitsluitend afspeelt in de privé-woning van het gastgezin, is controle door inspectiediensten moeilijk. Derdelanders Onderdanen van een staat die geen deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte (zogeheten derdelanders ) die de verblijfsstatus van langdurig ingezeten onderdaan in een andere lidstaat van de Europese Unie verkregen hebben, krijgen beperkte toegang tot de Belgische arbeidsmarkt. In eerste instantie worden ze enkel toegelaten voor een tewerkstelling in een knelpuntberoep. Na een eerste tewerkstelling gedurende 12 maanden in een knelpuntberoep zullen zij ook in aanmerking kunnen komen voor een tewerkstelling in een niet-knelpuntberoep. Deze regeling geldt zolang de overgangsmaatregelen ten aanzien van onderdanen uit de nieuwe EU-lidstaten (Bulgarije en Roemenië) van toepassing blijven (31 december 2011). Ondanks het grote aantal vragen tot informatie en aanvragen voor tewerkstelling van langdurig ingezetenen, blijft het aantal arbeidskaarten in dit eerste jaar vrij beperkt tot 136. In 2009 betreft het voornamelijk Marokkanen die het statuut van langdurig ingezetene in Spanje bekomen hebben. 41

42 3.4 Arbeidskaart C De arbeidskaart C wordt toegekend aan personen die om een andere reden dan werk een verblijfsvergunning in België bekwamen: studieredenen, kandidaat-vluchtelingen, gezinshereniging, samenwonenden op grond van een duurzame relatie, humanitaire redenen, Tijdelijk verblijf met Bewijs van Inschrijving in het Vreemdelingenregister Personen in het statuut tijdelijk verblijf met Bewijs van Inschrijving in het Vreemdelingenregister zijn ondermeer personen die op basis van een aanvraag tot regularisatie een tijdelijk verblijfsrecht bekwamen en waarbij een verlenging van de verblijfsvergunning afhankelijk gemaakt werd van het hebben van werk. Het aantal goedkeuringen is de laatste jaren enorm gestegen (2.430 in 2006, in 2007, in 2008), wat wijst op een verhoging van het aantal regularisaties op die basis. Ook in 2009 is er een -zij het zeer minieme- stijging tot arbeidskaarten. Studenten Het aantal arbeidskaarten C voor niet EER-studenten blijft vrij constant, zij het dat in 2009 een lichte daling in het aantal op te merken valt: in 2009, ten opzichte van in 2007 en in Gezinshereniging Het aantal gezinsherenigers blijft een sterke groei kennen: van 740 in 2007, over 967 in 2008, tot in Deze groep bestaat voornamelijk uit partners, kinderen en ouders van erkende vluchtelingen, van personen wier verblijf werd geregulariseerd en van personen in het bezit van een vestigingsvergunning. Kandidaat-vluchtelingen Bij kandidaat-vluchtelingen stellen we een duidelijke daling vast van het aantal toegekende arbeidskaarten C (van in 2007, over in 2008, tot 855 in 2009). Sinds 1 juni 2007 komen nieuwe asielaanvragers, mede ingevolge de nieuwe asielwetgeving, niet meer in aanmerking voor het bekomen van een arbeidskaart. Hierin komt pas verandering als het aanvullend Koninklijk Besluit van 22 december 2009 in het Staatsblad verschijnt op 12 januari De voorwaarden waaraan kandidaat-vluchtelingen moeten voldoen om een arbeidskaart C te verkrijgen, worden hiermee uitgebreid. Samenwonenden Door de bevoegde federale minister van werk werd op 17 november 2008 een omzendbrief ondertekend met betrekking tot de inhoud en betekenis die aan het begrip echtgenoot moet worden gegeven in de tewerkstellingsreglementering voor buitenlandse werknemers, teneinde samenwonenden gelijk te stellen met de echtgenoot. Heel wat samenwonenden, die voorheen een arbeidskaart C bekwamen, zijn nu binnen deze context vrijgesteld van arbeidskaarten. Vandaar dan ook de enorme terugval van het aantal arbeidskaarten C in deze categorie tot slechts tien procent van het voorgaande jaar (138 in 2009 ten opzichte van in 2007 en in 2008). 42

43 3.5 Werkprocessen De daling van het aantal arbeidskaarten zijn een gevolg van een verminderd aantal aanvragen, die op hun beurt te wijten zijn aan verschillende factoren, waaronder: het vrijstellen van de grote groep nieuwe EU-onderdanen vanaf 1 mei 2009; de wereldwijde economische malaise; de nieuw vrijgestelde categorie van samenwonenden; Minder aanvragen betekent een verlaagd aantal te verwerken dossiers, waardoor op dat vlak de werkdruk aanzienlijk daalde. Ondanks het verlaagde aantal aanvragen blijven evenwel de direct cliëntgerichte activiteiten evenveel aandacht en inzet vergen. Het aantal bezoekers in de klantenkantoren blijven op eenzelfde niveau en ook de andere informatievragen blijven toestromen zowel per telefoon als per . Tijdens de tweede helft van het jaar 2009 werd de nieuwe regularisatieronde voor sans-papiers in regelgeving en richtlijnen gegoten door de politieke verantwoordelijken. Illegalen kunnen tussen 15 september en 15 december 2009 een aanvraag tot regularisatie op basis van duurzame lokale verankering indienen. Eén specifieke categorie dient haar regularisatie op basis van tewerkstelling met een arbeidskaart-b tot stand te brengen. De tools en werkwijzen voor het behandelen van de regularisatieaanvragen (voor het bekomen van een arbeidskaart-b) komen pas op het einde van het jaar ter beschikking voor de dienst Migratie. Een eerste handvol dergelijke aanvragen sijpelen de laatste maanden van 2009 binnen, maar de procedure zal pas begin 2010 effectief op gang komen. Welke impact op de werklast dit zal hebben, is koffiedik kijken. In de media circuleren berichten en uitspraken van duizenden dossiers, maar voorlopig zal het zo geen storm lopen. 43

44 4. Private Arbeidsbemiddeling 4.1 Algemeen Vennootschappen, verenigingen en zelfstandige personen die in het Vlaamse Gewest activiteiten willen uitvoeren zoals: uitzendarbeid, werving, selectie, outplacement executive search, headhunting bemiddeling van artiesten of sportlui het verspreiden van vacatures via websites en andere mediakanalen moeten daarvoor een erkenning aanvragen bij het VSAWSE. Eind 2009 waren er bureaus voor private arbeidsbemiddeling of 11% meer dan in Het aandeel nieuwe bureaus daalde lichtjes van 153 in 2008 naar 148 in bureaus werden erkend voor bijkomende activiteiten. In 2009 werden de erkenningen van 24 bureaus geschrapt en van 2 bureaus ingetrokken. Erkenningen worden geschrapt naar aanleiding van de stopzetting van de (bemiddeling)activiteiten, de vereffening, de verkoop van het handelsfonds, een fusie of faillissement. De intrekking is een sanctie voor het niet respecteren van de reglementaire bepalingen inzake private arbeidsbemiddeling. Tabel 14: Aantal bureaus private arbeidsbemiddeling volgens erkenningstatus, Vlaams Gewest, per 31 december Het gemiddelde aantal erkenningen per bureau bleef de voorbije 2 jaren ongewijzigd op 1,5. Sinds het decreet van 13 april 1999 krijgt een bureau in geval van erkenning standaard de algemene erkenning voor werving en selectie. Dit betekent dat wanneer een bureau een erkenning voor outplacement- en of uitzendactiviteiten vraagt en het voldoet aan de erkenningsvoorwaarden met betrekking tot deze activiteiten het een erkenning krijgt als bureau voor Private Arbeidsbemiddeling met inbegrip van outplacement- en of uitzendactiviteiten. Er zijn 117 bureaus zonder de basiserkenning voor werving en selectie. Onder deze bureaus, die voor de toepassing van het decreet van 13 april 1999 hun erkenning kregen, zijn er 95 artiestenbureaus, 17 uitzendbureaus en 5 outplacementbureaus. Iets meer dan 40% van de nieuw erkende bureaus of 61 van 148 zijn alleen erkend voor werving en selectie. Het aantal erkende uitzendbureaus nam, wellicht ten gevolge van de economische crisis, slechts met 7% toe terwijl dat in 2008 ruim 12% was opzichte van Ruim 62% van de toegekende erkenningen in 2009 hebben betrekking op werving en selectie. De artiestenbureaus vertegenwoordigen 14% (33 erkenningen) en op de derde plaats staan de erkenningen voor outplacement met 10% (24 erkenningen). De federale en Vlaamse subsidies voor outplacement en de verplichte deelname eraan voor 45-plussers verklaart de toename 44

45 van de aanvragen voor erkenning als outplacementbureau. Ook in de toekomst zal het aantal outplacementbureaus wellicht blijven groeien. 4.2 Nieuw decreet In januari 2010 zal de parlementaire procedure tot wijziging van het decreet van 13 april 1999 kunnen gestart worden. De wijziging van de erkenningsregelgeving is nodig omwille van de EUdienstenrichtlijn die het vrij verkeer van diensten, waaronder de bureaus voor de private arbeidsbemiddeling vallen (met uitzondering van de uitzendbureaus). 45

46 5. Aanmoedigingspremies Werknemers die een loopbaanonderbreking of tijdskrediet opnemen kunnen onder bepaalde voorwaarden bovenop de federale uitkering een bijkomende aanmoedigingspremie ontvangen van de Vlaamse overheid. De premie voor werknemers van ondernemingen in moeilijkheden die minder gaan werken is voor de periode van 20 maart 2009 tot en met 31 december 2010 vervangen door de overbruggingspremie. Het staat in voor het beheer en de betaling van deze premies. In het Vlaamse Gewest gebeurt de toekenning van de aanmoedigingspremie volgens de sector waarin de aanvrager werkt: de openbare, de privé of de social-profitsector. Per sector zijn er specifieke voorwaarden, premiebedragen en termijnen vastgelegd. Tabel 15: Aantal gunstige beslissingen aanmoedigingspremies naar jaar en sector 46

47 5.1 Globale cijfers aanmoedigingspremies In 2009 vroegen werknemers een Vlaamse aanmoedigingspremie aan. Dit waren er 38% meer dan in Parallel met het aantal aanvragen stijgt ook het aantal premieontvangers in 2009 sterk ten opzichte van 2008: van naar , een stijging met 38%. Deze forse stijging van het aantal aanvragen en toekenningen heeft vooral te maken met de overbruggingspremie. 5.2 Aanmoedigingspremies in de openbare sector De toekenning van de Vlaamse aanmoedigingspremies aan de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en van het Nederlandstalig onderwijs die loopbaanonderbreking opnemen, wordt geregeld door het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 januari 1999). De maandelijkse brutopremie varieert tussen 49,58 euro en 123,95 euro in functie van het onderbrekingspercentage en de arbeidsregeling waarin de werknemer tewerkgesteld was. De aanmoedigingspremie kan gedurende maximaal 2 jaar worden toegekend. Deze maandelijkse premiebedragen kunnen worden verdubbeld voor de periode dat het personeelslid tijdens de loopbaanonderbreking een opleiding volgt. In 2009 werden er premies toegekend. Dit is een lichte daling van 5% ten opzichte van Het aandeel werknemers die 4/5e werken is nog steeds goed voor 35% van het totaal. Ruim 81% van de premieontvangers zijn vrouwen. Vooral onder de leeftijd van 36 jaar maken veel meer vrouwen dan mannen gebruik van het systeem. Tot de leeftijd van 45 jaar maken zij nog 80% uit van de premieontvangers. Boven de 45 jaar neemt het procentuele aandeel mannen toe. Vanaf de leeftijd van 56 jaar liggen de man-vrouw percentages veel dichter bij elkaar en dat is wellicht te wijten aan het feit dat vrouwen op deze leeftijd niet meer thuis blijven voor de kinderen, vaak al overgestapt zijn naar definitieve arbeidsduurvermindering en / of op (vervroegd) pensioen zijn gegaan. Ruim 3% van de loopbaanonderbrekers volgde een erkende opleiding. 5.3 Aanmoedigingspremies in de privé-sector De toekenning van aanmoedigingspremies aan werknemers uit de privé-sector wordt geregeld door het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 houdende hervorming van het stelsel van de aanmoedigingspremies in de privé-sector. Op Vlaams niveau zijn er voor de privé-sector vijf modules van aanmoedigingspremies mogelijk: opleidingskrediet voor de werknemer die een tijdskrediet opneemt om een opleiding te volgen zorgkrediet voor de werknemer die een thematisch verlof opneemt (ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand of verlof voor palliatieve zorgen) tijdskrediet om zorg te verlenen aan: o een kind ten laste dat jonger is dan 8 jaar o een moeder/vader ouder dan 70 jaar o een zwaar ziek familielid o een persoon die ongeneeslijk ziek is de aanmoedigingspremie voor werknemers van ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering die in het kader van een herstructureringsplan hun arbeidsduur verminderen (tijdelijk vervangen door overbruggingspremie) Volgens het besluit kunnen de werknemers aanspraak maken op de aanmoedigingspremie wanneer hun sector of onderneming hierover een akkoord of toetredingsakte sloot. Bij afwezigheid van dergelijk akkoord geldt de zogenaamde suppletieve regeling: 47

48 de aanmoedigingspremie bij opleidingskrediet voor het volgen van tweedekansonderwijs de aanmoedigingspremie bij zorgkrediet voor een thematisch verlof de aanmoedigingspremie voor gewoon tijdskrediet voor het verstrekken van palliatieve zorgen of het verlenen van bijstand of verzorging aan een ziek familielid In 2009 werden er premies toegekend. Dit is een stijging van bijna 25% ten opzichte van Dit is deels te verklaren doordat ondernemingen in crisistijd hun werknemers aanmoedigen om tijdskrediet op te nemen. Net als de voorgaande jaren heeft 98% van de goedgekeurde aanmoedigingspremies in de privé-sector betrekking op een vorm van zorgkrediet. Het aantal mannelijke premieaanvragers neemt jaar na jaar lichtjes toe. In 2009 maken de mannen 32% van de begunstigden uit terwijl dit 27% was in Naarmate de leeftijd stijgt, wordt het aandeel mannen belangrijker. De verdeling man-vrouw is fiftyfifty in de groep van 51 tot 55 jaar. Alleen in de groep tussen 56 en 65 jaar zijn de mannen in de meerderheid met 55% ten opzichte van 45% vrouwen. 5.4 Aanmoedigingspremies in de Vlaamse socialprofitsector In het Vlaamse Gewest werd in 2001 een apart stelsel van aanmoedigingpremies opgestart om de tewerkstelling in de social-profitsector aantrekkelijker te maken. De premiebedragen zijn aanzienlijk hoger dan deze in de privé-sector. Maar tegelijk zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een aanmoedigingspremie in de social profit sector strikter. Het stelsel telt 5 krediettypes: het zorgkrediet voor de werknemer die een thematisch verlof opneemt (ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand of verlof voor palliatieve zorgen) het loopbaankrediet voor de werknemer die meer dan 5 jaar in de sector werkt en volledige loopbaanonderbreking neemt de landingsbanen voor 50-plussers die tot de pensioenleeftijd hun arbeidsduur verminderen het opleidingskrediet voor wie tijdskrediet neemt om een erkende opleiding te volgen steun voor wie zijn arbeidsduur moet verminderen in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering In 2009 werden er premies toegekend. Dit is bijna 15 % meer dan in % van de goedgekeurde aanmoedigingspremies in de social-profitsector betreft een zorgkrediet. Dit is minder in vergelijking met de privé-sector (98%) aangezien in de socialprofitsector ook premies voor een landingsbaan en loopbaankrediet kunnen toegekend worden. In tegenstelling tot de private sector blijft het aandeel mannen in de social-profitsector beperkt tot 18%. Dit is vooral te verklaren door het feit dat deze sector globaal gezien minder mannen tewerkstelt. In de social-profit sector vertegenwoordigen de begunstigden tussen 26 en 35 jaar bijna 50% van de premieontvangers. 5.5 Overbruggingspremie De aanmoedigingspremie voor werknemers van een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering is tijdelijk vervangen door de overbruggingspremie (van 20 maart 2009 tem 31 december 2010). Werknemers die minder gaan werken in het kader van een plan dat door de onderneming wordt opgesteld, kunnen hiervoor een premie krijgen. De bedoeling van deze tijdelijke 48

49 maatregel, is om werknemers minder te laten werken, waardoor ondernemingen minder snel overgaan tot ontslagen. De ondernemingen moeten oa een substantiële daling van minimum 20% van de omzet of de productie in één van de vier kwartalen voorafgaand aan de arbeidsduurvermindering ten opzichte van hetzelfde kwartaal van het jaar voordien, kunnen aantonen. De maandelijkse brutopremie varieert tussen 135,71 euro en 492,85 euro afhankelijk van het percentage van de arbeidsduurvermindering. Voor 365 ondernemingen werd in 2009 de aanvraag goedgekeurd. 119 van deze ondernemingen hebben reeds een verlenging gekregen. Het gaat om individueel goedgekeurde dossiers. Met 57% is de vermindering met 1/5 het meest voorkomende, met slechts 1,8% is halftijds gaan werken het minst populair. Werknemers die hun arbeidstijd met minstens 20% verminderen, kunnen een verhoogde premie krijgen als ze een erkende opleiding volgen. Ruim 500 personen hebben hiervan gebruik gemaakt in 2009, dit is amper 4% van alle werknemers die een overbruggingspremie ontvangen. 49

50 6. Ervaringsbewijs Het Ervaringsbewijs richt zich tot werknemers en werkzoekenden die wel de nodige competenties hebben om een specifiek beroep in de praktijk uit te oefenen, maar dat niet met officiële documenten of diploma s kunnen aantonen. Het Ervaringsbewijs is een officieel document van de Vlaamse Overheid waarmee de kandidaat kan bewijzen een bepaald beroep in de praktijk uit te kunnen oefenen. Indien mensen slagen voor de praktijkproef/test, maakt het erkende testcentrum een positief advies over aan de Erkenninginstantie (VSAWSE), die dan het Ervaringsbewijs aflevert. Als mensen niet slagen voor een praktijkproef/test, bekijkt het testcentrum samen met hen waar de knelpunten liggen en hoe die bijgewerkt kunnen worden door bijvoorbeeld het volgen van een bijkomende opleiding. Het aantal beroepen waarvoor men een Ervaringsbewijs kan behalen werd in de loop van 2009 stelselmatig uitgebreid van 26 naar 48. Tabel 16: Overzicht aantal uitgereikte Ervaringsbewijzen, Vlaams Gewest, 2009 (*) Het Ervaringsbewijs werd op 12 september 2006 gelanceerd. In 2009 werden 990 Ervaringsbewijzen uitgereikt. Dit is voor het tweede jaar op rij een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande jaar (in 2009 werden nl. meer dan dubbel zoveel Ervaringsbewijzen uitgereikt dan in 2008 en in 2008 werden dubbel zoveel Ervaringsbewijzen uitgereikt dan in 2007). Sinds de lancering van het Ervaringsbewijs op 12 september 2006 werden er in totaal al Ervaringsbewijzen uitgereikt. Koplopers in 2009 zijn de Ervaringsbewijzen begeleider buitenschoolse kinderopvang (27,6%), gevolgd door heftruckchauffeur (22,0%) en callcenteroperator (10,4%). Samen zijn deze drie beroepen in 2009 goed voor 60% van alle uitgereikte Ervaringsbewijzen. De website voorzag het hele jaar door ondersteunende informatie. In 2009 lokte de website unieke bezoekers met een gemiddelde van 78 per dag. Diverse campagnematerialen zoals folders, affiches, redactionele artikels en webbanners werden ter beschikking gesteld van de erkende testcentra en de (opleidings)doorverwijzers. Zowel het VSAWSE als 1700 (de Vlaamse Infolijn) beantwoordden vragen naar inlichtingen. Op 9 april 2009 reikte toenmalig minister van Werk, Frank Vandenbroucke, tijdens een persconferentie het 1.000ste Ervaringsbewijs uit. Op 27 mei 2009 viel de derde, bijgestuurde mediacampagne van het Ervaringsbewijs (deze liep in november 2008 in kranten, tijdschriften en magazines) in de prijzen. Het Ervaringsbewijs won daarmee de bronzen PAMPA-Award. In december 2009 werd de nieuwsbrief van het Ervaringsbewijs gelanceerd. Iedereen die geïnteresseerd is kan zich hierop inschrijven via de website Voor 2010 wordt een verdere toename van het aantal uit te reiken Ervaringsbewijzen verwacht, nl. een verderzetting van de stijgende trend. Voor 2010 wordt ook een verdere uitbreiding verwacht van het aantal beroepen waarvoor men een Ervaringsbewijs kan behalen. 50

51 7. Sociale Promotie 7.1 Sociale Promotie voor werknemers Ter uitvoering van de wet van 1 juli 1963 op de sociale promotie worden aan de werknemers uit de privé-sector die cursussen volgen ter vervolmaking van hun intellectuele, morele en sociale vorming en ter verhoging van hun beroepskwalificatie vergoedingen voor sociale promotie toegekend. Tabel 17: Overzicht Sociale Promotie voor werknemers In de loop van 2009 werden er 776 programma s voor sociale promotie goedgekeurd. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2008 waarin er 793 programma s voor sociale promotie werden goedgekeurd. In totaal werd voor de programma s goedgekeurd in ,49 euro aan vergoedingen voor sociale promotie uitgekeerd, in 2008 was dit ,65 euro. Voor 2010 verwachten we een constant beleid, d.w.z. een soortgelijke situatie als in Sociale Promotie voor zelfstandigen en helpers uit de middenstand Ter uitvoering van de wet van 1 juli 1963 op de sociale promotie worden aan zelfstandigen en helpers uit de middenstand die cursussen volgen ter vervolmaking van hun intellectuele, morele en sociale vorming en ter verhoging van hun beroepskwalificatie vergoedingen voor sociale promotie toegekend. Het aantal aanvragen voor deze vergoedingen verloopt reeds gedurende een aantal jaren in dalende lijn. Voor wat de dagcursussen betreft (de cursussen ter vervolmaking van de intellectuele, morele en sociale vorming) zijn er gedurende de laatste jaren geen aanvragen meer ingediend. Ook de aanvragen voor de vergoedingen voor het volgen van opleidingen ter verhoging van de beroepskwalificatie blijven zeer beperkt, maar zijn onderhevig aan schommelingen. Voor 2010 verwachten we een constant beleid, d.w.z. een soortgelijke situatie als in

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; 1/5 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 78/2013 van 11 december 2013 Betreft: aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie om een netwerkverbinding tot

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Sociale economie De sociale economie bestaat uit een verscheidenheid van bedrijven en initiatieven die

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 Inhoud - Aantal niet-werkende werkzoekenden - Tewerkstelling (koppen) binnen zes werkvormen sociale economie - Beschutte

Nadere informatie

Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010

Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010 Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010 Hieronder vindt u alle vragen die gesteld zijn tijdens de infosessie van 22/11/2010. In het eerste gedeelte worden vragen vermeld die betrekking hebben op

Nadere informatie

Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Jaarverslag 2010

Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Jaarverslag 2010 Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie Inhoudstafel Inhoudstafel... 2 Voorwoord... 3 Inleiding... 4 DEEL I: Ons agentschap en haar opdracht... 5 1. Onze Structuur, strategie en planning...

Nadere informatie

Beschutte werkplaatsen

Beschutte werkplaatsen Beschutte werkplaatsen Het programma Beschutte werkplaatsen (BW) zijn wellicht de oudste vorm van sociale economie ondernemingen. Ze bestonden reeds in de jaren vijftig, maar werden voor het eerst gereglementeerd

Nadere informatie

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 1 Omgevingsanalyse 1. Werkzaamheid 2. Werkloosheid 3. Werkvormen in de sociale economie 4. Uitstroom Inhoud Strategische en operationele doelstellingen 1. SD1: Iedereen

Nadere informatie

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3 17 SOCIALE ECONOMIE 18 Sociale economie Iedereen heeft recht op een job, ook de mensen die steeds weer door de mazen van het net vallen. De groep werkzoekenden die vaak om persoonlijke en/of maatschappelijke

Nadere informatie

VR DOC.0097/4

VR DOC.0097/4 VR 2017 0302 DOC.0097/4 1 Gegevens van het advies Kind- en jongereneffectrapport (JoKER) voor het ontwerp van decreet betreffende de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in de social

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE

SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE lokale sociale economie Steden en gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in lokale sociale economie LDE: initiëren van uitbouw aanvullende diensten die beantwoorden

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

VR DOC.0923/1BIS

VR DOC.0923/1BIS VR 2018 2007 DOC.0923/1BIS DE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Visienota - Kwaliteits- en registratiemodel voor de dienstverleners binnen Werk /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Projectbeheerder

Functiebeschrijving: Projectbeheerder Functiebeschrijving: Projectbeheerder Functiefamilie dossierbeheerder externe aanvragen Voor akkoord Naam leidinggevende Louis Vervloet, afdelingshoofd Datum + handtekening Marjolein Van Den Broeck, Diensthoofd

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - voorontwerp van decreet betreffende de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in de

Nadere informatie

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 1. WIE is betrokken? De werkgevers die subsidies ontvangen voor bijkomende tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel. 1 2. WAT verandert

Nadere informatie

welkomstwoord en inleiding

welkomstwoord en inleiding Infosessie Het uitbetalen van de loon- en omkaderingspremie aan de initiatieven Lokale Diensteneconomie 27 mei 2010 VSAWSE Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie 1 welkomstwoord en inleiding

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg 917 WELZIJN Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Financieel Medewerker Aanmoedigingspremies

Functiebeschrijving: Financieel Medewerker Aanmoedigingspremies Functiebeschrijving: Financieel Medewerker Aanmoedigingspremies Functiefamilie dossierbeheerder externe aanvragen Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Lieve Cornelis, diensthoofd Ann Van

Nadere informatie

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)?

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 221 van SABINE VERMEULEN datum: 12 januari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Doelgroepmedewerkers sociale-economiebedrijven - Erkenning

Nadere informatie

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR 2/6 FUNCTIEBESCHRIJVING: Adjunct - Directeur Datum opmaak: 22-01-2012 Door: Nancy Cantens (Mentor consult) Datum bijwerking: Door: Reden

Nadere informatie

INTRODUCTIE. Lokale Diensteneconomie

INTRODUCTIE. Lokale Diensteneconomie INTRODUCTIE Lokale Diensteneconomie Sociale economie in Vlaanderen 1) Bedrijven en initiatieven die een specifieke maatschappelijke meerwaarde realiseren - Tewerkstelling creëren - Aandacht voor duurzame

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen

Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen Invoegbedrijven Maatregel Het programma invoegbedrijven beoogt de creatie van duurzame tewerkstelling voor kansengroepen binnen de reguliere economie. Aan ondernemingen die de principes van Maatschappelijk

Nadere informatie

VR DOC.0658/1

VR DOC.0658/1 VR 2019 0305 DOC.0658/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Beslissing van de Vlaamse Regering houdende de lancering van de Werkbaarheidscheque

Nadere informatie

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. De aangeduide wijzigingen zijn in werking sinds 14 juli 2016. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit

Nadere informatie

Workshop HR-scan. Naar een duurzaam HRM beleid

Workshop HR-scan. Naar een duurzaam HRM beleid Workshop HR-scan Naar een duurzaam HRM beleid Inhoud Voorstelling Wat is Human Resources? Overzicht bestaande tools Waarom de HRM Cockpit? Doel van de HRM Cockpit Opbouw van het model De HRM Cockpit Aan

Nadere informatie

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel 1. Identificatiegegevens Functietitel Juridische werkgever

Nadere informatie

VR DOC.1207/1

VR DOC.1207/1 VR 2016 1011 DOC.1207/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

ten dienste van burgers en ondernemingen: evaluatie van 4 jaar Vlaamse integratieprojecten e-

ten dienste van burgers en ondernemingen: evaluatie van 4 jaar Vlaamse integratieprojecten e- E-government ten dienste van burgers en ondernemingen: evaluatie van 4 jaar Vlaamse integratieprojecten e- government (CORVE) http://www.vlaanderen.be// 1 Inhoud 1. Wat zijn VIP-projecten? 2. Waarom VIP-projecten?

Nadere informatie

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Gebruik de RIA-leidraad en de RIA-checklist om deze RIA in te vullen. 1 Gegevens van het advies 1.1 Gegevens van de

Nadere informatie

1. Verhoogde staatstoelage

1. Verhoogde staatstoelage Vragen naar: E-mail: Tel : I Fax : Url : http://socialeconomy.fgov.be Aan de Voorzit(s)ter van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Dienst uw brief uw Ons Datum Bijlage(n) van kenmerk kenmerk

Nadere informatie

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen:

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen: Toelichting bij provinciale subsidies aan arbeidszorginitiatieven in Vlaams-Brabant BIJLAGE 1. Voorwaarden met betrekking de niet-categoriale werking De provinciale subsidies kunnen aangevraagd worden

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie

Nadere informatie

VR DOC.0097/3BIS

VR DOC.0097/3BIS VR 2017 0302 DOC.0097/3BIS VR 2017 0302 DOC.0097/3BIS VOORONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE TEWERKSTELLING VAN JONGEREN IN DE SOCIAL PROFITSECTOR DIE VOORTVLOEIEN UIT DE

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE BEHOEFTE ONDERZOEK

SOCIALE ECONOMIE BEHOEFTE ONDERZOEK SOCIALE ECONOMIE BEHOEFTE ONDERZOEK 1. BEVRAGING Behoefte onderzoek 'Sociale Economie' In 2014 mochten we van de Vlaamse regering een goedkeuring krijgen betreffende de 'regierol ter stimulering van de

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Medewerker certificering

Functiebeschrijving: Medewerker certificering Functiebeschrijving: Medewerker certificering Functiefamilie Dossier- en gegevensbeheerders Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van

Nadere informatie

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Vlaamse Regering Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel. 02-552 64 00 - Fax. 02-552 64 01 E-mail: kabinet.vervotte@vlaanderen.be

Nadere informatie

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN Artikel 1. Voorwerp Binnen de perken van de daartoe op het budget van de provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten en

Nadere informatie

Functiebeschrijving: <Dossier- en gegevensbeheerder tewerkstellingsmaatregelen Sociale Economie >

Functiebeschrijving: <Dossier- en gegevensbeheerder tewerkstellingsmaatregelen Sociale Economie > Functiebeschrijving: Functiefamilie Dossier- en gegevensbeheerders Voor akkoord Naam leidinggevende Sabine Lievens, diensthoofd

Nadere informatie

Rise- Innovatieve start-ups

Rise- Innovatieve start-ups Rise- Innovatieve start-ups Reglement Oproep van mei 2017 A) Ondernemingen die in aanmerking komen Elke onderneming die aan volgende voorwaarden voldoet, kan zich, met oog op de toepassing van een strategisch

Nadere informatie

Voor het Departement Werk en Sociale Economie (DWSE), is Vlaanderen connect op zoek naar een: Informatiebeheerder. Contract onbepaalde duur.

Voor het Departement Werk en Sociale Economie (DWSE), is Vlaanderen connect op zoek naar een: Informatiebeheerder. Contract onbepaalde duur. /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Voor het Departement Werk en Sociale Economie (DWSE), is Vlaanderen connect op zoek naar een: Informatiebeheerder

Nadere informatie

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Kader - situering Vlaams Regeerakkoord Sociale Economie => 2 pijlers: Lokale Diensteneconomie Maatwerk Beschutte werkplaatsen Sociale werkplaatsen Invoegmaatregel

Nadere informatie

De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande

De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande Martin Ruebens Secretaris-generaal Departement Kanselarij en Bestuur

Nadere informatie

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing Wat u zeker moet weten over Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN AUDIT VLAANDEREN www.auditvlaanderen.be 1 Inhoud AUDIT VLAANDEREN 5 INTERNE CONTROLE OF ORGANISATIEBEHEERSING?

Nadere informatie

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 In het kader van de zesde staatshervorming heeft het Vlaamse Gewest een nieuw doelgroepenbeleid uitgewerkt, dat zich vanaf 1 juli 2016 focust op drie

Nadere informatie

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS Een school die een efficiënt diversiteitsbeleid voert heeft oog voor de capaciteiten en de verscheidenheid van elk personeelslid/leerling. Nu zijn er heel wat scholen

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Steun aan jonge innovatieve ondernemingen

Steun aan jonge innovatieve ondernemingen Steun aan jonge innovatieve ondernemingen Reglement Oproep van mei 2013 A) Ondernemingen die in aanmerking komen Elke onderneming die aan volgende voorwaarden voldoet, kan zich, met oog op de toepassing

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Jaarverslag 2012

Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. Jaarverslag 2012 Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie Inhoudstafel Inhoudstafel... 2 Voorwoord... 3 Inleiding... 4 DEEL I: Ons agentschap en haar opdracht... 5 1. Onze Structuur, strategie en planning...

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Stand van zaken over de rationalisering van de managementondersteunende

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Stand van zaken over de rationalisering van de managementondersteunende DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Stand

Nadere informatie

c) Wie was of waren de uitvoerder(s), met aanduiding of het gaat om een profit- of non-profitorganisatie?

c) Wie was of waren de uitvoerder(s), met aanduiding of het gaat om een profit- of non-profitorganisatie? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 13 van EMMILY TALPE datum: 2 oktober 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT WIJ-trajecten - Tendering De werkinlevingsovereenkomsten voor

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Expert dossier- en gegevensbeheer

Functiebeschrijving: Expert dossier- en gegevensbeheer Functiebeschrijving: Expert dossier- en gegevensbeheer Functiefamilie dossierbeheerder externe aanvragen Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Lieven Mariën, diensthoofd Ann Van den Cruyce,

Nadere informatie

Strategisch Personeelsmanagement Advies. Pilootproject voor KMO s Agentschap Ondernemen KMO Portefeuille oktober 2014

Strategisch Personeelsmanagement Advies. Pilootproject voor KMO s Agentschap Ondernemen KMO Portefeuille oktober 2014 Strategisch Personeelsmanagement Advies Pilootproject voor KMO s Agentschap Ondernemen KMO Portefeuille oktober 2014 De essentie Via het pilootproject "strategisch personeelsmanagementadvies" geeft het

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 20 september 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00735 Onderwerp: Subsidieaanvraag 'Doorstroom Lokale Diensteneconomie' bij het Europees Sociaal Fonds en

Nadere informatie

Rondzendbrief DVO/BZ/P&O/2008/

Rondzendbrief DVO/BZ/P&O/2008/ 1 Rondzendbrief DVO/BZ/P&O/2008/ Aan de lijnmanagers van de Diensten van de Vlaamse overheid (1) Kabinet van Minister-president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Institutionele Hervormingen,

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering

Nadere informatie

DE OVEREENKOMST. en mediarte.be,...vertegenwoordigd door...

DE OVEREENKOMST. en mediarte.be,...vertegenwoordigd door... Samenwerkingsovereenkomst VDAB mediarte.be 2013-2014 DE OVEREENKOMST Tussen De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap

Nadere informatie

Voortgangsrapport 2009

Voortgangsrapport 2009 Voortgangsrapport 2009 Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Projecten actieplan 2009 Project (rd; ld; lopend; ) 1 (rd; ld; lopend; ) pbaan Introductie van een persoonsgebonden e- portfolio met een grote

Nadere informatie

Handleiding aanvraag Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP)

Handleiding aanvraag Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) Handleiding aanvraag Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) Dossier steunpunt handicap & arbeid: Aanvraag Vlaamse OndersteuningsPremie (VOP) INHOUD 1 VOP in het kort 2 De aanvraagprocedure 3 Verlenging/verhoging

Nadere informatie

ESF kwaliteitslabel Persmap - 14 December 2011

ESF kwaliteitslabel Persmap - 14 December 2011 ESF kwaliteitslabel Persmap - 14 December 2011 Pagina 3 P R O G R A M M A persbijeenkomst 14 december 2011 : 10.45 uur: Verwelkoming 11.00 uur: Na een introductie door Patrick De Smedt, voorzitter OCMW

Nadere informatie

nr. 699 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Jobbeurzen

nr. 699 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Jobbeurzen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 699 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT VDAB - Jobbeurzen De kerntaak van VDAB is werkzoekenden

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2013 (BS 22 januari 2014) houdende de regels voor de toekenning van een projectsubsidie aan pedagogische en taalondersteunende organisaties voor de pedagogische

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

nr. 559 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 22 april 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Klachten

nr. 559 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 22 april 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Klachten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 559 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 22 april 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT VDAB - Klachten Indien iemand niet tevreden is over de

Nadere informatie

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015)

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015) Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID (inwerkingtreding: 1 januari 2015) 2 1. Doelstellingen, proces- & risicomanagement Subthema kwaliteitsbeleid

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht.

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht. HOOFDSTUK 2. Onze opdracht. 26 onze opdracht Jaarverslag 2016» Enkele kerncijfers VDAB bemiddelt tussen werkzoekenden en werkgevers. Dat is een van onze basisopdrachten. We doen dit met een realistische

Nadere informatie

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten FAQ Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten cjm.vlaanderen.be INHOUD 1 Wie kan aanvragen?... 4 1.1 Kan een feitelijke vereniging indienen? 4 1.2 Kan eenzelfde aanvrager

Nadere informatie

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 Brussel, 13 februari 2002 2. Op 4 januari 2002 vroeg de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

Het Europees Sociaal Fonds (ESF)

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) Het Europees Sociaal Fonds (ESF) Sinds de invoering van de Europese Werkgelegenheidsstrategie in 1998 en de Lissabonstrategie in 2000, wordt het Europees Sociaal Fonds beschouwd als de belangrijkste Europese

Nadere informatie

INFORMATIEPAKKET COÖRDINATOR. Werkplus lokale diensteneconomie

INFORMATIEPAKKET COÖRDINATOR. Werkplus lokale diensteneconomie INFORMATIEPAKKET COÖRDINATOR Werkplus lokale diensteneconomie FUNCTIECONTEXT Werkplus is de naam van zowel een maatwerkbedrijf als een lokaal diensteneconomiebedrijf (LDE) binnen Waregem. Beide bedrijven,

Nadere informatie

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke 08/04/2019 Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften A. Situering In het kader

Nadere informatie

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit: 31 JANUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende

Nadere informatie

VR DOC.1268/2

VR DOC.1268/2 VR 2016 2511 DOC.1268/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van een vernieuwend en verbreed laagdrempelig initiatief inzake gezinsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen

Nadere informatie

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak Maatwerk en W² 2 decreten in de maak 3 2 decreten in de maak Maatwerk: voorontwerp decreet goedgekeurd door de Vlaamse regering W²: werkdocument: wordt binnenkort voorgelegd op de Vlaamse regering wordt

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Opschrift Datum Gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan jeugdhuizen voor de uitvoering van een bovenlokaal project 5 juli 2013 Besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Bestuursdecreet. Netwerk Klachtenmanagement 28 november 2016 Vlaams Parlement Brussel

Bestuursdecreet. Netwerk Klachtenmanagement 28 november 2016 Vlaams Parlement Brussel Bestuursdecreet Netwerk Klachtenmanagement 28 november 2016 Vlaams Parlement Brussel Beleidscontext Vlaams regeerakkoord Eén Vlaams Bestuursdecreet (minimaal decreten bestuurlijk beleid, deugdelijk bestuur,

Nadere informatie

Onderwerp: projectoproep 2 april 2015 Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen

Onderwerp: projectoproep 2 april 2015 Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen NOTA Datum: 2 april 2015 Van: Dienst Economie en Internationale Samenwerking Team Sociale Economie Onderwerp: projectoproep 2 april 2015 Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen

Nadere informatie

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 Basis = participatieladder Kader: Trede 5 = maatwerkdecreet Trede 3 en 4= decreet Werk- en zorgtrajecten Trede

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/15/096 BERAADSLAGING NR. 15/036 VAN 2 JUNI 2015 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken

nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken Syntra, VDAB

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken. FUNCTIEBESCHRIJVING Functie Graadnaam: AFDELINGSHOOFD Afdeling TECHNISCHE ZAKEN Functienaam: AFDELINGSHOOFD Dienst TECHNISCHE ZAKEN Functionele loopbaan: A4a A4b Omschrijving van de afdeling en dienst

Nadere informatie

Analyse van het tewerkstellings- en doelgroepenbeleid Minder doelgroepen voor meer jobs

Analyse van het tewerkstellings- en doelgroepenbeleid Minder doelgroepen voor meer jobs Analyse van het tewerkstellings- en doelgroepenbeleid Minder doelgroepen voor meer jobs Persconferentie 10 oktober 2013 Agenda 1. Inleiding Sonja Teughels, senior adviseur arbeidsmarktbeleid Voka 2. Studie

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Voor akkoord Vacant Datum + handtekening Voorzitter strategische adviesraad

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE STUDIEDAG OPENSTELLEN SPORTINFRASTRUCTUUR

SOCIALE ECONOMIE STUDIEDAG OPENSTELLEN SPORTINFRASTRUCTUUR SOCIALE ECONOMIE STUDIEDAG OPENSTELLEN SPORTINFRASTRUCTUUR Wat is Sociale Economie? Dit is een test Dit is een test Dit is een test 1 Wat is Sociale Economie? Sociale Economie bestaat uit een verscheidenheid

Nadere informatie

van takendebat naar reorganisatie Gent Plus Netwerk Organisatiebeheersing 10 feb 2015

van takendebat naar reorganisatie Gent Plus Netwerk Organisatiebeheersing 10 feb 2015 van takendebat naar reorganisatie Gent Plus Netwerk Organisatiebeheersing 10 feb 2015 1 Introductie en situering takendebat fase 1: 2011 takendebat = ONDERZOEK takendebat fase 2: 2012 thematische analyses

Nadere informatie

Takenpakketprofiel ( )

Takenpakketprofiel ( ) Takenpakketprofiel (3-2-2017) Bemiddelaar Algemene informatie Nummer profiel Omschrijving profiel C10N Bemiddelaar Doel van de functie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven

Nadere informatie

Toelichting Wijk-werken

Toelichting Wijk-werken Toelichting Wijk-werken Situering Vlaams Regeerakkoord Conceptnota Naar een nieuw stelsel van Tijdelijke werkervaring (30/10/2015) Conceptnota hervorming PWAstelsel (04/03/2016) Decreet Wijk-werken (28/04/2017)

Nadere informatie

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA ) 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 102/2014 van 10 december 2014 Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur

Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur Functiefamilie organisatie ondersteunende functies 1 1. Context van de functie 1.1. Waarden van de Vlaamse overheid De Vlaamse overheid is een open en wendbare organisatie

Nadere informatie

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode 6 februari 2018 Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode In het kader van de continuering van

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 7e Directie Dienst 71 Personeelsbeheer, Wedden en Pensioenen Provincieraadsbesluit betreft verslaggever FLANKEREND ONDERWIJSBELEID Wijziging aan het reglement subsidiëring projecten ter bevordering van

Nadere informatie