Melkcontrolecentrum-Vlaanderen vzw Hagenbroeksesteenweg 167 geldig vanaf 1/02/ LIER Tel : 078/ Fax : 078/

Transcriptie

1 Melkcontrolecentrum-Vlaanderen vzw FO_509G Hagenbroeksesteenweg 167 geldig vanaf 1/02/ LIER Tel : 078/ Fax : 078/ Procedure betreffende de toestemming tot het hernemen van de melklevering na een ongunstig resultaat bij de remstoffenproef Inleiding Bij een ongunstig resultaat van de remstoffenproef in het kader van de controle van de kwaliteit van de rauwe melk wordt o.m. telkens voorzien dat er een remstoffenonderzoek wordt uitgevoerd door een aangestelde van de koper vóór de eerstvolgende melklevering na de bekendmaking van het ongunstig resultaat. Op basis van het resultaat van dit remstoffenonderzoek wordt al dan niet de toestemming gegeven tot het hernemen van de melkleveringen Algemene werkwijze - MCC beschrijft de te volgen testprocedure (zie hieronder) en geeft terzake de nodige opleiding aan de aangestelde van de koper. - Op vraag van de producent wordt de bemonstering uitgevoerd in zijn bijzijn. - De aangestelde van de koper neemt steeds twee monsters van de te onderzoeken melk. - Het ene monster wordt verzegeld; op het andere monster wordt de test uitgevoerd. Indien de test niet ter plaatse wordt uitgevoerd door de afgevaardigde van de koper, wordt ook het tweede monster verzegeld en wordt de analyse uitgevoerd op de zuivelfabriek. - Indien het remstoffenonderzoek een positief resultaat oplevert, wordt geen toestemming gegeven tot melklevering. Op uitdrukkelijke vraag van de producent wordt het verzegelde monster bezorgd aan MCC. Het verzegelde monster wordt binnen de 6 h (transport tussen 0 en 8 c) in een koelruimte bij een temperatuur van hoogstens 4 c geplaatst en na hoogstens 36 h door MCC onderzocht volgens de bovengenoemde testprocedure. Op basis van het resultaat van MCC wordt al dan niet toestemming gegeven tot melklevering. Er wordt een datum afgesproken voor een volgend bedrijfsbezoek, waarop opnieuw een remstoffenonderzoek wordt uitgevoerd op de aanwezige melk in de koeltank. - Indien het remstoffenonderzoek een negatief resultaat oplevert, wordt toestemming gegeven tot melklevering. Het verzegelde monster wordt binnen de 6 h (transport tussen 0 en 8 c) in een koelruimte bij een temperatuur van hoogstens 4 C geplaatst en na hoogstens 36 h door MCC diepgevroren. Op aanvraag van de producent voert MCC op het diepgevroren monster het remstoffenonderzoek uit volgens bovengenoemde procedure. Indien de daaropvolgende levering van de betrokken producent een positief resultaat oplevert bij het officiële remstoffenonderzoek in MCC, zal de koper de wettelijk verplichte afhouding toepassen. Indien het verzegelde monster na analyse door MCC met dezelfde testmethode een positief resultaat oplevert, zal de koper het bedrag overeenstemmend met de afhouding terugbetalen aan de producent, tenzij de koper kan aantonen dat de beslissing tot vrijgave van de melk buiten zijn verantwoordelijkheid is gegeven. Testprocedure 1 ste,2 de of 3 de ongunstig resultaat binnen de 12 maanden Indien het ongunstig resultaat bij MCC te wijten was aan betalactam antibiotica wordt de βeta s.t.a.r. 25 of βeta s.t.a.r Combo gebruikt. Indien het ongunstig resultaat bij MCC te wijten was aan nietbetalactam antibiotica wordt de Delvotest T gebruikt. In het eerste geval werd het ongunstig resultaat meegedeeld aan de koper met de code +, in het tweede geval met de code +A. 4 de ongunstig resultaat binnen de 12 maanden In het laboratorium van MCC wordt het monster onderzocht met de βeta s.t.a.r Combo, volgens de hierna beschreven werkwijze. Indien het onderzoek een negatief resultaat oplevert wordt het monster verder onderzocht met de Delvotest T. 1

2 βeta s.t.a.r. 25 De βeta s.t.a.r. 25 is een receptortest voor het snel opsporen in melk van residuen van betalactam antibiotica (penicillines, cefalosporines, ). De specifieke receptor is gebonden aan goudpartikels. Tijdens de eerste incubatiefase binden de eventuele betalactam antibiotica in het melkmonster zich aan de receptor. Tijdens de tweede incubatiefase migreert de melk op een immunochromatografische drager die twee captatiestroken vertoont. De eerste strook capteert alle receptoren die geen antibiotica hebben gebonden. De tweede strook dient als referentie. - Elke doos bevat 25 testflesjes met de receptor onder gevriesdroogde vorm en 1 flesje met 25 teststrips. - Op elke doos staat de vervaldatum. - De reagentia worden bewaard tussen 2 en 8 C. - De doos bevat de nodige pipetten (spuit met veer en 25 opzetstukken) om 0,2 ml melk over te brengen. - βeta s.t.a.r.25 incubator, werkend bij een temperatuur van 47,5 C. - De incubator laten opwarmen, druk daartoe gedurende enkele seconden op knop start. - De reagentia moeten 15 minuten voor de start van de analyse bij kamertemperatuur worden gebracht. - Het gewenste aantal testflesjes uit de doos halen en nagaan of het lyofilisaat zich op de bodem van het flesje bevindt (flesje voorzichtig tikken tegen een oppervlak om het lyofilisaat te doen zakken); gedurende de test mogen de reagentia bij kamertemperatuur blijven. - De capsule en de stop van het testflesje verwijderen. - Een nieuw opzetstuk op de spuit plaatsen. - De stamper in het spuitje duwen. Het uiteinde 1 cm in het melkmonster brengen. De druk op de stamper loslaten. Onder invloed van de veer komt de stamper vanzelf weer naar boven. Het opzetstukje is nu volledig gevuld met 0,2 ml melk. - Het melkmonster (0,2 ml) in het flesje met de receptor brengen door de stamper weer in te duwen. Zorg ervoor dat het opzetstukje geen melk meer bevat. - De stop terug op het testflesje plaatsen. - Het testflesje voorzichtig schudden en draaien om het lyofilisaat volledig op te lossen. - Het testflesje in één van de putjes van de incubator plaatsen. - De incubator werkt bij een temperatuur van 47,5 C. - Gedurende 3 minuten incuberen (druk op start, de timer 1 gaat aan). - Na de eerste incubatie het flesje met de teststrips met (droge propere) handen openen. - Een teststrip in het testflesje brengen; de pijltjes van de teststrip moeten naar beneden wijzen. Identificeer het stripje met het volledige leveraarsnummer en met de datum van bemonstering. - De incubatie bij 47,5 C gedurende 2 minuten verder zetten (druk op start, de timer 2 gaat aan). - Na de incubatie de teststrip verwijderen uit het testflesje en onmiddellijk aflezen. - De teststrip wordt visueel beoordeeld. - Op de tweede (referentie) strook moet een rode verkleuring verschijnen, zoniet is de test ongeldig. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij vervallen of slechte bewaarde reagentia, bij afwijkende melk De test wordt opnieuw uitgevoerd, bij voorkeur ook op een blancomonster (bv. consumptiemelk). Is het resultaat ongeldig voor het blancomonster, dan ligt de oorzaak bij de reagentia. De test wordt opnieuw uitgevoerd bij de koper of bij MCC. 2

3 Is het resultaat geldig voor het blancomonster, dan ligt de oorzaak bij de melk. Er wordt een nieuw monster genomen en de test wordt opnieuw uitgevoerd. Blijft de test ongeldig, dan wordt de analyse uitgevoerd bij de koper of bij MCC. Desgevallend kan de Copan Milk Test worden uitgevoerd. - Indien de kleur van de eerste strook donkerder gekleurd is dan de referentiestrook dan bevat het monster geen aantoonbare residuen van betalactam antibiotica het monster is negatief. - Indien de kleur van de eerste strook even donker of minder donker is dan de referentiestrook dan bevat het monster betalactam antibiotica in een lage concentratie het monster is positief (ongunstig resultaat). - Indien de eerste strook ontbreekt dan bevat het monster grotere hoeveelheden betalactam antibiotica het monster is positief (ongunstig resultaat). Nota - De test mag niet worden uitgevoerd door een persoon die een behandeling krijgt met betalactam antibiotica. - De juiste incubatietemperatuur is belangrijk: bij een temperatuur lager dan 46 C of hoger dan 49 C kunnen geen correcte resultaten worden bekomen. - Het benodigde volume is 0,2 ml. βeta s.t.a.r. Combo De βeta s.t.a.r. Combo is een receptortest voor het snel opsporen in melk van residuen van betalactam antibiotica (penicillines, cefalosporines, ). De specifieke receptor is gebonden aan goudpartikels. Tijdens de eerste incubatiefase binden de eventuele betalactam antibiotica in het melkmonster zich aan de receptor. Tijdens de tweede incubatiefase migreert de melk op een immunochromatografische drager die twee captatiestroken vertoont. De eerste strook capteert alle receptoren die geen antibiotica hebben gebonden. De tweede strook dient als referentie. - Elke doos bevat 25 testflesjes met de receptor onder gevriesdroogde vorm en 1 flesje met 25 teststrips. - Op elke doos staat de vervaldatum. - De reagentia worden bewaard tussen 2 en 8 C. - De doos bevat de nodige pipetten (spuit met veer en 25 opzetstukken) om 0,2 ml melk over te brengen. - βeta s.t.a.r.combo incubator, werkend bij een temperatuur van 47,5 C. - De incubator laten opwarmen, druk daartoe gedurende enkele seconden op knop start. - De reagentia moeten 15 minuten voor de start van de analyse bij kamertemperatuur worden gebracht. - Het gewenste aantal testflesjes uit de doos halen en nagaan of het lyofilisaat zich op de bodem van het flesje bevindt (flesje voorzichtig tikken tegen een oppervlak om het lyofilisaat te doen zakken); gedurende de test mogen de reagentia bij kamertemperatuur blijven. - De capsule en de stop van het testflesje verwijderen. - Een nieuw opzetstuk op de spuit plaatsen. - De stamper in het spuitje duwen. Het uiteinde 1 cm in het melkmonster brengen. De druk op de stamper loslaten. Onder invloed van de veer komt de stamper vanzelf weer naar boven. Het opzetstukje is nu volledig gevuld met 0,2 ml melk. 3

4 - Het melkmonster (0,2 ml) in het flesje met de receptor brengen door de stamper weer in te duwen. Zorg ervoor dat het opzetstukje geen melk meer bevat. - De stop terug op het testflesje plaatsen. - Het testflesje voorzichtig schudden en draaien om het lyofilisaat volledig op te lossen. - Het testflesje in één van de putjes van de incubator plaatsen en het deksel verwijderen.. - De incubator werkt bij een temperatuur van 47,5 C. - Gedurende 2 minuten incuberen (druk op start, de timer 1 gaat aan). - Na de eerste incubatie het flesje met de teststrips met (droge propere) handen openen. - Een teststrip in het testflesje brengen; de pijltjes van de teststrip moeten naar beneden wijzen. Identificeer het stripje met het volledige leveraarsnummer en met de datum van bemonstering. - De incubatie bij 47,5 C gedurende 3 minuten verder zetten (druk op start, de timer 2 gaat aan). - Na de incubatie de teststrip verwijderen uit het testflesje, het absorberend watje van de strip verwijderen, en onmiddellijk aflezen. - De teststrip wordt visueel beoordeeld. - Op de tweede (referentie) strook moet een rode verkleuring verschijnen, zoniet is de test ongeldig. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij vervallen of slechte bewaarde reagentia, bij afwijkende melk De test wordt opnieuw uitgevoerd, bij voorkeur ook op een blancomonster (bv. consumptiemelk). Is het resultaat ongeldig voor het blancomonster, dan ligt de oorzaak bij de reagentia. De test wordt opnieuw uitgevoerd bij de koper of bij MCC. Is het resultaat geldig voor het blancomonster, dan ligt de oorzaak bij de melk. Er wordt een nieuw monster genomen en de test wordt opnieuw uitgevoerd. Blijft de test ongeldig, dan wordt de analyse uitgevoerd bij de koper of bij MCC. Desgevallend kan de Delvotest T worden uitgevoerd. - Indien de kleur van de derde strook donkerder gekleurd is dan de referentiestrook dan bevat het monster geen aantoonbare residuen van betalactam antibiotica het monster is negatief. - Indien de kleur van de derde strook ook even donker of minder donker is dan de referentiestrook dan bevat het monster betalactam antibiotica in een lage concentratie het monster is positief (ongunstig resultaat). - Indien de derde strook ontbreekt dan bevat het monster grotere hoeveelheden betalactam antibiotica het monster is positief (ongunstig resultaat). - Er wordt geen rekening gehouden met het resultaat van de eerste lijn. Nota - De test mag niet worden uitgevoerd door een persoon die een behandeling krijgt met betalactam antibiotica. - De juiste incubatietemperatuur is belangrijk: bij een temperatuur lager dan 46 C of hoger dan 49 C kunnen geen correcte resultaten worden bekomen. - Het benodigde volume is 0,2 ml. Delvotest T De Delvotest T is een microbiologische inhibitietest. Men laat een monster diffunderen door een agarbodem, bestaande uit voedingsstoffen, een ph-indicator en trimethoprim, geënt met sporen van het testorganisme Geobacillus stearothermophilus var. calidolactis. Na incubatie gedurende een vooropgestelde duur, zal bij normale groei en zuurproductie van het testorganisme de kleur van de ph-indicator veranderen van purper naar geel. Bij aanwezigheid van remstoffen is de kleur van de ph-indicator nog donkerblauw-paars na de voorgeschreven incubatieduur. - De kit bevat 25 of 100 testbuisjes. 4

5 - Op elke doos staat de vervaldatum. - De reagentia worden bewaard tussen 4 en 8 C. - De doos bevat de nodige pipetten ( no drop count pipets ). - incubator, werkend bij een temperatuur van 64± 1 C. - De incubator laten opwarmen. - Breng 100 µl melk over in een testbuisje. - Gebruik voor elk monster een nieuwe pipet. - Incubeer het testbuisje gedurende 3 uur in de incubator. - Lees de kleur onmiddellijk na de incubatie. - De beoordeling gebeurt aan de hand van de bijgevoegde kleurenkaart. 5