Ir. Jan G. H. de Vaan

Transcriptie

1 Ir. Jan G. H. de Vaan Oeffeltseweg 21a, 5835BB Beugen T: ; M: Aan de voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus EA Den Haag Betreft: Beroep tegen het besluit van de raad van Boxmeer over het bestemmingsplan Maashaeghe Beugen, 21 augustus 2016 Geachte voorzitter, Middels dit schrijven teken ik bij U beroep aan tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Maashaeghe van de gemeente Boxmeer. Op 30 juni 2016 heeft de gemeenteraad mijn zienswijze op dit plan ongegrond verklaard. De raad deed dit op voorstel van B&W. Mijn argumenten zijn echter niet weerlegd. Tevens verzoek ik U om een voorlopige voorziening te treffen ter zake van het bestemmingsplan Maashaeghe, gemeente Boxmeer. Gaarne verneem ik welke griffierechten ik U verschuldigd ben. Op het einde van deze brief is een lijst met alle bijlagen opgenomen. De eerste bijlage gaat over de ontwikkeling in en rond Boxmeer. Ik realiseer me dat in dit stuk herhalingen zitten van delen van mijn zienswijze op Maashaeghe en van mijn brief aan de commissie, de raad en B&W van Boxmeer. Deze achtergronden zijn echter belangrijk bij mijn beroep. De bijlagen zijn separaat bijgevoegd. In het bestemmingsplan Maashaeghe wordt de mogelijkheid geboden om op het terrein van het voormalige Maasziekenhuis maximaal 44 grondgebonden huizen in het dure segment te bouwen. Waar in grote delen van Nederland herstel te zien was, zijn de prijzen van bestaande woningen in de gemeente Boxmeer ook de laatste jaren tegen de landelijke trend in gedaald. Daarnaast staan er veel woningen in het dure segment vaak lang te koop. De prijzen van deze woningen dalen nog sneller. Mijns inziens is het zeer onwenselijk indien er in de gemeente Boxmeer nog meer bouwmogelijkheden komen voor huizen in het dure segment. Door deze nieuwe plaatsen aanvullend aan de bestaande capaciteit toe te voegen, zullen de bestaande huizen in het dure segment nog verder in prijs dalen. Dit is zeer nadelig voor mij en andere eigenaren van dergelijke woningen. Ook de veiligheid in de wijken wordt verslechterd door langdurig te koop staande huizen en verloedering. Verderop ga ik nader in op de prijsdaling van de woningen in de gemeente Boxmeer. RIS (Bijlage) 1

2 Benadeling van de eigenaren van een eigen woning Door de bevolkingskrimp is er veel minder vraag naar woningen. Het gevolg is een daling van de verkoopprijzen van woningen. In bijlage 1 is in de paragraaf Krimp en woningen uiteengezet dat de woningen in de gemeente Boxmeer nog immer jaar op jaar dalen in waarde. In de laatste vijf jaar is de waarde met ca. 13% gedaald. De basis voor de vergelijking is de WOZ-waarde van woningen in de gemeente Boxmeer. De woningen in het dure segment dalen nog harder in prijs. Ter illustratie, de WOZ-waarde van mijn huis is in de achterliggende vijf jaar gedaald met bijna 30% (van naar ). Eigenaren van woningen uit het dure segment lijden door deze waardedaling grote schade. De gemeente Boxmeer versterkt dit nadelige proces door nog meer bouwplekken voor woningen in het dure segment te creëren. En dat terwijl er voldoende dure woningen en bouwplekken daarvoor te koop zijn. In het bestemmingsplan Maashaeghe worden onnodig nog meer bouwplekken voor dit woningsegment gemaakt. Het plan bevat bovendien geen deugdelijke onderbouwing. De ladder van duurzame verstedelijking is niet correct toegepast. Eigenaren van bestaande huizen uit het dure segment en eigenaren van bouwterreinen voor deze huizen lijden door de komst van Maashaeghe onnodig extra grote schade. Aantasting woon- en leefklimaat Het toevoegen van de bouwplekken Maashaeghe en het daarmee (nog) moeilijker verkoopbaar maken van de bestaande woningen en een verdere prijsdaling, heeft nog een tweede effect: aantasting van de leef kwaliteit en in een uiterst geval het verval van een buurt. Reeds nu worden grote huizen die relatief goedkoop zijn, gebruikt voor de kweek hasj. De veiligheid voor alle burgers in de buurt wordt daardoor onnodig slechter. Mijn zienswijze, aanvulling op mijn zienswijze en mijn brief dd. 8 juni 2016 Op 29 april 2016 heb ik een zienswijze (bijlage 2)gegeven op het ontwerp bestemmingsplan. In deze zienswijze heb ik aangegeven dat er geen behoefte is aan de woningen die op Maashaeghe kunnen worden gebouwd. Vervolgens heb ik een aanvulling (bijlage 3) op mijn zienswijze gestuurd met daarbij een brief van G.S. van Brabant (bijlage 4) over braindrain. Op 8 juni 2016 heb ik een brief gezonden naar de commissie uit de raad, de gemeenteraad en B&W van Boxmeer. In dit proces spelen meerdere elementen tegelijk: (1) Allereerst, de bevolking van de gemeente Boxmeer krimpt. Er zijn dus nu en in de toekomst minder woningen nodig. De krimp van de bevolking wordt veroorzaakt door de uittocht van hoog opgeleide jongeren. Deze uittocht, of braindrain, is reeds bijna dertig jaar gaande. Kijkend naar de demografische opbouw van de Boxmeerse bevolking kan geconcludeerd worden dat ruim 30% van de bevolking in de jaargroepen 20 tot 50 jaar is vertrokken. Door de uittocht van deze jongeren is het aantal geboorten in de gemeente Boxmeer met ca. 48% gedaald. Deze beide elementen zijn in bijlage 1 nader uitgewerkt. Kortheidshalve verwijs ik daar naar. (2) De bevolkings- en de bouwprognoses van de provincie Noord-Brabant spelen een essentiële rol in de onderhavige discussie door het foutieve criterium migratiesaldo=0 De bevolkingsprognoses van de provincie zijn veel te hoog omdat deze berekend worden op basis van het criterium migratiesaldo=nul. Feitelijk streept de provincie de uittocht van de jongeren door. RIS (Bijlage) 2

3 In mijn bijlage 1 verwijs ik naar het rapport Woningmarktstrategie Land van Cuijk uit Dit rapport is overgenomen door de gemeente Boxmeer. De onderzoekers die dit rapport hebben samengesteld, constateren dat er een aanzienlijk verschil is tussen de provinciale prognose van het aantal huishoudens en de werkelijke vraag naar woningen. Op pagina 13 van het rapport (zie bijlage 6) constateren de onderzoekers dat dit grote verschil veroorzaakt wordt door de provincie Noord-Brabant die het criterium migratiesaldo=nul hanteert bij de prognose van de bevolking. Het rapport adviseert om de te hoge provinciale bouwprognoses niet te volgen. Het rapport en ook dit belangrijke element is door de gemeente Boxmeer overgenomen. Op pagina 7 van het rapport (zie bijlag 6) is het belangrijke advies gegeven om een woningmarktregisseur te benoemen die sturing moet geven aan de uitvoering van het rapport. Deze regisseur is niet benoemd. Met als gevolg dat de afgelopen vier jaar niet meer gekeken is naar de woningmarkt en de woningbehoefte. Ook zijn de nieuwe bevolkings- en woningprognose van de provincie Noord-Brabant niet op hun waarde beoordeeld. Terwijl de bevolkingsprognoses nog steeds worden berekend op basis van het onjuiste criterium migratiesaldo=nul. (3) G.S. van Brabant erkent de braindrain. Op 26 april 2016 heeft Gedeputeerde Staten (G.S.) van Noord-Brabant in een brief gereageerd op vragen van het Statenlid S. Steenbakkers (CDA), over het tegengaan van braindrain in Brabant (zie bijlage 4). In deze brief erkent G.S. dat er braindrain plaatsvindt in de rurale delen van Brabant. Het Land van Cuijk wordt hierbij expliciet genoemd. Met deze brief erkent G.S. dat de uittocht van hoog opgeleide jongeren plaatsvindt. Verder geeft G.S. aan dat ze niets kan ondernemen tegen de braindrain in o.m. het Land van Cuijk. Aangezien G.S. hiermee aangeven dat het criterium migratiesaldo=nul niet correct is, heb ik deze brief van G.S. middels een aanvulling op mijn zienswijze dd. 15 mei 2016 ter kennis van B&W van de gemeente Boxmeer gebracht. (zie bijlage 3) Deze brief van G.S. impliceert dus twee belangrijke zaken: (a) De provinciale bevolkings- en bouwprognoses van Brabant voor rurale gebieden, dus ook in Boxmeer, zijn veel te hoog. Hierop kom ik verderop terug. (b) Er is een continue uitstroom van hoog opgeleide jongeren uit Boxmeer. Dit laatste is een essentieel element m.b.t. bestemmingsplan Maashaeghe. Uit de groep hoog opgeleide jongeren komen normaal de kopers voort van woningen in het dure segment. Door de braindrain verdwijnen veel potentiële kopers van woningen in het dure segment. In mijn zienswijze van 29 april 2016 heb ik aan de hand van de WOZ waarden aangetoond dat de prijzen van de woningen in de gemeente Boxmeer dalen. Dus dat er slechts weinig vraag is naar woningen in Boxmeer. Tevens heb ik aangegeven dat de waarde van de woningen uit het dure segment nog harder dalen. Dus dat de vraag naar woningen in het dure segment nu reeds gering is. In het hierboven genoemde rapport Woningmarktstrategie Land van Cuijk constateren de opstellers dat jongeren die een HBO of WO-opleiding elders volgen (in onze regio is geen hoger onderwijs), na voltooiing van de opleiding niet terugkeren. Men stelt vast dat het door de provincie gehanteerde criterium migratie=nul onjuist is en tot te hoge prognose leidt. Het rapport adviseert daarom om de provinciale prognoses niet te volgen en om een woningmarktregisseur te benoemen om nieuwe ontwikkelingen goed te kunnen volgen en analyseren. De woningmarktregisseur is niet benoemd. De gemeente Boxmeer heeft geen andere oplossing gecreëerd om ontwikkelingen te monitoren. Boxmeer heeft het rapport Woningmarktstrategie overgenomen. Maar de praktijk laat zien dat de gemeente het rapport in de kast heeft gelegd. RIS (Bijlage) 3

4 De aanbevelingen uit dit rapport waren door het vergeten van het rapport geen aanleiding om kritisch te kijken naar de nieuwe provinciale bevolkings- en woningprognoses (najaar 2014). Ook deze prognoses zijn gemaakt op basis van het onjuiste criterium migratiesaldo=nul. De provincie voorspelde voor de eerste tien jaar na 2014 een lichte groei van de bevolking in Boxmeer. Deze voorspelde groei is niet te begrijpen als we zien dat het aantal inwoners van Boxmeer in de jaren ervoor daalde, en er ook geen andere ontwikkelingen zijn die een trendbreuk zouden verklaren. Op pagina 3 van mijn brief dd. 8 juni 2016 (zie bijlage 5) heb ik de kaart opgenomen, waar de bevolkingsdaling in 4 van de 5 gemeenten van het Land van Cuijk door de provincie is getekend. Verderop besteed ik in aparte paragraaf aandacht aan de rol van de provincie Noord-Brabant. Als gevolg van het vergeten van het rapport Woningmarktstrategie Land van Cuijk neemt de gemeente Boxmeer de provinciale prognose nog immer als uitgangspunt. Zie in dit verband de eerste zin op pagina 34 van de toelichting Maashaeghe (bijlage 8), waarmee de gemeente reageert op mijn zienswijze (citaat): De gemeente Boxmeer heeft zich te houden aan de provinciale prognosecijfers. Met deze stelling doet de gemeente Boxmeer geen recht aan eigen zelfstandigheid. Formeel is deze stelling is in strijd met het eigen gemeentelijke beleid door het overnemen van het rapport Woningmarktstrategie Land van Cuijk (2012). Sinds 2012 is er veel veranderd, en niet ten goede. De braindrain heeft er intussen toe geleid dat alle gemeenten van het Land van Cuijk krimpen. Kortom het is nodig dat de berekening van woningbehoefte en onderzoek naar de woningbehoefte totaal en per segment, weldra opnieuw zal plaatsvinden. In dit verband is het zeer te betreuren dat de woningmarktregisseur, zoals afgesproken in het rapport, niet is benoemd. De regisseur zou vanuit zijn functie aandacht hebben gevraagd voor de grote veranderingen in de woningmarkt. De gemeente Boxmeer verwijst naar SVIR maar houdt zich niet aan dit Rijksbeleid. De gemeente Boxmeer baseert zijn bouwbeleid niet op de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). In de toelichting op de het bestemmingsplan wordt door de gemeente Boxmeer verwezen naar SVIR, echter zonder ernaar te handelen. Het navolgende citaat is ontleend aan pagina 7 van de Toelichting Maeshaeghe. De woon- en werklocaties in steden en dorpen sluiten in 2040 aan op de (kwalitatieve) vraag en locaties voor transformatie en herstructurering worden zoveel mogelijk benut. Dit citaat impliceert dat de gemeente: - kennis moet hebben van de behoefte aan woningen, - kennis moet hebben van de behoefte aan woningen in de verschillen woningsegmenten, - kennis moet hebben van de bouwmogelijkheden voor de verschillende segmenten in bestaande bestemmingsplannen, - kennis moet hebben over de ontwikkelingen in de bestaande bebouwing, bijvoorbeeld kennis over de ruimte die vrijkomt door het (deels) wegvallen van schoolgebouwen als gevolg van de krimp. De gemeente ontwikkelt een nieuw bestemmingsplan: - zonder kennis van een actuele woningbehoefte, - zonder kennis van de woningbehoefte per segment; Boxmeer doet geen onderzoek naar de behoefte aan woningen in het dure segment, - zonder kennis te nemen van de bouwmogelijkheden in de bestaande bestemmingsplannen, - zonder dat informatie wordt verzameld over de vrijkomende ruimte. Conclusie: De gemeente Boxmeer verwijst wel naar het rijksbeleid, maar houdt zich er niet aan. RIS (Bijlage) 4

5 De gemeente Boxmeer verzuimt enerzijds haar taak en voert anderzijds inconsistent beleid ten aanzien van bevolkingskrimp Zoals ik in mijn zienswijze en aanvullingen heb aangegeven, besteedt de gemeente Boxmeer vrijwel geen aandacht aan de gevolgen van de bevolkingskrimp. Het lijkt wel of Boxmeer weg kijkt bij het woord bevolkingskrimp. De gemeente Boxmeer maakt zelfs geen simpele tabel met het aantal inwoners per jaar. Hieronder is een tabel van het aantal inwoners van de gemeente Boxmeer gemaakt, overigens gemaakt op basis van cijfers van de gemeente Boxmeer zelf. Deze tabel maakt duidelijk dat de krimp twaalf jaar geleden is begonnen In 2015 neemt het aantal inwoners niet af en in 2016 stijgt het aantal inwoners. Dit is een rechtstreeks gevolg van het groot aandeel vluchtelingen met status in het AZC in Overloon dat in de zomer van 2014 is geopend. Vluchtelingen met status worden opgenomen in het bevolkingsregister, dit betekent echter niet dat er een huisvestingsopgave is voor deze groep statushouders. Door het wegkijken bij krimp is het voeren van overleg over de demografische ontwikkeling en de gevolgen ervan niet mogelijk: - In de gemeentelijk structuurvisie 2013 is een korte onheldere paragraaf aan de demografische ontwikkeling gewijd. Er worden hieruit geen beleidsconsequenties getrokken. - In 2015 is de gemeentelijke begroting 2016 vastgesteld waarin een paragraaf aan de demografische ontwikkeling is gewijd. Er wordt aangegeven dat de krimp in Boxmeer verloopt als in Limburg-Noord; dus bij de buurgemeenten van Boxmeer. Er worden echter geen beleidsconsequenties getrokken. De provincie Limburg heeft vorig jaar tezamen met de gemeenten in Noord-Limburg een Regionale Structuurvisie wonen voor Noord-Limburg ontwikkeld. De conclusies van het rapport zijn ingrijpend. De gemeenten in Limburg-Noord hebben een groot deel van hun bouwcapaciteit doorgestreept. Kijkend naar de verwijzing in de begroting 2016 is het verbazingwekkend dat de gemeente Boxmeer zich niet in dit rapport verdiept. Dit temeer daar het rapport constateert dat er een afnemende vraag naar grotere woningen is. Dit is juist het type dat Boxmeer op Maashaeghe wil laten bouwen. - Op 19 januari 2016 heeft het college van B&W een memo naar de raad gestuurd over de demografische ontwikkeling. B&W heeft van de raad de opdracht om beleid te ontwikkelen i.v.m. met de demografische ontwikkeling. Zie bijlage 9. Hieronder een citaat van pagina 2: Verzoek gemeenteraad: Om dit gesprek aan te gaan verzoekt de gemeenteraad het college om een gedegen analyse van de meerjarige effecten van ontgroening en vergrijzing, inclusief een inventarisatie van het beleid dat de gemeente al voert t.a.v. beide demografische trends. Reactie B&W: Het college is van mening dat op dit moment de meerwaarde van de gevraagde analyse beperkt is. Boxmeer verwerkt de gevolgen van de braindrain niet. Boxmeer klampt zich vast aan de incorrecte te hoge cijfers voor de bouwprognose van de provincie Noord-Brabant. Middels het rapport Woningmarktstrategie Land van Cuijk (2012) weet de gemeente Boxmeer dat deze cijfers te hoog zijn. Op basis van de kennis uit het rapport woningmarktstrategie had de gemeente Boxmeer een analyse moeten maken van de provinciale bevolkings- en bouwprognose van De gemeente Boxmeer heeft dit nagelaten. RIS (Bijlage) 5

6 Bestemmingsplan Maashaeghe is niet correct onderbouwd. Bij het maken van bestemmingsplannen wordt verondersteld dat de gemeente een actueel beeld heeft van de woningbehoefte per woningsegment in de gemeente. De gemeente heeft dit overzicht niet. Ze verwijst steeds naar de bouwprognose die de provincie heeft aangereikt. Deze bouwprognoses van de provincie zijn, zoals eerder genoemd, te hoog. In dit verband verwijs ik naar de paragraaf: Mijn zienswijze, aanvulling op mijn zienswijze en mijn brief dd. 8 juni De bevolking van de gemeente Boxmeer krimpt. In de periode was de krimp 4,1%. De krimp wordt met name veroorzaakt door de braindrain die inmiddels door G.S. van Brabant wordt erkend. Zie bijlage 4. In de gemeente Boxmeer ontbreekt inzicht in de behoefte aan woningen voor de verschillende woningsegmenten. Het bestemmingsplan Maashaeghe is gericht op het dure segment. Ook de gemeente Boxmeer heeft geconstateerd dat er in dit dure segment een groot aantal huizen te koop staan.. Boxmeer reageert laatdunkend naar de aanbieders van deze woningen (zie verderop de paragraaf Reactie gemeente Boxmeer op mijn zienswijze ). Het is logisch dat er in deze regio voor dure woningen weinig kopers zijn. De meeste kopers voor deze huizen komen voort uit de inwoners met een hogere opleiding. Door de braindrain verdwijnen al bijna dertig jaar de jongeren die hoog opgeleid zijn. Het aanbod van deze woningen is groot en zal nog verder toenemen. Dertig, veertig jaar geleden hebben de grote bedrijven in Boxmeer als o.m. Nutreco, Intervet (nu DSM) en Stork (nu Marel) veel medewerk(st)ers voor hoge functies van buiten aangetrokken. Veel van deze medewerk(st)ers vestigden zich metterwoon in Boxmeer en omgeving. Dit plaatje is intussen ingrijpend veranderd. De grote bedrijven hebben veel hogere functies verplaatst naar elders. Opvallend is verder dat nieuwe medewerk(st)ers in de hogere functies zich niet meer vestigen in Boxmeer. Deze medewerk(st)ers reizen dagelijks vanuit steden als Nijmegen, Arnhem, Wageningen, Den Bosch, Eindhoven en Venlo naar Boxmeer en weer terug. Zelfs jonge docenten van het Elzendaalcollege (o.a. VWO), die oud-elzendalers zijn en het Land van Cuijk uit hun jeugd goed kennen, gaan in de stad Nijmegen wonen. Daarnaast is het zo dat veel medewerk(st)ers in de hogere functies die hier dertig, veertig jaar geleden zijn begonnen inmiddels met pensioen zijn, sterven, de regio willen verlaten of kleiner willen gaan wonen. Kortom, dit leidt tot relatief veel aanbod. Er is zodoende geen behoefte aan méér bouwplekken voor woningen in het dure segment. De gemeente Boxmeer heeft ook niet nagegaan hoeveel bouwplekken voor huizen in het dure segment nu reeds beschikbaar zijn. De vergelijking van beschikbare bouwplekken met de behoefte aan woningen in het dure segment, had mede een rol moeten spelen bij de besluitvorming over bestemmingsplan Maashaeghe. De gemeente Boxmeer heeft ook niet gekeken hoe beperkt de belangstelling voor bouwkavels voor woningen in het dure segment werkelijk is. Ter illustratie, in mijn woonbuurt zijn minstens acht prachtige bouwplekken met zicht op het natuurgebied de Vilt. Al jaren is er geen vraag naar deze mooie bouwplekken. Bovendien ontstaan er door de krimp lege plekken in de bestaande bebouwing: - Ruim veertig procent van de schoolgebouwen gaan verdwijnen. - Ook komt veel potentiële bouwgrond vrij door overschot aan accommodaties bijv. sportaccommodatie. - Mede door de krimp wordt het winkelcentrum Boxmeer een kwart kleiner en komt in de komende tien jaar veel open ruimte in het centrum van Boxmeer beschikbaar (zie bijlage 1 paragraaf 4). RIS (Bijlage) 6

7 Deze plekken zijn dikwijls zeer geschikt voor woningbouw. Op een aantal van deze plekken kunnen ook grotere woningen worden gebouwd. De plekken in het centrum, op loopafstand van alle voorzieningen, zijn zeer geschikt voor de toenemende groep ouderen. De gemeente Boxmeer heeft niet nagegaan hoeveel bouwplekken nog beschikbaar komen op de open plekken die o.m. door krimp ontstaan. Kortom de gemeente voldoet niet aan de eisen van de ladder voor duurzame verstedelijking. De rol van de provincie Noord-Brabant De provincie Noord-Brabant weet dat er braindrain plaatsvindt in de rurale gebieden van de provincie. Ter zake verwijs ik naar de brief van G.S. aan de Staten van Brabant. Zie bijlage 4. Toch berekent Brabant al jaren de bevolkingsprognose op basis van het criterium migratiesaldo=nul Dit criterium is in 1992 ingevoerd. In die tijd wilde de Brabantse steden niet groeien omdat veel stedelingen met een goed inkomen een huis kochten in de buurdorpen. Om deze gang van stad naar dorp de pas af te snijden is destijds in het streekplan vastgelegd dat de dorpen nog slechts mochten groeien voor de eigen natuurlijke aanwas. Oftewel het criterium migratiesaldo=nul werd in het streekplan vastgelegd Het criterium staat inmiddels in de opvolger van het Streekplan: de provinciale structuurvisie. Lettend op de trek van de hoog opgeleide jongeren naar de steden moet dit criterium uit de structuurvisie verdwijnen. Door het toepassen van dit criterium bij de prognoseberekening voor rurale gebieden, wordt bij de berekening de uittocht van hoog opgeleide jongeren (braindrain) doorgestreept. Het gevolg is een te hoge prognose van de toekomstige bevolking. Brabant koppelt de verdeling van het toekomstige bouwvolume aan haar eigen bevolkingsprognose. Met als gevolg dat te veel bouwvolume ter beschikking wordt gesteld in rurale gemeenten. De provincie Noord-Brabant weet dat deze berekening onjuist is. (1) Bij de laatste berekening van de bevolkingsprognose in 2014 heeft de provincie vastgesteld dat vier van de vijf gemeenten van het Land van Cuijk krimpen. Alleen de gemeente Cuijk kromp toen nog niet. Deze laatste krimpt vanaf Toch heeft de provincie een bevolkingsprognose berekend zonder rekening te houden met de braindrain. (2) In 2012 hebben de onderzoekers van het rapport Woningmarktstrategie Land van Cuijk vastgesteld dat de prognoses van de provincie te hoog waren. Zij adviseerde met lagere bouwprogramma s voor de woningbouw te werken. Het rapport is door de gemeenten van het Land van Cuijk overgenomen. Blijkens pagina 11 van de Toelichting Maashaeghe is de provincie hiervan op de hoogte gebracht. De provincie moet gevraagd worden om een coherent beleid voor de gemeenten in de rurale gebieden te volgen. Als de braindrain niet is te stoppen, zoals de provincie stelt, moeten de bevolkingsprognoses en de bouwprognoses hieraan worden aangepast. De provincie Noord-Brabant moet gevraagd worden om, naar analogie met de provincie Limburg, een regionale structuurvisie Wonen voor het Land van Cuijk te maken. Reactie gemeente Boxmeer op mijn zienswijze schiet te kort. De reactie van de gemeente Boxmeer op mijn zienswijze staat op pagina 34 van de Toelichting Maashaeghe (zie bijlage 8). Hieronder loop ik de reactie stap voor stap door. RIS (Bijlage) 7

8 Gemeente Boxmeer vergeet haar eigen besluiten (2012) over de te hoge provinciale prognose en voert inconsistent en onnavolgbaar beleid ten aanzien van sturing op de woningmarkt De eerste reactie heeft betrekking op mijn zienswijze dat de gemeente Boxmeer te veel woningen wil bouwen. De toelichting op pagina 34 van bijlage 8 begint met de zin (citaat): De gemeente Boxmeer heeft zich te houden aan de provinciale prognose cijfers. Dit is een onjuiste stelling. De gemeente mag op basis van eigen beleidsafweging minder bouwen dan de provinciale prognose. Verder heeft de gemeente Boxmeer zoals eerder vermeld de woningmarktstrategie Land van Cuijk (2012) overgenomen, waarin de constatering staat dat de provinciale bouwprognoses te hoog zijn als gevolg van de toepassing van het criterium migratiesaldo=nul bij de provinciale berekening. Boxmeer vergeet blijkbaar zijn eigen besluiten over de te hoge provinciale prognose. De tweede zin op deze pagina luidt: Daarnaast geeft de woningmarktstrategie Land van Cuijk, 2012 richting aan het woonbeleid in de komende jaren - In het rapport uit 2012 staat dat de prognoses van de provincie te hoog zijn. Er wordt aanbevolen om te werken met 20% lagere getallen dan de provinciale prognoses uit Er wordt aanbevolen om een woningmarktregisseur te benoemen. Dit is niet gebeurd. Ook heeft Boxmeer geen maatregelen genomen om de taken van de regisseur op een andere wijze te effectueren. - Toen de provincie Noord-Brabant in eind 2014 kwam met nieuwe prognosecijfers heeft de gemeente Boxmeer niet de moeite genomen om een onderzoek te doen analoog aan 2012 om vast te stellen hoeveel de nieuwe provinciale prognoses te hoog zijn. Uit de cijfers van de gemeente op pagina 11 van de Toelichting Maashaeghe, kan ik niet opmaken of de provinciale prognoses 2014 met 20% zijn verminderd. De gemeente Boxmeer heeft het rapport Woningmarktstrategie Land van Cuijk (2012) niet gevolgd. De gemeente Boxmeer wil de lange termijn ontwikkeling niet bekijken. Vervolgens wordt in de reactie van de gemeente geschreven over de bevolkingsontwikkeling. Hierbij wordt gekeken naar de ontwikkeling van het aantal inwoners in de periode De gemeente bevestigt dat het aantal inwoners is gedaald. Vervolgens wordt aangegeven dat het aantal huishoudens in de periode beperkt is gestegen. Er wordt geen toekomstperspectief geschilderd. Verder is relevant dat de cijfers van het aantal inwoners in 2015 en 2016 bepalend zijn beïnvloed door de statushouders in het AZC in Overloon. Waarom niet wordt gekeken naar de lange termijn ontwikkeling, bijvoorbeeld vanaf 2000, is me een raadsel. (Hierboven zijn de gegevens vanaf 2004 tot heden in tabelvorm gegeven. Deze gegevens heeft een medewerker van de gemeente Boxmeer me aangeleverd. Dus de gemeente beschikt erover.) Ik moet constateren dat de gemeente Boxmeer de lange termijn ontwikkeling niet wil zien en ook niet wil gebruiken voor beleidsontwikkeling. Boxmeer verwijst naar een beleidsnotitie volkshuisvesting uit 2015 die niet is gebaseerd op actueel woningbehoefteonderzoek Vervolgens stelt de toelichting (citaat) Op dit moment is de door de gemeenteraad in 2010 en in juni 2015 geactualiseerde beleidsnotitie volkshuisvesting met het daarbij behorende woningbouwprogramma leidraad bij het bepalen of wel of niet medewerking verleend wordt aan het tot stand komen van nieuwbouwprojecten. RIS (Bijlage) 8

9 Bij de opstelling van deze beleidsnotitie heeft de gemeente Boxmeer geen rekening gehouden met de veranderende woningbehoefte als gevolg van bevolkingskrimp. De woningbehoefte is ook niet onderzocht. Sinds 2012 weet de gemeente dat de prognosecijfers van de provincie niet correct zijn. Boxmeer doet geen enkele poging om de kwaliteit van de provinciale prognoses van najaar 2014 te beoordelen. Op pagina 12 van de Toelichting Maashaeghe (bijlage 8) vermeldt de gemeente dat de woningen van Maashaeghe passen in een doorstroombeleid. Deze stelling wordt nergens onderbouwd. Ook wordt in dit kader met geen woord gerept over de slechte marktontwikkeling voor de woningen in het dure segment. De gemeente meldt in haar reactie een ambtelijke werkgroep, die gaat onderzoeken of er sprake is van krimp De tekst gaat verder met: Vermeldenswaard op dit punt is verder dat onlangs een werkgroep is opgericht die zich bezig gaat houden met de vraag wanneer de gemeente Boxmeer te maken heeft c.q. krijgt met de zogenaamde krimp en wat daarvan de gevolgen zijn. Deze ambtelijke werkgroep is me bekend. Ik ben door de ambtenaren gehoord. Ook heb ik deelgenomen aan de Expertmeeting van deze werkgroep. In deze werkgroep en ook bij de Expertmeeting zijn/ waren geen ambtenaren vertegenwoordigd van de harde sectoren Economie, R.O., Volkshuisvesting en Financiën. Het blijft me verbazen dat Boxmeer, waarvan het aantal inwoners al twaalf jaar afneemt, gaat onderzoeken of men te maken heeft met de zogenaamde krimp. Dit temeer daar de demografische verandering van de bevolkingssamenstelling veel ingrijpender is. Boxmeer doet geen onderzoek naar de gevolgen van de bevolkingskrimp voor het bouwbeleid. De gemeente stelt dat de harde plancapaciteit van 476 woningen te laag is, en vergroot moet worden. Dit is echter niet gebaseerd op actueel woningbehoefte onderzoek In de voorlaatste alinea schrijft de gemeente (citaat): De totale harde capaciteit bedraagt dus 476 woningen en dat is niet voldoende om in de plaatselijke behoefte voor de komende tien jaar te voldoen. De behoefte aan woningen is niet gebaseerd op een actuele behoeftebepaling maar op de te hoge provinciale prognose. De gemeente Boxmeer schrijft zoals eerder gemeld in de begroting 2016 dat de krimp in Boxmeer analoog is aan de krimp in de gemeenten in Limburg-Noord. Voor Noord-Limburg is een gedegen onderzoek gedaan naar krimp en de relatie met volkshuisvesting. Dit onderzoek krijgt geen aandacht in Boxmeer. Waarom is de verwijzing naar Limburg-Noord eigenlijk gemaakt? De gemeente erkent dat er een groot aantal dure woningen te koop staat. De toelichting Maashaeghe eindigt met de volgende alinea: Tot slot valt ook niet te ontkennen dat in Boxmeer een relatief groot aantal dure woningen te koop staat. Het gaat hierbij echter om bijna alleen maar woningen die gebouwd zijn (ver) voor 2000 waarvoor een hoge prijs gevraagd wordt, terwijl daarnaast in vele gevallen een aardig bedrag nodig is om die woningen op te knappen c.q. aan de huidige eisen te laten voldoen. Allereerst, deze alinea bevestigt mijn constatering dat er grote problemen zijn met de woningmarkt voor het dure segment. Het verbaast me dat dit geen wake up call is voor de gemeente Boxmeer. RIS (Bijlage) 9

10 De volgens de gemeente te hoge prijs ligt echter op het niveau van de WOZ waarde Daarnaast suggereert de tekst dat de eigenaren van deze woningen een te hoge prijs voor de woningen willen ontvangen. In de kern Boxmeer hebben veel eigenaren van woningen uit het dure segment grote problemen met het bereiken van een verkoopprijs op het niveau van de WOZ-waarde. In Beugen, in mijn woonbuurt staan twee huizen reeds jaren te koop voor een prijs die overeenkomt met de WOZ-waarde. Een van de eigenaren zei me onlangs: Mijn huis staat nu reeds drie jaren te koop voor een prijs gelijk aan de WOZ-waarde. In al die tijd heeft niemand belangstelling getoond. Gevreesd moet worden dat de gemeente Boxmeer de WOZ-waarde van woningen in het dure segment nog verder naar beneden moet bijstellen. Door nog meer woningen in het dure segment toe te voegen, versterkt de gemeente dit proces. De burgers worden hiervan onnodig de dupe. Boxmeer onderschrijft mijn stelling dat de markt voor woningen in het dure segment gekenmerkt wordt door een groot aanbod. Boxmeer wil dit aanbod nog verder vergroten en benadeelt daarmee de eigenaren van woningen in het dure segment. In dit beroepsschrift heb ik aangegeven dat er geen behoefte is aan de woningen die op Maashaeghe kunnen worden gebouwd. Na de ondertekening van de brief is een lijst van alle bijlagen opgenomen. Met vriendelijke groeten, Jan de Vaan RIS (Bijlage) 10

11 Bijlagen bij beroep op de Raad van State ter zake van Maashaeghe 1. Ontwikkeling in en rond Boxmeer. In deze bijlage staat een beschrijving van de ontwikkelingen in en rond Boxmeer die relevant zijn m.b.t. het bestemmingsplan. 2. Mijn zienswijze dd. 29 april 2016 op het ontwerpbestemmingsplan Maashaeghe. Dit is een kopie van mijn zienswijze op bestemmingsplan Maashaeghe. Dit stuk staat ook op site: van-het-bestemmingsplan-maashaeghe-te-boxmeer-en-derde-wijziging-van-de-welstandsnota- 2014_16384.html 3. Aanvulling op mijn zienswijze ss. 15 mei 2016 m.b.t. ontwerpbestemmingsplan Maashaeghe. Dit is een kopie van mijn aanvulling op het ontwerpbestemmingsplan Maashaeghe. Deze aanvulling was nodig om dat Gedeputeerde Staten (G.S.) van Noord-Brabant middels antwoorden op schriftelijke vragen aangaf dat er braindrain was in veel rurale delen, waaronder het Land van Cuijk. Dit stuk staat ook op site: van-het-bestemmingsplan-maashaeghe-te-boxmeer-en-derde-wijziging-van-de-welstandsnota- 2014_16384.html 4. Brief van G.S. van Brabant over braindrain. Kopie van de brief van G.S. van Brabant dd. 26 april 2016 aan S. Steenbakkers, Statenfractie CDA, over het tegengaan van braindrain. In deze brief geeft G.S. aan dat er braindrain in Brabant, i.h.b. ook in het Land van Cuijk is. Tevens geeft G.S. aan dat ze niets tegen deze braindrain kan ondernemen. Deze brief staat ook op de site: van-het-bestemmingsplan-maashaeghe-te-boxmeer-en-derde-wijziging-van-de-welstandsnota- 2014_16384.html 5. Brief dd. 8 juni 2016 ontwerpbestemmingsplan Maashaeghe aan de commissie uit de raad, de gemeenteraad en B&W B&W had me er op gewezen dat ik gedurende vijf minuten kon inspreken over mijn zienswijze Maashaeghe. Lettend op de complexiteit heb ik afgezien van een korte mondelinge inspraak. In plaats daarvan heb ik en brief aan de commissie uit de raad, de gemeenteraad en B&W geschreven, waarin de belangrijkste worden geschetst. Dit stuk staat ook op site: van-het-bestemmingsplan-maashaeghe-te-boxmeer-en-derde-wijziging-van-de-welstandsnota- 2014_16384.html RIS (Bijlage) 11

12 6. Pagina s 7 en 13 van de Regionale woningmarktstrategie Land van Cuijk uit Deze regionale woningmarktstrategie die is opgesteld door Royal HaskongDHV is begin 2013 door de gemeente Boxmeer overgenomen. Pagina 7: Hierin wordt aangegeven dat de vijf gemeenten van het Land van Cuijk intensief op dit beleidsveld willen samenwerken. Om deze samenwerking te realiseren is de aanstelling van een regionaal woningmarktregisseur noodzakelijk. Pagina 13 Hierin wordt aangegeven dat de huishoudensprognose van de provincie Noord-Brabant te hoog zijn omdat het criterium migratiesaldo=nul niet van toepassing is op de gemeenten in het Land van Cuijk omdat jaarlijks meer huishoudens vertrekken dan er zich vestigen. De gemeenten wordt aanbevolen om maximaal 80% van de provinciale prognoses te realiseren. Het rapport staat op de site: tot-vaststelling-van-de-regionale-woningmarktstrategie-land-van-cuijk_27771.html 7. Pagina s 150, 151 en 152 van de gemeentelijke begroting Op deze pagina s staat een analyse van de demografische ontwikkeling. Onderaan pagina 151 staat een belangrijk statement: Qua cijfers liggen de cijfers van de gemeente Boxmeer meer in de lijn van de regio Limburg-Noord. De begroting 2016 staat op de site: september-2015-tot-vaststelling-van-de-begroting-2016-van-de-gemeente-boxmeer_44489.html 8. Pagina 7, 11, 12, en34 van de ToelichtingMaashaeghe.pdf Pagina 7 bevat citaat over het Rijksbeleid. Op pagina 11 wordt gesproken over de provinciale prognose cijfers Op pagina 11 staat vermeld dat de provincie weet dat de gemeenten van het Land van Cuijk in het rapport Woonmarktstrategie Land van Cuijk is afgesproken dat de gemeenten de provinciale prognoses niet volgen. Op pagina 12 Vermeldt de gemeente Boxmeer zonder nadere onderbouwing, dat de woningen van Maashaeghe passen in een doorstroombeleid. Pagina 34 is de gemeentelijke reactie op mijn zienswijze. Op pagina staat dat de toelichting door de gemeenteraad is overgenomen. Deze ToelichtingMaashaeghe.pdf staat op de site: 9. Pagina 2 van memo van B&W over de demografische ontwikkeling Op 19 januari 2016 heeft B&W een memo over de demografische ontwikkeling naar de raad gestuurd. Dit stuk staat op site: betreffende-demografische-ontwikkeling-vervolg-op-raadsconferentie-21-mei-2015_46343.html 10. Pagina 25 van Regionale structuurvisie Wonen Noord-Limburg Op deze pagina is duidelijk te lezen dat er een afnemende vraag naar grotere woningen is. Het hele rapport staat op de site: RIS (Bijlage) 12