Brandstofaangedreven verwarming, D5244T, TF-80SC. Brandstofaangedreven verwarming, D5244T, TF-80SC V1.0

Transcriptie

1 Installation instructions, accessories Instructienr Versie 1.0 Ond. nr. Brandstofaangedreven verwarming, D5244T, TF-80SC R Volvo Car Corporation Brandstofaangedreven verwarming, D5244T, TF-80SC V1.0 Pagina 1 / 27

2 Uitrusting A A A IMG Pagina 2 / 27

3 M Pagina 3 / 27

4 IMG Pagina 4 / 27

5 INLEIDING Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint. Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken. Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn. Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst. Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer. NB! Dit accessoire vereist software die uniek is voor de auto. 1 Zet het contactslot in stand 0. Ontkoppel de minkabel van de accu. NB! Wacht minstens vijf minuten voordat u de connectors ontkoppelt of andere elektrische onderdelen verwijdert. A Geldt voor de XC70 Pagina 5 / 27

6 2 Geldt voor de XC70 Klap het middelste zitgedeelte (1) naar voren en klap het middelste ruggedeelte (2) naar voren door de hendel (3) naar u toe te trekken. M Verwijder het middelste ruggedeelte. Trek eerst aan de hendel aan de bovenzijde van de achterzijde van het ruggedeelte. Trek vervolgens het ruggedeelte omhoog. M Geldt voor V70 en XC70 Pagina 6 / 27

7 4 Geldt voor V70 en XC70 Klap het rechter zitgedeelte van de achterbank naar voren. M Klap het rechter ruggedeelte van de achterbank naar voren. M Verwijder het rechter zijkussen. Trek eerst de bovenkant (1) naar u toe. Til vervolgens het zijkussen omhoog (2). A Pagina 7 / 27

8 Geldt voor de S60 7 Geldt voor de S60 Verwijder het zitkussen (1) van de achterbank door het bij de voorkant omhoog en dan naar voren te trekken. D Klap het rechter ruggedeelte van de achterbank naar voren toe om. Verwijder de veiligheidsgordel uit de geleider (1) op het rechter zijkussen. M Pagina 8 / 27

9 9 Verwijder de clip (1) aan de zijkant van het rechter zijkussen. Trek de bovenkant van het linker paneel in de bagageruimte naar buiten om bij de bovenste borging voor het zijkussen te komen. M Verwijder het rechter zijkussen. Druk eerst de pallen (1) bij de bovenkant van de achterzijde van het zijkussen in. Trek het kussen iets naar buiten. Pak het kussen met beide handen vast. Draai het kussen rechtsom totdat de pallen aan de binnenkant loskomen. Verwijder het zijkussen. Trek eerst de bovenkant van het zijkussen naar buiten. Trek dan omhoog. M Dit geldt voor alle modellen Pagina 9 / 27

10 11 Dit geldt voor alle modellen Dit geldt voor auto s met bevestigingen voor Isofix aan de rechterzijde van de achterbank Verwijder de schroeven (1). Draai de eindbevestiging (2) voor de veiligheidsgordel los. Verwijder de moer (3) en de vulring (4) uit het tapeind. Verwijder de bevestiging (5). M Dit geldt voor de rechterkant Ontkoppel de connector (1) en de schroef (2) op het rechter ruggedeelte. Til de bevestiging (3) omhoog en trek het ruggedeelte eruit door dit tegelijkertijd heen en weer te bewegen om de pen los te maken uit de bevestiging in het linker ruggedeelte. Verwijder het rechter ruggedeelte. M Druk het isolatiepaneel opzij zodat de afdekking (1) blootligt. Verwijder de moeren (2) en de afdekking. Boor de aansluiting (3) in het tankelement (4) uit. Gebruik een boor van Ø4 mm (5/32"). NB! Gebruik een pneumatische boor met vet op het bitje. D Pagina 10 / 27

11 14A Afbeelding A geeft de voorste bevestiging aan Afbeelding B geeft de achterste bevestiging aan Verwijder voor het plaatsen van de aanzuigleiding naar de brandstoftank de vier schroeven (1) in de voorste en achterste bevestigingen van de brandstoftank, zodat de tank een stukje zakt. 14B R R Steek de buis (1) (uit de set) in de aansluiting (2). Druk de buis omlaag totdat deze de aansluiting raakt. Neem de brandstofleiding met de voedingskabel uit de set. Breng tape aan op het uiteinde van het gedeelte van de brandstofleiding dat door het gat in de vloer gestoken wordt. (Dat met het korte, vrije kabeluiteinde.) Steek de volledige kabelconstructie (3) tussen de vloer en de brandstoftank aan de rechterzijde naar buiten. M Pagina 11 / 27

12 16 Druk de snelkoppeling (1) op de aansluiting totdat deze klikt. Controleer of de snelkoppeling goed vastzit. Sluit de voedingskabel die u samen met de brandstofleiding trok aan op de connector (2) in de connectorbrug (3). M Plaats de bedrading in de rubber doorvoertule in de afdekking. Plaats de afdekking terug. Draai de afdekking aan met behulp van de vier schroeven. Dit geldt voor auto s met Isofix-bevestigingen Plaats de Isofix-bevestiging en de gordelsluiting terug. Draai de schroef aan. Draai aan tot 40 Nm (30 lbf ft). Draai de moer aan. Draai aan tot30 Nm (22 lbf ft). Geldt voor alle modellen Klap de ruggedeelten, de zijkussens en de zitgedeelten terug. Open de dop op het expansiereservoir van de radiateur. 18 Trek de brandstofslang met de kabelboom (1) langs de achterkant van de brandstoftank. Trek de slang langs de rechterzijde van de brandstoftank en laat de slang omlaaghangen. D Pagina 12 / 27

13 19 Maak de brandstofrail los door een kleine schroevendraaier in het kleine gat tussen de gele clip en de brandstofrail te steken en de clip in de richting van de pijl te bewegen. Herhaal dit bij de overige clips. Er moeten zes clips worden losgemaakt. Trek de brandstofrail omlaag zodat deze aan de slangen hangt. R Pak de brandstofpomp met de kabel uit de set en leid de kabel aan de voorkant van de rechterzijde van de brandstoftank omhoog. Haal de kabel zo dat deze zich naast de aanwezige kabel in de uitsparing boven op de brandstoftank bevindt. Plaats vervolgens de kabel aan de rechterzijde van de bedrading die naar de motorruimte loopt. Trek de bedrading omhoog zodat de brandstofpomp zoveel mogelijk geplaatst is als afgebeeld. D Verwijder de remleiding (1) uit de klem. Pak de brandstofpomp en de beugel. Plaats de beugel boven op de beugel voor de brandstoftankbevestiging, tegenover de kleine gaten voor de popnagels. Neem twee metalen popnagels (2) uit de set. Klink de beugel van de brandstofpomp bij de beugel voor de brandstoftankbevestiging vast. D Pagina 13 / 27

14 22 Pak de dubbele klem uit de set. Klem de twee brandstofleidingen van de brandstofpomp aan elkaar vast, recht voor de twee blauwe markeringen op de brandstofleidingen. Druk de remleiding terug in de klem. Draai de vier schroeven vast waarmee de tank vastzit. Haal de schroeven aan tot 24 Nm (18 lbf.ft.). Sluit de connector (1) van de voorgetrokken voedingskabel op de brandstofpomp aan. Sluit de snelkoppeling (2) op de voorgetrokken brandstofleiding aan op de brandstofpomp. D Zet de brandstofleiding in de remleiding vast bij punt (1) met behulp van een dubbele klem uit de set. D A Afbeelding A Druk de brandstofslang van de recentelijk bevestigde brandstofpomp op zijn plaats. Druk op zijn plaats in de onderkant van de rail en naar voren, in de uitsparing die helemaal rechts zit NB! De markering op de brandstofslang moet tegenover het punt zitten waar de brandstofslang in de rail gaat. R Afbeelding B Schuif de borgclip voor de rail terug. Druk de rail tegen de carrosserie. Zorg dat de rail stevig is bevestigd. Pagina 14 / 27

15 24B R Breng de auto iets omhoog. Verwijder het linker voorwiel. Breng de auto iets verder omhoog. Boor de vijf popnagels (1) uit in de wielkastkant linksvoor. D Verwijder de twee moeren (1) in het linker binnenspatbord (2). Haal het binnenspatbord opzij. D Pagina 15 / 27

16 27 Laat de auto omhoog komen. Verwijder de bout (1) in de linker luchtgeleidingsplaat (2) van de rem vóór. Verwijder de linker luchtgeleidingsplaat door deze achteruit te trekken en leg deze weg. Deze zit de verwarming in de weg en wordt daarom niet meer gebruikt. Verwijder de rechter luchtgeleidingsplaat op dezelfde manier. NB! Deze wordt later teruggeplaatst. D Maak de schroeven (1) los en verwijder de luchtgeleidingsplaat (2) door de borghaken (3) in te drukken. Maak de schroeven (4) los en verwijder de motordekplaat (5). Breng een slang aan op de aftapnippel van de motorkoelvloeistof. Open de aftapnippel. Tap de koelvloeistof af. M Pagina 16 / 27

17 29 Trek het kniestuk los en haal het opzij zodat u de brandstofbuis kunt aanbrengen. R Verwijder de stuurbekrachtigingsbuizen en de kunststofslang uit de clips om het bevestigen van de brandstofbuis makkelijker te maken. Om de bovenste stuurbekrachtigingsbuis opzij te duwen moet de met rubber beklede klem boven aan de voorzijde van het subframe eventueel verwijderd worden. R A Bevestig de brandstofbuis met behulp van de vier vooraf aangebrachte clips (1) (uit de set) op het subframe. Steek de brandstofbuis tussen de ontkoppelde buizen en het subframe. Druk de brandstofbuis op zijn plaats met behulp van de clips in de voorrand van het subframe en in de onderrand in de clips (2) waarmee de kunststof slang vast zat. Op oudere modellen auto's zitten twee vrije clips voor de brandstofbuis onder de aanwezige buizen aan de binnenkant van het subframe. Omdat de ruimte beperkt is, dient de brandstofbuis iets naar binnen gebracht te worden om deze te kunnen plaatsen. R Plaats de stuurbekrachtigingsbuizen terug. Druk de kunststof slang op zijn plaats aan de buitenkant van de brandstofbuis. Op oudere modellen wordt de kunststof slang opnieuw in zijn clips bevestigd. Bevestig de met rubber beklede klem opnieuw als deze is verwijderd. Pagina 17 / 27

18 31B Controleer of de brandstofbuis niet blijft steken achter het subframe. Controleer of de brandstofbuis niet tegen buizen of tegen schroefkoppen van de ophanging schaaft. R Plaats het kniestuk terug. Bevestig de verrijdbare krik (1) onder de voorkant van het subframe. Haal het gewicht van het subframe. Verwijder de schroef (2) en de vulring (3) van de linker bevestiging op het subframe. M Bevestig de verwarming (1) op de beugel (2). Gebruik de schroeven (3) uit de set. Draai de schroeven aan. R Pagina 18 / 27

19 34 Plaats de verwarming in de stand voor bevestiging. Pak een kleine slangklem (uit de set) voor de brandstofleiding. Bevestig de klem op de brandstofslang (1) van de brandstofbuis op het subframe. Druk de brandstofleiding op de inlaat (2) op de brandstofpomp. Draai aan. R Plaats de beugel (1) (uit de set) op de schroef (2) die uit de wielkast steekt. Neem een moer uit de set en haal deze met de hand aan. Bevestig de verwarming en de beugel (3) in de bevestiging links voor op het subframe. Gebruik de schroef (4) uit de set. Haal deze met de hand aan. Draai de beugel (1) zo dat het gat uitgelijnd is met de schroef aan de onderzijde van de beugel (5). Zet beide beugels vast met behulp van de schroef en moer uit de set. Draai ze losjes aan. D Controleer of de verwarming niet blijft hangen aan omringende onderdelen. Draai de verwarming op het subframe en de beugels vast. Draai de schroef (4) aan. Draai aan tot 105 Nm (78 lbf ft). Draai aan over een hoek van 120 of tot MAX 280 Nm (206 lbf ft). Verwijder de beschermkap van de reeds aangebrachte connector (6). Druk de pallen op de bovenzijde van de connector in om de kap te verwijderen. Sluit de kabel uit de verwarming aan op de connector. Haal de verrijdbare krik weg. Pagina 19 / 27

20 36 Pak de koppelingsafdekking en de korte brandstofbuis uit de set. Bevestig de afdekking op de buis. R Steek het eindstuk van de brandstofbuis, dat op twee plaatsen is gebogen, onder de stuurbekrachtiging en de stabilisatorstang, boven op de rechter achterhoek van het subframe. R Pak een slangklem uit de set. Duw de slangklem op de korte brandstofleiding aan de brandstofbuis op het subframe. Sluit de korte brandstofbuis aan op de brandstofleiding. Schuif de buis in de brandstofleiding. Schuif de buis zo ver naar binnen dat de twee buizen contact met elkaar maken. Dit voorkomt luchtbellen. Knijp de slangklem samen. R Pagina 20 / 27

21 39A Afbeelding A Neem een kabelstrop uit de set. Klem de beschermbuis op de brandstofbuis zodat deze stevig bevestigd is. Afbeelding B Pak een slangklem uit de set. Haal de slangklem op de brandstofleiding omhoog naar de brandstofpomp die eerder u eerder aanbracht. Sluit de brandstofleiding aan op de korte brandstofbuis. Schuif de buis in de brandstofleiding. Schuif de buis zo ver naar binnen dat de twee buizen contact met elkaar maken. Dit voorkomt luchtbellen. 39B R Zorg ervoor dat loop van de brandstofbuis in orde is en de kunststof slang niet hindert of tegen het subframe of andere onderdelen schuurt. Knijp de slangklem samen. NB! Brandstofleidingen en brandstofbuizen moeten op een afstand van tenminste 15 mm (19/32") van remleidingen af zitten. R Pak een kabelstrop uit de set en klem de brandstofbuis op de kunststof slang. R Pagina 21 / 27

22 41 Pak een dubbele klem uit de set. Klem de brandstofleiding voor de verwarming vast aan de normale brandstofleiding. R Verwijder de motordekplaat. IMG Maak de vijf schroeven in de stang tussen de veerpoottorens los. Verwijder de stang. IMG Pagina 22 / 27

23 44 Verwijder het inlaatspruitstuk van het luchtfilter en het schutbord. IMG Verwijder de kap boven het luchtfilter. IMG Pagina 23 / 27

24 46 Druk de pallen op de connectoren voor de regeleenheid op het luchtfilter in, draai de handgrepen en verwijder de connectoren. IMG Maak de connector en de slangklem op de buis naar het luchtfilter los. IMG Verwijder het luchtfilter door dit los te trekken van de drie bevestigingspunten. Vouw het omhoog en plaats het zo dat de verwarmingsslangen te voorschijn kunnen worden getrokken. Maak indien nodig nog meer leidingen los om het weg te kunnen halen. NB! Gebruik om het verwijderen makkelijker te maken een dopsleutelverlengstuk en een 10 mm dop om de borghaken van de bevestigingspunten samen te drukken terwijl het luchtfilter naar boven wordt getrokken. IMG Pagina 24 / 27

25 49 Maak de snelkoppeling los op de linker verwarmingsslang (1) van de cabineverwarming door de twee haken van de borgring allebei een kant op te drukken. Draai de snelkoppeling iets en trek deze eruit. Maak de verwarmingsslang op de koelleiding aan de linkerzijde van de achterkant van de cilinderkop los. Verwijder de verwarmingsslang. U hebt deze daarna niet meer nodig. IMG Pak de verwarmingsslang uit de set en leid deze omlaag aan de voorkant van de versnellingsbak en vervolgens naar de voorkant van de linker wielkast. Trek de slangen naar achteren langs de binnenzijde van de linker voorbalk, boven de versnellingsbak. Trek deze dan door omhoog naar en aan de achterkant van de leiding naar de turbolader. Sluit de slang met de snelkoppeling aan op de aansluiting in het schutbord. Sluit het resterende slangeinde aan op de koelleiding (1) links van de achterkant van de cilinderkop. Maak deze vast met een slangklem uit de set. Zorg ervoor dat de slangen niet in aanraking komen met bewegende delen of scherpe randen in de motorruimte. IMG Neem de met rubber beklede klem en een M8*16-schroef uit de set. Zet de verwarmingsslang vanaf het schutbord met een klem vast. Bevestig de klem in het bestaande gat op de bovenkant van de versnellingsbak aan de linkerzijde van de keuzehendel. Draai de schroef aan tot 24 Nm (18 lbf.ft.). IMG Pagina 25 / 27

26 52 Sluit de twee verwarmingsslangen (1) met de slangklemmen uit de set aan op de verwarming en haal ze aan. R Draai de aftapnippel op de radiateur aan. Verwijder de slang. Plaats de middelste luchtgeleidingsplaat terug en vervolgens de rechter luchtgeleidingsplaat. Vouw het binnenspatbord terug en zet de kleine plaat vast met de twee moeren. Klink de voorkant van het binnenspatbord vast met behulp van de popnagels uit de set. Laat de auto iets zakken. Plaats het wiel terug. Haal aan tot 140 Nm (103 lbf ft). 54 Laat de auto volledig zakken. Vul bij met koelvloeistof. Plaats de dop op het expansiereservoir terug. Plaats het luchtfilter terug en sluit alle losgekoppelde kabels en slangen aan. Sluit de connectoren voor de regeleenheid op het luchtfilter aan. Plaats de kap over het luchtfilter terug. Plaats de stang tussen de veerpoottorens terug. Haal de vier M10-schroeven aan tot 50 Nm (37 lbf.ft) en de M12-schroef met 80 Nm (59 lbf.ft). Sluit de minkabel van de accu opnieuw aan. Start de motor, ontlucht het koelsysteem en controleer of er geen sprake is van lekkage. Pagina 26 / 27

27 Zet de motordekplaat terug en haal de schroeven aan met 25 Nm (18 lbf.ft.). Plaats de motordekplaat terug. Software wordt geprogrammeerd volgens de service-informatie in VIDA. Controleer de werking van de verwarming aan de hand van aparte instructies. Pagina 27 / 27