Waarschuwingssysteem achteruitrijden

Transcriptie

1 Installation instructions, accessories Instructienr Versie 1.0 Ond. nr. Waarschuwingssysteem achteruitrijden A Volvo Car Corporation Waarschuwingssysteem achteruitrijden V1.0 Pagina 1 / 23

2 Uitrusting A A A A A A A A Pagina 2 / 23

3 A Pagina 3 / 23

4 A Pagina 4 / 23

5 INLEIDING Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint. Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken. Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn. Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst. Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer. NB! De temperatuur van de ondergrond moet tijdens de montage ten minste +15 C (60 F) blijven. 1 Draai de contactsleutel in stand 0 Noteer de radiocode Ontkoppel de minkabel van de accu. NB! Wacht ten minste vijf minuten voordat u de connectors demonteert of andere elektrische onderdelen verwijdert. Maak de bumper schoon. Gebruik een milde zeepoplossing. A Geldt voor V70- en V70XC-modellen Pagina 5 / 23

6 Vouw het stoelkussen op en klap de rugleuning aan de linkerkant van de achterbank naar beneden Verwijder het zijkussen. A A Afbeelding A geldt voor C70- en S70-modellen Afbeelding B geldt voor C70- en S70-modellen Afbeelding C geldt voor V70- en V70XC-modellen Afbeelding D geldt voor V70- en V70XC-modellen Geldt voor C70- en S70-modellen Verwijder de vloerbekleding uit de bagageruimte. Geldt voor C70-modellen Verwijder de houder voor de gevarendriehoek. 3B A Geldt voor C70- en S70-modellen Verwijder de klemmen op de zijpanelen en de achterbalk. Draai de klemmen een kwartslag tegen de klok in Verwijder het paneel op de achterbalk en duw de zijpanelen naar een kant. Geldt voor V70- en V70XC-modellen Verwijder de vloerluiken en de panelen voor het linker achterlicht Trek de vloerbekleding voor de linker wielkast omhoog en naar een kant. 3C A Pagina 6 / 23

7 3D A A A De regeleenheid plaatsen Afbeelding A geldt voor de C70 Afbeelding B geldt voor de S70 Afbeelding C geldt voor V70- en V70XC-modellen De plaats van de regeleenheid voor: de C70 is aan de rechterzijde van de carrosserie. de S70 is aan de linkerzijde van de carrosserie. de V70 en V70XC is onder de balk in de linker wielkast. 4B A Markeer de oppervlakken voor de positie van het klitteband en het butyltape op de regeleenheid en de zijkant van de carrosserie Reinig de gemarkeerde oppervlakken met een natte doek. Laat drogen Verwijder het beschermlaagje van het klitteband en de butyltape. Zet het klitteband vast op het gemarkeerde oppervlak op de Pagina 7 / 23

8 regeleenheid Verwijder het beschermlaagje van het overgebleven klitteband en butyltape. Zet vast op het gemarkeerde oppervlak op de carrosseriezijde en balk Bevestig de regeleenheid. 4C A A A Zoemer aansluiten Sluit de 16 -polige connector aan op de regeleenheid Leid de kabelboom van de regeleenheid zoals afgebeeld Bevestig de clip (1) op de zoemer (2). Sluit de 2-polige connector (3) aan als afgebeeld Plaats de zoemer zoals afgebeeld Klem de kabelboom vast. Plaats overtollige bedrading naast de regeleenheid. 5B A Pagina 8 / 23

9 5C A A A Sluit de bedrading aan op het achteruitrijlicht Geldt voor C70- en S70-modellen Verwijder de gele 6-polige connector (1) achter het rechter achterlicht Open de connector. Verwijder de blauwe (BL) kabel uit aansluiting 3 voor de C70 en aansluiting 4 voor de S70 Knip de kabelaansluiting af van de blauwe (BL) kabel Draai de rode (R) kabel van de regeleenheid samen met de blauwe (BL) kabel. Steek de kabels in aansluiting 3 voor de C70 en aansluiting 4 voor de S70 6B A Vergrendel de connector. Bevestig eventuele blinde connectors Sluit de kabelaansluiting aan op de zwarte (SB) kabel. Sluit de zwarte (SB) kabel aan op het bestaande massapunt op de achterbalk Klem de kabel vast aan de aanwezige kabelboom. Klem een eventueel overschot in de regeleenheid. Geldt voor V70- en V70XC-modellen Bevestig kabelaansluitingen op de zwarte (SB) en rode (R) kabel Pagina 9 / 23

10 zoals afgebeeld Sluit de rode (R) kabel aan op het linker achteruitrijlicht en de zwarte (SB) kabel aan op het bestaande massapunt Klem de kabel vast aan de aanwezige kabelboom. Klem een eventueel overschot in de regeleenheid. 6C A A A Bumper verwijderen Geldt voor C70-modellen Verwijder de moeren onder het achterlicht Ontkoppel de connector. Druk de connector naar buiten door het gat in de carrosserie Verwijder de uitlaat van de uitlaatpijp Verwijder de schroeven van de bumper aan de rechter- en linkerzijde van de wielkastranden Verwijder de schroeven van de bevestiging voor de bumper 7B A Verwijder de bumper door deze recht naar achteren te trekken. Geldt voor S70-, V70- en V70XC-modellen Verwijder de achterwielen Boor de blinde popnagels voor de bumper aan de randen van de rechter- en linker wielkasten uit. Gebruik een boor met een diameter van 6 mm(15/64") Verwijder de uitlaat van de uitlaatpijp Verwijder de schroeven van de bevestiging voor de bumper Pagina 10 / 23

11 Verwijder de bumper door deze recht naar achteren te trekken. A De bumper voorbereiden Geldt voor C70-modellen Monteer de afdekstrook. Verdeel de afdekstrook regelmatig over de bumper. NB! De afdekstrook dient ter bescherming van de lak. A A Markeer het midden van de bumper Markeer de plek voor de sensorhouders zoals afgebeeld. 9B A Pagina 11 / 23

12 9C A D A A Boor gaten met een diameter van 5 mm (3/16") voor bij de markeringen. Boor door de afscherming naar de bumper. Boor ongeveer 40 mm (1 1/2") diep zodat de boor het schuimrubber bereikt. Pagina 12 / 23

13 A A Bumper uit elkaar halen Verwijder de uitzet popnagels uit de bumper door de borgpennen in te drukken Verwijder de clips / schroeven Verwijder het schuimrubber uit de bumperbehuizing. NB! Verwijder de antenne niet uit het schuimrubber (C70). 11B A C A Pagina 13 / 23

14 11D A A Bumperbehuizing boren Boor de voorgeboorde gaten in de bumperbehuizing uit met een boor met een diameter van 8,5 mm (21/64"). A Open de gaten in de bumperbehuizing. Gebruik een gatzaag met een diameter van 31 mm (1 7/32"), O/N: Pagina 14 / 23

15 A De bevestigingsvlakken reinigen en tapen Verwijder eventueel vuil en steentjes van de bumperbehuizing. Gebruik Reiniger H, O/N Reinig rond de geboorde gaten. Laat drogen. Gebruik het natte doekje Breng primer (O/N ) aan rondom de gaten. Laat drogen. D Reinig de contactvlakken op de sensorhouders. Laat drogen. Gebruik het natte doekje Breng de primer (O/N ) aan op de gereinigde vlakken van de houders. Laat drogen. A Verwijder de beschermlaag van een kant van de tape Bevestig de tape op de sensorhouder Voer bovenstaande procedure uit op de overige 3 houders. Pagina 15 / 23

16 A De houders bevestigen Verwijder het afdekstrookje van de stukjes tape op de houders Bevestig de houders voor de sensors. De smalle zijde moet naar boven wijzen. Bevestig horizontaal op één lijn met de bumperafdekking, zoals afgebeeld. NB! Zorg dat de tape juist geplaatst is; de tape zit onmiddellijk vast. De werking kan verslechterd zijn als de sensors niet juist geplaatst zijn. D Boren voor de sensors Markeer de plaats van de sensors. Maak nieuwe markeringen 15 mm (5/8") horizontaal naar links, en begin vanaf de eerder geboorde gaten in het schuimrubber Boor een diameter van 70 mm (2 3/4"), ongeveer 50 mm (2") diep. Gebruik een gatzaag Verwijder het geboorde stuk uit het schuimrubber. A A Kanalen voor de bedrading snijden Zaag voor de bedrading, die naar de sensors wordt geleid, groeven uit zoals afgebeeld. Gebruik een ijzerzaag. Pagina 16 / 23

17 19B A C A A A De sensors bevestigen Sluit de connectors van de kabelboom aan op de sensors. NB! Er is een klik hoorbaar bij het aansluiten. Dit geluid geeft aan dat de pal vergrendeld is. Bevestig de sensors in de houders. Pagina 17 / 23

18 20B A A A Bumper in elkaar zetten Zet de onderdelen van de bumper in elkaar. Tape de kabelboom zoals afgebeeld. 21B A A Pagina 18 / 23

19 21C 21D A A A Boren in de carrosserie Markeer zoals afgebeeld een boorpositie van een gat voor de invoeropening van de kabelboom Boor een gat met een diameter van 8,5 mm (21/64") bij de markering Open het gat in de bumperbehuizing. Gebruik een gatzaag met een diameter van 31 mm (1 7/32"), O/N: Breng een roestwerend middel aan op de randen van het gat. 22B A Pagina 19 / 23

20 22C A A Reinig de sensors en de houders met een natte doek. Laat drogen Breng een dunne laag primer (O/N ) aan over de sensors en de sensorhouders. Laat ten minste 10 minuten drogen. Spuit lak op de sensorhouders en de sensors. Gebruik dezelfde kleurcode als de auto. Gebruik een door Volvo aanbevolen lak. Spuit alleen lak op de onderdelen die na de montage zichtbaar zijn. NB! Breng maximaal twee lagen lak aan. Teveel lagen lak kunnen een negatieve invloed op de werking van de sensors hebben. De sensors moeten echter worden gelakt voor optimale werking. Verwijder de afdekstrook van de bumper wanneer de lak droog Pagina 20 / 23

21 is. 24A Bedrading routeren Til de bumper op zijn plaats Leid de kabelboom voor de sensors door het gat aan de zijkant. Bevestig de rubber doorvoertule Leid de bedrading voor de antenne door het gat onder het achterlicht. 24B A A De bumper en andere onderdelen bevestigen Bevestig en schroef of nagel de bumper op zijn plaats. Stel de lengte van de kabelboom bij de rubberen doorvoertule af Plaats de achterwielen terug Plaats de uitlaat terug Leid de kabelboom zoals afgebeeld. Sluit deze aan op de regeleenheid Sluit de bedrading van de antenne aan Klem de bedrading vast Plaats de luiken terug en vouw de vloerbekleding van de Pagina 21 / 23

22 bagageruimte terug op zijn plaats Plaats het paneel voor het achterlicht, de zijpanelen en eventuele panelen voor de achterbalk terug Plaats de houder voor de gevarendriehoek terug. Geldt voor V70- en V70XC-modellen Plaats het zijkussen terug Klap de rugleuning en achterbank terug op zijn plaats. 26A Schakelaar voor het uitschakelen van het waarschuwingssysteem achteruitrijden. Gebruikt bij het achteruitrijden met een aanhangwagen bijvoorbeeld Afbeelding A Geldt voor de S70 Plaats de schakelaar (1) onder de hoedenplank bij de zoemer. Markeer het gat Boor een gat met een diameter van 3,5 mm (9/64") in het dubbele paneel. Bevestig de schakelaar met behulp van de schroeven (2) uit de set 26B A Leid de kabel, met de kabel voor de zoemer, naar de regeleenheid waarschuwingssysteem achteruitrijden en verder naar het achteruitrijlicht. Klem de kabel af. Afbeelding B Geldt voor V70- en V70XC-modellen Plaats de schakelaar (1) in de bovenste rand van de isolatie, maximaal 53 mm (2") onder de bovenste rand, onder het achterste vloerluik in de bagageruimte Bevestig de schakelaar. Schroef op zijn plaats met de schroeven (2) uit de set Leid vervolgens de kabel naar het achteruitrijlicht. Klem de kabel af. 26C A Afbeelding C Geldt voor C70-modellen Plaats de schakelaar (1) 35 mm (1 25/64") boven de clip (2). De schakelaar moet op een lijn worden geplaatst met de "rand" van de bagageruimte. Boor door de bekleding en de dubbele plaat. Gebruik een boor met een diameter van 3,5 mm(9/64"). Schroef op zijn plaats met de schroeven (3) uit de set Leid vervolgens de kabel naar het achteruitrijlicht. Klem de kabel af. Pagina 22 / 23

23 A De schakelaar aansluiten Snijd de plus-voeding (1) naar de regeleenheid af Bevestig de kabelaansluitingen (2) op de plus-voeding. Sluit aan met behulp van de schakelaar Klem het teveel aan kabel vast. A Draai de contactsleutel in stand (II) Sluit de minkabel van de accu weer aan. Controleer de werking Voer de anti-diefstalcode van de radio in. A Pagina 23 / 23