Verstralers, montageset

Transcriptie

1 Installation instructions, accessories Instructienr Versie 1.1 Ond. nr Verstralers, montageset IMG Volvo Car Corporation Verstralers, montageset V1.1 Pagina 1 / 40

2 Uitrusting IMG IMG IMG IMG IMG IMG IMG Pagina 2 / 40

3 INLEIDING Lees de hele instructie door voordat u met de montage begint. Opmerkingen en waarschuwingsteksten zijn bedoeld voor uw veiligheid en om de kans op defecten bij montage te beperken. Controleer voordat u met de montage begint of alle gereedschappen die in de instructie staan beschikbaar zijn. Bepaalde stappen in de instructie worden uitsluitend met afbeeldingen gepresenteerd. Bij meer gecompliceerde stappen staat ook een verklarende tekst. Bij eventuele problemen met de instructie of het accessoire kunt u contact opnemen met uw lokale Volvo-dealer. 1 Zet het contactslot in stand 0. Ontkoppel de minkabel van de accu. NB! Wacht minimaal drie minuten voordat u de connectors demonteert of andere elektrische onderdelen verwijdert. IMG Pagina 3 / 40

4 2 Geldt voor auto's zonder bumper bar Verwijder kentekenplaat en houder. IMG Zet een stuk tape vast (zie afbeelding). Meet de getoonde afmeting vanaf de bovenkant van de onderste grille op en pas dit op de beide uiteinden van het stuk tape af. IMG Verbind de beide markeringen. IMG Pagina 4 / 40

5 5 Markeer nu het midden van de bumperbekleding met de ene kant van een stuk tape. IMG Meet 200 mm (7 7/8 ") vanuit het midden van de bumperbekleding en naar buiten op en pas dit op het lange stuk tape aan beide kanten af. IMG A A Boor in de markeringen aan de zijkanten met een geschikte Ø 8,5 mm (21/64") boor met L=240 mm (9/16") door de bumperbekleding (1), het schokdempende deel (2) en de aanrijdingsbalk (3). Boor met een kleinere boor voor door de bumperbekleding. NB! Het is belangrijk dat de gaten horizontaal met de auto worden geboord. B IMG Pagina 5 / 40

6 7B IMG Pak een Ø 22 mm (7/8") gatenzaag en tape de middenboor tot ongeveer Ø 8,5 mm (21/64"). Hierdoor wordt de gatenzaag in het geboorde gat gecentreerd. IMG Boor de gaten in de bumperbekleding (1) en het schokdempende deel (2) aan beide kanten op met een Ø 22 mm (7/8") gatenzaag. NB! Boor niet door de aanrijdingsbalk. Verwijder de stukken tape. IMG Pagina 6 / 40

7 10 Geldt voor auto's met bumper bar Verwijder kentekenplaat en houder. IMG Zet een stuk tape vast (zie afbeelding). Meet de afmeting op de afbeelding op vanaf de bovenkant van de bumper bar en pas dit op beide uiteinden van het stuk tape af. IMG Pagina 7 / 40

8 12 Verbind de beide markeringen. IMG Markeer het midden van de bumperbekleding met de ene kant van een stuk tape. IMG Meet 200 mm (7 7/8") vanuit het midden van de bumperbekleding en naar buiten op en pas dit op het lange stuk tape aan beide kanten af. IMG Pagina 8 / 40

9 15A A Boor in de markeringen met een Ø 8,5 mm (21/64") boor met L=240 mm (9 7/16") door de bumper bar (1), de bumperbekleding (2), het schokdempende deel (3) en de aanrijdingsbalk (4). Boor met een kleinere boor voor door de bumperbekleding. NB! Het is belangrijk dat de gaten horizontaal met de auto worden geboord. B 15B IMG IMG Pak een Ø 22 mm (7/8") gatenzaag en tape de middenboor tot ongeveer Ø 8,5 mm (21/64"). Hierdoor wordt de gatenzaag beter in het geboorde gat gecentreerd. IMG Pagina 9 / 40

10 17 Boor de gaten in de bumper bar (1), de bumperbekleding (2) en het schokdempende deel (3) aan beide kanten op met een Ø 22 mm (7/8") gatenzaag. NB! Boor niet door de aanrijdingsbalk. Verwijder de stukken tape. IMG Geldt voor alle auto's zonder koeling voor het turboaggregaat Verwijder de acht schroeven uit de luchtgeleidingsplaat. IMG Verwijder de drie clips door de borgingen samen te drukken en los te trekken. IMG Pagina 10 / 40

11 20 Verwijder aan beide kanten de twee schroeven voor de onderste luchtgeleidingsplaat aan de voorkant van de wielkast. IMG Maak de luchtgeleidingsplaat los, zodat de connectors aan de binnenkant van beide kanten kunnen worden losgemaakt. Verwijder de connectors met kabel van de rechter binnenkant van de luchtgeleidingsplaat. IMG Pagina 11 / 40

12 22 Maak de kabelboom en sproeierslangen met clips los van de linker binnenkant van de luchtgeleidingsplaat. Verwijder de luchtgeleidingsplaat. IMG Geldt voor auto's zonder koeling voor het turboaggregaat, zonder bumper bar Monteer de afstandsringen. IMG Monteer de twee moeren van onderen. Aanhaalmoment: 24 Nm (17.7 lbf.ft.) IMG Pagina 12 / 40

13 25 Monteer de beugel. Monteer de schroeven. Monteer de kentekenplaat. IMG Geldt voor auto's zonder koeling voor het turboaggregaat, met bumper bar Monteer de afstandsringen. IMG Monteer de twee moeren van onderen. Aanhaalmoment: 24 Nm (17.7 lbf.ft.). IMG Pagina 13 / 40

14 28 Monteer de afstandsringen Monteer de beugel. Monteer de schroeven. Monteer de kentekenplaat. IMG Geldt voor alle auto's met koeling voor het turboaggregaat IMG Pagina 14 / 40

15 30 IMG IMG Buig het binnenspatbord terug Maak de connector en sproeierslang voor het hogedruksproeien van de koplampen los. Zet er een bak onder om de sproeiervloeistof op te vangen of tap de uitloop op de sproeierpomp af. IMG Pagina 15 / 40

16 33 Buig het binnenspatbord terug. Maak de connector aan de binnenkant van de luchtgeleidingsplaat los. IMG Tip: de volgende handeling moet door twee personen worden uitgevoerd. Haak aan beide kanten de korte kant van de bumperbekleding aan de achterkant los van de bevestigingshaken (kleine afbeelding). Trek vervolgens de korte kanten voorzichtig los. Deze zitten met twee clips aan het voorscherm en met drie clips onder de koplamp vast. Trek de bumperbekleding een stuk naar voren los. Als de auto van mistlampen is voorzien, moeten deze connectors worden losgemaakt. Verwijder de bumperafdekking. IMG Monteer de twee afstandsschroeven in de aanrijdingsbalk, samen met de twee moeren aan de achterkant. Aanhalen met 24 Nm (17.7 lbf.ft.). Breng de momentsleutel aan, haal aan de voorkant aan en houd tegen op de moeren aan de achterkant. IMG Pagina 16 / 40

17 36 Tip: de volgende handeling moet door twee personen worden uitgevoerd. Als de auto van mistlampen is voorzien, moeten deze connectors worden aangesloten. Plaats de bumperbekleding terug en let erop dat alle bevestigingshaken vastgrijpen. IMG IMG Pagina 17 / 40

18 38 IMG IMG IMG Pagina 18 / 40

19 41 Geldt voor auto's met koeling voor het turboaggregaat, zonder bumper bar Monteer de beugel. Monteer de schroeven. Monteer de kentekenplaat. IMG Geldt voor auto's met koeling voor het turboaggregaat, met bumper bar Monteer de afstandsringen. Monteer de beugel. Monteer de schroeven. Monteer de kentekenplaat. IMG Geldt voor alle modellen Trek de twee borgpennen uit de rechter koplamp. IMG Pagina 19 / 40

20 44 Trek de koplamp een stukje naar buiten en koppel de connector aan de achterzijde los. Leg de koplamp opzij. Herhaal dit aan de andere kant. IMG Om het leggen van kabels te vereenvoudigen, wikkelt u tape rond de rode kabel (1) en de langere verstralerkabels, zwart en blauw (2). Het laatste stuk tape moet aan de uiteinden van de kortere verstralerkabels (3) komen. IMG Pagina 20 / 40

21 46 Maak de voorste massabout aan de binnenkant van de rechter koplamp los. Pak de nieuwe kabelboom, sluit de massakabel aan en haal de schroef aan met 10 Nm (7.3 lbf.ft.). IMG Monteer het relais op de kabelboom. Bevestig het relais en de voet met twee kabelstroppen aan de aanwezige kabelboom van de auto. IMG Trek de kabelboom onder de frontplaat. IMG Pagina 21 / 40

22 49 Bevestig het aftakpunt van de kabelboom met butyltape aan de achterkant van de frontplaat. IMG Bevestig de kabelboom met butyltape. IMG Trek de met tape omwikkelde kabels (zwart en blauw) naar buiten door de bredere gaten in de grille (1). Trek de rode kabel bij de linker koplamp (2). Trek de kabels met behulp van een kabel of draad. IMG Pagina 22 / 40

23 52 Bevestig de kabelboom met een kabelstrop. IMG De afbeelding toont een principekoppeling van de verstralers. Voor een complete instructie, zie de aparte handleiding. Steek de kabels door het lamphuis. Monteer kabelschoenen op de beide kabels. Voorzie de blauwe (BL) kabel van een isolatiebus om kortsluiting te voorkomen. Sluit de blauwe (BL) kabel op de kabel van de lamp aan. Sluit de zwarte (SB) kabel op de massa op het lichtelement aan. R Pagina 23 / 40

24 54 Trek de kabelboom naar de zekeringhouder. Bevestig de kabelboom met butyltape. IMG Verwijder de afdekking van de zekeringenbox. IMG Verwijder de kap. IMG Pagina 24 / 40

25 57 Maak de moer (1) los. Maak de vergrendelhaken los en trek de rechter zekering- /relaishouder omhoog. NB! Er zitten twee vergrendelhaken op de lange kant. IMG Druk de vergrendelhaken in en til de linker zekeringhouder op. IMG Snijd het rubberen hulsje af. IMG Pagina 25 / 40

26 60 Steek de kabelboom door de rubberen doorvoer. IMG Keer de linker zekeringhouder om. Monteer de rode (RD) kabel in positie 28. IMG Pagina 26 / 40

27 62 Plaats de losgemaakte onderdelen in omgekeerde volgorde terug. NB! Controleer of de geleiders en rubberen afdichtingen goed terechtkomen en of de kabels niet bekneld raken. Plaats de moer (1) terug. Aanhaalmoment 10 Nm (7.3 lbf.ft.). IMG Monteer de zekering in positie 28. Plaats het deksel terug. IMG Verwijder het paneel voor de korte zijde aan de rechterkant. IMG Pagina 27 / 40

28 65 Verwijder het middelste dorpelpaneel door het voorzichtig aan de voorkant los te wrikken en omhoog te trekken totdat de drie clips loslaten. Trek hierna in voorwaartse richting los. IMG Trek de afdichtstrip bij het voorste dorpelpaneel los. IMG Verwijder het voorste dorpelpaneel door het aan de achterkant op te tillen totdat de clip loslaat. Trek het paneel vervolgens verder achterwaarts totdat de middelste clip loslaat. Trek het daarna los door het schuin omlaag van de A-stijlpaneel weg te trekken. IMG Pagina 28 / 40

29 68 Verwijder de schroeven en het paneel. IMG Maak de connector voor de verlichting los. IMG Pagina 29 / 40

30 70 Verwijder de twee schroeven. IMG Wrik de verlichting in het dashboardkastje voorzichtig los. IMG Ontkoppel de lampconnector van de verlichting van het dashboardkastje; deze kan stevig vastzitten. IMG Pagina 30 / 40

31 73 Verwijder de zes schroeven. Trek het dashboardkastje een stuk naar buiten en maak (indien nodig) de connector voor de SIM-kaarthouder aan de achterkant los. Verwijder het dashboardkastje. IMG Vouw de mat opzij. Maak een insnijding in de dikke isolatiemat. Begin ter hoogte van de blauwe connector op de centrale elektronicamodule (CEM) en ga vervolgens recht naar beneden. Vouw de isolatiemat opzij om bij de doorvoer te kunnen. IMG Trek de groene (GN) kabel naar achteren en omlaag naar de rubberen doorvoer. Zet de kabel met kabelstroppen vast, zodat deze niet bekneld raakt of los kan gaan. IMG Pagina 31 / 40

32 76 Breng de auto omhoog en verwijder de motorbeschermplaat. IMG Verwijder de aanwezige rubberen doorvoer. IMG Pagina 32 / 40

33 78 Snijd een stukje van de nieuwe rubberen doorvoer af en steek de kabel erdoor. Trek de kabel naar binnen in het interieur. Bevestig de rubber doorvoer. Plaats de motorbeschermplaat en het afdekpaneel terug. IMG Maak de groene connector op de centrale elektronicamodule (CEM) los. IMG Verwijder de afdekking op de connector door de vier haken op te tillen. IMG Pagina 33 / 40

34 81 Til bij de vier haken en verwijder de borging. IMG Sluit de groene (GN) kabel aan op positie 8. Plaats de borging terug. Plaats het deksel terug. Plaats de connector terug. Vouw de vloerbekleding terug. IMG Pak het dashboardkastje en sluit evt. de connector voor de SIMkaarthouder aan. Pas de connector naar de verlichting van het dashboardkastje in. IMG Pagina 34 / 40

35 84 IMG IMG Pagina 35 / 40

36 86 IMG IMG IMG Pagina 36 / 40

37 89 IMG IMG IMG Pagina 37 / 40

38 92 IMG IMG Pagina 38 / 40

39 94 IMG Draai de contactsleutel naar stand II. Sluit de minkabel van de accu opnieuw aan. IMG Download software voor de juiste werking van het accessoire zoals beschreven in de service-informatie in VIDA. IMG Pagina 39 / 40

40 Pagina 40 / 40