Themarapport Sociale Staat van Zeeland. Mobiliteit en bereikbaarheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Themarapport Sociale Staat van Zeeland. Mobiliteit en bereikbaarheid"

Transcriptie

1 Themarapport Sociale Staat van Zeeland Mobiliteit en bereikbaarheid Middelburg, maart 2013

2 Sociale Staat van Zeeland Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Ankie Smit Herman Braat Nico Out Peter van Kooten SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Kousteensedijk 7 Postbus 407 Middelburg Telefoon (0118) scoop@scoopzld.nl Foto Flicr Lay-out SCOOP Ontwerp SCOOP Drukwerk SCOOP Deze uitgave is tot stand gekomen in opdracht van de Provincie Zeeland. De Provincie Zeeland streeft naar een goede sociale en culturele infrastructuur in Zeeland, in samenwerking met anderen. Als sociaal-cultureel kennis- en ontwikkelingsinstituut ondersteunt SCOOP de Provincie bij haar taken in het sociaal-cultureel beleid.

3 Mobiliteit en bereikbaarheid Inhoudsopgave 1. Inleiding...5 Werkwijze...6 Demografie en infrastructuur...6 Historisch perspectief...9 Leeswijzer Bereikbaarheid/nabijheid...11 Ziekenhuis en huisartsenpost...11 Onderwijs...11 Winkels...13 Uitgaan Bewegingen Mobiliteitsprofielen...19 Mobiliteitsprofielen...19 Mobiliteitsprofielen naar type woongebied...20 Mobiliteitsprofiel naar levensfase...21 Mobiliteitsprofiel naar hoofdactiviteit...22 Mobiliteitsprofiel naar netto maandinkomen huishouden...23 De thuisblijvers...23 Mobiliteit van jongeren jaar Mobiliteitsprofiel naar functie...25 Werken en leren...25 Hoe kinderen en jongeren in zeeland naar school gaan...27 Winkelen...28 Familie en vrienden...30 Uitgaan...31 Sporten Niet autobezitters en doelgroepenvervoer...33 Rijbewijs en beschikken over auto...33 Niet-autobezitters...33 Doelgroepenvervoer: Wmo-vervoer en leerlingvervoer...34 Mobicon Toekomstscenario s...37 Mobiliteit is een levensbehoefte...37 Individuele en gezamenlijke oplossingen...37 Wat speelt er in de toekomst?...37 Werkwijze scenario s...38 Scenario werken...40 Scenario Leren (kinderen)...40 Scenario leren (jongeren)...40 Scenario winkelen...41 Scenario familie en vrienden...41 Scenario uitgaan...41 Scenario: sporten...42 Scenario: bezoek medisch centrum/ziekenhuis...42 Scenario openbaar vervoer en doelgroepenvervoer Aanbevelingen...45 Literatuur...49 Bijlagen Bijlage 1: Samenstelling klankbordgroep...53 Bijlage 2: Onderzoeksverantwoording sociale staat van zeeland...55 Bijlage 3: Typering stedelijke centra en kernen...57 Bijlage 4: Toelichting kaarten kerngerichtheid...59 Bijlage 5: Mobiliteitsprofielen verantwoord...61 Bijlage 6: Verkeersstromenkaart auto...63 Bijlage 7: Verkeersstromenkaart fiets...65

4 Sociale Staat van Zeeland 4

5 Mobiliteit en bereikbaarheid 1. Inleiding Kennis over de Zeeuwse samenleving speelt een rol voor het provinciale beleid. Zo ook voor het verkeer- en vervoersbeleid. Dit beleid faciliteert immers inwoners en bedrijfsleven. Scoop is gevraagd om via het project de Sociale Staat van Zeeland kennis te leveren ten behoeve van het verkeeren vervoersbeleid mede met het oog op de nieuwe openbaar vervoer (OV)-visie en de evaluatie van het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan (PVVP). Het provinciale mobiliteitsbeleid heeft een kader gevonden in dit Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan. Het PVVP overkoepelt verschillende deelaspecten van mobiliteit en bereikbaarheid, van vervoer per fiets en per OV tot goederenvervoer. Dit themarapport richt zich op verschillende aspecten van mobiliteit en bereikbaarheid. Er is een belangrijk onderscheid tussen bereikbaarheid en mobiliteit; bereikbaarheid is locatiegebonden, terwijl mobiliteit persoonsgebonden is. Beide aspecten komen aan de orde in o.a. bereikbaarheidsprofielen van verschillende locaties of functies en in de mobiliteitsprofielen van de inwoners van Zeeland. Het algemene beeld in Zeeland is dat de bereikbaarheid lijkt terug te lopen. Door o.a. schaalvergroting liggen voorzieningen niet altijd meer om de hoek. De mobiliteitsbehoefte neemt daarmee toe. Ook In Nederland groeit de automobiliteit, dus het aantal verplaatsingen en/of het aantal autokilometers neemt toe. In 2020 reizen we naar verwachting dertig procent meer dan in 2. Het gebruik van vervoersmiddelen en de mobiliteitsbehoefte wisselt met de levensfase waarin men zich bevindt. Met het verleggen van de focus in het vervoerbeleid van aanbod- naar vraagsturing is dit een belangrijk gegeven. Het mobiliteitsbeeld varieert eveneens met de aard van de activiteiten of functies zoals werken, leren, winkelen, uitgaan en sporten. Ook voor deze verschillende vervoersmotieven worden verschillende profielen beschreven in dit rapport. En, uiteraard varieert de vraag naar vervoersmiddelen met de bereikbaarheid van voorzieningen als ziekenhuis, scholen en winkels. Dit biedt een andere invalshoek voor de beschrijvingen in deze rapportage. De verschillende invalshoeken moeten uiteindelijk een mobiliteitsbeleid op maat voor Zeeland kunnen onderbouwen. In het provinciale rapport Sociale Staat van Zeeland (Smit e.a., 9) zijn op hoofdlijnen aspecten van mobiliteit van de Zeeuwse inwoners beschreven op basis van het bevolkingsonderzoek Sociale Staat van Zeeland 9. In de Sociale Staat werd de conclusie getrokken dat een dunbevolkte provincie als Zeeland een afwijkend mobiliteitspatroon kent in vergelijking tot de rest van Nederland. Het autobezit in Zeeland is hoog. Twee vijfde van de Zeeuwen gebruikt de auto iedere dag. De fiets is vooral populair in de stedelijke centra en ook het openbaar vervoer speelt daar een rol, zij het dat de frequentie van het gebruik laag is (minder dan 1x per week). De Zeeuwen zijn verdeeld over de kwaliteit van het openbaar vervoer. Iets minder dan een derde oordeelt positief over het openbaar vervoer en een vergelijkbaar deel negatief. Over het PVVP is eind 2012 een voortgangsrapportage verschenen en is tevens aangekondigd de werkingsduur tot en met 2015 te verlengen met een aanscherping van doelstellingen. Als belangrijk deelgebied en voorbereidend voor nieuwe concessieverlening voor het OV is tevens een nieuwe OV-visie in ontwikkeling. 5

6 Sociale Staat van Zeeland Werkwijze Demografie en infrastructuur Centrale vraag voor dit themarapport: Welke mobiliteitsvraagstukken spelen er nu en op middellange termijn met het oog op de bevolkingsontwikkeling en leefbaarheid in Zeeland? De volgende deelvragen zijn hieruit afgeleid: 1. Wat is de bereikbaarheid van voorzieningen? 2. Wat zijn de kenmerken van de mobiliteitsbewegingen van de bewoners in Zeeland? 3. Wat zijn de toekomstverwachtingen met betrekking tot de mobiliteitsvraag van bewoners in Zeeland? Op deze vragen is op de volgende manieren een antwoord gevonden: Mobiliteit en bereikbaarheid spelen zich niet af in het luchtledige. Belangrijke beïnvloedende factoren zijn onder meer de demografische opbouw van een regio, de infrastructuur en de spreiding van voorzieningen en bedrijven van diezelfde regio. Omdat de bevolkingssamenstelling kwalitatief en kwantitatief van invloed is op de mobiliteit(behoefte) van de regiobevolking zijn hier de belangrijkste demografische ontwikkelingen voor de regio Zeeland weergegeven op basis van de Provinciale bevolkings- en huishoudensprognose 2012 (Provincie Zeeland, 2012). Figuur 1: Bevolkingsontwikkeling per leeftijdsgroep van Zeeland tussen 2010 en 2040 Ad 1) bereikbaarheid voorzieningen Aan de hand van cijfers over de nabijheid van voorzieningen en voorbeelden van voorzieningen met bereikbaarheidskaarten in reisminuten wordt voor de belangrijkste voorzieningen een beeld geschetst van de bereikbaarheid van voorzieningen in Zeeland. Ad 2) mobiliteitsbewegingen Op basis van het bevolkingsonderzoek SSVZ 9 wordt een analyse gemaakt van de mobiliteitsbewegingen van de bewoners. Daarnaast worden de mobiliteitsvoorkeuren, ook naar functie beschreven. Er wordt gekeken of er bepaalde mobiliteitsprofielen zijn te benoemen. Verschillen naar type woongebied, levensfase en geslacht worden bekeken. Ad 3) toekomstverwachtingen Aan de hand van de beschikbare en beschikbaar gekomen informatie is via een aantal sessies met de klankbordgroep (zie bijlage 1.) gekeken naar mogelijke toekomstbeelden (scenario s) aan de hand van een beperkt aantal verwachte ontwikkelingen. Welke ontwikkelingen daarin zijn meegenomen is afgestemd met de klankbordgroep. Het betreft bevolkingsontwikkeling, schaalvergroting, digitalisering en economische ontwikkeling. De prognose voorspelt dat er in Zeeland tot 2016 een lichte groei van het aantal inwoners zal zijn van ongeveer inwoners naar ongeveer inwoners. Daarna vindt er een lichte daling plaats. Tussen 2020 tot 2030 zal het aantal inwoners dalen met ongeveer 5000 en tussen 2030 en 2040 met ongeveer inwoners. Volgens de prognose neemt het aantal jongeren in Zeeland licht af, het aantal inwoners tussen 30 en 60 jaar sterk af, en het aantal inwoners tussen 60 en 80 jaar sterk toe. Het percentage 80-plussers gaat zelfs verdubbelen komende jaren. Oorzaak hiervan is dat de omvangrijke babyboom generatie de komende jaren een leeftijdscategorie opschuift. De ontgroening vindt vooral plaats tot 2020, daarna blijft het aantal jongeren gelijk. Dit rapport is het zesde rapport in de serie verdiepingsrapporten van de Sociale Staat van Zeeland. Eerder verschenen leefbaarheid (Van der Wouw, 2011), mantelzorg (Smit en Bakker, 2011), cultuurparticipatie (Somers, 2012a), actieve ouderen (Smit e.a., 2012), veiligheidsbeleving (Somers en Van Kooten, 2012). In 2013 vindt opnieuw dataverzameling plaats onder de naam Staat van Zeeland. In alle regio s in Zeeland blijft het aantal huishoudens tot 2020 stijgen en gaan ze na 2025 dalen. In Zeeuws- Vlaanderen en Schouwen Duivenland zal de daling van huishoudens het eerst optreden. De huishoudensgroei zal voornamelijk bestaan uit oudere één persoonshuishoudens. Qua leeftijdsgroep daalt het aantal huishoudens tot 60 jaar, het aantal huishoudens met hoofdbewoners ouder dan 60 neemt toe. 6

7 Mobiliteit en bereikbaarheid Door een verwachte toename van de arbeidsparticipatie blijft de beroepsbevolking tot 2020 stabiel, daarna zal de beroepsbevolking krimpen. De verwachting is dat de beroepsbevolking tussen 2020 en 2030 met bijna 10% zal afnemen. De beroepsbevolking van Tholen blijft qua omvang op gelijke hoogte, in de andere regio s wordt een daling verwacht. De daling is relatief het hoogst op Schouwen Duivenland (15,7%) en in Zeeuws Vlaanderen (15,2%). De daling is lager op de Bevelanden (5,7%) en op Walcheren. (5,6%). Infrastructuur Naast de demografie van een regio, is de infrastructuur van die regio een belangrijke randvoorwaarde bij het mobiliteitsbeleid. Uit onderstaande kaart van de verkeersfunctie komt de wegeninfrastructuur in beeld met de enige snelweg (nationale stroomfunctie) tussen Bergen op Zoom en Vlissingen (A58) en de regionale verbindingswegen. In de verkeersintensiteitenkaart wordt het gebruik in aantallen zichtbaar (bijlage 6). De bevolkingsontwikkeling van de Zeeuwse regio s verloopt in Zeeland van oudsher verschillend. In de regio s Zeeuws- Vlaanderen en Schouwen-Duivenland zet de ingezette daling van de bevolking in licht tempo voort. De regio s de Bevelanden en Walcheren zullen licht groeien tot ze hun piek bereiken tussen 2020 en Ook Tholen blijft voorlopig groeien. Figuur 2: Verkeersplanologische functies 7

8 Sociale Staat van Zeeland Figuur 3: Hoofdverbindingen Openbaar Vervoer Figuur 4: Reizigersstromen op werkdagen in 9 8

9 Mobiliteit en bereikbaarheid Verschillende (deel)systemen vormen samen het openbaar vervoernetwerk in Zeeland. De verbindende buslijnen vormen samen met de treinverbinding Vlissingen Roosendaal en de Fast Ferry de hoofdverbindingen van het netwerk van openbaar vervoer in Zeeland. Deze lijnen verbinden de Zeeuwse steden onderling en de steden met de belangrijkste bestemmingen buiten Zeeland. (zie figuur 3). Veel dorpen (maar ook wijken van de grotere steden) met voldoende mensen die per openbaar vervoer willen reizen, worden niet aangedaan door een verbindende lijn. Verbindende lijnen zijn immers gericht op snelheid en rijden daarom zo min mogelijk om door wijken en kernen. Daarom zijn er in aanvulling op de hoofdstructuur van verbindende lijnen ontsluitende buslijnen. Dat zijn lijnen die juist veel haltes hebben. Ontsluitende lijnen zorgen ook voor de bereikbaarheid van regionale voorzieningen. In alle Zeeuwse kernen is tot 19:00 uur basismobiliteit per openbaar vervoer. Daar waar, door een gebrek aan reizigers, geen vaste bus rijd is oproepafhankelijk vervoer beschikbaar, een belbus. De belbus kent net als de gewone bus een dienstregeling en bushalten, met als belangrijk verschil natuurlijk dat een rit alleen wordt uitgevoerd als één of meer reizigers deze van tevoren hebben besteld. In figuur 4 zijn de reizigersstroom in het busvervoer opgenomen, waarmee tevens een beeld ontstaat van het verbindende plus ontsluitende bus-rijschema. Er is veel geïnvesteerd in het fietsnetwerk, mede aan de hand van het Actieplan Fiets (5-2015) van de Provincie Zeeland. Dit geldt zowel voor het netwerk gericht op verplaatsingen tot 7,5 km vanaf kernen en verzorgingscentra voor woon-werk en woon-school-relaties, als voor het recreatieve netwerk. Op het kernnetwerk is veelal sprake zijn van eigen infrastructuur voor de fiets. Waar de fietser die infrastructuur toch moet delen met ander verkeer, heeft de fiets echter de eerste prioriteit. Voor het recreatieve netwerk geldt aanleg van routes, maar met name ook knooppunt-bewegwijzering. In de stromenkaart (zie bijlage 7) is de gebruiksintensiteit van het fietsnetwerk weergegeven. Historisch perspectief De vervoerskeuze is niet vaststaand, maar is onderdeel van ontwikkelingen. Zo is het autobezit flink toegenomen in de afgelopen 10 jaar. Figuur 5: Aantal auto s per duizend inwoners, (CBS, 2013) Het aantal personenauto s in Zeeland is toegenomen van in 1990 naar in Wanneer we deze cijfers per duizend inwoners berekenen dan is het autobezit toegenomen van 360 naar 495 per duizend inwoners. Dit is wat hoger dan de landelijk (470 per duizend inwoners in 2012). Uiteraard zijn naast de groei van het autobezit ook veranderingen in afstand tot voorzieningen en arbeid (onder andere schaalvergroting) van invloed op het mobiliteitspatroon. Het aantal autokilometers dat inwoners van Nederland van 12 jaar en ouder afleggen, nam de laatste 25 jaar met circa 40 procent toe. De groei deed zich vooral voor in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Tussen 0 en 2011 is het aantal kilometers veel minder hard toegenomen dan voor die tijd, namelijk 4 procent. Sinds 5 doet zich een stabilisatie voor van de automobiliteit (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, 2012). Sinds kort is sprake van een daling van het totaal aantal voertuigkilometers op het Zeeuwse wegennet. Na jaren van stijging is het aantal voertuigkilometers op het Zeeuwse wegennet in 2010 licht afgenomen. Waar de voorgaande vijf jaren het aantal voertuigkilometers jaarlijks structureel steeg met 1 tot 1,5%, vertoonde het verkeer in 2010 een daling van bijna 1%. Een opvallende daler in het geheel is de A58. (Provincie Zeeland, 2010) 9

10 Sociale Staat van Zeeland Het aantal reizigerskilometers in het openbaar vervoer in Zeeland is de laatste jaren relatief stabiel en schommelt rond de (zie figuur 5). Tussen 1999 en 3 is een flinke groei gerealiseerd, dank zij de start van het scholierenvervoer (augustus 1) en de ingebruikname van de Westerscheldetunnel (bus 20 en 50). Deze groei was ook hoger dan landelijk (Provincie Zeeland, spreadsheet). Figuur 6: Reizigerskilometers openbaar vervoer Zeeland Leeswijzer Na de inleidende bespreking van vraagstelling, werkwijze en randvoorwaarden volgt in de komende hoofdstukken de uitwerking van de gestelde vragen. In hoofdstuk 2 staat de bereikbaarheid van voorzieningen centraal. Reistijd in minuten met OV en auto worden gepresenteerd. In hoofdstuk 3 worden de patronen zichtbaar gemaakt van de bewegingen die inwoners maken, waardoor o.a. kernen met centrumfuncties zichtbaar worden gemaakt. In hoofdstuk 4 worden negen mobiliteitsprofielen gepresenteerd, variërend van de verstokte automobilist, de regelmatige OV-gebruiker tot de echte fietser. In hoofdstuk 5 worden deze profielen gecombineerd met het reismotief (werk, winkel, familie, uitgaan, sporten). Hoofdstuk 6 focust op vervoerskeuze van niet-autobezitters en mensen met beperkingen. In hoofdstuk 7 worden een aantal ontwikkelingen benoemd en doorgetrokken om te komen tot toekomstscenario s. In het afsluitende hoofdstuk (hoofdstuk 8) vindt u conclusies en aanbevelingen. Bron: Provincie Zeeland 10

11 Mobiliteit en bereikbaarheid 2. Bereikbaarheid/nabijheid Een goede bereikbaarheid van werk, onderwijs, winkels en vrijetijdsvoorzieningen is een belangrijk aspect van leefbaarheid en economische ontwikkeling. In de discussie over schaalvergroting van voorzieningen speelt bereikbaarheid en nabijheid een grote rol. Dat een winkel of voorziening wat verder weg is gelegen hoeft geen probleem te zijn, als het maar kwalitatief goed en bereikbaar is. In de ziekenhuiszorg heeft zich ook een proces van schaalvergroting voltrokken. Zo zijn de ziekenhuizen steeds meer geconcentreerd geraakt. Dit betekent langere afstanden, ook voor spoedeisende hulp of kraamzorg. Dit heeft een hoop discussie met zich mee gebracht. Ook reisafstanden in het onderwijs worden als problematisch ervaren. Niet alleen wordt de aanwezigheid van een school voor primair onderwijs in het dorp gezien als een belangrijk aspect van leefbaarheid, ook wordt de beperkte beschikbaarheid van bepaalde vormen van voortgezet en beroepsonderwijs wel gezien als rem op de persoonlijke ontwikkeling van kinderen op het platteland (SCP, 2013). Ziekenhuis en huisartsenpost Zo vindt u hieronder als voorbeeld een kaartje 1 met de bereikbaarheid van het Admiraal de Ruijter ziekenhuis in Goes in minuten (met de auto en met het openbaar vervoer). Te zien is dat het vanuit Domburg (Walcheren) met de auto meer dan een half uur reizen is naar het ziekenhuis in Goes. Met het openbaar vervoer is het voor een groot deel van Walcheren meer dan een uur reizen. Vanuit Walcheren is men op het ziekenhuis aangewezen voor een flink aantal functies, waaronder spoedeisende hulp, kraamzorg en opnames. Voor de mensen in Zeeuws-Vlaanderen geldt dat zij terecht kunnen in het ziekenhuis van ZorgSaam in Terneuzen (dan wel een ziekenhuis in Vlaanderen). Vanuit Schouwen- Duiveland is men primair aangewezen op het ziekenhuis in Goes, maar kan men ook naar Dirksland. Vanuit Tholen is het ziekenhuis in Bergen op Zoom. De afstand tot een huisartsenpost is opgenomen in de CBS statistieken. De gemiddelde afstand voor alle dorpen en wijken in Zeeland is 9 kilometer 2. Vanuit Stavenisse (Tholen) is de afstand naar een huisartsenpost het grootst, namelijk 28,3 km. Onderwijs De gemiddelde afstand tot een basisschool voor de dorpen en wijken van Zeeland is gemiddeld 0,9 kilometer. In de kernen waar geen school voor primair onderwijs is, varieert de afstand tot de dichtstbijzijnde school van 2,8 tot 6,9 km. Een school voor vmbo-onderwijs ligt gemiddeld op 7 km afstand. Voor een zestal Zeeuwse kernen ligt de school voor voortgezet onderwijs op meer dan 15 kilometer afstand, met als maximum 18 kilometer voor wat betreft een vmbo. Voor wat betreft een havo-vwo geldt dat deze voor veertien kernen op meer dan 15 kilometer liggen, met een maximum van 25 kilometer (CBS). De gemiddelde afstand over alle dorpen en wijken in Zeeland naar een school voor havo-vwo onderwijs is 8 kilometer. Helaas heeft het CBS geen cijfers over de afstand tot het beroepsonderwijs. Hieronder een kaart met de bereikbaarheid van een school voor middelbaar beroepsonderwijs in Middelburg (Scalda) en een kaart voor de bereikbaarheid van de Hogeschool Zeeland in Vlissingen. Alternatieve voorziening voor middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland is Terneuzen. Voor hoger beroepsonderwijs is geen andere locatie in Zeeland. 1. Bron: ov9292 voor wat betreft OV en kaartbeeld en de bereikaarbaarheidskaart.nl van Goudappel Coffeng voor wat betreft bereikbaarheid met de auto. 2. Alle 157 kernen en wijken zoals benoemd in de Sociale Staat van Zeeland. 11

12 Sociale Staat van Zeeland Figuur 7: Bereikbaarheid Admiraal De Ruyter Ziekenhuis Goes met het OV en met de auto Figuur 8: Bereikbaarheid Hogeschool Zeeland Vlissingen met het OV en met de auto 12

13 Mobiliteit en bereikbaarheid Figuur 9: Bereikbaarheid ROC Scalda Middelburg met het OV en met de auto Winkels Figuur 10: Gemiddelde nabijheidsscores winkels (2010) De gemiddelde afstand vanuit de dorpen en wijken in Zeeland naar een supermarkt is 1,8 kilometer. Daar waar geen supermarkt is, is de dichtstbijzijnde meestal op 4 à 5 kilometer afstand. Wanneer we niet alleen naar supermarkten kijken en de afstand, maar ook naar het aantal winkels in de buurt, dan valt op dat de binnenstad van Middelburg het beste scoort (figuur 10 3 ). Ook een flink aantal andere wijken in Middelburg, Goes en Vlissingen hebben een hoog winkelaanbod. Op de volgende bladzijde volgt een kaartje (figuur 11) van de bereikbaarheid van het winkelgebied in Terneuzen met openbaar vervoer en de auto. Alleen vanuit midden Zeeuws-Vlaanderen is het winkelgebied in Terneuzen bereikbaar binnen een kwartier met de auto en binnen een half uur met het openbaar vervoer (de bus). Uitgaan Het dichtstbijzijnde café ligt gemiddeld over alle dorpen en wijken op 1,6 kilometer afstand, het zwembad op 10 kilometer en de bioscoop op 14 kilometer. Meer dan 4 kilometer naar het café komt bijna niet voor. Hieronder een voorbeeld van de bereikbaarheid met openbaar vervoer en auto van een belangrijke sportvoorziening op Walcheren (figuur 12). Bron: CBS \ bewerking SCOOP 3. De nabijheidsscores van winkels is een door Scoop berekende score op basis van gecombineerde CBS cijfers voor afstand tot supermarkt, overige winkels voor dagelijkse levensbehoeften, warenhuizen en het aantal supermarkten, overige winkels en warenhuizen binnen een bepaalde afstand. 13

14 Sociale Staat van Zeeland Figuur 11: Bereikbaarheid winkelgebied Terneuzen met het OV en met de auto Figuur 12: Bereikbaarheid Vrijburgbad Vlissingen met het OV en met de auto 14

15 Mobiliteit en bereikbaarheid 3. Bewegingen Lang niet iedereen werkt, sport en winkelt in de eigen omgeving. Ook voor zorg en onderwijs moet men ergens naartoe. Dit genereert mobiliteit. In het onderzoek onder de inwoners van Zeeland (Smit, 9) is gevraagd naar waar men wat doet en welk vervoermiddel men meestal kiest. Dit maakt het mogelijk om deze mobiliteit in beeld te brengen. Sommige kernen hebben geen winkels, of scholen, andere wel. Wanneer er een school of winkel in het dorp is, wil dat nog niet zeggen dat iedereen die dan ook gebruikt. Om te kijken hoe het zit met de mate waarop men gericht is op de eigen kern of op een andere is onder meer gekeken naar de beantwoording op de vraag waar men meestal boodschappen voor dagelijkse levensbehoeften doet. Daarbij konden de inwoners alleen specifieke kernen binnen de eigen gemeente aangeven, of in algemene zin buiten de gemeente. In onderstaande figuur is dit weergegeven voor de regio Zeeuws-Vlaanderen. De centrumfuncties van Oostburg, Terneuzen en Hulst zijn duidelijk zichtbaar, en ook Breskens, Sas van Gent en Kloosterzande hebben een duidelijke boodschappen functie. Daarbij is te zien dat van deze plaatsen de inwoners van Kloosterzande wat minder sterk gericht zijn op de eigen kern, maar zich ook vrij sterk op Hulst richten. In de kernen zonder rood in de rand is nauwelijks of geen oriëntatie op de eigen kern voor boodschappen. Figuur 13: Gerichtheid / mobiliteit 15

16 Sociale Staat van Zeeland Ook in de Oosterschelderegio zijn de plaatsen met centrumfuncties duidelijk te zien in de afbeelding: Goes, Heinkenszand, s-gravenpolder, Kapelle, Krabbendijke, Tholen, Sint-Annaland, Sint Maartensdijk, Bruinisse, Nieuwerkerk, Zierikzee, Brouwershaven, Renesse, Burgh- Haamstede, Kamperland. Wederom is er een aantal kernen met een duidelijke boodschappen-functie die zelf toch ook een redelijke oriëntatie op andere plaatsen hebben: Bruinisse, Renesse, Brouwershaven, Sint-Annaland, Sint Maartensdijk. Op Walcheren met de grote stedelijkheid is het plaatje minder complex. In de steden doen de mensen in de eigen stad de boodschappen en van de kernen erom heen ook. Daarnaast zijn Domburg, Vrouwenpolder, Meliskerke en Koudekerke trekkers voor dagelijkse boodschappen uit de Veerse kernen. Inwoners van Serooskerke en Meliskerke zijn daarbij wat minder gericht op de eigen kern dan Domburg en Vrouwenpolder. Vergelijkbare analyses en kaartbeelden zijn gemaakt voor een aantal andere voorzieningen, te weten basisonderwijs, sporten en gebruik dorpshuis. Wat het dorpshuis betreft zijn de inwoners van Zeeland overwegend gericht op de eigen kern. Toch zijn ook daarin wel wat bewegingen te zien en zijn er kernen die in mindere mate op het eigen dorpshuis zijn gericht. Voor basisonderwijs is men ook sterk op de eigen kern gericht, maar zijn er ook flink wat bewegingen, ook vanuit kernen waar een eigen basisschool is (zie ook Van der Wouw, 2010). Voor sport is een op hoofdlijnen vergelijkbaar beeld te zien als voor de winkels. Figuur 14: Gerichtheid / mobiliteit 16

17 Mobiliteit en bereikbaarheid figuur 15: Gerichtheid / mobiliteit 17

18 Sociale Staat van Zeeland 18

19 Mobiliteit en bereikbaarheid 4. Mobiliteitsprofielen Het bevolkingsonderzoek uit 9 bevat veel gegevens die meer inzicht kunnen gegeven in de mobiliteit van de Zeeuwen van 18 jaar en ouder (n=14.500) 4. Vragen zijn gesteld over het bezit van een rijbewijs, het over een auto kunnen beschikken, de frequentie van het gebruik van auto, fiets en openbaar vervoer, evenals over het voor specifieke bestemmingen meest gebruikte vervoermiddel. Aan de hand van persoonlijke kenmerken enerzijds en kenmerken van de woonkern anderzijds, wordt gekeken naar de mobiliteitsvoorkeuren van de inwoners van Zeeland. Door informatie te combineren ontstaan mobiliteitsprofielen. Figuur 16: Gebruik van auto, fiets en openbaar vervoer auto (SSVZ, 18 jaar en ouder) gebruik van de auto (minder dan 1 dag per week of nooit). De fiets komt als vervoermiddel op de tweede plaats, maar dat is dan wel een zeer goede tweede plaats. Bijna de helft van de Zeeuwen van 18 jaar en ouder (47%) verplaatst zich er intensief of minimaal 4 dagen per week mee. Ruim een op de drie (36%) zit zelfs elke dag op de fiets. Een kwart (26%) zit matig veel, dat is 1 tot 3 dagen per week op de fiets. Bijna drie op de tien (28%) fietsen nooit of minder dan 1 dag per week. Het gebruik van openbaar vervoer is in Zeeland zeer beperkt. Nog niet een op de tien Zeeuwen (8%) maakt er elke week gebruik van. Ruim negen van de tien maken er nooit of minder dan 1 dag per week gebruik van. Driekwart van de mensen (74%) maakt er helemaal nooit gebruik van, bijna twee op de tien (19%) maken er sporadisch gebruik van (minder dan 1 dag per week). fiets OV WMO-vervoer Het voor mensen met een beperking bedoelde WMOvervoer wordt door bijna 1% van de inwoners van Zeeland 4 tot 7 dagen per week gebruikt, en door ruim 1% 1 tot 3 dagen per week (figuur geeft hier iets andere suggestie i.v.m. afronden). 0% 20% 40% 60% 80% % 5-7 dg/wk 4-5 dg/wk 2-3 dg/wk 1 dg/wk <1 dg/wk nooit Bron: SSvZ, 9 Het bevolkingsonderzoek bevestigt de afhankelijkheid van de auto in Zeeland. Ruim de helft van de Zeeuwen van 18 jaar en ouder (53%) verplaatst zich er intensief mee, dat is minimaal 4 dagen per week. Voor vier op de tien (40%) is dat zelfs (bijna) elke dag. Een op de drie (33%) gebruikt de auto regelmatig, dat is 1 tot 3 dagen per week. En ongeveer een op de zeven (14%) maakt nauwelijks of geen Mobiliteitsprofielen Het gebruik van het ene vervoermiddel sluit uiteraard niet het gebruik van het andere uit. Nagegaan is welke samenhangen of structuren er zijn in het gebruik van de auto, de fiets, en het openbaar vervoer in Zeeland. De verkregen inzichten resulteerden in het vervaardigen van de volgende typologie van negen mobiliteitsprofielen voor wijze van verplaatsen. 4. De Sociale Staat van Zeeland 9 bevat de antwoorden op de vragenlijst van inwoners van 16 jaar en ouder. Voor de analyses in dit hoofdstuk is, tenzij anders vermeld, alleen gebruik gemaakt van de beantwoording door mensen van 18 jaar en ouder. 19

20 Sociale Staat van Zeeland Figuur 17: Mobiliteitsprofielen Zeeland (SSVZ, 18 jaar en ouder) 25% 20% Het volgende mobiliteitsprofiel is dat van de echte fietsers (FI). Onder elke honderd Zeeuwen zijn er naar schatting ongeveer acht van deze echte fietsers (8%). Zij gaan niet of nauwelijks met de auto of openbaar vervoer. Zij stappen op de fiets. 15% 10% 5% 0% A.1 - AUTO DAGELIJKS 1 A.2 - AUTO DAGELIJKS + fiets regelmatig A.3 - AUTO DAGELIJKS + FIETS DAGELIJKS A.4 - auto regelmatig A.5 - auto regelmatig + fiets regelmatig A.6 - auto regelmatig + FIETS DAGELIJKS FI - FIETS DAGELIJKS of regelmatig OV - OV regelmatig of DAGELIJKS IM - Niet mobiel Bron: SSvZ, 9 Van elke honderd volwassen Zeeuwen, maken er naar schatting acht (8%) regelmatig of dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. Het profiel van de reiziger in het openbaar vervoer (OV) is het meest divers omdat zij daarnaast ook nog steeds de auto en/of fiets kunnen gebruiken en dat in meerderheid ook doen. Vier van de vijf OV-gebruikers (80%) neemt ook regelmatig of dagelijks de fiets. Twee derde van de OV-gebruikers (69%) zit ook regelmatig of dagelijks in de auto. Er worden zes mobiliteitsprofielen onderscheiden voor autogebruikers of automobilisten 5. Vier vijfde van de bevolking vanaf 18 jaar in Zeeland (80%) valt al in een van deze zes automobilistenprofielen. De profielen onderscheiden zich in de mate van het autogebruik (dagelijks of regelmatig) en de mate van het gebruik van de fiets (nooit, regelmatig, dagelijks). Er wordt door deze automobilisten niet of nauwelijks gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. In deze bespreking zal het onderscheid tussen dagelijks gebruik, regelmatig gebruik, en niet of nooit telkens terugkomen. Onder dagelijks gebruik wordt hier verstaan 4 of meer dagen per week. Onder regelmatig gebruik wordt hier verstaan 1 tot 3 dagen per week. Niet of nooit gebruiken wil hier zeggen minder dan 1 dag per week of nooit. Het eerste profiel is dat van de volledig voltijds automobilisten (A.1). Het gaat hier om de ongeveer een op de zes Zeeuwen vanaf 18 jaar (17%) die zich (vrijwel) dagelijks en uitsluitend met de auto verplaatsen. De fiets of het openbaar vervoer komen er bij hen niet of nauwelijks (minder dan 1 dag per week) aan te pas. Een ongeveer even groot aandeel van de Zeeuwen (18%) zit eveneens dagelijks in de auto, maar zit daarnaast ook regelmatig op de fiets (A.2). Een iets kleiner aandeel (15%) zit dagelijks zowel in de auto als op de fiets (A.3). Het meest voorkomend van alle negen profielen is het dagelijks gebruik door een op de vijf Zeeuwen (20%) van de fiets en regelmatig gebruik van de auto (A.6). De overige twee profielen voor autogebruikers A.4 (uitsluitend regelmatig gebruik van de auto) en A.5 (regelmatig gebruik van auto en fiets) komen met elk een op de twintig of 5% van de volwassen Zeeuwse bevolking relatief weinig voor en zijn voor de volledigheid in de typologie opgenomen. Tot slot is er een kleine categorie niet of weinig mobielen die niet of nauwelijks gebruik maken van auto, fiets of openbaar vervoer (IM). Vier van de honderd Zeeuwen vallen onder dit profiel. Mobiliteitsprofielen naar type woongebied Het type woongebied beïnvloedt de mobiliteitskeuze. In stedelijk gebied zijn de afstanden naar voorzieningen immers kleiner. In de Sociale Staat van Zeeland en in dit rapport maken we gebruik van een typering die afkomstig is uit het omgevingsplan van de Provincie Zeeland (6). De typologie onderscheidt de categorieën stedelijke centra, dragende kern, woonkern in stedelijke ontwikkelingszone, woonkern in nationaal landschap en andere woonkernen. In bijlage 3 is een kaartje van Zeeland met de typen kernen opgenomen. De Zeeuwen die vrijwel dagelijks de auto nemen en al dan niet dagelijks of regelmatig ook de fiets (A.1 t/m A3) zijn het meest te vinden in de woonkernen en woonkernen in nationaal landschap, en het minst in de stedelijke centra. Zo behoort in de woonkernen en woonkernen in nationaal landschap ruim een vijfde van de inwoners (respectievelijk 22% en 21%) tot het profiel van volledig voltijds automobilisten (A.1). Dat is bijna het dubbele van dat aandeel in de stedelijke centra (12% A.1 in stedelijke centra). In de stedelijke centra is er een duidelijke concentratie van fietsers. Dat geldt in de eerste plaats voor hen die alles op de fiets doen (FI). 5. In het bevolkingsonderzoek is gevraagd naar het gebruik van de auto als bestuurder of passagier. Uit eerder onderzoek is bekend dat Zeeland de provincie is waar het nog meer voorkomt dan in andere provincies dat een autogebruiker doorgaans de bestuurder is. Daarom worden de termen automobilist en autogebruiker zonder onderscheid door elkaar gebruikt. 20

21 Mobiliteit en bereikbaarheid Figuur 18: Categorie kern/wijk waar men woont in typologie Stedelijke centra en (woon) kernen Mobiliteitsprofiel naar levensfase Het vrijwel elke dag de auto gebruiken (A.1 t/m A.3) komt het meest voor bij jongvolwassenen (18-29 jaar) en in de consolidatie- en spitsuurfase (30-59 jaar). Ruim de helft van allen in elk van beide levensfasen zit vrijwel elke dag in de auto. Daarna neemt het dagelijks gebruik van de auto af tot een op de vijf onder de oudsten in de levensfase intensieve verzorging (80+). Het regelmatig de auto gebruiken (A.4 t/m A.6) stijgt met de levensfase tot en met die van de actieve ouderen (60-80 jaar. In de levensfase intensieve verzorging daalt dat aandeel weer. Een op de tien inwoners van de stedelijke centra is een echte fietser, in de woonkernen en woonkernen in nationaal landschap is dat maar de helft (5% elk). In iets minder sterke mate concentreren zich in de stedelijke centra ook de Zeeuwen die elke dag fietsen maar ook een paar keer per week of regelmatig de auto nemen (A.6). In de stedelijke centra zijn ook meer, maar niet heel veel meer, gebruikers van het openbaar vervoer (profiel OV) dan in de overige gebieden. In onderstaande kaart is in beeld gebracht waar naar verhouding meer of minder gefietst wordt. Figuur 20: Levensfase Figuur 19: Gebruikt de fiets vrijwel dagelijks (9) 21

22 Sociale Staat van Zeeland Het is niet bij de jongeren, maar vooral bij de ouderen waar de meeste echte fietsers (FI) te vinden zijn. Bij de actieve ouderen (60-80 jaar) is hun aandeel 10%, bij degenen in de fase intensieve verzorging (80+) is dat aandeel met 9% nauwelijks minder. In de fase consolidatie en spitsuurfase (30-59 jaar) is het aandeel 7%. Helemaal achteraan komen de jongvolwassenen (18-29 jaar) met slechts 4% echte fietsers. Mobiliteitsprofiel naar hoofdactiviteit Figuur 22: Hoofdactiviteit Het zijn vooral de jongeren en zeer ouden die regelmatig of dagelijks van het openbaar vervoer gebruik maken. Een op de vijf jongvolwassenen (18-29 jaar) (21%) maakt regelmatig of dagelijks gebruik van het openbaar vervoer, evenals ruim een op de tien in de levensfase intensieve verzorging (80+) (11%). In elk van de overige twee levensfasen consolidatie en spitsuurfase (30-59 jaar) en actieve ouderen (60-80 jaar) is dat slechts een op de twintig (5%). Mobiliteitsprofiel naar geslacht Figuur 21: Mobiliteitsprofiel naar geslacht Mannen maken aanzienlijk meer elke dag gebruik van de auto dan vrouwen (60% van de mannen elke dag in auto (A.1 - A.3), 42% van de vrouwen). Bij vrouwen komt regelmatig autogebruik wat meer voor (34% van de vrouwen (A.4 - A.6), 24% van de mannen). Vrouwen maken veel meer gebruik van de fiets, zo blijkt vooral uit de hogere aandelen vrouwen die uitsluitend fietsen (FI) en zij die van dagelijks fietsen combineren met regelmatig autogebruik (A.6). Mannen en vrouwen maken evenveel gebruik van openbaar vervoer (8% OV elk). Niet mobiel zijn (IM) komt bij vrouwen twee keer zo veel voor als bij mannen (vrouwen 6%, mannen 3%). Volledig voltijds automobilisten (A.1) komen het meest voor bij mensen die in loondienst of zelfstandige zijn. Ruim een op de vijf van hen (22%) gebruikt bijna uitsluitend en altijd de auto. Bij de Zeeuwen die nog studeren is dat maar een op de twintig (5%). Meer dan de helft van de studerenden is gebruiker van openbaar vervoer (OV 54%). Het meeste wordt er uitsluitend gefietst (FI) door degenen die in het eigen huishouden werken (14%), het minst door degenen die in loondienst of zelfstandige zijn (5%). We zagen al dat de jongvolwassenen relatief veel gebruik maken van openbaar vervoer. Dat hangt samen met de omstandigheid dat velen nog studeren. Van degenen die nog studeren, maakt ruim de helft (54%) regelmatig of dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. Degenen die in loondienst of zelfstandige zijn, en bij hen die in het eigen huishouden werken, maken er het minste gebruik van (elk 5%). De samenhang tussen inkomen en mobiliteitsprofiel is duidelijk. In het bevolkingsonderzoek is gevraagd naar het netto maandinkomen van het eigen huishouden. Het aandeel volledig voltijds automobilisten (A.1) met een laag netto maandinkomen tot 0 (9%) is minder dan de helft van dat aandeel bij een hoog netto maandinkomen van meer dan 3050,- (21% A.1 of uitsluitend en elke dag in auto). Er is ook een zeer sterke samenhang tussen inkomen en gebruik van openbaar vervoer. 22

23 Mobiliteit en bereikbaarheid Mobiliteitsprofiel naar netto maandinkomen huishouden Figuur 23: Netto maandinkomen huishouden Mobiliteit van jongeren jaar Ook jongeren van 16 en 17 jaar hebben deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek Sociale Staat van Zeeland 9. In het bovenstaande zijn zij buiten beschouwing gelaten. In deze paragraaf kijken we specifiek naar hun mobiliteitskeuze en profiel. Van de 16 en 17 jarigen zit zoals te verwachten bijna iedereen op de fiets, d.i. vier van de vijf of 81% (vrijwel) dagelijks en een op de tien (10%) regelmatig of 1-3 dagen per week. Bijna een op de tien (9%) zeggen de fiets niet of nauwelijks te gebruiken. De zitten veel minder in de auto dan op de fiets: nog geen een op de tien dagelijks. De jarigen maken ten opzichte van de volwassenen veel gebruik van het openbaar vervoer. Ruim een op de vijf (22%) dagelijks of vrijwel dagelijks, en iets minder dan een op de tien (8%) regelmatig. Bij een netto maandinkomen in het huishouden van 0,- of minder gebruikt een kwart (26%) regelmatig of dagelijks openbaar vervoer. Dat is vijf keer zo veel als bij de inkomens hoger dan 1350,-. Het meest wordt er alleen gefietst (FI) door mensen met lagere inkomens (bij opgegeven netto maandinkomen huishouden van 0,- of minder en bij 1,- t/m 1350,- 13% elk, en bij inkomens vanaf 1751,- of meer 5%). Figuur 24: Gebruik van auto, fiets en openbaar vervoer (SSVZ, jaar) auto fiets OV De thuisblijvers Afzonderlijke aandacht verdient de kleine bevolkingscategorie van naar schatting vier van elke honderd Zeeuwen (4%) die niet of nauwelijks mobiel zijn. Het meest opvallend is dat het in meerderheid ouderen en vrouwen zijn die niet of nauwelijks gebruik maken van auto, fiets of openbaar vervoer. Driekwart van de niet of nauwelijks mobielen (75%) is 60 jaar of ouder, en tevens is bijna driekwart (72%) vrouw. Geslacht en leeftijd gaan hier sterk samen. Van elke tien niet of nauwelijks mobiele mannen en vrouwen in Zeeland, zijn er twee (21%) een vrouw in de levensfase van actieve ouderen (60-80 jaar), en zijn er vier (40%) een vrouw in de levensfase van intensieve verzorging (80+). Mannen vanaf 60 jaar maken daarentegen slechts 15% uit van de nauwelijks of niet mobielen. Oudere vrouwen hebben drie keer zoveel kans als oudere mannen om vrijwel of geheel verstoken te zijn van zowel auto, fiets, als openbaar vervoer. WMO-vervoer 0% 20% 40% 60% 80% % (bijna) elke dag 4 of 5 dagen 2 of 3 dagen 1 dag minder dan 1 dag nooit Bron: SSvZ, 9 Zes van de tien kiezen meestal voor de fiets om er mee naar school (of werk) te gaan (61%), bij het uitgaan (59%), en bij het sporten (61%). Driekwart (75%) kiest meestal voor de fiets bij het winkelen. Voor bezoek aan familie of vrienden neemt een meerderheid (55%) meestal de auto en wordt er wat minder voor de fiets gekozen (36%). Als er voor openbaar vervoer gekozen wordt, is dat meestal om er mee naar school te gaan (13%) en/of bij het uitgaan (11%). 23

24 Sociale Staat van Zeeland Figuur 25: Mobiliteitsprofielen Zeeuwse jongeren 16- en 35% 17- jaar (SSVZ, jaar, n=268) 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% A.1 - AUTO DAGELIJKS 1 A.2 - AUTO DAGELIJKS + fiets regelmatig A.3 - AUTO DAGELIJKS + FIETS DAGELIJKS A.4 - auto regelmatig A.5 - auto regelmatig + fiets regelmatig A.6 - auto regelmatig + FIETS DAGELIJKS FI - FIETS DAGELIJKS of regelmatig OV - OV regelmatig of DAGELIJKS IM - Niet mobiel Bron: SSvZ, 9 Ook voor de jongeren zijn de mobiliteitsprofielen berekend. Deze wijken flink af van die van volwassenen (zie figuur 12). Het profiel A1 komt helemaal niet voor en de autoprofielen 2-5 veel minder. Het profiel regelmatig auto en dagelijks fiets komt echter iets meer voor onder jongeren. Het Fiets en OV-profiel duidelijk heel veel meer dan onder volwassenen. 24

25 Mobiliteit en bereikbaarheid 5. Mobiliteitsprofiel naar functie De auto is meestal het favoriete vervoermiddel in Zeeland. In het bevolkingsonderzoek is niet alleen gevraagd naar hoe vaak de auto, fiets, of openbaar vervoer in het algemeen gebruikt worden, maar ook naar welk vervoer meestal de voorkeur krijgt in verschillende situaties. Zes van de tien Zeeuwen van 18 jaar en ouder kiezen meestal de auto om naar het werk (of studie) te gaan (62%). Een even groot aandeel kiest er meestal voor bij het uitgaan (61%). En twee derde (67%) gaat meestal met de auto op bezoek bij familie of vrienden. Figuur 26: Vervoerskeuze naar functie (SSvZ, 9) Bij de weinigen die gebruik maken van WMO-vervoer, is dat het meest voor bezoek aan familie of vrienden, en in mindere mate om te gaan winkelen of bij het uitgaan. Een nadere analyse van de gegevens uit het bevolkingsonderzoek leert dat de auto voor een kwart van de Zeeuwen (25%) altijd (d.i. voor alle vijf voorgelegde bestemmingen) de voorkeur heeft. Omgekeerd is het opvallend dat een overgrote meerderheid van vier van de vijf Zeeuwen (81%) helemaal niet lopen naar een bestemming. Voor hen is er geen enkele bestemming waarbij er meestal gekozen wordt voor lopen. naar werk of studie Werken en leren naar winkel naar familie of vrienden naar uitgaan naar sporten 0% 20% 40% 60% 80% % auto (bestuurder of passagier) openbaar vervoer ander vervoermiddel of lopend fiets WMO-vervoer Bron: SSvZ, 9 Alleen bij degenen die gaan sporten komt de auto pas op de tweede plaats en kiest de meerderheid (52%) meestal voor de fiets. Voor het winkelen zijn auto en fiets even populair (44% meestal met auto naar winkel, 45% meestal met de fiets). Als er al gelopen wordt, is dat meestal om naar de winkel te gaan, bij uitgaan, en naar het sporten. Sommigen kiezen voor het openbaar vervoer om naar het werk (of studie) te gaan (4%). Op provinciaal niveau telt het openbaar vervoer niet mee om te gaan winkelen of sporten (0% elk). Vanuit de woonkernen gaat driekwart (74%) meestal met de auto naar het werk (of de studie). In de stedelijke centra is dat aanzienlijk minder maar kiest ook nog steeds bijna de helft (48%) bij het woon-werkverkeer voor de auto. In de stedelijke centra wordt voor het woon-werkverkeer wel bijna evenveel voor de fiets gekozen (43%). De woonkernen in nationaal landschap, woonkernen in stedelijke ontwikkelingszone en dragende kernen zitten hier tussenin. Relatief wordt er voor het woon-werkverkeer ook veel voor de fiets gekozen wanneer men woont in een woonkern een in stedelijke ontwikkelingszone (32%). Een situatie waarbij de fiets duidelijk de voorkeur heeft boven de auto is bij degenen die in de eigen kern of wijk (dus niet op het eigen huisadres) werken. In die situatie kiezen zes van de tien (61%) bij het woon-werkverkeer meestal voor de fiets. 25

26 Sociale Staat van Zeeland Figuur 27: Hoe meestal naar werk/studie Figuur 28: Hoe meestal naar werk/studie, woongemeente Naast de typologie van woongebieden op basis van het omgevingsplan 6 van de Provincie Zeeland (zie bijlage 3), kijken we ook naar verschillen tussen recreatiekernen en industriekernen (kernen in een industrieel decor). Tot de industriekernen reken we Hoek, Sluiskil, Sas van Gent, Westdorpe, s-heerenhoek, Nieuwdorp en Borssele; tot de recreatiekernen: Kamperland, Kortgene, Brouwershaven, Haamstede, Renesse, Scharendijke, Breskens, Cadzand, Groede, Nieuwvliet, Retranchement, Sluis, Biggekerke, Domburg, Oostkapelle, Veere, Vrouwenpolder, Westkapelle, Zoutelande. In industriekernen krijgt de auto wat vaker de voorkeur voor woon-werkverkeer dan bij inwoners van recreatiekernen (respectievelijk 72% en 66%), terwijl de aandelen van de fiets gelijk zijn (23% in industriekern, 22% in recreatiekern). In recreatiekernen kiezen sommigen voor het openbaar vervoer om naar het werk of studie te gaan (4%), terwijl dat in industriekernen niet voorkomt (0%). Figuur 29: Hoe meestal naar werk/studie, levensfase Wanneer naar de regio s gekeken wordt, valt op het hoge aandeel in Walcheren van de fiets voor het woonwerkverkeer (40%), en het zeer geringe aandeel van het openbaar vervoer in Zeeuws-Vlaanderen (2%). Kijken we naar gemeenten dan valt het grote aandeel in Kapelle op dat kiest voor openbaar vervoer (10%). Gekeken naar levensfase valt op dat het openbaar vervoer vooral gebruikt wordt door jong volwassenen (18-29 jaar) om er mee naar werk of studie te gaan (12%), terwijl men daar in de consolidatie en spitsuur-fase (30-59 jaar) nog maar heel weinig voor kiest (2%). Hierbij speelt zeker een rol dat een deel van de jong volwassenen nog studeert. Van de studerenden kiest bij het woon- werk verkeer 30% meestal voor het openbaar vervoer. 26

27 Mobiliteit en bereikbaarheid Figuur 30: Hoe meestal naar werk/studie, geslacht Bij degenen die elke dag of regelmatig de auto gebruiken en daarnaast elke dag de fiets (A.3 en A.6) is dat wat anders. Van degenen die regelmatig de auto gebruiken en elke dag de fiets (A.6), gaan ruim acht van de tien (84%) ook meestal met die fiets naar het werk. In het profiel dagelijkse of regelmatige fietsers (FI) is het aandeel fietsers voor woon-werkverkeer begrijpelijk nog hoger (89%). Van degenen die dagelijks zowel de auto als fiets gebruiken (A.3), nemen zeven van de tien (70%) meestal de auto voor het woon-werkverkeer en een kwart (27%) de fiets. Mannen kiezen wat meer dan vrouwen meestal voor de auto bij het woon-werkverkeer. Vrouwen kiezen dan meer dan mannen voor de fiets. Op basis van het profiel van regelmatig en dagelijks gebruikers van openbaar vervoer (OV) valt het gekozen vervoermiddel minder goed te voorspellen. Behalve dat het daar uiteraard het meest voorkomt dat er met het openbaar vervoer naar werk of studie gegaan wordt (49%). De mobiliteitsprofielen uit het vorige hoofdstuk blijken goede voorspellers voor het vervoermiddel dat meestal voor een bestemming gekozen wordt. Het zal niet verwonderen dat de volledig voltijds automobilisten (A.1) ook meestal met de auto naar het werk gaan (94%). Datzelfde is het geval bij de dagelijkse automobilisten die ook regelmatig (1-3 dagen per week) de fiets nemen (A.2). Bijna iedereen van hen neemt eveneens de auto voor woon-werkverkeer (95%). Hoe kinderen en jongeren in Zeeland naar school gaan In een enquête uit 2011 onder leerlingen uit klas 3 van het voortgezet onderwijs (Jeugdmonitor Zeeland, klas 3 vo, 2011) en in een enquête uit 2010 onder kinderen in groep 6 van het primair onderwijs (Jeugdmonitor Zeeland, groep 6, 2010) is gevraagd hoe zij meestal naar school gaan. Figuur 31: Hoe meestal naar werk/studie, mobiliteitsprofiel De meeste middelbare scholieren, bijna vier van de vijf of 77%, nemen meestal de fiets om naar school te gaan. De meeste overigen nemen de bus of trein (18%). Enkelen lopen naar school (3%). Gegeven dat het hier overwegend om 14- en 15-jarigen gaat, wordt de brommer of scooter nog niet of nauwelijks gebruikt. Van degenen die de bus of trein nemen, is dat in een derde van de gevallen in combinatie met de fiets of lopen. Figuur 32: Per woongemeente (Jeugdmonitor Zeeland, Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen klas 3 vo, 2011) 0% 20% 40% 60% 80% % fiets bus of trein lopend/ anders Bron: JM_VO3,

28 Sociale Staat van Zeeland Tussen de gemeenten zijn grote verschillen zichtbaar. In elk van de drie gemeenten Noord-Beveland, Schouwen- Duiveland en Tholen gaat een meerderheid van ongeveer zes van elke tien middelbare scholieren met het openbaar vervoer naar school (dit al dan niet in combinatie met lopen en fietsen). In meeste overige negen gemeenten van Zeeland neemt bijna iedereen of althans een grote meerderheid de fiets (van 68% van de leerlingen uit Reimerswaal tot 95% van de leerlingen uit Goes). Het meest wordt er nog naar school gelopen in Hulst, Schouwen-Duiveland, en Sluis (9% elk), het minst in Kapelle en Vlissingen (2% elk). Vanuit de schoollocaties beschouwd, zien we dat op de middelbare scholen in Middelharnis, Kerkpolder, en Bergen op Zoom de meeste Zeeuwse leerlingen in klas 3 met het openbaar vervoer komen. In Krabbendijke kwamen ze in 2011 allemaal met de fiets. Figuur 34: Hoeveel dagen per week ga jij lopend of zelf Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen fietsend naar school per gemeente (Jeugdmonitor Zeeland, groep 6 PO, 2010) 0% 20% 40% 60% 80% % nooit of niet elke week 1 dag/week 2 dag/week 3 dag/week 4 dag/week 5 dag/week Bron: JM_PO6, 2010 Figuur 33: Per schoollocatie (Jeugdmonitor Zeeland, Bergen op Zoom Goes Hulst Kerkpolder Kloetinge Krabbendijke Middelburg Middelharnis Oostburg Terneuzen Tholen Vlissingen Zierikzee klas 3 vo, 2011) 0% 20% 40% 60% 80% % fiets bus of trein lopend/ anders Bron: JM_VO3, 2011 Voor kinderen in groep 6 van het basisonderwijs (excl. speciaal onderwijs) geldt dat zij overwegend (75%) zelf altijd op de fiets gaan. In Noord-Beveland en Terneuzen ligt dat percentage wat lager, in Veere wat hoger. Kinderen die naar een openbaar bijzondere of reformatorische school gaan minder vaak zelf lopend of fietsend naar school. Figuur 35: Hoeveel dagen per week ga jij lopend of zelf o ob pc pc/rk ref rk Winkelen fietsend naar school per denominatie 0% 20% 40% 60% 80% % nooit of niet elke week 1 dag/week 2 dag/week 3 dag/week 4 dag/week 5 dag/week Bron: JM_PO6, 2010 We zagen al dat de fiets en auto in Zeeland even populair zijn om mee te gaan winkelen. In de stedelijke centra neemt ruim de helft (54%) meestal de fiets om te gaan winkelen. Diezelfde keuze maakt ook bijna de helft van hen die wonen in woonkernen in een stedelijke ontwikkelingszone (49% kiest fiets), en dragende kernen (48%). In woonkernen geeft nog ruim de helft (56%) en in woonkernen in nationaal landschap de helft (51%) de voorkeur aan de auto om te gaan winkelen. 28

29 Mobiliteit en bereikbaarheid Figuur 35: Hoe meestal naar winkel naar categorie kern/wijk Figuur 37: Hoe meestal naar familie en vrienden In industriekernen wordt voor het winkelen minder van de fiets gebruik gemaakt dan elders in Zeeland. Geen verschillen zijn er hier tussen recreatiekernen en de rest van Zeeland. Ook bij het winkelen is er bij mannen een voorkeur voor de auto en bij de vrouwen voor de fiets. Wie nog studeert of in het huishouden werkt, gaat meestal met de fiets naar de winkel (59% elk). Figuur 36: Hoe meestal naar familie en vrienden naar levensfase Figuur 38: Hoe meestal naar familie en vrienden naar mobiliteitsprofiel Dat de fiets bij het winkelen ongeveer even populair is als de auto geldt vooral in de levensfasen jongvolwassenen en consolidatie en spitsuur-fase. Bij actieve ouderen (60-80) is de fiets iets gewilder dan de auto. Vanaf 80 jaar of de levensfase intensieve verzorging, neemt de populariteit van de fiets af. De hoogbejaarden kiezen er meer voor om naar de winkel te lopen (18%). Zij worden daarin overigens gevolgd door de jongvolwassenen (14% loopt meestal naar de winkel). Sommige van de hoogbejaarden (6%) geven voor het winkelen de voorkeur aan het WMO-vervoer. Van de volledig voltijds automobilisten nemen er vier van de vijf (79%) ook meestal de auto om te gaan winkelen. De overigen van hen gaan dan meestal lopen (10%) of nemen dan toch maar de fiets (11%) (in dat geval dus een enkele keer want per definitie minder dan 1 dag per week). Bij de overige profielen van automobilisten die ook fietsen (A.2, A.3, A.5, en A.6) blijkt die fiets ook een veel gekozen vervoermiddel bij het winkelen. Het algemene beeld is dat wie autorijdt en daarnaast ook fietst, de fiets eerder kiest voor het winkelen dan voor het woon-werkverkeer. 29

30 Sociale Staat van Zeeland Wie uitsluitend fietst (FI) kiest daar bij het winkelen uiteraard ook voor (81%). Zij die niet mobiel zijn (IM) en minder dan 1 dag per week gebruikmaken van auto, fiets, of openbaar vervoer, lopen dikwijls naar de winkel (39%) en maken meer dan anderen gebruik van WMO-vervoer (13%). In de regio Walcheren wordt bij bezoek aan familie of vrienden nog het meest voor de fiets gekozen (32%). Figuur 40: Hoe meestal naar familie en vrienden naar levensfase Zij die dagelijks of regelmatig het openbaar vervoer gebruiken (Profiel OV) doen dat doorgaans niet om te gaan winkelen (4% van OV-gebruikers gebruikt ook meestal OV om te gaan winkelen). Familie en vrienden Figuur 39: Hoe meestal naar familie en vrienden naar categorie kern/wijk wonen typologie Stedelijke centra en (woon)kernen Familie of vrienden is de bestemming waarbij het meest, dat is nog iets vaker dan bij woon-werkverkeer, voor de auto gekozen wordt. Twee van de drie Zeeuwen (67%) nemen meestal de auto om familie of vrienden te bezoeken. Een kwart (24%) kiest dan meestal voor de fiets. Kijken we naar het soort woonkern dan zijn er echter veel overeenkomsten tussen de bestemmingen familie of vrienden en die van werk of studie. In de woonkernen, woonkernen in nationaal landschap, en dragende kernen nemen ongeveer zeven van de tien meestal de auto om naar familie of vrienden te gaan (respectievelijk 72%, 70%, en 69%). In de stedelijke centra is dat minder maar kiezen nog steeds ruim zes van de tien (63%) meestal de auto bij bezoek aan familie of vrienden. Dit zijn vrijwel exact dezelfde aandelen als in de woonkernen in stedelijke ontwikkelingszone. In industriekernen wordt voor het bezoek aan familie of vrienden nog wat meer voor de auto gekozen dan elders in Zeeland. Geen verschillen zijn er hier te zien tussen recreatiekernen en de rest van Zeeland. De populariteit van de auto voor bezoek aan familie of vrienden neemt iets toe tot aan de leeftijd van 80 jaar. Omgekeerd neemt de populariteit van de fiets voor bezoek aan familie of vrienden juist sterk af met het toenemen van de leeftijd. Bij de actieve ouderen (60-80 jaar) wordt hier het vaakst voor de auto gekozen (72%). In de vierde levensfase intensieve verzorging (80+) wordt weer minder vaak voor de auto gekozen om familie of vrienden te bezoeken (58%), en ook het minste voor de fiets (9%). Het dikwijls geen rijbewijs meer hebben, gewicht van boodschappen en fragiel gestel zullen hier zeker debet aan zijn. Daar staat tegenover dat een op de vijf tachtigplussers in Zeeland (19%) voor bezoek aan familie of vrienden gebruik maakt van WMO-vervoer. Ook bij bezoek aan familie of vrienden zijn het de mannen die wat vaker voor de auto en minder voor de fiets kiezen dan vrouwen, maar de verschillen zijn kleiner dan we zagen bij het winkelen en woon-werkverkeer. De fiets wordt bij bezoek aan familie of vrienden nog het meest gebruikt door studerenden (37%). Dat voor het bezoeken van familie of vrienden de auto het meest populair is, is ook te zien bij de mobiliteitsprofielen. Bij de automobilisten kiezen zes tot negen van de tien bij bezoek aan familie of vrienden meestal voor de auto (A.6: 63%, A.1: 91%)) profielen (A.1 t/m A.6). Naarmate er naast de auto ook meer gefietst wordt, wordt die fiets ook iets vaker gekozen om er bezoeken mee af te leggen. Zelfs bij het profiel van de regelmatig of dagelijkse fietser (FI) kiezen drie van de tien (29%) hier voor de auto en nauwelijks de helft (51%) voor die fiets. De regelmatige of dagelijks gebruiker van het openbaar vervoer (Profiel OV) gebruikt dat vervoer maar weinig voor bezoek aan familie of vrienden (13%). 30

Mobiliteit en bereikbaarheid

Mobiliteit en bereikbaarheid januari 2011 Themarapport Samenvatting Voor wat betreft mobiliteit wijkt Zeeland wat af van Nederland. Zo is het autobezit in Zeeland hoger. Dit komt onder meer omdat Zeeland dunbevolkt is: de bereikbaarheid

Nadere informatie

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER 1 Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER In opdracht van: Ruben de Cuyper December 2016 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Vervoersarmoede: hoe groot is het probleem

Nadere informatie

Zeeuwse Verhuisatlas deel II. Waar gaan mensen van buiten Zeeland wonen?

Zeeuwse Verhuisatlas deel II. Waar gaan mensen van buiten Zeeland wonen? Zeeuwse Verhuisatlas deel II Waar gaan mensen van buiten Zeeland wonen? Middelburg, maart 2012 Sociale Staat van Zeeland Colofon Scoop 2012 Samenstelling Ankie Smit Han Schellekens Scoop Zeeuws instituut

Nadere informatie

Schouwen-Duiveland. Lijn 132 Zierikzee - Goes Lijn 132 rijdt in de middagspits nog 4x per uur.

Schouwen-Duiveland. Lijn 132 Zierikzee - Goes Lijn 132 rijdt in de middagspits nog 4x per uur. Schouwen-Duiveland Lijn 132 Zierikzee - Goes Lijn 132 rijdt in de middagspits nog 4x per uur. Lijn 133 Middelburg - Zierikzee - Oude-Tonge Lijn 133 rijdt in de zomerperiode niet meer via Westenschouwen,

Nadere informatie

Dienstregeling Connexxion in Zeeland per 1 maart 2015

Dienstregeling Connexxion in Zeeland per 1 maart 2015 Dienstregeling Connexxion in Zeeland per 1 maart 2015 De nieuwe dienstregeling van Connexxion voor heel Zeeland is bekend. Deze gaat in op 1 maart. Het nieuwe openbaar vervoersnetwerk is ontstaan uit een

Nadere informatie

Postcode Startjaar Startkwartaal Netbeheerder Provincie Gemeente / Plaats 4301 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4302 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4303 Enduris

Postcode Startjaar Startkwartaal Netbeheerder Provincie Gemeente / Plaats 4301 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4302 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4303 Enduris Postcode Startjaar Startkwartaal Netbeheerder Provincie Gemeente / Plaats 4301 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4302 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4303 Enduris Zeeland ZIERIKZEE 4305 Enduris Zeeland NIEUWERKERK 4305

Nadere informatie

Vervoer in het dagelijks leven

Vervoer in het dagelijks leven Vervoer in het dagelijks leven Doordat de afstanden tot voorzieningen vandaag de dag steeds groter worden neemt het belang van vervoer in het dagelijks leven toe. In april 2014 zijn de leden van het Groninger

Nadere informatie

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO 1 Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO In opdracht van: Ruben de Cuyper December 2016 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Vervoersarmoede: hoe groot is het probleem en wie hebben

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Zeeuwse Verhuisatlas deel III

Zeeuwse Verhuisatlas deel III Zeeuwse Verhuisatlas deel III Verhuizen meer mensen naar de stad of naar het platteland? Zeeuws-Vlaanderen Middelburg, augustus 2012 Sociale Staat van Zeeland Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Ankie Smit

Nadere informatie

Zeeuwse Verhuisatlas deel III

Zeeuwse Verhuisatlas deel III Zeeuwse Verhuisatlas deel III Verhuizen meer mensen naar de stad of naar het platteland? Walcheren - Vlissingen Middelburg, augustus 2012 Sociale Staat van Zeeland Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Ankie

Nadere informatie

Lezen, bibliotheek en jongeren

Lezen, bibliotheek en jongeren Lezen, bibliotheek en jongeren www.dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330 EA Middelburg T 0118 654000 info@dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Middelburg, juni 2016 Colofon ZB 2016 Samenstelling José van den Boomgaard Ankie Smit Esther van Sprundel ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Veere

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Veere JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Veere Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Jolanda van Overbeeke Wim van Gorsel SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Schouwen-Duiveland

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Schouwen-Duiveland JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Schouwen-Duiveland Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Jolanda van Overbeeke Ankie Smit SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330

Nadere informatie

Pendel in Zeeland

Pendel in Zeeland Pendel in Zeeland 1997-2003 Pendel in Zeeland 1997-2003 Figuur 1. Inhoudsopgave 1. Inleiding en Leeswijzer 3 2. Samenvatting en conclusies 4 3. Pendel in Zeeland 7 3.1. Pendel naar regio binnen de provincie

Nadere informatie

Rapport Tholen Middelburg, december 2013

Rapport Tholen Middelburg, december 2013 Rapport Tholen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Goes

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Goes JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Goes Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Wim van Gorsel Jolanda van Overbeeke SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Themarapport. Criminaliteit & Veiligheid NR4. Enquête Jongvolwassenen. januari Gedragingen

Themarapport. Criminaliteit & Veiligheid NR4. Enquête Jongvolwassenen. januari Gedragingen Themarapport Criminaliteit & Veiligheid Enquête Jongvolwassenen januari 2007 NR4 De Jeugdmonitor Zeeland is een samenwerkingsverband van de Provincie Zeeland, de 13 Zeeuwse gemeenten en verschillende instellingen

Nadere informatie

Ontwerplijst zwemwaterlocaties 2016 in de provincie Zeeland

Ontwerplijst zwemwaterlocaties 2016 in de provincie Zeeland Ontwerplijst zwemwaterlocaties 2016 in de provincie Zeeland (mededeling 10 februari 2016) Jaarlijks moeten Gedeputeerde Staten een officiële lijst met zwemwaterlocaties vaststellen. Op 2 februari 2016

Nadere informatie

Consumptieve functies van dorpen

Consumptieve functies van dorpen Consumptieve functies van dorpen Over de aantrekkelijkheid van (deeltijd)wonen in dorpen Ronald van Leeuwen 10 oktober 2012 Grondprijzen in Nederland Bron: CPB, 2010 Bron: CPB, 2010 Grondprijzen in Zeeland

Nadere informatie

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Inleiding De FOD Mobiliteit en Vervoer en het Vias-instituut hebben een grote enquête georganiseerd om de mobiliteitsgewoonten

Nadere informatie

Rapport Schouwen-Duiveland

Rapport Schouwen-Duiveland Rapport Schouwen-Duiveland Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Sluis

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Sluis JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Sluis Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Esther Spuesens Han Schellekens SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg

Nadere informatie

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011 Verkeer en vervoer Omnibus Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2012 2 Samenvatting In het najaar van is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch een omnibusonderzoek

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Inleiding Het Zeeuwse project Laat Ze Niet Verzuipen! (LZNVZ) 1 en de 13 Zeeuwse gemeenten willen inzicht in de mate waarin alcoholverstrekkers

Nadere informatie

Overzicht bedrijventerreinen a

Overzicht bedrijventerreinen a Overzicht bedrijventerreinen a b d c e i m f k o g l n j h p q r t s u x v w y z ab ae aa ad ac Kaart a Renesse Ellemeet Elkerzee Noordwelle Serooskerke Burgh-Haamstede Kaart b Brouwershaven Looperskapelle

Nadere informatie

Verkeer en vervoer. Omnibus 2009

Verkeer en vervoer. Omnibus 2009 Verkeer en vervoer Omnibus 2009 Afdeling O&S Maart 2010 2 Kort samengevat Najaar 2009 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek een omnibusonderzoek gehouden. In dit onderzoek is de bewoners van de gemeente

Nadere informatie

Openbaar Vervoer op het Platteland

Openbaar Vervoer op het Platteland Enkele inhoudelijke onderwerpen naar aanleiding van het rapport 1 Openbaar Vervoer op het Platteland (oktober 2006) Deze bijlage gaat specifiek in op de volgende onderwerpen: 1. het uitgangspunt voor het

Nadere informatie

Rapport Zeeuws-Vlaanderen

Rapport Zeeuws-Vlaanderen Rapport Zeeuws-Vlaanderen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer In juni 2009 hebben 7.250 inwoners van 18 jaar en ouder een uitgebreide vragenlijst ontvangen in het kader van

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Reimerswaal

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Reimerswaal JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Reimerswaal Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Wim van Gorsel Ankie Smit Esther van Sprundel SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407

Nadere informatie

Resultaten fietsenquête

Resultaten fietsenquête Resultaten fietsenquête Geslacht 16% meer mannen dan vrouwen hebben deze enquête beantwoord. 1 Leeftijd Minder jonge mensen hebben de enquête ingevuld. Zij zijn dus ondervertegenwoordigd in de resultaten

Nadere informatie

Samenvatting. Een punt van zorg 1

Samenvatting. Een punt van zorg 1 Enquête & onderzoek: Carla Claassen Brian Claassen Ad Houtzager Theo Anema Tanja Rasing Jo Visser Ge Lijbers Didi Hoedemaker Monique Potters Herman van Assen Samenvatting Dit rapport geeft aan wat de burgers

Nadere informatie

De bruisende stad. Beleidskader

De bruisende stad. Beleidskader De bruisende stad Vlaams Regeerakkoord: Beleidskader» Werk maken van duurzame, creatieve steden» Stedelijke kernen uitbouwen tot aantrekkelijke woonkernen met een interessant cultureel, onderwijs-, verzorgings-,

Nadere informatie

VAB-Mobiliteitsbarometer: 50-plussers

VAB-Mobiliteitsbarometer: 50-plussers 1 13118 Maarten Matienko maarten.matienko @vab.be t 03 210 70 80 m 0495 53 61 42 50-plussers 5 maart 2019 VAB-Mobiliteitsbarometer: 50-plussers Hoofdconclusie: de woonplaats heeft een toenemende impact

Nadere informatie

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Beroepsbevolking en Pendel 2013 Dit factsheet is gebaseerd op een onderzoek onder 26. Flevolanders. Eind 213 is het onderzoek afgenomen middels een vragenlijst. De respons was 17%. Met de toepassing van wegingsfactoren is het onderzoek

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Mobiliteitsclub VAB onderzoek jongeren en mobiliteit

Mobiliteitsclub VAB onderzoek jongeren en mobiliteit 1 Maarten Matienko maarten.matienko @vab.be t 03 210 70 80 m 0495 53 61 42 Jongeren en mobiliteit 13 november 2017 Mobiliteitsclub VAB onderzoek jongeren en mobiliteit Sterke groei van het autogebruik

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Leefbaarheidonderzoek Sluis

Leefbaarheidonderzoek Sluis Leefbaarheidonderzoek Sluis Presentatie Concept rapportage 26 mei 2009 Concept rapportage 26 mei 2009 Inwoneraantal 2009 Aanpak van het onderzoek Demografische ontwikkelingen prognose per kern Veronderstelde

Nadere informatie

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN)

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) Masterclass Krimp Presentatie Angelique vanwingerden 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsontwikkeling in Noord-Drenthe 2000-2010 Bevolkingsontwikkeling

Nadere informatie

Jeugdmonitor Zeeland: OPGROEIEN EN OPVOEDEN IN HET GEZIN

Jeugdmonitor Zeeland: OPGROEIEN EN OPVOEDEN IN HET GEZIN 1 Jeugdmonitor Zeeland: OPGROEIEN EN OPVOEDEN IN HET GEZIN Ouders van jonge kinderen Maart 2018 2 2 Colofon Ruben De Cuyper Jolanda van Overbeeke Esther Spuesens Deze factsheet is samengesteld door ZB

Nadere informatie

Rapport Hulst Middelburg, december 2013

Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax

Nadere informatie

Rapport Borsele Middelburg, december 2013

Rapport Borsele Middelburg, december 2013 Rapport Borsele Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Nadet Somers Esther van Sprundel Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Themarapport NR5 TIJDSBESTEDING. Ouders Jonge Kinderen. juli 2011

Themarapport NR5 TIJDSBESTEDING. Ouders Jonge Kinderen. juli 2011 Themarapport TIJDSBESTEDING Ouders Jonge Kinderen juli 2011 NR5 De Jeugdmonitor Zeeland is een samenwerkingsverband van de Provincie Zeeland, de 13 Zeeuwse gemeenten en verschillende instellingen die op

Nadere informatie

Mobiliteit in cijfers 2004

Mobiliteit in cijfers 2004 Mobiliteit in cijfers 2004 Resultaten uit het eerste jaar Mobiliteitsonderzoek Nederland Adviesdienst Verkeer en Vervoer Mobiliteit in cijfers 2004 Resultaten uit het eerste jaar Mobiliteitsonderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Mobiliteit

Hoofdstuk 21. Mobiliteit Hoofdstuk 21. Mobiliteit Samenvatting Om meer inzicht te krijgen in de mobiliteit van Leidenaren is dit jaar in de Stadsenquête voor het eerst gevraagd om voor één dag alle verplaatsingen van die dag aan

Nadere informatie

De U10-regio - enkele kenmerken

De U10-regio - enkele kenmerken De U10-regio - enkele kenmerken 1. De U10-regio binnen Nederland 2. De U10-regio binnen de provincie 3. Samenhang binnen de U10-regio De U10-regio: de gemeenten,,,,,,,, en 1 De U10-regio binnen Nederland

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad, Ingekomen stuk D5 (PA 2 juli 2008) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 323 93 34 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105

Nadere informatie

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie Nieuwsbrief burgerpanel Overschie Resultaten 4 e peiling: verkeer en bereikbaarheid april 2014 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de vierde peiling met het burgerpanel Overschie. Het

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%. Samenvatting mobiliteit, 4-meting 2014 Het Delft Internet Panel (DIP) is ingezet om een beeld te krijgen van de door Delftenaren gebruikte vervoersmiddelen voor verplaatsingen binnen de stad en de regio.

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Resultaten enquête Uithoornlijn

Resultaten enquête Uithoornlijn Resultaten enquête Uithoornlijn Juni 2015 Resultaten enquête Uithoornlijn Inleiding De gemeente Uithoorn en de Stadsregio Amsterdam willen graag weten wat inwoners van Uithoorn belangrijk vinden aan het

Nadere informatie

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Inleiding In de komende decennia zal de bevolkingssamenstelling veranderen en zal het aandeel ouderen in de bevolking toenemen. Indien nu al bekend is hoeveel ouderen

Nadere informatie

Rapport Vlissingen Middelburg, december 2013

Rapport Vlissingen Middelburg, december 2013 Rapport Vlissingen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Kris Louwerse Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Rapport Terneuzen Middelburg, december 2013

Rapport Terneuzen Middelburg, december 2013 Rapport Terneuzen Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop VLUGSCHRIFT Bevolkingsprognose gemeente Groningen - Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop Inleiding De omvang en samenstelling van de bevolking van de gemeente Groningen

Nadere informatie

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen J CONSlf Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid Rapport mobiliteitsontwikkelingen Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid Rapport mobiliteitsontwikkelingen

Nadere informatie

BURGERPANEL LANSINGERLAND

BURGERPANEL LANSINGERLAND BURGERPANEL LANSINGERLAND Resultaten peiling Uitgangspunten Verkeersbeleid januari 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling met het burgerpanel van Lansingerland over de

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten Tussentijdse evaluatie gratis openbaar vervoer 65-plussers Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten 10 februari 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding...

Nadere informatie

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid Het digitale stadspanel over bereikbaarheid Enkele resultaten uit de digitale enquête onder het Nijmeegse stadspanel over het thema bereikbaarheid 1. Inleiding Eind augustus / begin september jl. is het

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Borsele

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Borsele JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Borsele Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Kris Louwerse Han Schellekens SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg

Nadere informatie

Rapport Goes Middelburg, december 2013

Rapport Goes Middelburg, december 2013 Rapport Goes Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Esther van Sprundel Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500

Nadere informatie

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de

Nadere informatie

Leefbaarheid is mensenwerk. Leeuwarden, 21 maart 2013 Roosje van Leer, STAMM

Leefbaarheid is mensenwerk. Leeuwarden, 21 maart 2013 Roosje van Leer, STAMM Leefbaarheid is mensenwerk Leeuwarden, 21 maart 2013 Roosje van Leer, STAMM Programma Wat is leefbaarheid? Krimp en leefbaarheid Ontwikkelingen op het platteland Hoe meet je leefbaarheid? Wat is van invloed

Nadere informatie

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam J. Snippe F. Schaap M. Boendermaker B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Fries burgerpanel over voorzieningen in Fryslân september 2015 Wij gaan er van uit

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2017

Fietsen in Groningen 2017 veel respon Fietsen in Groningen 2017 Kübra Ozisik April 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Fietsen in Groningen 2017... 3 2.1 Respons en achtergrond...

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Deventer 2015

Bevolkingsprognose Deventer 2015 Bevolkingsprognose Deventer 2015 Aantallen en samenstelling van bevolking en huishoudens Augustus 2015 augustus 2015 Uitgave : team Kennis en Verkenning Naam : John Stam Telefoonnummer : 0570 693298 Mail

Nadere informatie

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Een afname van het inwoneraantal heeft gevolgen voor het voorzieningenniveau. Er zal immers niet

Nadere informatie

Bereikbaarheid. Hoofdstuk Inleiding

Bereikbaarheid. Hoofdstuk Inleiding Hoofdstuk 9 Bereikbaarheid 9.1 Inleiding Leiden heeft 349 kilometer weg op het grondgebied, waarvan 332 gemeentelijk, 4 provinciaal en 13 rijksweg. Hierop vinden dagelijks veel verkeersbewegingen plaats.

Nadere informatie

Rapport Reimerswaal Middelburg, december 2013

Rapport Reimerswaal Middelburg, december 2013 Rapport Reimerswaal Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Nadet Somers Esther van Sprundel Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Dienstregeling

Dienstregeling Zeeland Schouwen-Duiveland Dienstregeling 2015-2016 Geldig vanaf 30 augustus 2015 Kernnet 132 Zierikzee - Goes 133 Middelburg - Zierikzee - Oude-Tonge 134 Zierikzee - Brouwershaven - Zierikzee 395 Zierikzee

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Rapport Veere Middelburg, december 2013

Rapport Veere Middelburg, december 2013 Rapport Veere Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Hanneke Westerhout Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118) 635311 www.scoopzld.nl

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Op weg naar een bereikbaar Hogeland

Op weg naar een bereikbaar Hogeland Op weg naar een bereikbaar Hogeland Boy Boukens NHL Stenden Hogeschool Leeuwarden Samenvatting Afstudeerrapportage over de bereikbaarheid van krimpgebied Het Hogeland in Noord- Groningen. Het onderzoek

Nadere informatie

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte Huishoudensprognose 5: ontwikkelingen naar type en grootte Andries de Jong Het aantal huishoudens neemt de komende decennia fors toe, van 6,9 miljoen in naar 8, miljoen in 5. Deze groei wordt vooral bepaald

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze. www.alphabet.com

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze. www.alphabet.com Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze www.alphabet.com Onderzoek Behoefte van zakelijke rijders aan variatie in vervoersmiddelen Flexibele mobiliteit Keuzevrijheid vooral voor jongeren

Nadere informatie

Redvoertuigen & Hulpverleningsvoertuigen

Redvoertuigen & Hulpverleningsvoertuigen Bijlage 7 Redvoertuigen & Hulpverleningsvoertuigen Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave... 2 Redvoertuigen:... 3 Taken voor een redvoertuig:... 3 Gebieden waar een redvoertuig vereist is voor een snelle

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, maart 2016 Doorstroom van WW naar bijstand in grotere gemeenten hoger Het aantal mensen dat na afloop van de WW in de bijstand terecht komt groeide de afgelopen jaren.

Nadere informatie

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Colofon "Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013" Klanttevredenheidsonderzoek naar het WMO vervoer in de gemeente Haren. Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl

Nadere informatie

Dienstregeling Zeeland Walcheren. Geldig vanaf 11 december 2016

Dienstregeling Zeeland Walcheren. Geldig vanaf 11 december 2016 Zeeland Walcheren Dienstregeling 2017 Geldig vanaf 11 december 2016 Kernnet 50 Middelburg - Terneuzen (in het weekend en 's zomers tot Gent) 52 Middelburg - Oostkapelle - Domburg 53 Middelburg - Westkapelle

Nadere informatie

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen 1 Beter leven voor minder mensen Om te kijken hoe de regio Eemsdelta zich ontwikkelt en te monitoren op het gebied van demografie, leefbaarheid, de woningmarkt en bijvoorbeeld woon-, zorg en andere voorzieningen

Nadere informatie

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af Tevredenheid over winkels in buurt neemt af - Factsheet juni 2018 Het aandeel bewoners dat is over winkels voor dagelijkse boodschappen in de eigen buurt is gedaald tussen 2014 en 2016 van 70% naar 63%.

Nadere informatie

Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben over het onderzoek, dan kunt u contact opnemen met Gerd Weitkamp via of

Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben over het onderzoek, dan kunt u contact opnemen met Gerd Weitkamp via of Beste bewoner van Noord Groningen, In samenwerking met gemeenten doen de Provincie Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek naar mobiliteit van bewoners van de gemeenten Appingedam, Bedum,

Nadere informatie