Geben Sie Herrn Glaser bitte folgende Nachricht. Ich habe schon auf Ihren Anruf gewartet. Ich möchte Sie um Werbematerial Ihrer Produkte bitten.

Transcriptie

1 erreichbar sein Geben Sie Herrn Glaser bitte folgende Nachricht. einen Termin vereinbaren / einen Termin machen Bitten Sie Herrn Glaser / mich zurückzurufen / und zwar unter der folgenden Nummer: Gut / ich werde es ausrichten. Vielen Dank für Ihre Mühe. die Telefonnotiz der Grund Ich werde die Fachmesse besuchen. die neuesten Entwicklungen Ich habe schon auf Ihren Anruf gewartet. Auf Wiederhören. sich treffen Ich möchte Sie um Werbematerial Ihrer Produkte bitten. der Katalog / die Kataloge Wie lautet Ihre Adresse? Wie lautet Ihre Anschrift? das Memo das Zubehör zuschicken das Buchstabieralphabet buchstabieren mithilfe / mit Hilfe die Beschwerde vor kurzem / vor Kurzem zufrieden in der letzten Zeit einen Geruch wahrnehmen den Eindruck haben verwenden / gebrauchen Die Marke ist mir unbekannt.

2 een afspraak maken Wilt u de volgende boodschap aan de heer Glaser doorgeven? bereikbaar zijn Vriendelijk bedankt voor uw moeite. Prima / ik zal het doorgeven. Wilt u de heer Glaser vragen om mij terug te bellen / en wel op het volgende nummer:? Ik zal de vakbeurs bezoeken. de reden de telefoonnotitie Tot horens. Ik heb al op uw telefoontje gewacht. de nieuwste ontwikkelingen de catalogus / de catalogi Ik wil u vragen om reclamemateriaal van uw producten. elkaar ontmoeten / elkaar treffen de toebehoren / de accessoires het memo Wat is uw adres? spellen het telefoonalfabet opsturen / toesturen kortgeleden de klacht met behulp van een geur waarnemen de laatste tijd tevreden Het merk is me onbekend. gebruiken de indruk hebben

3 unangenehm unzureichend desinfizieren die Desinfektion reinigen vertreiben / verkaufen empfehlen Das trifft sich gut. ausprobieren die Produktinformation die Praxis Ihr Name ist mir entfallen. die Broschüre / der Prospekt / das Prospekt die Preisliste zunächst die einzelnen Zutaten lagern herstellen / produzieren lieferfertig Dann mal los! das Familienunternehmen / der Familienbetrieb führen / leiten der Fuhrpark der Kühlraum / die Kühlräume der Rohstoff beispielsweise die Lagerung gleichbleibend die Temperatur herrscht zahlreich

4 desinfecteren onvoldoende / ontoereikend onaangenaam / onprettig verkopen reinigen de desinfectie / het desinfecteren uitproberen Dat komt goed uit. aanbevelen Uw naam is me ontschoten / Uw naam is me ontgaan. de praktijk de productinformatie hier: allereerst de prijslijst de brochure / de folder produceren opslaan de afzonderlijke ingrediënten het familiebedrijf / de familieonderneming Vooruit dan maar! klaar om te leveren de koelruimte / de koelruimtes het wagenpark leiden het opslaan bijvoorbeeld de grondstof / de onbewerkte stof talrijk de temperatuur heerst gelijkblijvend

5 ein Produkt führen die Kräuter fettreduziert die Ware / die Waren unter anderem raspeln größtenteils die Gastronomie verpacken dort drüben der Karton die Menge Das kommt darauf an. die Scheibe außerdem die Abmessungen / die Maße riesig die Auswahl der Deckel verschließen / abschließen stapeln erhalten bleiben der Notausgang die Sicherheitsvorschriften der Nachfolger die Notizen deutschsprachig nervös der Ablaufplan die Reihenfolge

6 met minder vet de kruiden een product in het assortiment hebben raspen onder andere de goederen verpakken de horeca grotendeels de hoeveelheid de kartonnen doos hier: daar bovendien de snee / het sneetje / de plak / het plakje Het hangt ervan af. Het ligt eraan. hier: de keuze hier: erg groot de afmetingen stapelen / opeenstapelen afsluiten het deksel de veiligheidsvoorschriften de nooduitgang behouden blijven Duitstalig de aantekeningen de opvolger de volgorde het draaiboek nerveus / zenuwachtig

7 Käseproben anbieten

8 hier: kaas laten proeven