Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies"

Transcriptie

1 Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies Colofon De eerste versie van de richtlijn anorexie en gewichtsverlies werd in 1996 geschreven als onderdeel van de richtlijnen palliatieve zorg van het Integraal Kankercentrum Midden Nederland. De richtlijn werd in 2005 herschreven door A. de Graeff, J. Leermakers, M.B. Kuyper en G.M. Hesselmann en opgenomen in de eerste druk van het richtlijnenboek van de Vereniging van Integrale Kankercentra. De huidige versie werd in 2010 gereviseerd door: A. de Graeff, internist-oncoloog, UMC Utrecht en arts Academisch Hospice Demeter, De Bilt J. Leermakers, diëtist, UMC Utrecht G.M. Hesselmann, verpleegkundig specialist palliatieve zorg, UMC Utrecht Commentaar werd geleverd door: S. Beijer, diëtist/onderzoeker Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 1

2 Anorexie en gewichtsverlies Inleiding Onder anorexie wordt een gebrek aan eetlust verstaan. Het is een subjectieve beleving van de patiënt, die door diverse factoren veroorzaakt en beïnvloed kan worden. Ondervoeding wordt gedefinieerd als een voedingstoestand waarbij een tekort (of dysbalans) van energie en eiwit en/of andere voedingsstoffen leidt tot meetbare nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten. Cachexie is een complex metabool syndroom als uiting van een onderliggende ziekte, gekenmerkt door ernstig gewichtsverlies en verlies van spiermassa en spierkracht (ook wel sarcopenie genoemd), al dan niet in combinatie met verlies van vetweefsel. Er is meestal, maar niet altijd sprake van ondergewicht; een normaal gewicht of zelfs overgewicht sluit cachexie dus niet uit. Er zijn geen algemeen geaccepteerde criteria voor het bestaan van cachexie. Er wordt vaak uitgegaan van gewichtsverlies (>5% in een maand of >10% in 6 maanden) of een BMI <20 kg/m 2, in combinatie met andere factoren, zoals een verminderde inname van voedsel (<20 kcal/kg/dag, <1500 kcal/dag of <70% van de gebruikelijke inname), biochemische afwijkingen (CRP >10 mg/l, laag serumalbumine en/of anemie) en de aanwezigheid van andere symptomen (met name anorexie, snelle verzadiging en vermoeidheid). Er wordt nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen gewichtsverlies door verminderde inname van voedsel c.q. hongeren en cachexie (zie onder Ontstaanswijze). Anorexie, gewichtsverlies, ondervoeding en sarcopenie kunnen aanwezig zijn zonder dat er sprake is van cachexie. Asthenie betekent algemene zwakte, gekenmerkt door lichamelijke moeheid, verminderd vermogen tot lichamelijke activiteiten en psychische uitputting, blijkend uit concentratiestoornissen, geheugenverlies en emotionele labiliteit. Het anorexie-cachexie-syndroom bestaat uit een combinatie van anorexie, sarcopenie, asthenie en cachexie. Metabole stoornissen spelen een belangrijke rol bij het Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 2

3 ontstaan ervan. Anorexie treedt meestal relatief vroeg in het ziektebeloop op, terwijl cachexie vaak in de laatste periode voor het overlijden optreedt. Ernstig gewichtsverlies is geassocieerd met een verhoogd operatierisico, een vertraagde wondgenezing en een verminderde weerstand met verhoogde kans op infecties. Vermagering bij patiënten in de palliatieve fase is geassocieerd met een slechtere functionele capaciteit en een slechtere kwaliteit van leven; het is een prognostisch ongunstig teken ten aanzien van het resultaat van de primair op de tumor gerichte behandeling en ten aanzien van de overleving. Het kan een directe oorzaak van het overlijden zijn. Voorkomen Het voorkomen van anorexie en/of gewichtsverlies is afhankelijk van de aard en het stadium van de ziekte. Het anorexie-cachexie-syndroom komt voor bij 35% van de patiënten met HIV/AIDS en bij 20% van de patiënten met COPD en hartfalen, vooral in vergevorderde stadia van de ziekte. Bij 15-40% van alle patiënten met kanker is er sprake van anorexie en/of gewichtsverlies in een vroeg stadium, met name bij patiënten met een bronchus-, maag- of pancreascarcinoom. Dit percentage kan oplopen tot 85% kort voor het overlijden. Het optreden van gewichtsverlies is ook afhankelijk van de soort kanker. In vergevorderde stadia treedt gewichtsverlies op bij 35% van de patiënten met een mammacarcinoom, 50-60% van de patiënten met een colon-, long- of prostaatcarcinoom en 80-90% van de patiënten met een maag- of pancreascarcinoom. Ontstaanswijze Gewichtsverlies in de palliatieve fase treedt op door een verminderde inname van voedingsstoffen (vaak in samenhang met anorexie), een verhoogd verlies of verbruik ervan en/of specifieke metabole stoornissen die samenhangen met het anorexie-cachexie-syndroom. Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 3

4 Deze metabole stoornissen kunnen al vroeg in het verloop van de ziekte ontstaan en voorafgaan aan de klinische manifestaties van cachexie. Bij het anorexiecachexie-syndroom treden veranderingen in koolhydraat-, vet- en eiwitmetabolisme op, die fundamenteel verschillen van de gevolgen van een verminderde inname van voedingsstoffen (zie Tabel 1). Anorexie-cachexie-syndroom Verminderde inname van voeding Mobilisatie van vet- en spierweefsel Verhoogde eiwitafbraak Normale of verhoogde productie en verbruik van glucose Met name mobilisatie van vetweefsel, pas in een laat stadium van spierweefsel Afgenomen eiwitafbraak Afgenomen productie en verbruik van glucose Normaal of verhoogd basaalmetabolisme Afgenomen basaalmetabolisme Tabel 1. Verschillen tussen gewichtsverlies als gevolg van metabole stoornissen bij het anorexie-cachexie-syndroom en gewichtsverlies als gevolg van verminderde inname van voeding. Vetafbraak (lipolyse) speelt in beide gevallen een rol. Bij het anorexie-cachexiesyndroom is er daarnaast sprake van verhoogde eiwitafbraak, met name in de spieren. Als reactie hierop treedt afbraak van glycogeen in de spieren op en neemt de gluconeogenese in de lever toe. Als gevolg van bovengenoemde metabole veranderingen kan er (vermoedelijk als gevolg van insuline-resistentie) sprake zijn van een verhoogde concentratie van triglyceriden, glucose en/of aminozuren in het bloed. Als gevolg van de veranderingen in het koolhydraat- en vetmetabolisme worden eiwitten een belangrijke bron van energie. Door de verhoogde afbraak van eiwitten in de spieren ontstaat snel een negatieve stikstofbalans. Als reactie hierop neemt de eiwitsynthese in de lever toe. Het serumalbumine neemt echter af door verhoogd verbruik en soms ook door verminderde aanmaak (m.n. bij uitgebreide levermetastasering). De afbraak van spierweefsel en de veranderingen in het ei- Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 4

5 witmetabolisme leiden tot atrofie van huid en spieren, vertraagde wondgenezing, een verminderde weerstand en daardoor een verhoogde kans op infecties. Het anorexie-cachexie-syndroom wordt beschouwd als een chronisch ontstekingsproces, waarbij verhoogde productie van cytokines een belangrijke rol speelt. Cytokines zijn intracellulaire eiwitten, die een belangrijke regulerende rol spelen bij alle processen in de cel. Van Tumour Necrosis Factor-α (TNF-α), ook wel cachectine genoemd, is bekend dat het in het diermodel kan leiden tot een beeld, gekenmerkt door gewichtsverlies en eiwitdepletie, dat zeer veel overeenkomsten vertoont met het anorexie-cachexie-syndroom. Andere cytokines, zoals interleukine-1 (IL-1), interleukine-6 (IL-6) en interferon-gamma (IF-γ) kunnen tot soortgelijke beelden leiden. Productie van cytokines leidt tot het vrijkomen van stoffen die direct invloed hebben op het metabolisme van koolhydraten, vetten en eiwitten. Belangrijke mediatoren zijn o.a. het polypeptide ubiquitine, de proteolysisinducing factor (PIF) en de lipid-mobilizing factor (LMF) die leiden tot afbraak van eiwitten (ubiquitine en PIF) en vetten (LMF). Productie van cytokines leidt ook tot asthenie en speelt mogelijk ook een rol bij het optreden van snelle verzadiging als gevolg van een gastroparese (zie onder Oorzaken) en bij depressie. Het netto resultaat van deze metabole veranderingen is variabel. In sommige gevallen is er sprake van een verhoogd basaalmetabolisme (energieverbruik in rust). Hierdoor kan de behoefte aan nutriënten toenemen. Anderzijds kan deze behoefte bij patiënten in de palliatieve fase ook juist afnemen doordat ze fysiek minder actief zijn (zeker als er sprake is van ver gevorderde ziekte) en dus minder nutriënten nodig hebben. Andere metabole factoren die mogelijk een rol spelen bij het optreden van cachexie zijn een afgenomen productie van testosteron en insuline-like growth factor (IGF-1) en een toegenomen productie van myostatine en glucocorticoïden. Gewichtsverlies ontstaat door een ingewikkeld samenspel van enerzijds door ziekte en behandeling veroorzaakte symptomen, die direct leiden tot een verminderde voedselinname (en soms tot verhoogd verbruik of verlies van nutriënten) en anderzijds door bovengenoemde metabole veranderingen (Figuur 1). Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 5

6 ZIEKTE 137 Symptomen: Algemeen (bijv. pijn, dyspnoe, vermoeidheid, depressie) Spijsverteringskanaal (bijv. dysfagie, misselijkheid, diarree) Cytokines patiënt/tumor, o.a.: - Tumor Necrosis Factor- α - Interleukine-1 en -6 - Interferon-gamma Verhoogd verlies of verbruik van nutriënten Verminderde inname van voedsel Anorexie Metabole veranderingen Asthenie CACHEXIE Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 6

7 Figuur 1. Mechanismen die leiden tot anorexie, asthenie en cachexie. Oorzaken Bij patiënten in de palliatieve fase zijn vaak meerdere factoren aanwijsbaar, die bijdragen aan het ontstaan van gewichtsverlies: verminderde voedselinname of verminderde resorptie van voedingsstoffen verhoogd verlies of verbruik van voedingsstoffen metabole veranderingen Verminderde inname van voedsel kan samenhangen met algemene symptomen en/of klachten van het spijsverteringskanaal (zie verder), maar kan ook het directe gevolg zijn van anorexie als gevolg van metabole veranderingen (zie Figuur 1). Inzicht in deze factoren is van belang bij de diagnostiek en behandeling van anorexie en gewichtsverlies. Ze kunnen zowel het gevolg van de ziekte (of complicaties ervan) als van de behandeling zijn. Verminderde voedselinname of verminderde resorptie van voedingsstoffen anorexie algemene symptomen: o vermoeidheid o pijn o dyspnoe o depressie klachten van het spijsverteringskanaal: o kaakklem (trismus) o slecht functionerend gebit of gebitsprothese o aversie tegen eten o veranderingen in smaak en reuk o droge mond (xerostomie) Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 7

8 o taai speeksel o stomatitis/oesofagitis (infectieus (bijv. t.g.v. Candida) of ten gevolge van chemotherapie of radiotherapie) o slikstoornissen (bijv. bij ALS) of voedselpassagestoornissen door obstructie van keel of slokdarm o misselijkheid en braken o snelle verzadiging en/of vertraagde maagontlediging (gastroparese): - na maagresectie - paraneoplastische autonome neuropathie ('maligne gastroparese'); bij dit beeld horen ook misselijkheid, obstipatie, orthostatische hypotensie en impotentie - medicamenteus (o.a. opioïden) o obstructie van de maag of de maaguitgang o motiliteitsstoornissen t.g.v. peritonitis carcinomatosa en/of ileus o malabsorptie o obstipatie verminderde zelfzorg en hulpbehoevendheid bij het eten Verhoogd verlies of verbruik van voedingsstoffen verhoogd verlies ten gevolge van: o diarree: infectieus, medicamenteus, paraneoplastisch (carcinoïd syndroom, VIPoom), short bowel syndroom o fistels o eiwitverlies via de darm o ascites o ulcererende wonden verhoogd verbruik ten gevolge van: o koorts o verbruik van voedingsstoffen door de tumor (betekenis onzeker) Metabole veranderingen Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 8

9 Zie onder Ontstaanswijze. Deze veranderingen leiden tot anorexie en gewichtsverlies (zie rechterhelft van Figuur 1). Diagnostiek Bij de analyse van anorexie en gewichtsverlies staan de anamnese en het lichamelijk onderzoek centraal. Bij de diagnostiek moet getracht worden om onderscheid te maken tussen situaties waarbij ziekte- en behandelingsgerelateerde symptomen als oorzaak van gewichtsverlies op de voorgrond staan en situaties waarbij metabole veranderingen een belangrijke rol lijken te spelen. Anamnese en lichamelijk onderzoek geven een indruk over de ernst van de anorexie, de mate van het gewichtsverlies en het bestaan van symptomen die leiden tot verminderde inname en/of resorptie dan wel verlies of verbruik van voedingsstoffen. Metabole veranderingen kunnen niet worden aangetoond door anamnese en lichamelijk onderzoek of door routine laboratoriumonderzoek en worden gediagnosticeerd bij uitsluiting van andere oorzaken. Aan metabole veranderingen moet worden gedacht indien a) er sprake is van een onderliggende ziekte (bijv. een pancreascarcinoom) waarvan bekend is dat deze vaak gepaard gaat met metabole veranderingen en/of b) er weinig of geen symptomen aanwijsbaar zijn die leiden tot verminderde voedselinname en/of verhoogd verbruik of verlies van nutriënten. Bovengenoemd onderscheid is van belang voor de keuze van de behandeling (zie onder Beleid). Anamnese en lichamelijk onderzoek Bij de anamnese wordt aandacht besteed aan: anorexie (de mate van anorexie kan eventueel door de patiënt gescoord worden op een schaal van 0 tot 10; herhaalde scores kunnen gebruikt worden om het effect van de behandeling te evalueren) gewichtsverlies in de tijd uitgedrukt in % gewichtsverlies in afgelopen maand Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 9

10 en/of 6 maanden. Er is sprake van een ernstig gewichtsverlies met kans op complicaties indien het gewicht binnen een maand met meer dan 5 % is afgenomen en/of meer dan 10% binnen 6 maanden. Dit geldt ook bij overgewicht. Als uitgangswaarde wordt het gewicht van de patiënt voor een periode van recente verslechtering genomen voeding en maaltijden: aantal maaltijden, hoeveelheid voeding, consistentie voeding (vast/zacht/vloeibaar), gebruik van tussendoortjes, aversies, voorgeschreven of zelf opgelegde dieetbeperkingen, gebruik van aanvullende drinkvoeding, gebruik van vitaminen of andersoortige supplementen, alternatieve diëten, bereiding van voeding, omstandigheden van de maaltijden (plaats/gezelschap) bijkomende klachten die van invloed zijn op eetlust en gewicht, zoals trismus, problemen met gebit c.q. gebitsprothese, aversie tegen eten, veranderingen in smaak en reuk, droge of pijnlijke mond of keel, slikstoornissen, voedselpassagestoornissen, misselijkheid en braken, snelle verzadiging na het eten, buikpijn, diarree, obstipatie, pijn, kortademigheid, koorts en vermoeidheid lichamelijke conditie, hoeveelheid lichaamsbeweging en spierkracht medische voorgeschiedenis/comorbiditeit (bijv. diabetes mellitus) huidige behandeling medicatie noodzaak en mogelijkheden voor hulp bij het eten psychosociale factoren: bezorgdheid over gebrek aan eetlust en gewichtsbeloop, kennis en verwachtingen over voeding, waarde die aan de voeding toegekend wordt door de patiënt en zijn naasten, omgaan van de patiënt en zijn naasten met voeding en maaltijden, lichaamsbeeld, sociale gevolgen van het niet normaal kunnen eten, angst en depressie Bij het lichamelijk onderzoek wordt gelet op het bestaan van oedeem en ascites, waardoor het werkelijke lichaamsgewicht gemaskeerd kan worden. Inspectie van de mond/keelholte en onderzoek van de buik (inspectie, auscultatie, percussie en palpatie) kunnen relevante informatie opleveren. Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 10

11 Aanvullend onderzoek Het serumalbumine is meer een maat voor de ernst van de ziekte dan een maat voor ondervoeding en is daarom geen goede parameter voor de voedingstoestand. Het albuminegehalte in het bloed wordt mede beïnvloed door de hydratietoestand, bloedtransfusies, stoornissen in de leverfunctie en ontstekingsreacties en infecties. Een sterk verhoogd CRP past bij metabole veranderingen, maar is te weinig specifiek om als diagnosticum te gebruiken. Ter analyse van de oorzaak van anorexie en gewichtsverlies kan aanvullend onderzoek verricht worden, zoals radiologisch onderzoek (echo of CT-scan van de buik) of een gastroscopie, afhankelijk van de aard en ernst van de klachten, de belasting van het onderzoek, de levensverwachting en de wens van de patiënt. Beleid Het primaire doel van de behandeling en begeleiding van patiënten met anorexie en gewichtsverlies is het verbeteren c.q. handhaven van de kwaliteit van leven. Het doen toenemen dan wel het handhaven van het gewicht c.q. de voedingstoestand is geen doel op zichzelf, maar kan bijdragen aan de kwaliteit van leven. De behandeling van patiënten met het anorexie-cachexie syndroom bestaat uit: voedingsinterventies medicamenteuze interventies informeren, begeleiden en ondersteunen van de patiënt en diens naasten, uitgaande van wat anorexie en gewichtsverlies voor hen betekenen, met specifieke aandacht voor de vragen en problemen die kunnen optreden De keuze van de behandeling is afhankelijk van de mechanismen die bij de individuele patiënt verantwoordelijk zijn voor het optreden van anorexie en gewichtsverlies. Wanneer tumor- en/of behandelingsgerelateerde symptomen (zie Figuur 1) een belangrijke rol spelen, is de behandeling gericht op het wegnemen of behandelen hiervan en kunnen voedingsinterventies ingezet worden om de voedselinname te optimaliseren. Wanneer de metabole veranderingen, behorend bij het anorexiecachexie-syndroom een belangrijke rol spelen, zullen voedingsinterventies als enige interventie weinig effect hebben omdat ze het katabole effect van de ziekte Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 11

12 niet beïnvloeden. Indien mogelijk, kan geprobeerd worden de onderliggende ziekte te behandelen en kan symptomatische medicamenteuze behandeling met progestativa of corticosteroïden (zie verder), eventueel in combinatie met voedingsinterventies, worden overwogen. Uiteraard speelt bij de keuze van de behandeling de levensverwachting van de patiënt een belangrijke rol bij de afweging tussen enerzijds de belasting van de behandeling voor de patiënt en naasten en anderzijds de verwachte bijdrage aan de kwaliteit van leven. Vroeg in de palliatieve fase kan handhaving of verbetering van de voedingstoestand een haalbaar en gewenst doel zijn. Gewichtsverlies in de palliatieve fase is echter vaak ziektegerelateerd en daardoor uiteindelijk echter onvermijdelijk. Omdat de ziekte en de aanwezige klachten veranderen in het beloop van de ziekte is het nodig om de situatie van de patiënt regelmatig opnieuw in kaart te brengen en de doelstellingen zo nodig bij te stellen. Naarmate de ziekte voortschrijdt en de levensverwachting korter wordt moet zowel door de behandelaar als door de patiënt en diens naasten worden geaccepteerd dat het verbeteren of handhaven van de voedingstoestand niet meer haalbaar is. In die situatie wordt afgezien van bepaalde behandelingen, omdat hiervan geen zinvol effect verwacht mag worden en deze behandelingen soms meer nadelen dan voordelen hebben. Er zijn aanwijzingen, maar onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat (par)enterale voeding tumorgroei bij de mens bevordert. Een goede voedingstoestand op zichzelf resulteert niet in een sneller groeiende tumor. De voordelen van het verbeteren van de voedingstoestand (indien haalbaar) wegen op tegen een mogelijk effect op tumorgroei. Angst voor progressie van de ziekte als gevolg van voedingsinterventies mag dan ook niet de argumentatie zijn om af te zien van voedingsinterventies. Integrale benadering In het algemeen wordt voeding gezien als een bijdrage aan leven en gezondheid. Bij de patiënt met progressieve ziekte komt steeds meer naar voren dat de functie van de voeding verandert en dat voeding geen bijdrage meer levert aan de gezondheid, de bestrijding van de ziekte en de verlenging van het leven. Door optre- Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 12

13 dende symptomen is de patiënt steeds minder in staat om van voedsel te genieten. Anorexie en cachexie kunnen grote gevolgen hebben voor het psychosociaal functioneren van deze patiënten. Het wegvallen van de sociale functie van eten en maaltijden kan belangrijke implicaties hebben. De patiënt en zijn naasten moeten dan hun verwachting over de rol van voeding bijstellen. De betrokken hulpverleners kunnen de patiënt en zijn naasten helpen de voeding te laten aansluiten bij het veranderende levensperspectief. De begeleiding is erop gericht de veranderde rol van de voeding te bespreken met de patiënt en zijn naasten. Het is van belang te beseffen dat de naasten anders tegen de voedingsproblemen aan kunnen kijken dan de patiënt. De voedselvoorziening is een belangrijk onderdeel van de zorg voor de partner en geeft de mogelijkheid om de partner te verwennen, aandacht te geven en actief te ondersteunen. Dit op te moeten geven kan een gevoel van machteloosheid geven c.q. het gevoel van machteloosheid versterken. Het is belangrijk dat er begrip getoond wordt voor de behoefte van de naasten om goed voor de patiënt te zorgen, juist ook waar het voeding betreft. De verwachtingen, die bij de naasten leven, dienen geïnventariseerd te worden (bijvoorbeeld de gedachte hij moet eten, anders wordt hij niet meer beter en gaat hij dood ). De naasten hebben vaak meer moeite met het gewichtsverlies dan de patiënten zelf. Het kan als vrij natuurlijk beschouwd worden dat kankerpatiënten voor wie het overlijden onafwendbaar is, hun interesse in eten en in mindere mate in drinken verliezen. Uitleg hierover is dan op zijn plaats. Het opdringen van voedsel waar dat niet haalbaar en zinvol is moet voorkomen worden. Daarbij moet benadrukt worden dat het niet meer eten geen versnelling van het stervensproces teweeg zal brengen. Het routinematig wegen van de patiënt kan in veel gevallen beter achterwege gelaten worden. Het is belangrijk om te beseffen dat cachexie gepaard gaat met voor iedereen zichtbare veranderingen van het uiterlijk, die zowel voor de patiënt zelf als voor de omgeving zeer confronterend kunnen zijn. Dit kan leiden tot schaamte, afwijzing en sociale isolatie. Bovengenoemde factoren kunnen leiden tot wat in de literatuur wel de 'cascade of Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 13

14 losses' wordt genoemd: verlies van plezier in het eten verlies van de sociale functie van de maaltijden verlies van gevoel van aantrekkelijkheid, zelfgevoel en identiteit verlies van de rol van partner of ouder verlies van gevoel van controle Bij ernstige psychosociale problematiek is verwijzing naar een gespecialiseerde psychosociale hulpverlener (psycholoog of psychiater) geïndiceerd. Indien angst en/of depressie op de voorgrond staan kan naast psychosociale begeleiding specifieke medicamenteuze behandeling aangewezen zijn (zie richtlijnen angst en depressie). Voor de begeleiding van patiënten met anorexie en gewichtsverlies gelden de volgende aandachtspunten: Voorlichting Inventariseer welke vragen, ideeën en verwachtingen er zijn over de rol van de voeding in de huidige situatie bij patiënt en naasten en of deze aanleiding tot spanningen geven. Ga hierbij ook na welk doel de patiënt en zijn naasten nastreven ten aanzien van de voeding. Bespreek misverstanden over gezonde of ongezonde voeding of voedingsmiddelen. Geef voorlichting over de oorzaak van de verminderde eetlust en voedselinname. Geef voorlichting over de veranderde rol van voeding, van ondersteunend ten aanzien van de behandeling naar ondersteunend ten aanzien van het welbevinden. Leg uit dat: o vermindering van eetlust en gewicht normale verschijnselen zijn in het beloop van de ziekte o uitbreiding van de voeding in de palliatieve fase meestal het leven niet verlengt Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 14

15 o minder eten de dood niet bespoedigt o het wegnemen van de druk voor de patiënt om te moeten eten en voor de omgeving om daarvoor te zorgen, voor alle partijen bevrijdend kan zijn In sommige situaties kan het zinvol zijn om expliciet te benoemen dat mensen ophouden met eten omdat ze doodgaan en dat het niet zo is, dat mensen doodgaan omdat ze niet eten. Bespreek praktische tips zoals: o rusten voor de maaltijd o vermijden van onaangename luchtjes o gebruik van meerdere kleine maaltijden o een extra broodmaaltijd als de warme maaltijd tegenstaat o liever koude en friszure gerechten dan een warme maaltijd o aandacht voor een appetijtelijke presentatie o het gebruik van kant-en-klare producten of van een maaltijdservice ('Tafeltje-dek-je') Geef voorlichting over het gebruik en het assortiment van energie- en eiwitrijke drinkvoeding en de vergoedingsprocedure. Besteed aandacht aan de mondverzorging, geef advies en zonodig ondersteuning. Zie voor meer informatie de Richtlijn Klachten van de mond. Ondersteun de voorlichting door gebruik te maken van foldermateriaal, onder andere de folder Voeding bij kanker van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF. In deze folder staan tips bij eetproblemen. De folder is gratis te verkrijgen via telefoonnummer Communicatie Ga als hulpverlener de problematiek niet uit de weg vanuit een gevoel 'dat er toch niets (meer) aan te doen is' Vraag naar voorkeuren en gewoontes en respecteer de wensen van de patiënt. Informeer naar eventuele invloed van religie op de voeding. Informeer of de patiënt supplementen en/of alternatieve voeding gebruikt. Het stoppen van deze supplementen of voeding, door patiënt en naasten soms ge- Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 15

16 zien als therapeutische voeding, vraagt extra aandacht in de begeleiding. Besteed aandacht aan gevoelens van frustratie, angst en wanhoop bij patiënt en naasten. Inventariseer in hoeverre het veranderde uiterlijk als gevolg van de cachexie een probleem is voor de patiënt en/of de omgeving. Ondersteunende zorg Bespreek de mogelijkheid voor een consult van een diëtist bij vragen over voeding en voor praktische adviezen en begeleiding. Afhankelijk van de mogelijkheden van de instelling kan dit via de polikliniek van het ziekenhuis of via de intramuraal werkzame diëtist. In de thuissituatie is begeleiding door de extramuraal werkende diëtist aangewezen. Extramurale diëtisten zijn verbonden aan thuiszorgorganisaties of vrijgevestigd. Huisbezoek behoort tot de mogelijkheden. Consulten (tot 4 behandeluren per jaar) worden meestal vergoed door de zorgverzekeraar. Overweeg het inschakelen van een fysiotherapeut voor oefentherapie Denk bij slikproblemen aan een consult van een logopedist. Continuïteit van zorg Zorg voor een goede overdracht tussen hulpverleners ten aanzien van de indicatie voor bepaalde interventies en gemaakte afspraken. Bij starten, continueren of stoppen van het gebruik van sondevoeding of parenterale voeding is tijdig overleg met en inschakelen van een specialistisch verpleegkundige en diëtist gewenst. Behandeling van de oorzaak Indien mogelijk en wenselijk kan getracht worden de onderliggende ziekte te behandelen, bijv. door gerichte anti-tumortherapie bij patiënten met kanker. Dit kan leiden tot verbetering of verdwijnen zowel van ziektegerelateerde symptomen, die bijdragen aan of leiden tot anorexie en gewichtsverlies als van de metabole veranderingen, passend bij het anorexie-cachexie-syndroom. In veel gevallen is het ech- Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 16

17 ter vaak niet of slechts beperkt (meer) mogelijk om de onderliggende ziekte te behandelen als er sprake is van anorexie en gewichtsverlies. Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling De volgende voedingsinterventies worden toegepast bij of door patiënten met kanker in de palliatieve fase: adequate voeding palliatieve voeding alternatieve diëten en supplementen Adequate voeding Een adequate voeding levert voldoende energie en voedingstoffen om de voedingstoestand te verbeteren of te handhaven en is toereikend voor het dagelijks functioneren. Adequate voeding is gericht op de actuele situatie en op effecten op middellange termijn, niet op gezondheidsbevordering op langere termijn (bijv. preventie van overgewicht of hart- en vaatziektes). Adequate voeding moet worden nagestreefd als de ziekte min of meer stabiel is en/of als ondersteuning bij ziektegerichte behandeling. In deze situatie bedraagt de levensverwachting meestal weken tot maanden en soms zelfs enkele jaren. Voor zover de ontwikkeling van het ziekteproces het toelaat, kan een adequate voeding bijdragen aan het welbevinden en onnodige of te snelle verslechtering voorkomen. De patiënt is daardoor beter in staat een aantal zaken te ondernemen of te regelen, kan zich sociaal beter redden en is minder afhankelijk. Adequate voeding is als volgt samengesteld: energiewaarde volgens berekening Harris & Benedict-formule (25-30 kcal/kg actueel lichaamsgewicht) 1 gram eiwit per kilo actueel lichaamsgewicht voldoende vet en koolhydraten om de energiebehoefte te dekken 100% van aanbevolen hoeveelheden vitamines, mineralen en spoorelementen 1500 ml drinkvocht (1700 ml bij patiënten >65 jaar) Bij het adviseren van voeding wordt in eerste instantie gekozen volgens een eetpa- Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 17

18 troon en samengesteld uit voedingsmiddelen die de patiënt gewend is. Als ten gevolge van klachten een dergelijke voeding ontoereikend is, kan een andere keuze uit de normale voeding worden voorgesteld (verandering van consistentie en/of smaak). Wanneer ook na individuele aanpassingen de normale voeding niet toereikend is om de voedingsbehoefte te dekken, kan energie- en/of eiwitrijke voeding dan wel drinkvoeding de benodigde voedingsstoffen leveren. Wanneer orale voeding ondanks bovengenoemde aanpassingen van het dieet niet mogelijk of niet effectief is, kan besloten worden tot sondevoeding en (in zeer zeldzame gevallen) tot parenterale voeding. Energie- en/of eiwitrijke voeding Als er sprake is van recent gewichtsverlies door verminderde inname of grote verliezen door diarree, braken, fistels of stomaoutput zal getracht worden deze tekorten te compenseren door gebruik van energie- (30-35 kcal/kg actueel lichaamsgewicht) en/of eiwitverrijkte (1-2 g gram eiwit per kilo actueel lichaamsgewicht) voeding. In de palliatieve fase zal deze voeding zelden haalbaar blijken, maar voor de volledigheid wordt het hier genoemd. Deze voeding is alleen haalbaar als de patiënt dit verdraagt en het niet ten koste gaat van de kwaliteit van leven. De laatste jaren komt er meer wetenschappelijke basis voor het adviseren van eiwitverrijkte voeding bij metabole stress ter voorkoming van verlies van spiermassa. Tekort aan eiwit in de voeding zou verlies aan spiermassa en cachexie in de hand werken doordat eiwit als energiesubstraat wordt gebruikt. Energie- en eiwitrijke drinkvoeding Onder energie- en eiwitrijke drinkvoeding wordt verstaan het assortiment aan vloeibare dieetproducten bestemd voor oraal gebruik, meestal als aanvulling op de voeding en bij sommige indicaties als volledige voeding (bijvoorbeeld bij ernstige slik- of passageklachten). Kenmerk van drinkvoedingen is de hoge energiedichtheid van 1 tot 2 kcal/ml, hoog eiwit- en microvoedingsstofgehalte en sommige soorten bevatten vezels. Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 18

19 Deze drinkvoeding wordt toegepast bij adequate- en energie-, eiwitverrijkte voeding als de normale voeding, ook na individuele aanpassingen, niet toereikend is om de voedingsbehoefte te dekken. Drinkvoedingen zijn er in diverse smaken op melk-, sap-, crème-, yoghurt- en soepbasis. Het assortiment poedervormige dieetpreparaten ter verrijking van enkele voedingsstoffen wordt buiten beschouwing gelaten vanwege de beperkte relevantie. De diëtist adviseert over het assortiment drinkvoeding en de daarbij horende machtigingsaanvraag voor vergoeding door de zorgverzekeraar. Sondevoeding Sondevoeding is dun vloeibare voeding, die via een sonde in het maagdarmkanaal wordt toegediend. Sondevoeding kan via een neussonde, een PEG-katheter of een operatief aangelegde maagfistel worden toegediend. Sondevoeding kan de orale voeding volledig vervangen of als aanvulling op de orale voeding worden gegeven. Het kan zowel overdag als s nachts toegediend worden. Voorwaarde is een voldoende functionerend darmstelsel. Een goede verantwoording van de keuze om met sondevoeding te starten of juist daarvan af te zien, is belangrijk voor patiënt, naasten en hulpverleners. Dit geldt met name bij de patiënt in de palliatieve fase. De oorzaak van het gewichtsverlies en de levensverwachting spelen een belangrijke rol bij deze keuze, evenals de wens van de patiënt. Sondevoeding kan worden gebruikt als er sprake is van bij slik- of hoge passagestoornissen en wanneer een patiënt met een levensverwachting van weken tot maanden ondanks individuele dieetaanpassingen en aanvullende voeding toch een te lage voedselinname heeft. Ondervoeding kan voor de patiënt een steeds groter probleem vormen, evenals de druk 'te moeten eten'. Een optimaal gevoede patiënt is doorgaans beter in staat om tijdens de laatste levensfase een aantal zaken te ondernemen of te regelen. Bij een zeer korte levensverwachting (dagen tot weken) is sondevoeding niet zinvol. De patiënt kan sondevoeding in de thuissituatie gebruiken en dit kan bijdragen aan de kwaliteit van leven. De diëtist adviseert over soort en hoeveelheid sondevoe- Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 19

20 ding en het toedieningsschema. Instructie en begeleiding door een gespecialiseerd verpleegkundige in de thuissituatie is een voorwaarde ter controle op eventuele complicaties. Parenterale voeding Parenterale voeding is voeding die bestaat uit voedingsstoffen in een vorm die direct in de bloedbaan kan worden gebracht. Parenterale voeding wordt alleen toepast als enterale voeding niet mogelijk is. Parenterale voeding wordt slechts bij hoge uitzondering toegepast in de palliatieve zorg, uitsluitend ter overbrugging van korte periodes waarin voeding via het maagdarmkanaal tijdelijk niet mogelijk is, bijv. bij een ileus. Met name in de kliniek is het starten van deze behandeling makkelijk te realiseren. Veel moeilijker is het een eenmaal begonnen parenterale voeding weer te staken, ook al is inmiddels duidelijk geworden dat niet zozeer het leven als wel het lijden verlengd wordt. Dit wordt een nog groter probleem, indien overwogen wordt de patiënt uit het ziekenhuis te ontslaan om thuis te sterven. Parenterale voeding is thuis wel mogelijk, maar vraagt veel medische en verpleegkundige ondersteuning en kan belastend zijn in een fase waar de aandacht uit zou moeten gaan naar het naderende einde. Palliatieve voeding Bij progressie van de ziekte treedt, mede afhankelijk van de klachten en de wens van de patiënt, een verschuiving op van adequate voeding naar palliatieve voeding. Voorheen werd dit 'zorg op maat voeding genoemd of werd er gesproken van een wensdieet. Deze voeding is primair gericht op het welbevinden en verlichten van klachten. Het handhaven van de voedingstoestand en het leveren van voldoende energie en voedingstoffen is niet uitgesloten, maar heeft geen prioriteit meer. De patiënt eet wat hij wil en kan eten en laat achterwege wat hij niet kan en wil eten. Drinkvoeding is in deze situatie meestal niet aan de orde, maar is niet uitgesloten. Palliatieve voeding is gericht op de actuele situatie en op effecten op korte termijn. Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 20

21 Alternatieve diëten en supplementen Veel patiënten worden geconfronteerd met de mogelijkheid van het gebruik van alternatieve diëten en supplementen. De keuze hiervoor kan tegemoetkomen aan de behoefte van de patiënt om zelf actief aan de behandeling deel te nemen en het gevoel te hebben zoveel mogelijk invloed op het ziektebeloop uit te oefenen. Dit kan de patiënt en zijn naasten psychologisch ondersteunen. Het ontbreken van wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid blijkt voor patiënt en naasten minder belangrijk te zijn bij de keuze voor alternatieve diëten en supplementen. Diëten, zoals het Moermandieet in de jaren tachtig en het Houtsmuller-dieet in de jaren negentig zijn grotendeels verdreven door het gebruik van vitamines, antioxidanten en supplementen met gevarieerde samenstellingen (bijv. visolie of ginseng). Voor de hulpverlener is het van belang om na te gaan wat er in welke dosering gebruikt wordt en met de patiënt een verantwoorde afweging te maken over het gebruik ervan. In het algemeen wordt een inname tot 200% van de dagelijkse behoefte aan mineralen en supplementen als veilig beschouwd. Medicamenteuze symptomatische behandeling Behandeling van symptomen leidend tot anorexie en gewichtsverlies Er moet getracht worden om alle factoren die leiden tot of bijdragen aan anorexie en gewichtsverlies te behandelen. Omdat een vertraagde maagontlediging en misselijkheid regelmatig een rol spelen, is metoclopramide vaak het middel van eerste keuze. Metoclopramide Farmacologie Plaatsbepaling Werkt als prokineticum (bevordering van de maagontlediging) en antiemeticum (middel tegen misselijkheid en braken) Wanneer een vertraagde maagontlediging en/of misselijkheid en braken bij Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 21

22 patiënten aanwezig zijn, is metoclopramide het middel van eerste keus Toediening Dosering Oraal of rectaal 3-4 dd mg per os of mg rectaal Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen Verder is medicamenteuze therapie geïndiceerd bij de behandeling van: infectieuze stomatitis/oesofagitis (antibiotica, fungistatica, antivirale middelen) smaakverlies; hierbij kan een tekort aan zink een rol spelen. Dit kan behandeld worden met zinksuppletie (zinksulfaat FNA 3 dd 20 ml, zie Richtlijn Klachten van de mond) misselijkheid en braken (anti-emetica) obstipatie (medicatie aanpassen, laxantia) exocriene pancreasinsufficiëntie (pancreasenzymen) ontregelde diabetes mellitus ((verhoging van) orale antidiabetica of insuline) diarree (loperamide) koorts (antibiotica, antipyretica) pijn (analgetica) kortademigheid (morfine) depressie (antidepressiva; hierbij kan met name aan mirtazepine worden gedacht, omdat dit middel geen aanleiding geeft tot misselijkheid en braken en nogal eens tot gewichtstoename leidt) angst (anxiolytica) Voor verdere bijzonderheden over deze behandelingen wordt verwezen naar de desbetreffende richtlijnen. Behandeling van metabole stoornissen Farmacologische behandelingen hebben een (beperkte) plaats bij de behandeling van de metabole veranderingen die leiden tot anorexie en gewichtsverlies. Er is een aantal medicamenten, waarvan in gerandomiseerd onderzoek is aangetoond Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 22

23 (met name bij patiënten met kanker, maar ook bij patiënten met HIV/AIDS en COPD en bij geriatrische patiënten met cachexie) dat ze een significant, maar beperkt effect hebben op eetlust, gewicht, performance status en/of kwaliteit van leven. Ze hebben geen invloed op de overleving. Bij een levensverwachting van enkele maanden of langer kan bij een anorexiecachexie-syndroom behandeling met progestativa (megestrolacetaat en medroxyprogesteronacetaat) worden overwogen. Deze middelen hebben een bewezen effect op anorexie en gewichtsverlies; de invloed op het gewicht is echter hoofdzakelijk het gevolg van toename van vet en minder van toename van de spiermassa. Het meeste onderzoek is gedaan met megestrolacetaat. Het effect op de eetlust treedt meestal binnen 1 week op, het effect op het gewicht (indien aanwezig) binnen enkele weken. Als gekozen wordt voor behandeling met progestativa, wordt dit gecombineerd met voedingsinterventies, die gericht zijn op handhaving of verbetering van het gewicht. Bij een kortere levensverwachting kan behandeling met corticosteroïden (prednisolon en dexamethason) worden overwogen. Deze middelen hebben een bewezen effect op anorexie, misselijkheid en welbevinden, maar niet op het gewicht. Na een aantal weken behandeling neemt het effect vaak af en kunnen soms ernstige bijwerkingen optreden. Er is onvoldoende onderbouwing voor het gebruik van andere middelen bij de medicamenteuze behandeling van anorexie en gewichtsverlies. Niet-vergelijkende studies met eicosapentoïnezuur (EPA) lieten in eerste instantie veelbelovende resultaten zien, welke echter in gerandomiseerde studies niet bevestigd werden. Megestrolacetaat Farmacologie Plaatsbepaling Progestativum Invloed op de metabole stoornissen Eerste keus als het gaat om het verbeteren van de eetlust, het op peil houden van het lichaamsgewicht, verlichten van vermoeidheid en verbetering van het algemeen welbevinden Het effect is op zijn vroegst merkbaar na twee weken en is Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 23

24 dosisafhankelijk Patiënten moeten een levensverwachting hebben van minimaal enkele maanden In combinatie met voedingsinterventies, gericht op handhaving of verbetering van het gewicht 645 Toediening Dosering Bijwerkingen Dexamethason Oraal Start met 480 mg dd en hoog zo nodig op tot 800 mg dd Vochtretentie c.q. decompensatio cordis, trombo-embolische processen, impotentie, hypertensie en hyperglykemie Farmacologie Plaatsbepaling Toediening Dosering Bijwerkingen Glucocorticoïd Werkingsmechanisme niet bekend Wanneer een snelle verbetering van kwaliteit van leven beoogd wordt, met name van eetlust en algemeen welbevinden Steroïden leiden niet tot significante gewichtstoename Bruikbaar bij patiënten met een korte levensverwachting (dagen tot weken) Oraal 1 dd 4-8 mg Orale candidiasis, hyperglykemie, proximale myopathie, ulcus pepticum (met name bij combinatie met andere ulcerogene middelen) en psychische veranderingen Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 24

25 Stappenplan Diagnostiek 1. Anamnese (inclusief voedingsanamnese) en lichamelijk onderzoek 2. Zo nodig consult diëtiste voor gerichte voedingsanamnese en adviezen ten aanzien van de voeding 3. Inventarisatie van wensen en verwachtingen van patiënt en familie t.a.v. voeding Beleid 1. Informatie en psychosociale begeleiding; in overleg vaststellen van de doelen van de behandeling 2. Behandeling van de onderliggende oorzaak: gerichte anti-tumor therapie (indien mogelijk) 3. Voedingsinterventies: o Bij een levensverwachting van weken tot maanden en indien handhaving of verbetering van de voedingstoestand als een haalbaar en zinvol doel wordt gezien: adequate voeding of energie- en eiwitverrijkte voeding (als sprake is van recent gewichtsverlies door verminderde inname of grote verliezen), al dan niet gebruikmakend van: - energie- en eiwitrijke drinkvoeding - sondevoeding, met name bij slik- of passagestoornissen hoog in de tractus digestivus o Bij een levensverwachting van weken: palliatieve voeding 4. Goede verzorging van mond en gebit 5. Medicamenteuze behandeling van symptomen, die leiden tot of bijdragen aan anorexie en gewichtsverlies: o bij vertraagde maagontlediging en/of misselijkheid en braken: metoclopramide 3-4 dd mg p.o. of mg supp. o behandeling van andere symptomen, zoals infectieuze stomatitis/oesofagitis, misselijkheid en braken, ileus, obstipatie, diarree, koorts, pijn, dyspnoe, de- Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 25

26 pressie, angst 6. Indien metabole stoornissen een belangrijke rol spelen: o bij een levensverwachting van enkele maanden of langer: megestrolacetaat mg dd (invloed op anorexie en gewichtsverlies), in combinatie met adequate voeding o bij een levensverwachting van enkele weken: dexamethason 1 dd 4-8 mg (invloed op anorexie, niet op gewichtsverlies) Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 26

27 Niveaus van bewijsvoering Behandeling Niveau van bewijsvoering Referenties Voedingsinterventies 3-4 Arends 2006, August 2009, Bachmann 2003, Baldwin 2004 en 2007, Bosaeus 2008, Doornink 2006, Dubbelman 2000, Good 2008, Klein 1994, McGreer 1990, Mirhosseini 2005, Ovesen 1993, Rabaneck 1999 Metoclopramide 3 2 Bruera 1996 en 2000, McCallum 1991, Nelson 1993, Shiushankar 1983 Overige medicamenteuze behandeling van oorzakelijke of beïnvloedende factoren Progestativa (megesterolacetaat, medroxyprogesteronacetaat) Batterham , Berenstein ,4,5, Brown , Desport , Jatoi en , Lopez ,4,5, Loprinzi , en , Maltoni , Mateen , Oster , Von Roenn x 4, Weisberg , Yavuszen , Yeh Corticosteroïden (prednison, dexamethason) 1 2 Brown , Desport , Loprinzi , Yavuszen Effect op anorexie, gewichtsverlies en performance status/welbevinden 2 Effect op anorexie, misselijkheid en welbevinden 3 Bij patiënten met kanker Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 27

28 Bij patiënten met HIV/AIDS 5 Bij patiënten met COPD 6 Bij geriatrische patiënten Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde onderzoeken van goede kwaliteit. Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinische onderzoeken van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken. Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek. Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen. Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 28

29 Literatuur Algemeen 1. Anker SD, Steinborn W, Strassurg S. Cardiac cachexia. Annals of Medicine 2004; 36: Blum D, Omlin A, Fearon K et al. Evolving classification systems for cancer cachexia: ready for clinical practice? Supportive Care In Cancer 2010; Boddaert M, Gerritsen WR, Pinedo HM. On our way to targeted therapy for cachexia In cancer? Current Opinion In Oncology 2006; 18: Bosaeus I. Nutritional support In multimodality therapy for cancer cachexia. Supportive Care In Cancer 2008; 16: Bozzetti F, Mariani L. Defining and classifying cancer cachexia: a proposal by the SCRINIO Working Group. Journal of Parenteral and Enteral Nutrition 2009; 33: Brown JK. A systematic review of the evidence on symptom management of cancerrelated anorexia and cachexia. Oncology Nursing Forum 2002; 29: Cahlin C, Korner A, Axelsson H et al. Experimental cancer cachexia : the role of hostderived cytokines interleukin-6, interferon-γ and tumor necrosis factor-ά evaluated in gene knockout, tumor-bearing mice on C57 B1 background and eicosanoid-dependent cachexia. Cancer Research 2000; 60: Celik T, Iyisoy A, Gundogdu F et al. Chronic pulmonary cachexia syndrome: the role of anorexia. International Journal of Cardiology 2009; 132: Creutzberg EC, Schols AM, Weling-Scheepers CA et al. Characterization of nonresponse to high caloric oral nutritional therapy in depleted patients with chronic obstructive pulmonary disease. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine 2000; 161: Donthireddy KR, Ailawadhi S, Nasser E et al. Malignant gastroparesis: pathogenesis and management of an underrecognized disorder. Journal of Supportive Oncology 2007; 5: Davis MP, Dickerson ED. Cachexia and anorexia: cancer s covert killer. Supportive Care in Cancer 2000; 8: Davis MP, Dreicer R, Wals D et al. Appetite and cancer-associated anorexia: a review. Journal of Clinical Oncology 2004; 22: Davis MP, Walsh D, Lagman R t alt. Early satiety In cancer patients: a common and Herziening Richtlijn Anorexie en gewichtsverlies/versie 7/ Pagina 29

6.3 Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling: voedingsinterventies

6.3 Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling: voedingsinterventies 588 589 590 591 592 593 594 595 596 597 598 599 600 601 602 603 604 605 606 607 608 609 610 611 612 613 614 615 616 617 618 619 620 621 622 623 624 625 626 627 628 629 630 631 632 633 634 635 636 6.3 Niet-medicamenteuze

Nadere informatie

Anorexie en gewichtsverlies

Anorexie en gewichtsverlies Anorexie en gewichtsverlies Marja Leermakers-Vermeer, diëtist, Universitair Medisch Centrum Utrecht j.leermakers@umcutrecht.nl Alexander de Graeff, internist-oncoloog/hospice-arts Universitair Medisch

Nadere informatie

Richtlijn bespreking Anorexie en gewichtsverlies

Richtlijn bespreking Anorexie en gewichtsverlies Richtlijn bespreking Anorexie en gewichtsverlies Louise van der Knaap Eric-Jan Wissink Michael van t Hoff Renske Boogaard www.netwerkpalliatievezorg.nl/rotterdam Indeling Welkom Inleiding richtlijn - Renske

Nadere informatie

Voeding bij kanker. Elles Steenhagen, diëtist Oncologische Gastro-Intestinale Chirurgie

Voeding bij kanker. Elles Steenhagen, diëtist Oncologische Gastro-Intestinale Chirurgie Voeding bij kanker Elles Steenhagen, diëtist Oncologische Gastro-Intestinale Chirurgie e.steenhagen@umcutrecht.nl Doel van de presentatie Kennis van (onder)voeding bij kanker tijdens en na de behandeling

Nadere informatie

Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen. Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout

Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen. Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout Overzicht Taak oncodiëtiste Ondervoeding bij kanker Voedingsadvies

Nadere informatie

Ondervoeding. 1.1 Begrippen

Ondervoeding. 1.1 Begrippen 1 Ondervoeding Wanneer is er sprake van ondervoeding? Welke soorten ondervoeding zijn er? En wat is eraan te doen? Voor een antwoord op deze en andere vragen volgt eerst een uiteenzetting van de diverse

Nadere informatie

Voeding bij longkanker

Voeding bij longkanker Welkom Voeding bij longkanker Joyce Uitbeijerse Diëtist DPS Dieetkunde 15 juni 2017 Inhoud Ondervoeding Anorexie-cachexie syndroom Energie- en eiwitbehoefte bij longkanker Voedingsgerelateerde klachten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112 111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa

Nadere informatie

Voedingsadvies bij kanker door de diëtist

Voedingsadvies bij kanker door de diëtist Voedingsadvies bij kanker door de diëtist IKR-netwerk Diëtetiek september 2002 Integraal Kankercentrum Rotterdam Postbus 289 3000 AG Rotterdam (010) 440 58 00 Inhoud 1. Inleiding 2 2. De voedingstoestand

Nadere informatie

Ondervoeding: een niet te onderschatten probleem

Ondervoeding: een niet te onderschatten probleem Ondervoeding: een niet te onderschatten probleem Wat is ondervoeding? Geen trek, geen zin, stress, misselijkheid, angst, emoties, enz. Er zijn tal van redenen om minder te gaan eten. Voor u het weet, is

Nadere informatie

ROL VAN DE DIËTISTE IN HET ONCOLOGISCH PROCES. Gebracht door Nadieh Verhoest

ROL VAN DE DIËTISTE IN HET ONCOLOGISCH PROCES. Gebracht door Nadieh Verhoest ROL VAN DE DIËTISTE IN HET ONCOLOGISCH PROCES Gebracht door Nadieh Verhoest Programma Nationaal kankerplan Kankercachexie Voedingsplan bij cachexie Andere voedingsrichtlijnen Nationaal kankerplan L. Onkelinx

Nadere informatie

Ondervoeding bij ouderen

Ondervoeding bij ouderen Ondervoeding bij ouderen Caroline Boomkamp Klinisch geriater Bernhoven Inhoud Definities Screening en assessment Prevalentie Oorzaken Gevolgen Behandeling van ondervoeding Definitie geriatrische patiënt

Nadere informatie

Voeding bij patiënt met gemetastaseerde ziekte. Herma ten Have, oncologiediëtist

Voeding bij patiënt met gemetastaseerde ziekte. Herma ten Have, oncologiediëtist Voeding bij patiënt met gemetastaseerde ziekte Herma ten Have, oncologiediëtist Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg bij copd Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg Hans Timmer, longarts ZGT Caroline Braam, huisarts Hengelo PALLIATIEVE ZORG CASUS 75-jarige terminale COPD-patient Mantelzorger valt

Nadere informatie

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Máxima Oncologisch Centrum (MOC) Inleiding Als u van uw behandelend arts te horen krijgt dat u kanker heeft, krijgen u en uw naasten veel informatie en emoties

Nadere informatie

Voedingskundige ondersteuning bij ALS

Voedingskundige ondersteuning bij ALS Voedingskundige ondersteuning bij ALS Post-HBO cursus Voeding bij Spierziekten 4 juni 2009 Nicole Broekman-Peters, diëtist UMCU en De Hoogstraat Contact: n.broekman-peters@umcutrecht.nl Inhoud Diëtistisch/methodisch

Nadere informatie

Daarbij kan er sprake zijn van minder eten door bijvoorbeeld: toenemende vermoeidheid; kortademigheid; minder beweging; angst; depressie.

Daarbij kan er sprake zijn van minder eten door bijvoorbeeld: toenemende vermoeidheid; kortademigheid; minder beweging; angst; depressie. Voeding bij COPD Inleiding Een gezond, afwisselend eetpatroon is voor iedereen goed. Voedsel is immers de brandstof van ons lichaam. Klachten als kortademigheid, vermoeidheid en hoesten kunnen uw lichamelijke

Nadere informatie

(potentiële) belangenverstrengeling

(potentiële) belangenverstrengeling (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk

Nadere informatie

Misselijkheid en braken. Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN

Misselijkheid en braken. Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN Misselijkheid en braken Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN Voorkomen van misselijkheid en braken bij patiënten met vergevorderde

Nadere informatie

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies. Gezond gewicht Wat kunt u er zelf aan doen? Vraag ons gerust om advies altijd dichtbij www.alphega-apotheek.nl Gezond gewicht De meeste mensen willen graag een aantal kilo s afvallen. Maar is dat wel nodig?

Nadere informatie

Voeding: een onderdeel bij de oncologische behandeling. Paulien Voogt Verpleegkundig specialist intensieve zorg voedingszorg

Voeding: een onderdeel bij de oncologische behandeling. Paulien Voogt Verpleegkundig specialist intensieve zorg voedingszorg Voeding: een onderdeel bij de oncologische behandeling Paulien Voogt Verpleegkundig specialist intensieve zorg voedingszorg Onderwerpen Kort voorstel Waarom voeding een onderdeel is van je oncologische

Nadere informatie

workshop besluitvorming in de palliatieve fase

workshop besluitvorming in de palliatieve fase workshop besluitvorming in de palliatieve fase Alexander de Graeff, internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice-arts Demeter Marjolein van Meggelen, oncologieverpleegkundige Aveant Consulenten PalliatieTeam

Nadere informatie

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen Ann Gryp, Hoofdverpleegkundige geriatrie Frailty Frailty heeft te maken met kwetsbaarheid. Frailty zegt iets over de ernst

Nadere informatie

Ondervoeding bij kanker

Ondervoeding bij kanker Ondervoeding bij kanker Wat mag u verwachten van de zorg bij ondervoeding? Wat kunt u zelf doen om ondervoeding te voorkomen of tegen te gaan? Deze brochure is de patiëntenversie van de multidisciplinaire

Nadere informatie

ONDERSTEUNENDE ROL VAN VOEDING BIJ KANKERTHERAPIE

ONDERSTEUNENDE ROL VAN VOEDING BIJ KANKERTHERAPIE ONDERSTEUNENDE ROL VAN VOEDING BIJ KANKERTHERAPIE ISABELLE HEYENS, DIËTISTE UZ GENT Isabelle.Heyens@uzgent.be Inleiding Wereldwijd worden er dagelijks mensen gediagnosticeerd met kanker. Talrijke onderzoeken

Nadere informatie

Ondervoeding bij kanker

Ondervoeding bij kanker Ondervoeding bij kanker Wat mag u verwachten van de zorg bij ondervoeding? Wat kunt u zelf doen om ondervoeding te voorkomen of tegen te gaan? WAAR KUNT U INFORMATIE EN STEUN VINDEN? Vrijwilligers bij

Nadere informatie

9.1 Effect van voedingsadviezen en gebruik van voedingssupplementen c.q. drinkvoeding

9.1 Effect van voedingsadviezen en gebruik van voedingssupplementen c.q. drinkvoeding 1233 1234 1235 1236 1237 1238 1239 1240 1241 1242 1243 1244 1245 1246 1247 1248 1249 1250 1251 1252 1253 1254 1255 1256 1257 1258 1259 1260 1261 1262 1263 1264 1265 1266 1267 1268 1269 1270 1271 1272 1273

Nadere informatie

Annevillegroep, project Eten en Drinken Werkgroep 8: medische drinkvoeding en sondevoeding

Annevillegroep, project Eten en Drinken Werkgroep 8: medische drinkvoeding en sondevoeding Annevillegroep, project Eten en Drinken Werkgroep 8: medische drinkvoeding en sondevoeding Werkgroepleden: Anita Ripmeester, diëtist Zorgcentrum Elisabeth Lenie van Moorsel, diëtist Thuiszorg Breda Tineke

Nadere informatie

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten Parkinson en voeding Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten Wie ben ik? Diëtist Norschoten te Barneveld / Meander Medisch Centrum te Amersfoort Sinds 2012 aangesloten

Nadere informatie

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging Praktijk voor Fysiotherapie Altijd in beweging In samenwerking met. Viola Gijzen, diëtist Mieke Verschuren/Marijke Sligchers, fysiotherapeuten Inhoud Inleiding Wat is COPD? COPD en dan? COPD en voeding

Nadere informatie

Misselijkheid en braken in de palliatieve fase

Misselijkheid en braken in de palliatieve fase Misselijkheid en braken in de palliatieve fase Annemieke Delhaas: oncologie verpleegkundige hospice, consulent PTMN Franca Horstink-Wortel: Specialist ouderengeneeskunde/kaderarts palliatieve zorg, consulent

Nadere informatie

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Gezond gewicht Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Inhoud Overgewicht 3 Oorzaken 4 Gezond gewicht 4 Tailleomvang 5 Voorkomen van overgewicht 6 Wat kun je

Nadere informatie

Kanker en Voeding. een Alpe D HuZes/KWF leerstoel. Ellen Kampman, 14 mei 2014

Kanker en Voeding. een Alpe D HuZes/KWF leerstoel. Ellen Kampman, 14 mei 2014 Kanker en Voeding een Alpe D HuZes/KWF leerstoel Ellen Kampman, 14 mei 2014 Wat is gezonde voeding? Koffie verhoogt het risico op kanker Koffie verhoogt het risico op kanker Wat moet je eten als je kanker

Nadere informatie

(Risico op) ondervoeding

(Risico op) ondervoeding (Risico op) ondervoeding Op oudere leeftijd is het soms lastig om regelmatig, gezond en voldoende te eten. Dit kan uiteindelijk leiden tot een verminderde voedingstoestand en zelfs ondervoeding. Dit komt

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE COPD EN VOEDING

PATIËNTENINFORMATIE COPD EN VOEDING PATIËNTENINFORMATIE COPD EN VOEDING 2 COPD EN VOEDING Algemeen Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u informatie geven over de rol van voeding bij COPD. Indien u specifieke

Nadere informatie

Voorstellen. Wanneer naar de diëtist?

Voorstellen. Wanneer naar de diëtist? Voorstellen COPD Nut van goede voeding Aafke Hermsen, diëtist Karin Janssen-van Hemmen, kaderhuisarts astma/copd i.o. Agenda owanneer naar de diëtist? olichaamssamenstelling ogewichtsverandering onut van

Nadere informatie

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen Renaldo Secchi 3 juni 2010 Inhoud Introductie Wat is ondervoeding? Gevolgen van ondervoeding? Prevalentie van ondervoeding Voeding

Nadere informatie

De rol van voeding bij preventie en behandeling van decubitus.

De rol van voeding bij preventie en behandeling van decubitus. KHBO Brugjaar verpleegkunde 1 De rol van voeding bij preventie en behandeling van decubitus. 1 inleiding Decubitus is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Naast het gebruik van drukopheffende lig-en

Nadere informatie

Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans

Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans 1 Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergoot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen,opname

Nadere informatie

Voeding bij patiënt met gemetastaseerde ziekte. Herma ten Have, oncologiediëtist

Voeding bij patiënt met gemetastaseerde ziekte. Herma ten Have, oncologiediëtist Voeding bij patiënt met gemetastaseerde ziekte Herma ten Have, oncologiediëtist Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

Laatste inzichten over voeding bij kanker. Dr. Sandra Beijer, diëtist / senior onderzoeker Integraal Kankercentrum Nederland

Laatste inzichten over voeding bij kanker. Dr. Sandra Beijer, diëtist / senior onderzoeker Integraal Kankercentrum Nederland Laatste inzichten over voeding bij kanker Dr. Sandra Beijer, diëtist / senior onderzoeker Integraal Kankercentrum Nederland Een paar vragen. Hoe vaak komt ondervoeding bij kanker voor? Bij welke tumoren

Nadere informatie

Zorg om voeding bij dementie Droom en werkelijkheid. Monique Mertens Diëtist Orbis-thuis

Zorg om voeding bij dementie Droom en werkelijkheid. Monique Mertens Diëtist Orbis-thuis Zorg om voeding bij dementie Droom en werkelijkheid Monique Mertens Diëtist Orbis-thuis 1 Zorg om voeding bij dementie Droom en werkelijkheid Veel voorkomende problemen Veranderingen in voeding Oorzaken

Nadere informatie

Better in, better out, goede voeding voor en na een operatie bij ouderen. zaterdag 15 maart 2014, Marion Theuws

Better in, better out, goede voeding voor en na een operatie bij ouderen. zaterdag 15 maart 2014, Marion Theuws Better in, better out, goede voeding voor en na een operatie bij ouderen zaterdag 15 maart 2014, Marion Theuws Wie werkt er samen met een diëtist? Wie houdt rekening met voeding bij de behandeling? Slaat

Nadere informatie

It takes two to tango

It takes two to tango It takes two to tango Voeding & leefstijl bij kanker 19 november 2016 Ilse Kavak-Scholten Inhoud Kanker Ondervoeding Kankercachexie Voedingsadviezen Beweging Feiten en fabels Rol fitnessprofessional Take

Nadere informatie

Voeding bij kankerpatiënten

Voeding bij kankerpatiënten Voeding bij kankerpatiënten Overzicht ESPEN aanbevelingen Arends J. et al., 2016 Volledige tekst zie www.espen.org/education/espen-guidelines > ESPEN guidelines on nutrition in cancer patients Hoofdstuk

Nadere informatie

Epidemiologie van ondervoeding en cachexie bij kankerpatiënten

Epidemiologie van ondervoeding en cachexie bij kankerpatiënten Epidemiologie van ondervoeding en cachexie bij kankerpatiënten Criem Marie-Cathérine Onco-diëtiste Oncologisch centrum 08 december 2012 Oncologie: een probleem? Kanker Incidentie, n= Mortaliteit, n= Man/Vrouw

Nadere informatie

Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid

Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid 5-Folder misselijk.indd 1 15-07-2008 09:23:15 5-Folder misselijk.indd 2 15-07-2008 09:23:16 1. Hoe herkent u misselijkheid? Misselijkheid is een

Nadere informatie

Brandwonden en voedingstherapie

Brandwonden en voedingstherapie Brandwonden en voedingstherapie Auteur: A. Meijer Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1989 Pagina: 31-33 Jaargang: 5 Nummer: 1 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: Kernwoorden: voeding brandwonden

Nadere informatie

Diëtetiek. Ondervoeding, wat doen we eraan. Afdeling: Onderwerp:

Diëtetiek. Ondervoeding, wat doen we eraan. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Diëtetiek 1 in het Ikazia Ziekenhuis? Bij het horen van ondervoeding zullen veel mensen denken aan ontwikkelingslanden. Toch komt ondervoeding ook in het welvarende Nederland voor

Nadere informatie

Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie

Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie Dienst geriatrie Gevecht tegen ondervoeding Informatiebrochure voor de patiënt en de familie INLEIDING Met ouder worden veranderen uw dagelijkse activiteiten en gewoonten. Het is niet altijd eenvoudig

Nadere informatie

ProFitt: Diëtetiek & Lifestyle coaching. Voeding & Kanker

ProFitt: Diëtetiek & Lifestyle coaching. Voeding & Kanker : Diëtetiek & Lifestyle coaching Voeding & Kanker Voorstellen Marloes van Dommelen, diëtist sinds 2013 Werkzaam bij : diëtistenpraktijk in Nijmegen 16 locaties in Nijmegen Voorbeelden van vragen uit de

Nadere informatie

Infobrochure Voeding bij kanker WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL

Infobrochure Voeding bij kanker WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL Infobrochure Voeding bij kanker WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL Contact: Diëtisten: 014/712869 diëtisten@azmol.be VOEDING BIJ KANKER INHOUD Inleiding 4 1. Onbedoeld gewichtsverlies 5 2. Onbedoelde

Nadere informatie

Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis

Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis Corticosteroïden Veel voorgeschreven in palliatieve fase

Nadere informatie

Voeding bij patiënten met gemetastaseerde ziekte

Voeding bij patiënten met gemetastaseerde ziekte Voeding bij patiënten met gemetastaseerde ziekte Marjolanda Kennis Diëtist oncologie Instituut Verbeeten Masterclass mamma- en longcarcinoom 28-4-2014 1 Indeling Spectrum palliatieve voedingszorg Van adequate

Nadere informatie

Deze folder is bedoeld voor mensen met COPD en bevat algemene informatie over de rol van voeding bij COPD.

Deze folder is bedoeld voor mensen met COPD en bevat algemene informatie over de rol van voeding bij COPD. COPD en voeding Deze folder is bedoeld voor mensen met COPD en bevat algemene informatie over de rol van voeding bij COPD. Wat is COPD? De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease.

Nadere informatie

Voeding bij chronische longziekten

Voeding bij chronische longziekten Voeding bij chronische longziekten Voeding bij chronische longziekten Goede lichamelijke conditie Veel mensen met chronische longziekten (ook wel COPD genoemd) hebben voortdurend last van hun aandoening.

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Uw behandelend maag-darm-leverarts heeft u Prednison voorgeschreven in verband met een ontstekingsziekte van de darm. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft

Nadere informatie

Dieetadviezen bij een ontstoken alvleesklier

Dieetadviezen bij een ontstoken alvleesklier VOEDING & DIEET Dieetadviezen bij een ontstoken alvleesklier ADVIES Dieetadviezen bij een ontstoken alvleesklier Als u klachten hebt die worden veroorzaakt door een, kunt u met een aantal leefregels en

Nadere informatie

Diab-eten. Voeding en hartchirurgie. Jacobien Hiemstra Diëtist, St Antonius Ziekenhuis 9 april 2013

Diab-eten. Voeding en hartchirurgie. Jacobien Hiemstra Diëtist, St Antonius Ziekenhuis 9 april 2013 Diab-eten Voeding en hartchirurgie Jacobien Hiemstra Diëtist, St Antonius Ziekenhuis 9 april 2013 Inhoud Belang goede voedingstoestand De voedingstoestand van diabeten Risico s intake bij diabeten Gevolgen

Nadere informatie

Urologie Lastmeter Inleiding Hulpverleningsmogelijkheden

Urologie Lastmeter Inleiding Hulpverleningsmogelijkheden 1/5 Urologie Lastmeter Inleiding Tijdens of na uw ziekte kunt u te maken krijgen met situaties waar u geen raad mee weet, ook wanneer de behandeling al langer geleden is. U kunt problemen ondervinden op

Nadere informatie

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw?

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw? Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

Ondervoeding, wat doen we eraan Diëtetiek

Ondervoeding, wat doen we eraan Diëtetiek Ondervoeding, wat doen we eraan Diëtetiek Beter voor elkaar 2 Ondervoeding, wat doen we eraan in het Ikazia Ziekenhuis? Bij het horen van ondervoeding zullen veel mensen denken aan ontwikkelingslanden.

Nadere informatie

Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013. S. Lonterman; Klinisch Geriater

Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013. S. Lonterman; Klinisch Geriater Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013 Inhoud Presentatie Definitie Ondervoeding Verschillende schalen Ouderen Centrum & Ondervoeding HagaZiekenhuis & Ondervoeding Eigen Onderzoek Voedingsgebied Supplementen

Nadere informatie

GOEDE VOEDING, GEZOND LEVEN, SNELLER GENEZEN INFORMATIE VOOR PATIËNTEN DIE EEN OPERATIE ONDERGAAN

GOEDE VOEDING, GEZOND LEVEN, SNELLER GENEZEN INFORMATIE VOOR PATIËNTEN DIE EEN OPERATIE ONDERGAAN GOEDE VOEDING, GEZOND LEVEN, SNELLER GENEZEN INFORMATIE VOOR PATIËNTEN DIE EEN OPERATIE ONDERGAAN FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Voeding doet meer dan u denkt! Goede voeding is van levensbelang om gezond

Nadere informatie

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in het ziekenhuis Uitgangspunten: Vroege herkenning: - binnen 24 uur na opname - hoogrisicopatiënten tijdens polikliniekbezoek Snelle en optimale behandeling

Nadere informatie

Voeding: belangrijk aandachtspunt bij patiënten met oncologische wonden

Voeding: belangrijk aandachtspunt bij patiënten met oncologische wonden Voeding: belangrijk aandachtspunt bij patiënten met oncologische wonden Auteur: J. von Linderen Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1991 Pagina: 47-50 Jaargang: 7 Nummer: 4 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden:

Nadere informatie

Richtlijn palliatieve zorg bij COPD

Richtlijn palliatieve zorg bij COPD Richtlijn palliatieve zorg bij COPD Heleen Nederveen: palliatief verpleegkundige Maasstadziekenhuis Lolkje Roos: palliatief verpleegkundige hospice Cadenza / Laurens Levina Oosterom: longverpleegkundige

Nadere informatie

28-9-2014. Inhoud. Voeding en leefstijl bij en na kanker. 1. Voeding van vroeger tot nu. 1. Voeding van vroeger tot nu. 2.

28-9-2014. Inhoud. Voeding en leefstijl bij en na kanker. 1. Voeding van vroeger tot nu. 1. Voeding van vroeger tot nu. 2. Voeding en leefstijl bij en na kanker Malu van Geel Inhoud 1. Voeding van vroeger tot nu 2. Voeding en kanker 3. Aanbevelingen 4. Veel gestelde vragen 1. Voeding van vroeger tot nu 1 Hippocrates Laat voeding

Nadere informatie

Verpleegkundige aspecten bij pancreasinsufficiëntie. MDL scholing, 25 maart 2019 Annemarie Roele, verpleegkundig specialist HPB

Verpleegkundige aspecten bij pancreasinsufficiëntie. MDL scholing, 25 maart 2019 Annemarie Roele, verpleegkundig specialist HPB Verpleegkundige aspecten bij pancreasinsufficiëntie MDL scholing, 25 maart 2019 Annemarie Roele, verpleegkundig specialist HPB Inhoud Vraag vooraf.. Exocriene pancreasinsufficiëntie Symptomen Gevolgen

Nadere informatie

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet Deze folder is bedoeld voor patiënten met een natrium en/of vochtbeperkt dieet waarbij ondervoeding

Nadere informatie

Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa)

Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa) Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa) Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van prednison/ prednisolon. In

Nadere informatie

COPD en voeding. Afdeling Diëtetiek IJsselland Ziekenhuis

COPD en voeding. Afdeling Diëtetiek IJsselland Ziekenhuis COPD en voeding Afdeling Diëtetiek IJsselland Ziekenhuis Inleiding Deze folder is bedoeld voor mensen met COPD en bevat algemene informatie over de rol van voeding bij COPD. Wat is COPD? De afkorting COPD

Nadere informatie

Gezonde voeding bij ouderen. Door Ann Van Hoye, diëtiste

Gezonde voeding bij ouderen. Door Ann Van Hoye, diëtiste Gezonde voeding bij ouderen Door Ann Van Hoye, diëtiste Op het menu Voedingsbehoefte Gezonde voeding Het leven start bij water Smaak Ondervoeding Voedselinfectie Voedingsbehoefte Voedingsbehoefte Basaal

Nadere informatie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie Voedingsmanagement in de Psychiatrie Anneke van Hellemond, diëtist Anneke Wijtsma, diëtist 1 Inhoud presentatie Voedingsproblemen Overgewicht Metabool syndroom Verwijzen naar gespecialiseerd diëtist Behandelwijze

Nadere informatie

De Eetpoli Diagnostisch Centrum Voedingsproblemen

De Eetpoli Diagnostisch Centrum Voedingsproblemen De Eetpoli Diagnostisch Centrum Voedingsproblemen 17 maart 2018 Nee-Eten contactdag Drs. Hilde Krom, arts-onderzoeker Dr. Angelika Kindermann, kinderarts-mdl INLEIDING INLEIDING Fysiologie Respiratoir

Nadere informatie

Symptomen in de Palliatieve Fase

Symptomen in de Palliatieve Fase Symptomen in de Palliatieve Fase Internationale dag Palliatieve zorg Limburg 2015 Marieke van den Beuken- van Everdingen 36 symptomen die bij > 10% voorkomen vermoeidheid obstipatie snelle verzadiging

Nadere informatie

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis Oncologie Omgaan met kanker i Patiënteninformatie Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis Algemeen Het hebben van kanker kan grote gevolgen hebben voor uw leven en dat van uw naasten. Lichamelijk

Nadere informatie

Zorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam

Zorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Zorgpad Stervensfase Lia van Zuylen, internist-oncoloog Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Inhoud Herkenning stervensfase Inhoud van Zorgpad Stervensfase Onderzoeksresultaten Zorgpad

Nadere informatie

De rol van voeding bij darmkanker

De rol van voeding bij darmkanker De rol van voeding bij darmkanker Stefanie Mortier Oncologisch centrum 26 maart 2015 Inhoud 1. Oorzaken 2. Preventie 3. De nog niet behandelde patiënt 4. Radio- en chemotherapie 5. Chirurgie 6. Herstel,

Nadere informatie

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten 2015 Agenda Historie Ondervoeding en oncologie Refeeding Casus tijdens de presentatie 1ste lijn Refeeding? Historie Belegeringen

Nadere informatie

Frauke Thomsen, diëtist St. Maartenskliniek Coby Wijnen diëtist VSN

Frauke Thomsen, diëtist St. Maartenskliniek Coby Wijnen diëtist VSN netwerk diëtisten voor spierziekten Frauke Thomsen, diëtist St. Maartenskliniek Coby Wijnen diëtist VSN Voeding bij ALS / PSMA Vragen Femke Belder, diëtist Sorgente landelijke dieetbehandelingsrichtlijn

Nadere informatie

Prednison, prednisolon (corticosteroïden)

Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Uw behandelend arts heeft u prednison voorgeschreven. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan

Nadere informatie

Exocriene pancreasinsufficiëntie

Exocriene pancreasinsufficiëntie Geen belangenverstrengeling Exocriene pancreasinsufficiëntie Annemarie Roele Verpleegkundig specialist HPB MDL scholing 27-03-2017 Inhoud Casuïstiek Exocriene pancreasinsufficiëntie Oorzaak Symptomen Gevolgen

Nadere informatie

Dieet bij hartfalen. Een kwestie van smaak. Marjon Achterberg- Budding, diëtist 4 e Nationale Voedingscongres 8 februari 2011

Dieet bij hartfalen. Een kwestie van smaak. Marjon Achterberg- Budding, diëtist 4 e Nationale Voedingscongres 8 februari 2011 Dieet bij hartfalen Een kwestie van smaak Marjon Achterberg- Budding, diëtist 4 e Nationale Voedingscongres 8 februari 2011 Wat komt aan de orde? Achtergronden bij de nieuwe Multidisciplinaire Richtlijn

Nadere informatie

Woord vooraf 1 2. Redactionele verantwoording 1 3. Redactie 1 7. Auteurs 1 8

Woord vooraf 1 2. Redactionele verantwoording 1 3. Redactie 1 7. Auteurs 1 8 Inhoud Woord vooraf 1 2 Redactionele verantwoording 1 3 Redactie 1 7 Auteurs 1 8 1 De verpleegkundige in het algemeen ziekenhuis 1 9 1.1 Inleiding 1 9 1.2 Wat is specifieke ziekenhuiszorg? 2 0 1.2.1 Het

Nadere informatie

Ondervoeding bij COPD

Ondervoeding bij COPD Ondervoeding bij COPD Anke Kalisvaart voor Paula van Melick Ziekenhuis Rivierenland Tiel De Lage Korn, Buren Agenda Prevalentie Criteria van ondervoeding bij COPD Definities van lichaamssamenstelling Oorzaken

Nadere informatie

Palliatieve zorg aan kwetsbare ouderen

Palliatieve zorg aan kwetsbare ouderen Palliatieve zorg aan kwetsbare ouderen Interactieve workshop over kaders van palliatieve zorg aan kwetsbare ouderen. Niek Olde Bijvank Specialist ouderengeneeskunde, tevens kaderarts Palliatieve Zorg,

Nadere informatie

Voedingbijhoofdhals-en slokdarmkanker: Wanneer aanvullende voeding opstarten?

Voedingbijhoofdhals-en slokdarmkanker: Wanneer aanvullende voeding opstarten? Voedingbijhoofdhals-en slokdarmkanker: Wanneer aanvullende voeding opstarten? Peter Schepens Diëtist Oncologie AZ Sint-Lucas Brugge Inhoud 1. Belang van screening op de voedingstoestand van de patiënt

Nadere informatie

Diëtetiek Voeding bij COPD

Diëtetiek Voeding bij COPD Diëtetiek Voeding bij COPD Wat is COPD? De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease en is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Deze longaandoeningen zijn

Nadere informatie

Voeding bij kanker: fabels en feiten. Dr. Sandra Beijer, diëtist-epidemioloog Afdeling onderzoek Integraal Kankercentrum Nederland

Voeding bij kanker: fabels en feiten. Dr. Sandra Beijer, diëtist-epidemioloog Afdeling onderzoek Integraal Kankercentrum Nederland Voeding bij kanker: fabels en feiten Dr. Sandra Beijer, diëtist-epidemioloog Afdeling onderzoek Integraal Kankercentrum Nederland 11 juni 2015 Website www.voedingenkankerinfo.nl Superfoods Kurkuma is

Nadere informatie

Voeding bij mitochondriële ziekten

Voeding bij mitochondriële ziekten Voeding bij mitochondriële ziekten Inleiding Mitochondriën zijn de energiecentrales van ons lichaam. Mitochondriën zitten in alle lichaamscellen en zorgen voor de aanmaak van energie door de verbranding

Nadere informatie

Dyspneu. Nieuwe richtlijn, december

Dyspneu. Nieuwe richtlijn, december 1 Dyspneu Nieuwe richtlijn, december 2015 http://www.pallialine.nl/dyspneu-in-de-palliatieve-fase Drs. A.M. Karsch Anesthesioloog pijnspecialist UMC Utrecht Consulent PTMN 1 maart 2016 Richtlijn in 10

Nadere informatie

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) ndersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) De diagnose kanker kan grote impact op u en uw naaste(n) hebben. De ziekte en de behandeling kunnen niet alleen lichamelijke klachten met zich meebrengen,

Nadere informatie

19/10/2017. Overview. 1. Inleiding. 1. Inleiding 2. Zin en onzin van diëten 3. Voedingsinterventie 4. Casus Gust. Vele studies met zelfde besluit

19/10/2017. Overview. 1. Inleiding. 1. Inleiding 2. Zin en onzin van diëten 3. Voedingsinterventie 4. Casus Gust. Vele studies met zelfde besluit Sarcopenie: In beweging Kathleen Gerits, diëtiste Competentiecentrum klinische voeding Overview 1. Inleiding 1. Inleiding Vele studies met zelfde besluit Beweging Voeding algemene richtlijnen: Adequate

Nadere informatie

Diëtisten. Deskundig in ouderenzorg

Diëtisten. Deskundig in ouderenzorg Diëtisten Deskundig in ouderenzorg Vragen over voeding of dieet? Voeding is een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven. Wat en wanneer u eet en met wie, heeft invloed op hoe u zich voelt en hoe het

Nadere informatie

Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU)

Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU) Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU) Afdeling 3.37 interne geneeskunde Locatie Veldhoven Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding U bent of wordt opgenomen op de unit voor palliatieve

Nadere informatie

1 op de Voeding en borstkanker. Vragen? 1 op de 8 vrouwen krijgt borstkanker

1 op de Voeding en borstkanker. Vragen? 1 op de 8 vrouwen krijgt borstkanker Voeding en borstkanker Vragen? Haaglanden MC 18 oktober 2018 ellen.kampman@wur.nl 1 op de 8 vrouwen krijgt borstkanker 1 op de 3 In 2017 Incidentie: ~ 110.000 Prevalentie: ~450.000 1 op de 20 is erfelijk

Nadere informatie

Inleiding. Wat is COPD?

Inleiding. Wat is COPD? COPD en overgewicht Inleiding Deze brochure is bedoeld voor mensen met COPD en overgewicht. De brochure bevat algemene informatie over de rol van voeding bij COPD wanneer er sprake is van overgewicht.

Nadere informatie