Central Data Bank. Toelichting op het datamodel voor de doe-het-zelfsector

Transcriptie

1 Toelichting op het datamodel voor de doe-het-zelfsector Versie 2.1, Definitief - goedgekeurd, September 2016

2 Samenvatting Documenteigenschap Naam Waarde Central Data Bank Datum September 2016 Versie 2.1 Status Beschrijving Definitief - goedgekeurd Toelichting op de Excel veldenlijst voor de doe-het-zelfsector Versiebeheer Versie Datum Aangepast door Samenvatting van revisie 1.0 Augustus 2015 Stef Spaan Eerste versie van het document. 2.0 Juli 2016 Ben Ensink - GDSN Major Release 3.1 update. - Uitleg over bedrag, afmeting en tekstvelden. - Uitbreiding gegevens m.b.t. wetgeving. - Toelichting opbouw Datamodel. Voor een overzicht van alle wijzigingen verwijzen wij u graag naar de veldenlijst in Excel. 2.1 September 2016 Stef Spaan - Hoofdstuk 3 verplaatst naar hoofdstuk 1 - Paragraaf 4.1 geïntegreerd in paragraaf Hoofdstuk 4 verplaatst naar hoofdstuk Appendix - Verwijzingen naar attributen gevaarlijke stoffen en wetgeving aangepast. - Par. 1.7 Omschrijvingsvelden toegevoegd - Par : verwijzing opgenomen naar appendix over flexibele velden - Par Afhankelijkheid attributen toegevoegd - Par. 2.3: verwijzing opgenomen naar appendix over meest voorkomende verpakkingstypes - Par verplaatst naar hoofdstuk 3 Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 2 van 18

3 Inhoudsopgave Inleiding Algemene informatie Werken met de Central Data Bank Soorten gegevens Basisgegevens Consumenteninformatie Gevaarlijke stoffen en wetgeving Taalcodes Omschrijvingsvelden Definitie omschrijving Attribuut namen en gebruiksregels Toepassing van de zes attributen voor omschrijving Voorbeelden Aan de slag Opbouw Excel veldenlijst Tabblad Fielddefinitions Field ID s Afhankelijkheid attributen Tabblad Picklists Tabblad Bricks Tabblad Data for attributes per brick Gevaarlijke stoffen Declaration of Performance (DoP) Meststoffen Batterijen Milieu, verpakkingenbelasting en verwijderingsbijdrage (MVV) Keurmerken Appendix A.1 Flexibele gegevensvelden A.2 Meest voorkomende verpakkingstypes A.3 Verwijzingen naar externe bronnen Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 3 van 18

4 Inleiding GS1 Nederland heeft, in nauwe samenwerking met GS1 Belgium & Luxembourg, een oplossing voor een eenduidige en betrouwbare uitwisseling van artikelgegevens in de sector doe-het-zelf in de Benelux. Deze oplossing heet GDSN d.m.v. de Central Data Bank, waarmee leveranciers en afnemers artikelgegevens uitwisselen via één centraal internationaal netwerk. Dit document bevat een toelichting op de Excel veldenlijst in de sector doe-het-zelf en biedt ondersteuning bij het invoeren van artikelgegevens in de Central Data Bank. De Excel veldenlijst beschrijft naast de naam van het gegevensveld (of attribuut) alle overige relevante kenmerken zoals definitie, regels en formaat. Daarnaast worden de codewaarden vermeld voor attributen waarvoor een codelijst is vastgesteld en vindt u een overzicht van attributen per artikelgroep (brick). Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 4 van 18

5 1 Algemene informatie 1.1 Werken met de Central Data Bank Na het invoeren van uw gegevens in de Central Data Bank (CDB) stuurt u als leverancier in één keer uw artikelgegevens naar de database. Daarbij bepaalt u zelf welke afnemers over die informatie kunnen beschikken. Vervolgens kunnen afnemers deze artikelgegevens gebruiken in hun eigen systemen. Bij het uitwisselen van informatie maakt de CDB gebruik van de wereldwijde Global Data Synchronization Network (GDSN) standaard, die bepaalt welke gegevens op welke manier worden opgeslagen en gedeeld. Centrale informatie-uitwisseling via de CDB werkt optimaal als alle schakels in de sector kunnen vertrouwen op de kwaliteit van artikelgegevens. Goed ingevoerde artikelgegevens zijn compleet, volgens de standaarden en afgesproken regels ingevoerd, en consistent. GS1 Belgilux en GS1 Nederland voert een datakwaliteitprogramma uit dat een onlosmakelijk onderdeel van de oplossing uitmaakt. 1.2 Soorten gegevens U kunt meer dan verschillende soorten gegevens via de CDB uitwisselen. Deze gegevens zijn vastgesteld door toonaangevende retailers en leveranciers/fabrikanten in de sector doe-het-zelf in de Benelux. De gegevens kunnen op basis van relevantie en doel worden opgedeeld in een aantal groepen: - Basisgegevens - Consumenteninformatie - Gegevens over wetgeving gevaarlijke stoffen en milieu In de volgende paragrafen vindt u meer informatie over deze soorten gegevens Basisgegevens Basisgegevens zijn relevant voor alle artikelen en vult u altijd in. De gegevens zijn bedoeld om bedrijfsprocessen efficiënt te laten verlopen en betreffen onder andere: - Productinformatie: zoals artikelcode, productnaam en categorie - Logistieke informatie: zoals verpakkingen, afmetingen en gewicht - Financiële informatie: zoals soort belasting en belastingtarief Consumenteninformatie Onder consumenteninformatie vallen gegevens die bedoeld zijn voor met name de online verkoop via webshops, maar ook voor bijvoorbeeld promotionele uitingen (acties, folders). Afhankelijk van het soort artikel zijn bepaalde gegevens optioneel of wel verplicht. Lees meer hierover in paragraaf Om de gegevens voor leveranciers gemakkelijk vindbaar te maken, zijn deze gegroepeerd. Als basis daarvoor is het Global Product Classification (GPC) systeem gebruikt. Elk artikel is gekoppeld aan een brick (artikelgroep) uit het GPC-systeem. Op de website van GS1 vindt u de doe-het-zelf veldenkiezer, dit is een hulpmiddel waarmee u de relevante attributen per brick kunt opzoeken. De gegevens voor consumenteninformatie worden in de datapool vastgelegd volgens de werkwijze van flexibele velden. In Appendix A.1 vindt u meer informatie over deze methode Gevaarlijke stoffen en wetgeving Sommige artikelen vallen onder de wetgeving vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR). In het kader van deze wetgeving voert u specifieke gegevens in. De gegevens over wetgeving gevaarlijke stoffen en milieu zijn in een aantal subgroepen onderverdeeld: - Gegevens over gevaarlijke stoffen - DoP (Declaration of Performance) - Meststoffen Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 5 van 18

6 - Batterijen - MVV: Milieu, Verpakkingenbelasting en Verwijderingsbijdrage - Keurmerken In hoofdstuk 3 vindt u meer informatie over deze subgroepen. 1.3 Taalcodes In de CDB is het mogelijk om met taalcodes één of meerdere talen aan te geven. In de veldenlijst in Excel herkent u de mogelijkheid om een andere taalcode te gebruiken aan de waarde Yes in de kolom Multi-Lingual. De taalcode wordt meegegeven in een apart element (languageisocode, zie voorbeeld). Dit wordt vaak door de software geregeld die u gebruikt om artikelgegevens toe te voegen en te onderhouden. Let op: het is voor het attribuut Vervoersnaam aanvulling niet mogelijk om de taalcode in het aparte element in te voeren. Vermeld de taal in de waarde zelf, bijvoorbeeld: nl:pyrrolidine, Formaldehyde In onderstaande tabel vindt u de regels voor het gebruik van de taalcode: Definitie Code waarmee de taal wordt aangegeven, waarin de gegevensvelden uit deze groep (omschrijving gegevensvelden) zijn ingevoerd. Voor een verplicht tekstgegevensveld: Doelmarkt Verplicht Wenselijk Nederland (NL) Nederlands = NL Regel(s) België (BE) Nederlands = NL Frans = FR Engels = EN Duits = DE Voor een optioneel tekstgegevensveld: Doelmarkt Verplicht Wenselijk Nederland (NL) Nederlands = NL België (BE) Nederlands = NL Frans = FR Engels = EN Duits = DE Voorbeeld Voorbeeld XML NL Voorbeeld van gebruik taalcode in XML van attribuut Volledige omschrijving: <tradeitemdescription> <language> <languageisocode>en</languageisocode> </language> <text>flexa Creations Wallpaint Extra mat Havana 3550 medium yellow 0,75 liter</text> </tradeitemdescription> <tradeitemdescription> <language> <languageisocode>nl</languageisocode> </language> <text>flexa Creations Muurverf Extra mat Havana 3550 midden geel 0,75 liter</text> </tradeitemdescription> Tabel 1.3: regels voor taalcodes Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 6 van 18

7 1.4 Omschrijvingsvelden Definitie omschrijving De attributen voor het omschrijvingen van een artikel worden gebruikt voor het in woorden uitdrukken om wat voor artikel het gaat. In de standaard zijn er meerdere attributen beschikbaar om het artikel te omschrijven. De zes attributen uit onderstaande lijst zijn nodig om een juiste en volledige omschrijving op te stellen. De omschrijving moet onder andere gebruikt kunnen worden voor aanvullende herkenning van het artikel, schapkaarten, de kassabon en etikettering Attribuut namen en gebruiksregels De beschrijving van een artikel kan in de volgende attributen worden uitgedrukt: - Merknaam - Submerk - Functionele naam - Variant - Netto inhoud - Volledige omschrijving Deze zes attributen gebruikt u om het artikel uniek te identificeren. Er kunnen geen twee verschillende artikelen zijn waarbij de zes attributen identiek zijn. Als algemene regel geldt dat de attributen Merknaam, Submerk, Functionele naam, Variant en Netto inhoud achterelkaar uitgedrukt een logische omschrijving opleveren. Bijvoorbeeld: Flexa Creations Muurverf - Extra mat Wit morning snow 750 ml. De attributen voor het beschrijven van een artikel kunnen in meerdere talen opgevoerd worden. Als basisregel geldt dat deze velden in de taal van de doelmarkt (Target Market) worden ingevuld. Dus voor Target Market Nederland: Nederlands en voor Target Market België: Nederlands en Frans Toepassing van de zes attributen voor omschrijving In de volgende paragrafen is elk attribuut apart toegelicht en krijgt u voorbeelden wat u in het attribuut kunt opvoeren Merknaam (verplicht) De naam van het merk waaronder het artikel wordt verkocht en gepromoot. Bijvoorbeeld Flexa of Pokon. Het is belangrijk het merk steeds hetzelfde te spellen, niet af te korten en hoofd- en kleine letters en leestekens uniform te gebruiken. Bijzondere situaties - merkloze artikelen krijgen (UNBRANDED) als merknaam - een combinatieverpakking met verschillende merken (bijvoorbeeld een display, maar ook een geschenkverpakking) krijgt ook (UNBRANDED) als merknaam Submerk (optioneel) Van een submerk is sprake als er binnen een merk series zijn waarop een aparte marketinginspanning is gericht. Bijvoorbeeld: - Merk = Flexa - Submerk = Couleur Locale Het kan zijn dat sommige artikelen van een merk wel een submerk hebben en andere niet. De leverancier bepaalt of er sprake is van een submerk. Deze is zichtbaar op het artikel en/of de verpakking. Is geen submerk aangegeven op het artikel dan blijft het attribuut Submerk leeg. Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 7 van 18

8 Functionele naam (verplicht) Deze waarde in dit attribuut geeft antwoord op de vraag naar welk artikel is de consument op zoek? Bijvoorbeeld: - muurverf - vouwgordijn De waarde die wordt ingevuld is zo concreet mogelijk, dus niet verf maar muurverf, niet raamdecoratie maar vouwgordijn. Een bepaalde functionele naam zal vaak bij meerdere leveranciers voorkomen, maar dat hoeft niet: sommige artikelnamen zijn door een enkele leverancier ontwikkeld en tot soortnaam geworden Variant (optioneel) Het attribuut variant bevat informatie die het artikel onderscheidt van andere artikelen van hetzelfde merk en met dezelfde functionele naam v.w.b. kleur, geur, samenstelling, werking, etc. Bijvoorbeeld: - bij verf: appelgroen / mosgroen Het kan ook zijn dat bij het ene artikel (de basisuitvoering) het attribuut variant niet gevuld is en bij het andere artikel (de variant) wel. Bijvoorbeeld: - bij verf: <geen variant> / helderwit - bij potgrond: <geen variant> / met voedingstoffen Let op: voor een langere omschrijving van de variant of bij meerdere variant eigenschappen kunt u dit attribuut meerdere malen opvoeren Netto inhoud (verplicht bij basiseenheid) In het attribuut vermeldt u de netto inhoud zoals deze is vermeld op de verpakking. Meer informatie over hoe u dit attribuut kunt gebruiken vindt u in de Excel veldenlijst, kolom Instruction Dutch, zie ook paragraaf Volledige omschrijving (optioneel) Naast de attributen Merknaam, Submerk, Functionele naam, Variant en Netto inhoud die samen een omschrijving van het artikel vormen, bevat de standaard ook nog het attribuut Volledige omschrijving. Aangeraden wordt om dit attribuut te vullen door een combinatie van de attributen Merknaam, Submerk, Functionele naam en Variant. Wanneer deze samenstelling niet voldoende informatie geeft of geen recht doet aan de manier waarop in de handel of marketing naar dit artikel gerefereerd wordt, kunt u ook een aangepaste omschrijving bij dit attribuut invullen. Let op: dit attribuut mag niet meer of andere informatie bevatten dan wat reeds beschikbaar is in de attributen Merknaam, Submerk, Functionele naam, Variant en Netto Inhoud Voorbeelden Merk Submerk Functionele naam Variant Inhoud Bison PVC lijm Hard 250 milliliter Brabantia Pedaalemmer Kunststof binnenemmer Etna Trendline Afzuigkap Schouwmodel 60cm Wit 3 l RVS 1 stuks 1 stuks Flexa Creations Muurverf Extra mat Havana 3550 midden geel 0,75 liter Jan de Bouvrie Rolgordijn Uni zwart (1910) B 1100 mm H 1900 mm 1 stuks Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 8 van 18

9 Merk Submerk Functionele naam Variant Naturado Potgrond RHP kwaliteit 20 liter Rambo Tuinbeits 4000 Sealskin Douchegordijnsta ng Lichtgroen SEALLUX Wit CM WOOOD Duo Eettafel Eiken-grenen Wit 150 x 85 Arne&Bodil Opdekdeur ABB001 Links 630x2015 mm Inhoud 2,5 liter 1 stuks 1 stuks 1 stuks Cetabever Binnenbeits TRANSPARANT ACRYL 0,75 liter 1.5 Aan de slag Het is van groot belang dat u de velden nauwkeurig en correct invult, want betrouwbare gegevens zijn essentieel voor het optimaal laten verlopen van de bedrijfsprocessen. In dit document vindt u een toelichting op de Excel veldenlijst in hoofdstuk 2. Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 9 van 18

10 2 Opbouw Excel veldenlijst Het datamodel voor de doe-het-zelfsector bestaat uit een veldenlijst in Excel met meerdere tabbladen. Deze lijst helpt u bij het verzamelen en invoeren van uw gegevens in de Central Data Bank. In dit hoofdstuk worden de relevante tabbladen per paragraaf toegelicht. In tabblad Explanations vindt u een toelichting op alle tabbladen in het Excel bestand, inclusief per tabblad een overzicht van alle kolommen en hun betekenis. 2.1 Tabblad Fielddefinitions Ieder attribuut is een rij in het Excelbestand en wordt geïdentificeerd met een unieke field ID. Zie paragraaf 2.2 voor een uitleg over de field ID s. Per attribuut zijn gegevens over diverse kenmerken vastgelegd. Deze staan aangeduid als kolommen. De belangrijkste kenmerken zijn (tussen haakjes de kolomtitel): - Field ID (FieldID) - Definitie (Definition) - Gebruiksregel (Instruction) - Formaat (Format) - Minimumlengte (Min Len) - Maximumlengte (Max Len) - Aantal decimalen (Decimals) - Verplicht volgens de GDSN standaard (Mand GDSN) - Optioneel volgens de GDSN standaard maar verplicht volgens de afspraken in de doe-het-zelf sector (Mand Funct) - Aantal keren dat het attribuut mag worden herhaald (Repeat) - Afhankelijkheid van andere attributen (Dependency) inclusief de indicatie of deze afhankelijkheid verplicht is (Dependent field mandatory) - Engelse vertalingen van attribuutnaam, definitie, instructie en opmerkingen (Attributename English, Definition English, Instruction English, Remark(s) English) - Franse vertalingen van attribuutnaam, definitie, instructie en opmerkingen (Attributename French, Definition French, Instruction French, Remark(s) French Een aantal attributen bestaat in feite uit een attributenpaar: het werkelijke attribuut en aanvullend een extra attribuut. Ook in de XML berichten bestaan zulke attributen uit meerdere velden. In de Excel veldenlijst zijn die aanvullende rubrieken weggelaten, omdat de invulling ervan vanzelf voortkomt uit hun gebruik. Het gaat om de volgende attribuuttypes: - Bedragen: die bestaan uit een getal (evt. met decimalen) en een valuta code (bijv. EUR). - Afmetingen: die bestaan uit een getal (evt. met decimalen) en een maateenheid (bijv. MTR). - Tekstvelden: die bestaan uit een tekst en een taalcode waarin de tekst is opgesteld (bijv. NL) Field ID s Ieder attribuut in het Excelbestand wordt uniek geïdentificeerd door een field ID. De field ID s zijn gegroepeerd naar een soort gegeven. In onderstaande tabel vindt u een overzicht van het soort gegeven en hun bijbehorende field ID: Soort gegeven Field ID Basisgegevens Field ID s beginnen met 0 of 3 Consumenteninformatie Field ID s beginnen met een 4 of 6 Gegevens voor gevaarlijke stoffen (zie Appendix A.2) Field ID s t/m 5.037, 5.045, t/m 5.050, t/m 5.066, en t/m Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 10 van 18

11 Soort gegeven Field ID Gegevens voor Declaration of Performance Field ID s t/m en (zie Appendix A.2) Gegevens voor Meststoffen (zie Appendix A.2) Field ID s t/m Gegevens voor Batterijen (zie Appendix A.2) Field ID s 5.044, t/m Gegevens voor Milieu, verpakkingenbelasting en verwijderingsbijdrage (MVV) (Appendix A.2) Field ID s t/m 4.656, 4.002, 4.022, 4.023, 4.033, 4.035, 4.058, en Gegevens voor Keurmerken (zie Appendix A.2) Field ID s t/m Tabel 2.1.1: field ID s Afhankelijkheid attributen ADR klasse In kolom Dependency wordt bij sommige attributen de afhankelijkheid aangegeven van attribuut ADR klasse (FieldID 5.010), de waarde is dan vermeld. Deze afhankelijkheid geldt alleen indien voor attribuut ADR klasse een waarde uit de reeks 1 t/m 9 wordt vermeld in de datapool bij het betreffende artikel. Toelatingsnummer In kolom Dependency wordt bij attribuut Toelatingsnummer (FieldID 5.022) vermeld dat deze afhankelijk is van attribuut Gepland gebruik (FieldID 5.003). Deze afhankelijkheid geldt alleen indien voor attribuut Gepland gebruik (FieldID 5.003) de waarde 2 of 3 wordt vermeld of voor attribuut Productgroep/gevarenklasse (FieldID 5.033) de waarde 8 is ingevuld. VOS categorie In kolom Dependency wordt bij attribuut VOS categorie (FieldID 5.034) vermeld dat deze afhankelijk is van attribuut Productgroep/gevarenklasse (FieldID 5.033). Deze afhankelijkheid geldt alleen indien voor attribuut Productgroep/gevarenklasse (FieldID 5.033) de waarde 9 is ingevuld. 2.2 Tabblad Picklists Voor ieder attribuut dat in het tabblad Fielddefinitions als formaat de waarde Picklist of NumberPicklist heeft in kolom Format en de overeenkomstige field ID in kolom Picklist ID, kunt u in het tabblad Picklists de toegestane codewaarden vinden. De field ID wordt gebruikt om de relatie te leggen tussen beide tabbladen. Een uitzondering hierop zijn de attributen waarvoor een standaard GDSN codelijst bestaat. Deze zijn aangeduid met de waarde GDSN code list in kolom Picklist ID. U selecteert de juiste code waarde van de betreffende GDSN code lijst. In Appendix A.3 vindt u de verwijzingen naar de GDSN codelists. In Appendix A.2 vindt u voor de GDSN code list verpakkingstype de binnen de sector doe-het-zelf meest voorkomende verpakkingstypes. 2.3 Tabblad Bricks In dit tabblad is een overzicht opgenomen van alle bricks (artikelgroep) uit het GPC-systeem. Iedere brick is een rij in dit tabblad. Per brick zijn relevante kenmerken opgenomen. Deze zijn aangeduid als kolommen. De belangrijkste kenmerken zijn (tussen haakjes de kolomtitel): - Brick code (Brick Code). - Relevant voor de sector doe-het-zelf (DIY). - Naam van de brick in het Nederlands en Engels (Brick Title resp. NL Brick Title). - Definitie van de brick (Brick Definition (Include) en Brick Definition (Exclude)). - Segment gegevens (Segment Code, Segment Title, NL Segment Title). - Familie gegevens (Family Code, Family Title, NL Family Title). - Klasse gegevens (Class Code, Class Title, NL Class Title). Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 11 van 18

12 Lees meer over het GPC-systeem in de Appendix A Tabblad Data for attributes per brick Dit tabblad geeft u een overzicht van de relevante bricks en de attributen die voor de betreffende brick belangrijk zijn. Deze koppeling van bricks met attributen is aangegeven voor alle attributen die tot de groep Consumenteninformatie (zie par ) horen. Naast de brick code en de field ID van het attribuut is ook vermeld of het attribuut verplicht (waarde 1) of optioneel (waarde 0) is. Dit wordt aangegeven in de kolom met titel Cross. Het overzicht in dit tabblad helpt u om: - Inzicht te krijgen welke attributen van belang zijn om te vullen voor het artikel dat u levert. - Welke attributen bij de brick u verplicht moet invullen. Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 12 van 18

13 3 Gevaarlijke stoffen Voor sommige artikelen is een veiligheidsblad, of Safety Data Sheet (SDS), wettelijk verplicht. In dat geval geeft u in het attribuut Code SDS aan dat er een SDS voor het artikel aanwezig is. Ook vermeldt u dat alle relevante attributen, zoals bijvoorbeeld Laatste verificatiedatum SDS-geldigheid, Gepland gebruik en Handelsnaam op het SDS zijn ingevuld. Is Code SDS niet ingevuld, dan geeft u daarmee expliciet aan dat er geen SDS voor het artikel nodig/aanwezig is. Bij het invoeren van gegevens voor deze artikelen houdt u rekening met het volgende: - De GS1 artikelcode (GTIN), de dataleverancier en de doelmarkt zijn de primaire sleutels van een artikel in GDSN. In de praktijk leidt dit soms tot meerdere veiligheidsbladen voor één artikel. Een veiligheidsblad is altijd opgesteld in een taal waarvan u de taalcode vermeldt in de datapool. We adviseren u om die taalcode ook in de bestandnaam van het SDS op te nemen. Wanneer een artikel bijvoorbeeld wordt geleverd aan de doelmarkt België, dan moet u de SDS-bladen in het Nederlands, Duits en Frans toevoegen. Meer informatie over veiligheidsbladen vindt u op de website van Echa Europe, zie Appendix A.3 voor de verwijzing naar deze externe bron. - Sommige artikelen bevatten meerdere componenten, bijvoorbeeld tweecomponentenlijm. Om de gegevens op het veiligheidsblad van een component via de CDB uit te wisselen, kent u aan iedere component een eigen (administratieve) GS1 artikelcode toe. De componenten met bijbehorende GS1 artikelcode neemt u vervolgens op als een samengesteld artikel in de datapool. Voor ieder component is een apart veiligheidsblad nodig, met bijbehorende gevaarlijke stoffen gegevens. - GS1 biedt in samenwerking met 1WorldSync een dienst aan voor het opslaan en verifiëren van veiligheidsbladen: Hazardous Materials Compliance (HMC). Naast dat deze een opslag een controlefunctie heeft, biedt het u de mogelijkheid om een gedeelte van de gegevens van het veiligheidsblad af te halen en in GS1 Datapool aan het artikel toe te voegen. In de veldenlijst in Excel zijn deze gegevens in de kolom HMC aangegeven met YES. De waarde HMC in die kolom geeft aan dat het SDS is gecontroleerd door HMC (status) en wanneer (waarde) dit is gebeurd. Maakt u als leverancier gebruik van deze HMC-dienst dan hoeft u bepaalde gegevens niet meer zelf aan het artikel toe te voegen. Sommige afnemers zijn echter geïnteresseerd in de (voorlopige) gegevens voor gevaarlijke stoffen voorafgaand aan de verificatie door HMC en kunnen u vragen de gegevens alvast in de datapool toe te voegen bij het betreffende artikel. Maakt u geen gebruik van deze HMC-dienst? Vul dan wel zelf alle attributen in die relevant zijn voor gevaarlijke stoffen. Voor de attributen die bij deze groep gegevens horen zie de tabel in paragraaf FieldID s. 3.1 Declaration of Performance (DoP) Voor sommige artikelen is een prestatieverklaring wettelijk verplicht, deze wordt ook wel Declaration of Performance (DoP) genoemd. In dat geval geeft u in het attribuut Code DoP aan dat er een DoP voor het artikel aanwezig is en dat alle relevante attributen, zoals bijvoorbeeld Laatste verificatiedatum DoP geldigheid, Datum laatste herziening DoP Titel op het DoP blad zijn ingevuld. De inhoudelijke informatie op het blad wordt niet opgeslagen, zoals bij SDS-sheets voor sommige velden wel het geval is. Door Code DoP niet in te vullen geeft u expliciet aan dat er geen DoP nodig/aanwezig is voor het artikel. De producent/leverancier is verantwoordelijk voor de juistheid van de prestatieverklaring (DoP) en is daarmee ook degene die kan verklaren of een DoP van een bepaalde datum wel of niet juist is. Wanneer leveranciers informatie aanleveren in de CDB, vragen zij bij de producent na of de DoP nog geldig is. Dat geldt dan voor alle (taal)versies die beschikbaar zijn. Periodiek kan die geldigheid door de afnemer worden opgevraagd bij de leverancier. GS1 biedt geen dienst aan voor het verifiëren van de DoP zoals HMC dat doet bij SDS sheets. Voor de attributen die bij deze groep gegevens horen zie de tabel in paragraaf FieldID s. 3.2 Meststoffen In België is het voor sommige artikelen wettelijk verplicht op een kassabon en/of factuur een tekst af te drukken met de typering van de meststof. In het Excel data model is daarvoor het attribuut Type aanduiding meststoffen opgenomen. Het formaat van deze tekst is voorgeschreven door de Belgische overheid. Voorbeelden van gegevens die tot deze groep behoren zijn indicatie nitraat houdende meststof, indicatie EU toegestaan meststof en gehalte ammoniumnitraat. Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 13 van 18

14 Voor de attributen die bij deze groep gegevens horen zie de tabel in paragraaf FieldID s. 3.3 Batterijen De artikelgroep batterijen bevat zowel consumentgerichte gegevens als gegevens met betrekking tot gevaarlijke stoffen en recycling. Consumentgerichte gegevens zijn bijvoorbeeld oplaadtijd, type batterij (AA, AAA, e.d.) en soort batterij (Li-Ion, NiCD, NiMH). De gegevens die betrekking hebben op gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld batterij gewicht, lood, kwik, cadmium percentage en lithium gehalte. Voor de attributen die bij deze groep gegevens horen zie de tabel in paragraaf FieldID s. 3.4 Milieu, verpakkingenbelasting en verwijderingsbijdrage (MVV) Als op een artikel wetgeving van toepassing is voor milieu, verpakkingenbelasting en/of verwijderingsbijdrage vult u de daarvoor geldende gegevens in bij het artikel. Het gaat over de gegevens over Recupel, Bebat, Wecycle, Stibat, Auvibel, Valorlub en Recytyre. Voor de attributen die bij deze groep gegevens horen zie de tabel in paragraaf FieldID s. 3.5 Keurmerken Op sommige artikelen zijn één of meerdere keurmerken van toepassing zoals bijvoorbeeld: FSC, PEFC, KOMO of KIWA. Voor ieder keurmerk is een attribuut beschikbaar, deze zijn optioneel. Is een keurmerk voor het artikel beschikbaar? Vermeld dan de juiste code die bij het keurmerk hoort in het attribuut. Dit kunt u voor ieder artikel aangeven in de diverse interfaces. Voor de attributen die bij deze groep gegevens horen zie de tabel in paragraaf FieldID s. Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 14 van 18

15 4 Appendix A.1 Flexibele gegevensvelden Naast de gestandaardiseerde gegevensvelden zijn er ook nieuwe gegevensvelden nodig. Deze velden zijn met name nodig voor consumentgerichte informatie voor bijvoorbeeld online verkoop via webshops. Om deze informatie in te voeren zijn flexibele gegevensvelden beschikbaar. De methodiek om deze flexibele gegevensvelden te definiëren is gestandaardiseerd. Dit zorgt ervoor dat u de gegevens op een gestructureerde manier kunt uitwisselen. De attributen om flexibele gegevensvelden te definiëren zijn opgenomen in de Addition Trade Item Classification Module van GDSN. In onderstaande tabel vindt u een overzicht met definitie van de attributen die u nodig heeft om gegevens via een flexibel gegevensveld door te geven: Attributen additionaltradeitemclassificationsystemcode: vaste waarde 64 voor alle gegevensvelden (64 is een waarde uit de codelijst AdditionalTradeItemClassificationCodeListCode ) additionaltradeitemclassificationcodevalue: vaste waarde 0 voor alle gegevensvelden. additionaltradeitemclassificationpropertycode: code (an..17) waaronder een flexibel gegevensveld binnen een groep is vastgelegd. Dit attribuut wordt gevuld met het FieldID uit de veldenlijst in Excel. Welke van de onderstaande attributen u verder moet gebruiken, bekijkt u in de kolom GDSN name in de Excel veldenlijst. propertymeasurement: waarde (n..15) die wordt toegekend aan het betreffende gegevensveld, inclusief eenheid (an..3) in MeasurementUnitCode [unitofmeasure]. propertycode: code uit de waarde lijst (an..17) die wordt toegekend aan het betreffende gegevensveld. De omschrijving kan lokaal in de juiste taal worden gepresenteerd. propertyinteger: numerieke gehele waarde (n..15) die wordt toegekend aan het betreffende gegevensveld. propertystring: vrije tekst voor het betreffende gegevensveld waarvan de waarde voor alle talen hetzelfde is. propertydescription: vrije tekst (an..5000) voor het betreffende gegevensveld. Deze vrije tekst kan in meerdere talen worden vermeld. Als dit veld wordt ingevuld moet ook een waarde in het volgende veld worden vermeld. Zie paragraaf 1.3 voor de regel over de vermelding in meerdere talen. Tabel A.1: attributen voor flexibele gegevensvelden languagecode: vermeld een geldige waarde uit de waarde lijst voor taalcode. Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 15 van 18

16 A.2 Meest voorkomende verpakkingstypes In onderstaande tabel vindt u meest voorkomende verpakkingstypes voor het veld Verpakkingstype. De code vermeldt u als waarde in het veld: Naam Code Toelichting Bakje CT Een niet-specifieke term voor een hersluitbare verpakking. Blik CNG Een metalen, meestal cilindervormige verpakking van onbepaalde grootte, die kan worden gebruikt voor artikelen in consumentenhoeveelheden en institutionele hoeveelheden. Blisterverpakking BPG Een type verpakking waarbij het artikel is verpakt tussen een voorgevormde bubbel (meestal van doorzichtig plastic) en een kartonnen drager. Deze kunnen aan elkaar zijn bevestigd door middel van nieten, warmtelassen, lijmen of op andere wijze. Blisterpacks worden meestal door middel van thermovorming van polyvinylchloride gemaakt, maar vrijwel elke thermoplast kan tot een bubbel worden gevormd. Doos BX Een niet-specifieke term die verwijst naar een niet-flexibele, driedimensionale verpakking met gesloten zijkanten die de inhoud geheel omhult en van elk materiaal kan zijn gemaakt. Emmer BJ Een meestal cilindervormige verpakking, eventueel voorzien van een deksel en handvat (gemaakt van metaal, plastic of ander geschikt materiaal). Fles BO Een verpakking met een ronde hals waarvan de diameter kleiner is dan die van de buik, met een opening die met een dop kan worden afgesloten om de inhoud binnen te houden. Huls SY Een flexibele verpakking met open zijkanten, meestal van papier, karton of plastic, die over de inhoud wordt geschoven ter bescherming of presentatie. Kaart M Een platte verpakking waaraan het artikel in de winkel hangt of is bevestigd. Krimpverpakking SW Een verpakking bestaande uit plasticfolie rondom een artikel of groep artikelen, die wordt verwarmd zodat hij krimpt en de eenheid bijeenhoudt. Multi-pack MPG Een bundel artikelen die voor het draaggemak van de consument bij elkaar worden gehouden door de verpakking. Een multipack is altijd een consumenteneenheid. Niet verpakt NE Het artikel wordt zonder verpakking geleverd. Spoel RL Een kern waaromheen draad, kabel en dergelijke wordt gewonden. Elk voorwerp waar materiaal omheen kan worden gewonden. Meestal voorzien van zijflenzen en gebruikt bij verzending. Spuitbus AE Een gasdichte, drukbestendige verpakking met een ventiel en drijfgas. Als het ventiel wordt geopend, spuit het artikel door de stuwkracht in de vorm van een al dat niet fijne spray of stroom uit de verpakking. Stazak PO Een voorgevormde, flexibele verpakking, meestal afgesloten met een naad onderaan. Kan rechtop op de plank worden neergezet. Tube TU Een cilindervormige verpakking die aan één kant is geseald en aan de andere kant is afgesloten met een dop of doseervoorziening. Verpakt, geen specificatie PUG De verpakking van het artikel staat momenteel niet op de lijst. Gebruik deze code als er geen geschikte opties beschikbaar zijn. Zak BG Een voorgevormde, flexibele verpakking, meestal slechts aan één kant geopend, waarvan de opening na het vullen al dan niet kan worden afgesloten. Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 16 van 18

17 Naam Code Toelichting Zakje EN Een (meestal) platte verpakking van flexibel materiaal met slechts twee oppervlakken, aan drie kanten aan elkaar verbonden om een omhulsel te vormen. De open kant kan worden gebruikt om de verpakking te vullen en kan daarna eventueel worden afgesloten met een al dan niet zelfklevende klep, warmtelas, touwtje, metalen klem of ander sluitmiddel. Tabel A.2: codes voor verpakkingstypes Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 17 van 18

18 A.3 Verwijzingen naar externe bronnen In de onderstaande tabel vindt u verwijzingen naar externe bronnen. Omschrijving Bron GPC-classificatiecode Veldenkiezer DHZ GDSN codelists Informatie over veiligheidsbladen ADR handboek GHS-symboolcode Tabel A.3: verwijzingen naar externe bronnen Versie 2.01, Definitief - goedgekeurd, 8 Juli GS1 Belgium & Luxembourg Pagina 18 van 18