Families in beeld. Uitkomsten van het onderzoeksprogramma De Bindende kracht van familierelaties. Maarten Evenblij

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Families in beeld. Uitkomsten van het onderzoeksprogramma De Bindende kracht van familierelaties. Maarten Evenblij"

Transcriptie

1

2 Families in beeld Uitkomsten van het onderzoeksprogramma De Bindende kracht van familierelaties Maarten Evenblij Den Haag, november 2009 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

3 Colofon Tekst Maarten Evenblij, freelance wetenschapsjournalist Redactie Petra Griffioen Eindredactie Katrien de Klein Vormgeving Christy Renard (Voorlichting & Communicatie, NWO) Contactpersoon De Bindende kracht van familierelaties Petra Griffioen , Fotografie Hollandse Hoogte Drukwerk Drukkers Ipskamp, Enschede ISBN/EAN Families in beeld is een uitgave van het onderzoeksprogramma De Bindende kracht van familierelaties van De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), november 2009

4 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 7 The Netherlands Kinship Panel Study, NKPS 10 Kwaliteit gehechtheid voorspelt familierelaties 12 Jongvolwassenen en jonge ouderen groeien naar elkaar toe 18 Verschil tussen allochtone en autochtone families relatief klein 23 Kinderen stimuleren de binding van mannen aan hun familie 30 Arbeidsparticipatie van moeder beïnvloedt aantal werkuren van dochter 36 Woonomgeving van belang voor taakverdeling tussen partners 42 Vaders in ploegendienst besteden meer tijd aan zorg en activiteiten 48 met hun kinderen Tolerante houding van ouders vaak bepalend voor houding van kinderen 54 Ouders en school betrekken bij behandeling van kind met 60 gedragsproblemen Tot slot 66

5

6 Voorwoord Sinds ik ben aangetreden als minister voor Jeugd en Gezin heb ik nogal wat mensen horen zeggen dat praten over het gezin en het belang van gezinnen voor de samenleving maar oubollig en achterhaald zou zijn. Tegelijkertijd hoor en lees ik ook dat steeds meer mensen juist overtuigd raken van het tegendeel: het gezin verdient onze volle aandacht. Zowel wetenschappers en maatschappelijke organisaties als onderwijzers, hulpverleners en ervaringsdeskundigen beamen dit. En ik sluit me volledig bij hen aan. Het onderzoeksprogramma De Bindende kracht van familierelaties van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek bewijst en onderstreept deze verandering van visie. De resultaten laten zien dat het gezin alive and kicking is en zeker niet aan vervanging toe, zoals een van de onderzoekers het in deze publicatie verwoordt. Want hoewel de individualisering ook in ons land een hoge vlucht heeft genomen, is leven in gezinsverband voor de meeste Nederlanders nog altijd een vanzelfsprekende keuze. De Bindende kracht van familierelaties heeft een schat aan informatie opgeleverd. Waardevolle kennis die we kunnen gebruiken om ons beleid verder te ontwikkelen en nog scherper af te stemmen op de vragen en behoeften in het veld. In dit boek lezen we er alles over. De interviews boeien en verrassen. De uitkomsten zetten onze aannames over familierelaties soms op zijn kop. Wie had bijvoorbeeld gedacht dat de solidariteit tussen ouders en kinderen ondanks emancipatie en individualisering nog altijd onverminderd groot is? Of dat de sociale samenhang in gemengde buurten niet per definitie slechter is dan in andere wijken? Families in beeld 5

7 Een goed functionerend gezin heeft een gunstige invloed op de persoonlijke en sociale ontwikkeling van alle leden van dat gezin. En ook nog eens een gunstige uitwerking op de rest van de familie en de sociale omgeving. Dat is in een notendop de kracht van het gezin en het is precies de reden waarom het gezin niet alleen tijdens deze kabinetsperiode maar blijvend aandacht en steun verdient. Families in beeld bewijst dit overtuigend. De minister voor Jeugd en Gezin Mr. A. Rouvoet 6 De bindende kracht van familierelaties

8 Inleiding Gezin en familie zijn belangrijke bindende eenheden van de samenleving. Het zijn de instituties van waaruit personen deelnemen aan de maatschappij, waar de opvoeding van toekomstige generaties gestalte krijgt, waar normen en waarden worden overgedragen, waar de basis wordt gelegd voor de maatschappelijke positie van toekomstige generaties en waar informele steun en zorg worden uitgewisseld. Tegelijkertijd spelen gezin en familie een grote rol in de verdeling en overdracht van hulpbronnen zowel materiële als immateriële zoals geld, goederen, kennis, vaardigheden en netwerken. Maatschappelijke ontwikkelingen bijvoorbeeld een toenemende broosheid van relaties, emancipatie, een afnemend kindertal, de vergrijzing, toenemende sociale en ruimtelijke mobiliteit en individualisering hebben echter grote gevolgen voor het functioneren van families. Inzicht in de mate waarin familierelaties veranderen, de manier waarop dat gebeurt en inzicht in de oorzaken en gevolgen van veranderende familiepatronen is dan ook van groot belang. Wil men op een verantwoorde wijze kunnen nagaan welke potentie familierelaties hebben voor de samenhang in de maatschappij, dan is inzicht in de processen die ten grondslag liggen aan de vormgeving van dit type relaties onontbeerlijk. Deze processen hangen immers nauw samen met de voorwaarden waaraan een moderne samenleving moet voldoen om de bindende functie van familie en gezin te behouden. Bij het wetenschappelijk onderzoek naar het functioneren van gezinnen en families is Nederland in de vorige eeuw lange tijd internationaal gezien een voorloper geweest. Vanaf het begin van de jaren 80 echter, zijn door de pensionering van onderzoekers en door bezuinigingen de meeste onderzoeksgroepen op dit terrein verdwenen. Er is zelfs een periode geweest dat sommigen het gezin als een verdacht en achterhaald fenomeen beschouwden. Onderzoek naar individualisering, vriendschapsnetwerken en het zich losmaken van kerk en samenleving, stond meer in de belangstelling. Daardoor verminderde de kennis over het gezins- en familieleven in Nederland dermate sterk dat de Sociaal Families in beeld 7

9 Wetenschappelijke Raad in 1996 adviseerde dit soort onderzoek nieuw leven in te blazen. Als instrument daarvoor bedachten de onderzoekers die ermee aan de slag gingen een kennisnetwerk en een grootschalige verzameling van data onder Nederlandse ingezetenen (de Netherlands Kinship Panel Study, de NKPS). Om direct een begin te maken met het analyseren van de NKPS-gegevens is het onderzoeksprogramma de Bindende kracht van familierelaties (BKF) opgezet. Dit onderzoeksprogramma is in 2003 begonnen en is gesubsidieerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de ministeries van Volkshuisvesting (VROM), Justitie, Volksgezondheid (VWS) en Sociale Zaken (SZW). De programmacommissie BKF heeft met de notie dat relaties met familieleden van oudsher een belangrijk bindmiddel vormen in onze samenleving een aantal thema s en vragen op dit gebied geformuleerd. Met de beschikbare 1,6 miljoen euro zijn vervolgens negen onderzoeksvoorstellen uitgevoerd die gezamenlijk aan een belangrijk deel van die thema s en vragen raken. In 2009 is het laatste project hiervan afgerond en in dit boekje Families in beeld wordt verslag gedaan van de uitkomsten ervan en gekeken naar de toekomst. Door het grote aantal respondenten en de enorme omvang van het NKPS-databestand hebben onderzoekers zeer gedetailleerd kunnen kijken naar processen rond families en familiebanden. Ze hebben families bijna letterlijk onder een vergrootglas kunnen leggen. De NKPS is namelijk een grootschalige enquête die een schat aan gegevens heeft opgeleverd over bijna families en over familierelaties in Nederland. Zo n hoofdrespondenten zijn daarvoor mondeling en schriftelijk ondervraagd en ruim familieleden van deze respondenten vulden een vragenlijst in. De dataset, waarmee een investering van bijna 5 miljoen euro is gemoeid, staat niet alleen ter beschikking aan het programma BKF. Alle wetenschappelijk onderzoekers, uit zowel binnen- als buitenland (zie kader), die er een zinnige vraag mee denken te kunnen beantwoorden, mogen er gebruik van maken. Buiten de publicaties die voortgekomen zijn uit het programma BKF zijn er tot nu toe ook nog meer dan vijftig andere wetenschappelijke publicaties verschenen die (deels) zijn gebaseerd op analyses van de NKPS-gegevens. 8 De bindende kracht van familierelaties

10 De wetenschappelijke analyses van de NKPS hebben veel mythes ontkracht, vinden de initiatiefnemers van BKF en NKPS. In familierelaties bijvoorbeeld is er wel veel complexiteit en diversiteit, maar veel minder dan onderzoekers hadden verwacht. Het beeld dat de media schetsen van veranderende familierelaties is niet representatief voor Nederland, maar vooral voor de hoger opgeleide inwoners van de Randstad. Daarnaast blijven ouders hun hele leven lang, al zijn ze tachtig, veel voor hun kinderen doen. Overigens geldt dit ook omgekeerd. Zo wordt de gang naar de formele zorg voor behoeftige familieleden heel laat gemaakt, pas als de kinderen het echt niet meer aankunnen. In tegenstelling tot wat zou mogen worden verwacht na decennia van emancipatie, heeft Nederland een wat negatief beeld van werkende moeders en kinderopvang. Terwijl betaald werk vrouwen juist meer levenskansen en gezondheid geeft en moeders beschermt tegen de negatieve gevolgen van een scheiding. Tot slot blijkt ook de opvatting dat allochtone families veel hechter zijn dan autochtone rijp voor herziening. Net als bij autochtone respondenten zit er bij migranten veel ruimte tussen droom en daad wat hun gezins- en familieleven betreft. In de praktijk lijken autochtone en allochtone families dan ook veel sterker op elkaar dan men in het algemeen denkt. De initiatiefnemers van het onderzoeksprogramma de Bindende kracht van familierelaties en de Netherlands Kinship Panel Study kijken met voldoening terug op het afgelopen decennium. De dataverzameling van de sociale wetenschappers die eind jaren 90 in de steigers werd gezet, heeft niet alleen veel onderzoek en nieuwe kennis over de betekenis van gezinnen en families gegenereerd, maar heeft ook een impuls gegeven aan het Nederlandse fundamenteel-strategisch familieonderzoek. Er zijn op diverse plaatsen nieuwe kernen van wetenschappelijk onderzoek naar families en gezinnen ontstaan. Van daaruit werkt men onderling en over de grenzen van verschillende wetenschappelijke disciplines samen. Dit teneinde meer zicht te krijgen op de aard en betekenis van de gemêleerde familierelaties in Nederland. Families in beeld 9

11 The Netherlands Kinship Panel Study, NKPS Doel Er wordt nogal eens gedacht dat de familie terrein heeft verloren in de westerse samenleving en plaats heeft gemaakt voor andere sociale verbanden, zoals met vrienden, collega s en in verenigingen. Families zouden nu als los zand aan elkaar hangen en de veranderende arbeidsmarkt zou naast de verzorgingsstaat de mogelijke oorzaak zijn. Het industriële tijdperk bracht met zich mee dat sociale en geografische mobiliteit voor individuen belangrijk werd, wat het onderhouden van familiebanden in de weg kan staan. De verzorgingsstaat maakte het mogelijk dat mensen die niet zelf in hun levensonderhoud konden voorzien, niet meer afhankelijk waren van hun familie. Klopt die visie? Zijn familiebanden tegenwoordig inderdaad weinig hecht? De NKPS probeert daarop antwoord te geven. Centrale vraagstelling is: Hoe zit het met de aard en sterkte van familiebanden in Nederland? Het onderzoek hoopt antwoorden te geven op vragen als: Hoe belangrijk is familie nog? Kunnen we terugvallen op onze familie als dat nodig is, of juist niet? Zijn we vooral met ons eigen leven bezig ten koste van aandacht voor onze familieleden? Middel De gegevens in het NKPS-onderzoek zijn afkomstig van twee representatieve steekproeven uit de Nederlandse bevolking. De hoofdsteekproef (ruim personen) vormt een dwarsdoorsnede van de in Nederland verblijvende bevolking in privéhuishoudens. De tweede steekproef (de migrantensteekproef, ruim personen) betreft uitsluitend mensen uit de vier grootste groepen allochtonen in Nederland (Turken, Marokkanen, Antillianen en Surinamers). 10 De bindende kracht van familierelaties

12 De gegevens van de hoofdrespondenten komen van persoonlijke vraaggesprekken en schriftelijke vragenlijsten. De ondervraagden waren op het tijdstip van het interview minimaal 18 en maximaal 79 jaar oud. De vragen gingen onder meer over de omvang van de familie, hoe ver de leden van de familie van elkaar wonen, hoe vaak men elkaar ziet en wat men voor elkaar doet en betekent. Daarnaast is via schriftelijke vragenlijsten informatie verkregen van familieleden: de partner, maximaal twee kinderen van 15 jaar en ouder, een vader of moeder en een broer of zus van 15 jaar of ouder. Sommige van deze familieleden maakten deel uit van het huishouden van de hoofdrespondent, andere niet. De eerste gegevens zijn verzameld in Aan een tweede ronde in hebben mensen meegedaan en ruim van hun familieleden. Daardoor kunnen ook ontwikkelingen over een tijdspanne van twee tot drie jaar in kaart worden gebracht (longitudinale gegevens). Voor een derde meting in heeft NWO opnieuw geld beschikbaar gesteld. Voor het onderzoek onder migranten werden uit elk van de vier groepen allochtonen ongeveer 350 personen tussen de 18 en 79 jaar ondervraagd. Dit onderzoek was onderdeel van het onderzoek naar Sociale Positie en Voorzieningengebruik Allochtonen (SPVA), een samenwerking tussen het Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO) van de Erasmus Universiteit Rotterdam, het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de NKPS. Financiering Voor de uitvoering van de NKPS is financiering verkregen uit het fonds Investeringen Groot van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De NKPS ontvangt ook financiële ondersteuning van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), de faculteiten Sociale Wetenschappen van de universiteiten van Utrecht en Tilburg en de faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Het NKPS-gegevensbestand is in 2004 beschikbaar gesteld voor geïnteresseerde wetenschappelijk onderzoekers. Meer informatie over NKPS staat op de website: Families in beeld 11

13 Kwaliteit gehechtheid voorspelt familierelaties 12 De bindende kracht van familierelaties

14 Relaties zijn essentiële bronnen van steun en veiligheid. Ze draaien om vertrouwen en betrouwbaarheid. Dat leren kinderen al vroeg. In de ontwikkelingspsychologie is het begrip gehechtheid daarvoor een belangrijke maat geworden. Jonge kinderen zijn in zeer belangrijke mate afhankelijk van hun opvoeders, meestal de moeder, en stellen daarin een grenzeloos vertrouwen. Ze hechten zich. Helaas gaat die hechting niet altijd goed. Het impliciet aanwezige vertrouwen dat kinderen in hun ouders stellen kan worden beschaamd wanneer ouders niet altijd of bijna nooit in staat zijn de steun te geven die het kind verwacht. Daardoor kan een zogeheten onveilige gehechtheid ontstaan. Het kind leert dat hij of zij niet altijd kan vertrouwen op de noodzakelijke steun van moeder of vader. De aard van de gehechtheidsrelatie die kinderen in hun (vroege) jeugd met hun ouder(s) hebben ontwikkeld, dient vaak als sjabloon voor andere relaties die ze aangaan tijdens hun leven; met broertjes en zusjes, andere familieleden, vrienden, latere partners en eventuele kinderen. In de loop van het leven veranderen de gehechtheidrelaties. Zowel van richting, in centraliteit en van kwaliteit zoals de drie dimensies heten die ontwikkelingspsychologen onderscheiden. De richting zegt iets over wie de sterkere en wijzere partner in de relatie is; wie op wie leunt en wie op wie een beroep doet in tijden van stress. Centraliteit beschrijft de plaats die de relatie in het leven van een persoon inneemt. De relatie kan een belangrijke rol spelen in een enkel aspect van het leven, maar ook in diverse levensdomeinen tegelijkertijd, zoals sociale relaties, arbeid en presteren, waarden en inspiratie. Naarmate de relatie meer aspecten van het leven raakt, staat deze centraler in iemands het leven. Met de kwaliteit van de relatie wordt gedoeld op de emotionele en affectieve kant van de relatie en op zaken als harmonie en conflictsituaties. Ontwikkelingspsycholoog dr. Eva-Maria Merz heeft bij de Vrije Universiteit Amsterdam de gehechtheidstheorie gebruikt om veranderingen in intergenerationele relaties, dus tussen kinderen en hun ouders, in kaart te brengen. In de loop van hun leven komen mensen voortdurend in situaties waarin ze iemand nodig hebben. Voor kinderen geldt dat in sterke mate. Zij zijn in eerste instantie volledig afhankelijk van hun ouders en ontwikkelen een steeds grotere onafhankelijkheid. Als ze ouder zijn en zelf kinderen hebben, zijn het dikwijls de volwassen kinde- Families in beeld 13

15 ren die op hun beurt steun aan hun ouders geven. Mensen worden steeds ouder en zullen daardoor ook langer afhankelijk zijn van steun. Is die steun gemakkelijker te accepteren van iemand die je vertrouwt en die je dierbaar is, vroeg Merz zich af. Uit een synthese van de literatuur blijkt dat het zorgen voor ouders en het verzorgd worden door kinderen een zeer klein negatief effect heeft op het welbevinden van de kinderen, en een zeer klein positief effect op dat van de ouders. Het uitwisselen van steun tussen ouders en kinderen kan bij beide generaties zowel stress als voldoening opleveren. Wij dachten dat vooral de kwaliteit van de relatie bepalend zou zijn voor het effect dat het geven van zorg en steun tussen volwassen kinderen en hun ouders heeft op zowel ouders als kinderen. Met behulp van de gegevens van het NKPS-bestand van deelnemers tussen de 18 en 79 jaar en uit een Amerikaans bestand van ouderen van 65 tot 86 jaar heeft Merz onderzocht in hoeverre de relatie tussen kinderen en ouders verandert gedurende het leven. Daarnaast heeft ze specifiek gekeken naar cultuurverschillen bij Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse respondenten en tussen de eerste en tweede generatie van elk van deze groepen. Ook van de familieleden van deze mensen waren gegevens beschikbaar. Merz analyseerde vier leeftijdsgroepen afzonderlijk kinderen van jaar, jaar, jaar en jaar, inclusief hun ouders. Ze bestudeerde zowel kind-moeder als kind-vader relaties. In de twee jongste groepen krijgen kinderen vooral advies van de ouders. De ouders nemen daartoe het initiatief. In de twee oudste groepen is dat omgekeerd en geven de kinderen relatief meer hulp aan hun ouders. De gehechtheidsrelatie draait rond het veertigste levensjaar dus om, al willen de ouders graag hun ouderrol blijven uitoefenen. De centraliteit is het hoogst in de jongste en in de oudste groep; in die groepen is het contact tussen ouders en kinderen dus het meest intensief. De jongste groep krijgt op veel terreinen steun en advies van de ouders. De oudste groep geeft veel hulp aan vaders en moeders, die dan op een leeftijd gekomen zijn dat ze daar waarschijnlijk de meeste behoefte aan hebben. Overigens heeft het hebben van een partner en eigen kinderen invloed op deze relaties. De aanwezigheid van een partner verbetert de kwaliteit van de relatie met de vader en dempt het aantal conflicten in de relatie met beide ouders. Volwassen kinderen met eigen kinderen ontvangen meer hulp van hun ouders dan volwassenen zonder kinderen. 14 De bindende kracht van familierelaties

16 De gehechtheidsrelatie van kinderen met ouders verandert rond het veertigste levensjaar van richting Als ouders vooral instrumentele steun van hun kinderen krijgen, voelen ze zich minder goed dan als ze vooral emotionele steun krijgen. Opvallend is dat dit ook voor de kinderen geldt. Ook zij voelen zich minder goed in de relatie als ze vooral instrumentele steun geven aan hun ouders, zoals praktische ondersteuning en het doen van klusjes. Als men de rol van sterkere en wijzere partner in de relatie kan uitoefenen, heeft dat een positief effect op het welbevinden bij zowel ouders als kinderen. De sterkste voorspeller voor het welbevinden van beide generaties is een hoge kwaliteit van de relatie. Merz: Als een relatie wordt gekenmerkt door een hoge kwaliteit, is de omslag van steun en advies door de ouders aan de kinderen naar steun en advies door de volwassen kinderen aan de ouders minder negatief voor het welbevinden van de ouders, dan als de relatie wordt gekenmerkt door een lage kwaliteit. Ofwel, in een goede ouder-kindrelatie vinden de ouders het minder moeilijk een beroep te doen op hun kinderen als ze steun en advies nodig hebben. Ze kunnen hun zwakte laten zien omdat de relatie goed is. In een goede ouder-kindrelatie doen ouders gemakkelijker een beroep op hun kinderen Uit het onderzoek van de oudste groepen in de Amerikaanse studie blijkt dat ouderen zich beter voelen als ze emotionele steun van hun familie krijgen, terwijl instrumentele steun van de familie een negatief effect heeft op hun welbevinden. Ook hier wordt dat gevoel versterkt of verzwakt door de gehechtheidsstijl tussen ouderen en hun familie. Het positieve effect van emotionele steun is sterker en het negatieve effect van instrumentele steun is kleiner bij een veilige gehechtheid. Ouderen met deze gehechtheidsstijl lijken minder moeite te hebben met de ervaren afhankelijkheid van anderen in verband met hun leeftijd. Merz: We hebben op verschillende manieren naar de gegevens gekeken, zowel vanuit het perspectief van de kinderen als vanuit dat van de ouders. En we hebben onderzocht of dat in de tijd verandert. Over een periode van vier jaar tussen twee metingen, van 2002 tot 2006, neemt de zorg van volwassen kinderen voor hun ouders toe. Ze geven zowel meer emotionele als meer Families in beeld 15

17 instrumentele steun. Maar de instrumentele steun van ouders aan hun volwassen kinderen zoals oppassen neemt af, terwijl de emotionele steun juist toeneemt. Maar de kwaliteit van de intergenerationele relatie neemt over die vier jaar wel af en daarmee het welbevinden van de ouders. Het thema ouder-kind- en familierelaties verdient een plek in de publieke discussie Onderzoek naar steun en hulp tussen generaties in migrantengroepen is interessant omdat er dikwijls grote veranderingen optreden tussen eerste- en tweede generatie migranten, zegt Merz. Zo heeft de eerste generatie migranten zijn of haar netwerk verloren; dat is achtergebleven in het land van herkomst. En de tweede generatie heeft het vaak moeilijk met zich nestelen in de nieuwe samenleving. Het is voor ouders en kinderen lastig om een balans te vinden tussen de twee culturen. Bovendien verwachtten wij dat de meeste migranten zich meer verplicht voelen ten opzichte van hun ouders dan niet-migranten. Merz en haar collega s hebben niet kunnen onderzoeken hoe de daadwerkelijke uitwisseling van steun tussen kinderen en ouders in de diverse migrantengroepen is. Zij hebben vooral onderzocht hoe allochtone ouders en kinderen het belang van familierelaties en steun waarderen. Turken en Marokkanen waarderen familiesolidariteit hoger dan Surinamers en Antillianen. Eerste generatie allochtonen vinden die solidariteit in het algemeen belangrijker dan migranten van de tweede generatie. Religieuze identiteit islam, christendom, hindoeïsme is daarbij belangrijk. Migranten en hun kinderen met een islamitisch geloof onderschrijven het belang van familiesolidariteit het meest. Merz: Wij hebben bij migrantengroepen echter geen aanwijzingen gevonden voor een clash tussen generaties. Wel zagen we verschillen in opvattingen tussen eerste en tweede generatie migranten waardoor de intergenerationele relaties onder druk kunnen komen te staan. Relaties zijn belangrijk en iedereen heeft ouders. Het zou mooi zijn als er voldoende ruimte is om die relaties tussen kinderen en hun ouders gedurende het verloop van het leven op te kweken, zegt Merz, die weet dat de theorie mooier is dan de praktijk. Een hoge kwaliteit van de relatie en een veilige gehechtheid zijn bevorderlijk voor de kwaliteit van leven en 16 De bindende kracht van familierelaties

18 het welbevinden van zowel kinderen als ouders. Ze kunnen een rol spelen bij emotieregulatie en stressmanagement. Maar niet alle sociale relaties zijn bevorderlijk voor de gezondheid en het welbevinden van de partners, ze kunnen mensen ook onder druk zetten en psychische problemen veroorzaken. De kwaliteit van de gehechtheidsrelatie tussen kinderen en ouders die in de eerste levensfase wordt opgebouwd, is bepalend voor de mogelijkheid om later voor de ouders te zorgen zonder dat deze daar ongelukkig van worden. Als zij de hulp kunnen accepteren, zal hun welzijn omhoog gaan. Dat lijkt alleen goed te kunnen als de kwaliteit van de relatie goed is. Daarvoor is een veilige gehechtheid weliswaar cruciaal, maar het is ook belangrijk dat er door de jaren heen voldoende mogelijkheden zijn waardoor relaties tussen familieleden zich kunnen ontwikkelen en waardoor de kwaliteit en het ontwikkelen en behouden van kwaliteit een centrale plek krijgen. Merz: Goede familiebanden zijn niet vanzelfsprekend, maar wel cruciaal voor het welbevinden en de levensvreugde. Daarom verdient het thema ouder-kind- en familierelaties in alle leeftijdsfasen een plek in de publieke, politieke en beleidsdiscussies. Emotionele steun van kinderen heeft een positief effect op het welbevinden van ouderen Intergenerational solidarity: an attachement perspective dr. Eva-Maria Merz, afdeling Sociale Demografie, NIDI, Den Haag, Sleutelpublicaties: Merz, E.-M., Schuengel, C., & Schulze, H.-J. (2009). Intergenerational relations across four years: Wellbeing is affected by quality not by support exchange. The Gerontologist, 49, Merz, E.-M. (2008). Caring for your loved ones? An attachment perspective on solidarity between generations. VU University Amsterdam: Academic Dissertation. Families in beeld 17

19 Jongvolwassenen en jonge ouderen groeien naar elkaar toe 18 De bindende kracht van familierelaties

20 De levenslopen van kinderen en van ouders zijn de laatste decennia ingrijpend veranderd. Werd vroeger verwacht dat kinderen al op vrij jonge leeftijd gingen werken, trouwen en zelf kinderen kregen, tegenwoordig is dat traject een stuk langer geworden. De fase tussen kindzijn en volwassenheid is uitgesmeerd. De opleiding van jongeren is aanzienlijk verlengd, het krijgen van kinderen is uitgesteld, en dikwijls nemen jongvolwassenen pas beslissingen die de richting van hun verdere leven vastleggen als ze tegen de dertig zijn. Ouders zijn ook niet meer de ouders van vroeger die na een leven van hard werken achter de geraniums terecht komen. Door de introductie van de VUT, een verlenging van de gezonde levensverwachting en een ruimere financiële positie, beschikken steeds meer ouderen over de vrijheid hun leven actief in te richten. Ondanks de emancipatie, secularisering en individualisering is de solidariteit tussen jongvolwassenen en hun ouders groot Psycholoog dr. Freek Bucx nam bij de Universiteit Utrecht deze groep ouderen en de relatie tot hun kinderen onder de loep. Veel ontwikkelingspsychologen die de relatie tussen kinderen en hun ouders onderzoeken, stoppen op het moment dat die kinderen uit huis gaan. Het meer gerontologische, dus op de ouderen georiënteerde onderzoek richt zich vaak op oude ouders die worden ondersteund door hun oudere kinderen. Ik heb gekozen voor de groep van jongvolwassenen van 18 tot 34 jaar en hun ouders. In die groep van jongvolwassenen is veel exploratie: mensen zijn op zoek naar wie ze zelf zijn, experimenteren met relaties en opleiding en stellen keuzen uit. Aan de kant van hun ouders zien we dat die tegenwoordig minder snel oud en hulpbehoevend zijn. Die groep van 55 tot 75 jaar heeft weinig verplichtingen en veel mogelijkheden. Net als hun kinderen, dus. Die twee fasen, young adulthood en early old age, vallen steeds vaker samen in de tijd. Dit geldt vooral voor de hoger opgeleiden, maar die zijn er steeds meer. Bucx vond het interessant te onderzoeken hoe in die levensfase van de kinderen de keuzen afhankelijk zijn van de relatie met hun ouders. Zoals trouwen, kinderen krijgen, financieel onafhankelijk worden, dingen laten of juist doen. Wanneer, bijvoorbeeld, gaan ze het huis uit en waar Families in beeld 19

21 gaan ze wonen? En in hoeverre beïnvloeden die keuzen ook de relatie met hun ouders? Daarbij heeft Bucx, als onderdeel van zijn dissertatie, naar zoveel mogelijk aspecten van de relatie gekeken. Hij bracht de hoeveelheid contacten in beeld en richtte zich op de hoeveelheid steun in de vorm van emotionele steun, adviezen, praktische hulp en financiële ondersteuning. Hij analyseerde de kwaliteit van de relatie en de houding van ouders en kinderen ten aanzien van de ouder-kind relatie. In het algemeen is de solidariteit in de relatie tussen ouders en kinderen groot, constateert Bucx. Ook als kinderen het huis uit zijn en een eigen leven hebben opgebouwd. Jongvolwassenen hebben in het algemeen een bevredigende band met hun ouders, onderhouden geregeld contact en wisselen zowel emotionele als praktische steun uit. Hun denkbeelden over familierelaties en taakverdeling tussen partners komen voor een groot deel overeen met die van hun ouders, hoewel de laatsten iets conventioneler in hun opvattingen zijn. Jongvolwassenen hebben in het algemeen een bevredigende band met hun ouders Vooral de kinderen die nog thuis wonen lijken op hun ouders. Daarbij is het natuurlijk de vraag wat de kip en wat het ei is. Blijven kinderen langer thuis wonen naarmate ze meer op hun ouders lijken, of lijken ze op hun ouders omdat ze relatief lang thuis wonen? Ook het niet thuis wonen wordt beïnvloed door de ouders, zo blijkt. Vooral als de band met de ouders in eerdere levensfasen hecht was, wonen kinderen relatief dicht bij hun ouders in de buurt. Bijna de helft van de kinderen woont minder dan vijf kilometer bij hun ouders vandaan. Als kinderen op zichzelf wonen en zelf weer kinderen krijgen, gaan ze meer op hun ouders lijken, zegt Bucx. Vaak wordt het losmaken van ouders gezien als een periode waarin kinderen zich afzetten tegen hun ouders. De jaren 60 en 70 van de vorige eeuw worden gezien als een sterk voorbeeld daarvan. Ouders veroordeelden toen scherp de ideeën en het gedrag van hun kinderen, terwijl deze zich op hun beurt afzetten tegen de vermeende burgerlijkheid van de oudere generatie. Bucx: Ik denk dat dit generatieconflict achteraf gezien sterk overdreven is. Er waren zeker groepen jongeren die in zo n situatie verkeerden, maar in het gros van de ouder-kind relaties waren toen geen extreme conflicten. De aandacht die er in de media aan 20 De bindende kracht van familierelaties

22 is gegeven, en nu nog wel wordt gegeven, heeft het fenomeen sterk uitvergroot. Bijna de helft van de kinderen woont minder dan vijf kilometer van hun ouders Het contact met de ouders wordt in emotioneel opzicht minder hecht als jongvolwassenen het huis verlaten, maar die band is nog steeds hecht te noemen. Het contact tussen jongvolwassenen en hun ouders wordt echter minder als kinderen gaan trouwen of samenwonen. Er is ook minder contact als de ouders zijn gescheiden. Als de moeder weduwe is geworden en niet is hertrouwd, is er meer contact. Het contact met hertrouwde vaders is over het algemeen minder; die effecten van het hertrouwen zijn niet gevonden voor het contact met moeder. Als er kinderen komen, wordt het contact met de ouders weer intensiever. Bucx: Grootouders betekenen toch een voordelige manier van oppassen. Bovendien hebben grootouders relatief veel tijd. Kleinkinderen lijken toch vaak op de kinderen, en bij de opvoeding kunnen grootouders adviezen geven om de ouders te ondersteunen in hun opvoedingsonzekerheid. Daarnaast geven ouders relatief veel financiële steun aan de jongvolwassenen - de babyboom-generatie heeft behoorlijk veel geld. Ook daarin blijven kinderen tegenwoordig langer kind. En dat vinden de ouders geen probleem. Kinderen hebben het nu wel moeilijker doordat er hoge eisen aan ze worden gesteld en ze langer een opleiding moeten volgen. En dat draagt ertoe bij dat ze definitieve keuzen beter wat kunnen uitstellen. Uit de gegevens van het NKPS-onderzoek is ook informatie te halen over de verhouding tussen partners en schoonouders. Daaruit blijkt dat de relatie tussen een kind en diens ouders mede afhangt van hoe de partner die relatie ervaart. Gaat dat moeizaam, dan wordt de relatie tussen kind en ouder minder hecht. En als een koppel het ene paar ouders veel ziet, gaat dit ten koste van de relatie met het andere ouderpaar. Betekent de constatering dat de solidariteit tussen jongvolwassenen en ouders groot is en dat ze elkaar veel zien en elkaar veel steun geven, dat het generatieconflict tot het verleden behoort? Of is dat conflict er nog wel en wordt die relatief innige band tussen kinderen en ouders ingegeven door sociaaleconomische belemmeringen? Bijvoorbeeld door een Families in beeld 21

23 gebrek aan kinderopvang en betaalbare woningen of minder mogelijkheden voor een goede baan? Sociaaleconomische omstandigheden spelen wel een rol, stelt Bucx. Als ouders meer geld, een hoger opleidingsniveau en een hogere beroepsstatus hebben bijvoorbeeld, gaan jongeren eerder het huis uit. Als jongeren tijdens hun adolescentie de relatie met hun moeder als positief beschouwen, blijven ze langer thuis. Waarschijnlijk omdat deze jongeren van de ouders veel ruimte krijgen om thuis een onafhankelijk leven te leiden. Als er kinderen komen, wordt het contact met de ouders intensiever Uit Bucx onderzoek blijkt dat financiële hulpbronnen van de ouders de jongvolwassenen helpen om een zelfstandige maatschappelijke positie in te nemen en maatschappelijke verplichtingen aan te gaan, zoals de zorg voor een zelfstandige woonruimte. Daarnaast kunnen ouders hun helpen om eenmaal aangegane verplichtingen te blijven vervullen, bijvoorbeeld door hulp te bieden bij kinderopvang. Ondanks de emancipatie, secularisering en individualisering is de solidariteit tussen jongvolwassenen en hun ouders tegenwoordig groot. Die solidariteit lijkt voor een deel te zijn ingegeven door de sociaaleconomische en structurele belemmeringen die jongeren ondervinden bij de opbouw van een zelfstandig bestaan. Daarin schuilt het gevaar dat als ouders niet meer in staat zijn om financieel of instrumenteel bij te springen, de jongeren een zelfstandig leven moeten uitstellen. Status passages and family ties Dr. Freek Bucx, afdeling Algemene Sociale Wetenschappen, Universiteit Utrecht, Sleutelpublicaties: Bucx, F., Van Wel, F., Knijn, T., & Hagendoorn, L. (2008). Intergenerational contact and the life course status of young adult children. Journal of Marriage and Family, 70, Bucx, F., & Van Wel, F. (2008). Parental bond and life course transitions from adolescence to young adulthood. Adolescence, 43, De bindende kracht van familierelaties

24 Verschil tussen allochtone en autochtone families relatief klein Families in beeld 23

25 Allochtonen hechten meer aan hun familie dan autochtonen. Hun onderlinge band is hechter en ooms en tantes, neven en nichten spelen een prominentere rol dan in de traditionele Nederlandse familie. En o ja, kom niet aan de moeder of zuster van een Turk of Marokkaan, dan heb je pas echt problemen! Van die veelgehoorde opvattingen blijft maar heel weinig overeind als je gedetailleerder gaat kijken naar de familierelaties bij autochtonen en allochtonen, zegt prof. dr. Fons van de Vijver, hoogleraar Crossculturele Psychologie bij de Universiteit van Tilburg. Onder zijn leiding heeft dr. Judit Arends-Tóth zich verdiept in die familierelaties aan de hand van gegevens van de NKPS. Daaruit kwamen vier studies voort. Achtergrond van het onderzoeksproject was een zeer omvangrijk onderzoek naar gezinnen en familierelaties dat eerder was gedaan in dertig landen: van Botswana tot Brazilië en van Zweden tot Zuid-Afrika. Van de Vijver: In die crossculturele studie vonden we veel minder verschillen dan we aanvankelijk hadden verwacht. Vrouwen, bijvoorbeeld, doen overal veel meer in het huishouden en de zorg en mannen brengen overal primair het geld in het laatje. En kinderen hebben in het algemeen een intensere band met hun moeder en hun broers en zussen dan met hun vader. Ook de manier van communiceren tussen ouders en kinderen is in alle landen ongeveer dezelfde. In rijkere landen heeft de vrouw wel meer te zeggen dan in arme landen, bijvoorbeeld over het doen van grote uitgaven. Van de Vijver had verwacht dat er grote verschillen zouden zijn tussen de nuclear family (het kerngezin) en de extended family (waarin opa en oma en andere familieleden een rol spelen), maar ook dat bleek nauwelijks het geval. Overigens blijkt het kerngezin overal ter wereld alive and kicking en nog niet toe aan vervanging door andere samenlevingsvormen. De verschillen zitten minder in de praktijk van de familierelaties dan in de waardepatronen, de waarde die men aan de familierelaties hecht, constateert Van de Vijver. In het Westen is het individualistischer. Gezin en opvoeding zijn meer gericht op de onafhankelijkheid van de kinderen en op hun eigen verantwoordelijkheid. In armere, meer collectivistisch ingestelde, op de gemeenschap gerichte landen en in de islam is de rol van vooral de vader in het gezin en de opvoeding sterker. In Westerse landen is de fysieke afstand tussen ouders en kinderen dikwijls groter dan in andere landen, maar hun onderlinge betrokkenheid is er niet minder om. 24 De bindende kracht van familierelaties

26 De gegevens van de NKPS gaven Van de Vijver en Arends-Tóth de gelegenheid in Nederland gedetailleerder te onderzoeken of, zoals het idee is, niet-westerse migranten hechtere familiebanden hebben, òf dat autochtonen en allochtonen onderling meer op elkaar lijken dan men denkt. Bovendien gaven de data de mogelijkheid te bezien of de aard van de familierelaties van allochtonen verband houdt met hun acculturatie de voorkeur van allochtonen met de samenleving om te gaan, òf met hun biografische band met de samenleving bijvoorbeeld waar ze hun scholing hebben gehad. Daartoe werden de opvattingen en handelwijzen van personen uit Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse migrantengroepen (bijna 400 uit elk der groepen) vergeleken met die van zo n mainstream autochtone Nederlanders. Van de Vijver: We zien wel verschillen in de houding ten opzichte van familiebanden, maar veel minder in hoe dat in de praktijk wordt ingevuld. Die verschillen hangen vaak samen met de mate van acculturatie en de zogeheten acculturatieve stress, de spanningen die samengaan met het opbouwen van een nieuw bestaan in een andere samenleving. Kerngezin is overal ter wereld alive and kicking en nog niet toe aan vervanging Meestal neemt die stress na verloop van tijd af, soms echter blijft deze hoog. Dat laatste geschiedt vooral bij groepen die minder lijken op die in de ontvangende samenleving in dit geval Nederland. Bij hen is de culturele afstand groter, ze hebben vaker te maken met discriminatie en zijn minder geneigd te integreren. De grootte van de verschillen tussen een migrantengroep en de autochtonen is afhankelijk van die afstand. Westerse migranten uit bijvoorbeeld België, Duitsland en de Verenigde Staten staan het dichtst bij de autochtone Nederlandse bevolking, gevolgd door de Surinamers en de Antillianen, en daarna de islamitische groepen van Turkse en Marokkaanse komaf. Op de grootste afstand staan Somalische migranten. Dat de Chinezen, die cultureel ver van de Nederlandse samenleving afstaan, niet onderaan vertoeven, komt doordat zij relatief hoog zijn opgeleid en zich behoorlijk afzijdig houden. Van de Vijver: Je mag verwachten dat de familiebanden het sterkst zijn in de migrantengroepen die op grotere afstand van de Nederlandse Families in beeld 25

27 samenleving staan. En dat is ook zo. Maar als je ziet hoe ze binnen die familie met elkaar omgaan, zijn de verschillen weer niet gigantisch groot. En corrigeer je bijvoorbeeld voor sociaaleconomische status, dan worden die verschillen nog kleiner. Ook zijn er minder verschillen naarmate allochtonen meer zijn gericht op de Nederlandse samenleving. Leeftijd, sekse en educatie bepalen voor meer dan de helft de verschillen in familierelaties. Die verschillen zijn overigens groter als het gaat om waarden rond huwelijk en familie, dan om waarden die te maken hebben met de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Leeftijd, sekse en educatie bepalen voor meer dan de helft verschillen in familierelaties Veel opvallender dan die verschillen zijn de gelijkenissen tussen de diverse groepen, vindt Van de Vijver. Vooral wat betreft het werkelijke gedrag, zoals hoe vaak familieleden met elkaar praten, wat ze voor hun familie doen en wat ze terug verwachten. Hoger opgeleiden geven hun kinderen meer vrijheid omdat ze dat belangrijk vinden en omdat ze het zich zowel financieel als cultureel kunnen permitteren. Ze kunnen het zich veroorloven individualistischer te zijn, in tegenstelling tot de armere en minder goed opgeleide mensen die noodgedwongen solidair moeten zijn. De eerste generatie migranten heeft zowel traditionelere familiewaarden als een grotere familieband. Opvallend is dat migranten van de tweede generatie weliswaar nog steeds wat traditionelere waarden melden dan autochtonen, maar dat hun familieband in de praktijk niet verschilt van die van autochtone Nederlanders. Ook de manier waarop de relaties binnen het gezin en de familie worden vormgegeven blijken sterk met elkaar overeen te komen. Patronen van het geven en ontvangen van steun lijken sterk op elkaar binnen de vijf onderzochte groepen. Ouders leveren en ontvangen meer steun dan broers en zussen, en binnen het kerngezin is emotionele steun de belangrijkste vorm van steun. Hoewel de aard van de familiesteun niet verschilt, is dat wel het geval als het gaat om de omvang van die steun. Leden uit meer collectivistische landen investeren meer in hun familie dan mensen uit meer individualistische landen, en zij verwachten meer terug. Ook hier 26 De bindende kracht van familierelaties

28 zijn de verschillen groter naarmate de familie op grotere afstand staat van de Nederlandse samenleving. Surinamers en Antillianen verschillen minder van autochtone Nederlanders dan Turken en Marokkanen. De NKPS-data leiden tot een ont-ideologisering van de nauwe familiebanden bij migrantengroepen in Nederland, zegt Van de Vijver. Corrigeer je voor sociaaleconomische factoren, opleiding en acculturatiestatus, dan blijft er weinig over van de verschillen. Dat patroon is redelijk consistent bij alle onderzochte culturen. Dat hadden we wel verwacht, maar we hadden niet gedacht dat het zo sterk zou zijn. In de eerder uitgevoerde internationale studie zagen we dat de familierelaties worden beïnvloed door de rijkdom van het land, maar slechts binnen een zeer geringe marge. Dat vinden we in Nederland ook terug in de NKPS-data. In Nederland weten allochtonen en autochtonen weinig van elkaar. Het verschil tussen Turken en Marokkanen kent men nauwelijks, stelt Van de Vijver, terwijl het culturele verschil tussen deze bevolkingsgroepen heel groot is, ook historisch. Wij hebben een aantal ideeën over die groepen die niet stroken met de werkelijkheid. Turkse gezinnen, bijvoorbeeld, eten veel minder samen dan Nederlandse gezinnen. Dat samen eten is typisch Nederlands. De mythe van de sterke familiebanden in allochtone families is, aldus Van de Vijver, voor een belangrijk deel ontstaan doordat mensen in het algemeen relatief weinig inzicht hebben in andere culturen. Als je bijvoorbeeld aan autochtonen vraagt hoe goed allochtonen zich thuis voelen in de Nederlandse samenleving, weten ze het niet. In het algemeen voelen allochtonen zich hier heel goed thuis. Dat vertekende beeld heeft te maken met een voorkeur voor negatieve berichtgeving. Het vliegtuig dat neerstort, is nieuws, niet die enorme hoeveelheid vluchten die jaarlijks wel goed gaan. De data leiden tot een ontideologisering van de nauwe familiebanden bij migrantengroepen in Nederland Van de Vijver en zijn collega s hebben ook gekeken naar de rol die het gezin kan spelen bij het dichten van een mogelijk groeiende kloof tussen ouders en kinderen in sommige migrantengemeenschappen. Vooral die Families in beeld 27

29 waar jongeren maar weinig op hebben met de cultuur van hun ouders en zelf relatief weinig aansluiting krijgen bij de Nederlandse cultuur. Daar ontstaat een discrepantie tussen ouders en kinderen. De waarden van het gezin kunnen die discrepantie verminderen, maar de kinderen zien die gezinswaarden dikwijls niet zitten. Daardoor hebben ouders niet altijd greep op hun kinderen. Dat onder allochtonen de sterke familiebanden en de uitgebreide steun door familienetwerken minder groot zijn dan wordt aangenomen, heeft praktische consequenties, menen Van de Vijver en Arend-Tóth. Voor veranderingen in de praktische familiebanden zijn aspecten die te maken hebben met sociale klassen veel belangrijker dan culturele aspecten. Daarom zijn zaken als het verbeteren van educatie en opleiding van niet- Westerse migranten, het verhogen van hun sociaal-maatschappelijke status en het verminderen van de stress van acculturatie wezenlijker instrumenten voor het moderniseren van familiebanden dan een meer culturele aanpak rond het aanleren van Nederlandse normen en waarden, vinden zij. Voor de integratie is het jammer dat er geen grote islamitische organisaties met sterke leiders zijn Een steen des aanstoots voor de Nederlandse samenleving is de opvatting van sommige allochtone groepen over de rol van mannen en vrouwen en hun gelijkwaardigheid; dat vrouwen hoofddoekjes moeten dragen en mannen een meter voor hen uitlopen. De waarden over sekseverschillen en rolopvattingen volgen hetzelfde patroon als die van gezin en familiebanden. Die veranderen met een toename van de educatie, de sociaaleconomische status en de acculturatie. Vandaar dat migranten van de eerste generatie meer traditionele opvattingen over sekserollen hebben. Ook hier moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de uitgesproken houding ten aanzien van sekseverschillen en het gedrag in de praktijk. Overigens blijkt uit de gegevens van de vijf onderzochte etnische groepen dat het welbevinden van personen uit al deze culturele groepen, zowel van mannen als van vrouwen, groter is als zij een meer liberale opvatting hebben over het delen van taken tussen mannen en vrouwen en een meer gelijkwaardige opvatting over sekserollen. 28 De bindende kracht van familierelaties

30 Er treedt een vernederlandsing op bij de tweede generatie migranten. Net als eerder gebeurde bij andere migrantengroepen. Zo is de derde generatie van Grieken en Italianen in familierelaties al niet meer te onderscheiden van Nederlandse autochtonen. Bij de derde generatie Turken en Marokkanen zijn echter nog wel verschillen te vinden, weet Van de Vijver, die stelt dat veranderingen soms langer duren dan enkele generaties. Bij Sefardische Joden bijvoorbeeld heeft het vele generaties geduurd voor hun dominante taal Nederlands was geworden. Van de Vijver: Integreren in de samenleving gaat sneller, naarmate de verschillende groepen beter met elkaar kunnen samenwerken. Polarisatie staat integratie in de weg. De veelgebezigde contacthypothese leert dat meer contact tussen groepen leidt tot een afname van vooroordelen en daarmee tot een beter onderling contact. Daarover is heel veel geschreven. En uit een meta-analyse van de wetenschappelijke literatuur blijkt dat het inderdaad echt zo werkt. Maar niet zondermeer. Er moeten tegelijkertijd andere zaken veranderen. In Nederland hebben we een traditie in religieuze zuilen, maar die zijn er niet meer. Het sterke van die zuilen was dat ze leiders hadden. Dat heeft de samenwerking en de integratie bevorderd, bijvoorbeeld van de katholieken in het protestante Nederland. Daarom is het jammer dat er geen grote islamitische organisaties met sterke leiders zijn. The impact of acculturation on family relationships in migrant families in the Netherlands Prof. dr. Fons van de Vijver, hoogleraar Crossculturele Psychologie, Universiteit van Tilburg, Sleutelpublicaties: Arends-Tóth, J. V., & Van de Vijver, F. J. R. (2007). Cultural and gender differences in gender-role beliefs, sharing household-task and child-care responsibilities, and well-being among immigrants and majority members in the Netherlands. Sex Roles, 57, Arends-Tóth, J. V., & Van de Vijver, F. J. R. (2008). Family relationships among immigrants and majority members in the Netherlands: The role of acculturation. Applied Psychology: An International Review, 57, Families in beeld 29

31 Kinderen stimuleren de binding van mannen aan hun familie 30 De bindende kracht van familierelaties

32 Wie geen kinderen heeft, wordt in Nederland nog altijd wat meewarig bekeken. Zeker in dit tijdperk waarin het geboortecijfer omhoog moet vanwege de dreigende vergrijzing. Men heeft dikwijls medelijden met kinderloze vrouwen, omdat men ervan uit gaat dat ze onvruchtbaar zijn of geen (vruchtbare) partner kunnen vinden. Of ze worden beschouwd als wat egoïstische bitches die liever voor hun werk kiezen dan voor de warmte van hun kroost. Te weinig wordt bedacht dat het uitstelgedrag voor het krijgen van kinderen, in elk geval bij vrouwen, kan leiden tot onvrijwillige kinderloosheid. Kinderloze mannen worden wel meer geaccepteerd, maar feitelijk is er weinig aandacht voor hen. Wacht maar tot je later oud bent, dan is er niemand die naar je omkijkt, is de waarschuwing aan vrijwillig kinderloze mannen en vrouwen. Ook kleeft aan mensen zonder kinderen dat ze niet helemaal met beide benen in de samenleving staan. Vooral in de jaren 70 van de vorige eeuw was men sceptisch over mensen die vrijwillig kinderloos waren. Ze werden gezien als egoïstisch of asociaal. Tegenwoordig wordt er meer in vragende zin aandacht besteed aan mensen die kinderloos zijn. Hoe betrokken zijn ze, vallen ze niet tussen wal en schip, hoe is het als ze later oud zijn, kunnen ze voldoende voor zichzelf zorgen?, zegt drs. Renske Keizer, onderzoeker bij het NIDI in Den Haag. Het onderzoek naar kinderloosheid concentreerde zich traditioneel op vrouwen; mannen zijn nooit systematisch meegenomen. Vrouwen kennen immers een biologische grens voor hun vruchtbaarheid en zij worden, veel meer dan de man, geacht te bepalen of een relatie wel of niet wordt gezegend met kinderen. Bovendien zou het moederschap belangrijk zijn voor de identiteit van de vrouw. Ik ben sceptisch over die eenzijdige aandacht voor de kinderloze vrouw. Want kinderloosheid kan ook op mannen een enorm effect hebben, meent Keizer, die in herinnering roept dat één op de vijf mannen en vrouwen kinderloos blijft. Er zijn iets minder kinderloze mannen dan vrouwen omdat mannen op latere leeftijd alsnog een kind kunnen krijgen. Keizer is geïnteresseerd in verschillen tussen vrijwillig en onvrijwillig kinderloze mannen. Dat is een lastig onderscheid, want is iemand die het krijgen van een kind uitstelt vrijwillig of onvrijwillig kinderloos? Mensen praten vaak achteraf hun keuzen goed, is de ervaring van onderzoekers. Overigens wordt, tot Keizers verbazing, altijd gevraagd waarom mensen géén kinderen hebben en nooit waarom ze wél kinderen hebben. Families in beeld 31

Zorgen voor je dierbaren?

Zorgen voor je dierbaren? Zorgen voor je dierbaren? Intergenerationele solidariteit vanuit een gehechtheidsperspectief Ouder-kindrelaties zijn de eerste en vaak belangrijkste relaties die individuen ontwikkelen. Deze relaties zijn

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Sinds de jaren zestig is het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking aanzienlijk gegroeid. Van de totaal 16,3 miljoen inwoners in

Nadere informatie

Onderzoeksfiche nr. e00687.pdf. 1. Referentie

Onderzoeksfiche nr. e00687.pdf. 1. Referentie 1. Referentie Referentie de Hoog, S. & Bakhuys Roozeboom, M. (2006). Zo vader, zo zoon... Het effect van de daadwerkelijke en ideale taakverdeling van Turkse, Marokkaanse en autochtone vaders op de opvattingen

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting 137 Samenvatting (summary in Dutch) Van alle persoonlijke relaties is die met een broer of zus potentieel het langstdurend. De meerderheid van de Nederlandse bevolking kent de relatie met

Nadere informatie

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

VICTIMS IN MODERN SOCIETY VICTIMS IN MODERN SOCIETY (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking met CentERdata en dr. P.G. van der Velden VICTIMS IN MODERN SOCIETY 2018 (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari 2011 5,9 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Pluriforme samenleving In Nederland wonen ruim zestien miljoen mensen.

Nadere informatie

Samenvatting Eenzaamheidsonderzoek Coalitie Erbij

Samenvatting Eenzaamheidsonderzoek Coalitie Erbij Samenvatting Eenzaamheidsonderzoek Coalitie Erbij Door TNS/NIPO oktober/november 2008 1. Inleiding Eenzaamheid is een groot maatschappelijk probleem en treft veel Nederlanders direct in hun welzijn. Het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Inleiding

Nederlandse samenvatting Inleiding Nederlandse samenvatting Inleiding In deze dissertatie onderzoek ik verschillende manieren waarop internationale migratie het familieleven van migranten kan beïnvloeden. Vaak is het zo dat niet het hele

Nadere informatie

Opgave 2 Religie en integratie

Opgave 2 Religie en integratie Opgave 2 Religie en integratie Bij deze opgave horen tekst 3 en figuur 1 en 2 uit het bronnenboekje. Inleiding Zijn Islamieten die geïntegreerd zijn minder religieus? Is integreren moeilijker als iemand

Nadere informatie

Oppasoma s en opa s. Resultaten GGD Gezondheidspanel

Oppasoma s en opa s. Resultaten GGD Gezondheidspanel Oppasoma s en opa s Resultaten GGD Gezondheidspanel Waarom een onderzoek over oppasoma s en opa s? Tegenwoordig doen ouders vaak een beroep op oma en opa als het gaat om opvang van de kleinkinderen. De

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Jonge Turken en Marokkanen over gezin en taakverdeling

Jonge Turken en Marokkanen over gezin en taakverdeling Marjolijn Distelbrink 1) en Suzanne Loozen 2) Jonge Turkse en Marokkaanse vrouwen blijken moderne opvattingen te hebben over de combinatie van werk en de zorg voor jonge, niet schoolgaande, kinderen. Zij

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten

Nadere informatie

Het gezin van morgen. Rood of blauw?

Het gezin van morgen. Rood of blauw? Het gezin van morgen. Rood of blauw? OUTLINE Lessen voor de 21 ste eeuw Maandag 16 november 2015 Koen Matthys & Sofie Vanassche Family and Population Studies Structuur Historische aanloop Van standaardgezin

Nadere informatie

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken

Nadere informatie

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Pagina 1 / 14 Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Kinderen uit intacte gezinnen hebben vaker een positieve houden ten opzicht van het huwelijk en hogere verwachtingen van hun

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

DE CHEF EN DIVERSITEIT

DE CHEF EN DIVERSITEIT VRAGENLIJST DE CHEF EN DIVERSITEIT Wilt u het juiste antwoord aankruisen of invullen op de stippellijn U kunt bij alle vragen meerdere antwoorden aankuisen Bureau Driessen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek

Nadere informatie

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Colofon Titel Auteurs Tekstbewerking Uitgave Ontwerp Vormgeving Bestellen Sociaal kapitaal in

Nadere informatie

Rapport Kor-relatie- monitor

Rapport Kor-relatie- monitor Rapport Kor-relatie- monitor Voor: Door: Publicatie: mei 2009 Project: 81595 Korrelatie, Leida van den Berg, Directeur Marianne Bank, Mirjam Hooghuis Klantlogo Synovate 2009 Voorwoord Gedurende een lange

Nadere informatie

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Boekverslag door J. 1355 woorden 13 juni 2003 7.2 54 keer beoordeeld Vak Filosofie Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Inleiding Het aantal jongeren dat bij een echtscheiding is betrokken

Nadere informatie

Waar ik (niet) van hou

Waar ik (niet) van hou Waar ik (niet) van hou Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children Leeftijd: 9-12 jaar Duur: 45 min. Doelen Kinderrechten Kinderen ontdekken de mogelijkheden en kennis

Nadere informatie

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH (NEDERLANDSE SAMENVATTING)

SUMMARY IN DUTCH (NEDERLANDSE SAMENVATTING) SUMMARY IN DUTCH (NEDERLANDSE SAMENVATTING) Het aantal ouderen in de samenleving stijgt en door een toenemende levensverwachting, vaak wel met chronische ziekten en fysieke beperkingen, neemt tevens de

Nadere informatie

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in

Nadere informatie

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar Overzicht bachelorcursussen Dit overzicht geeft een groot aantal bachelorcursussen weer die aandacht besteden cultuur en/of gender op het gebied van gezondheidszorg. Het overzicht betreft cursussen uit

Nadere informatie

Young Adult Homeownership Pathways and Intergenerational Support: Homes, Meanings and Practices O. Druţă

Young Adult Homeownership Pathways and Intergenerational Support: Homes, Meanings and Practices O. Druţă Young Adult Homeownership Pathways and Intergenerational Support: Homes, Meanings and Practices O. Druţă Samenvatting Titel van het proefschrift: Woonpaden van Jongvolwassenen naar eigenwoningbezit en

Nadere informatie

Intergenerationele Overdracht naar Opleidingsniveau. Aart C. Liefbroer

Intergenerationele Overdracht naar Opleidingsniveau. Aart C. Liefbroer Intergenerationele Overdracht naar Opleidingsniveau Aart C. Liefbroer Intergenerationele overdracht Wat bedoelen we er mee? Overerving van gedrag ouders op kinderen Demografisch Gedrag Ouders Demografisch

Nadere informatie

Geluk gelukkig grotendeels gelukt

Geluk gelukkig grotendeels gelukt Geluk gelukkig grotendeels gelukt Utrecht, 9 januari 2014 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Geluk, 1999-2013 (%) 1999 2006 2013 Erg gelukkig 21% 15% 15% Gelukkig 68 67 70 Niet gelukkig, niet ongelukkig

Nadere informatie

Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen Omlo, J.J.

Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen Omlo, J.J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen Omlo, J.J. Link to publication Citation for published version (APA): Omlo, J.

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties

Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties NVD/CBS Seminar Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties 17 oktober 2018 CBS, Den Haag 10-17 uur In Westerse samenlevingen lijkt familiecomplexiteit steeds normaler te worden.

Nadere informatie

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld? Werkt de aanpak van kindermishandeling en? Eerste resultaten van een grootschalig onderzoek: hoe vaak komen kindermishandeling en voor? En hoe ernstig is het geweld? INLEIDING EERSTE FACTSHEET Werkt de

Nadere informatie

Superdiversiteit, Identiteit en School. Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam

Superdiversiteit, Identiteit en School. Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Superdiversiteit, Identiteit en School Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Super-diversiteit Super Fantastisch Super = Complexiteit Waarom is het begrip in opkomst?

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking bestaat uit niet-westerse allochtonen. Hoewel dit een aanzienlijk deel van de bevolking betreft, weten we nog weinig van de wegen die

Nadere informatie

Superdiversiteit. Implicaties voor de onderwijspraktijk. Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam

Superdiversiteit. Implicaties voor de onderwijspraktijk. Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Superdiversiteit. Implicaties voor de onderwijspraktijk Prof. Maurice Crul VU Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Super-diversiteit Super Fantastisch Super = Complexiteit Waarom is het

Nadere informatie

Ode aan de doden 2009

Ode aan de doden 2009 Ode aan de doden 2009 Opinieonderzoek over rouw om overleden dierbaren Rapport 593 oktober 2009 Drs. Joris Kregting Dr. Gert de Jong Kaski onderzoek en advies over religie en samenleving Toernooiveld 5

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

The Turn to Parenting in Four European Welfare States

The Turn to Parenting in Four European Welfare States The Turn to Parenting in Four European Welfare States Parenting support in professional practice Dr. Marit Hopman Prof. Trudie Knijn Universiteit Utrecht, Nederland Achtergrond Vier betrokken landen: Duitsland,

Nadere informatie

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK TJJ Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK Belang van algemeen jongerenwerk voor positie van migrantenjongeren

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Concentratie allochtonen toegenomen Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

Hoe zien Nederlandse families eruit? PEARL DYKSTRA EN AAFKE KOMTER

Hoe zien Nederlandse families eruit? PEARL DYKSTRA EN AAFKE KOMTER Hoe zien Nederlandse families eruit? PEARL DYKSTRA EN AAFKE KOMTER De structuur van families verandert als gevolg van demografische ontwikkelingen, maar niet zo dramatisch als vaak wordt aangenomen. Dat

Nadere informatie

Nederlands Autisme Register, rapportage

Nederlands Autisme Register, rapportage Nederlands Autisme Register, rapportage 20 17 Een initiatief van: (Jong)volwassenen met autisme over zichzelf Ouders/verzorgers over hun kind met autisme Wettelijke vertegenwoordigers over hun naaste met

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Open communicatie leidt tot minder stress. introductie. 1 methode familiezorg introductie

Open communicatie leidt tot minder stress. introductie. 1 methode familiezorg introductie Methode Familiezorg Open communicatie leidt tot minder stress introductie 1 methode familiezorg introductie Voorwoord Inleiding Het hart van de zorg is daar waar de zorg gegeven wordt, waar kwetsbare families

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Bij deze opgave horen tekst 1 en 2 en de tabellen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland zijn ruim 4 miljoen mensen actief in het vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september 2015 Ruben van Gaalen Vooraf (1) Wat is een gezin? Definitie Rijksoverheid (1996) Elk leefverband

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 In deze bijlage wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de verrichte analyses en de gebruikte bestanden en worden enige aanvullende resultaten

Nadere informatie

Zorg voor hulpbehoevende ouders

Zorg voor hulpbehoevende ouders Maarten Alders en Ingrid Esveldt 1) Door de toenemende vergrijzing zal het aantal zorgbehoevende ouderen toenemen. Een deel van de zorg wordt verleend door de kinderen. Dit artikel onderzoekt in welke

Nadere informatie

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas Artikelen Huishoudensprognose 2 25: belangrijkste uitkomsten Maarten Alders en Han Nicolaas Het aantal huishoudens neemt de komende jaren toe, van 7,1 miljoen in 25 tot 8,1 miljoen in 25. Dit blijkt uit

Nadere informatie

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk?

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? M. J. Aartsen, TG. van Tilburg, C. H. M. Smits Inleiding Veel mensen worden in hun dagelijks leven omringd door anderen waarmee ze een

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

dem Familiebanden in levensloopperspectief THEMANUMMER Promotieonderzoek binnen de Netherlands Kinship Panel Study (NKPS): inhoud

dem Familiebanden in levensloopperspectief THEMANUMMER Promotieonderzoek binnen de Netherlands Kinship Panel Study (NKPS): inhoud dem s Jaargang 26 April/Mei 2010 ISSN 0169-1473 Een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving 3 THEMANUMMER inhoud 1 Familiebanden in levensloopperspectief

Nadere informatie

ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT

ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT 1 ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT Één met het veld De ervaringen van kwetsbare mensen met kapitaal en in- en uitsluiting binnen de sport.

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING DEMOGRAFISCH PROFIEL SURINAMERS IN NEDERLAND Op een studiedag voor het Surinaams Inspraak Orgaan in juni 2011 heeft Prof. dr. Chan Choenni een inleiding verzorgd over de demografie van de Surinaamse gemeenschap

Nadere informatie

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine SEXPERT II Studie bij Vlamingen van Turkse origine Introductie Waarom? Gebrek aan betrouwbare gegevens Maatschappelijk relevant Hoe? Deelnemers toevallig uitgekozen Interviews bij respondenten thuis Drietalige

Nadere informatie

Proeftoets periode 4 vwo

Proeftoets periode 4 vwo 1. Presentation of the self : I. heeft te maken met rolgedrag. II. werkt gedragsregulerend. III. is kenmerkend in subculturen. A. Alleen II is juist. B. Alleen III is juist. C. II en III zijn juist. D.

Nadere informatie

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd:

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd: Samenvatting In Westerse landen vormen niet-westerse migranten een steeds groter deel van de bevolking. In Nederland vertegenwoordigen Surinaamse, Turkse en Marokkaanse migranten samen 6% van de bevolking.

Nadere informatie