FARMACOKINETIEK, FARMACODYNAMIEK EN KLINISCHE EFFECTEN VAN VALGANCICLOVIR BIJ PASGEBORENEN EN ZUIGELINGEN MET CONGENITALE CYTOMEGALOVIRUS INFECTIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FARMACOKINETIEK, FARMACODYNAMIEK EN KLINISCHE EFFECTEN VAN VALGANCICLOVIR BIJ PASGEBORENEN EN ZUIGELINGEN MET CONGENITALE CYTOMEGALOVIRUS INFECTIE"

Transcriptie

1 Academiejaar FARMACOKINETIEK, FARMACODYNAMIEK EN KLINISCHE EFFECTEN VAN VALGANCICLOVIR BIJ PASGEBORENEN EN ZUIGELINGEN MET CONGENITALE CYTOMEGALOVIRUS INFECTIE Ilse DEPESTELE Promotor: Prof. Dr. Koenraad Smets Scriptie voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

2

3 Academiejaar FARMACOKINETIEK, FARMACODYNAMIEK EN KLINISCHE EFFECTEN VAN VALGANCICLOVIR BIJ PASGEBORENEN EN ZUIGELINGEN MET CONGENITALE CYTOMEGALOVIRUS INFECTIE Ilse DEPESTELE Promotor: Prof. Dr. Koenraad Smets Scriptie voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

4

5

6

7 Voorwoord Deze scriptie is het eindresultaat van twee jaar literatuuronderzoek. Aangezien ik dit niet had kunnen bereiken zonder de hulp van enkele mensen wil ik deze hier oprecht bedanken. Allereerst en vooral mijn promotor professor Koenraad Smets, voor het aanreiken van dit interessante onderwerp, zijn uitstekende begeleiding en zijn bereikbaarheid. Zonder zijn kritische blik en gulle manier van informatie delen was ik nooit tot dit resultaat kunnen komen. Mijn ouders en zus Kaat, voor hun interesse in mijn studie en hun onvoorwaardelijke steun. Mijn vriendinnen, voor het aanmoedigen en de ontspannende momenten. Een extra dankjewel voor Pauline, aan wie ik de laatste vijf jaar veel heb gehad. Ten slotte in het bijzonder, mijn vriend Nicolas, die mij altijd kan opbeuren en geruststellen in stressvolle momenten.

8

9 Inhoudstafel Voorwoord Inhoudstafel Abstract Inleiding Informatieve achtergrond Cytomegalovirus Congenitale CMV-infectie Epidemiologie Klinische presentatie Seroprevalentie Transmissiewijze Symptomen bij de pasgeborene Langetermijngevolgen Screening Preventie Diagnose Behandeling Wie behandelen? Ganciclovir Valganciclovir Overige therapeutische opties Farmacokinetiek, farmacodynamiek, klinische effecten en hun parameters Farmacokinetiek Farmacodynamiek Klinische effecten Methodologie Resultaten Studiepopulatie Case-series... 19

10 Case-reports Farmacokinetiek Case-series Case-reports Farmacodynamiek Case-series Case-reports Klinische effecten Case-series Case-reports Discussie Farmacokinetiek Farmacodynamiek Klinische effecten Praktisch gebruik van V-GCV in Vlaanderen bij congenitale CMV-infectie Sterkten en beperkingen van deze review Wat brengt de toekomst? Conclusie Referentielijst Bijlagen

11 Abstract Achtergrond: Cytomegalovirus (CMV) is de meest frequente oorzaak van congenitale virale infectie in de westerse wereld. De congenitale infectie komt wijdverspreid voor ( % van de pasgeboren kinderen) (1-6) maar is meestal asymptomatisch. Toch kunnen de gevolgen van deze infectie in sommige gevallen dramatisch zijn. Progressief neurosensorieel gehoorverlies komt voor bij symptomatische kinderen maar kan ook optreden als laattijdige complicatie bij kinderen die bij de geboorte geen tekenen van infectie vertoonden. De ziekte genezen kan men nog niet, antivirale behandeling om de virale replicatie te onderdrukken is wel reeds beschikbaar. Tot voor kort gebruikte men hiervoor intraveneus ganciclovir. Ganciclovir is het eerste medicament dat goedgekeurd werd voor de behandeling van cytomegalovirusinfectie en wordt reeds twintig jaar gebruikt als standaardtherapie bij immunogedeprimeerde transplantatie- en humaan immuundeficiëntie virus (HIV)-patiënten met CMV-infectie. (7, 8) Het grootste voordeel van ganciclovir aangetoond bij neonaten met congenitale CMV-infectie is het effect op het gehoor. Het kan namelijk de achteruitgang van het gehoor voorkomen op 6 maanden bij symptomatische kinderen waarbij het zenuwstelsel is aangetast, als de behandeling gestart is in de neonatale periode en voortgezet wordt tot minstens zes weken. (1) Men ondervond echter ook enkele nadelen bij het gebruik van intraveneus ganciclovir. De pasgeboren kindjes moeten in het ziekenhuis opgenomen worden om hun dagelijkse intraveneuze dosis te krijgen. Dit gaat gepaard met een langere hospitalisatieduur, meer kosten, meer familiale problemen en ook enkele medische nadelen zoals infecties op de katheter en nocosomiale infecties. Een studie toonde aan dat een langere duur van behandeling met ganciclovir (6 maanden in plaats van 6 weken) een groter effect zou hebben op de preventie van langetermijnssequellen zoals mentale retardatie en gehoorverlies.(9) Een neonaat voor 6 maanden in het ziekenhuis opnemen is echter geen optie. Om deze problemen te voorkomen deed men onderzoek naar een variant van ganciclovir die men per oraal (en dus thuis) zou kunnen toedienen. De biologische beschikbaarheid van ganciclovir bleek veel te laag en dus kwam men op valganciclovir, de L- valine ester prodrug van ganciclovir. Eenmaal valganciclovir opgenomen is en omgezet is tot ganciclovir na absorptie, heeft het eenzelfde actiemechanisme en antiviraal spectrum als ganciclovir. Het doel van deze review is het samenbrengen van al de beschikbare literatuur over het gebruik van orale valganciclovir bij zuigelingen en neonaten jonger dan 1 jaar met congenitale cytomegalovirusinfectie. 1

12 Methodologie: Voor deze review werd gedurende 2 jaar (september maart 2013) via PUBMED gezocht naar relevante artikels. Er werden 13 studies (5 case-series en 8 casereports) opgenomen die voldeden aan de vereisten (de behandeling met orale valganciclovir van neonaten en zuigelingen jonger dan 1 jaar, congenitaal geïnfecteerd met cytomegalovirus). Resultaten: De meest gebruikte dosering valganciclovir blijkt 16 mg/kg 2 keer per dag gedurende 6 weken. Deze dosis zorgt voor stabiele plasmaniveaus van ganciclovir die overeenkomen met de therapeutisch effectieve dosis. Valganciclovir wordt goed geabsorbeerd en snel omgezet in ganciclovir door darm-en leverenzymes. De biologische beschikbaarheid ligt tussen % (10, 11). Enkele studies behandelden langer dan 6 weken; ook bij deze neonaten en zuigelingen werden stabiele plasmaniveaus ganciclovir geconstateerd.(12-15) Als doel van de antivirale behandeling stellen de meeste studies de suppressie van de virale replicatie en het ondetecteerbaar worden van CMV-DNA(desoxyribonucleïnezuur) in de urine. De meeste studies rapporteren een daling van de virale lading na de toediening van valganciclovir. Zowel de ex tempore siropen als de siroop van Roche bleken effectief en veilig in gebruik. De meest gevreesde bijwerking, neutropenie, kwam voor bij enkele patiënten en noodzaakte af en toe het stopzetten van de therapie of verlagen van de dosis. Toch is gebleken dat het optreden van neutropenie lager is bij orale valganciclovir dan bij intraveneuze behandeling met ganciclovir (38% ten opzichte van 64%) (5). Door de orale toedieningsvorm zien we ook geen kathetergerelateerde problemen. Een van de belangrijkste effecten van een behandeling met ganciclovir of valganciclovir bij neonaten met congenitale CMV-infectie is het positieve effect op het gehoor. De studies vermeld in deze review constateerden bijna allemaal een behoud of verbetering van het gehoor. Conclusie: Deze resultaten wijzen erop dat het gebruik van valganciclovir bij neonaten en zuigelingen met congenitale CMV-infectie wellicht veilig en effectief is op korte termijn. Waarschijnlijk resulteert een langdurige behandeling (bijvoorbeeld 6 maand) in een sterkere en langere onderdrukking van de virale ladingen en dus een betere bescherming of verbetering van het gehoor. Valganciclovir is het middel bij uitstek om deze langere therapieduur toe te passen aangezien het oraal en dus thuis kan toegediend worden. In België is de siroop van de firma Roche nog niet verkrijgbaar, dit zou deze behandeling echter veel eenvoudiger en toegankelijker maken. Met de huidig beschikbare literatuur worden antwoorden gevonden op de meeste vragen die gesteld kunnen worden bij de behandeling met valganciclovir bij kinderen met congenitale cytomegalovirusinfectie jonger dan 1 jaar. De grootste tekortkoming is het ontbreken van grootschaligere studies met resultaten over langere termijn. 2

13 1. Inleiding Het doel van deze review is het samenbrengen van alle beschikbare literatuur, van casereports tot studies met een grotere opzet, die de behandeling met orale valganciclovir van neonaten en zuigelingen met congenitale cytomegalovirusinfectie rapporteren. Eerst volgt wat meer informatie over de aandoening en verschillende behandelingsopties als achtergrond voor deze thesis. De resultaten worden weergegeven in een drieluik. De focus van deze review ligt namelijk op de farmacokinetiek, farmacodynamiek en de klinische effecten van orale valganciclovir bij kinderen jonger dan 1 jaar geïnfecteerd met congenitale cytomegalovirusinfectie. De vragen die aan bod komen in het verloop van deze scriptie zijn onder meer: - Wat is cytomegalovirus en zijn congentitale vorm? - Wat zijn de huidige behandelingsopties voor kinderen geïnfecteerd met congenitale cytomegalovirusinfectie? - Wat zijn de belangrijkste kenmerken van farmacokinetiek, farmacodynamiek en de klinische effecten van medicatie bij neonaten en zuigelingen? - Welke publicaties rapporteren de behandeling van congenitaal geïnfecteerde kinderen jonger dan 1 jaar met orale valganciclovir? - Wat zijn de resultaten (farmacokinetiek- farmacodynamiek- klinische effecten) van deze publicaties en studies? - Wat is de meest frequente dosering (dosis en behandelingsduur) van valganciclovir? - Wordt valganciclovir goed opgenomen in het bloed? - Wordt valganciclovir goed omgezet tot ganciclovir? - Zijn de plasmawaarden ganciclovir na toediening van orale valganciclovir stabiel? - Moet de dosis af en toe aangepast worden? - Zorgt orale valganciclovir voor een daling van de virale lading? - Wat zijn de neveneffecten? - In welke mate beïnvloedt de therapie het gehoor op korte en op lange termijn? En de andere tekenen en symptomen? - Wat is het voordeel van valganciclovir ten opzichte van ganciclovir? - Hoe wordt momenteel de therapie in Vlaanderen aangewend? - Wat brengt de toekomst? 3

14 2. Informatieve achtergrond 2.1. Cytomegalovirus Cytomegalovirus (CMV) is het grootste en meest complexe lid van de herpesvirus familie en wordt taxonomisch ingedeeld onder de betaherpesviridae. Het is een dubbelstrengig DNA (desoxyribonucleïnezuur)-virus van ongeveer 240 kilobasen groot.(16) Het virus heeft meerdere serotypen. Deze zijn echter nog niet allemaal aangetoond en maken het ontwikkelen van een vaccin moeilijk.(3) De mens is het enige gekende reservoir voor het virus.(16) Het cytomegalovirus komt overal ter wereld voor en bij alle leeftijdsgroepen. Vrijwel iedereen komt in de loop van zijn leven in contact met het virus. Zoals bij de andere herpesvirusinfecties blijft het virus dan latent aanwezig in het lichaam en kan het eventueel reactiveren. Daarom zal ook bijna iedereen op 65-jarige leeftijd seropositief zijn voor CMV.(17) De meeste mensen die geïnfecteerd worden met het virus zullen nooit symptomen vertonen of eventueel een mild griepachtig ziektebeeld. Een normaal functionerende cellulaire immuniteit is meestal in staat het virus onder controle te houden. Immuungecompromitteerde patiënten zoals transplantatiepatiënten onder immunosupressiva, aidspatiënten en foetussen kunnen echter wel een ernstig ziektebeeld ontwikkelen. Wanneer een seronegatieve moeder dus een seroconversie ondergaat tijdens de zwangerschap of wanneer een seropositieve moeder een recurrente infectie doormaakt tijdens de zwangerschap loopt haar kind het risico op besmetting door congenitale CMV-infectie.(17, 18) Deze scriptie gaat enkel over de behandeling van congenitale CMV-infectie Congenitale CMV-infectie Cytomegalovirus is de grootste oorzaak van congenitale virale infectie in ontwikkelde landen. Slechts 10% van de congenitaal geïnfecteerde neonaten vertonen symptomen waardoor het belang van congenitale CMV-infectie vaak wordt onderschat.(19, 20) Uit het 2005 HealthStyles onderzoek bleek dat slechts 14% van de vrouwelijke respondenten al van CMV had gehoord.(4) Nochtans kan het belang van deze perinatale infectie niet onderschat worden. De 10% van de geïnfecteerde neonaten die wel klinische effecten vertonen van het virus kunnen ernstig ziek zijn. De meest voorkomende klassieke triade hierbij is geelzucht (62%), petechiae (58%) en hepatosplenomegalie (50%).(21) In hun eerste levensjaren zien we ook 4

15 dat het virus aanleiding kan geven tot permanente handicap zoals gehoorverlies, gezichtsverlies en mentale retardatie.(19) Bij de kinderen die al bij de geboorte duidelijke neurologische problemen hebben bedraagt de mortaliteit binnen het eerste levensjaar ongeveer 20%. Ook de asymptomatische kinderen kunnen later in hun ontwikkeling nog problemen ondervinden. Zo zal bij 5-15% van hen evolutieve neurosensoriële gehoorsaantasting optreden.(17) Al deze gegevens tonen aan dat deze infectie potentieel ernstige morbiditeit en mortaliteit tot gevolg heeft Epidemiologie De prevalentie van congenitale CMV- infectie bedraagt gemiddeld 0.64% wereldwijd.(19) Deze kan echter significant verschillen en is afhankelijk van de populatie met een spreiding van 0.2%-2.5 %.(1-6) De gemiddelde prevalentie in België is momenteel niet gekend. Risicofactoren zijn niet-blank ras, lage socio-economische status, vroeggeboorte, opname op de dienst neonatale intensieve zorg, maternele human immunodeficientievirus (HIV)-infectie, CMV-seroconversie tijdens de zwangerschap en jonge leeftijd van de moeder. Verschillende studies tonen aan dat er een significant verschil is in prevalentie van congenitale CMVinfectie tussen lage en hoge sociale klassen. De oorzaak van deze verschillen ligt in het feit dat in de lagere sociale klassen mensen dichter op elkaar leven in slechtere hygiënische omstandigheden, waardoor het virus sneller wordt overgedragen. Het risico op transmissie wanneer de moeder een primaire infectie doormaakt is % en wanneer het een recurrente infectie betreft 0,15-3 %.(1, 3, 17, 19) Een tien-jaar lange studie op pasgeborenen in Zweden kwam echter tot de verrassende resultaten dat minstens één vierde van alle congenitale CMV-infecties het gevolg was van recurrente infecties in moeders. Ook hier speelt de snellere reactivatie van het virus in de moeders door een lagere graad van hygiëne een belangrijke rol.(22) 5

16 Klinische presentatie Seroprevalentie Het risico op seroconversie tijdens de zwangerschap bedraagt 1 tot 2 % en stijgt met het aantal zwangerschappen. In Europa is gemiddeld 45 % van de vrouwen seropositief bij het begin van hun zwangerschap. Wanneer de moeder wordt geïnfecteerd door het cytomegalovirus verloopt de infectie meestal asymptomatisch. Symptomatische infectie wordt gekenmerkt door een mononucleoseachtig klinisch beeld met koorts, extreme vermoeidheid, spierpijn, milde faryngitis, hoesten, nausea, diarree en hoofdpijn.(19) Transmissiewijze Het cytomegalovirus komt voor in alle lichaamsvochten, zoals urine, speeksel, feces, bloed, tranen, sperma en vaginaal vocht. Door contact met deze besmette vochten kan het virus overgedragen worden van de ene persoon op de andere. De kans op besmetting is dus groter in omstandigheden waarbij hygiëne niet voldoende gerespecteerd wordt. Dit is de horizontale infectieweg voor CMV. Verticaal kan het virus ook overgedragen worden via drie infectiewegen: Intra-uterien, intra-partum en postnataal. De intra-uteriene route is de belangrijkste route aangezien deze kan uitmonden in ernstige neurologische complicaties voor de foetus. De belangrijkste bron van virusinfectie voor de zwangere vrouw zijn jonge kinderen. Post-partum besmetting gebeurt voornamelijk via borstvoeding.(23) Er bestaat een invloed van het tijdstip van de maternele infectie op het transmissiepercentage. Dit stijgt met de duur van de zwangerschap en is het hoogst in in het laatste trimester.(17) Zelfs als de moeder reeds specifieke antilichamen heeft is er een blijvende kans op overdracht van het virus.(3) Symptomen bij de pasgeborene Gemiddeld 10% van de geïnfecteerde neonaten vertoont symptomen vanaf de geboorte. Het virus tast voornamelijk de nieren, lever, longen en het centraal zenuwstelsel aan. Gerapporteerd zijn: intra-uteriene groeiretardatie met een laag geboortegewicht, lever-en miltvergroting, icterus, ascites, trombopenie met petechiën en/of purpura, pneumonie, visusstoornissen door cataract en/of chorioretinitis, cerebrale ventriculomegalie en neurosensoriële doofheid. Microcephalie, calcificaties in de hersenen, stuipen en abnormale 6

17 spierspanning kunnen eveneens uitingen zijn van een congenitale CMV-infectie. Van de kinderen die al van bij de geboorte duidelijke neurologische problemen hebben overlijdt ongeveer 20% binnen het eerste levensjaar.(4, 16, 17) Langetermijngevolgen Ongeveer 50-90% van de symptomatische en 7-15% van de asymptomatische pasgeborenen zal later in hun leven nog gevolgen van hun congenitale CMV-infectie ondervinden. Het belangrijkste gevolg is gehoorverlies. Een langtermijn 10 jaar prospectieve follow-up studie op willekeurig uitgekozen levendgeborenen toonde aan dat van de 0.53% congenitaal CMV geïnfecteerden, 21 % van de asymptomatische en 33% van de symptomatische gehoorverlies ontwikkelde.(24) Cytomegalovirusinfectie is de belangrijkste gekende virale oorzaak van mentale retardatie en neurosensoriële doofheid. Een goede opvolging bij zowel symptomatische als asymptomatische kinderen is dus zeer belangrijk. Andere langetermijngevolgen zijn ontwikkelingsachterstand, epilepsie, cerebrale parese, oculaire afwijkingen en microcephalie. (16) Screening Momenteel wordt er nog geen routinematige screening gedaan bij neonaten naar congenitale CMV-infectie. Nochtans is hier wel wat discussie over. Gehoorverlies door congenitale CMV-infectie eist een snelle aanpak maar screening zou ook ongerustheid bij de ouders kunnen opwekken en tot onnodige kosten leiden.(25) Het Federaal kenniscentrum stelt in een richtlijn voor serologisch onderzoek te doen bij alle zwangere vrouwen bij het begin van hun zwangerschap. Zo worden de vrouwen (relatief) gerustgesteld wanneer ze reeds immuun zijn voor het virus en zo kunnen seronegatieve vrouwen extra gemotiveerd worden om preventieve hygiënische maatregelen te nemen en zo een primo-infectie tijdens de zwangerschap te voorkomen. Wanneer op dat moment een seroconversie wordt gevonden, is aanvullende polymerase-kettingreactie (PCR) op amnioncellen en verdere echografische opvolging aangewezen.(17) Preventie Primaire preventie van congenitale CMV-infectie is moeilijk aangezien er nog geen vaccin beschikbaar is en aangezien ook een seropositieve moeder haar foetus mogelijks nog kan besmetten. Wanneer de moeder geïnfecteerd wordt door een andere DNA-streng van het 7

18 CMV of wanneer ze een recurrente infectie doormaakt blijft er een klein risico dat het virus doorgegeven wordt aan haar ongeboren kind.(26) Het Institute of Medicine rapporteerde in 1999 dat de ontwikkeling van een CMV- vaccin de hoogste prioriteit kent.(20) In een studie van Pass et al van 2009 concludeerde men dat een vaccin tegen het CMV glycoproteine B een belangrijke rol speelt om maternale en congenitale CMV- infecties te verminderen. Grotere studies zullen echter nodig zijn om dit vaccin goedgekeurd te krijgen.(27) Zolang er geen vaccin op de markt is zal men de preventie dus moeten beperken tot hygiënische maatregelen. Bewustwording bij zwangere vrouwen van de potentiële risicofactoren van het CMV voor hun foetus en de mogelijke maatregelen die zowel seropositieve als negatieve vrouwen hierbij kunnen nemen zijn hierbij uiteraard van groot belang. Deze vrouwen informeren en motiveren over zorgvuldige hygiëne kan een groot deel van de CMV-transmissie voorkomen. Dat hygiënische maatregelen de transmissiekans van het virus kunnen verminderen is nog niet specifiek aangetoond voor CMV maar wel voor verschillende andere types van infecties.(4) De belangrijkste infectiebron voor zwangere vrouwen zijn jonge kinderen: zij scheiden een grotere hoeveelheid van het virus uit via hun speeksel en urine. Zowel voor vrouwen die werken in een kinderdagverblijf, kinderziekenhuis, kleuterklas,...als voor moeders van jonge kinderen gelden dezelfde maatregelen om de overdracht van het virus zo laag mogelijk te houden. Een zorgvuldige handhygiëne en het contact met speeksel en urine vermijden zijn de twee belangrijkste adviezen die aan zwangere vrouwen moeten worden meegegeven.(4, 17, 20) Diagnose De diagnose van CMV-infectie kan men op 3 tijdstippen stellen via verschillende methodes: primair maternaal, prenataal en postnataal. De werkwijze, voor-en nadelen en het gebruik ervan worden besproken in Tabel 1 (zie bijlage Tabel 1: Diagnostiek congenitale CMVinfectie). (3, 5, 6, 17, 19, 23, 27, 28) Het beleid in het UZ Gent past enkel de postnatale diagnosestelling toe. Hierbij wordt urine afgenomen voor een CMV-kweek vanaf minstens 24 uur na de geboorte, maar vóór dag 14. Binnen de 4 uur na staalafname doet men het onderzoek in het labo, de urine wordt hierbij niet in een transportmedium gebracht. Bij negatief resultaat en klinisch vermoeden van CMV dient men deze procedure te herhalen. Wanneer deze test positief is werkt men de patiënten verder uit d.m.v. centrale beeldvorming (echo-ct-nmr), oogfundusonderzoek, een 8

19 audiologische Algotest en eventueel BERA (Brainstem Evoked Response Audiometry), een lumbaal punctie (eiwit, cellen, PCR) en een bloedafname (bloedbeeld, transaminasen, bilirubine, CMV-IgM, CMV-PCR). (29) Behandeling Wie behandelen? Congenitale CMV-infectie en de potentieel zeer ernstige gevolgen ervan zijn reeds sinds enkele decaden gekend. Toch is het pas sinds de vroege jaren tachtig dat er farmaceutische middelen beschikbaar zijn voor de behandeling. Momenteel zijn er vier antivirale medicijnen die mogelijks actief zijn tegen het cytomegalovirus. Ganciclovir (GCV) met zijn variant valganciclovir (V-GCV), het minder gebruikte foscarnet en cidofovir.(30) Antivirale medicatie leidt niet tot genezing, de latent aanwezige virussen zullen altijd aanwezig blijven. Wel kan de therapie zorgen voor een succesvolle profylaxie en behandeling van de letsels en orgaanaantastingen door de groei van het virus tegen te gaan. Aangezien deze medicamenten ook neveneffecten hebben, onder andere hematologische verwikkelingen zoals neutropenie en trombopenie, moet de behandeling in sommige gevallen worden stopgezet. Omdat de voordelen van de therapie moeten opwegen tegen de nadelen is het dan ook niet verantwoord om asymptomatische kinderen te gaan behandelen met als doel laattijdige verwikkelingen tegen te gaan.(17) Er bestaan nog geen evidence-based richtlijnen over wie van de congenitaal geïnfecteerde neonaten behandeld zou moeten worden. Al de gerapporteerde patiëntjes die behandeld werden hadden een symptomatische CMV-infectie met minstens één gevolg van neurologische schade. Studies waarbij ook asymptomatische kinderen behandeld worden zijn dus nog niet uitgevoerd.(31) Preventieve behandeling bij asymptomatische congenitale CMVziekte blijft tot nu nog controversieel. Lange termijn opvolging is echter ook bij hen verplicht wegens de natuurlijke progressie op langere termijn.(31) Om een onderscheid te maken tussen de symptomatische en asymptomatische vorm van congenitale CMV-infectie worden volgende definities gehanteerd: men spreekt van asymptomatisch indien positief CMV in bloed, urine of speeksel binnen de eerste 3 levensweken wordt teruggevonden maar met normale klinische en beeldvormende evaluatie. De symptomatische vorm wordt gedefinieerd als positief CMV in bloed, urine of speeksel in de eerste 3 levensweken met klinische manifestaties van intra-uteriene infectie van het centraal zenuwstelsel of het lymforeticulair systeem.(5) Men adviseert nu om enkel symptomatische neonaten met ernstige symptomen, 9

20 focale orgaanschade of schade aan het centraal zenuwstelsel te behandelen binnen de eerste dertig levensdagen.(23) Ook over de dosissen en de duur van de behandelingen is nog steeds onderzoek lopend. Het prenataal alsook het postnataal beleid bij CMV-infectie blijft dus nog steeds een punt van discussie.(3) Ganciclovir Het grootste voordeel van ganciclovir (GCV) aangetoond bij neonaten met congenitale CMV-infectie is het effect op het gehoor. Het kan namelijk de achteruitgang van het gehoor voorkomen op 6 maanden leeftijd als de behandeling gestart is in de neonatale periode en voortgezet wordt tot minstens zes weken. Ganciclovir is buiten de hydroxymethylgroep op de acyclische zijketen structureel gelijk aan acyclovir. (zie Fig 1: Structurele formule ganciclovir) FIGUUR 1. Structurele formule ganciclovir Bron: Eenmaal in het lichaam ondergaat het drie fosforylaties in de geïnfecteerde cellen. De initiële stap wordt in gang gezet door het viraal proteïne kinase pul97, de volgende twee fosforylaties gebeuren door virus-specifieke cellulaire kinasen. In zijn trifosfaat vorm inhibeert GCV de synthese van het viraal DNA door twee mechanismen. Ten eerste zorgt het ervoor dat GTP niet wordt geïncorporeerd door het DNA polymerase competitief te inhiberen. Hierbij heeft GCV een hogere affiniteit voor het virale polymerase dan voor het gastheerenzym waardoor het de inhibitie van gastheer DNA-productie vermindert, maar niet volledig tegenhoudt wat mogelijk een verklaring biedt voor de cytotoxische bijwerkingen. Als tweede mechanisme wordt het medicament onmiddellijk in de virale DNA-ketting geïncorporeerd. Wegens zijn instabiliteit door de acyclische suikerzijketen inhibeert het de 10

21 additie van andere nucleotiden voor kettingelongatie. Ganciclovir is een nucleoside analoog zodat het de DNA-replicatie inhibeert door de natuurlijke nucleosiden na te bootsen. Ten opzichte van HSV (herpes simplex virus) -1, HSV-2 en VZV (varicellazostervirus) heeft GCV dezelfde werking als acyclovir, ten opzichte van CMV heeft GCV echter een 10 keer zo sterke werking als acyclovir. Ganciclovir is dan ook het eerste medicament dat goedgekeurd werd voor de behandeling van CMV-infectie en wordt reeds twintig jaar gebruikt als standaardtherapie bij immunogedeprimeerde transplantatie- en HIV-patiënten met CMVinfectie. (7, 8) Ganciclovir heeft een toxisch effect op het beenmerg en de nier. Gekende bijwerkingen van het medicament zijn dan ook dosis-gerelateerde neutropenie (40%), trombocytopenie (20%), anemie (2%), en andere (2-5%) zoals hoofdpijn, confusie, veranderende mentale status, hallucinaties, nachtmerries, ataxie, tremoren, rillingen, koorts, rash en abnormale waarden van leverenzymes. Omdat het medicament intraveneus wordt toegediend dient men ook rekening te houden met problemen zoals katheter-gerelateerde infecties en extra ziekenhuiskosten. Ganciclovir wordt renaal geklaard en de dosis moet dus aangepast worden bij patiënten met nierinsufficiëntie. Uit observaties blijkt dat GCV goed penetreert in het centraal zenuwstelsel. Dit kan belangrijk zijn voor de behandeling van neurologische ontwikkelingsschade geïnduceerd door CMV-infectie.(32) Voor het langdurig gebruik van GCV moet er nog grondig onderzoek worden verricht om de potentieel langetermijneffecten op de fertiliteit en carcinogeniciteit te verduidelijken. Een studie op proefdieren wekte onrust op wegens azospermie en de potentie voor permanente reproductieve toxiciteit die kan voorvallen bij mannelijke (en mogelijk ook vrouwelijke) dieren. Preklinische studies toonden ook teratogeniciteit en mutageniciteit in dieren aan. (30) Het eerste gebruik van GCV bij de behandeling van congenitale CMV-infectie bij neonaten dateert van de late jaren tachtig. Uit de daaropvolgende casereports bleek dat GCV over het algemeen vrij veilig is en goed getolereerd wordt door de pasgeborenen op korte termijn. Het hielp ook de ernst van enkele CMV-gerelateerde ziektes zoals pneumonitis en hepatitis te verminderen. Toch was er ook nood aan meer uitgebreide studies om de langetermijneffecten in kaart te brengen.(32) Het Nationaal Instituut voor Allergie en Infectieziekten CASG deed een multicentrische studie om de veiligheid en farmacokinetiek van GCV in neonaten en jonge kinderen te evalueren. (33) Daarop volgde ook een fase 2-studie naar de toxiciteit, de virologische 11

22 respons en de klinische outcome bij pasgeborenen. Zo vond men ook de veilige dosis van IV GCV die best toegediend wordt aan kinderen. Deze studie besloot dat GCV aan 12 mg/kg/dag in 2 giften zorgt voor een significante reductie van de virale lading in het lichaam. Dosismodificaties waren soms nodig wegens problemen zoals neutropenie, trombocytopenie en hogere leverwaarden. Toch voltooide 81% van de pasgeborenen de behandeling die 6 weken duurde. In de conclusie werd ook reeds vermeld dat de behandeling van congenitale CMV-infectie een langere periode van medicatietoediening vereist, misschien wel langer dan een jaar, en dat er dus hoge nood is aan de ontwikkeling van een veilige antivirale medicatie die oraal kan toegediend worden in de plaats van intraveneus.(9) Hierop volgde ook een gerandomiseerde gecontroleerde fase 3-studie om de effecten van GCV-therapie op het gehoor bij symptomatische congenitale CMV-ziekte te beoordelen. Honderd neonaten met symptomatische CMV-ziekte (en gevolgen van CMV aan het centraal zenuwstelsel) werden willekeurig ingedeeld in een groep die 6 weken lang IV GCV kreeg en een controlegroep zonder behandeling. Het primaire eindpunt was de verbetering (of voor de patiënten met een normaal gehoor bij het begin van de studie, behoud van een normaal gehoor) van de BERA tussen baseline en 6 maand follow-up. Eenentwintig (84%) van de 25 behandelde patiënten hadden een verbeterd gehoor of behielden hun normaal gehoor versus 10 (59%) van de 17 controlepatiënten (P=0.06). Geen enkele patiënt die GCV toegediend kreeg had een slechter gehoor na 6 maand, versus 7 (41%) van de 17 controlepatiënten (p < 0.01). Drieënveertig patiënten kregen na 1 jaar ook nog een BSER controle: hierbij bleek dat bij 5 (21%) van de 24 GCV patiënten het gehoor verslecht was na 1 jaar versus bij 13 (68%) van de 19 controle patiënten (P<0.01). Wat neveneffecten van de therapie betreft lieten 89 patiënten hun bloedwaarden opmeten. Negenentwintig (63%) van de 46 GCV patiënten had graad 3 of 4 neutropenie tijdens de behandeling versus 9 (21%) van de 43 controlepatiënten (p<0.01). Als conclusie stelde men dat GCV behandeling die gestart wordt in de neonatale periode bij symptomatisch geïnfecteerde kinderen met CMV-infectie met gevolgen op het centraal zenuwstelsel, gehoorverlies tegenhoudt na 6 maand en mogelijk ook na meer dan 1 jaar. (1) Valganciclovir Zoals reeds aangehaald ziet het er naar uit dat een langdurige behandeling vereist is om de gevolgen van congenitale CMV-infectie zo minimaal mogelijk te houden. (9) Om die reden is men op zoek gegaan naar een variant van GCV die men ook oraal kan toedienen. Zo zou het 12

23 medicament op een eenvoudige wijze thuis kunnen worden toegediend, wat zou leiden tot een minder lange hospitalisatieduur, minder familiale problemen en lagere kosten. Ook de problemen die gerelateerd zijn aan de intraveneuze lijn zoals infecties op de katheters zouden op die manier vermeden kunnen worden. Ganciclovir zelf oraal toedienen is geen optie aangezien deze orale vorm een te lage biologische beschikbaarheid kent (gemiddeld 4.8% bij kinderen en 6-9% bij volwassenen).(30) Op deze vraag maakte men valganciclovir (V-GCV), de prodrug van ganciclovir met een betere orale absorptie. Valganciclovir is het L-valine ester van GCV en heeft, eenmaal omgezet tot GCV na absorptie, hetzelfde actiemechanisme en antiviraal spectrum als GCV.(zie Fig 2: Structurele formule valganciclovir) FIGUUR 2. Structurele formule valgancyclovir Bron: Er zijn nog te weinig gecontroleerde studies gepubliceerd over de behandeling van neonaten met V-GCV waardoor het ook nog niet is goedgekeurd voor de behandeling van congenitale CMV-infectie. In maart 2001 werd V-GCV goedgekeurd door de Food and Drugs Administration (FDA) voor de behandeling van CMV-retinitis. Momenteel is het gelicenseerd voor de behandeling van CMV-infectie in geselecteerde transplantatiepopulaties en voor CMV-retinitis. Alhoewel de laatste jaren enkele case-reports en ook iets grotere studies met dit medicament zijn uitgevoerd bij neonaten en zuigelingen (10-15, 34-40), is er nog grote vraag naar een gecontroleerde gerandomiseerde studie voor meer significante resultaten. Momenteel is het National Institute of Allergy and Infectious Disease (NIAID) Collaborative 13

24 Antiviral Study Group (CASG) bezig met dergelijk onderzoek. Als primair eindpunt hanteren ze neurosensorieel gehoorverlies.(41) In het UZ Gent start men binnen de eerste 28 dagen met de behandeling van congenitale CMV-infectie indien dit nodig is (zie Wie behandelen?). Bij de neonaten die genoodzaakt zijn in het ziekenhuis te blijven geeft men ganciclovir (Cymevene) 6 mg/kg/12 u IV gedurende 6 weken. Bij patiënten die naar huis kunnen start men met de orale behandeling met V-GCV siroop. De verdere monitoring omvat een bloedafname (bloedbeeld, bilirubine, transaminasen, kreatinine, urinezuur) tweemaal per week gedurende de eerste 3 weken van de behandeling, nadien wekelijks. Urine CMV wordt bepaald tijdens de laatste week van de behandeling en men doet een BERA test na afsluiten van de behandeling. Wanneer de neutrofielen dalen tot minder dan 500/mm³ dient men de behandeling stop te zetten tot wanneer de neutrofielen terug stijgen tot boven 750/mm³. Wanneer de neutropenie terugkeert herstart men aan halve dosis. Indien de transaminasen verhogen tot meer dan drie keer de uitgangswaarde halveert men alsook de dosis tot ze weer dalen. (29) Overige therapeutische opties Er zijn niet veel data te vinden over andere antivirale medicamenten die gebruikt kunnen worden bij congenitale CMV-infectie. Een mogelijkheid die recent beschreven is, is het toedienen van medicatie tijdens de zwangerschap. Ganciclovir kan dan via de umbilicale vene, of anti CMV-IgG injecties kunnen via de peritoneale holte worden toegediend aan de foetus. Studies rond deze therapievorm zijn nog lopende.(27,28) De antivirale middelen die momenteel zijn goedgekeurd voor de behandeling van CMVinfectie hebben alle hetzelfde actiemechanisme, namelijk het inhiberen van het virale DNApolymerase. De potentie van het virus om resistentie te ontwikkelen ten opzichte van deze middelen zou problemen kunnen geven bij de behandeling op lange termijn. Ook hun toxische nevenwerkingen en de klinische behoefte aan anti-cmv medicatie heeft de ontwikkeling van nieuwe additionele therapeutische opties in gang gezet. Verscheidene nieuwe anti-cmv componenten die nieuwe processen tot doel stellen zitten in verschillende fasen van ontwikkeling.(32) Maribavir, een benzimidazole L-riboside is een dergelijk nieuw medicament dat al enkele fase 1 en 2 studies in hematopoetische stamceltransplantiepatiënten heeft ondergaan. In tegenstelling tot GCV is het niet toxisch op hematologisch en nefrologisch gebied. Maribavir moet niet gefosforileerd worden door het UL97 kinase, een enzym dat resistentie kan ontwikkelen tegen GCV. Op die manier zou Maribavir zeer 14

25 bruikbaar kunnen zijn in de behandeling van GCV-resistente stammen van CMV.(42) Van al deze nieuwe medicamenten zal men steeds de toxiciteit moeten afwegen ten opzichte van het therapeutisch effect. Er zal nog veel onderzoek moeten gebeuren voor deze nieuwe middelen kunnen worden goedgekeurd. In afwachting zal men zoveel mogelijk voordeel moeten halen uit het therapeutisch effect van GCV en V-GCV Farmacokinetiek, farmacodynamiek, klinische effecten en hun parameters Farmacokinetiek De werking van medicatie kan via verschillende begrippen omschreven en onderzocht worden. De farmacokinetiek is een onderdeel van de farmacologie waarbij de kwantitatieve verandering van een geneesmiddel in het lichaam in functie van de tijd wordt bestudeerd. Een geneesmiddel ondergaat eenmaal in het lichaam volgende processen die de uiteindelijke plasmaconcentratie bepalen: absorptie (de opname van het geneesmiddel), distributie (de verdeling over het organisme), metabolisme (de omzetting in (on)werkzame stoffen) en eliminatie (de uitscheiding). De farmacokinetiek geeft aan op welke manier, hoe lang en in welke dosering het geneesmiddel moet worden toegediend om de juiste plasmaconcentratie te bereiken. De parameters die men hiervoor gebruikt zijn: de dosis, de duur van de behandeling, de klaring (Cl), het distributievolume (Vd), de halfwaardetijd (t1/2), de biologische beschikbaarheid (F), de oppervlakte onder de concentratiecurve over een periode van 12h (AUC12), de maximale concentratie (Cmax), het tijdstip van de maximale concentratie (Tmax), de laatst gemeten concentratie (Clast), het tijdstip waarop deze laatste concentratie gemeten werd (Tlast) en de concentratie gemeten net voor een volgende toediening (Ctrough). (zie bijlage Tabel 2: Farmacokinetische parameters) De farmacokinetische processen worden onder andere beïnvloed door de samenstelling van het geneesmiddel, de dosis en de toedieningswijze van het geneesmiddel, de conditie van de patiënt en enkele omgevingsfactoren. Voor de neonaat spelen hierbij voornamelijk fysiologische variabelen zoals gestationele en postnatale leeftijd een rol. Deze beïnvloeden de ontwikkeling en de groei van verscheidene organen en dus ook de farmacokinetiek van het geneesmiddel. Wat de absorptie van een geneesmiddel betreft moeten we er bij neonaten rekening mee houden dat de mate van gastrointestinale absorptie afhangt van enkele factoren zoals de zuurtegraad in de maag, de snelheid van maaglediging en de biliaire functie. Deze 15

26 factoren ondergaan enorme veranderingen gedurende de eerste levensmaanden. Bij de distributie moeten we rekening houden met de verschillen tussen neonaten en volwassenen. Pasgeborenen hebben een hoger volume van water en dus extracellulair vocht, minder lichaamsvet, een hogere membraanpermeabiliteit in het centraal zenuwstelsel, minder eiwitten die geneesmiddelen binden in hun plasma en een lagere affiniteit van albumine voor bepaalde stoffen. Het metaboliseren van een geneesmiddel bestaat vaak uit het transformeren van een lipofiele stof in een meer polaire, wateroplosbare metaboliet, waardoor de eliminatie van het geneesmiddel in de urine of in de gal makkelijker wordt. Het belangrijkste orgaan hierbij is de lever, die via fase 1 en fase 2 reacties de geneesmiddelen transformeert via respectievelijk synthese en conjugatiereacties. Deze reacties zijn nog immatuur bij de geboorte en zijn tegen de leeftijd van 3-4 jaar volledig ontwikkeld. Ook andere organen zoals de nier en de gastrointestinale flora hebben effect op de halfwaardetijd van bepaalde geneesmiddelen bij neonaten. De halfwaardetijd is 4 keer hoger in preterme kinderen dan in volwassenen en is ongeveer 2 keer groter in terme kinderen dan bij volwassenen. Deze halfwaardetijd verandert snel gedurende de eerste levensdagen. Het is dus noodzakelijk de dosis constant aan te passen en de plasmaconcentraties van een geneesmiddel te monitoren binnenin een smal therapeutisch raam. Men moet er ook rekening mee houden dat neonatale ziektes deze farmacokinetische processen kunnen beïnvloeden. Bij de excretie speelt de nier de belangrijkste rol. De renale functie is echter beduidend lager bij pasgeborenen, waardoor de eliminatie een stuk trager gaat. Met al deze variabelen spreekt het voor zich dat grondig farmacokinetisch onderzoek van een geneesmiddel nodig is voordat men het toedient aan een pasgeborene. Jammer genoeg zijn er nog te weinig geneesmiddelen waarbij deze kennis bij neonaten voorhanden is. Het therapeutisch monitoren van de dosis en het aanpassen van de dosis is dus noodzakelijk om de effectiviteit van de therapie maximaal te maken en de potentieel toxische effecten te limiteren.(43) (44) (45) Farmacodynamiek De farmacodynamiek is een onderdeel van de farmacologie dat de werking van een geneesmiddel op het lichaam beschrijft. Hierbij bestudeert men de therapeutische effecten en ook de bijwerkingen of nadelige effecten die een stof kan hebben op het organisme. Ook de invloed van andere geneesmiddelen en ziekte(n) op de werking van een geneesmiddel wordt door de farmacodynamiek beschreven. De werking van het geneesmiddel wordt op 16

27 verschillende vaste tijdstippen gemeten. Vervolgens kijkt men ook of er bijwerkingen zijn en kwantificeert men ook deze op verschillende vaste tijdstippen. (44) Voor de bespreking van de farmacodynamiek bij het gebruik van orale V-GCV bij neonaten met congenitale CMV-infectie zoekt men meestal de virale lading van CMV op in het plasma, in het serum of in de urine. De virale lading in het begin van de studie (en dus voordat het medicijn voor de eerste maal is toegediend) noemt men virale lading op baseline. Ook de maximale ladingsuppressie is een belangrijk gegeven. Door deze dan te vergelijken met de lading bij baseline ziet men duidelijk of het geneesmiddel therapeutisch effectief is. Wanneer men de studie op verschillende baby s tegelijk uitvoert worden deze virale ladingen vooral in medianen en hun standaarddeviaties uitgedrukt om zo een overzicht van het effect van de studie te tonen. Belangrijk is dat de tijdstippen van deze metingen steeds correct vermeld worden. Er zijn weinig gegevens beschikbaar over de blootstelling van kinderen aan valganciclovir, en nog minder van neonaten. De bijwerkingen die bij meer dan 10% (zeer vaak) van de totale pediatrische populatie voorkomen zijn: anemie, neutropenie, hypertensie, bovenste luchtweginfectie, diarree, misselijkheid, braken, constipatie, pyrexie, transplantafstoting.(46). De meeste studies controleren ook regelmatig de bloedcellen (rode, witte en bloedplaatjes), de leverenzymes AST, ALT en totaal bilirubine en de nierfunctie door middel van de serumcreatininewaarde Klinische effecten Bij het toedienen van een medicijn gedurende een bepaalde tijd zal het lichaam veranderingen ondergaan. Deze veranderingen die in het klinisch onderzoek te bepalen zijn noemt men de klinische effecten. De evidentie van het effect van een geneesmiddel is afhankelijk van de grootte, de duur en het opzet van de studie. In de regel worden 4 graden van evidentie onderscheiden, waarbij graad 1 de hoogste en graad 4 de laagste evidentie heeft. Graad 1 is gebaseerd op gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek. De meest betrouwbare informatie vinden we dus in dubbelblind gecontroleerde en gerandomiseerde studies. Hoe groter de studiepopulatie en hoe langer de duur van het onderzoek, hoe hoger de graad van evidentie. Aan de hand van deze verschillende graden van evidentie kan men dan richtlijnen opstellen over de behandeling van een bepaalde ziekte met een medicijn bij een bepaalde doelgroep. Om aan een evidentie van eerste graad te komen heeft men grootschalige en dure studies 17

28 nodig, dit is echter niet altijd haalbaar. Daarom moeten we voor sommige geneesmiddelen richtlijnen opstellen met een lagere graad van evidentie. (44) De belangrijkste klinische effecten die men bij het onderzoek van V-GCV behandeling bij neonaten met congenitale CMV-infectie bespreekt zijn het gehoor, de leverfunctie, de algemene groei en ontwikkeling en de neurologische ontwikkeling (motoriek en cognitieve functies). 3. Methodologie Dit onderzoek werd gestart met een algemene research over het cytomegalovirus en de antivirale therapievormen. Voor de specifieke studies over V-GCV werd gebruik gemaakt van PUBMED, een online database van de MEDLINE-databank en van de NCBI-databank (National Center for Biotechnology Information). De zoektermen valganciclovir, congenitale CMV-infectie en neonaten werden systematisch ingesteld en afgewisseld met termen zoals pasgeborenen, cytomegalie,.. Hierdoor werden de 13 studies over het gebruik van orale V- GCV bij kinderen onder de 1 jaar met congenitale CMV-infectie gevonden. Dit waren 8 casereports (13-15, 34, 36, 38-40) en 5 grotere case-studies.(10-12, 35, 37) Aangezien het geneesmiddel V-GCV nog maar recent voor deze indicatie gebruikt wordt was het niet nodig een limiet op de datum te stellen. Het oudste artikel dateert uit 2005(15), het recentste uit juni 2012(12). Voor het informatieve luik in het begin van deze scriptie werd er wat breder gezocht. Ook al deze gerefereerde artikels werden op PUBMED gevonden. Hierbij werden volgende zoektermen ingegeven: cytomegalie, CMV-infectie + neonaten, CMV-infectie + screening, CMV-infectie + diagnose, CMV-infectie + behandeling, ganciclovir, valganciclovir, antivirale therapie bij neonaten, farmacokinetiek, farmacodynamiek,.. In de referentielijsten werd ook verder gezocht naar andere passende artikels. Op basis van het abstract werd dan gescreend of het artikel de moeite was om op te nemen in deze scriptie. Professor Smets mailde ook een zeer interessant artikel over de huidige therapievormen bij neonaten.(43) Voor de discussie werden enkele praktische richtlijnen die op UZ Gent worden toegepast geraadpleegd via de site van de neonatale intensieve zorgafdeling. 18

29 4. Resultaten De resultaten worden gerapporteerd per studie. Eerst wordt een korte beschrijving gegeven van de bestudeerde populaties en de methodologie in de gerefereerde studies, dan volgen de farmacokinetische en farmacodynamische gegevens. Ten slotte worden de klinische effecten van de behandelingen met valganciclovir weergegeven. In deze systematische review worden 13 studies opgenomen die alle de behandeling van congenitale CMV-infectie met orale V- GCV beschrijven. De enige vereiste was dat de patiënten jonger waren dan 1 jaar en ze geïnfecteerd waren met congenitale CMV. Het gaat om 5 case-series en 8 case-reports Studiepopulatie Case-series Een eerste case-serie nam 8 neonaten (5 jongens en 3 meisjes) op. Ze werden ingedeeld in 2 groepen; 4 in groep A en 4 in groep B. Groep B ontving een tweemaal zo hoge dosis V-GCV per dag als groep A. De leeftijd varieerde van 4 tot 90 dagen (gemiddeld 20 dagen). Congenitale CMV-infectie werd gediagnosticeerd door middel van kwantitatieve PCR (qpcr) op vol bloed, plasma en urine. De stalen werden binnen de eerste 2 levensweken verzameld. Als introductiebehandeling hadden ze alle 8 reeds IV (intraveneus) GCV gekregen gedurende 1 week.(35) De werkgroep voor het NIAID (National Institute of Allergy and Infectious Diseases) voerde in 2007 de eerste grote populatie farmacokinetische studie met oraal V-GCV uit bij 24 neonaten. Hun leeftijd bedroeg tussen 8 en 34 dagen. De 13 jongens en 11 meisjes werden opgedeeld in ofwel versie 1.0 (5 neonaten die 38 dagen IV GCV en 6 dagen oraal V-GCV kregen) ofwel in versie 2.0 (19 neonaten die 4 dagen IV GCV en 30 dagen oraal V-GCV kregen). Ook de dosis van GCV en V-GCV verschilde tussen de 2 groepen. Hun geboortegewicht varieerde van 1.9 tot 4.4 kg.(10) Kimberlin et al voerde het jaar daarop volgend een farmacokinetische en farmacodynamische studie uit bij dezelfde 24 neonaten. Het mediane geboortegewicht bedroeg 2360 gr (<p10). De gestationele leeftijd varieerde van 34 tot 41 weken (mediaan =37.5 weken). Binnen de eerste 19

30 30 dagen na de geboorte deed men een kweek op een urine- en keeluitstrijkje en congenitale CMV-infectie werd gediagnosticeerd. Volgende afwijkingen werden in het begin van de studie genoteerd: (aantal patiënten staat telkens tussen haakjes vermeld) Viscerale afwijkingen: petechiën (16), trombocytopenie (16), splenomegalie (12), verhoogd hepatisch transaminase (10), verhoogd bilirubine (15), hepatomegalie (11), absoluut neutrofielenaantal graad 0,1 of 2 (Toxiciteitgraden werden bepaald aan de hand van de toxiciteittabellen van de AIDS afdeling van het National Institute of Allergy and Infectious Diseases) (9), Centraal zenuwstelsel (CZS) afwijkingen: abnormale cerobrospinaalvocht (CSV) waarden (4/22), chorioretinitis (3/23), gehoorverlies en positieve PCR voor CMV in CSV (10/23). Abnormale neurologische beelden: microcephalie (16/23), radiografische afwijkingen (17/23), oedema (1/23), ventriculaire dilatatie (7/21), cystische degeneratie (1/23), periventriculaire calcificatie (14/21).(11) In 2009 gebeurde een studie waaraan 13 neonaten deelnamen, waaronder 7 jongens en 6 meisjes. Allen waren ze jonger dan 30 dagen. Hun mediane geboortegewicht bedroeg 3260 gr (p25-p50) met een standaarddeviatie van 730. Hun mediane gestationele leeftijd bedroeg 39.5 weken met een standaarddeviatie van Binnen de 2 eerste levensweken werd CMVinfectie gediagnosticeerd door congenitale CMV-screening in de urine en door de Shell vial test (hierbij wordt het urinestaal gecentrifugeerd op een enkele laag cellen en wordt de virale groei gemeten door antigen detectie, dit maakt de screening sneller en sensitiever). Bij 4 van hen was het aantal trombocyten te laag, 4 hadden petechiën, bij 4 neonaten waren de hepatische transaminasen verhoogd, 4 hadden een verhoogd bilirubine, 2 van hen werden gezien met hepatomegalie, 3 met intra-uteriene groeiretardatie, 3 met microcephalie, 10 met abnormale radiografische en/of neurologische beeldvorming, 3 met chorioretinitis en 8 met gehoorverlies.(37) Het recentste onderzoek rapporteert 13 case-reports. Het is een Spaanse retrospectieve studie die de gegevens en resultaten van 13 zuigelingen weergeeft die behandeld geweest zijn met orale V-GCV in 6 verschillende Spaanse ziekenhuizen tussen 2008 en Het doel van hun onderzoek was om meer gegevens te verzamelen over de behandeling met orale V-GCV na de neonatale periode. De mediane leeftijd waarop de diagnose gesteld werd was 3 maand (0-8 maand), de mediane leeftijd waarop de behandeling gestart werd was ook 3 maand ( maand). Bij 10 van de 13 gevallen werd de diagnose congenitale CMV-infectie bevestigd ( 1 door bloed en urine PCR bij de geboorte en bij de 9 anderen door PCR op gedroogde 20

Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT)

Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT) Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT) A. Zecic NICU, UZ Gent Transmissierisico tijdens de zwangerschap Maternale seroconversie Incidentie Ziekte bij pasgeborene 1e trim 15 % ernstig

Nadere informatie

NEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE

NEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE NEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE 1. Diagnosestelling bij de pasgeborene Annelies Keymeulen April

Nadere informatie

CMV screening Versie 2. dec 2016

CMV screening Versie 2. dec 2016 CMV screening Versie 2. dec 2016 Beoordelaars: F. Maingay-de Groof, B. Boersma, GJ Blok, C.Akkerman Inleiding Het Cytomegalovirus (CMV) kan de foetus transplacentair infecteren en aanleiding geven tot

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18641 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18641 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18641 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Vries, Jutte Jacoba Catharina de Title: Congenital cytomegalovirus infection :

Nadere informatie

info voor patiënten Cytomegalovirus

info voor patiënten Cytomegalovirus info voor patiënten Cytomegalovirus Inhoud 01 Cytomegalovirus 05 02 Opvolging in het UZ Gent 09 03 Vlaams CMV-register 11 04 Contact 11 01. Cytomegalovirus Wat is het cytomegalovirus? Het cytomegalovirus

Nadere informatie

CYTOMEGAALVIRUSINFECTIE (CMV) IN DE ZWANGERSCHAP

CYTOMEGAALVIRUSINFECTIE (CMV) IN DE ZWANGERSCHAP CYTOMEGAALVIRUSINFECTIE (CMV) IN DE ZWANGERSCHAP Trefwoorden : CMV Zwangerschap Virusdetectie Serologie Vruchtwaterpunctie G Donders 1, K Wuyts 1, M Hansens 1, E Van Kerschaver 1 SAMENVATTING - CMV is

Nadere informatie

CMV-screening bij de pasgeborene

CMV-screening bij de pasgeborene CMV-screening bij de pasgeborene 1 Wat is CMV? Cytomegalovirus (CMV) is een veel voorkomend virus dat mensen van alle leeftijden kan besmetten. CMV komt voor in lichaamsvochten (urine, speeksel, traanvocht,

Nadere informatie

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B

Nadere informatie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en

Nadere informatie

De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen

De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen Greet Boland, klinisch microbioloog / MMM er Aviditeitstesten Wat is aviditeit? Wat betekent de uitslag? Wanneer is toepassing zinvol/niet

Nadere informatie

02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1

02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1 Huisartsensymposium anno 2013 1 2 CMV en Toxoplasmose bij zwangerschap en neonaat Dr. M. Traen 3 CMV en Toxoplasmose Bij immunocompetente hosts asymptomatisch of milde infectie Mogelijks zware ravage bij

Nadere informatie

Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat.

Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat. : Pagina 1 van 5 Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat. Doelgroep Kinderarts en gynaecoloog. Algemene aandachtspunten Overtuig je van de juiste patiënt

Nadere informatie

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput Inleiding Monteurs van vooral de service en reparatie&renovatie lopen een kans geïnfecteerd te raken met een virus, tengevolge van het (per

Nadere informatie

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Kindergeneeskundig onderzoek naar de oorzaak van het congenitaal gehoorverlies doel Patiënt: te verwachten

Nadere informatie

cytomegalovirus infectie in de zwangerschap en de auditieve gevolgen op het kind

cytomegalovirus infectie in de zwangerschap en de auditieve gevolgen op het kind cytomegalovirus infectie in de zwangerschap en de auditieve gevolgen op het kind NVA 19 april 2007 Dr HLM van Straaten neonatoloog Inhoud Introductie CMV CMV manifestaties CMV epidemiologie CMV en auditieve

Nadere informatie

Cytomegalie CMV-infectie

Cytomegalie CMV-infectie Cytomegalie CMV-infectie B25 1. Algemeen De naam cytomegalovirus (CMV) is afgeleid van het gezwollen aspect dat de door dit virus aangetaste cellen vertonen. Al in 1881 werden zogenaamde uilenoogcellen

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren Ziekenhuizen Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: februari 2007 Revisie: februari 2012 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen 7 Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting van

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S K.B. 2.10.2009 In werking 1.12.2009 B.S. 20.10.2009 Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen :

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Onderbouwing Conclusies Vaak is het door keuze van het juiste geneesmiddel mogelijk om borstvoeding veilig te handhaven 11. Niveau 4 Toelichting Indien

Nadere informatie

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES De afgelopen 10 jaar hebben de taxanen paclitaxel (Taxol ) en docetaxel (Taxotere ) een belangrijke plaats verworven in de chemotherapeutische behandeling van kanker. Beide geneesmiddelen

Nadere informatie

Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt?

Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Rebecca van Grootveld AIOS Medische Microbiologie Werkgroep Klinische Parasitologie, NVP & WAMM Toxoplasmose 2 Werkgroep klinische

Nadere informatie

KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000

KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000 KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 "Artikel 24bis. Worden als verstrekkingen beschouwd waarvoor de bekwaming van specialist voor klinische biologie (P) vereist is : 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken

Nadere informatie

Richtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn

Richtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn : Pagina 1 van 6 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Definitie... 1 Varicella zoster en zwangerschap... 2 Varicella zoster en neonaten... 3 Bronnen... 4 Bijlagen... 5 Stroomdiagram 1 : Beleid bij zwangere

Nadere informatie

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Derde VUMC nascholingsdag 22 maart 2013 Margot Mulder, kinderarts Aangeboren slechthorendheid: Literatuur:

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 2016403 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Geneesmiddelenontwikkeling voor malaria 1.2 Looptijd van het project 1-4-2016-1-4-2021 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) malaria,

Nadere informatie

1. Algemeen. 2. Ziekte 2.1 Pathogenese. 2.2 Incubatieperiode. 2.3 Ziekteverschijnselen. CMV-infectie

1. Algemeen. 2. Ziekte 2.1 Pathogenese. 2.2 Incubatieperiode. 2.3 Ziekteverschijnselen. CMV-infectie Cytomegalievirusinfectie CMV-infectie B25 1. Algemeen De naam cytomegalovirus (CMV) is afgeleid van het gezwollen aspect dat de door dit virus aangetaste cellen vertonen. Al in 1881 werden zogenaamde uilenoogcellen

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro De Ziekte Van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf jaar

Nadere informatie

CMV, gehoorverlies en. de (andere) open eindjes

CMV, gehoorverlies en. de (andere) open eindjes CMV, gehoorverlies en. de (andere) open eindjes HLM van Straaten ALGO terugkomdag Isala 18-01-2017 Cytomegalovirus? (on)zekerheden! Waarom aandacht voor CMV bij pasgeborene? Issues o.a CMV en zwangerschap

Nadere informatie

K.B B.S In werking

K.B B.S In werking K.B. 18.6.2017 B.S. 29.6.2017 In werking 1.8.2017 Wijzigen Invoegen Verwijderen Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen : 556872

Nadere informatie

Immuunreactie tegen virussen

Immuunreactie tegen virussen Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie 166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk

Nadere informatie

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur Inhoud Zoledroninezuur 3 Voorbereiding 3 Rijvaardigheid en gebruik van machines 3 Gebruik bij ouderen 4 Uitzonderingen bij gebruik 4 Combinatie met andere

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro De Ziekte van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf

Nadere informatie

200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen

200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen 200906_oefen.pdf Tentamen 25 juni 2009, vragen Universiteit Utrecht Farmacie Geneesmiddel en patient Naam: Collegekaartnummer: OPGAVEN TENTAMEN BLOK FA-201 GENEESMIDDEL EN PATIENT 25 juni 2009 9.00 12.00

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

2

2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Vergelijkende studie om de effectiviteit van natuurlijke enzymen oraal versus injectiepreparaat en valproïnezuur te vergelijken in tonisch clonische aanvallen bij primaire systemische

Nadere informatie

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van

Nadere informatie

Neonatale follow-up na congenitale CMV infectie. Dr. Alexandra Casaer Congres MIC-NIC Brugge 18 oktober 2014

Neonatale follow-up na congenitale CMV infectie. Dr. Alexandra Casaer Congres MIC-NIC Brugge 18 oktober 2014 Neonatale follow-up na congenitale CMV infectie Dr. Alexandra Casaer Congres MIC-NIC Brugge 18 oktober 2014 Cytomegalovirus = CMV Seroconversie bij zwangere vrouw Toekomstige moeder seronegatief: preventieve

Nadere informatie

kind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 42 weken. kind geboren na een zwangerschapsduur langer dan 42 complete weken.

kind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 42 weken. kind geboren na een zwangerschapsduur langer dan 42 complete weken. 45 Neonatologie.1 Definities Aterme neonaat (AT) voldragen (aterme geboren) pasgeborene. kind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 4 weken. Dysmature neonaat/dysmatuur onderontwikkelde

Nadere informatie

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK)

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK) Algemene kennis over farmacokinetiek (PK) C max, klaring, Vd, halfwaardetijd, AUC, biologische beschikbaarheid, proteinebinding Watis ditjargon? Is dit belangrijk voor mij? 2-1 Algemene kennis over farmacokinetiek

Nadere informatie

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen Niet-technische samenvatting 2015107 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Dierstudies in het kader van ontwikkeling van medicijnen voor het behandelen en voorkomen van virale infecties aan de

Nadere informatie

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen Niet-technische samenvatting 2016788 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Onderzoek naar de biodistributie van nieuwe, op oligonucleotiden gebaseerde, teststoffen voor de behandeling van zeer

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20599 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rath, Mirjam Eva Aafke Title: Hematological outcome in neonatal alloimmune hemolytic

Nadere informatie

Zovirax oogzalf v1.2 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Zovirax oogzalf v1.2 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Zovirax 30 mg/g oogzalf 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zovirax bevat 30 mg aciclovir per gram oogzalf. Voor de volledige

Nadere informatie

DARATUMUMAB KANKERCENTRUM UZ GENT. Onco_hemato_038

DARATUMUMAB KANKERCENTRUM UZ GENT. Onco_hemato_038 DARATUMUMAB KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_038 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=cytostatica) krijgt u? 3 02 Voorbereiding en verloop van de behandeling 3 03 Overzicht van de behandeling 4 04 Onderzoeken

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - LEUKERAN

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - LEUKERAN UW BEHANDELING MET GAZYVARO - LEUKERAN KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_052 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 3 03 Overzicht

Nadere informatie

(1) Risico op acute pancreatitis Er zijn meldingen geweest van acute pancreatitis na de behandeling met carbimazol/thiamazol.

(1) Risico op acute pancreatitis Er zijn meldingen geweest van acute pancreatitis na de behandeling met carbimazol/thiamazol. GEADRESSEERDE ADRES POSTCODE WOONPLAATS 31 januari 2019 Belangrijke risico-informatie: Geneesmiddelen die carbimazol of thiamazol (synoniem: methimazol) bevatten: (1) risico op acute pancreatitis en (2)

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

infecties: PCR op amniosvocht

infecties: PCR op amniosvocht -infecties infecties: PCR op amniosvocht UZ Gasthuisberg GSO Britt Van Meensel Supervisie: Prof. Ap. K. Lagrou Prof. Dr. M. Van Ranst Inhoud Inleiding Prenatale diagnosestelling: CMV-infectie moeder CMV-infectie

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met

Nadere informatie

Wijze van toepassing Bij oculaire instillatie in de onderste conjunctivale zak van het geaffecteerde oog.

Wijze van toepassing Bij oculaire instillatie in de onderste conjunctivale zak van het geaffecteerde oog. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Virgan 1,50 mg/g ooggel 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 g gel bevat 1,50 mg ganciclovir. Hulpstof met bekend effect: benzalkoniumchloride (75 µg/g). Voor de

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 1. Prenatale diagnostiek en behandeling met DXM Indicatie: Echtparen, die beiden drager zijn van een mutatie van de klassieke vorm van AGS. Als een van

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Basale Farmacokinetiek op de Intensive care Armand R.J. Girbes & Noortje Swart

Basale Farmacokinetiek op de Intensive care Armand R.J. Girbes & Noortje Swart Basale Farmacokinetiek op de Intensive care Armand R.J. Girbes & Noortje Swart Intensive Care & Apotheek VU medisch centrum Netherlands Farmaco-terminologie Farmacologie de studie van geneesmiddelen observeerbare

Nadere informatie

Maatschap Gynaecologie. Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap

Maatschap Gynaecologie. Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap Maatschap Gynaecologie Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap Inleiding U bent opgenomen op de afdeling gynaecologie. Deze folder geeft informatie over hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap. Doel van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld

Nadere informatie

dat lage maximum concentraties (piekspiegels) van pyrazinamide, rifampicine en isoniazide leidden tot resistentie-ontwikkeling van de bacterie.

dat lage maximum concentraties (piekspiegels) van pyrazinamide, rifampicine en isoniazide leidden tot resistentie-ontwikkeling van de bacterie. S AMENVATTING 128 Samenvatting Tuberculose (TB of TBC) is een ernstige infectieziekte veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. Wereldwijd ontwikkelen jaarlijks 9 miljoen mensen TB en overlijden

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER Patiëntnummer: Studie: Multicentrisch onderzoek naar kanker tijdens de zwangerschap: registratiestudie, studie naar de psychologische impact van een

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

SAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY)

SAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY) SAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY) Anemie is een onvermijdelijk gevolg van malaria-infecties door Plasmodium falciparum, vooral in gebieden waar zeer veel malaria voorkomt. De groep met het grootste risico op

Nadere informatie

Verantwoord aanvragen en interpretatie van virale serologie bij de zwangere

Verantwoord aanvragen en interpretatie van virale serologie bij de zwangere Verantwoord aanvragen en interpretatie van virale serologie bij de zwangere Prof. Dr. Elizaveta Padalko Afdelingshoofd Virologie Laboratorium Klinische Biologie Universitair Ziekenhuis Gent GAB, De Pinte

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie voor voorschrijvers voor emtricitabine/tenofovirdisoproxil 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten als profylaxe vóór blootstelling (PrEP)

Nadere informatie

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een 1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten

Nadere informatie

PERINATALE CYTOMEGALOVIRUSINFECTIE 1

PERINATALE CYTOMEGALOVIRUSINFECTIE 1 Tijdschr. voor Geneeskunde, 59, nr. 10, 2003 PERINATALE CYTOMEGALOVIRUSINFECTIE 1 L. GOOSSENS 2, 4, M. TEMMERMAN 3, P. VANHAESEBROUCK 2 Inleiding Cytomegalovirus(CMV)-infectie is een veelvoorkomende perinatale

Nadere informatie

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek

Nadere informatie

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Zes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie?

Zes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie? Zes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie? Six months valganciclovir for congenital cytomegalovirus disease? J.W. Wieringa 1, F.A.J. Schornagel 2, J.L.A.N. Murk 3, A.C.T.M. Vossen

Nadere informatie

hoofdstuk één hoofdstuk twee

hoofdstuk één hoofdstuk twee Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar hemolytische foetale bloedarmoede en foetale hydrops. Hemolytische foetale bloedarmoede ontstaat door afbraak van rode bloedcellen. Foetale hydrops betreft het

Nadere informatie

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol. 1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE

UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE UW BEHANDELING MET GEMCITABINE CISPLATINE DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_057 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling?

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - BENDAMUSTINE

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - BENDAMUSTINE UW BEHANDELING MET GAZYVARO - BENDAMUSTINE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_053 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 3 03 Overzicht

Nadere informatie

Zika virus en zwangerschap

Zika virus en zwangerschap Zika virus en zwangerschap 04/2016 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van JIJWIJ

Nadere informatie

Aciclovir Sandoz oogzalf is bestemd voor de behandeling van Herpes simplex keratitis.

Aciclovir Sandoz oogzalf is bestemd voor de behandeling van Herpes simplex keratitis. Sandoz B.V. Page 1/5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Aciclovir Sandoz 30 mg/g, oogzalf 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Aciclovir Sandoz bevat 30 mg aciclovir per gram oogzalf. De oogzalf bevat

Nadere informatie

CARFILZOMIB REVLIMID DEXAMETHASONE

CARFILZOMIB REVLIMID DEXAMETHASONE CARFILZOMIB REVLIMID DEXAMETHASONE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_040 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (=Cytostatica) krijgt u? 3 02 Voorbereiding en verloop van de behandeling 3 03 Overzicht van

Nadere informatie

Zwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent

Zwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent Zwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent Waarom screenen? Aandoening komt frequent voor Kan ernstige gevolgen hebben Kan opgespoord worden Kan behandeld worden of sequellae

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie is een genetische aandoening.

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET MABTHERA FLUDARABINE CYCLOFOSFAMIDE

UW BEHANDELING MET MABTHERA FLUDARABINE CYCLOFOSFAMIDE UW BEHANDELING MET MABTHERA FLUDARABINE CYCLOFOSFAMIDE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_009 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling?

Nadere informatie

Richtlijn Herpes simplex virusinfectie. Autorisator: Vakgroepvoorzitter Kindergeneeskunde

Richtlijn Herpes simplex virusinfectie. Autorisator: Vakgroepvoorzitter Kindergeneeskunde 9-08-2018 9-08-2021 : Pagina 1 van 6 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Algemene aandachtspunten... 1 Werkwijze... 1 Ziekteverschijnselen... 1 1. Herpes labialis... 1 2. Herpes genitalis... 2 Neonatale...

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATEVE SAMENSTELLING Per tablet 125 mg of 250 mg famciclovir, overeenkomend met 98,5 mg respectievelijk 197,1 mg penciclovir.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATEVE SAMENSTELLING Per tablet 125 mg of 250 mg famciclovir, overeenkomend met 98,5 mg respectievelijk 197,1 mg penciclovir. Deel IB (SmPC) 10 januari 2001 pagina 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Famvir 125 Famvir 250 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATEVE SAMENSTELLING Per tablet 125 mg of 250 mg famciclovir, overeenkomend met 98,5

Nadere informatie

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1) Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep ofwel Nieuwe ofwel Pandemische Influenza A(H1N1) griep (H1N1) 2009 Influenza Mexicaanse griep Wat is

Nadere informatie

pagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Waterpokken contact in de zwangerschap Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie:

Nadere informatie

Hepatitis E, wat moet je ermee?

Hepatitis E, wat moet je ermee? Hepatitis E, wat moet je ermee? Caroline Swanink, arts-microbioloog Rijnstate 11 oktober 2016 Wanneer verricht u diagnostiek naar hepatitis E virus? A. Altijd bij een acuut hepatitis beeld B. Bij een acuut

Nadere informatie

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Dit proefschrift beschrijft het effect van plasma volume expansie in de behandeling van ernstige

Nadere informatie

! BELANGRIJKE INFORMATIE

! BELANGRIJKE INFORMATIE ! BELANGRIJKE INFORMATIE Belangrijke informatie over emtricitabine/tenofovirdisoproxil 200 mg/245mg filmomhulde tabletten als PrEP om het risico op het krijgen van een infectie met het humaan immunodeficiëntievirus

Nadere informatie

Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten (emtricitabine/tenofovirdisoproxil)

Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten (emtricitabine/tenofovirdisoproxil) Om een maximaal voordeel te halen voor uw gezondheid uit de effecten van het geneesmiddel Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten, om voor een goed gebruik ervan te zorgen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 13 Samenvatting 154 Samenvatting Tijdens de zwangerschap kan zogenaamde zwangerschapsimmunisatie ontstaan. Hierbij maakt de moeder antistoffen tegen een stof (bloedgroepantigeen) die niet op haar eigen

Nadere informatie

Testen op hiv tijdens de zwangerschap

Testen op hiv tijdens de zwangerschap Testen op hiv tijdens de zwangerschap Ziekenhuis Gelderse Vallei In deze brochure wordt informatie gegeven over HIV, de ziekte AIDS en mogelijke behandelingen. Er wordt besproken wat een HIV-test is en

Nadere informatie

Konakion MM voor kinderen 2 mg/0,2 ml oplossing voor injectie en oraal gebruik

Konakion MM voor kinderen 2 mg/0,2 ml oplossing voor injectie en oraal gebruik 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Konakion MM voor kinderen 2 mg/0,2 ml oplossing voor injectie en oraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul bevat 2 mg vitamine K 1 (fytomenadion)

Nadere informatie

ACICLOVIR TEVA 30 MG/G oogzalf. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 16 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

ACICLOVIR TEVA 30 MG/G oogzalf. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 16 februari : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Aciclovir Teva 30 mg/g,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Aciclovir Teva 30 mg/g bevat 30 mg aciclovir per gram. Voor

Nadere informatie

hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands

hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 204 204 SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Inleiding Het humaan immuundeficiëntie virus (HIV) is de

Nadere informatie

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren Geboorte.. De mens Een minuutje geduld Vroeg- of Laattijdig afnavelen Dr. David Van Laere Neonatoloog UZ Antwerpen. andere zoogdieren Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? Zoek de verschillen?

Nadere informatie