SPAR D.C. Zuid B.V., Postbus 101, 4760 AC Zevenbergen Nr. Inspraakreactie Antwoord Conclusie

Transcriptie

1 Distributie Planologisch Onderzoek supermarkten en detailhandelsvisie Cadzand-Bad (DPO 2009) Overzicht inspraakreacties (samengevat) met antwoordnota. SPAR D.C. Zuid B.V., Postbus 101, 4760 AC Zevenbergen Nr. Inspraakreactie Antwoord Conclusie I - 1 I - 2 I - 3 De SPAR richt zich met de winkelformules Spar en Attent op kleinere winkels met een ruim assortiment gericht op de behoefte van de lokale consument. Voor die consument zijn voldoende m² in de gemeente Sluis aanwezig om hun boodschappen te doen. De extra m² die nu worden gevraagd worden voornamelijk veroorzaakt door de toeristen. Het rapport houdt geen rekening met supermarkten in andere gemeentes, met name het aanbod in Terneuzen. Aldi Sluis: Spar verwacht dat deze vestiging klanten zal trekken die nu naar de Aldi Oostburg gaan. Spar verwacht dat de vestiging Aldi Sluis ten koste gaat van de Attent supermarkt in Cadzand-Dorp. Inspreker maakt met deze opmerking de positie duidelijk van de Spar- en Attent winkels. Deze winkels maken in de huidige supermarktstructuur deel uit van de kernen die beschikken over een kleine buurtsuper (zie H. 3.1 onder lokaal verzorgingsgebied). De vraag naar extra m² heeft inderdaad geen betrekking op deze winkels. Gezien de onderzoeksvragen die aan het onderzoek ten grondslag liggen, is duidelijk dat het onderzoek zich richt op de detailhandelsstructuur binnen de gemeente Sluis. Het bezoek aan een supermarkt kan als regel het motief boodschappen doen. De consument bezoekt daarvoor in het algemeen een supermarkt dicht bij huis. Om die reden, alsmede gezien de afstand tot Terneuzen, is in alle redelijkheid te stellen dat geen rekening hoeft te worden gehouden met het supermarktaanbod in Terneuzen. De verwachting die inspreker hier uitspreekt wordt bevestigd in paragraaf van het rapport. De eigenaar van de Attent-winkel in Cadzand-Dorp heeft inmiddels aangekondigd met ingang van 1 januari 2011 de winkel te sluiten. I - 4 Spar adviseert om te kiezen voor een uitbreiding van Albert Heijn Oostburg in plaats van een nieuwe, 4 e supermarkt erbij. Daardoor zullen consumenten uit de omliggende dorpen die nu hun boodschappen niet bij AH willen halen, in hun eigen dorp hun boodschappen doen. Dit versterkt de leefbaarheid in die dorpen en bevordert het voortbestaan van de winkels in die dorpen. Het advies van Spar om te kiezen voor een grotere AH-supermarkt in plaats van een 4 e supermarkt is begrijpelijk gezien de belangen die Spar behartigt. De conclusie in het DPO is dat de vestiging van een Agrimarkt de detailhandelsstructuur in de kern Oostburg versterkt door deze vestiging in het midden prijssegment. Het rapport onderkent dat dit ten koste zal gaan van de omzet in de omliggende kernen, met name daar waar nu het midden prijssegment door C1000 en Plus wordt ingevuld. Feit is dat in november 2008 de toenmalig in Oostburg gevestigde C1000 supermarkt is gesloten. Daarmee is het midden prijssegment uit de regionale voorzieningenkern Oostburg verdwenen. De vestiging van een nieuwe supermarkt in het midden prijssegment 1

2 I - 5 I - 6 De Spar supermarkt in Cadzand-Bad streeft al jaren naar een vergroting van het vloeroppervlak. Dit DPO onderbouwt de noodzaak daartoe. Gewezen wordt op de noodzaak om een deugdelijke parkeersituatie te realiseren. De uitbreiding van het aantal m² supermarkt zal ook gevolgen hebben voor de winkels op de recreatieparken. Die komen naar het oordeel van Spar onder druk te staan hetgeen een gevaar voor de aantrekkelijkheid van de recreatieparken betekent. houdt derhalve tevens in dat de tot november 2008 bestaande situatie ten aanzien van de prijssegmenten van de supermarkten in Oostburg, wordt hersteld. Het rapport concludeert dat bij de kwalitatieve ontwikkelingen die beleidsmatig voor Cadzand-Bad worden nagestreefd, een supermarkt past van een zodanige omvang dat deze de consumenten goed van dienst kan zijn. Het gaat dan om een buurtsuper van een redelijke omvang (circa 750 m² bvo). Het belang van een deugdelijke parkeersituatie wordt onderschreven. De winkels op de recreatieparken hebben een strikt lokaal verzorgend karakter. De recreant richt zich voor het boodschappen doen in het algemeen op de full service supermarkten (met name in de kern Oostburg). De aantrekkelijkheid van de recreatieparken is niet afhankelijk van de daar aanwezige lokaal verzorgende winkels. Stadsraad Oostburg, secr. Pluto 1, 4501 HM Oostburg II. De Stadsraad Oostburg onderschrijft de conclusies van het rapport DPO 2009 en spreekt de voorkeur uit voor de vestiging van een Agrimarkt in het centrum van Oostburg. Ook is de wens dat een Hema-vestiging in het centrum van Oostburg wordt gerealiseerd. Met instemming wordt kennis genomen van deze inspraakreactie. Neptunus Cadzand Holding B.V., mw. S.E. Brakman-Bonte, Boulevard de Wielingen 20, 4506 JH Cadzand III 1. De indruk bestaat dat de detailhandelsontwikkeling Cadzand-Bad niet meer dan een bijproduct is bij het rapport over de supermarktstructuur. Voorafgaand aan het opstellen van het rapport zijn vijf onderzoeksvragen gesteld. Vraag 5 luidt: Wat zijn de onderzoeksmogelijkheden III 2. De gegevens in tabel 5 zijn foutief. Dit standpunt wordt met een opsomming toegelicht. Ook het aantal m² winkelvloeroppervlak is foutief. Bij het opstellen van het rapport is gebruik gemaakt van gegevens van Locatus. Dit is dé leverancier van gegevens over het winkelaanbod. Het is de enige en algemeen geaccepteerde bron van gegevens over het winkelaanbod in Nederland. Bij alle overzichten is vermeld dat deze gegevens zijn gebruikt. Dit gebruik kent twee, niet onoverkomelijke nadelen. 1. in de verwerking van wijzigingen in winkelaanbod zit altijd enige vertraging. In toeristengebieden treden regelmatig wijzigingen op. Bij het opstellen van het rapport was het nieuwe seizoen nog niet begonnen, waardoor veel winkels gesloten waren. 2. Locatus deelt winkels in bij één (hoofd-)branche. In toeristen- 2

3 III 3. III 4. Gegevens over winkelaanbod in Cadzand-Bad zijn foutief; ook dit wordt met een opsomming toegelicht. In het rapport zijn geen definities van de gebruikte waarden (m² wvo en m² bvo opgenomen. gebieden hebben winkels vaak een breed assortiment, zowel kleding, schoenen, speelgoed als drogisterijartikelen. Locatus deelt zo n winkel dan toch in bij bijvoorbeeld de branchegroep kleding. Vandaar dat niet alle winkels die inspreker als anders betiteld ook echt andere winkels betreft. In winkelonderzoek wordt altijd gewerkt met het oppervlak weergegeven in m² winkelvloeroppervlak (wvo). Dit wordt gemeten door locatus. Op bladzijde 6 van het rapport staat vermeld dat dit gemiddeld circa 80% is van het bruto vloeroppervlak (bvo). Dat inspreker denkt in bvo is logisch omdat dit overeenkomt met het te verhuren oppervlak. Verhuurbedrijven werken met verhuurbaar oppervlak, vandaar de verwarring bij Neptunus. Dit is de reden dat alle oppervlaktes in de visie dan ook 20% à 25% kleiner zijn dan Neptunus hanteert. In winkelonderzoek gaat het echter om het winkelvloeroppervlak = het voor consumenten toegankelijke deel. Sommige bedrijven, bijvoorbeeld fietsenzaken, hebben namelijk grote werkplaatsen of magazijnen. Deze ruimten tellen niet mee als winkelvloeroppervlak. De gegevens met betrekking tot de oppervlakten staan niet op internet, maar zijn verkregen op basis van het abonnement van RBOI op de Locatus bestanden. Zie het antwoord op de reactie bij III 2. Zie het antwoord op de reactie bij III 2. III 5. Het aantal m² bvo kloppen niet. Zie het antwoord op de reactie bij III 2. III 6. Neptunus tweewielerbedrijf krijgt in het rapport te weinig ruimte hetgeen niet acceptabel is. Neptunus heeft de indruk dat in het rapport wordt aangegeven dat er voor hun fietsenzaak geen enkele marktruimte is. Dit is echter niet juist. Op bladzijde 39 van het rapport wordt geconcludeerd dat binnen de sectoren van het huidige aanbod in Cadzand-Bad, groot m² bvo, ruimte is om uit te breiden tot in totaal à m² bvo. De marktruimte voor het tweewielerbedrijf valt binnen de in 3

4 III 7. III 8. De stelling in het rapport dat de invloed op de markt vanuit Knokke zeer beperkt is, is onjuist. Neptunus tweewielerbedrijf haalt 20% van de omzet uit de Belgische markt. Geconcludeerd wordt dat de onderzoekers hun taak niet goed hebben uitgevoerd. tabel 5.3 aangeduide 400 à 500 m² (bvo) ruimte in de sector in en om het huis. Het rapport trekt geen conclusie over de omzet invloed van Knokke op Cadzand-bad. Sprake is van een inschatting over de mogelijke effecten van de plannen voor retailontwikkeling in Knokke. Geconcludeerd wordt dat: 1. Deze plannen nog te prematuur zijn om gericht kwantitatieve uitspraken te doen. 2. Deze plannen naar verwachting hun eigen markt hebben en weinig invloed zullen hebben op de economische ruimte voor ontwikkelingen in Cadzand-Bad. Deze conclusie is ongefundeerd en heeft wellicht te maken met het onjuist interpreteren van de tekst van het rapport. De negatieve toonzetting van de reactie is onterecht en wordt dan ook betreurd. De heer J. Salomé (Étos Oostburg), Markt 18, 4501 CK Oostburg. IV 1. De heer Salomé staat volledig achter de vestiging van een Agrimarkt in het centrum van Oostburg. Met genoegen wordt kennis genomen van deze reactie. IV 2. IV 3. IV 4. Uitbreiding van Albert Heijn betekent dat er meer non-food in deze vestiging zal worden gevoerd hetgeen een negatief effect heeft op (de winkels in) het centrum van Oostburg. Vestiging van een Hema als publiekstrekker dient in het winkelcentrum plaats te vinden en niet bij Albert Heijn. Een Hema-vestiging wordt gezien als een trekker die het winkelcentrum een positieve impuls met spin off voor anderen zal geven. De heer Salomé wijst op de mogelijkheid dat bij de ontwikkeling van de Agrimarkt ook de vestiging van een Hema wordt meegenomen. Deze reactie wordt bevestigd op pagina 21: Het effect van uitbreiding van de Albert Heijn op de winkelstructuur in het centrum van Oostburg is niet positief. De bestaande onevenwichtigheid wordt verder versterkt. Een belangrijk aandachtspunt bij de ontwikkeling van de detailhandelsstructuur in de kern Oostburg betreft het functioneren van het winkelcentrum. De vestiging van bijvoorbeeld een Hema bij Albert Heijn zal eveneens de bestaande onevenwichtigheid in de winkelstructuur versterken. Het rapport onderschrijft dit. Op pagina 21 van het rapport wordt vermeld dat met de vestiging van een Agrimarkt het ontbrekende middensegment wordt ingevuld. Realisatie van deze supermarkt aan de zijde van het centrum heeft bovendien een positief effect op de winkelstructuur van Oostburg. Het daarbij meenemen van een winkel zoals bijvoorbeeld een Hema kan dit positief effect versterken. Jan & Tiny Poissonnier (C1000 Buysse), Oranjestraat 19, 4515 CA IJzendijke. V 1. Een supermarkt in het middensegment in Oostburg erbij Onderkend wordt dat met de komst van een Agrimarkt een 4

5 V 2. V 3. maakt het aanbod in West Zeeuws-Vlaanderen nog onevenwichtiger. Er is geen extra omzet te verwachten, alleen verschuivingen van omzet. De toevoeging van een Agrimarkt in Oostburg is een gevaar voor het bestaansrecht van de C1000 supermarkt in IJzendijke. aanbieder in het midden prijssegment in de kern Oostburg vestigt, hetgeen de positie van Oostburg als hoofdkern binnen de supermarkthiërarchie versterkt. Tabel 4.5 van het rapport geeft een beeld van de haalbare omzet van de supermarkten in de kernen van de gemeente Sluis na de vestiging van de Agrimarkt in Oostburg. In de conclusie bij deze tabel wordt onderkend dat naar verwachting het winkelaanbod in dagelijkse goederen in IJzendijke en Breskens enig omzetverlies zal lijden. Dit brengt echter de exploitatie van de winkels in deze kernen niet structureel in gevaar, zodat het bestaansrecht van deze winkels overeind blijft. Zie het antwoord op de reactie onder V 2. Vereniging Ondernemend Oostburg (VOO), secr. Burchtstraat 7, 4501 BH Oostburg VI 1. De VOO onderschrijft het standpunt als verwoord in het DPO 2009 dat de vestiging van een supermarkt op de locatie Langestraat 1 te Oostburg (Den Hoekzak) een versterking voor de winkels in het winkelcentrum van Oostburg betekent. Met genoegen wordt kennis genomen van deze inspraakreactie. VI 2. De uitbreiding van de Albert Heijn supermarkt met 1000 m² Zie het antwoord bij de reactie onder IV 2. oordeelt de VOO een gevaar voor het winkelcentrum, dit is omdat de Albert Heijn supermarkt dan nog meer non-food producten zal gaan voeren waardoor de mensen uit het winkelcentrum worden weggetrokken. VI 3. De eventuele koppeling tussen een supermarkt en een Uit overleg met Hema is gebleken dat zij mogelijkheden zien om Hema-vestiging oordeelt de VOO negatief. Men vraag om zich eventueel in Oostburg te vestigen. Een dergelijke vestiging een totaalvisie om ad hoc besluiten te voorkomen. wordt gezien als een versterking van het winkelcentrum. Een combinatie met een supermarkt is een wens van Hema. Het rapport spreekt de voorkeur uit voor combinatie met een supermarkt aan de zijde van het centrum. Het wordt evenwel niet uitgesloten dat een Hema vestiging in het winkelcentrum zelf ook mogelijk is, bijvoorbeeld als stapsteen c.q. trekker van publiek naar het winkelcentrum. Ahold Vastgoed BV, Postbus 3071, 1500 HD Zaandam VII 1. Ahold oordeelt dat de scheiding tussen de Het wordt niet ontkend dat Albert Heijn ook assortiment in het 5

6 VII 2. VII 3. VII 4. supermarktsegmenten (discount-, midden- en fullservice) niet te strak mag worden gehanteerd. Het middensegment voegt meer service toe en het full-service biedt lagere prijzen. Het standpunt dat toevoeging van een supermarkt in het middensegment in de kern Oostburg niet ten koste gaat van de voorzieningen in de overige kernen, wordt bestreden. Ook het standpunt dat de toevoeging van een 4 e supermarkt in Oostburg de vestiging van een Hema in Oostburg mogelijk maakt, wordt bestreden. Een Hema vestiging kan ook bij de huidige dan wel uitgebreide Albert Heijn supermarkt. Ahold meent dat er elders in Nederland geen vergelijkbare situatie is waar op een vergelijkbaar aantal inwoners ruimte is voor 4 supermarkten. Normaliter bevat een DPO een vergelijking met overeenkomstige kernen. Nu dit niet mogelijk is dient, aldus Ahold, de conclusie en het aanbevolen advies te worden betwijfeld. midden prijssegment heeft. Echter het algemeen prijsbeeld van AH is bekend: de positie van AH is duidelijk, relatief veel service en relatief duur, oftewel het topsegment. Dit wordt bevestigd door de profilering van de supermarkten in 2009 zoals is weergegeven in de bij deze antwoordnota gevoegde bijlage Profilering supermarkten Een onderbouwing van deze reactie ontbreekt. Voor de beantwoording wordt verwezen naar het antwoord als is geformuleerd bij reactie onder V 2. Het wordt niet ontkend dat een Hema-vestiging ondergebracht zou kunnen worden bij de huidige AH supermarkt. Dit wordt echter niet als het meest voor de hand liggend geacht. Dit laatste wordt ingegeven door de wens tot uitbreiding van deze supermarkt om nog beter te kunnen functioneren, maar ook door de bestaande planologische regeling waarbij de bestemming detailhandel is begrensd tot de omvang van de bestaande AH supermarkt. Bovendien past de vestiging van een Hema winkel bij de AH supermarkt niet in het streven tot versterking van het winkelcentrum van de kern Oostburg. In hoofdstuk 4 (Distributieplanologische analyse) van het rapport worden de effecten van de vanuit de diverse organisaties gewenste ontwikkelingen beoordeeld. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van indicatieve berekeningen, weergegeven in: 1. de haalbare gemiddelde omzet voor het supermarktaanbod in de kernen van de gemeente Sluis; 2. de confrontatie haalbare omzet met aanwezige aanbod; 3. de haalbare omzet bij realisatie van de initiatieven. Op basis van een en ander volgt de conclusie dat er ruimte is voor ontwikkeling en dynamiek in het algemeen hetgeen verklaart dat er sprake is van initiatieven. Met andere woorden: indien de betreffende initiatiefnemers er geen brood in zien, zouden er ook geen initiatieven zijn. Het rapport vermeld expliciet dat de beoogde ontwikkelingen zijn afgewogen binnen de haalbare omzet binnen de kernen van de gemeente Sluis. Dit is een realistische afweging. Een vergelijking met overeenkomstige kernen elders in Nederland wordt daarentegen als niet realistisch gezien. Dit geldt temeer omdat de omstandigheden, gelet op bijvoorbeeld de ligging van de gemeente 6

7 VII 5. Ahold verzoekt om medewerking de AH supermarkt in Oostburg met ten minste 300 m² bvo te mogen vergroten op eigen terrein omdat de vestiging nu te klein is om goed te kunnen functioneren. Sluis ten opzichte van andere gemeenten met vergelijkbare kernen als ook de invloed van toerisme en recreatie, niet gelijk zijn. Er worden dan ook geen deugdelijke redenen gezien om te twijfelen aan de conclusie en het aanbevolen advies in het rapport. Inmiddels is een concrete vergunningaanvraag ingediend. Dit plan is in strijd met het geldende bestemmingsplan en zal derhalve zelfstandig door de raad moeten worden beoordeeld. Daartoe zal een afzonderlijk voorstel aan de raad worden voorgelegd waarbij de kaders van het DPO2009 als basis zullen dienen. Gezien het belang van deze full service supermarkt voor door de detailhandelsstructuur in de gemeente Sluis mag in redelijkheid worden aangenomen dat dit verzoek zal worden benaderd vanuit een positieve grondhouding. Dit laatste betekent overigens niet bij voorbaat dat zonder meer aan het betreffende plan medewerking kan worden verleend. Lanen & Standhardt Advocaten namens C1000 Vastgoed BV te Amersfoort en de C1000 supermarkten in Aardenburg, Breskens en IJzendijke. VIII - 1. De in het DPO uitgesproken wenselijkheid voor de uitbreiding van de C1000 supermarkt te Breskens. Het rapport onderschrijft dat om de supermarktstructuur in de kern Breskens te verbeteren de beide in Breskens aanwezige supermarkten (C1000 en Plus) een gelijkwaardige omvang moeten krijgen van circa 1300 m². De conclusie In Breskens is een evenwichtiger verdeling en omvang van de supermarkten gewenst wordt derhalve onderschreven. Bij de distributieplanologische analyse (DPO, Hoofdstuk 4) is geconstateerd dat de supermarkten in de kernen Aardenburg, Breskens en Oostburg goed functioneren. Gezien de goede marktomstandigheden in deze drie kernen is er in beginsel ruimte voor ontwikkeling en dynamiek. Daarbij wordt uitdrukkelijk gewezen op het verschil in omvang van de beide full service supermarkten in de kern Breskens. Reeds eerder is uit onderzoek ( Supermarkten Breskens, Oostburg 2002 en Aanvullende notitie Detailhandelsbeleid Breskens, Sluis, 2008 ) gebleken dat een evenwichtiger verdeling in omvang van de beide supermarkten in Breskens is gewenst; elk met een omvang van m² wvo. Reeds VIII 2. VIII 3. De aanbeveling tot een nieuwe supermarkt in Oostburg versus een uitbreiding van de AH supermarkt aldaar. Inspreker is van mening dat het rapport de mogelijke vestiging van een 4 e supermarkt (Agrimarkt) in Oostburg niet onderbouwt. Namens C1000 wordt ingebracht dat Albert Heijn niet alleen in het hoogste segment maar ook in het middensegment opereert. Daaruit volgt, aldus inspreker, dat de markt geen ruimte biedt voor een 4 e supermarkt in Oostburg. De gevolgen van de ontwikkelingen in Oostburg voor de C1000 vestigingen in Aardenburg, Breskens en IJzendijke. eerder is het proces om dit te realiseren door de gemeente ingezet. Het standpunt van inspreker in deze wordt niet gevolgd. Voor de argumenten daartoe wordt verwezen naar de antwoord als geformuleerd onder I 4 en VII 1. De stelling van inspreker dat uitbreiding van de AH supermarkt in Oostburg meer voor de hand ligt dan de vestiging van een 7

8 Inspreker is van mening dat het meer voor de hand ligt dat de bestaande AH supermarkt wordt uitgebreid omdat het toevoegen van een 4 e supermarkt in het middensegment ten koste zal gaan van het functioneren van de supermarkten in de andere kernen. Benadrukt wordt dat uit de door C1000 Vastgoed opgestelde Visie Ruimtecapaciteit Supermarkten gemeente Sluis blijkt dat de keuze voor uitbreiding van de AH supermarkt in plaats van een 4 e supermarkt minder vermindering geeft van de omzet van de elders in de gemeente Sluis gevestigde supermarkten in het middensegment. Het handhaven van de omzetpotentie in de drie C1000 vestigingen in de gemeente Sluis is evenzo van belang als het tegengaan van toevloeiing van koopkracht richting Oostburg. Inspreker wijst tenslotte op de noodzaak om verstoring van de distributieplanologische verhoudingen tegen te gaan. Op basis van een en ander wordt de raad gevraagd afstand te nemen van de conclusies en aanbevelingen van het DPO. Agrimarkt, wordt gestoeld op een door en vanuit de C1000 organisatie opgestelde visie als reactie op het Het DPO 2009 is opgesteld door het onafhankelijk adviesbureau RBOI, dit in opdracht van de gemeente Sluis. Voorafgaand aan het verstrekken van die opdracht is mede aan Schuitema Vastgoed te Amersfoort voorgesteld om in het betreffende DPO te participeren. Dit laatste vond plaats naar aanleiding van een bezoek dat een vertegenwoordiger van genoemde vastgoed organisatie enige tijd daarvoor aan de gemeentesecretarie had gebracht in verband met het onderzoeken van de mogelijkheid tot uitbreiding van de C1000 vestiging te Aardenburg. Op dat voorstel is niet gereageerd. Daaruit is afgeleid dat C1000 ofwel geen plannen meer had, ofwel geen belang voor hun vestiging in Aardenburg inzag bij het distributie planologisch onderzoek. Vervolgens is C1000 schriftelijk bericht dat bij het onderzoek zou van de bestaande supermarkt in Aardenburg. Het wordt nu dan ook als enigszins vreemd ervaren dat in het kader van de inspraak op het DPO 2009 een door de C1000 organisatie zelf opgestelde visie als reactie op het DPO 2009 wordt overgelegd en de raad wordt gevraagd op basis van die visie afstand te nemen van de conclusies en aanbevelingen in het DPO Tenslotte wordt ook verwezen naar het antwoord hiervoor genoemd onder VII 4. Ondernemers Vereniging Cadzand (OVC), p/a De Stelle 2, 4506 BG Cadzand. IX 1. De OVC vraagt of het juist is dat de raad nog een definitief besluit op het DPO en de detailhandelsvisie Cadzand-Bad moet nemen. Het raport zoals opgesteld door adviesbureau RBOI heeft in het kader van de inspraakprocedure ter visie gelegen. De OVC heeft in dat kader gereageerd. Het is correct vast te stellen dat de raad vervolgens nog een definitief besluit moet nemen tot vaststelling van IX 2. Het bestuur van de OVC meent dat voor hoofdstuk 5 van het rapport, Detailhandelsontwikkeling Cadzand-Bad geen zogenoemd veldwerk is verricht. Daarbij wordt gewezen op figuur 5.1 waarbij naar het oordeel van de OVC diverse bestemmingen ofwel verkeerd zijn ingetekend dan wel niet zijn vernoemd of niet meer bestaand zijn. De OVC meent dat op basis van deze gegevens geen weloverwogen besluit kan worden genomen. het DPO en de detailhandelsvisie Cadzand-Bad. Zie het antwoord bij de reacties onder III 1 t/m 6. IX 3. De OVC is van mening dat de rentabiliteit van een Zie het antwoord bij de reactie onder III 2 waarbij onder meer de 8

9 IX 4. IX 5. onderneming niet afhankelijk is van de oppervlakte van een bedrijf. Aan het gebied De Rode Wielingen is onvoldoende aandacht besteed. Er is geen sprake van een voldoende koppeling tussen het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad en deze detailhandelsvisie. Voorts wordt gemeld dat de door Neptunus Cadzand Holding B.V. ingebrachte zienswijze door de OVC wordt onderschreven. werkwijze bij onderzoeken als deze is toegelicht. Hoofdstuk 5 van het rapport is volledig aan Cadzand-Bad gewijd. Geconstateerd wordt dat het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad Natuurlijk Stijlvol inzet op een sterke, kwalitatieve opwaardering van het toeristisch aanbod. Door deze ontwikkelingen neemt het draagvlak voor de voorzieningen toe. De detailhandelsvisie richt zich op de kwalitatieve en kwantitatieve invulling van de marktruimte die wordt ontwikkeld vanuit het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad. De stelling dat er geen voldoende koppeling tussen het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad en deze detailhandelsvisie is dan ook niet juist. Dat aan het gebied De Rode Wielingen onvoldoende aandacht wordt besteed, wordt evenmin juist geacht. Kern van de hoofdstructuur van Cadzand-Bad vormt de Boulevard de Wielingen en de Duinlaan. Deze hoofdstructuur wordt onderverdeeld in een rode en een groene zone met twee centra. De Rode Wielingen is het gebied tussen het kanaal en het Duinplein. Op pagina 37 van het rapport wordt benadrukt dat door de huidige structuur van het winkelaanbod de consument niet wordt uitgenodigd om langs de winkels te slenteren. De winkels in het winkeldeel Rode Wielingen zijn niet zichtbaar vanaf het Duinplein en de winkelruimtes zijn bovendien ook nog eens vanaf de weg gezien naar achter gelegen. In paragraaf 5.4 wordt benadrukt dat het belangrijk is dat de winkels gevestigd zijn in een compact en aantrekkelijk ingericht winkelgebied met voldoende parkeerruimte. Het centrumgebied, namelijk het Duinplein met daarop aansluitend de Rode Wielingen, heeft daarvoor de beste uitgangspunten. Uit dit laatste volgt dat aan de Rode Wielingen voldoende aandacht wordt besteed. Zie het antwoord bij de reacties onder III 1 t/m 8. Lidl Nederland GmbH, Postbus 198, 1270 AD Huizen. X 1. Melding wordt gemaakt dat men formeel gezien niet binnen de inspraaktermijn heeft gereageerd, maar men vertrouwt er op dat de opmerkingen van Lidl Nederland toch nog Bij een inspraakprocedure als deze is niet direct sprake van rechtsgevolgen indien de termijn waarbinnen kan worden gereageerd niet wordt gehaald. De beoordeling van reacties buiten 9

10 X 2. X 3. X 4. meegenomen kunnen worden in de afwegingen bij de definitieve besluitvorming. Algemeen is bekend dat het bestedingspatroon in Zeeuws- Vlaanderen beneden het landelijk gemiddelde bestedingspatroon ligt. Een correctie dienaangaande ontbreekt waardoor het onderzoek een meer rooskleuriger beeld geeft dan de werkelijkheid is. Ook is geen rekening gehouden met de vergrijzing en het kleiner worden van het gemiddelde huishouden (demografische ontwikkeling). Men heeft sterke bedenkingen bij de locatie van een mogelijke vestiging Agrimarkt. de gestelde termijn vindt plaats vanuit het beginsel van redelijkheid en billijkheid. Ten tijde van de ontvangst van de reactie van Lidl Nederland vond de behandeling van de inspraakreacties nog niet plaats. Het is derhalve niet onredelijk geacht om deze reactie mee t nemen bij de beantwoording. Over de wijze waarop het onderzoek is ingesteld wordt in het rapport voldoende toelichting verstrekt. Verwezen wordt naar het antwoord als hiervoor gegeven bij reactie VII 4. Bij de distributieplanologische analyse is het inwonertal één van de uitgangspunten. Daarnaast is rekening gehouden met onder andere het effect van de toeristische bestedingen. Als gevolg van de toeristische en recreatieve bestedingen is de haalbare omzet voor de supermarkten beter dan wanneer die afhankelijk zou zijn van alleen de inwoners. In het kader van de demografische ontwikkelingen staat vast dat bij de ontwikkelingen in de gemeente heldere keuzes noodzakelijk zijn. Mede gezien die ontwikkeling is van belang de versterking van het winkelcentrum van Oostburg en de versterking van de segmentering in het supermarktenaanbod in centrumkern Oostburg. Deze reactie wordt niet toegelicht en ook niet onderbouwd. Derhalve wordt volstaan hiervan kennis te nemen. 10

11 Bijlage: profilering supermarkten 2009 Discount Midden Agri-markt Service/top 11