De overgang naar maatwerk zal gefaseerd gebeuren, tussen 1/4/2015 en 31/12/2018. Pas vanaf 1/1/2019 zal maatwerk 100% geïmplementeerd zijn.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De overgang naar maatwerk zal gefaseerd gebeuren, tussen 1/4/2015 en 31/12/2018. Pas vanaf 1/1/2019 zal maatwerk 100% geïmplementeerd zijn."

Transcriptie

1 Inleiding Met de invoering van het maatwerkdecreet door de bevoegde minister Homans werd de volledige reglementering van de beschutte werkplaatsen omgegooid. De toeleiding, indicering, financiering en erkenning zal een volledig nieuwe juridische basis kennen, want een nieuw decreet, uitvoeringsbesluit én enkele ministeriële besluiten zullen bepalen hoe beschutte werkplaatsen anno 2019 zullen functioneren. De overgang naar maatwerk zal gefaseerd gebeuren, tussen 1/4/2015 en 31/12/2018. Pas vanaf 1/1/2019 zal maatwerk 100% geïmplementeerd zijn. Vanuit Groep Maatwerk hebben we de afgelopen jaren tal van constructieve voorstellen gedaan aan het beleid m.b.t. maatwerk, waarbij we vaststellen dat aan een aantal daarvan werd tegemoet gekomen, en een aantal daarvan niet (of nog niet). Met deze tekst wensen we niet het proces maatwerk te maken, maar wel een beter inzicht te geven in de concrete uitrol van het maatwerkdecreet. We stellen een aantal vragen ter verduidelijking. Het zijn vragen waarvan we verwachten dat deze voor de Groep Maatwerk-leden cruciaal zijn voor een gedegen en professionele bedrijfsvoering. De wetgeving geeft immers ruimte voor interpretatie. Wat zijn de concrete gevolgen voor de leden van Groep Maatwerk bij de uitvoering van het maatwerkdecreet? Welke opportuniteiten en bedreigingen biedt het nieuwe kader? We vergelijken steeds de voormalige situatie van de BW met de toekomstige situatie van Maatwerk, en formuleren aan de hand hiervan vragen en aanbevelingen vanuit Groep Maatwerk. Daarnaast geven we antwoorden daar waar het beleid reeds duidelijkheid heeft verschaft. Dit draaiboek is een levend draaiboek, waarmee we bedoelen dat het aangevuld en aangepast zal worden afhankelijk van de vragen die we krijgen van de sector, en de antwoorden van het beleid. We wensen u veel leesplezier! De Groep Maatwerk-staf 1

2 2

3 Inhoud Inleiding... 1 Inhoud... 3 Hoofdstuk 1: Overgangsmaatregelen van beschutte werkplaats naar Maatwerkbedrijf Beschutte werkplaatsen Maatwerk... 5 A. Tijdelijke vergoedingsregeling... 5 B. Capaciteit BW > Contingent Maatwerk... 6 C. Erkenning BW > Label Maatwerk... 7 D. Timing overgangsbepalingen Vragen, aanbevelingen en antwoorden beleid Hoofdstuk 2: Indicering en toeleiding Beschutte werkplaatsen A. Bepaling doelgroep B. Toeleiding doelgroep C. Bepaling zwakke werknemers Maatwerk A. Bepaling doelgroep B. Toeleiding doelgroep Vragen, aanbevelingen en antwoorden beleid Hoofdstuk 3: Toekomstige subsidiëring Maatwerk Maatwerk A. Werkondersteuningspakket B. Maximumbudget Vragen, aanbevelingen en antwoorden beleid Hoofdstuk 4: Doorstroom Maatwerk A. Wie stroomt door? B. Wat houdt de doorstroombegeleiding in? C. Mandaat doorstroombegeleiding Vragen, aanbevelingen en antwoorden beleid Bijlage 1: simulaties tijdelijke overgangsvergoeding Bijlage 2: Toeleiding doelgroep Bijlage 3: Wanneer kan er een aanvraag voor indicering gebeuren? (Op basis van projectfiche VDAB dd. 02/04/15) Bijlage 4: alternatieve vormen van loonfinanciering

4 Hoofdstuk 1: Overgangsmaatregelen van beschutte werkplaats naar Maatwerkbedrijf 1. Beschutte werkplaatsen Voormalige beschutte werkplaatsen ontvingen vier soorten 1 subsidies vanuit het departement WSE (conform het subsidiebesluit van 19/12/1996): Subsidie in lonen en in sociale lasten werknemers met een arbeidshandicap (incl. forfait zwakke werknemers): per gepresteerd of gelijkgesteld uur erkende persoon met arbeidshandicap wordt een subsidie toegekend (volgende uurcodes binnen SBW: 1-8, 16, 18, 20 en 21). Het aantal gesubsidieerde werknemers is beperkt tot de maximale capaciteit. Subsidie kaderpersoneel (incl. toelage voor eindejaarspremie): per erkenning wordt er een aantal subsidietitels per kwartaal toegekend. Deze titels worden toegekend op basis van het aantal personen met een arbeidshandicap (eenheden) die minstens 62 uur in een maand gewerkt hebben. De subsidie is beperkt tot maximaal 50% (voor DSB en economische uitdaging 100%) van de loonkost van de werknemer en tot bepaalde maxima (verschillend per titel). Let op: conform artikel 7 van het subsidiebesluit kunnen personen met een handicap ook in omkadering worden tewerkgesteld. Er zijn hier binnen twee statuten, nl: o o Personen met een erkenning BTOM BW binnen omkadering. Deze personen mogen de subsidie P/H (uur-forfait) cumuleren met 50% van de omkaderingssubsidie. Personen met een erkenning VOP. Deze personen ontvangen 30% meer omkaderingssubsidie; Toelage managementondersteuning (MO): wordt toegekend per tewerkgestelde en gesubsidieerde werknemer; Toelage GGMMI IPA: per werkplaats is de exacte meerkost van de verhoging van het GGMMI bepaald. Dit is een vaste forfait per werkplaats. 1 We maken abstractie van de investeringstoelage (BVR van 30 september 2011) en een aantal VIA-middelen (vorming, SMF). 4

5 2. Maatwerk A. Tijdelijke vergoedingsregeling Het decreet stelt in artikel 59 volgende: de Vlaamse regering bepaalt de maatregelen die nodig zijn om de overgang van de regelgeving, vermeld in artikel 57 en 58, naar dit decreet op een coherente manier te laten verlopen. Dit artikel vormt de basis voor de overgangsmaatregel voor de tijdelijke vergoedingsregeling zoals bepaald in artikel 112 van het BVR. Deze tijdelijke vergoedingsregeling voorziet in een geleidelijke evolutie van de BW/SW subsidie naar de MaatWerkSubsidie (MWS) tussen 2015 en In het jaar 2019 ontvangt het MaatWerkBedrijf (MWB) de 100% MWS. Deze MWS bestaat uit een: Organisatiesubsidie (OP) WerkOndersteuningsPakket (WOP): o o LoonPremie (LP) BegeleidingsPremie (BP) SBW stopt vanaf 1 april Vanaf dan wordt gewerkt met DmfA. Als overgang zullen de subsidies in 2015 en 2016 gebaseerd zijn op de gemiddelde BWsubsidies van de laatste twee afgerekende jaren (GemS). In in combinatie met de toekomstige MWS. Pas vanaf 2019 zal alleen gewerkt worden met de MWS. De tijdelijke vergoeding (TV) is samengesteld uit: De toekomstige MaatWerkSubsidie (MWS) Een percentage (%) van het variabele subsidiebedrag: o Het variabele subsidiebedrag is het verschil tussen het gemiddelde ontvangen subsidiebedrag (GemS) van de laatste twee volledig afgerekende jaren en het berekende subsidiebedrag (MWS). Dit percentage evolueert tussen 2015 en % 100% 2 65% 30% 2 Indien transitie traject niet gestart 90% 5

6 De formule is dus volgende: TV = MWS + (GemS - MWS) x % Voor 2015 (en 2016) kan de formule worden herleid tot TV = GemS Gegeven het feit dat het GemS een vaste enveloppe is en bijgevolg groei niet kan worden gevalideerd, verwijzen we graag naar het overzicht van alternatieve vormen van loonfinanciering (zoals VOP, SINE ) in bijlage 4. Het BvR stelt binnen artikel 112 dat er drie mogelijkheden zijn om de evolutie in de werkplaats te valideren: 1) Bezetting 3 (5e lid ten 2 e ) Binnen de perken van het begrotingskrediet wordt het gemiddelde ontvangen subsidiebedrag van de laatste twee volledig afgerekende jaren gewijzigd op basis van een verminderde of verhoogde bezetting. 2) Stijging contingent (3e lid ten 2e en 4e lid) 2 middelen, toegekend ingevolge een stijging van het contingent voor de betrokken volledig afgerekende jaren tot en met 1 januari 2015; Het bedrag wordt automatisch aangepast op basis van een aanpassing aan de gezondheidsindex en, in voorkomend geval, na de toekenning van een bijkomend toegekend contingent werkondersteuningspakketten. 3) Invulling 4 (6 e lid) Het gemiddeld ontvangen subsidiebedrag wordt gecorrigeerd a rato van een verminderde invulling van het toegekende contingent, zoals vermeld in artikel 111, 1, tweede lid. B. Capaciteit BW > Contingent Maatwerk Beschutte werkplaatsen kregen een capaciteit waarin men per kwartaal personen met een arbeidshandicap kon tewerkstellen tegenover een subsidiëring. Deze capaciteit werd bepaald volgens de contracten van de doelgroepwerknemers, los van het feit of deze al dan niet erkend zijn als PmAH met statuut zwakke werknemer. Per kwartaal werd een 3 Bezetting staat nergens gedefinieerd. 4 Gedefinieerd in artikel 41 4 e lid De invulling in het jaar in kwestie gemeten aan de hand van de contractuele prestatiebreuk van alle doelgroepwerknemers met loonkosten in het jaar in kwestie. 6

7 afrekening gemaakt, deze afrekening geschiedde ongeveer vier maanden na het verstrijken van het kwartaal. Momenteel geeft de administratie aan dat er zich een probleem stelt bij de personen met het statuut PTNZ (progressief tewerkgestelde na ziekte 5 ). Binnen SBW werden mensen met een voltijds contract maar met een beperkter uurrooster volgens uurroosters of contract ingegeven. Het VSAWSE heeft echter aangegeven dat de registratie volgens uurrooster de enige juiste wijze is. De berekening van de capaciteit werd desgevallend gebaseerd op uurroosters. Conform artikel 31 van het BVR maatwerk zal de invulling van het contingent worden gemeten aan de hand van de contractuele prestatiebreuk (CPres) van alle doelgroepwerknemers met loonkosten. Indien dit principe algemeen zal worden toegepast, zouden contractuele prestaties uit DmfA dus geen rekening houden met uurroosters, wel met de contracten. Hierdoor zal de aftopping sneller bereikt worden. Werkplaatsen met PTNZ die binnen SBW de uurroosters doorgaven, zullen hun invulling in vte zien stijgen. Deze stijging dient gevalideerd te worden bij de omzetting van capaciteit BW naar contingent maatwerk. Indien dit niet gebeurt zullen een heel aantal maatwerkbedrijven genoodzaakt zijn om hun arbeidsvolume terug te brengen. Het toegekende contingent dient dus hoger te liggen dan de capaciteit BW, anders zal het engagement vanuit de Vlaamse overheid naar arbeidsplaatsen binnen de BW eroderen. Uitgaande van de beslissingen tot contingent van 26 juni 2015 kunnen we afleiden dat er geen bijkomende contingenten zijn toegekend in functie van de wijziging van de berekening van de invulling. Ook de teruggezette 10 vte die werden voorbehouden voor de beschutte werkplaatsen in de stad Antwerpen zijn niet opgenomen. C. Erkenning BW > Label Maatwerk Artikel 110 van het BVR stelt dat de beschutte en sociale werkplaatsen elk hun erkenning blijven behouden zolang de minister dat noodzakelijk acht met het oog op hun succesvolle transitie naar een maatwerkbedrijf 6. 5 Dit zijn personen die een RIZIV-uitkering combineren met een loon uit tewerkstelling. Het gaat meestal over personen met een voltijds contract (CPres = 100%) maar een deeltijds uurrooster. 6 Artikel 57 van het decreet maatwerk heft zowel het decreet van beschutte, als sociale werkplaatsen op. Het BVR maatwerk stelt echter in artikel 109 dat sommige artikels van de decreten BW en SW nog van toepassing blijven zolang de minister dit noodzakelijk acht. Het BVR Maatwerk heft wel het subsidiebesluit BW (BVR van 19 december 7

8 Beschutte werkplaatsen worden vrijgesteld van de aanmeldingsplicht en krijgen automatisch het label van maatwerkbedrijf op 1 april De minister beslist tot de toekenning van het contingent aan werkondersteunende maatregelen en het maximumbedrag dat met dit contingent overeenstemt (artikel 111 van het BVR). We kunnen hier dus uit concluderen dat de beschutte werkplaatsen voor 1 april 2015 een individuele beslissing zouden moeten hebben ontvangen aangaande de erkenning/label MWB alsook een toekenning van contingent en maximumbudget. Op 23 juli 2015 ontvingen de werkplaatsen een beslissing aangaande de toekenning van label, contingent en de tijdelijke vergoedingsregeling. Het maximumbudget was niet opgenomen in deze beslissing. Het is nog niet duidelijk wanneer dit maximale budget zal worden toegekend. Voor de problematiek van het maximumbudget verwijzen we naar hoofdstuk 3. D. Timing overgangsbepalingen Artikel 111 bepaalt ook de overgangsperiode aangaande de verschillende verplichtingen. Om de overgang geleidelijk te laten verlopen dienen BW/SW op 1 januari 2018 te voldoen aan volgende voorwaarden: Het tewerkstellen van minstens 20 vte DGWN; Voldoen aan de 65%-norm. Dit wil zeggen dan minstens 65% van het totale personeelsbestand PmAH/PSP dient te zijn; Het voeren van een kwaliteitsbeleid conform artikel 3 van het BVR; Het opmaken van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) voor alle DGWN (conform artikel 41 van het BVR); De begeleiding op de werkvloer zoals bepaald in artikel Dit artikel bepaalt aan welke voorwaarden de werkvloerbegeleider dient te voldoen. De verplichting aangaande de duurzaamheidsverslaggeving (GRI artikel 4 BVR) zal echter al vanaf 1 juli 2017 van toepassing zijn. Alhoewel de voorwaarde van de minimale invullingsgraad van 90% - zoals vermeld in artikel 31 niet is opgenomen in de overgangsbepalingen (artikel 111), geeft de minister 8 aan dat 1996) en erkenningsbesluit BW (BVR van 17 december 1999) op, en bijgevolg vervallen de erkenningsregels en subsidies BW vanaf 1 april Merkwaardig genoeg wordt het BVR tot vaststelling van de programmatie van de beschutte werkplaatsen van 9 mei 2008 niet opgeheven. 7 De streefcijfers van begeleiding staan vermeld in artikel 46. 8

9 hier ook een overgangsperiode zal worden voor voorzien. Ze stelt dat een terugzetting ten vroegste zou spelen vanaf 1 jan 2019, gebaseerd op de invulling tijdens Bron commissie sociale economie van 12 februari 2015: 9

10 3. Vragen, aanbevelingen en antwoorden beleid Om deze overgangsperiode op een juiste en vlotte manier te laten verlopen is het voor Groep Maatwerk noodzakelijk dat de GemS volledig in lijn ligt van het reëel te ontvangen subsidiebedrag binnen de vroegere BW-regelgeving van de periode waarop deze betrekking heeft (dus 2015 t.e.m. 2018). De ambitie moet zijn: als werkplaatsen tijdens de komende vier jaar evolueren (economische werkloosheid, contingent, invulling, ) dan dient de GemS eveneens te evolueren. Er dient tijdens de overgangsperiode m.a.w. rekening gehouden te worden met de evolutie in gesubsidieerde en gelijkgestelde uren. Het is bijgevolg noodzakelijk om de gepresteerde en gelijkgestelde uren (dus inclusief effect economische werkloosheid) mee te nemen. Indien dit niet gebeurt, zullen niet alleen de commerciële en financiële evenwichten onder druk komen te staan maar zal tevens: een gevoel van willekeur en onrechtvaardigheid ontstaan: werkplaatsen met veel economische werkloosheid in 2012, 2013 en 2014 zullen worden afgestraft. Zij hebben immers in deze jaren minder subsidie ontvangen (verschil tot 20%). Werkplaatsen die in de periode ingezet hebben op bijkomende tewerkstelling (bv. invullingstijging van 86% naar 100%) en beheersing economische werkloosheid worden financieel niet gevalideerd. Deze werkplaatsen kennen immers een stijging in hun kosten maar geen of een onvolledige stijging in hun subsidies. Omgekeerd zouden MWB gestimuleerd worden om mensen economisch werkloos te stellen in 2015, : de opbrengst van één uur economische werkloosheid stijgt naar de volledige loonkost (zelfde effect voor ziekte?) MWB geen enkel financieel incentive meer krijgen om in personen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. Of men nu een persoon met arbeidshandicap in dienst neemt of een valide, de subsidie blijft gelijk. Maatwerkbedrijven die sterke vooruitzichten hebben (passend in hun capaciteit/contingent) of investeringsperspectieven hebben, worden gedwongen tot een stand-still. Enkel door de evoluties van de werkplaatsen volledig te valideren wordt er rekening gehouden met de socio-economische en commerciële realiteit binnen de sector. Beschutte werkplaatsen hebben immers (grote) engagementen (zowel sociaal als commercieel) 9 En in mindere mate 2017 en 2018 (resp. 65% en 30%). 10

11 aangegaan uitgaande van de huidige financiering (SBW loopt gewoon verder). De huidige economische situatie 10 van de werkplaatsen versterkt deze noodzaak. Indien er vanuit het beleid toch voor zou geopteerd worden om geen rekening te houden met de reële prestaties, wil Groep Maatwerk in alle geval een financiële oplossing voor alle voormalige BW die aantonen dat de referteperiode atypisch was. De doelstelling van de tijdelijke vergoedingsregeling is duidelijk: de overgang van BW naar maatwerk geleidelijk laten verlopen, om op deze manier de economische evenwichten binnen de werkplaatsen niet in het gedrang te brengen. Alles wijst er echter op dat de tijdelijke vergoedingsregeling net het tegenovergestelde effect zal hebben. Om de nefaste gevolgen van een dergelijke enveloppe financiering te duiden werd op basis van de jaarrekeningen van de beschutte werkplaatsen twee simulaties gemaakt. Deze simulaties kan u terugvinden in bijlage 1. Vraag 1.1 Is de subsidie (GemS) voor (en ) een vast bedrag? Dus los van de evoluties binnen het MWB tijdens deze jaren (zoals effectieve invulling, economische werkloosheid, )? De administratie stelt dat de gemiddelde subsidie (GemS) een vast bedrag is voor 2015 en 2016, en niet zou evolueren in functie van het aantal gepresteerde en gelijkgestelde uren van de DGWN. In 2017 en 2018 zal gedeeltelijk rekening gehouden worden met de evoluties in gepresteerde en gelijkgestelde uren. Een extra contingent zou wel worden gevalideerd (pro rata). WSE stelt volgende in haar communicatie van 23 februari 2015: Indien een atypische situatie/periode in de referentiejaren ervoor zorgt dat het gemiddeld subsidiebedrag nadelig is voor de verdere werking van het maatwerkbedrijf, vragen wij u ons hiervan op de hoogte te brengen, en te staven met relevante gegevens (vb. economische werkloosheid), een beschrijving van de structurele wijziging, en het aantal arbeidsplaatsen dat in gedrang komt. Update beleid, 28 april 2015: Voor wat de invulling van de toegekende contingenten betreft, zullen kleine en kortstondige schommelingen geen invloed hebben op de vastgestelde enveloppe. Een stijging van invulling ten aanzien van de referteperiode zal sowieso niet gevaloriseerd worden. Indien men echter bewust/te fel de invulling van het contingent laat dalen kan de minister de subsidie verlagen. Of de invulling van het contingent te fel of te bewust is gezakt zal ex-post worden bepaald. Men wenst hier expliciet geen criteria op voorhand te bepalen omdat men er vanuit gaat dat 10 BW met bedrijfsverlies: 2012: 43%; 2013: 30%; geconsolideerd bedrijfsresultaat: 2012: euro; 2013: euro 11

12 Maatwerkbedrijven zich dan zullen richten op deze criteria. Pas bij afrekening zal duidelijk zijn of men oordeelt dat de invulling van het contingent te diep onder het gemiddelde van de referteperiode is gezakt. Bovendien zal dit maatwerkbedrijf per maatwerkbedrijf bekeken worden, rekening houdende met de eigenheid van de werking van dat jaar en de bijhorende argumentatie van elke werkgever. In tegenstelling tot wat eerder door het beleid werd aangegeven, zou het bovenstaande ook gelden voor de tijdelijke werkloosheid. Indien de overheid op het einde van het jaar oordeelt dat een maatwerkbedrijf aanzienlijk meer gebruik gemaakt heeft van het stelsel van tijdelijke werkloosheid en hierdoor bv. bewust een voordeel voor de werkplaats genereert, kan men bij de afrekening korten op de enveloppe. Ook hier wenst men niet op voorhand aan te geven welke de criteria zijn die men zal hanteren. Daarom adviseert Groep Maatwerk zijn leden om bij een daling van invulling ten opzichte van de referteperiode goed te inventariseren wat de oorzaak van deze daling is, zoals tijdelijke werkloosheid, verlies van klant, (langdurige) ziekte, tijdskrediet, Indien aangetoond kan worden dat deze daling niet structureel is, verhoogt dit de kans op aanpassing van de enveloppe. Update beleid, juni 2015: in de brief van 26 juni 2015 stelt minister Homans volgende: Daarnaast hebben heel wat maatwerkbedrijven een dossier ingediend (53 om correct te zijn), waarin zij meegeven dat de referteperiode voor hun onderneming atypisch is. Ik heb dan ook ieder bedrijf de kans gegeven om een dossier in te dienen en een afwijking van de wettelijk vastgelegde enveloppe aan te vragen. Al deze dossiers werden ten gronde onderzocht door mijn administratie. De argumentaties blijken zeer divers en niet altijd even sterk onderbouwd Dat ik beslist heb, samen met mijn administratie, om de tweede kwartaalafrekening van 2015 (de eerste kwartaalafrekening binnen het nieuwe maatwerkdecreet) af te wachten. Zodra ik dit najaar over de eerste tussentijdse resultaten van 2015 beschik, verwacht ik een objectieve basis te hebben om de atypische situaties te beoordelen en de toegekende enveloppe voor de betrokken ondernemingen bij te sturen. In afwachting van deze gegevens zal de regelgeving toegepast worden, zoals in het BVR werd omschreven. U ontvangt daartoe zo snel mogelijk (en uiterlijk voor het politieke zomerreces) een beslissing, met daarop het bedrag van de tijdelijke enveloppe conform de regelgeving. Voor de bedrijven die zich niet in een atypische situatie bevinden is dit het definitieve bedrag. Voor bedrijven die zich wel in atypische situatie bevinden, is dit het minimale bedrag waarop de onderneming in de overgangsperiode kan rekenen. Indien uw situatie effectief atypisch is, zal in oktober op basis van de objectieve gegevens een correctie gebeuren, dit kan dus enkel positief zijn. Op 23 juli 2015 ontvingen de werkplaatsen een beslissing met de tijdelijke overgangsvergoeding. 12

13 Vraag 1.2. Welke voorschotten ontvangen Maatwerkbedrijven tijdens de overgangsperiode? De Maatwerkbedrijven zullen maandelijkse voorschotten ontvangen. Deze zijn berekend op basis van het gemiddelde van de laatste 4 afgerekende Q (d.i. Q-6 t.e.m. Q-2). Dus het voorschot van Q wordt gebaseerd Q t.e.m. Q Opgelet: in Q wordt het voorschot dus gebaseerd op Q t.e.m. Q Q is het eerste Q binnen Maatwerk, en zal wellicht berekend worden aan de hand van de subsidie-enveloppe (met of zonder bijpassing indien een atypische werkplaats?). De bijkomende VIA-middelen (VAP-dagen, eindejaarspremie, septemberpremie, managementsondersteuning en kwaliteit) zitten NIET in de voorschotten, wel in de afrekening. Vraag 1.3. Hoe en wanneer gebeurt de afrekening tijdens de overgangsperiode? De afrekeningen gebeuren per Q. De maatwerkbedrijven ontvangen de afrekening de 4e maand na het afgelopen Q. Dus Q wordt afgerekend in oktober De kwartaalafrekening is in principe gelijk aan de subsidie-enveloppe (dus het gemiddelde van de 8 afgerekende Q), al dan niet verhoogd met een bijpassing voor atypische werkplaatsen. Vraag 1.4 Binnen SBW konden voormalige beschutte werkplaatsen een juiste projectie maken van de te ontvangen subsidies. Kunnen Maatwerkbedrijven ook hun te ontvangen Maatwerk-subsidie simuleren? Het departement WSE zal een subsidiemotor ontwikkelen die berekent hoeveel de Maatwerksubsidie bedraagt. Tegen wanneer? Tegen de afrekening van Q2 2015, dus vanaf oktober 2015 zullen Maatwerkbedrijven weten hoeveel de Maatwerk-subsidie theoretisch zou bedragen. Dit is enkel theoretisch, want de reële afrekening gebeurt steeds aan de hand van de Gemiddelde subsidie-enveloppe. Vraag 1.5. De subsidiebedragen van de beschutte werkplaatsen worden de maand na de overschrijding van de spilindex aangepast, lonen worden simultaan aangepast. Voor de sociale werkplaatsen wordt momenteel één maand langer gewacht (zowel subsidie als loon). Voor de periode Q en Q is er één indexaanpassingen geweest: nl. in december De GemS wordt aangepast aan de index aanpassing voor de betrokken volledig afgerekende jaren tot en met 1 januari Hoe wordt deze berekend? 13

14 Op basis van de communicatie van WSE van 23 februari 2015 kunnen we afleiden dat de indexering op een juiste manier is meegenomen in de bepaling van het GemS. Vraag 1.6. De subsidies van 2015 t.e.m worden gebaseerd op het gemiddelde ontvangen subsidiebedrag van de laatste twee volledig afgerekende jaren. Hoe dienen we twee volledig afgerekende jaren te interpreteren? Tijdens de coachingsgesprekken van 22 januari 2015 werd beslist om een jaar te interpreteren als vier kwartalen. Bijgevolg zou men rekening houden met Q t.e.m. Q Deze redenering zou worden doorgetrokken voor zou worden gebaseerd op Q t.e.m. Q (conform communicatie 11 WSE van 23 februari 2015). Update beleid, 15/9/2015: de referteperiode voor 2016 wordt gewijzigd, en zal dezelfde zijn als Dus 2016 wordt gebaseerd op Q t.e.m. Q Vraag 1.7. Vanaf 1/4/2015 zal SBW vervangen worden door DmfA. Binnen SBW waren alle werknemers toegewezen aan een erkenningsnummer. Sommige BW hadden meerdere erkenningsnummers. Erkenningsnummers staan niet binnen de database van het KBO/DmfA. KBO/DmfA erkennen alleen vestigingsnummers. Hoe zal DmfA en het departement de erkenningsnummers opvolgen? Kunnen de erkenningen gekoppeld worden aan vestigingsnummers? Deze vestigingsnummers vallen niet altijd samen met erkenningsnummers. Alle werknemers worden gekoppeld aan een label (erkenning binnen MW). Label kan op vestigingsniveau of ondernemingsniveau. Bepaling van aantal WOP s (contingent) en maximumbedrag gebeurt per label. Erkenningsnummers worden opgeheven. In maatwerk wordt een werknemer bij aanwerving gekoppeld aan een label, en dus aan een vestigingsnummer/ondernemingsnummer. Een werknemer van vestiging ( label ) wijzigen, is alleen mogelijk via een nieuwe vacature waarna de aanwerving aan een ander vestigingsnummer gekoppeld wordt. 11 Document BW berekening vaste enveloppe 2015 stelt: De referentieperiode voor kalenderjaar 2016 bedraagt: 2e, 3e, 4e kwartaal 20 1e kwartaal

15 Vraag 1.8. Kies ik best voor een label op ondernemingsniveau of op vestigingsniveau? Per label moet je voldoen aan alle erkenningsvoorwaarden. Dus als je een label op vestigingsniveau hebt, dien je voor al deze vestigingen rekening te houden met volgende elementen. Incentives voor label op vestigingsniveau: * De organisatiepremie ( OP, zie hoofdstuk 3) ligt hoger voor elke organisatie met meer dan 100 vte PSP en PmAH doordat de OP wordt berekend per vestiging. Voor de eerste 100 vte is er een bijkomende premie voorzien van 75 euro per kwartaal. Concreet kan een MWB met twee vestigingen van meer dan 100 vte een financieel voordeel doen van euro per jaar (75 euro x 4 x 100) door te kiezen voor een label op vestigingsniveau, wel uitgaande van minstens 20 vte DGWN per vestiging. Artikel 2 van het BVR stelt dat het maatwerkbedrijf voor het aantal doelgroepwerknemers op jaarbasis gemiddeld minimaal twintig vte dient tewerk te stellen. Binnen artikel 111 wordt echter gesteld dat het MWB uiterlijk op 1/1/2018 dient te voldoen aan deze voorwaarden. * Mogelijke flexibiliteit in functie van aanvraag/toekenning bijkomende contingenten. Aangezien men contingenten kan aanvragen per label, maakt men meer kans voor bijkomende contingenten. Er zijn twee mogelijke wijze van toekenning bijkomende contingenten: * Contingenten die vrijkomen bij jaarlijkse terugzetting (conform artikel 31 BVR): Het vrijgekomen contingent binnen de maatwerkbedrijven wordt per één voltijdsequivalent automatisch herverdeeld aan de maatwerkbedrijven met meer dan vijfennegentig procent invulling op jaarbasis, waarbij het maatwerkbedrijf met de hoogste invullingsgraad als eerste in aanmerking komt. Let op! 12 De eerstvolgende herverdeling zou ten vroegste plaatsvinden in 2019, gebaseerd op de invulling tijdens * Bijkomende contingenten conform artikel 26 van het BVR. Aandachtspunten voor label op vestigingsniveau: *Administratief/organisatorisch complexer: men dient per vestiging aan al de subsidievoorwaarden (conform hoofdstuk 2 van het BVR) te voldoen: * Maximumbedrag per label * 90%-invulling (en 95%-invulling) * 65% vs. 35% regel 12 Bron: minister Homans; Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid van 12 februari

16 * Aanwezigheid voldoende gekwalificeerde begeleiding * Grens 20 VTE * 1 werknemer sociale dienstverlening * invullen kwaliteitsvoorwaarden: duurzaamheidsverslag (jaarlijks), zelfevaluatietool invullen (om de 3 jaar) en kwaliteitsassessment (om de 9 jaar) * indienen GRI rapportering * indien men op één vestiging minder dan 20 VTE DGWN tewerkstelt, zal men erkend worden als MWA en vervalt de OP volledig. Indien de vestiging minder dan 5 VTE telt, vervallen ook de WOP. * Mogelijk minder flexibiliteit bi personeelsmutaties tussen vestigingen. * Risico op aftopping (en terugzetting in contingent) zou groter kunnen zijn. De aftopping op contingent en Maxb zal meermaals (want per vestiging) gebeuren i.p.v. één maal op organisatieniveau. Onderstaand voorbeeld geeft aan dat deze bijkomende aftoppingen een nadelig effect zouden kunnen hebben op de toegekende subsidie. Belangrijk zal zijn om de aftoppingen goed te kunnen voorspellen en monitoren. Tabel: voorbeeld aftopping MWB op vestiging en ondernemingsniveau MWB Vestiging 1 Vestiging 2 Vestiging 3 Onderneming vte invulling contingent aftopping Vraag 1.9. Kunnen beschutte en sociale werkplaatsen fuseren en binnen één label worden erkend, enzo ja welke werkgeverskengetallen en werknemerskengetallen zullen dan van toepassing zijn? Noch het Vlaamse beleid noch de RSZ wil hierover een uitspraak doen. Vraag Er is geen apart federaal kader voor nieuwe maatwerkbedrijven. Kunnen er überhaupt nieuwe MWB worden opgericht? Er is voorlopig geen extra contingent dus geen ruimte voor nieuwe maatwerkbedrijven. 16

17 Hoofdstuk 2: Indicering en toeleiding 1. Beschutte werkplaatsen A. Bepaling doelgroep De toeleiding binnen beschutte werkplaatsen werd geregeld via het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap (BTOM-besluit). De decretale verankering bevindt zich in het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting Binnen artikel 79 1 wordt volgende gesteld: De personen met een arbeidshandicap die wegens de aard of de ernst van hun arbeidshandicap niet of nog niet in het normale economische arbeidscircuit beroepsactiviteiten kunnen uitoefenen, kunnen, hetzij voltijds, hetzij deeltijds, in beschutte werkplaatsen worden tewerkgesteld, die worden erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. De Vlaamse Regering bepaalt de criteria en de procedure aan de hand waarvan de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding bepaalt of een persoon al dan niet een arbeidshandicap heeft en voldoet aan de hierboven gestelde voorwaarden. B. Toeleiding doelgroep De toeleiding beschutte werkplaatsen verliep in vier stappen: 1. Vermoeden van arbeidshandicap: De werkzoekende of de trajectbegeleider kan aangeven dat er speciale hulp of maatregelen nodig zijn. 2. Indicatie arbeidshandicap: Het vermoeden van arbeidshandicap wordt uitgeklaard: een persoon heeft een indicatie arbeidshandicap als hij aan één van zeven criteria beantwoordt. 3. Toekennen recht: De toekenning van het recht op een BTOM kan gebeuren op basis van: 17

18 Criteria die automatisch recht geven op een bepaalde BTOM. Voor de BTOM tewerkstelling in een BW wordt onderscheid gemaakt tussen criteria zonder voorwaarden (onvoorwaardelijk recht BW) en criteria met voorwaarde (voorwaardelijk recht gedurende 2 jaar). Het multi-elementen-adviesverslag van de trajectbegeleider (niet bindend). Het multi-elementen-advies van een GA (gespecialiseerd arbeidsonderzoek; bindend). De toekenning van het recht gebeurt altijd door de Dienst Arbeidshandicap van VDAB (DAH). 4. Gebruik recht Moet steeds aangevraagd worden. C. Bepaling zwakke werknemers Binnen het subsidiebesluit BW wordt het statuut van de zwakke werknemers bepaald aan de hand van zes criteria. Zwakke werknemers krijgen een aanvullende uurloonsubsidie. 2. Maatwerk A. Bepaling doelgroep Binnen maatwerk worden drie doelgroepen gefinancierd, zijnde personen met arbeidshandicap (PmaH), personen met een psychosociale beperking (PSP) en uiterst kwetsbare werknemers (UKW). Het decreet definieert deze drie doelgroepen in artikel 3 ten 2 e als volgt: a) personen met een arbeidshandicap : de personen met een langdurig en belangrijk probleem van deelname aan het arbeidsleven dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, en persoonlijke en externe factoren. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de erkenning als persoon met een arbeidshandicap; b) personen met een psychosociale arbeidsbeperking : de personen met een langdurig en belangrijk probleem van deelname aan het arbeidsleven dat te wijten is aan het samenspel tussen psychosociale factoren, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, en 18

19 persoonlijke en externe factoren. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de erkenning als persoon met een psychosociale arbeidsbeperking; c) uiterst kwetsbare personen : de werkzoekenden die voorafgaand aan hun tewerkstelling gedurende minstens 24 maanden geen betaalde beroepsarbeid hebben verricht om persoonlijke redenen die een deelname aan het arbeidsleven verhinderen. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de erkenning als uiterst kwetsbare personen; Deze drie groepen samen worden personen met arbeidsbeperking genoemd. B. Toeleiding doelgroep De toeleiding van de doelgroep naar maatwerk gebeurt eveneens in vier stappen: 1. Vermoeden van arbeidsbeperking: De werkzoekende of de trajectbegeleider kan aangeven dat er speciale hulp of maatregelen nodig zijn. 2. Indicatie arbeidsbeperking: Het vermoeden van arbeidsbeperking wordt uitgeklaard: Voor personen met een arbeidshandicap gebeurt dit aan de hand van de zeven criteria Voor personen met psp-problematiek gebeurt dit op basis van ICF 3. Bepalen recht: Hier worden twee stappen onderscheiden: a. Bepalen of een persoon met arbeidsbeperking recht heeft op BTOM individueel LDE Maatwerk Het recht op maatwerk wordt toegekend aan o Personen met een arbeidshandicap met automatisch recht op basis van de attesten die momenteel recht geven op BTOM tewerkstelling BW zonder voorwaarden o Personen met arbeidshandicap zonder automatisch recht en personen met psp-problematiek op basis van ICF 19

20 b. Bepalen van het WOP Aan personen met arbeidshandicap wordt het WOP met loonpremie 45% en begeleiding Midden toegekend Aan personen met psp-problematiek wordt het WOP met loonpremie 45% en begeleiding Hoog toegekend Het WOP met loonpremie 60% en begeleiding Hoog wordt toegekend aan de personen die beschikken over één van de zes attesten zwakke werknemer of die op basis van ICF minimaal vijf problemen hebben wat betreft arbeidsmatige zelfredzaamheid (11 categorieën) Tijdens het overleg met VDAB en departement werd duidelijk gesteld dat personen met een arbeidshandicap zonder attest, die dus met ICF worden toegeleid, recht hebben op het WOP met loonpremie 45% en begeleiding Hoog. 4. Gebruik recht Maatwerkbedrijven, afdelingen, organisaties lde moeten vacatures registreren in Mastervac = databank van vacatures. Voor een kwalitatieve doorverwijzing moet de werkgever ook een kwalitatieve vacature registreren, dus niet doelgroepwerknemer. ifv correcte matching tussen wz (werkzoekende) en vacature maatgericht werken ethiek naar wz Kandidaten kunnen door de maatwerkbedrijven of het netwerk voorgesteld worden aan de VDAB als de procedures gevolgd worden NB : -VDAB legt geen werfreserve aan -wel is er nu al wachtlijst Werkgevers beslissen zelf wie ze aanwerven : zoals reguliere markt kunnen in vacature aangeven welk profiel (geen doelgroepetiket) ze willen, met welke competenties, met welke WOP 20

21 3. Vragen, aanbevelingen en antwoorden beleid Vraag 2.1 Een indicatie arbeidsbeperking omvat een indicatie pmah of een indicatie pmp (personen met een multiple problematiek). Een indicatie pmah wordt toegekend op basis van attesten (7 huidige criteria arbeidshandicap). Op welke manier wordt een indicatie pmp toegekend? Een persoon heeft een indicatie pmp als hij op basis van ICF acht problemen heeft (op 43 categorieën) waarvan minimum drie wat betreft arbeidsmatige zelfredzaamheid (11 categorieën). Vraag 2.2 Toekenning recht op maatwerk gebeurt op basis van attesten (huidige attesten BTOM BW) en voor PmAH zonder attest en PsP op basis van ICF. Op welke manier wordt met ICF bepaald op welke werkvorm (maatwerk, LDE, ) een persoon met arbeidsbeperking recht heeft? Op basis van bepaalde scores, bepaalde ICF-categorieën,? Zie bijlage 2 Vraag 2.3 Een verhoogd startpakket (loonpremie 60 en begeleiding Hoog) wordt toegekend aan personen die beschikken over één van de zes huidige attesten zwakke werknemer of die minimaal vijf problemen hebben op 11 arbeidsmatige categorieën van ICF. Op welke manier worden de vijf problemen bepaald? Gaat het hier om lichte of ernstige problemen? Wordt dit onderscheid gemaakt in de inschaling? Het beleid stelt dat het gaat over problemen, zonder onderscheid licht of ernstig. Vraag 2.4 De ervaring van de voormalige BW is dat de attesten zwakke werknemer vaak niet standaard beschikbaar waren op het moment dat een doelgroepwerknemer startte in de BW. De werkplaatsen gingen zelf actief op zoek naar attesten (attest psychiatrie, IQ-meting waarbij BW zelf doelgroepwerknemers laat testen, ). De attesten konden na de indiensttreding bezorgd worden aan departement WSE: men had tot het eind van de tweede maand van een kwartaal de tijd om het voorgaande kwartaal met terugwerkende kracht gesubsidieerd te krijgen. Vb. attesten bezorgd vóór 31/05 gaven recht op verhoogde subsidie vanaf 01/01. Hoe zal dit verlopen binnen maatwerk? Zal VDAB actief op zoek gaan naar alle benodigde attesten? 21

22 Of kan de werkplaats na een intake-gesprek feedback geven aan VDAB over ontbrekende attesten? Kan de werkplaats nog attesten opvragen en indienen na de indiensttreding en wordt het WOP dan nog aangepast met terugwerkende kracht? Tijdens het overleg met VDAB en departement werd gesteld dat VDAB voor iedere persoon die een WOP krijgt, zal nagaan of hij al dan niet recht heeft op het verhoogde pakket. VDAB zal hiervoor de nodige attesten opvragen en eventuele IQ-metingen (laten) uitvoeren. Dit is de taak van VDAB en zij zullen die dan ook opnemen. Werkplaatsen dienen trouwens niet te betalen voor IQ-metingen. Aanpassingen van het toegekende WOP na indiensttreding kunnen enkel gebeuren op basis van een evaluatie. Enkel een medisch attest kan aanleiding geven tot een evaluatie na minder dan 3 jaar. Vóór aanwerving kan het WOP nog wel worden aangepast. Het zal dus belangrijk zijn dat maatwerkbedrijven eerst wachten op bijkomende attesten voor zwakke werknemers, en PAS DAN overgaan tot aanwerving (via Mastervac). Update beleid, 3 juli 2015: Tijdens het overleg met VDAB op 3 juli werd gesteld dat de mogelijkheid om een toegekend WOP nog aan te passen verruimd is: aanpassing van het WOP kan tot 2 maanden na tewerkstelling. Deze wijziging komt dan terecht in de automatische gegevensstromen van VDAB naar DWSE. De rechtzetting voor betaling gebeurt pas het eerstvolgende kwartaal en niet meteen. Vraag 2.5 Maatwerkbedrijven (en afdelingen, LDE) moeten kwalitatieve vacatures registreren in Mastervac om kwalitatieve doorverwijzing door VDAB mogelijk te maken. Op welke manier kunnen maatwerkbedrijven hun doelstelling het bieden van werk op maat aan personen met een arbeidshandicap blijven realiseren? Momenteel zijn er maatwerkbedrijven die continu aanwerven en wekelijks intakes inplannen. Deze werkwijze moet kunnen verder gezet worden. Op welke manier kan dit? Potentiële doelgroepwerknemers melden zich ook spontaan aan bij maatwerkbedrijven. Sommigen hebben reeds een BTOM BW, anderen nog niet (maar komen wel in aanmerking hiervoor). Op welke manier kan ervoor gezorgd worden dat maatwerkbedrijven deze mensen kunnen aanwerven? Een algemene vacature doelgroepwerknemer is niet mogelijk. De functiebeschrijving is een open veld in Mastervac en de werkplaats kan zelf bepalen wat hier vermeld wordt. Er kan aangegeven worden welk WOP een werkplaats wil aanwerven en (tijdelijk, ikv de financiering) ook of ze een pmah of een psp willen aanwerven. 22

23 Goede provinciale contacten tussen VDAB en de maatwerkbedrijven zijn heel belangrijk om de toeleiding zo efficiënt mogelijk te laten verlopen (kandidaten vooraf laten kennis maken met het maatwerkbedrijf, aangeven wanneer men een piek verwacht in aanwervingen, vlotte aanwerving van stagiaires en personen die zich spontaan aanmelden in de werkplaats, ) In de projectfiche Collectief maatwerk en lokale diensteneconomie, die te vinden is op de website van VDAB ( wordt voor een aantal specifieke kandidaat-werknemers een specifieke procedure uitgeschreven. Deze projectfiche wordt regelmatig geüpdatet. Zie bijlage 3. Vraag 2.6. Krijgen werkzoekenden die vóór 1 april 2015 een voorwaardelijk recht/w3-erkenning hebben gekregen een WOP of een VOP? De werkzoekenden die vóór 1 april een voorwaardelijk recht/w3 kregen, en worden aangeworven na 1 april, maken aanspraak op een VOP. Alleen de personen met een voorwaardelijk recht/w3 die werden aangeworven vóór 1 april, kregen een WOP (voor onbepaalde duur). Zij behoren wel tot de 10%-groep die door VDAB geëvalueerd zal worden met het oog op doorstroom. Deze werknemers kregen tot 31 maart 2015 de intensieve begeleiding van doelgroepwerknemers met een voorwaardelijk recht BW door GTB. Deze werd gestopt op 1 april Vraag 2.7 Binnen het BTOM-besluit wordt de mogelijkheid geopend om personen met een VOP tewerk te stellen in een maatwerkbedrijf. Artikel 28 van het BTOM-besluit bepaalt dan ook volgende: d) een maatwerkbedrijf als vermeld in artikel 3, 5 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling die een werknemer als vermeld in 2 13 heeft aangeworven na 1 januari 2015 met uitzondering van een doelgroepwerknemer die na een doorstroomtraject vermeld in artikel 24 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling doorstroomt naar een aansluitende tewerkstelling in een betrekking met geheel zonder of met geringere ondersteuning dan vermeld in het voorgaande decreet; Kunnen Maatwerkbedrijven effectief personen met een VOP tewerkstellen? 13 Personen met arbeidshandicap met recht op VOP 23

24 Maatwerkbedrijven kunnen momenteel personen met recht op een VOP tewerk stellen. Ook PmAH die intern doorstromen, komen in aanmerking voor een VOP. Vraag 2.8 Conform artikel 7 van het subsidiebesluit van de beschutte werkplaatsen konden personen met een handicap (erkenning BW of VOP) ook in omkadering worden te werk gesteld (zie onderaan). Zullen zij binnen Maatwerk een VOP of een WOP krijgen? In de die het departement WSE op 23 februari 2015 stuurde naar de beschutte werkplaatsen werd gevraagd een lijst met doelgroepwerknemers te valideren. In deze lijst werden ook de personen met erkenning BTOM BW binnen omkadering en de personen met statuut voormalig CAO26 kaderlid (VOP) voorwaardelijk recht in omkadering opgenomen. Dit betekent dat beide statuten binnen maatwerk omgezet zouden worden in een WOP, tenzij de werkplaats heeft aangegeven hen in omkadering te willen behouden. 24

25 Hoofdstuk 3: Toekomstige subsidiëring Maatwerk 1. Maatwerk Binnen het decreet worden in hoofdstuk vier ondersteuning op maat de drie verschillende MaatWerkSubsidies (MWS) bepaald voor MWB: Werkondersteunende maatregelen (of WerkOndersteuningsPakket WOP). Het WOP kan worden onderverdeeld in: o LoonPremie (LP) o Begeleiding op de werkvloer (of BegeleidingsPremie (BP) Organisatieondersteunende maatregelen (of OrganisatiePremie (OP) Infrastructuurondersteuning (IO) Het BVR Maatwerk voert de WOP en de OP uit. De IO kent zijn juridische basis met het BVR investeringssubsidies beschutte werkplaatsen van 30 september Maatwerkafdelingen (MWA) kunnen enkel in aanmerking komen voor WOP en niet de OP/IO. In de berekening van de LP zijn er verschillen tussen MWA en MWB. Binnen dit hoofdstuk beperken wij ons tot de MWB berekening. A. Werkondersteuningspakket De gemeenschappelijke subsidiebepalingen voor de LP en BP zijn opgenomen in artikel 57. Het recht op steun voor de werkondersteunende maatregelen is begrensd tot het toegekende contingent (Co) én tot het maximumbedrag (MaxB). Dit maximumbedrag wordt jaarlijks binnen de beschikbare kredieten door de minister per MWB en MWA vastgelegd. De invulling van het contingent wordt gemeten aan de hand van de contractuele prestatiebreuk (CPres) voor alle DGWN die loonkosten genereren 14, waarbij de DGWN met de hoogste ondersteuningsbehoefte 15 als eerste in aanmerking worden 14 Loonkost > 0 in betrokken Q 15 Onduidelijkheid rond definiëring: ondersteuningsbehoefte = % loonpremie? Of begeleidingsintensiteit? 25

26 genomen, gevolgd door de DGWN met de hoogste contractuele prestatiebreuk. Let op! Personen met de hoogste ondersteuningsbehoefte zijn daarom niet de personen die de hoogste subsidie genereren (vb. onvolledige prestaties). A.1 Loonpremie De loonpremie (BVR art ) is een tegemoetkoming in de loonkosten van de DGWN. Deze tegemoetkoming is een percentage van het totale referteloon TRef. Het percentage is afhankelijk van het toegekende WOP en bedraagt 40%, 45%, 50%, 55%, 60%, 65% of 75%. Voor de zittende doelgroepwerknemers wordt voorzien in een administratieve inschaling van 45% (niet zwak) en 60% (zwak). Ook voor de toekomstige toeleiding worden deze startpakketten gegeven. Het Totale referteloon Tref wordt bepaald op basis van DmfA-aangiftes. Een wijziging in de aangifte leidt automatisch tot een herberekening van de loonpremie in de jaarafrekening 16. De loonpremie (LP) wordt per kwartaal berekend, de formule voor de LP is de volgende: LP = % x Totale Referteloon (TRef) - Andere Steunmaatregelen (AS) TRef = Geplafonneerde referteloon (GRef) (Ref wordt geplafonneerd op 1,4 x GGMMI 17 x CPres) 18 x 1, , 3 en 4 e week gewaarborgd loon 20 + supplementaire RSZ bijdragen (SRSZ) Ref = brutoloon 21 + gewone werkgeversbijdrage + debet bericht jaarlijkse vakantie RSZ werkgeversverminderingen Momenteel geen duidelijk zicht op hoe jaarafrekening zich verhoudt t.o.v. kwartaalafrekening. In welke mate is kwartaalafrekening niet verworven? Welke elementen worden naast wijziging in DmfA nog herrekend? 17 Artikel 36 van het BVR spreekt van cao 43 van de NAR artikel 3, eerste lid. Dwz werknemers van 18 jaar en werknemers van 19 jaar en ouder, die geen 6 maanden anciënniteit hebben. Op 1/1/2015 bedraagt dit 1.501,82 euro. 18 De aftopping zou per kwartaal gebeuren met een herberekening op jaarbasis. 19 4%: forfaitaire verhoging: inschatting van andere kosten zoals maaltijdscheques, verzekeringen, sociaal secretariaat, 20 Gegeven het ontbreken van deze loonkost in DMFA zal er gewerkt worden met een schatting van het gewaarborgd loon: nl. # dagen gewaarborgd loon 2 e week (prestatiecode 10) x 85,88% x GGMMI x 1,2 en # dagen gewaarborgd loon 3 e en 4 e week (c 11) x 25,88% x GGMMI x 1, 2 (enkel voor arbeiders en bepaalde bedienden). 21 Looncodes: 1, 2, 5, 6, 7 22 Artikel 36 van het BVR spreekt van cao 43 van de NAR artikel 3, eerste lid. Dwz werknemers van 18 jaar en werknemers van 19 jaar en ouder, die geen 6 maanden anciënniteit hebben. Op 1/1/2015 bedraagt dit 1.501,82 euro. 26

27 Loonpremies: cumuleerbaarheid Binnen artikel 38 1 van het BVR wordt de cumuleerbaarheid omschreven als volgt: 1. De loonpremie voor de doelgroepwerknemer is cumuleerbaar met andere steunmaatregelen als een dergelijke cumulatie er niet toe leidt dat de met toepassing van dit besluit geïndiceerde steunintensiteit wordt overschreden. Als de geïndiceerde steunintensiteit wordt overschreden, worden de buiten dit besluit verworven vergoedingen volledig in mindering gebracht van de loonpremie. Gegeven het feit dat binnen het BVR de geïndiceerde steunintensiteit wordt toegekend, moeten andere steunmaatregelen volledig in mindering worden gebracht. In artikel 38 2 en artikel 52 wordt bepaald dat de loonpremie resp. WOP niet cumuleerbaar is met volgende maatregelen: - Werkervaring 23 - Lokale diensteneconomie (LDE) - Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) premie - Invoeg - Dienstencheques (overgang voor huidige art 113) - Tewerkstelling als jobstudent - Artikel 60 A.2 Begeleidingspremie De begeleidingspremie (art ) ondersteunt de professionele ontwikkeling van de doelgroepwerknemer. De premie is afhankelijk van de toegekende begeleidingsnood en de contractuele prestatiebreuk 24 van de doelgroepwerknemer. De toegekende begeleiding omvat drie graden: Lage intensiteit (streefcijfer 1/13 begeleider per DGWN) Gemiddelde intensiteit (streefcijfer 1/10 begeleider per DGWN) Hoge intensiteit (streefcijfer 1/7 begeleider per DGWN) De begeleidingspremie bestaat uit twee onderdelen, nl. een forfaitaire begeleidingsvergoeding (FBP) en een variabele begeleidingsvergoeding (VBP). Het forfaitaire deel staat los van de contractuele prestatiebreuk (CPres) en de 23 Maatregel loopt af: 24 Q/S binnen DmfA = CPres 27

28 begeleidingsnood. Het variabele deel houdt met deze parameters wel rekening. De formule voor BP is dan ook de volgende per kwartaal per DGWN 25 : BP = FBP (koppen < 1,15 x contingent) + VBP (vte <contingent) BP = 497 euro + CPres x Begeleidingsintensiteit Bedrag / Q Laag 294,25 euro Midden 610,72 euro Hoog 1.085,5 euro A.3 Organisatiepremie De OrganisatiePremie (OP) kent zijn uitvoering binnen artikel van het BVR. De OP wordt enkel toegekend aan de MWB. De organisatiepremie wordt berekend aan de hand van het aantal vte PSP en PmAH (dus niet UKW) met een loonkost in het kwartaal in kwestie. Voor de eerste 100 vte is een bijkomende premie voorzien. Ook binnen de OP is een aftopping voorzien op contingent (vte DGWN). De formule voor de OP per kwartaal = - voor PmAH en PSP: (625 euro x CPres + 75 euro x CPres (<=100)) (<=Co) - voor UKW: 0 euro A.4 Overzicht MWS In onderstaande formule proberen we een overzicht te geven van de MWS per kwartaal per DGWN en de verschillende aftoppingen hierbinnen. MWS = WOP + OP WOP = LP + BP (totaal VTE<= Co en totaal WOP <= MaxB) LP = % x Totale Referteloon (TRef) - Andere Steunmaatregelen (AS) TRef = Geplafonneerd referteloon (GRef) (Referteloon<= 1,4 x GGMMI x CPres) x 1,04 + 2, 3 en 4e week gewaarborgd loon + supplementaire RSZ bijdragen (SRSZ) BP = FBP (totaal koppen <= 1,15 x Co) + VBP OP = voor PmAH en PSP: 625 euro x CPres + 75 euro x CPres (<=100) (<=Co) voor UKW: 0 euro 25 Met loonkost > 0 in het betreffende kwartaal. Het aantal te subsidiëren DGWN is beperkt tot het contingent (vte). Voor FBP is er een bijkomende aftopping (in koppen op 1,15 x contingent). 28

De overgang naar maatwerk zal gefaseerd gebeuren, tussen 1/4/2015 en 31/12/2018. Pas vanaf 1/1/2019 zal maatwerk 100% geïmplementeerd zijn.

De overgang naar maatwerk zal gefaseerd gebeuren, tussen 1/4/2015 en 31/12/2018. Pas vanaf 1/1/2019 zal maatwerk 100% geïmplementeerd zijn. Inleiding Met de invoering van het maatwerkdecreet door de bevoegde minister Homans werd de volledige reglementering van de beschutte werkplaatsen omgegooid. De toeleiding, indicering, financiering en

Nadere informatie

MAATWERK DE REGELGEVING. Infosessies juni 2018

MAATWERK DE REGELGEVING. Infosessies juni 2018 MAATWERK DE REGELGEVING Infosessies juni 2018 Van maatwerk naar het hernieuwde maatwerk Het principeakkoord (oktober 2016) = Akkoord tussen de minister, de beide koepelorganisaties, DWSE en VDAB 3 onderdelen:

Nadere informatie

Ontwerpdecreet Maatwerk bij collectieve inschakeling

Ontwerpdecreet Maatwerk bij collectieve inschakeling Ontwerpdecreet Maatwerk bij collectieve inschakeling Maatwerkdecreet => doelstelling Het maatwerkdecreet heeft tot doelstelling om een kader te creëren voor collectieve professionele inschakeling van de

Nadere informatie

Groep Maatwerk. Werkgeversfederatie

Groep Maatwerk. Werkgeversfederatie Groep Maatwerk Werkgeversfederatie 1 Vertegenwoordigen alle 49 voormalige Vlaamse BW Externe opdracht: belangenbehartiging, informatieverspreiding promotie Interne opdracht (leden): informatieuitwisseling

Nadere informatie

Groep Maatwerk. Werkgeversfederatie

Groep Maatwerk. Werkgeversfederatie Groep Maatwerk Werkgeversfederatie 1 Vertegenwoordigen alle 49 voormalige Vlaamse BW Externe opdracht: belangenbehartiging, informatieverspreiding promotie Interne opdracht (leden): informatieuitwisseling

Nadere informatie

Infomoment 2/5/2013 Maatwerkdecreet bij collectieve inschakeling

Infomoment 2/5/2013 Maatwerkdecreet bij collectieve inschakeling Infomoment 2/5/2013 Maatwerkdecreet bij collectieve inschakeling Infomoment maatwerkdecreet Welkom Ontwerpdecreet maatwerk bij collectieve inschakeling Kathleen Vandebroek departement WSE Implementatie

Nadere informatie

b) Hoeveel werkzoekenden werden in 2016 geïndiceerd door VDAB met indicatie persoon met multiple problemen?

b) Hoeveel werkzoekenden werden in 2016 geïndiceerd door VDAB met indicatie persoon met multiple problemen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 315 van ROB BEENDERS datum: 20 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Kader - situering Vlaams Regeerakkoord Sociale Economie => 2 pijlers: Lokale Diensteneconomie Maatwerk Beschutte werkplaatsen Sociale werkplaatsen Invoegmaatregel

Nadere informatie

Aanvraag van evaluatiegesprek ifv opstart doorstroomtraject of evaluatie WOP MAART 2019

Aanvraag van evaluatiegesprek ifv opstart doorstroomtraject of evaluatie WOP MAART 2019 Aanvraag van evaluatiegesprek ifv opstart doorstroomtraject of evaluatie WOP MAART 2019 Inleiding 2 Het decreet maatwerk bij collectieve inschakeling wil ondersteunen en subsidiëren op maat van elke werknemer.

Nadere informatie

SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN

SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN Versie 17/02/2016 Dienst Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 BRUSSEL www.werk.be SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN (versie sociale werkplaatsen) 1. BETALINGEN 1.1 Wat moeten

Nadere informatie

b) Hoeveel werkzoekenden werden in de periode 1/1/ /4/2017 geïndiceerd door VDAB met indicatie persoon met multiple problemen?

b) Hoeveel werkzoekenden werden in de periode 1/1/ /4/2017 geïndiceerd door VDAB met indicatie persoon met multiple problemen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 664 van ROB BEENDERS datum: 31 mei 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAATWERK Veelgestelde vragen versie 19 oktober 2015 (opgelet: controleer regelmatig onze website voor meest recente versie) MAATWERK Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 BRUSSEL www.werk.be Maatwerk veelgestelde

Nadere informatie

SUBSIDIES MAATWERKBEDRIJVEN. Infosessie

SUBSIDIES MAATWERKBEDRIJVEN. Infosessie SUBSIDIES MAATWERKBEDRIJVEN Infosessie Van maatwerk naar het hernieuwde maatwerk Het principeakkoord (oktober 2016) Akkoord tussen de minister, DWSE en VDAB en de beide koepelorganisaties 3 onderdelen

Nadere informatie

Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP)

Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) Vop Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) De Vlaamse Ondersteuningspremie is een bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregel voor personen met een arbeidshandicap.

Nadere informatie

SCHORSING MAATWERKBESLUIT

SCHORSING MAATWERKBESLUIT SCHORSING MAATWERKBESLUIT INFOMOMENT SOCIALE WERKPLAATSEN 1 MAART 2016 - BRUSSEL Schorsing maatwerkbesluit Arrest Raad van State Impact van heropleving regelgeving SW Operationalisering - plan van aanpak

Nadere informatie

Het maatwerkdecreet voor collectieve inschakeling en decreet lokale diensteneconomie

Het maatwerkdecreet voor collectieve inschakeling en decreet lokale diensteneconomie Het maatwerkdecreet voor collectieve inschakeling en decreet lokale diensteneconomie Wat verandert er? 21 03 2014 1 Stand van zaken realisatie van 2 nieuwe decreten iov Vlaamse Regering : -collectief maatwerk

Nadere informatie

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak Maatwerk en W² 2 decreten in de maak 3 2 decreten in de maak Maatwerk: voorontwerp decreet goedgekeurd door de Vlaamse regering W²: werkdocument: wordt binnenkort voorgelegd op de Vlaamse regering wordt

Nadere informatie

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016

Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 In het kader van de zesde staatshervorming heeft het Vlaamse Gewest een nieuw doelgroepenbeleid uitgewerkt, dat zich vanaf 1 juli 2016 focust op drie

Nadere informatie

SCHORSING MAATWERKBESLUIT

SCHORSING MAATWERKBESLUIT SCHORSING MAATWERKBESLUIT INFOMOMENT BESCHUTTE WERKPLAATSEN 3 MAART 2016 - BRUSSEL Arrest Raad van State 26 januari 2016: arrest Schorsing BVR Schorsing MB Indicering Maatwerkdecreet blijft overeind 8

Nadere informatie

Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010

Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010 Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010 Hieronder vindt u alle vragen die gesteld zijn tijdens de infosessie van 22/11/2010. In het eerste gedeelte worden vragen vermeld die betrekking hebben op

Nadere informatie

VR DOC.0150/2TER

VR DOC.0150/2TER VR 2017 1702 DOC.0150/2TER Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

evaluaties doorstroom en WOP binnen SE info voor mandaathouders MAART 2019

evaluaties doorstroom en WOP binnen SE info voor mandaathouders MAART 2019 evaluaties doorstroom en WOP binnen SE info voor mandaathouders MAART 2019 Inleiding 2 Het decreet maatwerk bij collectieve inschakeling wil doorstroom aanmoedigen voor werknemers die niet langer ondersteuning

Nadere informatie

SUBSIDIËRING MAATWERKBEDRIJVEN. Technische handleiding

SUBSIDIËRING MAATWERKBEDRIJVEN. Technische handleiding SUBSIDIËRING MAATWERKBEDRIJVEN Technische handleiding Belangrijk! Deze handleiding werd door het Departement Werk en Sociale Economie met zorg samengesteld opdat de informatie erin correct is. De handleiding

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE

SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE lokale sociale economie Steden en gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in lokale sociale economie LDE: initiëren van uitbouw aanvullende diensten die beantwoorden

Nadere informatie

Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP)

Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) Studiedag Werkgelegenheidsmaatregelen Donderdag 29 september Vilvoorde Wat? Rendementssubsidie bij de tewerkstelling van PmAH Premie toegekend door de VDAB Gemeenten,

Nadere informatie

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 1. WIE is betrokken? De werkgevers die subsidies ontvangen voor bijkomende tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel. 1 2. WAT verandert

Nadere informatie

welkomstwoord en inleiding

welkomstwoord en inleiding Infosessie Het uitbetalen van de loon- en omkaderingspremie aan de initiatieven Lokale Diensteneconomie 27 mei 2010 VSAWSE Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie 1 welkomstwoord en inleiding

Nadere informatie

SUBSIDIËRING MAATWERKAFDELINGEN. Technische handleiding

SUBSIDIËRING MAATWERKAFDELINGEN. Technische handleiding SUBSIDIËRING MAATWERKAFDELINGEN Technische handleiding Belangrijk! Deze handleiding werd door het Departement Werk en Sociale Economie met zorg samengesteld opdat de informatie erin correct is. De handleiding

Nadere informatie

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)?

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 221 van SABINE VERMEULEN datum: 12 januari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Doelgroepmedewerkers sociale-economiebedrijven - Erkenning

Nadere informatie

Handleiding Mijn Loopbaan voor partners voor registratie van de begeleiding van personen met een arbeidsbeperking

Handleiding Mijn Loopbaan voor partners voor registratie van de begeleiding van personen met een arbeidsbeperking Handleiding Mijn Loopbaan voor partners voor registratie van de begeleiding van personen met een arbeidsbeperking Deze handleiding is bestemd voor de externe partners van de VDAB die personen met een (vermoeden

Nadere informatie

PROJECTFICHE SOCIALE WERKPLAATSEN ( 1 juli 2016) Aanpassing 7 november 2016

PROJECTFICHE SOCIALE WERKPLAATSEN ( 1 juli 2016) Aanpassing 7 november 2016 Inhoud PROJECTFICHE SOCIALE WERKPLAATSEN ( 1 juli 2016) Aanpassing 7 november 2016 1. Doelgroep, wetgeving en bevoegdheden 2. Toekennen van het recht op tewerkstelling in een sociale werkplaats (5 criteria

Nadere informatie

Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen

Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen Financiële voordelen en simulaties VVSG 29 september 2011 Inhoud Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen De Vlaamse Ondersteuningspremie 2 1 Doelgroepvermindering

Nadere informatie

Beschutte werkplaatsen

Beschutte werkplaatsen Beschutte werkplaatsen Het programma Beschutte werkplaatsen (BW) zijn wellicht de oudste vorm van sociale economie ondernemingen. Ze bestonden reeds in de jaren vijftig, maar werden voor het eerst gereglementeerd

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx; Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap DE VLAAMSE

Nadere informatie

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Situering rol als detentieconsulent GTB = Gespecialiseerd Team Bemiddeling. Begeleiding en ondersteuning van mensen met een lange afstand of begeleidingsnood

Nadere informatie

INHOUD. mindmap. 1 Omschrijving? 2 Doel? 3 Welke werkgevers? 4 Welke werknemers? 5 Wat is het voordeel? 6 Combinatie andere maatregelen

INHOUD. mindmap. 1 Omschrijving? 2 Doel? 3 Welke werkgevers? 4 Welke werknemers? 5 Wat is het voordeel? 6 Combinatie andere maatregelen Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) De Vlaamse Ondersteuningspremie is een bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregel voor personen met een arbeidshandicap.

Nadere informatie

1. VDAB heeft gedurende drie jaar een indiceringsinstrument ontwikkeld en daardoor 43 categorieën geselecteerd uit een totaal van categorieën.

1. VDAB heeft gedurende drie jaar een indiceringsinstrument ontwikkeld en daardoor 43 categorieën geselecteerd uit een totaal van categorieën. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 451 van EMMILY TALPE datum: 20 maart 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ICF-screening werkzoekenden - Duurtijd indicering 1. VDAB heeft

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 4 maart 2016 houdende het

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft:

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

VR DOC.0150/1TER

VR DOC.0150/1TER VR 2017 1702 DOC.0150/1TER DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE

Nadere informatie

CONSULTATIEBUREAU DE VEST. Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten

CONSULTATIEBUREAU DE VEST. Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten CONSULTATIEBUREAU DE VEST Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten OPBOUW PRESENTATIE 1. Wat is het consultatiebureau De Vest? 2. Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst (GA): Werkvragen Aanbod GA 3.

Nadere informatie

SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN

SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN Versie 1 juli 2016 Dienst Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 BRUSSEL www.werk.be SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN (versie sociale werkplaatsen) //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Doorstroomtrajecten binnen LDE MAART 2019

Doorstroomtrajecten binnen LDE MAART 2019 Doorstroomtrajecten binnen LDE MAART 2019 Inleiding 2 Het decreet Lokale Diensteneconomie wil een antwoord bieden op de vraag naar passende arbeid voor kwetsbare werkzoekenden met een arbeidsbeperking.

Nadere informatie

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever.

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever. versie 30/01/2018 WERKINGSDOCUMENT Dit werkingsdocument is conform Artikel 11 bis 2 van het Koninklijk Besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling

Nadere informatie

1. Goedkeuring vorig verslag 14/01/ Maatwerkdecreet 2.1. Toelichting door Marc De Preter

1. Goedkeuring vorig verslag 14/01/ Maatwerkdecreet 2.1. Toelichting door Marc De Preter VERSLAG THEMAGROEP VTO EN ARBEID WOENSDAG 11 MAART 2015 Aanwezigen: Dirk Goeminne (voorzitter themagroep arbeid), Joris Housen (netwerkcoördinator SaRA), Marc De Preter (De Brug), Marleen Van Staey (Similes),

Nadere informatie

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid vergadering C45 zittingsjaar 2015-2016 Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid van 29 oktober 2015 2 Commissievergadering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019; Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap DE VLAAMSE

Nadere informatie

Sector beschutte werkplaatsen. Memorandum Vlaamse verkiezingen 25 mei 2014

Sector beschutte werkplaatsen. Memorandum Vlaamse verkiezingen 25 mei 2014 Sector beschutte werkplaatsen Memorandum Vlaamse verkiezingen 25 mei 2014 VLAB, de werkgeversorganisatie die alle 54 Vlaamse beschutte werkplaatsen vertegenwoordigt, benadrukt het belang van de sector

Nadere informatie

Richtlijn in kader van controle Loontoelage TWE (versie 26/09/2018)

Richtlijn in kader van controle Loontoelage TWE (versie 26/09/2018) Richtlijn in kader van controle Loontoelage TWE (versie 26/09/2018) Deze richtlijn is opgemaakt met als doel de (aangepaste) controle op de loontoelage te verduidelijken naar de OCMW s toe. Daarnaast geeft

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; 1/5 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 78/2013 van 11 december 2013 Betreft: aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie om een netwerkverbinding tot

Nadere informatie

1 het Fonds: het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap;

1 het Fonds: het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap; BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 10 JULI 2001 houdende subsidieregeling van het loon en van de sociale lasten van personen tewerkgesteld in de gehandicaptensector en wier tewerkstellingskosten voorheen

Nadere informatie

FAQ s sociale maribel 329.01

FAQ s sociale maribel 329.01 FAQ s sociale maribel 329.01 Wat moet ik doen om in aanmerking te komen voor subsidies? Je organisatie dient te behoren tot de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap (PC 329.01) en minstens 5,5

Nadere informatie

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen:

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen: Toelichting bij provinciale subsidies aan arbeidszorginitiatieven in Vlaams-Brabant BIJLAGE 1. Voorwaarden met betrekking de niet-categoriale werking De provinciale subsidies kunnen aangevraagd worden

Nadere informatie

Nieuwsbrief 15 april 2016

Nieuwsbrief 15 april 2016 Nieuwsbrief 15 april 2016 Welkom bij de Nieuwsbrief van 15 april 2016. Volgende week vrijdag vindt onze Algemene Vergadering plaats. Keynote speakers zijn Kris Peeters en Ivan Van de Cloot. Wij kijken

Nadere informatie

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties)

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties) ACTIRIS Terug te sturen naar : ACTIRIS Dienst GECO Anspachlaan 65 1000 BRUSSEL AANVRAAGFORMULIER VOOR GESUBSIDIEERDE CONTRACTUELEN (GECO) PROGRAMMAWET VAN 30.12.1988 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

ART. 2. Voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder:

ART. 2. Voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder: Opschrift Decreet houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector Datum 07.05.2004 HOOFDSTUK I VOORAFGAANDE BEPALINGEN ART. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

Handleiding aanvraag Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP)

Handleiding aanvraag Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) Handleiding aanvraag Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) Dossier steunpunt handicap & arbeid: Aanvraag Vlaamse OndersteuningsPremie (VOP) INHOUD 1 VOP in het kort 2 De aanvraagprocedure 3 Verlenging/verhoging

Nadere informatie

Wat doen de werkplaatsen collectief maatwerk en lokale diensteneconomie?

Wat doen de werkplaatsen collectief maatwerk en lokale diensteneconomie? Wat doet de VDAB ihkv de decreten voor collectief maatwerk en lokale diensteneconomie? Wat doen de werkplaatsen collectief maatwerk en lokale diensteneconomie? (Provinciale info s) Deel 1 : Kader en processtappen

Nadere informatie

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING, φ Vlaamse regering Besluit van de Vlaamse regering houdende de toekenning van een subsidie aan bepaalde initiatieven binnen polders, wateringen, milieuverenigingen en natuurverenigingen die personeelsleden

Nadere informatie

SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN

SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN Versie 22 maart 2016 Dienst Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 BRUSSEL www.werk.be SCHORSING MAATWERKBESLUIT VEELGESTELDE VRAGEN (versie sociale werkplaatsen) //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie en de Vlaamse minister van

Nadere informatie

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke 08/04/2019 Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften A. Situering In het kader

Nadere informatie

VAN UNIEF / HOGESCHOOL NAAR WERK!

VAN UNIEF / HOGESCHOOL NAAR WERK! VAN UNIEF / HOGESCHOOL NAAR WERK! Diploma (bijna) op zak?! Je hebt al een stapje voor : Jouw kansen op werk verhogen met een masterdiploma! je hebt al wat bewezen : doorzettingsvermogen, stof kunnen verwerken,

Nadere informatie

Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen

Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen Focussessie Het nieuwe werkgelegenheidsbeleid Impact op uw bedrijfsvoering Peter Bosmans VAC Gent,

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Titel 17 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden Bron : VLAAMSE OVERHEID Publicatie : 22-03-2017 nummer : 2017030126 bladzijde

Nadere informatie

Algemene duiding sociale zekerheid beschutte werkplaatsen. 3 maart 2016 Groep Maatwerk

Algemene duiding sociale zekerheid beschutte werkplaatsen. 3 maart 2016 Groep Maatwerk Algemene duiding sociale zekerheid beschutte werkplaatsen 3 maart 2016 Groep Maatwerk RSZ België: heel sterke sociale zekerheid 3 systemen Systeem werknemers: Financiering door werkgever (en werknemer)

Nadere informatie

VR DOC.0356/1BIS

VR DOC.0356/1BIS VR 2017 2104 DOC.0356/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het

Nadere informatie

Persbericht. Anti-crisismaatregelen: goedkeuring van een tweede pakket maatregelen van de minister van Werk om ontslagen te vermijden

Persbericht. Anti-crisismaatregelen: goedkeuring van een tweede pakket maatregelen van de minister van Werk om ontslagen te vermijden Brussel, 30 april 2009 Persbericht Anti-crisismaatregelen: goedkeuring van een tweede pakket maatregelen van de minister van Werk om ontslagen te vermijden Vice-Eerste minister en minister van werk, Joëlle

Nadere informatie

De focus ligt in beide Gewesten op 3 doelgroepen, namelijk de jongeren, de ouderen en de personen met een arbeidsbeperking.

De focus ligt in beide Gewesten op 3 doelgroepen, namelijk de jongeren, de ouderen en de personen met een arbeidsbeperking. B R U S S E L S E E N V L A A M S E DOELG R O E P V E R M I N D E R I N G EN I N F O F I C H E A L G E M E E N Met de 6 de staatshervorming zijn de gewesten bevoegd geworden voor de doelgroepverminderingen.

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 Inhoud - Aantal niet-werkende werkzoekenden - Tewerkstelling (koppen) binnen zes werkvormen sociale economie - Beschutte

Nadere informatie

2. Toelichting Maatwerkdecreet: Marc De Preter

2. Toelichting Maatwerkdecreet: Marc De Preter VERSLAG: STUURGROEP HET TRAJECTIEL / NETWERKPLATFORM FUNCTIE 3 7 MEI 2015, LOCATIE VZW DE LINK Aanwezig: Jo Verstraeten (Co voorzitter functie 3), Marc De Preter (VZW De Brug), Rudy Wouters (Het Lokaal),

Nadere informatie

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 649 van SABINE VERMEULEN datum: 14 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling

Nadere informatie

Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek van de vergoeding van personeelspunten

Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek van de vergoeding van personeelspunten Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek van de vergoeding van personeelspunten DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering

Nadere informatie

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid.

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid. 12 JULI 2013. - Decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling Bron : VLAAMSE OVERHEID Publicatie : 02-09-2013 nummer : 2013204787 bladzijde : 60315 BEELD Dossiernummer : 2013-07-12/39 Inwerkingtreding

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende

Nadere informatie

3. Start traject TWE = registratie van de werkervaringsovereenkomst (WEO) in MLP

3. Start traject TWE = registratie van de werkervaringsovereenkomst (WEO) in MLP Stappen in het traject TWE-OCMW Onderstaand stappenplan gaat uit van: - een art60 7-tewerkstelling met een duurtijd van 1 jaar - en een TWE-traject met maximale duurtijd van 2 jaar - het OCMW van de verblijfplaats

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 Inhoud Inleiding... 3 1 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 3 2 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 5 3 Regionale spreiding... 12 Methodologie...

Nadere informatie

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 1 Omgevingsanalyse 1. Werkzaamheid 2. Werkloosheid 3. Werkvormen in de sociale economie 4. Uitstroom Inhoud Strategische en operationele doelstellingen 1. SD1: Iedereen

Nadere informatie

MEMORANDUM SST 2014. Een Sociale Werkplaats geeft mensen zin.

MEMORANDUM SST 2014. Een Sociale Werkplaats geeft mensen zin. MEMORANDUM SST 2014 Een Sociale Werkplaats Sociale werkplaats geeft mensen zin! 8.800 mensen Sociale werkplaatsen in Vlaanderen zijn een belangrijke deelsector van de sociale economie. Meer dan 8.800 mensen

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering

Ontwerp van decreet. betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering stuk ingediend op 2065 (2012-2013) Nr. 4 3 juli 2013 (2012-2013) Ontwerp van decreet betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Stukken in het dossier:

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 Inleiding De situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt in 2014 lijkt te zijn gestabiliseerd ten opzichte van het jaar voordien: de werkzaamheidsgraad is licht gestegen, maar

Nadere informatie

BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010

BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010 ONDERRICHTING AAN DE WERKGEVERS 2010-2 BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010 Ingevolge het K.B. van 29/03/2010 B.S. 31/03/2010 tot uitvoering van het

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...

Nadere informatie

FAQ TWE OCMW - Financiële opvolging versie 22/08/2017 vragen en opmerkingen:

FAQ TWE OCMW - Financiële opvolging versie 22/08/2017 vragen en opmerkingen: FAQ TWE OCMW - Financiële opvolging versie 22/08/2017 vragen en opmerkingen: regie+twe@vdab.be Disclaimer: VDAB behoudt het recht om de inhoud van dit document ten allen tijden te wijzigen. Bovendien dient

Nadere informatie

Stappen in het traject TWE-OCMW. Onderstaand stappenplan gaat uit van:

Stappen in het traject TWE-OCMW. Onderstaand stappenplan gaat uit van: Stappen in het traject TWE-OCMW Onderstaand stappenplan gaat uit van: - een art60 7-tewerkstelling met een duurtijd van 1 jaar - en een TWE-traject met maximale duurtijd van 2 jaar - het OCMW van de verblijfplaats

Nadere informatie

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

Jaarlijkse vakantie: de spelregels Jaarlijkse vakantie: de spelregels Mrs. Kathy Bergen Senior Legal Consultant De zomermaanden komen eraan, een periode waarin u wordt geconfronteerd met de jaarlijkse vakantie van uw werknemers... Wat zijn

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/180 BERAADSLAGING NR 08/064 VAN 4 NOVEMBER 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot diverse wijzigingen aan het besluit van 18 juli 2008 betreffende

Nadere informatie

betreffende de lokale diensteneconomie

betreffende de lokale diensteneconomie stuk ingediend op 2168 (2012-2013) Nr. 3 6 november 2013 (2013-2014) Ontwerp van decreet betreffende de lokale diensteneconomie Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Stukken in het dossier: 2168

Nadere informatie

Ecocheques. paritair comité 309. Rechtsbronnen. Definitie. Betrokken werknemers. Bedrag en toekenningsvoorwaarden

Ecocheques. paritair comité 309. Rechtsbronnen. Definitie. Betrokken werknemers. Bedrag en toekenningsvoorwaarden Partena - Vereniging zonder winstoogmerk - Erkend sociaal secretariaat van werkgevers bij M.B. van 3 maart 1949 onder het nr. 300 Maatschappelijke zetel : Kartuizersstraat 45 te 1000 Brussel BTW BE 0409.536.968

Nadere informatie

VR DOC.1294/2BIS

VR DOC.1294/2BIS VR 2016 0212 DOC.1294/2BIS VR 2016 0212 DOC.1294/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op verordening (EU)

Nadere informatie

Infosessie Het uitbetalen van subsidies aan Sociale Werkplaatsen

Infosessie Het uitbetalen van subsidies aan Sociale Werkplaatsen Infosessie Het uitbetalen van subsidies aan Sociale Werkplaatsen 16 februari 2010 VSAWSE Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie 1 welkomstwoord en inleiding Eric Vernaillen Administrateur-generaal

Nadere informatie

www.vdab.be 0800.30.700

www.vdab.be 0800.30.700 HERVORMING BELEID PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP 0800 30 700 1 OKTOBER 2008 OP WEG NAAR WERK MET BIJZONDERE ONDERSTEUNING. Situering Aanleiding: hervorming Vlaamse overheid (BBB) Overheveling van bevoegdheden

Nadere informatie

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021.

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021. Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie voor een vernieuwend project werknemersstatuut van de kinderbegeleider gezinsopvang Hoofdstuk 1. Algemene

Nadere informatie

Naar een nieuw ondersteuningskader binnen sociale economie

Naar een nieuw ondersteuningskader binnen sociale economie Conceptnota Naar een nieuw ondersteuningskader binnen sociale economie 1 Situering Het Vlaams regeerakkoord 2014-2019 stelt dat subsidies in functie van diverse maatregelen ter activering van werkzoekenden

Nadere informatie