Wat is de daadwerkelijke meerwaarde van het doen van extracurriculaire activiteiten?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat is de daadwerkelijke meerwaarde van het doen van extracurriculaire activiteiten?"

Transcriptie

1 Wat is de daadwerkelijke meerwaarde van het doen van extracurriculaire activiteiten? Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 1

2 Voorwoord De onderzoekscommissie heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Landelijke Kamer van Verenigingen en de Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen. De aanleiding voor dit onderzoek zijn de hervormingen in de wetgeving met betrekking tot het hoger onderwijs: de harde knip, de langstudeermaatregel en het eventuele sociale leenstelsel. Hierdoor zou er minder ruimte kunnen komen voor het doen van extracurriculaire activiteiten. Deze onderzoekscommissie heeft onderzocht welke waarde bedrijven en studenten aan extracurriculaire activiteiten hechten en hoe dit tot op heden nog wordt ondersteund. Ik wil graag Jos Bakker, Jelske Hondema, Margot Stevens en Loek Zanders bedanken voor het tot stand komen van dit onderzoek en de prettige samenwerking. Daarnaast wil ik alle respondenten en de bedrijven bedanken voor hun medewerking. Lindsey van der Lans Voorzitter onderzoekscommissie Colofon Auteurs Jos Bakker Jelske Hondema Lindsey van der Lans (voorzitter) Margot Stevens Loek Zanders Fotografie Loek Zanders Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (p.11) In opdracht van Landelijke Kamer van Verenigingen Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen Juni Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

3 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inhoudsopgave 3 Abstract 3 1. Inleiding 4 2. Ondersteuning 6 3. Studenten Carrière Conclusie Beperkingen en aanbevelingen voor nader onderzoek Referentielijst Bijlagen 25 Abstract Hetgeen onderzocht is, is de meerwaarde van extracurriculaire activiteiten en hoe dit wordt ondersteund. Er zijn geen vaste richtlijnen waar onderwijsinstellingen aan moeten voldoen betreffende een profileringsfonds. Enkele onderwijsinstellingen hebben zelfs de profileringsfondsen dan wel Studentenstatuut niet (online) beschikbaar gesteld voor (toekomstige) studenten. Ook zit er verschil tussen het aantal maanden financiële ondersteuning die hogescholen en de universiteiten beschikbaar stellen. De voordelen die studenten verwachten waardoor zij zich naast hun studie bezig houden met extracurriculaire activiteiten zijn afhankelijk van het type extracurriculaire activiteit het opdoen van nieuwe vaardigheden, het uitbereiden van de sociale contacten, het uitbouwen van de persoonlijke ontwikkeling en voldoening. Toekomstige werkgevers zien een meerwaarde in het gedaan hebben van extracurriculaire activiteiten op cv s van studenten. De studenten die deze activiteiten hebben gedaan komen meer ontwikkelt over en zijn meer bewust van hun capaciteiten. Een cijferlijst is minder van belang wanneer extracurriculaire activiteiten zijn verricht. Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 3

4 1. Inleiding In de studentenwereld wordt vaak gesproken over het nut van jezelf ontwikkelen naast je studie. Het zou zinvol zijn voor jezelf en het zou de maatschappij en je carrière een goede start bieden. Het is echter nooit aangetoond wat nu de daadwerkelijke waarde van het doen van extracurriculaire activiteiten is. Intermediair, een van Nederlands grootste vacaturesites, zegt dat het beter is om extracurriculaire activiteiten op je cv te hebben staan dan cum laude afstuderen. Dit vanwege het feit dat grote consultancy bedrijven en multinationals tegenwoordig niet alleen kijken naar wat jij kan, maar ook wie jij bent (Ackerman, 2008). Maar is dit echt zo? Wat is de waarde die recruiters van grote Nederlandse en internationale bedrijven aan extracurriculaire activiteiten geven? En hoe ondersteunen onderwijsinstellingen deze ontwikkeling? Hoe is hun profileringfonds onderverdeeld? En welke voordelen verwachten studenten bij het doen van extracurriculaire activiteiten? Kortom, wat is de daadwerkelijke meerwaarde van het doen van extracurriculaire activiteiten? Extracurriculaire activiteiten Valentine et al. (2002) omschrijven extracurriculaire activiteiten als door de onderwijsinstelling ondersteunde activiteiten die plaatsvinden in de context van de instelling en haar omgeving. De activiteiten zijn extracurriculair omdat ze facultatief zijn, studenten er geen cijfer krijgen voor deelname aan de activiteiten en de activiteiten buiten reguliere studietijd worden ondernomen (Mahoney & Cairns, 1997). Niet elke student neemt deel aan extracurriculaire activiteiten. Studenten met een lagere sociaaleconomische achtergrond zijn minder geneigd om deel te nemen aan dergelijke activiteiten (Cooper et al., 1999; Valentine et al., 2002). Wanneer een student wel besluit tot deelname aan een extracurriculaire activiteit, dan draagt deze volgens Cooper et al. (1999) direct of indirect bij aan de ontwikkeling van de student. Volgens Eccles en Barber (1999) zou dit met name gelden wanneer de student in kwestie een leidinggevende rol bekleed. Cooper et al. (1999) stellen dat het deelnemen aan een extracurriculaire activiteit beter is voor de academische ontwikkeling dan het hebben van een studentenbaan. Marsh (1992) stelt dat deelname aan extracurriculaire activiteiten ervoor kan zorgen dat de student vanwege een hogere betrokkenheid meer tijd en energie investeert in onderwijs, waardoor het academisch gedrag wordt verbeterd. Niet alleen het academisch gedrag verbetert, ook zouden adolescenten die deelnemen aan extracurriculaire activiteiten een verbeterd gevoel van eigenwaarde hebben (Holland & Andre, 1987), minder kans hebben op vervroegd schoolverlaten (Mahoney & Cairns, 1997) en een verminderde kans hebben op het vertonen van risicovol gedrag, zoals drugsgebruik en overmatig alcoholgebruik (Eccles & Barber, 1999). Die verminderde kans op het vertonen van risicovol gedrag zou wellicht te wijten kunnen zijn aan de verbeterde relatie tussen het individu en zijn 1 omgeving. Deelname aan extracurriculaire activiteiten zorgt er volgens Willems (1967) namelijk voor dat deelnemers een verplichting voelen met betrekking tot de sociale normen in de relatie tussen de individu en zijn omgeving. De impliciete veronderstelling die Berk en Goebel (1987) daaruit afleiden is dat de student het gedrag, vertoond tijdens het doen van extracurriculaire activiteiten, later overdraagt aan de samenleving. Om extracurriculaire activiteiten te verrichten als student, is de stap meestal makkelijker te maken als er een ondersteuning mogelijk is 1 Daar waar in de tekst de mannelijke persoonsvorm wordt gehanteerd, kan indien van toepassing de vrouwelijke vorm worden gelezen. 4 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

5 vanuit de (hoger) onderwijsinstelling waar de student ingeschreven staat. Hierbij kan gedacht worden aan een bestuursbeurs of een andere mogelijkheid om aanspraak te maken op het profileringfonds van de instelling. Ten tijde van dit onderzoek is de langstudeermaatregel een wet in formele zin en heeft per 1 september 2011 in werking getreden. Opbouw van rapport Het rapport is opgebouwd aan de hand van de drie deelonderwerpen: Ondersteuning, Studenten en Carrière. Per deelonderwerp wordt verteld wat de gebruikte methodes zijn en hoe er tot de resultaten is gekomen. Ook wordt er antwoord gegeven op de vooraf gestelde hypothesen. Hypotheses Rondom het vraagstuk wat de daadwerkelijke meerwaarde is van extracurriculaire activiteiten worden drie onderwerpen geanalyseerd. Per onderwerp is een deelvraag en zijn hypotheses opgesteld: activiteiten? a. Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun sociale contacten uitbreiden; b. Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun persoonlijke ontwikkelingen vergroten; c. Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun vaardigheden verbeteren; d. Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten geld verdienen; e. Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun maatschappelijke positie verbeteren; f. Studenten willen uit extracurriculaire activiteiten voldoeding halen; g. Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun studieprestaties verbeteren; h. Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten de kans op een baan vergroten. 1) Ondersteuning Wat is er op dit moment bekend over de extracurriculaire activiteiten bij de onderwijsinstellingen en de overheid? a. Er is geen duidelijke structuur waar de onderwijsinstellingen zich aan moeten houden betreft profileringfondsen (wetgeving); b. De overheid geeft de onderwijsstellingen minder geld voor de extracurriculaire activiteiten; c. Universiteiten ondersteunen extracurriculaire activiteiten meer dan hogescholen. 2) Studenten 3) Carrière Welke meerwaarde zien toekomstige werkgevers in extracurriculaire activiteiten van studenten? a. Bedrijven vinden extracurriculaire activiteiten een meerwaarde; b. Bedrijven vinden ervaring belangrijker dan een goede cijferlijst; c. Bedrijven hebben nagedacht over het aanpassen van de sollicitatie-eisen wanneer de overheid de wetgeving aanpast. Welke voordelen verwachten studenten te behalen bij het doen van extracurriculaire Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 5

6 2. Ondersteuning Om een beeld te krijgen van de huidige situatie rondom extracurriculaire activiteiten, is het van belang om te kijken hoe het doen van deze activiteiten op dit moment wordt ondersteund. In artikel 7.51 van de Wet op Hoger Onderwijs en Wetenschap (WHW) staat de regelgeving met betrekking tot profileringsfondsen. In de wet is opgenomen dat elke hoger onderwijsinstelling een profileringsfonds moet hebben waaruit studenten een compensatie kunnen krijgen in voor de volgende situaties: lidmaatschap van het bestuur studentenorganisatie, lid van medezeggenschapsraad, het zijn van een studentassessor in een bestuur van een opleiding, activiteiten op bestuurlijk of maatschappelijk vlak, ziekte of zwangerschap, lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis, bijzondere familieomstandigheden, studievertraging doordat een opleiding bijvoorbeeld niet studeerbaar is of andere door het instellingsbestuur vastgestelde omstandigheden. Deze situaties staan opgesomd in artikel 7.51 lid 2 WHW. Om een goed beeld te krijgen wat er met de wet bedoeld wordt, kan hieronder de belangrijkste selectie uit de parlementaire behandeling van WHW artikel 7.51 gevonden worden. Dit artikel heeft betrekking op het profileringsfonds. Algemeen deel van parlementaire behandeling Het profileringsfonds (WHW artikel 7.51, zie bijlage 1) geldt voor alle instellingen: de universiteiten, de hogescholen, de Open Universiteit en de levensbeschouwelijke universiteiten. De toepasselijkheid op de Open Universiteit is expliciet door middel van het zesde lid geregeld. Het artikel is niet van toepassing op de rechtspersonen voor hoger onderwijs. Vandaar dat wordt gesproken over inschrijving aan «een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a». De duur van de uitkering of de hoogte ervan zal in het bijzonder afhangen van de bijzondere omstandigheid en de programmering van het onderwijs. Alleen voor de student aan een wo-masteropleiding is, net als bij het huidige studiefonds, de maximale duur van de financiële tegemoetkoming eenduidig bepaald. Wat betreft de bijzondere omstandigheden ligt het voor de hand dat in de instellingsregeling wordt bepaald dat de student zich slechts éénmaal kan beroepen op een bijzondere omstandigheid. Een dergelijke instellingsregeling behoeft blijkens artikel 9.33 de instemming van de medezeggenschap. In de nieuwe opzet van het profileringsfonds blijft net als bij het afstudeerfonds de zogenaamde voortgangseis gehandhaafd: de mogelijkheid voor het instellingsbestuur om van de student in kwestie te verlangen dat deze feitelijk studerend is. Het lidmaatschap van een opleidingscommissie of van een medezeggenschapsorgaan is ook expliciet aangemerkt als een bijzondere omstandigheid. Op grond daarvan ontstaat de verplichting tot financiële ondersteuning. Ook moet de instelling een student ondersteunen als de opleiding (of een deel daarvan) niet «studeerbaar» blijkt. Daaronder wordt verstaan dat er een goede onderwijs- en examenregeling (OER) is en het curriculum van de opleiding voldoet aan de eisen met betrekking tot de studielast (WHW artikel 7.4), maar in de praktijk een student (een deel van) de opleiding niet kan volgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het niet kunnen volgen van een stage of een co-schap. Als een student in omstandigheden verkeert, waardoor hij de opleiding niet kan volgen, rust op de instelling de verplichting hem te ondersteunen. Gedacht kan worden aan een student die topsport bedrijft. Het gaat niet om onderwijsgerelateerde kwalificaties van de 6 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

7 student, zoals excellentie. De enige groep excellente studenten voor wie het profileringsfonds mag worden aangewend, zijn niet-eerstudenten. Verwezen wordt naar het algemeen deel van de memorie van toelichting onder 3.2. Als studenten actief zijn bij organisaties die op landelijk niveau werkzaam zijn en niet zozeer op instellingsniveau kent de WHW sinds 1996 een «landelijke afstudeerregeling»: de minister stelt in een algemene maatregel van bestuur vast welke organisaties als zodanig worden aangemerkt. Deze afstudeerregeling blijft, naast de verplichtingen voor het instellingsbestuur, bestaan. 2 Onderzoeksafbakening Dit onderzoek richt zich alleen op studenten die lid zijn van een gezelligheids-, sport- en studievereniging of deelnemen in een raad van hun opleiding, faculteit of centrale medezeggenschap van hun onderwijsinstelling. Deze groep wordt beschreven in WHW artikel 7.51 lid 2, sub a en b 3. Dit onderzoek heeft zich opzettelijk niet gericht op studenten die studievertraging op hebben gelopen door WHW artikel 7.51 lid 2, sub c t/m g. Artikel 7.51 lid 2 WHW a) het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid, een opleidingscommissie, het bestuur van een opleiding als bedoeld in artikel 9.17 (hiermee doelt de wet op een studentassessor), de universiteitsraad, de faculteitsraad, het orgaan dat is ingesteld op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, of 10.16a, derde lid, de medezeggenschapsraad, de deelraad of de studentenraad, 2 Kamerstukken II 2008/09, , p (MvT) 3 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, WHW (2012) b) activiteiten op bestuurlijk of maatschappelijk gebied die naar het oordeel van het instellingsbestuur mede in het belang zijn van de instelling of van het onderwijs dat de student volgt, c) ziekte of zwangerschap, d) een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis, e) bijzondere familieomstandigheden, f) studievertraging die het gevolg is van de wijze waarop de instelling de opleiding feitelijk verzorgt, g) overige door het instellingsbestuur met in achtneming van het derde lid vastgestelde bijzondere omstandigheden waarin een student verkeert. Het derde lid heeft betrekking op de nationaliteit, woonplaats en of een student ingeschreven staat bij een onderwijs instelling. De hypotheses die waren opgesteld rondom dit onderwerp luidden als volgt: Hypothese 1: Er is geen duidelijke structuur waar de onderwijsinstellingen zich aan moeten houden betreft profileringfondsen. De wet verplicht hoger onderwijsinstellingen een profileringsfonds te hebben en te voorzien in de gevallen zoals beschreven in 7.51 WHW met de inslag zoals in de parlementaire behandeling is beschreven. Doch laat de wet veel ruimte voor de instellingen zelf om te bepalen hoe het profileringsfonds vorm wordt gegeven, hoeveel geld er in het profileringsfonds zit en waaraan het aan uit wordt gegeven. Artikel 7.51 WHW legt de basis voor een goed profileringsfonds maar door de grote vrijheid die instellingen hebben geeft de WHW vaak geen garantie op een goede regeling van ondersteuning van extracurriculaire activiteiten. Er zijn dan ook grote verschillen in de vorm, de grote en de activiteiten waarvoor een compensatie wordt gegeven tussen de onderwijsinstellingen. Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 7

8 Hypothese 2: De overheid geeft de onderwijsstellingen minder geld voor de extracurriculaire activiteiten. De onderzoekscommissie heeft bij drie Tweede Kamerleden met de portefeuille hoger onderwijs interviews afgenomen, namelijk met Anne-Wil Lucas (VVD), Sander de Rouwe (CDA) en Tanja Jadnanansing (PvdA). Daarnaast zijn ook de SP, GroenLinks, PVV en D66 aangeschreven. Deze politieke partijen hadden geen tijd voor een interview of hebben überhaupt niet gereageerd. Kortom, de woordvoerders op hoger onderwijs van de Tweede Kamer vinden extracurriculaire activiteiten erg belangrijk maar zijn niet van plan de regelgeving aan te passen om het ondernemen van extracurriculaire activiteiten meer dan nu te ondersteunen. Ook zal er, als het aan hen ligt, geen extra geld voor het profileringsfonds vanuit de overheid komen. Als laatste wijzen de onderwijswoordvoerders op de eigen verantwoordelijkheid van de student voor het doen van extracurriculaire activiteiten en de studievertraging die daar eventueel bij hoort. De geïnterviewde onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer vinden extracurriculaire activiteiten erg belangrijk. Ze denken dat het veel toegevoegde waarde heeft voor onder andere de baankans van de student en het bedrijfsleven zou ook graag willen dat studenten extracurriculaire activiteiten hebben ondernomen. De Tweede Kamerleden zijn ook van mening dat het de eigen verantwoordelijkheid van de student is om extracurriculaire activiteiten te ondernemen. Veel studenten besteden twintig tot dertig uur per week aan hun studie waardoor er tien tot twintig uur per week overblijft voor het doen van andere activiteiten. Hypothese 3: Universiteiten ondersteunen extracurriculaire activiteiten meer dan hogescholen. In de wet (WHW artikel 7.51) staat geregeld dat elke onderwijsinstelling voorzieningen moet treffen om studenten financieel te kunnen ondersteunen wanneer zij studievertraging oplopen door redenen die vermeld staan in artikel 7.51 lid 2, sub a en b van WHW. De Tweede Kamerleden vinden extracurriculaire activiteiten van grote meerwaarde, maar de meeste partijen zijn niet van plan om extra regelgeving te wijzigen om het ondernemen van extracurriculaire activiteiten aantrekkelijker te maken. Zo zijn de meeste partijen niet van plan de langstudeerdersmaatregel terug te draaien. De Kamerleden geven aan dat de overheid niet direct geld geeft voor de profileringsfondsen, maar dat de onderwijsinstellingen uit de pot geld die ze van het Rijk krijgen zelf geld kunnen reserveren voor het profileringsfonds. In tabel 1 staat een overzicht van de geanalyseerde onderwijsinstellingen in Nederland. Wat opvalt is dat Universiteit Twente en Hogeschool Zuyd hun Profileringfonds dan wel Studentenstatuut niet online hebben staan voor (niet-)studenten. Het bedrag dat per bestuursmaand/-beurs 8 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

9 beschikbaar is verschilt per onderwijsinstelling. Het meest voorkomende is de hoogte van de uitwonende beurs volgens de Wet Studiefinanciering 2000 ( 266,23) plus een eventueel aanvullende beurs. Het verschilt per onderwijsinstelling of zij ook een OVvergoeding geven (zie bijlage 2 voor een overzicht van Profileringsfondsen en Studenten Statuten). Verschillende onderwijsinstellingen hebben niet in hun Reglementenbundel vermeld staan hoeveel maanden studenten maximaal recht hebben op de financiële vergoeding. In tabel 1 is zichtbaar dat het aantal maanden dat onderwijsinstellingen beschikbaar stellen voor studenten wel hoger ligt bij de universiteiten dan bij hogescholen. Het gemiddelde aantal maanden (de statuten en uitzonderingen er uit gelaten: Erasmus Universiteit, Universiteit Twente, Rijksuniversiteit van Groningen) van de universiteiten is 186 / 10 = 18,60 maanden. Het gemiddelde aantal maanden (de statuten en uitzonderingen er uit gelaten: Saxion Hogeschool, Stenden Hogeschool, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Zuyd, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool Rotterdam, Windesheim en Avans) van de hogescholen is 78 / 5 = 15,60 maanden. De Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht, en Rijksuniversiteit van Groningen en Hanzehogeschool Groningen hebben als enige een samenwerkingsverband door gezamenlijk een reglement op te stellen zodat studenten zowel van de universiteit als de hogeschool dezelfde rechten en plichten hebben. Tabel 1: Overzicht Onderwijsinstellingen profileringfondsen / Studenten Statuut per instelling. Onderwijsinstelling Collegejaar Bedrag per maand Aantal maanden (max.) Universiteit van Amsterdam Maximaal 350,- 24 maanden Vrije Universiteit Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Hogeschool van Amsterdam Maximaal 350,- 24 maanden Technische Universiteit Delft Hoogte uitwonende beurs WSF maanden De Haagse Hogeschool Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Technische Universiteit Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Eindhoven 10 Saxion Hogeschool Universiteit Twente Hanzehogeschool Groningen Hoogte uitwonende beurs WSF 2000 Geen max. Rijksuniversiteit van Groningen Hoogte uitwonende beurs WSF 2000 Geen max. Stenden Hogeschool Hoogte uitwonende beurs WSF 2000 Geen max. Hogeschool Leiden Hoogte uitwonende beurs WSF maanden 4 Studenten Statuut - Regeling bestuursbeurzen, Universiteit van Amsterdam, Studenten Statuut - Profileringfonds Regeling FOS deel III, Vrije Universiteit, WSF 2000 artikel 3.18: Hoogte uitwonende beurs WSF ,23 7 Studenten Statuut, Hogeschool Amsterdam, Studenten Statuut Regeling profileringfonds, Technische Universiteit Delft, Studenten Statuut, De Haagse Hogeschool, Regeling Profileringfonds, Technische Universiteit Eindhoven, Reglement Profileringfonds, Saxion Hogeschool, Studenten Statuut Gezamenlijke Regeling bestuursbeurzen en FOS II, Hanzehogeschool Groningen, Studenten Statuut Gezamenlijke Regeling bestuursbeurzen en FOS II, Rijksuniversiteit van Groningen, Studenten Statuut Stenden, Hogeschool Leeuwarden, Studenten Statuut FOS, Hogeschool Leiden, Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 9

10 Universiteit Leiden Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Hogeschool Zuyd Universiteit Maastricht Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Hogeschool van Arnhem en Hoogte uitwonende beurs WSF 2000 Geen max. Nijmegen 18 Radboud Universiteit Hoogte uitwonende beurs WSF maanden 20 Erasmus Universiteit Hoogte uitwonende beurs WSF 2000 Geen max. Hogeschool Rotterdam ? Hoogte uitwonende beurs WSF 2000 Geen max. Universiteit van Tilburg Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Hogeschool Utrecht Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Universiteit Utrecht Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Universiteit van Wageningen Hoogte uitwonende beurs WSF maanden Windesheim Avans Fontys maanden 16 Regeling FOS, Universiteit Leiden, Profileringfonds, Universiteit Maastricht, vanaf Studenten Statuut, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Profileringfonds Regeling FOS, Radboud Universiteit, vanaf Eén bestuursbeurs staat voor anderhalve maand compensatie. 21 Studenten Statuut, Erasmus Universiteit, Overige reglementenbundel,hogeschool Rotterdam, vanaf Profileringfonds, Universiteit van Tilburg, Regeling bestuursbeurzen voor studentenbestuurders in studentenorganisaties, Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht, vanaf 2009 Regeling bestuursbeurzen voor studentenleden in Universitaire bestuursorganen, Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht, vanaf Studenten Statuut Profileringfonds, Universiteit Wageningen, Profileringsfonds, Windesheim, Profileringfonds, Avans, Studenten Statuut, Fontys, Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

11 3. Studenten Om te onderzoeken wat de daadwerkelijke meerwaarde is van extracurriculaire activiteiten moet worden onderzocht welke meerwaarde studenten aan deze activiteiten hechten. Hier is de volgende deelvraag voor opgesteld: Welke voordelen verwachten studenten bij het doen van extracurriculaire activiteiten? Procedure en steekproef Voor dit gedeelte van het onderzoek is gebruik gemaakt van een enquête die is verspreid via de website Thesistools.com. De link naar de enquête werd door de onderzoekscommissie verspreid via verschillende social media - namelijk Facebook en Twitter -, via de nieuwsbrieven van de Landelijke Kamer van Verenigingen 29 en de Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen 30 en via de landelijke studentenwebsite Studenten.net 31. De data die door de enquête werd verkregen is verzameld tussen 1 mei 2012 en 15 mei Daarna was het niet meer mogelijk om de enquête nog in te kunnen vullen. Bij het verspreiden van de link voor de enquête is vermeld dat deze alleen relevant was voor studenten. In totaal hebben 752 respondenten de enquête ingevuld. Hiervan zijn er 264 respondenten verwijderd omdat zij aangaven geen student of deeltijdstudent te zijn, niet één of meerdere extracurriculaire activiteiten te hebben gedaan in het afgelopen collegejaar of die om onbekende redenen besloten de enquête op een later moment niet af te maken. 29 De Landelijke Kamer van Verenigingen is het overkoepelend orgaan van 46 studentengezelligheidsverenigingen in Nederland, en vertegenwoordigt daarmee studenten. 30 De Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen is een platform voor alle centrale medezeggenschapsraden van hbo-instellingen. 31 Het netwerk van Studenten.net telt meer dan leden en de website wordt per dag door meer dan bezoekers bezocht. Voor de analyse zijn de 488 overige enquêteresultaten gebruikt. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 22,11 jaar (SD = 1,741) en stond gemiddeld 3,66 jaar ingeschreven bij een universiteit of hoger onderwijsinstelling (SD = 1,505). Een ruime meerderheid stond ingeschreven bij een universiteit (88,52%) en de overige 11,48 procent bij een hoger beroepsonderwijsinstelling. De meerderheid van de respondenten was vrouw, namelijk 56,61 procent. De grootste groep genoot een gammaopleiding, namelijk 41,0 procent. De alfaopleidingen volgden daarna met 25,4 procent, bèta opleidingen met 18,2 procent en medische opleidingen met 15,4 procent. Alle 488 respondenten doen één of meerdere extracurriculaire activiteit(en). Zij hebben aangegeven actief te zijn in de volgende extracurriculaire activiteiten: een commissie (72,35%), een bestuur (36,27%), een medezeggenschapsfunctie (15,16%), vrijwilligerswerk (18,85%) en/of een vrijwillige stage (6,65%). Meting Aan het begin van de enquête werd het doel van het onderzoek en de enquête uitgelegd en werden enkele begrippen nader toegelicht. In dit onderzoek dienden de volgende controlevariabelen als achtergrondinformatie over de respondenten; geslacht, leeftijd, type studie, type hoger onderwijsinstelling en het aantal jaren ingeschreven staan bij een hoger onderwijsinstelling. De controlevariabele geslacht werd geoperationaliseerd door de vraag Wat is je geslacht? met antwoordmogelijkheden man (1) en vrouw (2). Voor de leeftijd van de respondenten werd gevraagd Wat is je geboortejaar? met antwoordmogelijkheden van 1995 (1) tot en met 1980 (17). In dit onderzoek werden vier type studies gecategoriseerd waarmee de vraag Welke type studie doe je? konden worden beantwoord met alfaopleiding (1), Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 11

12 bètaopleiding (2), gammaopleiding (3) en medische opleiding (4). Het type onderwijsinstelling werd geoperationaliseerd door de vraag Bij welke onderwijsinstelling sta je ingeschreven? Hierbij hadden de respondenten keuze uit de 26 universiteiten of hoger onderwijsinstellingen waarop dit onderzoek gebaseerd is (zie tabel 1). Deze variabele is later gehercodeerd door alle onderwijsinstellingen de waarde hoger onderwijsinstelling of universiteit te geven. Het aantal jaren ingeschreven bij een hoger onderwijsinstelling of universiteit werd geoperationaliseerd door de vraag Hoeveel jaren sta je ingeschreven bij een hoger onderwijsinstelling? De antwoordmogelijkheden waren 1 (1), 2 (2), 3 (3), 4 (4), 5 (5), 6 (6), meer dan 6 (7). Na de controlevariabelen werd de respondenten gevraagd of zij het afgelopen collegejaar hebben deelgenomen aan een extracurriculaire activiteit. Zij konden kiezen uit ja (1) of nee (2). Indien hun antwoord nee (2) was, moesten zij stoppen met het invullen van de enquête omdat zij dan niet voldeden aan de voorwaarden die aan de respondenten werden gesteld. Indien hun antwoord ja (1) was werd hun gevraagd te antwoorden op maximaal vijf keer acht stellingen. De acht stellingen waren voor alle vijf mogelijke extracurriculaire activiteiten hetzelfde maar verschilden in de vraagstelling alleen in de woorden toegespitst op de extracurriculaire activiteit. De respondenten konden kiezen uit één of meer van de volgende extracurriculaire activiteiten waaraan zij aangeven deel te nemen, namelijk een commissie, een bestuur, een medezeggenschap, vrijwilligerswerk en/of een vrijwillige stage. De acht stellingen over de extracurriculaire activiteit(en) konden middels een Likert vijfpuntschaal worden ingevuld (van 1. Volledig oneens tot 5. Volledig eens). De acht stellingen luidden als volgt: (1) Ik verwacht nieuwe vaardigheden op te doen bij het doen van een [extracurriculaire activiteit]; (2) Ik verwacht mijn sociale contacten verder uit te breiden bij het doen van een [extracurriculaire activiteit]; (3) Ik verwacht mijn positie in de maatschappij te verbeteren bij het doen van een [extracurriculaire activiteit]; (4) Ik verwacht later meer kans te hebben op een baan na het doen van een [extracurriculaire activiteit]; (5) Ik verwacht mijn persoonlijke ontwikkeling verder uit te bouwen bij het doen van een [extracurriculaire activiteit]; (6) Ik verwacht voldoening te halen uit het doen van een [extracurriculaire activiteit]; (7) Ik verwacht geld te verdienen met het doen van een [extracurriculaire activiteit]; (8) Ik verwacht mijn studieprestaties te verbeteren bij het doen van een [extracurriculaire activiteit]. Zie bijlage 3 voor de volledige enquête. Analyse De hypothesen van het onderzoek zijn getoetst door de data dat is verkregen uit de enquêtes te analyseren met een MANOVA Repeated Measures Analyse. Deze analyse is uitgevoerd door de resultaten die zijn aangeleverd door de site Thesistools.com in Excel, te verplaatsen en analyseren in het programma SPSS Statistics Er is gekozen voor de MANOVA Repeated Measures Analyse omdat dit onderzoek de respondenten wilde onderverdelen in verschillende groepen aan de hand van de controlevariabelen geslacht, type studie en type extracurriculaire activiteit(en) waaraan zij deelnemen. Met behulp van deze analyse kunnen verschillen in de verwachte voordelen die studenten denken te hebben bij het 12 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

13 deelnemen aan bepaalde extracurriculaire activiteiten worden gevonden. Om de betrouwbaarheid van de schalen die zijn gebruikt om de stellingen te meten is de Cronbachs alpha berekend. In tabel 2 staan de verwachte voordelen ten opzichte van de extracurriculaire activiteiten. Voor een betrouwbare schaal dient de Cronbach s alpha van een schaal boven de.7 te liggen (Field, 2000). De Cronbach s alpha s van de schalen met betrekking tot de verwachte voordelen ten opzichte van een commissie, bestuur, medezeggenschap en vrijwilligerswerk liggen boven dat niveau. Ondanks dat de Cronbach s alpha van de verwachte voordelen ten opzichte van de vrijwillige stage dit niveau niet haalt is toch besloten deze schaal mee te nemen omdat het verschil tot de.7 minimaal is en de items van de schaal dan exact overeenkomen met die uit de andere vier schalen. Tabel 2: Cronbachs alpha verwachte voordelen ten opzichte van extracurriculaire activiteiten. Extracurriculaire activiteit N Items Cronbachs alpha Verwachte voordelen t.o.v. commissie Verwachte voordelen t.o.v. bestuur Verwachte voordelen t.o.v. medezeggenschap Verwachte voordelen t.o.v. vrijwilligerswerk Verwachte voordelen t.o.v. vrijwillige stage Tabel 3: Multivariate hoofdeffecten met betrekking tot de verwachte voordelen bij extracurriculaire activiteiten. Multivariate Tests Effect Value F Hypothesis df Error df Sig. Commissie Verwachte vdl. Wilks' Lambda, ,883 7, ,00,000 Verwachte vdl. * geslacht Wilks' Lambda,992,411 7, ,00,896 Bestuur Verwachte vdl. Wilks' Lambda, ,148 7, ,000,000 Verwachte vdl. * geslacht Wilks' Lambda,926 1,887 7, ,000,075 Medezeggenschap Verwachte vdl. Wilks' Lambda,322 20,420 7,000 68,000,000 Verwachte vdl. * geslacht Wilks' Lambda,901 1,065 7,000 68,000,395 Vrijwilligerswerk Verwachte vdl. Wilks' Lambda 0, ,637 7,000 84,000,000 Verwachte vdl. * geslacht Wilks' Lambda,764 3,709 7,000 84,000,002 Vrijwillige stage Verwachte vdl. Wilks' Lambda,215 13,559 7,000 26,000,000 Verwachte vdl. * geslacht Wilks' Lambda,829,765 7,000 26,000,621 Resultaten Met betrekking tot de antwoorden van de 488 respondenten is er allereerst gekeken naar de multivariate hoofdeffecten om te kijken of de controlevariabele geslacht een significante invloed heeft op de voordelen die studenten verwachten te ervaren bij het doen van een extracurriculaire activiteit. Het significantieniveau dat hierbij is gebruikt is een alfa van.05. Uit de gegevens van tabel 3 blijkt dat de verwachte voordelen met betrekking tot alle type extracurriculaire activiteiten significant (α.000 < α.05) uit elkaar liggen. Geslacht heeft alleen bij vrijwilligerswerk een significant verschil (α.002 < α.05) waaruit geconcludeerd kan worden dat, behalve bij vrijwilligerswerk, er geen significant verschil is tussen de verwachte voordelen van het doen Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 13

14 Verbeter ing studiepr estaties Geld Voldoen ing Uit bouwen persoonl ijke ontwikk eling Kans op een baan Verbeter en positie maatsch appij Uitbreiden sociale contacte n Nieuwe vaardigh eden van een extracurriculaire activiteit van mannelijke studenten en vrouwelijke studenten. Tabel 4 beschrijft de gemiddelde scores per verwacht voordeel van de vijf extracurriculaire activiteiten, onderverdeeld in geslacht. De respondenten konden per extracurriculaire activiteit die voor die respondent van toepassing was, het verwachte voordeel dat ze ermee denken te behalen beantwoorden met; 1: volledig oneens, 2; oneens, 3; noch mee oneens, noch mee eens, 4; eens, 5; volledig eens. Uit tabel 4 kan worden afgelezen dat met betrekking tot het doen van vrijwilligerswerk, vrouwen het meer eens (mannen: 3,65; vrouwen 4,17) zijn met de stelling dat het opdoen van nieuwe vaardigheden een verwacht voordeel is. Ook als het gaat om de verwachting dat vrijwilligerswerk leidt tot een grotere kans op een baan verschillen mannen (2,93) en vrouwen (3,62) van mening. Wat betreft een vrijwillige stage beschouwen vrouwen het uitbouwen van de persoonlijke ontwikkeling meer als een verwacht voordeel dan mannen (mannen: 4,00; vrouwen: 4,53). Tabel 4: Gemiddelde scores per verwacht voordeel op type extracurriculaire activiteit, onderverdeeld in geslacht. Verw. Geslacht Commissie Bestuur Medez. Vrijww. Vrijw. st. Gem. voordeel (n=354) (n=173) (n=76) (n=92) (n=34) Man 4,07 4,39 3,97 3,65 4,20 Vrouw 4,15 4,58 4,13 4,17 4,42 Total 4,12 4,49 4,07 3,95 4,32 4,19 Man 4,09 4,23 4,10 3,98 3,53 Vrouw 4,19 4,19 3,84 3,85 4,00 Total 4,15 4,21 3,95 3,90 3,79 4,00 Man 3,41 3,95 3,74 3,60 3,87 Vrouw 3,45 3,76 3,76 3,77 3,89 Total 3,43 3,85 3,75 3,70 3,88 3,72 Man 3,30 4,14 3,65 2,93 4,27 Vrouw 3,39 4,09 3,71 3,62 4,53 Total 3,35 4,12 3,68 3,32 4,41 3,78 Man 4,21 4,52 4,10 4,07 4,00 Vrouw 4,25 4,56 4,29 4,44 4,53 Total 4,23 4,54 4,21 4,28 4,29 4,31 Man 4,52 4,47 3,87 4,25 4,00 Vrouw 4,49 4,41 4,22 4,56 4,16 Total 4,50 4,44 4,08 4,42 4,09 4,31 Man 1,35 1,54 2,77 1,58 2,87 Vrouw 1,40 1,87 2,58 1,38 2,68 Total 1,38 1,71 2,66 1,47 2,76 2,00 Man 2,32 2,41 2,68 2,23 3,13 Vrouw 2,37 2,51 2,78 2,65 3,37 Total 2,35 2,46 2,74 2,47 3,26 2,66 Man 3,41 3,71 3,61 3,29 3,73 Vrouw 3,46 3,75 3,66 3,56 3,95 Gem. 3,44 3,73 3,64 3,44 3,85 Tabel 5 laat de verwachte voordelen per activiteit zien en is niet onderverdeeld in geslacht. Er is een duidelijk verschil te zien tussen de acht verschillende verwachte 14 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

15 voordelen. Over het algemeen scoren de verwachte voordelen bovengemiddeld op de vijfpuntschaal van Likert. Dit geeft aan dat studenten meerdere verwachte voordelen als Tabel 5: Gemiddelde scores per verwacht voordeel op type extracurriculaire activiteit. Verw. voordeel Commissie Bestuur Medez. Vrijww. Vrijw. st. (n=354) (n=173) (n=76) (n=92) (n=34) Gem. Nieuwe vaardigheden 4,12 4,49 4,07 3,95 4,32 4,19 Uitbreiden sociaal netwerk 4,15 4,21 3,95 3,90 3,79 4,00 Verb. positie maatschappij 3,43 3,85 3,75 3,70 3,88 3,72 Kans op een baan 3,35 4,12 3,68 3,32 4,41 3,78 Uitb. pers. ontwikkeling 4,23 4,54 4,21 4,28 4,29 4,31 Voldoening 4,50 4,44 4,08 4,42 4,09 4,31 Geld 1,38 1,71 2,66 1,47 2,76 2,00 Verbeterde studieprestaties 2,35 2,46 2,74 2,47 3,26 2,66 Gem. 3,44 3,73 3,64 3,44 3,85 belangrijk ervaren bij het doen van hun extracurriculaire activiteit. Echter, er zijn wel duidelijke afwijkingen tussen de verwachte voordelen zichtbaar, namelijk: Geld en verbetering van studieprestaties scoren erg laag (score 1; zeer oneens en score 2; oneens) bij de extracurriculaire activiteiten commissie, bestuur en vrijwilligerswerk. Hiermee geven de studenten aan dat geld en verbetering van studieprestaties niet de verwachte voordelen zijn die zij hopen met de desbetreffende extracurriculaire activiteit te behalen. Bij de extracurriculaire activiteiten medezeggenschap en vrijwillige stage scoren respondenten hoger op de verwachte voordelen geld en verbetering van studieprestaties, namelijk gemiddeld tussen de score 2; oneens en score 3; neutraal. Respondenten zien bij alle vijf de verschillende extracurriculaire activiteiten het opdoen van nieuwe vaardigheden, het uitbreiden van het sociale netwerk, het verbeteren van de positie in de maatschappij, een grotere kans op een baan, het uitbouwen van de persoonlijke ontwikkeling en voldoening (gemiddeld tussen neutraal: 3; eens: 4; zeer eens: 5) als een verwacht voordeel. Wat betreft het opdoen van nieuwe vaardigheden scoort de extracurriculaire activiteit bestuur het hoogst, tegen vrijwilligerswerk dat het laagst scoort. Het verwachte voordeel grotere kans op een baan ligt bij de extracurriculaire activiteiten bestuur en vrijwillige stage aanzienlijk hoger dan bij de extracurriculaire activiteiten commissie, medezeggenschap en vrijwilligerswerk. Analyse Er zijn verschillende voordelen die studenten verwachten waardoor zij zich naast hun studie bezig houden met extracurriculaire activiteiten. Om er achter te komen waarom studenten hun tijd naast hun studie in een commissie, bestuur, medezeggenschap, vrijwilligerswerk of een vrijwillige stage steken, zijn in dit onderzoek acht verwachte voordelen aan het doen van deze extracurriculaire activiteiten opgesteld. Hypothese 1: Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun sociale contacten uitbreiden. Het uitbreiden van het sociale netwerk scoort voor alle studenten die één of meerdere van de extracurriculaire activiteiten doen boven Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 15

16 gemiddeld belangrijk. Studenten die een bestuur, vrijwillige stage of een commissie doen beoordelen dit verwachte voordeel als belangrijkst, ten opzichte van de overige studenten. Hypothese 2: Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun persoonlijke ontwikkelingen vergroten. Het vergroten van de persoonlijke ontwikkeling wordt door studenten van alle vijf de extracurriculaire activiteiten als zeer belangrijk verwacht voordeel gezien. Hypothese 3: Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun vaardigheden verbeteren. Ook het verbeteren van vaardigheden wordt door studenten als een belangrijk verwacht voordeel gezien. Het verwachte voordeel scoort bij studenten die een bestuur doen het hoogst, en bij studenten die vrijwilligerswerk doen het laagst. Hypothese 4: Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten geld verdienen. Hypothese 6: Studenten willen uit extracurriculaire activiteiten voldoening halen. Voldoening is bij alle vijf de extracurriculaire activiteiten een belangrijk verwacht voordeel. Samen met het uitbouwen van de persoonlijke ontwikkeling scoort dit verwachte voordeel het hoogst, en is het een belangrijk verwacht voordeel voor studenten om een extracurriculaire activiteit te gaan doen. Dit geldt voornamelijk bij de activiteiten bestuur en commissie. Hypothese 7: Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun studieprestaties verbeteren. Studenten zien het verbeteren van de studieprestaties niet of nauwelijks als verwacht voordeel bij het deelnemen aan een extracurriculaire activiteit. Alleen bij het doen van een vrijwillige stage wordt dit als verwacht voordeel gezien, gevolgd door medezeggenschap. Hypothese 8: Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten de kans op een baan vergroten. Het verdienen van geld speelt een kleine rol bij zowel medezeggenschap als een vrijwillige stage. Bij de overige drie extracurriculaire activiteiten speelt dit verwachte voordeel geen of nauwelijks een rol. Hypothese 5: Studenten willen door middel van extracurriculaire activiteiten hun maatschappelijke positie verbeteren. Het verbeteren van de positie in de maatschappij wordt door de studenten wel gezien als verwacht voordeel, maar in mindere mate dan de andere verwachte voordelen. Het vergroten van de kans op een baan na de studie scoort gemiddeld als verwacht voordeel bij het doen van extracurriculaire activiteiten. Alleen bij een bestuur of een vrijwillige stage wordt dit als een belangrijk verwacht voordeel gezien. 4. Carrière Om te onderzoeken wat de daadwerkelijke meerwaarde is van extracurriculaire activiteiten moet naast de meerwaarde die studenten eraan hechten, ook worden onderzocht wat voor een meerwaarde bedrijven aan extracurriculaire activiteiten hechten. Hier is dan ook de volgende deelvraag voor 16 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

17 opgesteld: Welke meerwaarde zien toekomstige werkgevers in de extracurriculaire activiteiten van studenten? Het is van belang om deze vraag te beantwoorden, omdat het voor het toekomstperspectief van studenten interessant is om na te gaan welke meerwaarde een bedrijf hecht aan extracurriculaire activiteiten. Methode Om deze vraag te kunnen beantwoorden is contact gezocht met verschillende recruiters van grote bedrijven. Het interview met deze personen bestaat uit zeven vragen met daarbij eventuele voorbeelden. Bij elke vraag wordt er doorgevraagd in het geval van het telefonische interview. Wanneer het interview via de mail is opgestuurd en ingevuld zijn er geen verdere aanvullingen gedaan. De vragen van het interview zijn te vinden in bijlage 4. Bedrijven De bedrijven die zijn geselecteerd bieden allen traineeships aan. Traineeships zijn erg gewild onder net afgestudeerden en studenten, maar liefst 87% van de studenten ambieert namelijk een traineeship (Nobiles, 2012). Dit is wat de geselecteerde bedrijven onder andere aantrekkelijk maakt. Ook zijn de bedrijven geselecteerd op diversiteit van sectoren (zie bijlage 5). Daarnaast is er gekozen voor twee recruitmentbureaus, Yer en Ebbinge & Company, omdat zij hogeropgeleiden selecteren voor veel verschillende bedrijven. Daardoor hebben zij een overzicht van wat het bedrijfsleven van studenten verwacht. Als laatste is er gekozen voor twee (waarvan één recruitmentbureau) onderwijsinstellingen, omdat zij de meerwaarde van extracurriculaire activiteiten vanuit een ander perspectief zouden kunnen bekijken. Procedure Bij twaalf verschillende bedrijven zijn interviews afgenomen met medewerkers van de recruitmentafdelingen. Deze zijn schriftelijk dan wel telefonisch afgenomen. De bedrijven die deelnemen aan het onderzoek zijn Delta Lloyd, Ebbinge & Company, de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Leiden, Nederlandse Spoorwegen, Movares, PostNL, Yer, Start People, Deloitte en nog drie andere bedrijven die liever anoniem blijven. Verschillende recruiters zijn in eerste instantie via de benaderd met het verzoek om mee te werken aan dit onderzoek. Wanneer zij instemden met het interview is er telefonisch contact gezocht, wanneer dit niet uitkwam is het interview g d. Na het telefonisch interview werd het uitgewerkt en naar de betreffende persoon gestuurd om na te gaan of er geen misvattingen waren ontstaan. Na afloop van het onderzoek zal elk bedrijf een onderzoeksrapport toegezonden krijgen. Bij extracurriculaire activiteiten geldt altijd: hoe meer uur en hoe zwaarder de verantwoordelijkheid, hoe interessanter. PostNL Resultaten De gebruikelijke sollicitatie procedure is in alle gevallen dat men hun cv opstuurt, en in acht van de twaalf gevallen moet er een motivatie brief mee worden gestuurd. Bij maar twee bedrijven moet de cijferlijst worden ingediend en bij zes bedrijven moet er een E-assement worden gemaakt (een test die op capaciteiten Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 17

18 en persoonlijkheid test). In negen gevallen worden er meerdere gesprekken gehouden en in één geval maar één enkel gesprek. In dit onderdeel is er een totaal van tien, doordat de andere twee bedrijven recruitmentbureaus zijn, zij leveren mensen en houden geen sollicitatierondes. Er worden verschillende competenties verwacht van een net afgestudeerde sollicitant. Op de eerste plaats is het hebben gedaan van extracurriculaire activiteiten zeer relevant, dit geven acht van de twaalf bedrijven aan. Op de tweede plaats komt naar voor dat sowieso vijf van de twaalf bedrijven verwachten dat de sollicitant gemotiveerd is. Op de gedeelde derde plek komen een bijbaan in de studierichting, zelfstandigheid en communicatief vaardig, deze verwachtingen waren bij vier van de twaalf bedrijven relevant. In drie gevallen werd ook de persoonlijkheid genoemd, bedrijven vinden het belangrijk dat sollicitanten bewust zijn van hun eigen capaciteiten. Verder willen twee bedrijven dat de studie vlot wordt doorlopen, dus ongeveer binnen zeven jaar afgerond. Nog twee bedrijven willen dat er goede cijfers zijn behaald binnen de studie voor de vakken waar je een baan in wil betrekken. Als laatste worden er ook nog stages, interesses en flexibiliteit genoemd. Inhoudelijke nevenactiviteiten zijn erg belangrijk, een barcommissie is veel minder relevant. Yer De belangrijkste vaardigheid die door tien van de twaalf bedrijven wordt genoemd is samenwerken. Op een tweede plaats staan communicatie en initiatief tonen. Vijf van de twaalf bedrijven vinden dit belangrijke competenties. Op de derde plaats staan leergierigheid en kunnen plannen, vier van de twaalf bedrijven vinden dit belangrijk. Verder worden nog vakinhoudelijk onderlegdheid en flexibiliteit genoemd als belangrijk voor een bedrijf. Bovenstaande competenties worden als het meest belangrijk geacht door de recruiters die zijn geïnterviewd. Een goede cijferlijst is wel een pré, maar uiteindelijk niet doorslaggevend. Een cijferlijst zegt namelijk niet alles. Movares Vier bedrijven vinden goede cijfers hebben erg belangrijk, in een enkel geval wordt er al naar de cijfers van de middelbare school gekeken. Voornamelijk wordt gekeken naar cijfers van de vakken die belangrijk zijn voor vakgebied waar je naar solliciteert. het Vijf bedrijven vinden cijfers totaal niet relevant, omdat dit niet per se iets over de persoon zegt. Drie bedrijven vinden cijfer gemiddelden belangrijk, dit ligt dan meestal aan de grote van de doelgroep (op basis van de cijfers kan dan sneller een selectie worden gemaakt), maar de cijfers zijn niet doorslaggevend. Zes van de tien bedrijven vinden dat praktijkervaring belangrijker is dan een goede cijferlijst. Verder vinden vier van de tien bedrijven een combinatie van theorie en praktijk belangrijk. Geen enkel bedrijf heeft aangegeven genoegen te nemen met alleen theorie-ervaring. Aan het doen van extracurriculaire activiteiten wordt veel waarde gehecht. Alle twaalf bedrijven geven aan dat ze dit erg belangrijk vinden. Vijf van de twaalf bedrijven maakt onderscheidt tussen de soort extracurriculaire activiteiten. Dit kan dan liggen aan de zwaarte van een commissie of een soort bestuursjaar. Daarnaast geven drie bedrijven aan dat ze geen onderscheidt maken tussen de verschillende soorten extracurriculaire 18 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

19 activiteiten. Vijf bedrijven zijn al daadwerkelijk bezig met het investeren in studenten vanwege de overheidsmaatregelen met betrekking tot het hoger onderwijs, bijvoorbeeld door het aanbieden van bepaalde cursussen voor net afgestudeerde werknemers. Drie bedrijven hebben hier wel over nagedacht maar hebben nog niets concreets voor een aanpak. Er zijn ook bedrijven, vier van de twaalf, die hier nog niet over nagedacht hebben, bijvoorbeeld omdat het fenomeen van minder vaardigheden zich nog niet heeft voorgedaan. Analyse er nog niet is, omdat je daar ongeveer dezelfde vaardigheden op kunt doen. Door het doen van extracurriculaire activiteiten leert men: mensen mee te krijgen, knopen door te hakken, grenzen te verleggen, resultaten te boeken, verbeteringen te signaleren en strategisch te denken. Doordat mensen nevenactiviteiten hebben gedaan weten ze beter wat ze willen en kunnen, zij zijn meer zelfbewust. Er is dus een duidelijk verschil tussen mensen die wel extracurriculaire activiteiten hebben gedaan en mensen die dit niet hebben gedaan. Kortom extracurriculaire activiteiten zijn voor een bedrijf een meerwaarde, uit de interviews is gekomen dat geen enkel bedrijf een extracurriculaire activiteit onbelangrijk vindt. Hypothese 1: Bedrijven vinden extracurriculaire activiteiten een meerwaarde. Uit de resultaten blijkt dat alle twaalf de bedrijven die zijn geïnterviewd extracurriculaire activiteiten een meerwaarde vinden. Zij vinden een extracurriculaire activiteit een meerwaarde, omdat men dan zich zelf leert te ontwikkelen op diverse fronten. Alle vaardigheden die je in een bestuur, commissie of medezeggenschapsraad zijn namelijk belangrijk. Het is belangrijk omdat het getuigt van sociale (werken in teamverband) en persoonlijke ontwikkeling. Voor veel bedrijven is het pre om extracurriculaire activiteiten te hebben omdat hier competenties worden ontwikkelt, zoals initiatief tonen en betrokken zijn. Mensen met extracurriculaire activiteiten worden dan ook eerder gekozen dan mensen zonder. De voorkeur gaat wel uit naar relevante extracurriculaire activiteiten bijvoorbeeld een fulltime bestuursjaar in plaats van een barcommissie. Daarnaast kan je met extracurriculaire activiteiten bewijzen dat je over de capaciteit beschikt om studieresultaten te behalen en daarnaast andere activiteiten te ontplooien. Extracurriculaire activiteiten kunnen dienen als werkervaring, wanneer deze Hypothese 2: Bedrijven vinden ervaring belangrijker dan een goede cijferlijst. Uit de resultaten kwam al naar voren dat vierbedrijven cijfers erg belangrijk vinden. Zij vinden cijfers bijvoorbeeld belangrijk, omdat dit toont hoe leuk iemand het vak vindt en hoe gemotiveerd die persoon is. Cijfers kunnen meespelen in een beslissing om iemand aan te nemen, het wordt wel gebruikt als criteria om veel aanmeldingen uit te kunnen dunnen. Vooral bij de cijfers in de master is het belangrijk dat ze hoog zijn, cijfers in de bachelor mogen wel worden gecompenseerd met extracurriculaire activiteiten. Aan de andere kant vonden vijf bedrijven een cijferlijst helemaal niet interessant. Studenten en Extracurriculaire Activiteiten 19

20 Zij vinden dat iemand zijn diploma niet voor niets heeft gehaald. Daarnaast vinden zij vaardigheden belangrijker dan cijfers. De cijfers die je behaalt kunnen gecompenseerd worden met de extracurriculaire activiteiten die je hebt gedaan. Als iemand niets naast zijn studie heeft gedaan, verwacht je achten en negens, heeft iemand veel naast zijn studie gedaan dan is een zes of zeven helemaal niet erg. Als laatste zijn er nog de drie bedrijven die er tussenin zitten, zij vinden een cijferlijst niet doorslaggevend maar het kan wel helpen met de selectie bijvoorbeeld. Hypothese 3: bedrijven hebben nagedacht over het aanpassen van de sollicitatie-eisen wanneer de overheid de wetgeving aanpast. Er zijn acht bedrijven die zich bezig houden met deze ontwikkeling. Een bedrijf vindt het een slechte zaak dat door de overheidsmaatregelen studenten steeds sneller gaan studeren en geen nevenactiviteiten meer (kunnen) ontplooien. Hierdoor zal de populatie sollicitanten gemiddeld jonger worden en zal er meer moeten worden geïnvesteerd in persoonlijke ontwikkeling. Hier zijn zij zeker toe bereid aangezien het opleiden van talent nog steeds bovenaan staan. In de toekomst zou er bijvoorbeeld een voortraject kunnen komen van een half jaar waar men zich dan in kan bewijzen. Een ander bedrijf merkt bijvoorbeeld nu al dat studenten minder tijd hebben en dat zij een hogere druk ervaren. Als er niet meer kan worden geselecteerd op extracurriculaire activiteiten moeten de eisen worden aangepast, dit is jammer want er is een verschil tussen mensen die wel/geen extracurriculaire activiteiten hebben gedaan. Er wordt ook aangegeven dat het moeilijker is mensen te vinden voor een bestuur en dat er dan ook eisen moeten worden aangepast, als men de vaardigheden niet meer kan opdoen naast de studie zouden er workshops moeten worden geïntensiveerd en masterclasses gegeven moeten worden. Een andere oplossing die nu soms wordt toegepast is dat bedrijven betaalde stages aanbieden. De student komt dan niet aan de langstudeermaatregel en heeft alsnog de mogelijkheid om ervaring op te doen. De andere vier bedrijven houden zich er niet erg mee bezig, want nu merken ze nog weinig van de eventuele problemen van studenten die geen nevenactiviteiten hebben kunnen doen vanwege overheidsmaatregelen. Ze houden dit proces nauwlettend in de gaten en zullen hier indien nodig in de toekomst op anticiperen. Er wordt nu nog geen rekening meegehouden omdat er nog voldoende aanmeldingen zijn op de huidige profielen die worden gesteld. Een ander bedrijf stelt dat er nog niet over nagedacht is, maar dat het wel een zorgelijke ontwikkeling is, want extracurriculaire activiteiten zijn belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling: hierdoor weet men zijn zwakke en sterke kanten. Andere bedrijven stellen dat er nog niets bekend is. Er wordt pas actie ondernomen als er zulke meldingen van problemen beginnen te komen. Conclusie Dit gedeelte van het onderzoek is ingegaan op drie verschillende hypotheses die zijn getest aan de hand van interviews met verschillende recruiters. De eerste hypothese was dat bedrijven extracurriculaire activiteiten een meerwaarde vinden. Aan de hand van de interviews met recruiters uit verschillende bedrijfstakken kan worden geconcludeerd dat extracurriculaire activiteiten als meerwaarde worden gezien. Voornamelijk persoonlijke ontwikkeling die studenten zouden doormaken bij het doen van extracurriculaire activiteiten wordt door recruiters zouden belangrijk zijn. De tweede hypothese was dat bedrijven het doen van extracurriculaire activiteiten 20 Studenten en Extracurriculaire Activiteiten

Profileringsfondsen in het hoger onderwijs: Een inventarisatie.

Profileringsfondsen in het hoger onderwijs: Een inventarisatie. Profileringsfondsen in het hoger onderwijs: Een inventarisatie. Onderzoeksbureau Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) november 2011 Dit is een uitgave van het Onderzoeksbureau van de Landelijke Studenten

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Fractie Front Verhogen bedrag bestuursbeurzen

Initiatiefvoorstel Fractie Front Verhogen bedrag bestuursbeurzen Fractie Front Warandelaan 2 5037 AB Tilburg E: info@fractiefront.nl T: 013 466 8780 I: www.fractiefront.nl To: University Council From: Fractie Front Date: 11 th of December 2015 Reference: Higher the

Nadere informatie

Notitie over de zorgen m.b.t. het profileringsfonds Studentenraadsfractie ORAS December 2014

Notitie over de zorgen m.b.t. het profileringsfonds Studentenraadsfractie ORAS December 2014 Notitie over de zorgen m.b.t. het profileringsfonds Studentenraadsfractie ORAS December 2014 De TU Delft is een topuniversiteit. Althans, dat willen we graag geloven. Internationaal heeft de TU een naam

Nadere informatie

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn Preambule. Het college van bestuur heeft deze regeling getroffen op grond van artikel 7.51 1 van de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk

Nadere informatie

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot

Nadere informatie

Profileringsfondsen in het hoger onderwijs Een advies over de bereikbaarheid en kenbaarheid

Profileringsfondsen in het hoger onderwijs Een advies over de bereikbaarheid en kenbaarheid Profileringsfondsen in het hoger onderwijs Een advies over de bereikbaarheid en kenbaarheid Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) Oktober 2012 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb).

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam

Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : bindend negatief studieadvies compensatieregeling

Nadere informatie

Algemene informatie. Beste aanstaande student,

Algemene informatie. Beste aanstaande student, Algemene informatie Beste aanstaande student, Ter voorbereiding op het gesprek vragen we je een korte enquête in te vullen. Met het invullen bevestig je tegelijk je komst naar het kennismakingsgesprek,

Nadere informatie

REGELING PROFILERINGSFONDS

REGELING PROFILERINGSFONDS REGELING PROFILERINGSFONDS 2016-2017 Preambule. Het College van Bestuur heeft deze regeling getroffen op grond van artikel 7.51 van de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). 1. Het

Nadere informatie

Regeling Profileringsfonds Protestantse Theologische Universiteit

Regeling Profileringsfonds Protestantse Theologische Universiteit Regeling Profileringsfonds Protestantse Theologische Universiteit 1. Er is een fonds ingesteld voor financiële ondersteuning van de student die a. aan de Protestantse Theologische Universiteit is ingeschreven

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

Profileringsfond Codarts versie 1.0. REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Codarts Geldend vanaf 1 september 2011

Profileringsfond Codarts versie 1.0. REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Codarts Geldend vanaf 1 september 2011 REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Codarts Geldend vanaf 1 september 2011 1. Codarts heeft een voorziening ter financiële ondersteuning van studenten, het reglement profileringsfonds, conform artikel 7.51 WHW.

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

De staat van het profileringsfonds. Een vergelijkend onderzoek naar profileringsfondsen van 28 hogescholen en universiteiten

De staat van het profileringsfonds. Een vergelijkend onderzoek naar profileringsfondsen van 28 hogescholen en universiteiten De staat van het profileringsfonds Een vergelijkend onderzoek naar profileringsfondsen van 28 hogescholen en universiteiten Dit is een uitgave van het Onderzoeksbureau van de Landelijke Studentenvakbond

Nadere informatie

Flexstuderen FAQ voor studenten

Flexstuderen FAQ voor studenten Flexstuderen FAQ voor studenten 1. Wat is flexstuderen? Het experiment flexstuderen geeft jou als voltijds student hoger onderwijs de mogelijkheid om alleen collegegeld te betalen voor de vakken die jij

Nadere informatie

STUDENTEN EN NEVENACTIVITEITEN: (voorheen studentactivisme) DE VISIE VAN DE UNIVERSITEIT TWENTE

STUDENTEN EN NEVENACTIVITEITEN: (voorheen studentactivisme) DE VISIE VAN DE UNIVERSITEIT TWENTE STUDENTEN EN NEVENACTIVITEITEN: (voorheen studentactivisme) DE VISIE VAN DE UNIVERSITEIT TWENTE 1 2 Inleiding De waarde van door studenten verrichte nevenactiviteiten, aan de UT ook wel studentenactivisme

Nadere informatie

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Factoren Alle studenten die zich vooraanmelden via Studielink krijgen een online vragenlijst aangeboden via een link die in de aanmeldingsprocedure van Studielink

Nadere informatie

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 www.qompas.nl Februari 2016 Surrounded by Talent Inleiding In deze rapportage laten we de resultaten zien van een enquête onder eerstejaars studenten welke met de Qompas

Nadere informatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-

Nadere informatie

Regeling Profileringsfonds RUG

Regeling Profileringsfonds RUG Regeling Profileringsfonds RUG 2017-2018 Deel B - Financiële ondersteuning internationale studenten bij studievertraging door bijzondere omstandigheden. Inleiding Paragraaf 2a van de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Reglement profileringsfonds HZ. Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences;

Reglement profileringsfonds HZ. Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Reglement profileringsfonds HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op het bepaalde in art. 7.51 t/m 7.51j van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht, RUG 2015-2016

Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht, RUG 2015-2016 Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht, RUG 2015-2016 Inleiding Paragraaf 2a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) betreft het Profileringsfonds

Nadere informatie

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar. Resultaten NAE 2016 Samenvatting: De NAE is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt uitgevoerd door DESAN,

Nadere informatie

Regeling profileringsfonds Hogeschool

Regeling profileringsfonds Hogeschool Regeling profileringsfonds Hogeschool VHL-II Voor studenten die met ingang van 1 september 2015 of later zijn gestart met hun opleiding Beleid DATUM Augustus 2015 AUTEUR Fetsje Hijlkema VERSIE 1.0 Decoskenmerk:

Nadere informatie

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 )

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 ) Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 ) Nieuwsbrief Stichting OER Stichting Onderwijs Evaluatie

Nadere informatie

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM VWO-6 Over de vragenlijst Deze vragenlijst

Nadere informatie

Jobfabriek Automotive presenteert: Automotive Open Dagen 17 t/m 31 maart 2012

Jobfabriek Automotive presenteert: Automotive Open Dagen 17 t/m 31 maart 2012 Jobfabriek Automotive presenteert: Automotive Open Dagen 17 t/m 31 maart 2012 Automotive Open Dagen 17 t/m 31 maart 2012 Introductie Jobfabriekautomotive.nl is een vacaturesite, specifiek ingericht rond

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 219 Wet van 14 mei 2014 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een aantal redactionele

Nadere informatie

Regeling financiële ondersteuning 2010 Universiteit Leiden

Regeling financiële ondersteuning 2010 Universiteit Leiden Regeling financiële ondersteuning 2010 Universiteit Leiden Deel I. Overmacht 1. Begripsbepalingen In het kader van deze regeling worden de volgende begrippen gehanteerd: CvB: College van Bestuur Universiteit

Nadere informatie

Erasmus MC. Bindend Studieadvies. Geneeskunde

Erasmus MC. Bindend Studieadvies. Geneeskunde Erasmus MC Bindend Studieadvies Geneeskunde Bindend Studieadvies Geneeskunde De studie Geneeskunde aan het Erasmus MC kent een bindend studieadvies (BSa) voor studenten die studeren in Bachelorjaar-1.

Nadere informatie

Studiekeuze van Amsterdamse VWO-leerlingen

Studiekeuze van Amsterdamse VWO-leerlingen Studiekeuze van Amsterdamse VWO-leerlingen Foto: FNWI (Interieur), fotograaf Harry van Veenendaal (2012) Projectnummer: 13156 Lotje Cohen MSc Merel van der Wouden MSc drs. Carine van Oosteren drs. Jeroen

Nadere informatie

Regeling profileringsfonds hogeschool Van Hall Larenstein-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding

Regeling profileringsfonds hogeschool Van Hall Larenstein-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding Regeling profileringsfonds hogeschool Van Hall Larenstein-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding Decoskenmerk: 2017 347.1 Citeertitel Profileringsfonds Van Hall Larenstein

Nadere informatie

Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting

Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting Mei 206 Inhoud Inhoud... Aanleiding... Duidelijkheid over hoofdlijnen?... Medezeggenschapsreglement... 5 Investeringen... 6

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Student & Lector. Een steekproef

Student & Lector. Een steekproef Student & Lector Een steekproef Aanleiding Sinds 2001 kent het Nederlandse hoger onderwijs lectoraten. Deze lectoraten worden vormgegeven door zogenaamde lectoren: hoog gekwalificeerde professionals uit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Resultaten van inputsessie 10 juni 2014 Introductie Deze PowerPoint bevat de resultaten van de

Nadere informatie

Regeling Profileringsfonds RUG

Regeling Profileringsfonds RUG Regeling Profileringsfonds RUG 2017-2018 Deel A Financiële ondersteuning bij studievertraging door bijzondere omstandigheden Inleiding Paragraaf 2a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Regeling profileringsfonds Hogeschool VHL-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding

Regeling profileringsfonds Hogeschool VHL-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding Regeling profileringsfonds Hogeschool VHL-I Voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun opleiding Beleid DATUM Augustus 2015 AUTEUR Fetsje Hijlkema Decoskenmerk: 2015-196 VERSIE 1.0 Citeertitel

Nadere informatie

Engelse taal bachelor psychologie UvT

Engelse taal bachelor psychologie UvT Engelse taal bachelor psychologie UvT Aanleiding Enkele studenten hebben hun teleurstelling uitgesproken over Engelstalige tentamens, zoals Inleiding Psychologie van Arbeid en Economie en Cultuurpsychologie.

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Nieuws uit t decanaat 18 september 2018

Nieuws uit t decanaat 18 september 2018 Nieuws uit t decanaat 18 september 2018 havo/vwo bestemd voor havo/vwo bovenbouw Nieuws uit t decanaat is het mededelingenblad vanuit het decanaat havo/vwo van het Vechtdal College in Hardenberg. Het verschijnt

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Commissie bachelor-master. Robel Michael

Onderzoeksrapport. Commissie bachelor-master. Robel Michael Onderzoeksrapport Commissie bachelor-master Robel Michael 1 Rogier Butter Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. KNMG Studentenplatform 3. Methode 4. Resultaten 4.1. Enquête algemeen 4.2. Bachelor-master: Wisselen

Nadere informatie

1. Begripsbepalingen In het kader van deze regeling worden de volgende begrippen gehanteerd: CROHO: Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs.

1. Begripsbepalingen In het kader van deze regeling worden de volgende begrippen gehanteerd: CROHO: Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs. Regeling financiële ondersteuning 2015 Deel 1: Overmacht 1. Begripsbepalingen In het kader van deze regeling worden de volgende begrippen gehanteerd: CvB: College van Bestuur Universiteit Leiden CROHO:

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Naamsbekendheidonderzoek

Hoofdstuk 5 Naamsbekendheidonderzoek Hoofdstuk 5 5.1 Inleiding Achtergrond en doel van het onderzoek Bonnema Weert wenst inzicht te verkrijgen in haar naamsbekendheid. Bonnema Weert wil in het bijzonder antwoord krijgen op de volgende onderzoeksvragen:

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Regeling financiële ondersteuning studenten 2000. Deel I Overmacht Deel II Bestuur

Regeling financiële ondersteuning studenten 2000. Deel I Overmacht Deel II Bestuur Deel I Overmacht Deel II Bestuur Bijlage I Niet facultaire (bestuurs)organen Bijlage II (Bestuurs)organen binnen faculteiten Bijlage III Studentenverenigingen (PKvV) Overmacht 1. Begripsbepalingen In het

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:73. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie

ECLI:NL:CRVB:2017:73. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie ECLI:NL:CRVB:2017:73 Instantie Datum uitspraak 04-01-2017 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1380 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT vastgesteld door het College van Bestuur met instemming van de Universiteitsraad op 12 mei 2015 en gewijzigd op 26 juni 2017. INLEIDING De artikelen

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Profileringsfonds Financiële Ondersteuning Studenten

Uitvoeringsregeling Profileringsfonds Financiële Ondersteuning Studenten Algemene & Bestuurlijke Zaken Uitvoeringsregeling Profileringsfonds Financiële Ondersteuning Studenten Algemeen Onderstaande regels zijn uitvoeringsregels voor het bepaalde in de WHW (artikel 7.51 Profileringsfonds)

Nadere informatie

Is de werkervaringsplek in uw organisatie een boventallige plek? Dit wil zeggen een plek die normaliter niet door een werknemer wordt bezet.

Is de werkervaringsplek in uw organisatie een boventallige plek? Dit wil zeggen een plek die normaliter niet door een werknemer wordt bezet. Table of Contents 1 Algemeen 3 2 Hoofdsectie 4 Bent u lid van één van deze beroepsverenigingen? 4 Welke omschrijving is op u van toepassing? 5 Hoe bent u aan uw huidige functie gekomen? 6 3 Slotvraag 7

Nadere informatie

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN December 2016 In de wet Kwaliteit in Verscheidenheid is met ingang van het studiejaar 2014/2015

Nadere informatie

Bindend Studieadvies (BSA)

Bindend Studieadvies (BSA) BSA_4luik_0708.qxp:BSA folder recht 06-06-2007 18:18 Pagina 1 Bindend Studieadvies (BSA) Neem contact op met het Bureau Studiebegeleiding Om dispensatie te krijgen van het negatief BSA moet u uw persoonlijke

Nadere informatie

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT vastgesteld door het College van Bestuur met instemming van de Universiteitsraad op 12 mei 2015. INLEIDING De artikelen 7.51, 7.51c, 7.51f en 7.51h

Nadere informatie

Zoek het uit! Opdrachten. Studiekeuze123.nl

Zoek het uit! Opdrachten. Studiekeuze123.nl Zoek het uit! Opdrachten Studiekeuze123.nl Wat denk je zelf? Het maken van een studiekeuze is niet gemakkelijk. Er zijn zoveel mogelijkheden, maar welke studie past goed bij jou? Misschien weet je al jaren

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Wachttijden 2014

Onderzoeksrapport. Wachttijden 2014 Onderzoeksrapport Wachttijden 2014 Inhoudsopgave 1. Abstract 2. Inleiding 3. De Geneeskundestudent 4. Methode 5. Resultaten - Enquête algemeen - Enquête Wachttijden 6. Conclusie 7. Referenties 8. Contactgegevens

Nadere informatie

Vragenlijst voor minorstudenten

Vragenlijst voor minorstudenten Vragenlijst voor minorstudenten Digitale toetsing en beoordeling in de universitaire lerarenopleiding Intro Het komende studiejaar besteden opleiders van alle universitaire lerarenopleidingen speciale

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland

Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma bijzondere omstandigheden bindend

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Handleiding Docenten/Begeleiders

Handleiding Docenten/Begeleiders Handleiding Docenten/Begeleiders In dit document vindt u een aantal handige tips en wetenswaardigheden die van pas kunnen komen wanneer u het invullen van de JOB-monitor klassikaal begeleidt. 1. Algemene

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden : Afwijzing, bindend negatief studieadvies, BNSA, herkansing

Nadere informatie

Aan de slag! Notitie over de aansluiting op de arbeidsmarkt

Aan de slag! Notitie over de aansluiting op de arbeidsmarkt Aan de slag! Notitie over de aansluiting op de arbeidsmarkt Juni 2014 Aanleiding Het arbeidsmarktperspectief van de huidige generatie studenten is verre van positief. Dat blijkt uit het rapport De arbeidsmarkt

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2013 Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuzecheck

Onderzoek: Studiekeuzecheck Onderzoek: Studiekeuzecheck Publicatiedatum: 11-4- 2014 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit 7000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online onderzoek, gehouden

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Onderzoek: Sociaal leenstelsel

Onderzoek: Sociaal leenstelsel Onderzoek: Sociaal leenstelsel Publicatiedatum: 14-11-2014 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit 3000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online onderzoek, gehouden

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016

AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016 AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016 Instructie Leuk dat je interesse hebt voor de opleiding Toegepaste Psychologie

Nadere informatie

Nieuws uit t decanaat 6 oktober 2017

Nieuws uit t decanaat 6 oktober 2017 Nieuws uit t decanaat 6 oktober 2017 havo/vwo bestemd voor havo/vwo bovenbouw Nieuws uit t decanaat is het mededelingenblad vanuit het decanaat havo/vwo van het Vechtdal College in Hardenberg. Het verschijnt

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting

Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting Juni 2016 Inhoud Aanleiding... 3 Duidelijkheid over hoofdlijnen?... Medezeggenschapsreglement... 5 Investeringen... 6 Tevreden...

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma 2012-2013

Verkiezingsprogramma 2012-2013 Verkiezingsprogramma 2012-2013 UVASOCIAAL 5 mei 2012 UVASOCIAAL streeft naar keuzevrijheid, kwaliteit, gelijkheid en betrokkenheid, de belangrijkste voorwaarden voor een goede universiteit! Inleiding UVASOCIAAL

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2017 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2015-2016 centraal. Eind 2017,

Nadere informatie

Meting september 2013

Meting september 2013 Meting september 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl Donateursvertrouwen daalt in tegenstelling tot consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2014 Honderden Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Aantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar

Aantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar Aantal per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar 2015-2016 Bron: VSNU 1. Per instelling bachelor, studiejaar 2015-2016 +ENG Erasmus Universiteit Rotterdam 27,27% 3658 54,55% 7184 18,18% 3184 14026

Nadere informatie

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman FSU Oktober 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Verantwoording...4 Conclusies...5 De cijfers op een rij.9 Knelpunten/oplossingen 15 Positieve punten.16

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2011 2 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Afgestudeerden

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-0 9 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Examencommissie Talen en Culturen Japan, verweerster 1. Ontstaan

Nadere informatie

Datum 22 november 2016 Betreft Beantwoording schriftelijke Kamervragen van de leden Tanamal en Asante (beide PvdA) over mantelzorgende studenten

Datum 22 november 2016 Betreft Beantwoording schriftelijke Kamervragen van de leden Tanamal en Asante (beide PvdA) over mantelzorgende studenten > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Bindend Studieadvies

Bindend Studieadvies Erasmus MC Bindend Studieadvies Geneeskunde Nominaal is Normaal Foto Bindend Studieadvies Geneeskunde Om een goede start van je studie te maken, hanteert de opleiding Geneeskunde een Bindend Studieadvies

Nadere informatie

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten,

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten, Beste oud-studenten, Hogeschool de Kempel doet onderzoek naar de loopbaan van afgestudeerden. De gegevens zijn van belang om verbeteringen aan te brengen in de huidige opleiding en om de huidige studenten

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo April 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2016 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2014/2015 centraal. Eind 2016,

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

De verantwoording over het Profileringsfonds: Een inventarisatie

De verantwoording over het Profileringsfonds: Een inventarisatie De verantwoording over het Profileringsfonds: Een inventarisatie Dit is een uitgave van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden naar: lsvb@lsvb.nl Auteurs:

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Juni 2016 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 1 0 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie propedeuse Rechtsgeleerdheid, verweerster

Nadere informatie

Academische opleiding leraar basisonderwijs

Academische opleiding leraar basisonderwijs 2015 2016 Academische opleiding leraar basisonderwijs ACADEMISCHE OPLEIDING LERAAR BASISONDERWIJS Vind jij het inspirerend om aan kinderen les te geven? Ben je geïnteresseerd in onderzoek naar verschillen

Nadere informatie

Handleiding Stageminor LET 2019/2020

Handleiding Stageminor LET 2019/2020 Handleiding Stageminor LET 2019/2020 change perspective Stappenplan om stage te lopen Positie Stageminor Sinds 2014/2015 is een minorruimte van 30 EC onderdeel van het curriculum van alle bacheloropleidingen

Nadere informatie

1. Jurriaan Vogel. 2. Mark van Wijgerden. Waarde medestudenten,

1. Jurriaan Vogel. 2. Mark van Wijgerden. Waarde medestudenten, 1. Jurriaan Vogel Als derdejaarsstudent Bedrijfseconomie mag ik dit jaar al namens Student Party ECCO in de faculteitsraad van Tilburg School of Economics and Management plaatsnemen. Hier hebben we al

Nadere informatie

Regeling Bindend Studieadvies

Regeling Bindend Studieadvies Regeling Bindend Studieadvies 2015-2016 Deze regeling is een uitwerking van artikel 58 van de OER en beschrijft de procedures van het uitbrengen van het bindend studie advies tijdens het eerste studiejaar

Nadere informatie

Initiatief Collegegeldvrij Besturen Lijst Calimero, 2011-2012

Initiatief Collegegeldvrij Besturen Lijst Calimero, 2011-2012 Adresgegevens Sint Walburgstraat 22/C 9712 HX GRONINGEN LijstCalimero T: (050) 363 51 67 E: contact@lijstcalimero.nl I: www.lijstcalimero.nl KvK Groningen 50004271 ING Bank NV 5061564 Initiatief Collegegeldvrij

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie