Voorstel van aanmeldingsprocedure

Transcriptie

1 Lokaal Overlegplatform Gent Basisonderwijs Voorzitter Jean Pierre Verhaeghe Voorstel van aanmeldingsprocedure voorgelegd aan de Commissie Leerlingenrechten 11 juni 2012 Inhoud Inleiding Toepassingsgebied en termijn De aanmeldingsprocedure 1. Start en duur van de aanmeldingsperiode kalender van de inschrijvingen 2. Middel tot aanmelden 3. Het bijhouden van de aanmeldingsregisters in een centraal aanmeldingsregister (CAR) en de overdracht van informatie aan de betrokken schoolbesturen 4. Meervoudige aanmelding met één aanmeldingsdossier per aangemelde leerling aangeven van de voorkeurorde 5. De gekoppelde aanmelding van kinderen uit eenzelfde leefeenheid 6. Keuze en concretisering van de ordeningscriteria 7. Capaciteitsbepaling 8. De aanmelding en rangordening van anderstalige nieuwkomers 9. De evenredige verdeling van GOK- en niet-gok-leerlingen 10. Ondersteuning van scholen en toeleiding naar scholen met het oog op een evenredige verdeling van GOK- en niet-gok-leerlingen 11. Bekendmaking van de aanmeldingsprocedure en kalender van de inschrijvingen 12. Ondersteuning van ouders en scholen bij de aanmeldingsprocedure 13. De communicatie van de resultaten van de rangordening en toewijzing naar de ouders 14. Behandeling van disfuncties en eerstelijnsklachten 15. Monitoring en evaluatie van de aanmeldingsprocedure 1

2 2

3 Inleiding 1. Op 6 maart 2012 keurde de Algemene Vergadering (AV) van het Lokaal Overlegplatform Gent Basisonderwijs (hierna het LOP genoemd) een nieuwe aanmeldingsprocedure voor het basisonderwijs te Gent goed. De nieuwe regeling vervangt de bestaande experimentele aanmeldingsprocedure. De goedkeuring gebeurde met de vereiste dubbele meerderheid: bij de onderwijsverstrekkers stemden 67 leden vóór, 2 tegen en 8 onthielden zich, bij de niet-onderwijsverstrekkers stemden alle aanwezige leden (4) vóór. 2. Op de AV van 6 maart 2012 herbevestigden de betrokken schoolbesturen dat ze het LOP machtigen om de rangordening van de aangemelde leerlingen en de toewijzing van de beschikbare plaatsen te organiseren, volgens de binnen het LOP gemaakte afspraken en rekening houdend met de bepalingen in het Decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, zoals gewijzigd door het Decreet betreffende het inschrijvingsrecht van 25 november 2011 en door het Decreet houdende technische en praktische aanpassingen aan het decreet betreffende het inschrijvingsrecht dat op 30 mei 2012 in de plenaire vergadering van het Vlaams parlement goedgekeurd werd (hierna het decreet genoemd). Hiervoor legt het LOP een elektronisch centraal aanmeldingsregister (CAR) aan (art. 37vicies bis, 1 en art. 37vicies quater, 2 van het decreet). 3. De Algemene Vergadering gaf aan de Coördinatievergadering 1 van het LOP de opdracht om een dossier op te maken en voor te leggen aan de Commissie Leerlingenrechten, waarin de binnen het LOP gemaakte afspraken beschreven worden conform de bepalingen van artikel 37vicies quinquies van het decreet. 4. De afspraken die op de AV van 6 maart 2012 gemaakt werden, betreffen in hoofdzaak wijzigingen aan eerdere, in het kader van de experimentele aanmeldingsprocedures sedert 22 september 2008 gemaakte afspraken. Waar het decreet niet tot wijzigingen noopte, werden de eerder gemaakte afspraken grotendeels gehandhaafd. Voor de volledigheid worden deze eerder gemaakte en gehandhaafde afspraken ook in dit dossier opgenomen. 5. Dit dossier werd door de voorzitter op 11 juni 2012 aan de Coördinatievergadering voorgelegd [die het unaniem goedkeurde]. Toepassingsgebied en -termijn 1. De voorgestelde aanmeldingsprocedure geldt voor alle vestigingsplaatsen voor gewoon kleuter-, lager of basisonderwijs gelegen in het werkingsgebied van het LOP (d.i. het grondgebied van de stad Gent), hierna het Gentse basisonderwijs genoemd. 2. Mits goedkeuring door de Commissie Leerlingenrechten gelden de hierna vermelde afspraken voor de aanmeldingen die in de loop van het schooljaar gebeuren met oog op inschrijvingen voor het schooljaar De afspraken blijven gelden voor alle navolgende schooljaren tenzij ze worden gewijzigd door nieuwe afspraken binnen het LOP of hun decretale basis verliezen door nieuwe wetgevende initiatieven die de bepalingen van het decreet wijzigen. 1 Coördinatievergadering (CV) is de benaming die in het LOP Gent BaO gehanteerd wordt voor het Dagelijks Bestuur. In de CV zijn alle geledingen alsmede het lokaal bestuur vertegenwoordigd. 3

4 De aanmeldingsprocedure De beschrijving van de aanmeldingsprocedure is gebaseerd op de opsomming van de elementen in artikel 37vicies quinquies van het decreet. Waar dat nodig werd bevonden voor een goed begrip, werden punten ingelast (rode titel) of werd de volgorde gewijzigd. Vanwege de verwevenheid met het geheel en de technische implicaties vermelden we ook de afspraken i.v.m. de capaciteitsbepaling. 1. Start en duur van de aanmeldingsperiode kalender van de inschrijvingen 1.1 In de eerste drie weken van februari wordt een aanmeldingsperiode ingericht waarbinnen ouders hun wens tot inschrijving van een of meer kinderen in het Gentse basisonderwijs kenbaar kunnen maken. Deze aanmeldingsperiode geldt voor alle leeftijden en leerjaren en voor alle categorieën van leerlingen, met name ook voor de decretaal bepaalde voorrangsgroepen. De aanmeldingsperiode wordt gevolgd door een week verwerkingstijd en drie weken waarbinnen de ouders de inschrijving kunnen realiseren in de school en vestigingsplaats waarvoor hun kind gunstig gerangschikt werd. De late inschrijvingen (d.w.z. de inschrijvingen van leerlingen die niet vooraf aangemeld werden) starten daarna. De AV geeft aan de Coördinatievergadering de opdracht om elk schooljaar de precieze data te bepalen, rekening houdend met de schoolvakanties. Motivering De inrichting van een aanmeldingsperiode wordt door het decreet verplicht voor het Gentse basisonderwijs (art. 37vicies semel van het decreet). Bovendien is de voorbije jaren gebleken dat een aanmeldingsperiode en procedure nodig is om een vlot verloop van de inschrijvingen te kunnen verzekeren, dit vanwege de capaciteitsproblemen waarmee veel scholen en vestigingsplaatsen van scholen in het Gentse basisonderwijs geconfronteerd worden. Het is met name de bedoeling om wacht- en kampeerrijen voor de schoolpoorten en de daaruit voortvloeiende juridische onzekerheden te vermijden. Tegelijk wil het LOP met de aanmeldingsprocedure een evenredige verdeling van GOK- en niet-gok-leerlingen over scholen en vestigingsplaatsen bevorderen, o.m. door ze te organiseren in samenhang met specifieke toeleidingsacties naar scholen (zie punt 10). 1.2 Voor het schooljaar worden de data van de aanmeldings- en navolgende inschrijvingsperiodes vastgelegd zoals vermeld in de kalender hieronder: 8 26 oktober 2012: vervroegde inschrijvingen (zie verder onder 1.3) 1 21 februari 2013: aanmeldingsperiode februari 2013: krokusvakantie februari 2013: verwerking en communicatie resultaten 1 21 maart 2013: bevestigingsperiode (realisatie inschrijvingen) maart 2013 opvissen van eerder geweigerde kinderen 1 14 april 2013: paasvakantie Vanaf 15 april 2013: late inschrijvingen (chronologisch) 4

5 Toelichting Voor het vooraf aanmelden van leerlingen wordt één periode voorzien. Het LOP maakt geen gebruik van de decretale mogelijkheid om voor voorrangscategorieën afzonderlijke deelperiodes in te stellen. (Zie verder onder 1.3.) Voor het begin van een periode worden liefst gemakkelijk te onthouden data gehanteerd (1 februari, 1 maart, 15 april, ). Voor ouders die nog geen schoolgaande kinderen hebben, is dat makkelijker dan de eerste schooldag na. Gezien de aanmeldingen via internet verlopen (zie verder onder punt 2) en de meeste ouders dat van thuis uit doen, kan het aanmelden ook tijdens de Krokusvakantie doorgaan. Ouders die voor het aanmelden een beroep willen doen op een school of op een andere organisatie die tijdens de Krokusvakantie niet actief is, krijgen daarvoor twee weken de tijd. Tijdens de experimenteerjaren is gebleken dat die tijdspanne volstaat. Ingeval na communicatie van de resultaten in een school of vestigingsplaats plaatsen vrijkomen doordat ouders geen gebruik wensen te maken van de plaats die zij voor hun kind verwierven, dan worden ouders van geweigerde kinderen zo snel mogelijk, d.w.z. zo mogelijk reeds in de eerste drie weken van maart, gecontacteerd in de volgorde van het inschrijvingsregister. Het aldus opvullen van niet-ingenomen plaatsen loopt zonodig door na maart, maar het is de bedoeling dat zo veel mogelijk achter de rug te hebben vóór de late inschrijvingen beginnen. Op die wijze kan bij de late inschrijvingen vermeden worden dat kinderen eerst geweigerd moeten worden, terwijl enkele dagen later dan toch weer plaatsen vrijkomen Voor de inschrijving van instappers (2,5-jarigen) die van rechtswege voorrang genieten, omdat ze tot dezelfde leefeenheid behoren als reeds in de betreffende school of vestigingsplaats ingeschreven leerlingen ( brussen art. 37quater) of omdat ze kind zijn van een personeelslid van de school (art. 37quinquies), wordt een vervroegde inschrijvingsperiode georganiseerd. Die vervroegde inschrijvingsperiode vindt plaats vanaf de tweede maandag van oktober en duurt tot en met de laatste vrijdag vóór Allerheiligen van het voorafgaande schooljaar. Conform de bepalingen in art. 37undevicies 2, 5e lid van het decreet wordt geen van de betreffende kinderen geweigerd wegens het overschrijden van de capaciteit. Oudere voorrangsleerlingen die vallen onder de voorrangsregeling voor brussen en kinderen van personeelsleden worden niet vervroegd ingeschreven. Zij krijgen hun voorrang in het kader van de aanmeldingsprocedure (zie 6.1). Motivering Ter bevordering van een evenredige verdeling van GOK- en niet-gok-leerlingen over scholen en vestigingsplaatsen van scholen voert het LOP een actief toeleidingsbeleid (zie verder onder punt 10). Deze toeleidingsacties kunnen maar efficiënt georganiseerd worden als vooraf (d.w.z. begin november) geweten is hoeveel plaatsen in de betrokken scholen en vestigingsplaatsen effectief beschikbaar zullen zijn voor de groep nieuwe instappers, na aftrek van het aantal plaatsen dat wordt ingenomen door de genoemde voorrangscatego- 2 In de experimenteerdperiode is gebleken dat bijna 18% van de via CAR toegewezen plaatsen uiteindelijk door de ouders weer vrijgegeven werden. 5

6 rieën (brussen en kinderen van personeel). De toeleidingsacties waarvan sprake blijken immers maar succesvol te kunnen zijn als de ouders van (kansrijke) Nederlandstalige instappers enige zekerheid krijgen dat hun kind niet de enige Nederlandstalige in de groep zal zijn. Dat betekent dat de toeleidingsacties maar zin hebben als in de betrokken school nog ruim plaats is voor niet-gok-kinderen. 3 De voorbije jaren bleek dat met name door de voorrangsregeling voor broers en zussen in verscheidene scholen niet het geval te zijn. De organisatie van een vervroegde inschrijvingsperiode voor instappers uit de genoemde voorrangscategorieën laat toe elk schooljaar tijdig na te gaan welke scholen en vestigingsplaatsen dat jaar op zinvolle wijze bij de toeleidingsacties betrokken kunnen worden. De decretale voorwaarde dat een dergelijke vervroegde inschrijvingsperiode alleen toegestaan is onder de voorwaarde dat geen van de betrokken leerlingen geweigerd wordt wegens het overschrijden van de capaciteit, maakt het voor het Gentse basisonderwijs niet mogelijk om de vervroegde inschrijvingen open te stellen voor alle leeftijden en leerjaren. In heel veel scholen zitten de hogere leerjaren meer dan vol, waardoor het niet realistisch is te verwachten dat scholen oudere broers of zussen steeds zullen kunnen opnemen. Daarom wordt de vervroegde inschrijvingsperiode voor voorrangsleerlingen (brussen en kinderen van personeelsleden) beperkt tot de categorie van de instappers. Een vervroegde aanmeldingsperiode inrichten voor alle brussen en kinderen van personeelsleden (alle leeftijden), zoals mogelijk gemaakt wordt door art. 37undevicies, 2, 2 e lid van het decreet, zou de organisatie van aanmelden en inschrijven én de communicatie naar ouders vereenvoudigen, maar acht het LOP niet haalbaar voor het schooljaar De resterende tijd is te kort om de nodige software te ontwikkelen Middel tot aanmelden Tijdens de hoger vermelde aanmeldingsperiode kunnen ouders hun kind(eren) aanmelden via de website Op de homepage van deze website kiezen zij voor Gent. Het ouderportaal van de Gentse website leidt de ouders op een gebruiksvriendelijke wijze stap voor stap door de aanmeldingsprocedure. Daarbij moeten ze een aantal gegevens invullen en één of meer vestigingsplaatsen aanduiden. Op het einde krijgen ze een via elektronisch drager ( en postvak in het ouderportaal) bevestiging dat de aanmelding succesvol uitgevoerd werd. Voor 3 Er zijn uiteraard ook niet-gok-leerlingen die thuis geen Nederlands spreken. In Gent blijkt hun aandeel volgens de cijfers van AgODi echter beperkt te zijn (gemiddeld ongeveer dan 8,5% van de niet-gok-leerlingen). Dat aandeel loopt wel op in de deelgebieden met een grotendeels allochtone populatie, d.z. ook de deelgebieden waar een hoog aandeel GOK-leerlingen woont. In het deelgebied Brugse Poort-Rooigem maken TNN-leerlingen al ruim 20% van het aantal niet-gok-leerlingen uit, in de Bloemekenswijk ruim 30% en in Muide-Meulestede ruim 40%. Bovendien zijn veel van die niet-nederlandstalige niet-gokleerlingen niet echt kansrijk te noemen. Vaak gaat het om kinderen van wie de moeder een getuigschrift van volledig BSO als hoogste diploma heeft. Dat geldt in de GOK-regelgeving dan als hoog opgeleid (of althans niet laag opgeleid ). Binnen de regelgeving inzake het inschrijvingsrecht is GOK/ niet-gok evenwel de enige indicator die gebruikt kan worden om in te schatten hoeveel plaatsen er voor Nederlandstalige kansrijke leerlingen beschikbaar zullen zijn. 4 Voor de aanmeldingen die vanaf het schooljaar plaats vinden, plant het LOP wel gebruik te maken van de mogelijkheid tot het inrichten van vervroegde aanmeldingsperiodes. Hiervoor zal bij de Commissie Leerlingenrechten ten gepasten tijde een nieuw dossier ingediend worden. 6

7 ouders die daar behoefte aan hebben, zijn diverse vormen van ondersteuning voorzien (zie punt 12.1). 2.1 Aanleggen en raadplegen van het aanmeldingsdossier Ouders kunnen een kijkje komen nemen op de website en zich ook registreren zonder een eigenlijk aanmeldingsdossier aan te leggen. Wie een kind wil aanmelden, dient een aantal identificatiegegevens in te geven: naam en voornaam van het kind, geboortedatum, sekse, adres en rijksregisternummer (RRN). Zonder een geldig RRN kan men de aanmeldingsprocedure niet doorlopen (behalve met tussenkomst van de CAR-beheerder of een door de CAR-beheerder aangeduide organisatie, zie verder). 5 Bovendien moet ook het geboortejaar binnen de range vallen waarvoor aanmelden in het basisonderwijs mogelijk is. Per kind kan maar één aanmeldingsdossier aangelegd worden. Blijkt het RRN dat een ouder ingeeft, al voor te komen in een ander aanmeldingsdossier voor hetzelfde schooljaar, dan verschijnt op het scherm een foutmelding. De persoon die aanmeldt, wordt verzocht na te kijken of het ingetikte RRN wel correct is en hij/zij wel de juiste SIS-kaart bij de hand heeft. Rijst het vermoeden dat er sprake is van een onrechtmatige aanleg van een aanmeldingsdossier (onrechtmatig gebruik van het RRN), dan wordt de betrokken ouder verzocht contact op te nemen met het aanspreekpunt van het LOP, die de zaak nader onderzoekt en desgevallend na contactname met alle betrokkenen en na overleg binnen de disfunctiecommisie het onrechtmatig aangelegd aanmeldingsdossier uit het aanmeldingsregister verwijdert. Ouders worden geacht de aanmelding in onderling overleg te doen. Bij gebrek aan overeenstemming tussen ouders die beiden het ouderlijk gezag over het kind hebben, wordt, als voorlopig bewarende maatregel om het recht op inschrijving minimaal te kunnen vrijwaren, het eerst geregistreerde dossier aangenomen. 6 Ouders krijgen gedurende hele aanmeldingsperiode toegang tot hun aanmeldingsdossier. 7 Zij krijgen daarvoor een paswoord toegekend. Op die manier kunnen zij gedurende de hele aanmeldingsperiode wijzigingen aanbrengen aan hun dossier maar wordt tegelijk vermeden dat onbevoegden wijzigingen aanbrengen. Waarom wordt het rijksregisternummer van het kind gevraagd? Het RRN wordt gevraagd om: een eenduidige identificatie van de aangemelde leerling mogelijk te maken, te vermijden dat over éénzelfde kind twee of meer aanmeldingsdossiers aangelegd worden; op die manier wordt vermeden dat oneigenlijk gebruik van de aanmeldingsprocedure tot dubbele inschrijvingen leidt; om te vermijden dat voor een kind een aanmeldingsdossier aangelegd wordt door personen die daartoe niet bevoegd zijn. 8 5 De maatregelen ter vrijwaring van de privacy worden hierna toegelicht onder punt 3. 6 De school of het LOP kunnen hier in geen geval als bemiddelaar, laat staan als rechter, in optreden. Onderlinge betwistingen over de schoolkeuze dienen de ouders desnoods voor de rechtbank te beslechten. 7 Het tijdstip van de aanmelding speelt immers geen rol in de rangordening van de aangemelde leerlingen. 8 We gaan ervan uit dat behalve bevoegde autoriteiten en diensten in principe alleen de ouders toegang hebben tot de gegevens op de SIS-kaart van het kind. 7

8 Kinderen zonder rijksregisternummer Kinderen zonder RRN kunnen niet van thuis uit aangemeld worden, maar enkel via het aanspreekpunt van het LOP of via één van de partner-organisaties die de ouders bij de aanmelding ondersteunen (zie punt 12.1). Op die manier kan geverifieerd worden of het inderdaad echt gaat om kinderen zonder RRN. Het is niet de bedoeling dat ouders die de SIS-kaart van hun kind vergeten zijn, van deze mogelijkheid gebruik maken. 2.2 Opgevraagde gegevens Behalve de nodige identificatiegegevens wordt aan de ouders ook gevraagd gegevens te verstrekken die: a) nodig zijn om te bepalen of het kind tot de categorie GOK-leerlingen dan wel tot de categorie van de niet-gok-leerlingen behoort, b) nodig zijn voor de rangordening van de leerlingen volgens de criteria hierna vermeld onder punt 6.3, c) toelaten de thuistaal van het kind te bepalen volgens de decretale regels die gelden in het Vlaamse gewest, d) nodig zijn om te bepalen of het kind behoort de anderstalige nieuwkomers zoals bepaald in art. 3 punt 4 quater van het decreet, e) de school moeten toelaten in voorkomend geval een inschrijving te realiseren onder de ontbindende voorwaarde van de vaststelling van onvoldoende draagkracht in de school om tegemoet te komen aan de noden op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging van de betreffende leerling (art. 37undecies, 2 van het decreet); in concreto worden de ouders gevraagd aan te vinken of voor het aangemelde kind een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs uitgeschreven werd en zo ja, voor welk type van buitengewoon onderwijs. Vervolgens wordt aan de ouders ook gevraagd: f) per aangemeld kind aan te geven voor welke school / vestigingsplaats het aangemeld wordt, g) de scholen / vestigingsplaatsen in volgorde van voorkeur te plaatsen (zie punt 4), h) indien meer dan één kind aangemeld wordt, aan te geven voor welke vestigingsplaatsen een gekoppelde aanmelding gevraagd wordt (zie punt 5). Toelichting en motivatie De gegevens a, b en f tot h zijn nodig om de rangordening van leerlingen en toewijzing van vrije plaatsen te kunnen uitvoeren. Tijdens de experimentele periode ( ) behoorde ook (c) de thuistaal tot de GOKcriteria voor het inschrijvingsrecht. Dat is vanaf 1 september 2012 niet langer het geval. We behouden deze bevraging omdat de scholen ze bij de inschrijving toch moeten doen met het oog op hun financiering. Door ouders deze gegevens al van te voren te laten invullen, kan vanuit CAR het document met de verklaring op eer al aangemaakt worden. Dat bespaart scholen tijd en moeite bij de realisatie van de inschrijvingen (zie punt 12.2). 8

9 De gegevens waarmee (d) bepaald kan worden of de aangemelde leerling tot de categorie van de anderstalige nieuwkomers (AN) behoort, worden opgevraagd omdat de Gentse basisscholen voldoen aan de decretale voorwaarde om een aparte capaciteit voor AN vast te leggen (art. 37novies. 1, 3 e lid). Sommige van hen maken van die mogelijkheid ook gebruik en voor die scholen dient bijgevolg een regeling getroffen te worden waarbij de AN-status van aangemelde leerlingen in rekening gebracht wordt (zie punt 7.4). De gegevens vermeld onder (e) worden opgevraagd om scholen toe te laten te bepalen voor welke van de gunstig gerangschikte kinderen een inschrijving onder de ontbindende draagkrachtvoorwaarde (art. 37undecies, 2 van het decreet) overwogen dient te worden. De school kan dan het nodige doen om het intakegesprek met de ouders efficiënt te organiseren (b.v. ervoor zorgen dat directie en zorgcoördinator aanwezig zijn, e.d.). 9 Dat komt zowel de school als de ouders ten goede. Onvolledige gegevens Gegeven de privacy-wetgeving zijn ouders niet verplicht de gevraagde gegevens te verstrekken. Ingeval het gegevens betreft die nodig zijn om te bepalen of het kind tot de GOK-doelgroep behoort, wordt meegedeeld dat onvolledigheid van de gegevens ertoe kan leiden dat het kind geen voorrang geniet, niet als GOK-leerling, noch als niet-gok-leerling. 10 Foutieve gegevens Op de website wordt aangegeven dat wanneer bij controle op het ogenblik van de realisatie van de inschrijvingen blijkt dat ouders foutieve informatie doorgegeven hebben in CAR, dit voor hun kind zal leiden tot het verlies van zijn positie in de rangordening. Dit betekent dat de ouders willen ze het kind alsnog in de school ingeschreven zien ze opnieuw om een inschrijving zullen moeten verzoeken na afloop van de aanmeldingsperiode, met name bij het begin van de late inschrijvingen. Om te kunnen verder gaan met de aanmeldingsprocedure dienen de ouders aan te vinken dat ze kennis genomen hebben van deze boodschap. Controle op de verstrekte gegevens Voor wat de adresgegevens betreft, wordt automatisch nagekeken of het doorgegeven adres bestaat. Bij niet herkende schrijfwijzen van straatnamen wordt aan de ouders een lijst van vermoedelijk bedoelde straatnamen voorgelegd met het verzoek aan te vinken welke straat ze bedoelen. Staat de door hen bedoelde straatnaam niet in de lijst, dan worden ze verzocht contact op te nemen met het aanspreekpunt van het LOP. 11 Ook voor het rijksregisternummer wordt automatisch nagegaan of het om een mogelijk nummer gaat. Of de ouders effectief op het aangegeven adres gedomicilieerd zijn resp. er werken, is iets wat door de school gecontroleerd moet worden op het moment dat de inschrijving effectief gerealiseerd wordt. Gezien de privacy-wetgeving geen connectie toelaat met de databases waar de betreffende gegevens vooraf gecontroleerd zouden kunnen worden, kan deze controle niet 9 Het intakegesprek vindt plaats bij de realisatie van de inschrijvingen. Gezien bij aangemelde leerlingen de volgorde in het inschrijvingsregister door de rangordingsprocedure bepaald werd, kan dat gesprek op afspraak plaats vinden, tijdens de periode voorzien in de kalender (zie punt 1.2). 10 Zie verder onder punt 6.2 voor een beschrijving van de wijze waarop de rangschikking gebeurt van leerlingen die niet als GOK- noch als niet-gok-leerling geclassificeerd kunnen worden. 11 Zie verder punt 6 voor een beschrijving van de werkwijze die gevolgd wordt bij niet-herkende adressen. 9

10 vanuit het CAR gebeuren. De controle van het domicilie-adres kan de school doen op basis van de identiteitskaart van de ouder (met ID-kaartlezer). Voor de controle op het werkadres kunnen scholen aan de ouders vragen een document (b.v. personeelskaart of attest) voor te leggen waaruit blijkt dat ze op het opgegeven adres werkzaam zijn. Ook de controle van de andere gegevens die de ouders verstrekken, dient te gebeuren door de school waar voor het kind uiteindelijk een inschrijving gerealiseerd wordt. 3. Het bijhouden van de aanmeldingsregisters in een centraal aanmeldingsregister (CAR) en de overdracht van informatie aan de betrokken schoolbesturen De aanmeldingsregisters van alle Gentse vestigingsplaatsen voor kleuter-, lager of basisonderwijs worden aan elkaar gekoppeld in één centraal aanmeldingsregister, dat met akkoord van de betrokken schoolbesturen door het LOP centraal beheerd wordt. 12 Dat maakt in het kader van één aanmeldingsdossier de aanmelding van eenzelfde leerling voor verschillende scholen of vestigingsplaatsen van scholen mogelijk terwijl tegelijk dubbele inschrijvingen vermeden worden. Het maakt ook een toewijzing van plaatsen mogelijk die zoveel als mogelijk rekening houdt met de voorkeur van de ouders (zie verder, onder punt 4.2). In dat verband werden de nodige maatregelen getroffen ter bescherming van de privacy van ouders en kinderen overeenkomstig de privacywetgeving. Bescherming van de privacy wordt ook betracht in de regeling waarmee op het einde van de aanmeldingsprocedure de informatie aan de schoolbesturen overgedragen wordt. 3.1 Beperking van de toegang tot de informatie in het CAR Als eerste maatregel ter bescherming van de privacy van kinderen en ouders wordt een strikt onderscheid gemaakt tussen diverse toegangspoorten tot de informatie die in het CAR opgeslagen wordt: Het ouderportaal geeft ouders alleen toegang tot het eigen aanmeldingsdossier. Zij krijgen daartoe een paswoord (zie hoger, onder punt 2.1). Het scholenportaal geeft schooldirecties (en door hen daartoe gemandateerd personeel) toegang tot de informatie met betrekking tot hun eigen school. 13 Ook hier is de toegang beveiligd door middel van paswoorden. Informatie m.b.t. aangemelde leerlingen wordt enkel doorgegeven o o o na afloop van de rangordenings- en toewijzingsprocedure, en wordt beperkt tot de leerlingen die door de betreffende school in het inschrijvingsregister ingeschreven dienen te worden, hetzij op grond van een gerealiseerde, hetzij op grond van een geweigerde inschrijving, met uitsluiting van informatie met betrekking tot de andere scholen waarvoor de leerling aangemeld was, de plaats van de school in de voorkeurorde van de ouders De rol van het LOP hierin is conform art. 37vicies bis, 1 en art. 37vicies quater, 2 van het decreet. 13 Onder meer ook om de nodige informatie m.b.t. hun school in CAR in te brengen. Zie punten 7.2 en Dit element wordt in het Gentse CAR niet als rangordecriterium gebruikt, zie punt

11 Op die manier hoeven ouders zich geen zorgen te maken over eventuele negatieve percepties bij de school als achteraf blijkt dat hun kind uiteindelijk pas in de school van hun derde of vierde voorkeur (of nog lager) terecht kan. De CAR-beheerder heeft toegang tot alle informatie. Dit is nodig om de functie van helpdesk te kunnen vervullen t.a.v. ouders en scholen (zie punt 12). De functie van CARbeheerder wordt uitgeoefend door de deskundige-ondersteuner bij het LOP in samenwerking met de verantwoordelijke informaticus verbonden aan het Departement Onderwijs en Opvoeding van de Stad Gent. 3.2 Het gebruik van het rijksregisternummer Het gebruik van het RRN is door de wet aan strikte voorwaarden gebonden. 15 In verband daarmee werd in 2008 door de voorzitter een vraag gericht aan de privacycommissie. In zijn antwoord stipuleert de privacycommissie dat aan het LOP geen machtiging tot gebruik van het RRN gegeven kan worden gezien het LOP als feitelijke vereniging volgens de wet niet behoort tot de categorieën van personen of instellingen die een dergelijke machtiging kunnen krijgen. De commissie stipt verder aan dat een dergelijke machtiging ook niet nodig is voor gebruik van het RRN in het kader van het CAR. Bij de aanleg van de elektronische databank van persoonsgegevens die het CAR in wezen is, handelt het LOP immers als aannemer die de feitelijke gegevensverwerking doet in opdracht van de betrokken schoolbesturen. Het zijn die schoolbesturen die beschouwd moeten worden als de verantwoordelijken voor de gegevensverwerking. 16 Scholen mogen het RRN gebruiken als identificatiemiddel in het kader van de inschrijving van leerlingen, met name om dubbele inschrijvingen te voorkomen. 17 Gezien de organisatie van het CAR kadert in de taken die scholen met betrekking tot het inschrijven van leerlingen moeten vervullen, hoeft het LOP als feitelijke uitvoerder geen eigen machtiging te hebben. Het volstaat dat tussen de schoolbesturen en het LOP een overeenkomst gesloten wordt dat de verhouding tussen LOP en schoolbesturen en hun respectievelijke verantwoordelijkheden regelt, overeenkomstig art. 16 van de privacywet. In die overeenkomst wordt o.m. gespecificeerd voor welke doeleinden de gegevens gebruikt mogen worden en wie welke veiligheidsmaatregelen treft om toevallig verlies, toevallige of ongeoorloofde vernietiging of ongeoorloofd gebruik van de verzamelde gegevens door derden tegen te gaan. De tekst van de overeenkomst vindt men in bijlage Wet van van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. 16 Sectoraal Comité van het Rijksregister. Beraadslaging RR nr 17/2009 van 25 maart 2009 betreffende de aanvraag van het Lokaal Overlegplatform Basisonderwijs Gent om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken met het oog op een centraal aanmeldingsregister voor inschrijvingen (RN/MA/ 2008/066). Het dossier kan makkelijk online ingekeken worden door de zoekterm overlegplatform Gent in te voeren ( 17 De privacycommissie verwijst hier naar artikel 4 van het Koninklijk Besluit van 5 september 1994 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de afdeling Begroting en Gegevensbeheer en de Administraties Basisonderwijs, Secundair Onderwijs, Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek en Permanente vorming van het departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en tot gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de schooldirecties. 11

12 3.3 Overdracht van informatie aan scholen Na afloop van de verwerking van de gegevens krijgt elk school via het scholenportaal van de website per vestigingsplaats, per gespecificeerde capaciteit (zie punt 7.1 en punt 7.4) en per GOK-contingent (GOK resp. niet-gok) een overzicht van: de leerlingen die in de eigen school ingeschreven kunnen worden (te realiseren inschrijvingen), de leerlingen die een weigeringsattest ontvangen (te weigeren inschrijvingen). Beide categorieën leerlingen komen in het inschrijvingsregister van de betreffende capaciteit terecht, in de volgorde die voortvloeit uit de rangordenings- en toewijzingsprocedure. Voor elk van de leerlingen die in het overzicht voorkomen, kan de school het individuele leerlingendossier aanklikken dat de volgende informatie bevat: naam, voornaam, geboortedatum, sekse, RRN van de leerling, de GOK-status en de score voor de afzonderlijke GOK-criteria, de verklaring met betrekking tot de thuistaal, AN-status (AN of geen AN), of er een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs is (en zo ja, welk type), thuisadres (domicilie) werkadres 1 werkadres 2, op basis van welk adres de leerling gunstig gerangschikt werd, contactgegevens van de aanmeldende ouder ( adres, telefoon, GSM). 4. Meervoudige aanmelding met één aanmeldingsdossier per aangemelde leerling aangeven van de voorkeurorde Gezien de capaciteitsproblemen bij veel scholen / vestigingsplaatsen krijgen ouders de mogelijkheid en worden ze bovendien ten zeerste aangespoord hun kind bij verschillende scholen/ vestigingsplaatsen aan te melden. Dat verhoogt de kans dat elke leerling een plaats toegewezen krijgt. De aanmelding voor verschillende scholen of vestigingsplaatsen gebeurt binnen één en hetzelfde aanmeldingsdossier. 4.1 Het kiezen van vestigingsplaatsen en het bepalen van de voorkeurorde Nadat de ouders op de website de persoonsgegevens van het kind ingegeven hebben en ze aangegeven hebben voor welk leerjaar ze het kind wensen aan te melden, 18 krijgen de ouders op de website een lijst van vestigingsplaatsen te zien waar het kind voor aangemeld kan worden. De lijst is beperkt tot de vestigingsplaatsen met het passende onderwijsaanbod. 19 Ouders kunnen een meer beperkte lijst opvragen door (vestigingsplaatsen van) scholen op te zoeken op basis van (elementen uit) de naam van de school, het adres, de wijk, het onderwijsnet en de pedagogische methode (b.v. Freinetscholen). Bij elke vestigingsplaats is te zien hoeveel vrije 18 De mogelijkheid om een leerjaar aan te geven, is er enkel voor leerlingen die ten laatste op 31 december van het schooljaar waarvoor ze aangemeld worden, zes jaar of meer zullen zijn. Kleuters worden automatisch in het passende geboortejaar opgenomen. 19 Vestigingsplaatsen met enkel kleuteronderwijs worden alleen getoond voor kinderen die op 31 december van het schooljaar waarvoor ze aangemeld worden ten hoogste vijf jaar zullen zijn; vestigingsplaatsen met enkel lager onderwijs worden enkel getoond bij de aanmelding van oudere leerlingen. 12

13 plaatsen er bij het begin van de aanmeldingsperiode voor de betreffende capaciteit nog zijn. 20 Door op de naam van een vestigingsplaats te klikken opent men een schoolfiche waarin bijkomende informatieopgenomen is: de naam van de directie, het volledige adres van de vestigingsplaats, telefoon- en faxnummer, het net waartoe de school behoort en het onderwijsaanbod in de vestigingsplaats. Er is ook een link naar de website van de school. Door op de knop bevestig schoolkeuze te klikken, geven ouders aan dat ze hun kind voor een gegeven school of vestigingsplaats willen aanmelden. De naam van de school verschijnt in een lijst onder de naam van het kind. De volgorde in die lijst geeft de voorkeurorde van de ouders weer (hoogst = eerste keuze). Door op de knop met een omhoog gericht pijltje resp. een naar beneden gericht pijltje te klikken, kan men zijn voorkeurorde wijzigen. Het aantal vestigingsplaatsen dat men in zijn keuzelijst kan opnemen, is onbeperkt. 4.2 De rol van de voorkeurorde in het toewijzingsproces Na afloop van de aanmeldingsperiode worden de leerlingen gerangordend binnen elk van de vestigingsplaatsen waarvoor ze aangemeld werden. Dat gebeurt per gedefinieerde capaciteit en daarbinnen afzonderlijk voor het GOK- resp. het niet-gok-contingent. Het toewijzingsproces, dat na de initiële rangordening plaats vindt, resulteert erin dat elke leerling uiteindelijk voor maximaal één vestigingsplaats een gunstige rangschikking (= toegangsticket) behoudt. Blijkt een leerling initieel voor verschillende vestigingsplaatsen gunstig gerangschikt te zijn, dan behoudt hij/zij enkel zijn/haar plaats in de vestigingsplaats die het hoogst in de voorkeurorde van zijn/haar ouders staat. Hij/zij verdwijnt uit de rangordeningen van vestigingsplaatsen die lager in die voorkeurorde staan. Daardoor kunnen er in één of meer vestigingsplaatsen andere leerlingen een plaats in hun rangordening opschuiven wat maakt dat er opnieuw leerlingen kunnen zijn die voor meer dan één vestigingsplaats gunstig gerangschikt staan. Het proces van schrappen-en-opschuiven wordt herhaald tot voor elk van de aangemelde leerlingen (over alle vestigingsplaatsen heen) geldt dat ze maximaal voor nog één vestigingsplaats gunstig gerangschikt staan. Deze iteratieve toewijzingsprocedure verloopt volledig geautomatiseerd, zonder enige manuele tussenkomst. Blijken er na afloop voor een leerling nog vestigingsplaatsen te zijn waarvoor hij/zij ongunstig gerangschikt staat, dan krijgt die leerling voor die vestigingsplaatsen de status geweigerd in het betreffende inschrijvingsregister en wordt voor die leerling een attest van niet-gerealiseerde inschrijving (weigeringsattest) opgemaakt. De vestigingsplaatsen waarvoor een leerling een weigeringsattest ontvangt, zijn dus vestigingsplaatsen die hoger in de voorkeurorde van de ouders staan dan de vestigingsplaats waar een inschrijving gerealiseerd kan worden. Ingeval er in die vestigingsplaatsen van hogere voorkeur later nog plaatsen zouden vrijkomen of bijkomen (capaciteitsverhoging) dan kan die leerling daar nog aanspraak op maken. 21 De hier beschreven toewijzingsprocedure komt overeen met wat in art. 37vicies quater, 2 van het decreet beschreven staat We gebruiken de term capaciteit hier zoals in art. 37duodecies, 1 van het decreet. Het gaat in dit document met name om het geboortejaar (in KO) resp. leerjaar (in LO) binnen een vestigingsplaats. 21 Tot hoelang men nog aanspraak kan maken op een vrijkomende of bijkomende plaats is in het decreet geregeld (zie art. 37duodecies, 2). 22 We merken op dat de hier beschreven rol van de voorkeurorde van de ouders in het toewijzingsproces los staat van het eventuele gebruik van de plaats van de school in de voorkeurorde van de ouders als 13

14 5. De gekoppelde aanmelding van kinderen uit eenzelfde leefeenheid Ouders kunnen binnen eenzelfde aanmeldingsdossier meer dan één kind uit hun gezin (leefeenheid) tegelijk aanmelden. Het proces van het kiezen van scholen/vestigingsplaatsen en van het bepalen van een voorkeurorde dienen zij dan per kind afzonderlijk te doorlopen. Van zodra zij voor het tweede of een volgend kind een school of vestigingsplaats kiezen die ook al voor een vorig kind gekozen werd (of die zeer dicht gelegen is bij een vestigingsplaats die voor een vorig kind gekozen werd), verschijnt op het scherm de mededeling en vraag Deze school komt overeen met [ligt dicht tegen] een school die u voor [naam van het andere kind] koos. Wenst u deze keuzes te koppelen? Er verschijnt ook uitleg over de gevolgen van zo n koppeling, nl. dat als één van de kinderen niet ingeschreven kan worden, het andere dan ook niet ingeschreven wordt. Daardoor vermindert de kans op een plaats in de vestigingsplaats van de hoogste voorkeur. Het is aan de ouders om de voor- en nadelen (risico s) van een koppeling van schoolkeuzes af te wegen, gegeven de capaciteitsbeperkingen in de betrokken vestigingsplaatsen. Antwoorden de ouders JA op die vraag, dan wordt voor de betrokken vestigingsplaatsen (maar niet automatisch voor de andere) de keuze als gekoppeld gemarkeerd. De koppeling van keuzes gebeurt dus per vestigingsplaats waarvoor kinderen aangemeld worden. Als er drie of meer kinderen gelijktijdig aangemeld worden, kan de koppeling voor twee of meer kinderen (dus niet noodzakelijk meteen alle betrokken kinderen) gebeuren. In situaties waarin twee of meer vestigingsplaatsen van scholen heel dicht bij elkaar gelegen zijn (b.v. een kleuterafdeling aan de ene kant van de straat, een lagere school aan de overkant), kan ook de keuze voor twee verschillende vestigingsplaatsen aan elkaar gekoppeld worden. Door het LOP werd een lijst opgemaakt van vestigingsplaatsen die aan elkaar gekoppeld kunnen worden. De herkenning ervan gebeurt automatisch. De ouders worden door CAR gewezen op de mogelijkheid van een koppeling van keuzes. Ingeval van gekoppelde keuzes wordt in het toewijzingsproces een leerling voor een vestigingsplaats maar als gunstig gerangschikt beschouwd als de andere kinderen binnen de gekoppelde keuze binnen hun geboortejaar of leerjaar ook gunstig gerangschikt staan. Zolang aan die voorwaarde niet voldaan is en zolang de toewijzingsprocedure loopt, blijven de betrokken kinderen wel in de running voor een toewijzing in die vestigingsplaats. Komt of komen in een navolgende iteratie alsnog de nodige plaats(en) vrij, dan kunnen zij alsnog een plaats in die vestigingsplaats verwerven. Dit gebeurt op een wijze die voorkomt dat vrije plaatsen tot het einde vastgehouden en uiteindelijk helemaal niet toegewezen worden. Ingeval een koppeling van schoolkeuzes ertoe leidt dat de betrokken kinderen geen enkele plaats toegewezen krijgen, dan probeert de toewijzingsprocedure in een laatste iteratie er toch voor te zorgen dat elk van de kinderen een plaats toegewezen krijgt, zij het dan in verschillende vestigingsplaatsen. Het is dan aan de ouders om daar al of niet gebruik van te maken. Doordat die laatste poging op het einde van de toewijzingsprocedure gebeurt, kunnen enkel nog plaatsen ingenomen worden die niet reeds door andere aangemelde leerlingen ingenomen werden. rangordecriterium in de voorafgaande rangordening van leerlingen binnen elke vestigingsplaats afzonderlijk. Voor die voorafgaande rangordening van de leerlingen binnen elke vestigingsplaats wenst het LOP geen gebruik te maken van het criterium plaats van de school in de voorkeurorde van de ouders (zie verder onder punt 6.3). 14

15 6. Keuze en concretisering van de ordeningscriteria 6.1 Voorrang voor brussen en kinderen van personeel Per vestigingsplaats en per gedefinieerde capaciteit worden de aangemelde leerlingen eerst geordend naar de decretaal bepaalde voorrangscategorieën. Technisch vertaald, betekent dit dat de toewijzing van beschikbare plaatsen in verschillende stappen gebeurt, waarbij achtereenvolgens aan bod komen: de leerlingen van wie reeds een broer of zus (= kind behorend tot dezelfde leefeenheid) in de vestigingsplaats ingeschreven is (art. 37quater) én die (volgens art. 37quinquies) bovendien kind zijn van een personeelslid van de school, de overige leerlingen van wie reeds een broer of zus (= kind behorend tot dezelfde leefeenheid) in de vestigingsplaats ingeschreven is (art. 37quater), de overige leerlingen die (volgens art. 37quinquies) kind zijn van een personeelslid van de school, alle overige aangemelde leerlingen (= restgroep). Behoud van voorrang Voor de aanmeldingen in februari 2013 geldt de voorrang voor brussen en kinderen van personeelsleden ook voor de instappers (geboortejaar 2011), al zullen zij in oktober 2012 al de kans gekregen hebben zich te laten inschrijven (zie 1.3). Het behoud van deze voorrang is ingegeven door de overweging dat we door het onderscheid tussen instappers en oudere leerlingen met een gemengde regeling zitten en het technisch eenvoudiger is om bij de verwerking van de aanmeldingen voor alle leeftijdscategorieën eenzelfde rangordenings- en toewijzingsprocedure te volgen. Bovendien neemt het LOP zich voor om deze gemengde regeling slechts één jaar toe te passen. 23 Controle op de voorrangsstatus Op de website wordt aan de ouders gevraagd om per vestigingsplaats waarvoor een kind aangemeld wordt, aan te vinken of in de betrokken school (in dezelfde of in enige andere vestigingsplaats) of voor brussen - in de school of scholen waar de inschrijving doorloopt, 24 al een broer of zus (of ander kind van dezelfde leefeenheid) van het aangemelde kind ingeschreven is, een ouder van het aangemelde kind werkzaam is. In voorkomend geval wordt hen gevraagd de naam en de geboortedatum van de broer/ zus c.q. de ouder in te vullen. De scholen controleren vóór de rangordening de voorrangsstatus van de aangemelde leerlingen voor wie voorrang geclaimd wordt als broer/zus of als kind van personeelslid. Daartoe zal elke school gedurende de hele aanmeldingsperiode en tot minstens één dag na afsluiting ervan in 23 Zie hoger onder punt 1 en voetnoot Art. 37quater (brussen) verwijst in dat verband wel naar art. 37 bis, 6 (campus met autonome kleuterschool én een lagere school), art. 37quinquies (kinderen van personeel) niet. Er is in beide artikelen evenwel steeds sprake van school, niet van vestigingsplaats. Dus ook kinderen met een broer of zus of een ouder werkzaam in een andere vestigingsplaats genieten voorrang. 15

16 CAR voor de eigen school een lijst van de betreffende aangemelde leerlingen kunnen raadplegen met vermelding van naam en geboortedatum van de betrokken broer of zus (kind van dezelfde leefeenheid) resp. het personeelslid. De lijst is dus beperkt tot de aangemelde leerlingen voor wie in de betreffende school voorrang geclaimd wordt. Leerlingen voor wie ten onrechte voorrang geclaimd wordt, worden in de restgroep gerangschikt. De ouders krijgen een bericht over het intrekken van de voorrangsstatus en kunnen verhaal aantekenen bij het aanspreekpunt van het LOP. Leerlingen voor wie pas bij de eigenlijke realisatie van de inschrijving vastgesteld wordt dat voor hen ten onrechte voorrang geclaimd werd, verliezen hun plaats in de rangordening. Motivatie Een onrechtmatige claim van voorrang als kind van eenzelfde leefeenheid of als kind van een personeelslid kan leerlingen uit de restgroep benadelen. Die benadeling dient zoveel mogeljk opgeheven te worden vóóraleer de rangordening en toewijzing plaats vindt. Door de leerling voor wie een foute voorrangsclaim gemaakt werd, in de restgroep op te nemen, krijgt die leerling een faire herkansing. Maar het niet tijdig genoeg ontdekken van een misplaatste claim om zo n faire herkansing toe te laten, kan niet als argument gehanteerd worden om de benadeling van restgroepleerlingen te laten voortduren. 6.2 Toepassing van de dubbele contingentering voor GOK- en niet-gok Binnen elk van de hoger vermelde categorieën (zie 6.1) worden twee contingenten onderscheiden, één voor de GOK-leerlingen enerzijds en één voor de niet-gok-leerlingen anderzijds. De bepaling van de contingenten (=het aantal beschikbare plaatsen) gebeurt op de wijze die verder beschreven staat (zie punt 9). De rangordening van de leerlingen en de toewijzing van de beschikbare plaatsen (zie punt 6.3) gebeurt verder per contingent afzonderlijk, met dien verstande dat overschotten binnen het ene contingent aangewend worden om tekorten binnen het andere aan te zuiveren. Dat gebeurt stapsgewijs, voorrangsgroep na voorrangsgroep (zoals onder 6.1 aangegeven), rekening houdend met de voorheen al ingeschreven of in een eerdere stap als in te schrijven gemarkeerde GOK- resp. niet-gok-leerlingen. 25 Op die manier worden tegelijk de absolute voorrang voor kinderen van dezelfde leefeenheid en kinderen van personeelsleden gevrijwaard en de vooropgestelde verdeling tussen GOK- en niet- GOK-contingent gerespecteerd voor zover de verhouding tussen vraag (aantal aangemelde leerlingen) en aanbod (beschikbare plaatsen per contingent) dat toelaten. 26 Hoe dat met het oog op de ontwikkeling van de nodige software technisch vertaald wordt, wordt meer gedetailleerd uiteengezet in bijlage Als bijvoorbeeld in de voorgaande stappen (toewijzing aan brussen en aan kinderen van personeelsleden) het GOK-contingent al volledig opgebruikt is, wordt in de navolgende stap (toewijzing aan de restgroep) eerst voorrang gegeven aan niet-gok-leerlingen. Pas als in die fase het niet-gok-contingent niet volledig opgebruikt is, kunnen ook GOK-leerlingen uit de restgroep in de betreffende capaciteit een plaats verwerven. 26 Of de techniek van de dubbele contingentering GOK/niet-GOK (DC-GOK) effectief leidt tot de realisatie van het vooropgestelde evenwicht, is afhankelijk van het aantal GOK- resp. niet-gok-leerlingen dat zich aanbiedt. Zolang binnen één van beide categorieën het aantal aangemelde leerlingen lager ligt dan het betreffende contingent, is er geen garantie dat het nagestreefde evenwicht bereikt wordt. 16

17 Leerlingen voor wie de GOK-status niet bepaald kan worden Leerlingen voor wie wegens het ontbreken van de nodige gegevens geen eenduidige classificatie als GOK- of niet-gok-leerling mogelijk is, worden op een neutrale wijze in de rangordeningen opgenomen worden. D.w.z. dat ze geen aanspraak kunnen maken op voorrang als GOKleerling maar evenmin op voorrang als niet-gok-leerling, maar ze kunnen verder wel meedingen voor plaatsen die niet bij voorrang door GOK- noch bij voorrang door niet-gok-leerlingen ingenomen worden (zie bijlage 2). Ze maken m.a.w. slechts kans een plaats toegewezen te krijgen als minstens één van beide contingenten groter is dan het aantal aangemelde leerlingen dat voor dat contingent voorrang geniet. Er wordt daarbij over gewaakt dat leerlingen voor wie de GOK-status onbepaald is, niet bijkomend gepenaliseerd worden puur en alleen vanwege het gegeven dat hun GOK-status niet bepaald kan worden. Als er bijvoorbeeld in het GOK-contingent nog plaatsen beschikbaar zijn en er, behalve leerlingen met een onbepaalde status, ook nog niet-gok-leerlingen om een plaats in de betreffende capaciteit dingen, dan worden bij de verdeling van het overschot binnen het GOK-contingent, leerlingen met een onbepaalde status en niet-gok-leerlingen op gelijke voet behandeld. Voor de verdeling van dat overschot aan GOK-plaatsen worden zij door elkaar geordend, louter en alleen op basis van de secundaire en tertiaire rangordecriteria. De leerlingen met onbepaalde status komen dus niet steevast achteraan Secundaire en tertiaire rangordecriteria De verdere rangordening binnen elk van de hoger vermelde categorieën (zie 6.1) en voor de contingenten voor GOK- en niet-gok-leerlingen (zie 6.2) gebeurt op basis van beide in het decreet genoemde afstandscriteria: (a) de afstand van het domicilie van de leerling tot de vestigingsplaats waarvoor de leerling aangemeld wordt en (b) de afstand van de werkplek van één van de ouders tot die vestigingsplaats. Resulteert dit in ex-aequo s, dan wordt een strikte rangordening bekomen door toepassing van het toevalscriterium als tertiair rangordecriterium. 28 Wijze waarop de twee afstandscriteria gecombineerd worden De twee afstandscriteria worden met elkaar gecombineerd door twee subcontingenten te definiëren: 25% van de beschikbare plaatsen wordt verdeeld op basis van een rangordening naar de kortste van drie afstanden (eerste subcontingent); het resterende aantal beschikbare plaatsen (75%) wordt verdeeld op basis van een rangordening naar de afstand thuis school (met het domicilie als thuisadres; tweede subcontingent). Alle aangemelde leerlingen worden in beide rangordeningen opgenomen. Rangordening naar de kortste van drie afstanden Op de website kunnen de ouders naast hun thuisadres (domicilie) ook twee werkadressen invullen. Zij bepalen vrij welke werkadressen dat zijn, de enige vereiste is dat het om feitelijke 27 Leerlingen met onbepaalde status steevast achteraan plaatsen zou, in ons voorbeeld, betekenen dat niet-gok-leerlingen twee keer voorrang genieten: één keer rechtmatig bij de verdeling van het contingent niet-gok, maar vervolgens nog eens (en o.i. onrechtmatig) bij de verdeling van de overschot uit het GOK-contingent. Dat laatste kan niet de bedoeling zijn. Zie bijlage 2 voor een uitgewerkt voorbeeld. 28 Om het hiërarchische karakter van de rangordecriteria te expliciteren, spreken we van primaire rangordecriteria (de voorrangsgroepen, de indeling in termen van GOK en niet-gok), secundaire (de afstandscriteria) en tertiaire (het toevalscriterium). 17